Top Banner
HANDLEIDING 5EK-28199-D1 TW125
86

HANDLEIDING - Yamaha Motor

Jan 24, 2023

Download

Documents

Khang Minh
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: HANDLEIDING - Yamaha Motor

GEDRUKT OP RECYCLAGEPAPIER PRINTED IN JAPAN

2000·5–0.1×1(D) !

HANDLEIDING

5EK-28199-D1TW125YAMAHA MOTOR CO., LTD.

Page 2: HANDLEIDING - Yamaha Motor

GEDRUKT OP RECYCLAGEPAPIER PRINTED IN JAPAN

2000·5–0.1×1(D) !

HANDLEIDING

5EK-28199-D1TW125YAMAHA MOTOR CO., LTD.

Page 3: HANDLEIDING - Yamaha Motor

DAU03338

INLEIDING

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Welkom in de wereld van Yamaha rijders!

Als bezitter van TW125 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen enfabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouw-baarheid heeft verworven.

Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben vanalle functies van uw TW125. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectieen onderhoud van de motorfiets, terwijl ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk let-sel en schade kunt besparen.

Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als ertenslotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.

Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 1

Page 4: HANDLEIDING - Yamaha Motor

DAU00005

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING

1

2

3

4

5

6

7

8

9

OPMERKING:8 Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd

bij de machine blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.8 Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze

reden kan soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan indeze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente productinformatie ten tijde van publica-tie. Als u vragen heeft over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.

Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:

Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID!Q

Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan ditleiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder of omstanders of degenedie de motorfiets inspecteert of repareert.

De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moetenworden genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.

De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakke-lijken of verhelderen.

X@

<>

OPMERKING:

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 2

Page 5: HANDLEIDING - Yamaha Motor

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DW000002

X@

LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAATGEBRUIKEN.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 3

Page 6: HANDLEIDING - Yamaha Motor

1

2

3

4

5

6

7

8

9

TW125HANDLEIDING

©2000 door Yamaha Motor Co., Ltd.1e Uitgave, Mei 2000

Alle rechten voorbehouden.Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik

zonder schriftelijke toestemming vanYamaha Motor Co., Ltd.

is uitdrukkelijk verboden.Gedrukt in Japan.

DAU03337

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 4

Page 7: HANDLEIDING - Yamaha Motor

DAU00009

INHOUDSOPGAVE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1

5

GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID.........................1-1

BESCHRIJVING............................................................2-1Aanzicht linkerzijde .....................................................2-1Aanzicht rechterzijde ..................................................2-2Schakelaars en instrumenten .....................................2-3

FUNKTIES VAN INSTRUMENTEN ENSCHAKELAARS............................................................3-1

Contaktslot ..................................................................3-1Controlelampjes..........................................................3-1Snelheidsmeterunit .....................................................3-2Stuurschakelaars ........................................................3-2Koppelingshendel .......................................................3-4Schakelpedaal ............................................................3-4Remhendel .................................................................3-4Rempedaal .................................................................3-5Brandstoftankdop........................................................3-5Brandstof ....................................................................3-6Brandstofkraan ...........................................................3-7Chokeknop “1” ..........................................................3-8Stuurslot......................................................................3-8Zadel ...........................................................................3-9Helmbevestiging .........................................................3-9Schokdamper............................................................3-10Bagagedrager ...........................................................3-10Bagageriembevestigingen ........................................3-10Zijstandaard ..............................................................3-11Startspersysteem......................................................3-11

CONTROLES VOOR HET STARTEN ..........................4-1Controlelijst voor gebruik ............................................4-1

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE .........................................................5-1

Starten van de motor ..................................................5-1Starten van een warme motor ....................................5-2Schakelen van versnellingen ......................................5-3Aanbevolen schakelpunten(alleen voor Zwisterland) ..........................................5-3

Tips voor een zuinig brandstofverbruik.......................5-4Inrijden van de motor ..................................................5-4Parkeren .....................................................................5-5

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINEREREPARATIES ...............................................................6-1

Boordgereedschapsset...............................................6-1Periodiek smeer- en onderhoudsschema ...................6-2Stroomlijn- en framepanelen verwijderen enaanbrengen...............................................................6-5

Controlen van de bougie.............................................6-7Motorolie en oliefiefilterelement ..................................6-9Reinigen van het luchtfilterelement en deaftapslang ...............................................................6-12

Afstellen van de carburateur.....................................6-14Afstellen van het stationair toerental.........................6-14Afstellen van de vrije slag van de gaskabel..............6-15Afstellen van de klepspelling ....................................6-16

1

2

3

4

6

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 5

Page 8: HANDLEIDING - Yamaha Motor

Banden .....................................................................6-16Spaakwielen .............................................................6-18Vrije slag van koppelingshendel afstellen.................6-19Afstellen van de vrije slag van de remhendel ...........6-20Afstellen van de stand en de vrije slag vanhet rempedaal.........................................................6-21

Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem................................................................6-22

Controleren van devoorremblokken en deachterremschoenen ................................................6-23

Controleren van remvloeistofniveau .........................6-24Verversen van de remvloeistof .................................6-25Doorbuiging aandrijfketting .......................................6-25Smeren van de aandrijfketting ..................................6-26Controleren en smeren van de kabels......................6-27Controleren en smeren van de gasgreep engaskabel .................................................................6-28

Controleren en smeren van rem- enschakelpedalen.......................................................6-28

Controleren en smeren van rem- enkoppelingshendels ..................................................6-29

Controleren en smeren van zijstandaard..................6-29Smeren van de achterwielophanging .......................6-29Controleren van de voorvork ....................................6-30Controleren van stuursysteem..................................6-30Controleren voor het starten .....................................6-31Accu..........................................................................6-31Zekering vervangen ..................................................6-34De koplampgloeilamp vervangen .............................6-35

Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ................6-36Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen .............6-37Ondersteuning van de motorfiets..............................6-37Voorwiel ....................................................................6-38Achterwiel .................................................................6-39Storingzoeken...........................................................6-41Lijst voor het opsporen van storingen.......................6-42

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS...............................................................7-1

Verzorging ..................................................................7-1Stalling ........................................................................7-4

SPECIFICATIES ...........................................................8-1

GEBRUIKERSINFORMATIE ........................................9-1Identificatienummers...................................................9-1Nummer voor sleutelidentificatie.................................9-1Voertuidigentificatienummer .......................................9-1Modelinformatiesticker................................................9-2

INHOUDSOPGAVE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

7

8

9

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 6

Page 9: HANDLEIDING - Yamaha Motor

1-1

DAU00021

Q GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Motorfietsen zijn fascinerende machines die bij de berijder een gevoel van kracht en vrijheid wakker kunnen roe-pen. Toch is het gebruik ervan aan zekere grenzen gebonden die u beslist moet aanvaarden; ook de bestemotorfiets is onderhevig aan natuurkundige wetten.

Regelmatige verzorging en onderhoud zijn van groot belang om de waarde en de goede conditie van uw motor tehandhaven. Dit geldt trouwens niet alleen voor de motorfiets, maar ook voor de berijder: goede prestaties zijnalleen mogelijk bij een goede conditie. Rijden onder invloed van medicijnen, drugs en alcohol is natuurlijk uit denboze. Motorrijders dienen altijd—meer dan autobestuurders—geestelijk en lichamelijk op hun best te zijn. Onderinvloed van al zeer geringe hoeveelheden alcohol ontstaat een neiging om te grote risicoís te nemen.

Beschermende kleding is voor een motorrijder van even groot belang als in een auto de veiligheidsgordels voorbestuurders en inzittenden. Draag steeds een compleet motorpak (vervaardigd uit leder of slijtvaste synthetischematerialen met beschermers), stevige laarzen, motorhandschoenen en een goed passende helm. Het dragenvan optimaal beschermende kleding mag echter geen aanmoediging zijn voor zorgeloos gedrag. Volledig omslui-tende helmen en motorpakken geven een gevoel van totale veiligheid en bescherming, maar motorrijders zullentoch altijd kwetsbaar zijn in het verkeer. Motorrijders die het aan kritische zelfbeheersing ontbreekt, zullengemakkelijk te snel rijden en risicoís nemen. Bij natte weersomstandigheden is dit des te gevaarlijker. Een goedemotorrijder rijdt veilig, voorspelbaar en defensief—hij vermijdt elk risico, ook wanneer die door andere weggebrui-kers worden veroorzaakt.

Prettige rit!

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 7

Page 10: HANDLEIDING - Yamaha Motor

2-1

DAU00026

BESCHRIJVING

1

2

3

4

5

6

7

8

91. Brandstoftank (panina 3-5)2. Brandstofkraan (pagina 3-7)3. Helmbevestiging (pagina 3-9)4. Bagageriembevestigingen (pagina 3-10)

5. Ketteing-stelplaatje (pagina 6-26)6. Luchtfilterelement (pagina 6-12)7. Schakelpedaal (pagina 3-4)

1 2 3 4

567

Aanzicht linkerzijde

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 8

Page 11: HANDLEIDING - Yamaha Motor

2-2

BESCHRIJVING

1

2

3

4

5

6

7

8

98. Bagagedrager (pagina 3-10)9. Accu (pagina 6-31)

10. Olieniveau-kijkglas (pagina 6-9)

11. Rempedaal (pagina 3-5, 6-21)12. Boordgereeedschapsset (pagina 6-1)13. Zekering (pagina 6-34)

8 9

13 12 11 10

Aanzicht rechterzijde

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 9

Page 12: HANDLEIDING - Yamaha Motor

2-3

BESCHRIJVING

1

2

3

4

5

6

7

8

91. Koppelingshendel (pagina 3-4, 6-19)2. Linker stuurschakelaars (pagina 3-2)3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-2)4. Chokeknop (pagina 3-8)5. Contaktslot (pagina 3-1)6. Controlelampjes (pagina 3-1)

7. Rechter stuurschakelaars (pagina 3-3)8. Remhendel (pagina 3-4, 6-20)9. Gasgreep (pagina 6-15, 6-28)

10. Brandstoftankdop (pagina 3-5)

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10

Schakelaars en instrumenten

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 10

Page 13: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-1

DAU00027

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00028

ContactslotVia het contactslot worden het ontste-kingssysteem en de verlichtingssystemenbediend. De diverse standen van het con-tactslot worden hierna beschreven.

DAU00036

ONAlle elektrische systemen komen onderstroom en de motor kan worden gestart.De sleutel kan niet worden uitgenomen.

DAU00038

OFFAlle elektrische systemen zijn uitgescha-keld. De sleutel kan worden uitgenomen.

DAU00056

Controlelampjes

DAU00057

Controlelampje “ 5” richtingaanwij-zersDit controlelampje knippert terwijl deschakelaar voor richtingaanwijzers naarde linker- of rechterstand is gedrukt.

DAU00061

Controlelampje “N” voor vrijstandDit controlelampje brandt terwijl de ver-snellingsbak in de vrijstand staat.

1. Controlelampje “5” richtingaanwijzers2. Controlelampje grootlicht “&”3. Controlelampje “N” voor vrijstand

DAU00063

Controlelampje grootlicht “ &”Dit controlelampje gaat branden wanneerhet grootlicht van de koplamp is inge-schakeld.

OFFON 31 2

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 11

Page 14: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-2

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01087

SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien vaneen snelheidsmeter, een kilometertelleren een ritteller. De snelheidsmeter toontde actuele rijsnelheid. De kilometertellertoont de totale afgelegde afstand. De rit-teller toont de afstand afgelegd sinds deteller het laatst via de terugstelknop werdteruggesteld op nul. De ritteller kan wor-den gebruikt om de afstand te schattendie met een volle brandstoftank kan wor-den afgelegd. Deze informatie stelt u instaat de volgende tankstops te plannen.

1. Snelheidsmeter2. Kilometerteller3. Ritteller4. Terugstelknop

DAU00118

Stuurschakelaars

DAU00121

DimlichtschakelaarZet deze schakelaar op “&” voor groot-licht en op “%” voor dimlicht.

1. Lichtschakelaar2. Dimlichtschakelaar3. Richtingaanwijzerschakelaar4. Claxonschakelaar “*”

OPMERKING:Alleen voor het Duitse model uitgerustmet een rijsnelheidsbegrenzer:De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat demotor een rijsnelheid van 80 km/u nietkan overschrijden.4

2

3

1

4

1

2

3

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 12

Page 15: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-3

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00127

RichtingaanwijzerschakelaarDruk deze schakelaar naar “6” omafslaan naar rechts aan te geven. Drukdeze schakelaar naar “4” om afslaannaar links aan te geven. Na loslaten keertde schakelaar terug naar de midden-stand. Om de richtingaanwijzers uit teschakelen wordt de schakelaar ingedruktnadat hij is teruggekeerd in de midden-stand.

DAU00129

Claxonschakelaar “ *”Druk deze schakelaar in om een claxon-signaal te geven.

DAU00134

LichtschakelaarZet deze schakelaar in de stand “'”om de parkeerlichten, het achterlicht ende instrumentenverlichting in te schake-len. Zet de schakelaar in de stand “:”om ook de koplamp in te schakelen.

DAU00143

Startknop “ ,”Druk deze knop in om de motor door mid-del van de startmotor te starten.

DC000005

<>

Zie pagina 5-1 voor startinstructiesvoordat u de motor start.

1

2

DAU00138

NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “$” om in eennoodgeval de motor direct uit te schake-len, zoals wanneer de machine omslaatof als de gaskabel blijft hangen.

1. Noodstopschakelaar2. Startknop “,”

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 13

Page 16: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-4

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00157

SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan delinkerzijde van de motor en wordt in com-binatie met de koppelingshendel gebruiktbij het schakelen van de versnellingenvan de 5-traps constantmeshbak op dezemotorfiets.

1. SchakelpedaalN. Vrijstand

DAU00152

KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan delinkerstuurgreep. Trek de hendel naar hetstuur toe om de koppeling te ontkoppe-len. Laat de hendel los om de koppelingaan te laten grijpen. Voor een soepelewerking van de koppeling moet de hendelsnel aangetrokken worden en langzaamworden losgelaten.De koppelingshendel is voorzien van eensperschakelaar die deel uitmaakt van hetstartspersysteem. (Zie pagina 3-11 vooruitleg over het startspersysteem.)

1. Koppelingshendel

DAU00158

RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rech-terstuurgreep. Trek de hendel naar hetstuur toe om de voorrem te bekrachtigen.

1. Remhendel

1 1

1

N

5432

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 14

Page 17: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-5

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00162

RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rech-terzijde van de motorfiets. Trap op hetrempedaal om de achterrem te bekrachti-gen.

1. Rempedaal

DAU01498

BrandstoftankdopOpenen van de tankdop

1. Steek de sleutel in het slot en draaieen kwartslag linksom.

2. Draai de tankdop linksom en trekhem los.

1. Brandstoftankdopa. Ontgrendelenb. Openen

Sluiten van de tankdop1. Breng de tankdop aan in de vulope-

ning van de brandstoftank met desleutel in het slot, en draai dan dedop rechtsom.

2. Draai de sleutel rechtsom naar deoorspronkelijke positie en neem hemdan uit.

OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aange-bracht met de sleutel in het slot.Bovendien kan de sleutel niet worden uit-genomen als de tankdop niet correct aan-gebracht en vergrendeld is.

DWA00025

X@

Controleer of de tankdop correct isafgesloten alvorens te gaan rijden.

1 1

a

b

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 15

Page 18: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-6

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1

2

DAU01183

BrandstofControleer of voldoende brandstof in debrandstoftank aanwezig is. Vul de brand-stoftank tot onderaan de vulpijp, zoalsgetoond in de afbeelding.

DW000130

X@

8 Overvul de brandstoftank niet,anders zal benzine uitstromen alsdeze warm wordt en uitzet.

8 Mors geen brandstof op een heetmotorblok.

1. Brandstofvulpijp2. Brandstofniveau

DAU00185

<>

Veeg gemorste brandstof direct af meteen schone, droge en zachte doek, debrandstof kan immers schade toebren-gen aan de lak of aan kunststof onder-delen.

DAU00191

OPMERKING:Als de motor gaat detoneren (pingelen),gebruik dan brandstof van een andermerk of met een hoger octaangetal.

Aanbevolen brandstof:Normale loodvrije brandstof met eenoctaangetal (RON) van minstens 91Inhoud brandstoftank:

Totale hoeveelheid:7.0 L

Reservehoeveelheid:1.0 L

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 16

Page 19: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-7

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03050

BrandstofkraanVia de brandstofkraan wordt de benzinevanuit de brandstoftank toegevoerd enbovendien gefilterd.De brandstofkraan kent drie standen:

OFFMet de kraanhendel in deze standstroomt de benzine niet door. Zet dekraanhendel steeds in deze stand als demotor niet draait.

1. Pijlteken op “OFF”

ONMet de kraanhendel in deze standstroomt de benzine door naar de carbura-teur. Tijdens normaal rijden hoort dekraanhendel in deze stand te staan.

1. Pijlteken op “ON”

RESDit is de reservestand. Zet de kraanhen-del in deze stand wanneer u tijdens eenrit zonder brandstof komt te staan. Vul debrandstoftank zodra de gelegenheid zichvoordoet. Vergeet na het tanken niet dekraanhendel weer op “ON” te zetten!

1. Pijlteken op “RES”

RES

ONFUEL

OFF

1

OFF: gesloten stand

OFF

ONFUEL

RES

1

RESRES: reserve-stand

ONFUEL

RES

OFF

1ON

ON: normale stand

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 17

Page 20: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-8

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03032

Chokeknop “ 1”Voor het starten van een koude motor iseen rijker lucht/brandstof mengsel nodig;via de choke wordt dit mengsel geleverd.Beweeg de knop richting a om de chokeaan te zetten.Beweeg de knop richting b om de chokeuit te zetten.

1. Chokeknop “1”

DAU02934

StuurslotOm het stuur te vergrendelen

1. Draai het stuur volledig naar rechts.2. Open het stuurslotplaatje en steek

dan de sleutel in het slot.3. Draai de sleutel 1/8 slag linksom,

druk de sleutel verder in terwijl hetstuur iets naar links wordt gedraaiden draai de sleutel dan 1/8 slagrechtsom.

4. Controleer of het stuur is vergren-deld, neem de sleutel uit en sluit danhet slotplaatje.

1. Stuurslot2. Dekseltje van het stuurslot

Om het stuur te ontgrendelen1. Open het stuurslotplaatje en steek

dan de sleutel in het slot.2. Druk de sleutel in, draai hem 1/8

slag linksom zodat hij naar buitenkomt en laat de sleutel dan los.

3. Neem de sleutel uit en sluit dan hetslotplaatje.

a

b

1

1

2

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 18

Page 21: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-9

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01092

Zadel

Verwijderen van het zadelVerwijder de bouten en neem dan hetzadel los.

1. Bout (×2)

Aanbrengen van het zadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij-

de van het zadel in de zadelbevesti-ging, zoals getoond in de afbeelding.

2. Plaats het zadel in de oorspronkelij-ke positie en draai dan de boutenvast.

OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergren-deld alvorens te gaan rijden.

1. Uitsteeksel2. Zadelbevestiging

DAU00260

HelmbevestigingSteek de sleutel in het slot en draai dezedan zoals getoond om de helmbevesti-ging te openen.Vergrendel de helmbevestiging door dezein de oorspronkelijke positie te plaatsenen dan de sleutel uit te nemen.

DW000030

X@

Rijd nooit met een helm bevestigd aande helmbevestiging, de helm kan zovoorwerpen raken waardoor de machi-ne mogelijk onbestuurbaar wordt eneen ongeval niet uitgesloten is.

1. Helmbevestiging

1

1

12

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 19

Page 22: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-10

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01343

SchokdemperDAU00315

X@

Deze schokdemper is gevuld met stikstof-gas onder hoge druk. Lees en begrijp devolgende informatie alvorens de schok-demper te gebruiken. De fabrikant kanniet aansprakelijk worden gesteld voorschade aan eigendommen of voor per-soonlijk letsel als dit voortvloeit uit ver-keerd gebruik.8 Probeer de gascilinder niet te

openen en blijf er verder vanaf.8 Stel de schokdemper niet bloot

aan open vuur of aan andere hitte-bronnen, anders kan deze door deoplopende druk exploderen.

8 Vervorm of beschadig de gascilin-der op geen enkele wijze, de dem-pende werking zal dan achteruit-gaan.

8 Laat onderhoud aan de schok-demper altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.

DAU00320

BagagedragerDW000032

X@

8 Overschrijd het maximumlaadge-wicht van 3 kg voor de bagage-drager niet.

8 Overschrijd het maximumlaadge-wicht van 180 kg voor het voer-tuig niet.

1. Bagagedrager

DAU01493

BagageriembevestigingenEr zijn vier bagageriembevestigingspun-ten aangebracht onder de bagagedrager.

1. Bagageriembevestigingen (×4)

1 1

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 20

Page 23: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-11

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00330

ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de lin-kerzijde van het frame. Trek of druk dezijstandaard met uw voet omhoog ofomlaag terwijl u de motorfiets verticaalhoudt.

OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor dezijstandaard maakt deel uit van het starts-persysteem, dat in bepaalde situaties dewerking van het ontstekingssysteem blok-keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)

DW000044

X@

Met de motorfiets mag nooit wordengereden terwijl de zijstandaard omlaagstaat of niet behoorlijk kan wordenopgetrokken (of niet omhoog blijft),anders kan de zijstandaard de grondraken en zo de motorrijder afleiden,waardoor de machine mogelijk onbe-stuurbaar wordt. Het Yamaha starts-persysteem is ontworpen om demotorrijder te helpen bij zijn verant-woordelijkheid de zijstandaard op tetrekken alvorens weg te rijden.Controleer dit systeem daarom regel-matig zoals hierna beschreven en laatrepareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.

DAU00331

StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de sper-schakelaar voor de zijstandaard, de sper-schakelaar voor de koppelingshendel ende vrijstandschakelaar deel uitmaken)heeft de volgende functies.8 Het verhindert starten wanneer de

versnellingsbak in een versnellinggeschakeld is en de zijstandaard isopgetrokken, terwijl de koppelings-hendel niet is aangetrokken.

8 Het verhindert starten wanneer deversnellingsbak in een versnellinggeschakeld is en de koppelingshen-del is aangetrokken, terwijl dezijstandaard nog omlaag staat.

8 Het schakelt een draaiende motor afzodra de zijstandaard omlaagbeweegt.

Controleer de werking van het startsper-systeem regelmatig, hanteer daarbij devolgende werkwijze.

DW000045

X@

Als zich een storing voordoet, vraagdan alvorens te gaan rijden een Yamahadealer het systeem te controleren.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 21

Page 24: HANDLEIDING - Yamaha Motor

3-12

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Terwijl de motor uit staat:1. Klap de zijstandaard omlaag.2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “#” staat.3. Draai de contactsleutel naar “ON”.4. Zet de versnelling in z’n vrij.5. Druk op de startschakelaar.Start de motor?

Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.Rijd niet met de motorfiets totdat deze is gecontroleerd door een Yamaha dealer.

Terwijl de motor nog loopt:6. Klap de zijstandaard omhoog.7. Trek de koppelingshendel in.8. Schakel naar de eerste versnelling.9. Klap de zijstandaard omlaag.Slaat de motor af?

Nadat de motor is afgeslagen:10. Klap de zijstandaard omhoog.11. Trek de koppelingshendel in.12. Druk op de startschakelaar.Start de motor?

Er kan iets mis zijn met de zijstandaardschakelaar.Rijd niet met de motorfiets totdat deze is gecontroleerd door een Yamaha dealer.

Er kan iets mis zijn met de koppelingsschakelaar.Rijd niet met de motorfiets totdat deze is gecontroleerd door een Yamaha dealer.

OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motoral is opgewarmd.

JA NEE

Alles is in orde. U kunt met de motorfiets gaan rijden.

JA NEE

JA NEE

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 22

Page 25: HANDLEIDING - Yamaha Motor

4-1

DAU01114

CONTROLES VOOR HET STARTEN

1

2

3

4

5

6

7

8

9

De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bij blootstelling aan weer en wind vrij snelen onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van debandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voe-ren en bovendien de volgende punten te controleren.

DAU03328

Controlelijst voor gebruikONDERDEEL KONTROLE BLZ.

Voorrem 9 Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage. 3-4, 6-20, 6-23–6-259 Indien nodig, DOT 4 remvloeistof bijvullen.

Achterrem 9 Kontroleer op soepele werking en vrije slag. 3-5, 6-21–6-239 Indien noodzakelijk afstellen.

Koppeling 9 Kontroleer op soepele werking en vrije slag. 3-4, 6-19–6-209 Indien nodig, afstellen.

Gasgreep en behuizing 9 Kontroleer op soepele werking. 6-15, 6-289 Indien nodig, smeren.

Motorolie 9 Kontroller oliepeil. 6-9–6-129 Indien nodig, olie bijvullen.

Ketting 9 Kontroleer kettingspanning en algehele toestand. 6-25–6-279 Indien nodig, afstellen.

Wielen en banden 9 Kontoroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken. 6-16–6-199 Kontoroleer bandenspanning.

Bevestigings- en 9 Kontroleer op soepele werking. 6-28schakelpedaalas 9 Indien nodig, smeren.Werking van rem- en 9 Kontroleer op soepele werking. 6-29koppelingshendel 9 Indien nodig, smeren.

Werking van zijstandaard 9 Kontroleer op soepele werking. 6-299 Indien nodig, smeren.

Bevestigingsdelen van frame 9 Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten. —9 Indien nodig, aantrekken.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 23

Page 26: HANDLEIDING - Yamaha Motor

4-2

CONTROLES VOOR HET STARTEN

1

2

3

4

5

6

7

8

9

OPMERKING:Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinigtijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.

DWA00033

X@

Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie en eventueel eenreparatie uitvoeren voordat u de machine gebruikt.

ONDERDEEL KONTROLE BLZ.

Benzinetank 9 Kontroleer op benzinepeil. 3-5–3-69 Indien nodig, benzine tanken.

Verlichting, richtingaan-9 Kontoroleer op juiste werking. 3-2–3-3, 6-35–6-37wijzers en schakelaars

Accu 9 Kontroleer het accuvloeistofpeil. 6-31–6-349 Vul zonodig bij met gedistilleerd water.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 24

Page 27: HANDLEIDING - Yamaha Motor

5-1

DAU00372

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00373

X@

8 Zorg dat u volkomen vertrouwdbent met alle bedieningsfunctiesen hun werking voordat u gaat rij-den. Informeer bij een Yamahadealer als u de werking van eenschakelaar of functie niet volko-men begrijpt.

8 Start de motor nooit in een afge-sloten ruimte en laat deze hierinook niet lange tijd aaneen draaien.Uitlaatgassen zijn giftig en hetinademen ervan kan al binnenkorte tijd leiden tot bewusteloos-heid en dodelijk letsel. Controleeraltijd of er voldoende ventilatie is.

8 Controleer of de zijstandaard isingetrokken alvorens weg te rij-den. Als de zijstandaard nietbehoorlijk is ingetrokken kan dezede grond raken en zo de motorrij-der afleiden, waardoor de machi-ne mogelijk onbestuurbaar wordt.

DAU03515

Starten van de motorHet startspersysteem staat starten alleentoe als aan een van de volgende voor-waarden is voldaan:8 De versnellingsbak staat in de vrij-

stand.8 De versnellingsbak staat in een ver-

snelling geschakeld terwijl de koppe-lingshendel is ingetrokken en dezijstandaard is opgeklapt.

DW000054

X@

8 Controleer voor het starten van demotor de werking van het starts-persysteem en volg daarbij dewerkwijze beschreven op pagina3-12.

8 Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.

1. Draai de kraanhendel in “ON”.2. Draai de contactsleutel naar “ON” en

controleer of de noodstopschakelaarop “#” is gezet.

3. Schakel de versnellingsbak in devrijstand.

OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstandstaat, moet het vrijstandcontrolelampjebranden; zo niet, vraag dan een Yamahadealer het elektrisch circuit te testen.

1. Pijlteken op “ON”

ONFUEL

RES

OFF

1ON

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 25

Page 28: HANDLEIDING - Yamaha Motor

5-2

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

4. Zet de choke aan en draai de gas-greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-8 voor de bediening van dechoke.)

5. Start de motor door de startknop inte drukken.

OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan destartknop los, wacht een paar secondenen probeer het dan opnieuw. Om de accute sparen, dient u de startmotor nooit lan-ger dan 10 seconden achtereen te latendraaien.

6. Zet na het starten van de motor dechokehendel tot halverwege terug.

DCA00055

<>

De motor gaat het langst mee als hijsteeds eerst warmdraait alvorens wegte rijden. Trek nooit snel op terwijl demotor nog koud is!

7. Zet de choke uit zodra de motorwarm is.

OPMERKING:De motor is warm wanneer hij normaalreageert op de gasbediening terwijl dechoke uit is gezet.

DAU01258

Starten van een warme motorVolg dezelfde procedure als bij startenvan een koude motor, alleen is hetgebruik van de startcarburateur (choke)niet nodig als de motor warm is.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 26

Page 29: HANDLEIDING - Yamaha Motor

5-3

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DC000048

<>

8 Rijd niet lange tijd met afgezettemotor, ook niet met de versnel-lingsbak in de vrijstand, en sleepde motorfiets niet over langeafstanden. De versnellingsbakwordt alleen afdoende gesmeerdterwijl de motor draait. Dooronvoldoende smering kan de ver-snellingsbak worden beschadigd.

8 Gebruik altijd de koppeling om deversnellingsbak te schakelen omzo schade aan de motor, de ver-snellingsbak en de aandrijving tevoorkomen; door hun constructiezijn deze niet bestand tegen deschokken die optreden bij belastschakelen.

1

N

5432

1

DAU00423

Schakelen van versnellingenDoor de versnellingen te schakelen kuntu het beschikbare motorvermogen dose-ren bij het wegrijden, optrekken, tegeneen helling oprijden etc.De schakelstanden worden getoond in deafbeelding.

OPMERKING:Om de versnellingsbak in de vrijstand teschakelen wordt het schakelpedaal enke-le malen ingetrapt totdat het einde van deslag bereikt is, waarna het pedaal ietswordt opgetrokken.

1. SchakelpedaalN. Vrijstand

DAU02941

Aanbevolen schakelpunten(alleen voor Zwitserland)De aanbevolen schakelpunten tijdensaccelereren staan vermeld in de tabelhierna.

OPMERKING:Wanneer ineens twee versnellingen tege-lijk wordt teruggeschakeld, moet in gelijkemate snelheid worden geminderd (bij-voorbeeld minderen tot 35 km/u bij terug-schakelen van de 4e naar de 2e versnel-ling).

Aanbevolen snelheid(km/u)

1-ste → 2-de2-de → 3-de3-de → 4-de4-de → 5-de

23365060

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 27

Page 30: HANDLEIDING - Yamaha Motor

5-4

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00424

Tips voor een zuinig brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijkvan uw rijstijl. Probeer de volgende tipsom het brandstofverbruik te verlagen:8 Laat de motor goed warmdraaien.8 Zet de startcarburateur (choke) zo

snel mogelijk uit.8 Schakel snel en soepel door en ver-

mijd hoge toerentallen terwijl u acce-lereert.

8 Laat de motor niet razen terwijl uterugschakelt en voorkom dat demotor onbelast met een hoog toe-rental draait.

8 Laat de motor niet langdurig statio-nair draaien maar zet hem af (bij-voorbeeld in files, bij stoplichten ofbij spoorwegovergangen).

DAU01128

Inrijden van de motorDe periode tussen 0 en 1.600 km is debelangrijkste periode in de levensduurvan uw motor. Daarom dient u de volgen-de informatie zorgvuldig te lezen.Omdat de motor splinternieuw is dient udeze tijdens de eerste 1.600 km nietovermatig te belasten. De verschillendeonderdelen van de motor slijten en polijs-ten zichzelf totdat de juiste bedrijfsspelin-gen zijn bereikt. Vermijd tijdens dezeperiode langdurige volgasbediening enandere manoeuvres die tot oververhittingvan de motor kunnen leiden.

DAU01500

0–1.000 kmVermijd langdurige bediening met de gas-klep tot meer dan 1/3 geopend.

1.000–1.600 kmVermijd langdurige bediening met de gas-klep tot meer dan 1/2 geopend.

DC000057

<>

Nadat de eerste 1000 km zijn afgelegd,moet de motorolie worden ververst,het oliefilterpatroon of -element wor-den vervangen en de olieaanzuigzeefworden gereinigd.

1.600 km en meerDe machine kan nu verder normaal wor-den gebruikt.

DC000049

<>

Ingeval van storingen tijdens de inrij-periode van de motor dient u demachine onmiddellijk te laten nakijkendoor een Yamaha dealer.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 28

Page 31: HANDLEIDING - Yamaha Motor

5-5

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00457

ParkerenZet om te parkeren de motor af, neem desleutel uit het contactslot en draai dan debenzinekraan naar “OFF”.

DW000058

X@

8 Aangezien de motor en het uitlaat-systeem zeer heet kunnen wor-den, dient u op een plek te parke-ren waar voetgangers of kinderenniet snel in aanraking kunnenkomen met deze onderdelen.

8 Parkeer niet op hellingen of opeen zacht oppervlak. De motorzou hierop kunnen omvallen.

1. Pijlteken op “OFF”

RES

ONFUEL

OFF

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 29

Page 32: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-1

DAU00462

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00464

Veiligheid is een verplichting van de eige-naar. Door periodiek inspecties, afstellin-gen en smeerbeurten uit te laten voeren,zorgt u ervoor dat uw voertuig zo veilig enefficiÎnt mogelijk blijft. Op de volgendepaginaís wordt de belangrijkste informatiemet betrekking tot inspecties, afstellingenen smeerbeurten gegeven. De intervalperioden in het periodiekeonderhoud- en smeerschema dient uslechts als algemene richtlijn voor norma-le rijomstandigheden te beschouwen. Hetis echter mogelijk dat de INTERVALPE-RIODEN VOOR ONDERHOUD MOETENWORDEN VERKORT AFHANKELIJKVAN HET WEER, HET TERREIN, DEGEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDIVI-DUEEL GEBRUIK.

DW000060

X@

Vraag een Yamaha dealer het onder-houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.

1

DAU01175

BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset is te vindenachter paneel B. (Zie pagina 6-6 voor hetverwijderen en aanbrengen van hetpaneel.De onderhoudsinformatie in deze handlei-ding en het gereedschap in de boordge-reedschapsset zijn bedoeld om u te hel-pen bij het uitvoeren van preventiefonderhoud en kleine reparaties. Hetgebruik van extra gereedschap zoals eenmomentsleutel kan echter nodig zijn ombepaalde onderhoudswerkzaamhedencorrect uit te voeren.

1. Boordgereedschapsset

OPMERKING:Indien u niet over het gereedschapbeschikt dat voor sommige werkzaamhe-den vereist is, laat de betreffende werk-zaamheden dan door een Yamaha dealeruitvoeren.

DW000063

X@

Wijzigingen die niet door Yamaha zijngoedgekeurd kunnen leiden tot eenslechtere en onveilige werking van demachine. Raadpleeg een Yamahadealer voordat u zelf wijzingen aan-brengt.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 30

Page 33: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-2

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00473

Periodiek smeer- en onderhoudsschema

NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND ( ×1.000 km) JAARLIJKSE

CONTROLE1 6 12 18 24

1 * Brandstofleiding • Controleer de brandstofslangen op scheuren of beschadiging. √ √ √ √ √

2 Bougie• Controleer de conditie.• Reinigen en elektrodenafstand bijstellen. √ √

• Vervangen. √ √

3 * Kleppen • Klepspeling controleren.• Afstellen. √ √ √ √

4 Luchtfilter• Reinigen. √ √• Vervangen. √ √

5 * Accu • Electrolytniveau en soortelijk gewicht controleren.• Correcte ligging van ontluchtingsslang controleren. √ √ √ √ √

6 Koppeling • Werking controleren.• Afstellen. √ √ √ √ √

7 * Voorrem

• Werking en vloeistofniveau controleren, machine controleren op vloeistoflekkage. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)

√ √ √ √ √ √

• Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.

8 * Achterrem• Werking controleren en vrije slag remhendel afstellen √ √ √ √ √ √• Remschoenen vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.

9 * Remslang• Controleren op scheuren of beschadiging. √ √ √ √ √• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar

OPMERKING:8 De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-

houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.8 Herhaal de intervalperioden vanaf 30.000 km, te beginnen bij 6.000 km.8 Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal

gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 31

Page 34: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-3

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 * Wielen• Controleren op slingering, losse spaken en

beschadigingen.• Spaken zo nodig vastzetten.

√ √ √ √

11 * Banden

• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.• Zo nodig vervangen.• Bandspanning controleren.• Zo nodig corrigeren.

√ √ √ √

12 * Wiellagers • Lager controleren op losheid of schade. √ √ √ √

13 * Swingarm• Controleren op werking en overmatige speling. √ √ √ √• Smeren met lithiumvet. Elke 24.000 km

14 Aandrijfketting• Kettingspanning controleren.• Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.• Reinigen en smeren.

Elke 500 km en na rijden in de regen

15 * Balhoofdlagers• Controleren op lagerspeling en stroefheid in

stuurbeweging. √ √ √ √ √

• Smeren met lithiumvet. Elke 24.000 km

16 * Framebevestigingen • Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet. √ √ √ √ √

17 Zijstandaard • Werking controleren.• Smeren. √ √ √ √ √

18 * Zijstandaardschakelaar • Werking controleren. √ √ √ √ √ √

19 * Voorvork • Controleren op werking en olielekkage. √ √ √ √

20 *Scharnierpunten achterschokdemperunit

• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage. √ √ √ √• Smeren met lithiumvet. √ √

21 * Carburateur • Chokebediening controleren.• Stationair motortoerental afstellen. √ √ √ √ √ √

NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND ( ×1.000 km) JAARLIJKSE

CONTROLE1 6 12 18 24

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 32

Page 35: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-4

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03541

OPMERKING:8 Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.8 Hydraulisch remsysteem8 Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij. 8 Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloei-

stof worden ververst.8 De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.

22 Motorolie • Verversen. √ √ √ √ √ √

23 Oliefilterelement • Vervangen. √ √ √

24 * Olieaanzuigzeef • Reinigen. √ √ √

25 *Remlichtschakelaars voor- en achterrem • Werking controleren. √ √ √ √ √ √

26 Bewegende delen en kabels • Smeren. √ √ √ √ √

27 *Verlichting, signaleringssysteem en schakelaars

• Werking controleren.• Richthoek koplamplichtbundel afstellen. √ √ √ √ √ √

NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND ( ×1.000 km) JAARLIJKSE

CONTROLE1 6 12 18 24

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 33

Page 36: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-5

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03516

Stroomlijn- en framepanelenverwijderen en aanbrengenBij het uitvoeren van sommige onder-houdswerkzaamheden beschreven in dithoofdstuk moeten de hierboven afgebeel-de stroomlijn- en framepanelen wordenverwijderd. Neem deze paragraaf doorwanneer een stroomlijn- of framepaneelmoet worden verwijderd of aangebracht.

1. Paneel B1. Stroomlijnpaneel A2. Paneel A

1

2 1

2

1

DAU01145

Stroomlijnpaneel AVerwijderen van het stroomlijnpaneelVerwijder de schroef en trek het paneeldan los zoals getoond.

Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oor-spronkelijke positie en breng dan deschroef aan.

1. Stroomlijnpaneel A2. Schroef

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 34

Page 37: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-6

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01492

Paneel AVerwijderen van het paneelVerwijder de schroeven en trek dan hetpaneel los zoals getoond.

1. Paneel A2. Schroef (×2)

21

Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijkepositie en breng dan de schroef aan.

DAU00494

Paneel BVerwijderen van het paneelTrek het paneel los zoals getoond.

1. Paneel B

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 35

Page 38: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-7

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01833

Controleren van de bougieDe bougie is een belangrijk onderdeelvan de motor dat gemakkelijk te controle-ren is. Door hitte en aanslag eroderenbougies op de lange duur. Daarom die-nen bougies te worden verwijderd engecontroleerd volgens het periodiekeonderhoud- en smeerschema. Bovendienkan aan de conditie van de bougie deconditie van de motor worden afgelezen. 1. Bougiesleutel

Verwijderen van de bougie1. Verwijder de bougiedop.2. Verwijder de bougie zoals weerge-

geven met behulp van de bougie-sleutel uit de boordgereedschapsset.

1

Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijkepositie.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 36

Page 39: HANDLEIDING - Yamaha Motor

Controleren van de bougie1. Controleer of de porseleinen isolator

rondom de centrale elektrode van debougie een middeldonkere tot lichtekleur vertoont (de ideale kleur bijnormaal gebruik van de motorfiets).

OPMERKING:Wanneer de bougie een geheel anderekleur vertoont, is het mogelijk dat demotor defect is. Probeer dergelijke pro-blemen niet zelf vast te stellen. Laat inplaats daarvan uw motorfiets nakijkendoor een Yamaha dealer.

2. Controleer de bougie op erosie vande elektrode en op overmatige kool-stof- of andere aanslag. Vervang debougie indien nodig.

OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,wordt de bougie correct vastgezet doorhandvast te zetten en dan nog 1/4–1/2slag verder te draaien . De bougie dientechter zo snel mogelijk met het juisteaanhaalmoment te worden aangedraaid.

4. Breng de bougiedop aan.

6-8

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

a

a. Elektrodenafstand

Aanbrengen van de bougie1. Meet de elektrodenafstand met een

draadvoelmaat. Stel de afstandindien nodig af op de vastgesteldedikte.

2. Reinig het oppervlak van de bougie-pakking en het pasvlak en verwijdereventueel vuil uit de schroefdraadvan de bougie.

3. Breng de bougie aan met behulpvan de bougiesleutel en haal debougie aan met het correcte aan-haalmoment.

Voorgeschreven bougie:DR8EA (NGK)

Elektrodenafstand:0,6–0,7 mm

Aantrekkoppel:Bougie:

17,5 Nm (1,75 m·kg)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 37

Page 40: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-9

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

3. Wacht een paar minuten tot de olietot rust is gekomen en controleerdan het olieniveau via het kijkglaslinksonder in het carter.

OPMERKING:De motorolie moet tussen de merkstre-pen voor minimum- en maximumniveaustaan.

4. Als de motorolie beneden de merks-treep voor minimumniveau staat, vuldan voldoende olie, van de aanbe-volen soort, bij tot het correcteniveau.

1. Olieniveau kijkglas2. Merkstreep maximum niveau3. Merkstreep minimum niveau Om de motorolie te verversen (met of

zonder reiniging van oliefilterelement)1. Start de motor, laat een paar minu-

ten warmdraaien en zet hem dan uit.2. Zet een opvangbak onder de motor

om de gebruikte olie op te vangen.3. Verwijder de olievuldop en de aftap-

plug om de olie uit het carter te latenstromen.

1. Vuldop motorolie

123

1DAU03564

Motorolie en oliefilterelementVoor iedere rit moet het motorolieniveauworden gecontroleerd. Verder moet deolie worden ververst en het oliefilterele-ment worden gereinigd volgens de inter-valperioden vermeld in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema.

Om het motorolieniveau te controleren1. Plaats de motorfiets op een vlakke

ondergrond en houd hem verticaal.

OPMERKING:Zorg dat de motorfiets rechtop staat bijhet controleren van het motorolieniveau.Wanneer de motorfiets iets schuin staat,kan het olieniveau al foutief worden afge-lezen.

2. Start de motor, laat een paar minu-ten warmdraaien en zet hem dan uit.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 38

Page 41: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-10

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1. Aftapplug motorolie

1

DC000070

<>

Bij het verwijderen van de olieaftap-plug komt de o-ring, de veer en deoliezeef mee. Zorg dat deze onderde-len niet worden verloren.

1. Oliezeef2. Veer3. O-ring

4. Verwijder de aftapbout van het olief-ilterelement om de olie uit het carterte laten stromen.

OPMERKING:Sla de stappen 5–9 over als het oliefilter-element niet wordt gereinigd.

1. Oliefilterdeksel2. Schroef (×2)3. Aftapbout oliefilterelement

1 2 31

23

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 39

Page 42: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-11

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

12. Vul bij met de voorgeschreven hoe-veelheid van de aanbevolen motoro-lie, monteer dan de olievuldop en zetdeze vast.

9. Monteer het oliefilterdeksel door deschroeven en de aftapbout aan tebrengen en zet deze dan vast metde voorgeschreven aanhaalmomen-ten.

OPMERKING:Zorg dat de o-ringen correct aanliggen.

10. Reinig de olieaanzuigzeef in oplos-middel, controleer hem op schadeen vervang als dat nodig is.

11. Breng de olieaanzuigzeef, de veer,de o-ring en de olieaftapplug aan enzet de aftapplug vast met het voor-geschreven aanhaalmoment.

Aanhaalmoment:Aftapplug motorolie:

43 Nm (4,3 m·kg)

5. Verwijder het oliefilterelement doorde schroeven te verwijderen.

6. Verwijder het oliefilterelement en deo-ringen.

7. Controleer de o-ring op beschadi-ging en vervang als dat nodig is.

8. Reinig het oliefilterelement in oplos-middel en breng dan opnieuw aan.

OPMERKING:Controleer het oliefilterelement opbeschadiging en vervang het als datnodig is.

1. Oliefilterelement2. O-ring (×2)

1

2

2

Aanhaalmomenten:Schroef oliefilterdeksel:

7,0 Nm (0,7 m·kg)Aftapbout oliefilterelement:

10 Nm (1,0 m·kg)

Aanbevolen motorolie:Zie pagina 8-1.

Oliehoeveelheid:Zonder verwijderen van oliefilterelement:

1,0 LMet verwijderen van oliefilterelement:

1,1 LTotale hoeveelheid (droge motor):

1,3 L

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 40

Page 43: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-12

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1

2 2

DAU03562

Reinigen van het luchtfilterelement en de aftapslangHet luchtfilterelement moet worden gerei-nigd volgens de intervalperioden vermeldin het periodieke smeer- en onderhouds-schema. Reinig het luchtfilterelementvaker als u in zeer stoffige of vochtigegebieden rijdt. Verder moet de aftapslangvan het luchtfilter regelmatig wordengecontroleerd en gereinigd.

Reinigen van het luchtfilterelement1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina

6-6 voor het verwijderen en aan-brengen van het paneel.)

1. Luchtfilterdeksel2. Schroef (×4)

DC000072

<>

8 Om het slippen van de koppelingte voorkomen (de motorolie dientimmers ook voor smering van dekoppeling) mogen geen chemi-sche additieven aan de olie wor-den toegevoegd of oliën wordengebruikt met een hogere kwali-teitsaanduiding dan “CD”.Gebruik ook geen oliën met een“ENERGY CONSERVING II ” ofhogere aanduiding.

8 Zorg dat er geen verontreinigin-gen in het carter terecht komen.

13. Start de motor, laat hem een paarminuten stationair draaien en contro-leer daarbij op olielekkage. Als ersprake is van olielekkage, zet demotor dan direct af en zoek de oor-zaak.

14. Zet de motor af, controleer dan hetolieniveau en corrigeer zo nodig.

2. Verwijder het luchtfilterdeksel doorde schroeven te verwijderen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 41

Page 44: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-13

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

5. Breng olie van de aanbevolen soortaan op het hele oppervlak van hetluchtfilterelement en wring dan deovertollige olie uit.

OPMERKING:Het sponsmateriaal moet nat zijn maarmag niet druipen.

6. Trek het sponsmateriaal over de fra-mehouder van het luchtfilterelement.

7. Steek het filterelement in het luchtfil-terhuis.

3. Trek het luchtfilterelement los.4. Haal het sponsmateriaal uit de fra-

mehouder van het luchtfilterelement,reinig het in oplosmiddel en wringdan het achtergebleven oplosmiddeluit.

1. Sponsmateriaal2. Framehouder luchtfilterelement

Aanbevolen olie:Motorolie

12

DC000082

<>

8 Controleer of het luchtfilterele-ment correct in het luchtfilterhuisis geplaatst.

8 Laat de motor nooit draaien zon-der dat het luchtfilterelement aan-wezig is, dat kan leiden tot over-matige slijtage bij de zuiger(s)en/of de cilinder(s).

8. Monteer het luchtfilterdeksel door deschroeven aan te brengen.

9. Monteer het paneel.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 42

Page 45: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-14

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00629

Afstellen van de carburateurDe carburateur is een belangrijk onder-deel van de motor en vereist een uiterstfijne afstelling. Daarom dienen de meestecarburateurafstellingen aan een Yamahadealer te worden overgelaten die over debenodigde vakkundige kennis en ervaringbeschikt. De afstelling die in het volgendehoofdstuk wordt beschreven, wordt echterals een onderdeel van het routineonder-houd beschouwd en kan als zodanig doorde eigenaar worden uitgevoerd.

DC000094

<>

De carburateur is afgesteld en uitge-breid getest in de fabriek van Yamaha.Als deze afstellingen worden gewijzigdzonder dat voldoende technische ken-nis aanwezig is, kan de werking van demotor verminderen of wordt de motorbeschadigd.

DAU01168

Afstellen van het stationair toerentalHet stationair toerental moet als volgtworden gecontroleerd en eventueel afge-steld volgens de intervalperioden vermeldin het periodieke smeer- en onderhouds-schema.

OPMERKING:Een diagnosetoerenteller is nodig omdeze afstelling uit te voeren.

1. Bevestig de toerenteller aan de bou-giekabel.

2. Start de motor en laat gedurendeenkele minuten warmdraaien op1.000–2.000 tpm, terwijl het toeren-tal nu en dan wordt verhoogd tot4.000–5.000 tpm.

OPMERKING:De motor is voldoende warm als dezesnel reageert op de gasbediening.

Reinigen van de luchtfilteraftapslang1. Controleer of zich in de aftapslang

aan de onderzijde van het luchtfilter-huis water of vuil heeft verzameld.

2. Haal de slang los als er vuil of waterin zit, reinig hem grondig en brengopnieuw aan.

1. Luchtfilteraftapslang

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 43

Page 46: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-15

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

3. Controleer het stationair toerental enstel dit zo nodig volgens de specifi-catie af door de gasklepstelschroefte verdraaien. Draai de schroef rich-ting a om het stationair toerental teverhogen. Draai de schroef richtingb om het stationair toerental te ver-lagen.

OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toeren-tal niet haalbaar is volgens de hierbovenbeschreven werkwijze, vraag dan eenYamaha dealer de afstelling uit te voeren.

1. Gasklepstelschroef

1

ab

DAU00634

Afstellen van de vrije slag vande gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 3–5mm te bedragen bij de gasgreep.Controleer de vrije slag van de gaskabelregelmatig en stel deze indien nodig alsvolgt af.

OPMERKING:Het stationair toerental van de motordient correct te worden afgesteld voor hetcontroleren en afstellen van de vrije slagvan de gaskabel.

1. Stelmoer2. Borgmoerc. Vrije slag

1. Draai de borgmoer los.2. Draai de stelmoer richting a voor

meer vrije slag van de gaskabel.Draai de stelmoer richting b voorminder vrije slag van de gaskabel.

3. Draai de borgmoer aan.

1 2a

b

c

Afstellen van het stationair toerental1.300–1.500 tpm

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 44

Page 47: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-16

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00637

Afstellen van de klepspelingDe klepspeling kan in gebruik gaan afwij-ken, waardoor de lucht/brandstof-verhou-ding kan veranderen en/of het motorge-luid toeneemt. Om dit te voorkomen moetde klepspeling door een Yamaha dealerworden afgesteld volgens de intervalpe-rioden vermeld in het periodiek smering-en onderhoudsschema.

DAU03563

BandenLet ten aanzien van de voorgeschrevenbanden op het volgende voor een optima-le prestatie, levensduur en veilige werkingvan uw motorfiets.

BandspanningDe bandspanning moet voor elke rit wor-den gecontroleerd en eventueel wordenbijgesteld.

DW000082

X@

8 De bandspanning moet wordengecontroleerd en afgesteld terwijlde banden koud zijn (wanneer detemperatuur van de banden gelijkis aan de omgevingstemperatuur).

8 De bandspanning moet wordenaangepast aan de rijsnelheid enhet totale gewicht van rijder, pas-sagier, bagage en accessoires datvoor dit model is vastgesteld.

Maximale belasting* 180 kg

* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagageen accessoires

Bandenspanning(gemeten aan koude banden)

Belasting* Voor Achter

Belasting tot 80 kg150 kPa

1,50 kg/cm2

1,50 bar

150 kPa1,50 kg/cm2

1,50 bar

80 kg–Maximale belasting

150 kPa1,50 kg/cm2

1,50 bar

175 kPa1,75 kg/cm2

1,75 bar

Terreinrijden125 kPa

1,25 kg/cm2

1,25 bar

125 kPa1,25 kg/cm2

1,25 bar

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 45

Page 48: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-17

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DWA00040

X@

De aanwezigheid van bagage is vangrote invloed op het weggedrag, derem- en rij-eigenschappen en de veilig-heid van uw motor, neem dus de vol-gende voorzorgen in acht.8 DE MOTORFIETS NOOIT OVER-

BELADEN! Rijden met een over-beladen motorfiets kan leiden totbeschadiging van de banden,controleverlies of ernstig letsel.Zorg dat het totale gewicht van demotorrijder, de passagier, debagage en de gemonteerde acces-soires nooit het voorgeschrevenmaximumlaadgewicht voor demachine overschrijdt.

8 Vervoer geen los verpakte spullendie tijdens de rit kunnen gaanschuiven.

8 Bevestig de zwaarste spullen opveilige wijze dicht bij het middenvan de motorfiets en verdeel hetgewicht over beide zijden.

8 Pas de luchtdruk in de wielophan-ging en de bandspanning aan ophet te vervoeren gewicht.

8 Controleer vóór iedere rit de con-ditie en spanning van de banden.

1

a

Inspectie van bandenVoor elk rit moeten de banden wordengecontroleerd. Als de bandprofieldiepteop het midden van de band de vermeldelimiet heeft bereikt, de band spijkers ofstukjes glas bevat of wanneer de wangvan de band scheurtjes vertoont, moet deband onmiddellijk door een Yamahadealer worden vervangen.

OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte isvoor diverse landen verschillend. Neemaltijd de lokale voorschriften in acht.

1. Zijkant banda. Profieldiepte

Minimale profieldiepte(voor en achter)

1,6 mm

DW000079

X@

8 Laat sterk versleten banden dooreen Yamaha dealer vervangen.Rijden op een motor met versle-ten banden is niet alleen verbo-den, maar dit heeft ook een aver-echts effect op de rijstabiliteit,waardoor u de macht over hetstuur zou kunnen verliezen.

8 De vervanging van onderdelenvan wielen en remmen, inclusiefbanden, dient te worden overgela-ten aan een Yamaha dealer, dieover de nodige vakkundige kennisen ervaring beschikt.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 46

Page 49: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-18

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

BandeninformatieDeze motorfiets is uitgerust met tubelessbanden.

DW000078

X@

8 De banden op de voor- en achter-wielen horen van hetzelfde merken dezelfde constructie te zijn,anders is het weggedrag van demotor mogelijk niet normaal.

8 Na uitgebreide testen zijn alleende hieronder vermelde bandenvoor dit model goedgekeurd doorYamaha Motor Co., Ltd.

DAU00681

X@

8 Laat zwaar versleten banden dooreen Yamaha dealer vervangen.Naast het feit dat het rijden vaneen motor met zwaar versletenbanden verboden is, verminderthet tevens de stabiliteit, hetgeentot besturingsproblemen kan lei-den.

8 De vervanging van onderdelenvan wielen en remmen, inclusiefbanden, dient te worden overgela-ten aan een Yamaha dealer, dieover de nodige vakkundige kennisen ervaring beschikt.

8 Het is sterk af te raden een lekkebinnenband te plakken. Als hetniet anders kan moet de bandzeer zorgvuldig worden geplakten dan zo snel mogelijk wordenvervangen door een nieuwe bandvan goede kwaliteit.

DAU00685

SpaakwielenLet bij de voorgeschreven wielen op hetvolgende voor een optimale prestatie,levensduur en veilige werking van uwmotorfiets.8 Voor elke rit moeten de velgranden

worden gecontroleerd op scheurtjes,verbuiging of kromheid en de spa-ken op losheid. Laat ingeval vanschade het wiel door een Yamahadealer vervangen. Probeer het wielnooit zelf te repareren, hoe klein dereparatie ook is. Vervang een wieldat vervormd is of haarscheurtjesvertoont.

8 Na het vervangen van een wiel ofband dient het wiel te worden uitge-balanceerd. Een niet uitgebalan-ceerd wiel kan leiden tot slechteprestaties, een slechte wegliggingen een verkorte levensduur van debanden.

VOOR

Bandenmerk Bandenmaat Type

BRIDGESTONE 130/80-18 66P TW31

ACHTER

Bandenmerk Bandenmaat Type

BRIDGESTONE 180/80-14M/C 78P TW34

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 47

Page 50: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-19

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

8 Rijd niet te snel na het verwisselenvan een band. Het bandoppervlakdient namelijk eerst te worden inge-reden voordat het zijn optimaleeigenschappen verkrijgt.

3. Als de voorgeschreven vrije slag vande koppelingshendel werd gehaaldzoals hierboven beschreven, zet dande borgmoer vast en sla de rest vande afstelprocedure over; zo niet, gadan als volgt verder.

4. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel zo ver mogelijk richting aom de koppelingskabel losser testellen.

DAU03460

Vrije slag van koppelingshendelafstellenDe vrije slag van de koppelingshendelmoet 10–15 mm–bedragen, zoalsgetoond. Controleer de vrije slag van dekoppelingshendel regelmatig en stel zonodig als volgt af.

1. Draai de borgmoer bij de koppe-lingshendel los.

2. Draai voor meer vrije slag van dekoppelingshendel de stelbout rich-ting a. Draai voor minder vrije slagvan de koppelingshendel de stelboutrichting b.

1. Borgmoer2. Stelboutc. Vrije slag

c

1

2

a

b

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 48

Page 51: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-20

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00696

Afstellen van de vrije slag vande remhendelDe vrije slag van de remhendel dient 2–5mm te bedragen, zoals weergegeven.Controleer de vrije slag van de remhendelregelmatig en stel deze indien nodig alsvolgt af.

1. Draai de borgmoer bij de remhendellos.

2. Draai de stelbout richting a voormeer vrije slag van de remhendel.Draai de stelbout richting b voorminder vrije slag van de remhendel.

3. Draai de borgmoer aan.

1. Borgmoer2. Stelboutc. Vrije slag

1 2 c

a

b

5. Draai de borgmoeren bij het carterlos.

6. Draai voor meer vrije slag van dekoppelingshendel de stelbout rich-ting a. Draai voor minder vrije slagvan de koppelingshendel de stelboutrichting b.

7. Zet de borgmoeren bij de koppe-lingshendel en op het carter vast.

1. Borgmoer (×2)2. Stelbout

a

b

2 1

DW000099

X@

8 Na het afstellen van de vrije slagvan de remhendel moet de vrijeslag worden gecontroleerd omzeker te zijn dat de rem naarbehoren werkt.

8 Een zacht of sponzig gevoel in deremhendel kan wijzen op de aan-wezigheid van lucht in het hydrau-lisch systeem. Bij aanwezigheidvan lucht in het hydraulisch sys-teem dient u het systeem vóórgebruik van de motorfiets dooreen Yamaha dealer te laten ont-luchten. Lucht in het hydraulischsysteem leidt tot verminderderemprestaties hetgeen bestu-ringsproblemen en ongelukkentot gevolg kan hebben.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 49

Page 52: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-21

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

c

21

a

b

DAU00707

Afstellen van de stand en devrije slag van het rempedaal

DW000104

X@

Het is aan te raden deze afstellingen telaten uitvoeren door een Yamahadealer.

RempedaalstandDe bovenzijde van het rempedaal moetca. 15 mm onder de bovenzijde van devoetsteun staan, zoals in de afbeelding.Controleer de stand van het rempedaalregelmatig en stel zo nodig als volgt af.

1. Borgmoer2. Stelboutc. Rempedaalstandpositie

1. Draai de borgmoer bij het rempedaallos.

2. Draai de stelbout richting a vooreen hogere rempedaalstand. Draaide stelbout richting b voor een lage-re rempedaalstand.

3. Draai de borgmoer aan.DW000105

X@

Eerst moet de rempedaalhoogte wor-den afgesteld en daarna de vrije slag.

a

Vrije slag van rempedaalDe vrije slag van het rempedaal dient20–30 mm te bedragen, zoals weergege-ven. Controleer de vrije slag van het rem-pedaal regelmatig en stel zo nodig alsvolgt af.

a. Vrij slag van rempedaal

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 50

Page 53: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-22

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Draai de stelmoer bij de rempedaalstangrichting a voor meer vrije slag van hetrempedaal. Draai de stelmoer richting bvoor minder vrije slag van het rempedaal.

1

2a

b

DAU00713

Afstellen van de remlichtschakelaar achterremDe remlichtschakelaar, die wordt geacti-veerd door het rempedaal, is correctafgesteld wanneer het remlicht gaat bran-den vlak voordat de remwerking intreedt.Stel zo nodig de remlichtschakelaar alsvolgt af.Draai de stelmoer terwijl de remlichtscha-kelaar op zijn plaats wordt gehouden.Draai de stelmoer richting a om het rem-licht eerder te laten branden. Draai destelmoer richting b om het remlicht laterte laten branden.

1. Remlichtschakelaar2. Stelmoer

b

a 1

1. Stelmoer vrij slag rempedaal

DW000106

X@

8 Controleer altijd de vrije slag vanhet rempedaal na het spannenvan de ketting of na het verwijde-ren en monteren van het achter-wiel.

8 Vraag een Yamaha dealer deafstelling te doen als de juisteafstelling niet haalbaar is volgensde beschreven werkwijze.

8 Controleer de werking van hetremlicht na het afstellen van devrije rempedaalslag.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 51

Page 54: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-23

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01119

VoorremblokkenElk voorremblok heeft slijtage-indicator-groeven, zodat de remblokslijtage kanworden gecontroleerd zonder de rem tehoeven demonteren. Let op de slijtage-indicatorgroeven om de remblokslijtage tecontroleren. Wanneer een remblok zoveris afgesleten dat de slijtage-indicatorgroe-ven vrijwel zijn verdwenen, vraag dan eenYamaha dealer de remblokken als set tevervangen.

1. Slijtage-indicatiegroef (×3)

DAU00727

Remschoenen achterremDe achterrem heeft een slijtage-indicatorzodat de remschoenslijtage kan wordengecontroleerd zonder de rem te hoevendemonteren. Bekrachtig de rem en let opde stand van de slijtage-indicator om deremschoenslijtage te controleren.Wanneer een remschoen zover is afge-sleten dat de slijtage-indicator bij de slijta-gelimiet komt, vraag dan een Yamahadealer de remblokken als set te vervan-gen.

1. Slijtagegrens komt2. Slijtage-indikator

1

VOOR

2

1ACHTERDAU00720

Controleren van devoorrem-blokken en de achterremschoenenDe remblokken van de voorremmen ende remschoenen van de achterremmendienen op de aangegeven tijdstippen inhet periodieke onderhoud- en smeersche-ma te worden gecontroleerd op slijtage.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 52

Page 55: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-24

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03196

Controleren van remvloeistofniveauBij een tekort aan remvloeistof kan luchthet remsysteem binnendringen, waarnade remwerking mogelijk minder effectiefis.Controleer alvorens te gaan rijden of deremvloeistof boven de merkstreep voorminimumniveau staat en vul zo nodig bij.Een laag remvloeistofniveau wijst moge-lijk op verregaande remblokslijtage en/oflekkage in het remsysteem. Als het rem-vloeistofniveau laag is, controleer dan deremblokken op slijtage en het remsys-teem op lekkage.

1. Merkstreep minimum niveau

1

Neem de volgende voorzorgsmaatrege-len:8 Bij het controleren van het remvloei-

stofniveau moet het bovenvlak vande hoofdremcilinder of het remvloei-stofreservoir horizontaal staan.

8 Gebruik uitsluitend de voorgeschre-ven kwaliteit remvloeistof, anderskunnen de rubber afdichtingen ver-slechteren en zo lekkage en slechteremwerking teweegbrengen.

8 Vul bij met hetzelfde type remvloei-stof. Bij vermengen van verschillen-de typen remvloeistof kunnenschadelijke chemische reactiesoptreden en kan de remwerking ver-slechteren.

8 Pas op en zorg dat tijdens bijvullengeen water de hoofdremcilinder kanbinnendringen. Water zal het kook-punt van de remvloeistof aanzienlijkverlagen zodat dampbelvorming kanoptreden.

8 Remvloeistof kan gelakte of kunst-stof onderdelen aantasten. Veeggemorste remvloeistof steeds directaf.

8 Naarmate de remblokken afslijten,zal het remvloeistofniveau geleidelijkverder dalen. Vraag echter wel eenYamaha dealer om een inspectie alshet remvloeistofniveau plotselingsterk is gedaald.

Aanbevolen remvloeistof:DOT 4

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 53

Page 56: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-25

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU00744

Doorbuiging aandrijfkettingDe doorbuiging van de aandrijfkettingmoet voorafgaand aan elke rit wordengecontroleerd en eventueel worden bijge-steld.

Spanning van aandrijfketting controleren

1. Plaats de motorfiets op een horizon-tale ondergrond en houd hem verti-caal.

OPMERKING:Om de kettingdoorbuiging te controlerenen bij te stellen, moet de motorfiets recht-op worden gehouden en mag deze geengewicht dragen.

a. Doorbuiging aandrijfketting

2. Schakel de versnellingsbak in devrijstand.

3. Draai het achterwiel door de motor-fiets te duwen en vind zo het strak-ste gedeelte in de aandrijfketting;meet nu de doorbuiging van de ket-ting zoals afgebeeld.

4. Stel de doorbuiging van de kettingals volgt bij als deze niet correct is.

a

Doorbuiging aandrijfketting:35–60 mm

DAU03238

Verversen van de remvloeistofLaat de remvloeistof op de aangegeventijdstippen in het periodieke onderhoud-en smeerschema door een Yamahadealer verversen. Laat bovendien de olie-afdichtingen van de hoofdremcilinder, deremklauw en de remslang vervangen vol-gens de intervalperioden of wanneer zelekken of zijn beschadigd.8 Olie-afdichtingen: Vervang elke twee

jaar.8 Remslang: Vervang elke vier jaar.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 54

Page 57: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-26

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03526

Doorbuiging aandrijfketting bijstellen1. Draai de stelmoer voor de vrije rem-

pedaalslag los en draai de wielas-moer los.

2. Draai om de aandrijfketting strakkerte stellen de stelplaat aan beide uit-einden van de swingarm richting a.Draai om de aandrijfketting losser testellen de stelplaat aan beide uitein-den van de swingarm richting b endruk vervolgens het achterwiel naarvoren.

OPMERKING:Controleer of beide stelplaten dezelfdestand hebben zodat de wieluitlijning cor-rect is.

1. Wielasmoer2. Ketting-stelplaatje3. Stelmoer vrij slag rempedaal

2

1

a

b

3DC000096

<>

Een slecht gespannen aandrijfkettingoverbelast de motor en andere vitaledelen van de motorfiets, waardoor deketting kan slippen of breken. Om ditte voorkomen moet de spanning vande aandrijfketting binnen het voorge-schreven bereik blijven.

3. Draai de stelmoer voor de vrije rem-pedaalslag vast en draai dan dewielasmoer vast met het voorge-schreven aanhaalmoment.

4. Stel de vrije slag van het rempedaalaf. (Zie pagina 6-21 voor afstelpro-cedures voor de vrije slag van hetrempedaal.)

DW000103

X@

Controleer de werking van het remlichtna het afstellen van de vrije rempe-daalslag.

DAU01106

Smeren van de aandrijfkettingDe aandrijfketting moet worden gereinigden gesmeerd volgens de intervalperiodenzoals voorgeschreven in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema, anderszal de ketting snel slijten, met name invochtige of stoffige gebieden. Onderhoudde ketting als volgt.

DC000097

<>

De aandrijfketting moet wordengesmeerd nadat de motorfiets isgewassen of ermee in de regen isgereden.

1. Verwijder alle vuil en modder van deaandrijfketting met een borstel ofeen doek.

2. Spuit aan beide zijden en over hetmidden van de ketting een kettings-meermiddel en controleer of alleschakels en rollers voldoende zijngeolied.

OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer de aandrijfket-ting los te halen om deze grondig te reini-gen in oplosmiddel.

Aanhaalmoment:Wielasmoer:

90 Nm (9,0 m·kg)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 55

Page 58: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-27

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU02962

Controleren en smeren van dekabelsDe werking van alle bedieningskabelsevenals de toestand van de kabels die-nen vóór iedere rit te worden gecontro-leerd. De kabels en de uiteinden van dekabels dienen indien nodig te wordengesmeerd. Vraag een Yamaha dealereen kabel te controleren of te vervangenwanneer deze is beschadigd of niet soe-pel beweegt.

DW000112

X@

Beschadiging van de buitenkabel kanleiden tot een verslechterde bedieningvan de kabels en het roesten van debinnenkabel. Vervang een beschadig-de kabel zo snel mogelijk om onveiligecondities te voorkomen.

Aanbevolen smeermiddel:Motorolie

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 56

Page 59: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-28

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03209

Controleren en smeren vangasgreep en gaskabelDe werking van de gasgreep en de condi-tie van de gaskabel moet voorafgaandaan elke rit worden gecontroleerd, en dekabel moet zo nodig worden gesmeerd ofvervangen.

OPMERKING:Omdat de gasgreep moet worden verwij-derd om het uiteinde van de gaskabel tesmeren, horen de gasgreep en de gaska-bel steeds tegelijkertijd te wordengesmeerd.

1. Verwijder de gasgreep door deschroeven te verwijderen.

2. Maak de gaskabel los, houd dezeomhoog en breng dan enkele drup-pels olie aan op het kabeluiteinde,zodanig dat de olie in de buitenkabelkan druipen.

3. Sluit de gaskabel aan en vet dan hetgaskabelhuis in aan de binnenzijde.

DAU03370

Controleren en smeren vanrem- en schakelpedalenDe werking van het rem- en het schakel-pedaal moet voorafgaand aan elke ritworden gecontroleerd en de pedaalschar-nierpunten moeten zo nodig wordengesmeerd.

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet (universeel vet)

4. Vet de metaal-op-metaal contact-vlakken van de gasgreep in en mon-teer dan de gasgreep door deschroeven aan te brengen.

Aanbevolen smeermiddel:Gaskabel:

MotorolieGaskabelhuis en gasgreep:

Lithiumvet (universeel vet)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 57

Page 60: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-29

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03166

Smeren van de achterwielophangingDe scharnierpunten in de achterwielop-hanging moeten worden gesmeerd vol-gens de intervalperioden voorgeschrevenin het periodieke smeer- en onderhouds-schema.

1. Vetnippel (×2)

1

DAU03165

Controleren en smeren vanzijstandaardDe werking van de zijstandaard moetvoorafgaand aan elke rit worden gecon-troleerd en het scharnierpunt en demetaal-op-metaal contactvlakken moetenzo nodig worden gesmeerd.

DW000113

X@

Als de zijstandaard niet soepelomhoog en omlaag beweegt, vraagdan een Yamaha dealer deze te contro-leren of te repareren.

DAU03164

Controleren en smeren vanrem- en koppelingshendelsDe werking van de rem- en de koppe-lingshendel moet voorafgaand aan elke ritworden gecontroleerd en de hendelschar-nierpunten moeten zo nodig wordengesmeerd.

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet (universeel vet)

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet (universeel vet)

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet (universeel vet)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 58

Page 61: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-30

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU02939

Controleren van de voorvorkDe conditie en de werking van de voor-vork dienen als volgt te worden gecontro-leerd op de aangegeven tijdstippen in hetperiodieke onderhoud- en smeerschema.

Controleren van de conditieDW000115

X@

Ondersteun de motorfiets op veiligewijze zodat de motor niet kan omval-len.

Controleer de binnenste buizen op kras-sen, beschadigingen en overmatige olie-lekkage.

Controleren van de werking1. Plaats de motorfiets op een horizon-

tale ondergrond en houd hem verti-caal.

2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naarbeneden om te controleren of devoorvork soepel in- en uitveert.

DC000098

<>

Indien u beschadigingen aantreft ofwanneer de voorvork niet soepel func-tioneert, dient u deze door eenYamaha dealer te laten nakijken ofrepareren.

DAU00794

Controle van stuursysteemLosse of versleten balhoofdlagers kunnengevaarlijk zijn. De werking van het stuurmoet als volgt worden gecontroleerd vol-gens de intervalperioden voorgeschrevenin het periodieke smeer- en onderhouds-schema.

1. Plaats een standaard onder demotor zodat het voorwiel los is vande grond.

DW000115

X@

Ondersteun de motorfiets op veiligewijze zodat de motor niet kan omval-len.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 59

Page 62: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-31

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03503

AccuEen slecht onderhouden accu zal gaancorroderen en verliest zijn lading snel.Het elektrolytniveau, de aansluitpolenvoor de accukabels en de ligging van deontluchtingsslang moeten worden gecon-troleerd op slijtage volgens de intervalpe-rioden voorgeschreven in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema.

DAU01114

Controles voor het startenDe eigenaar is verantwoordelijk voor deconditie van de machine. Vitale onderde-len kunnen bij blootstelling aan weer enwind vrij snel en onverwachts achteruit-gaan, ook als de machine niet wordtgebruikt. Eventuele schade, vloeistoflek-kage of het wegvallen van de bandspan-ning kan ernstige gevolgen hebben. Hetis daarom van belang om voorafgaandaan elke rit een visuele inspectie uit tevoeren en bovendien de volgende puntente controleren.

2. Houd de voorvorkpoten beet bij hetondereinde en probeer ze naarvoren en achteren te bewegen. Alsspeling kan worden gevoeld, vraagdan een Yamaha dealer het stuur-systeem te testen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 60

Page 63: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-32

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

4

1

2

35

1. Accu2. Negatieve accukabel (Zwart)3. Positieve accukabel (Rood)4. Accu-ontluchtingsslang5. AccuriemOm het elektrolytniveau te controleren

1. Verwijder het motorrijderzadel. (Ziepagina 3-9 voor instructies over ver-wijderen en aanbrengen van het rij-derzadel.)

2. Maak de negatieve accukabel (–) losvan de accu.

3. Maak de positieve accukabel (+) losen haal de ontluchtingsslang los vande accu.

4. Haak de accuriem los en trek dan deaccu uit de accuhouder.

1

2

5. Plaats de accu op een vlakke onder-grond en controleer dan het elektro-lytniveau in de accu.

OPMERKING:Het elektrolytniveau moet tussen demerkstrepen voor minimum- en maxi-mumniveau staan.

6. Als de elektrolyt bij of beneden demerkstreep voor minimumniveaustaat, vul dan gedistilleerd water bijtot de merkstreep voor maximumni-veau.

1. Merkstreep maximum niveau2. Merkstreep minimum niveau

DW000116

X@

8 Elektrolyt is giftig en gevaarlijkdoordat dit zwavelzuur bevat, eenstof die ernstige brandwondenveroorzaakt. Vermijd contact metde huid, ogen of kleding enbescherm uw ogen altijd bij werk-zaamheden nabij accu’s. Voer alsvolgt EERSTE HULP uit als erlichamelijk contact is geweest metelektrolyt.8 UITWENDIG: Spoel met rijkelijk

veel water.8 INWENDIG: Drink grote hoe-

veelheden water of melk enroep direct de hulp in van eenarts.

8 OGEN: Spoel gedurende 15minuten met water en roepdirect medische hulp in.

8 Accu’s produceren het explosievewaterstofgas. Houd daarom von-ken, open vuur, sigaretten e.d. uitde buurt van de accu en zorg voorvoldoende ventilatie bij acculadenin een afgesloten ruimte.

8 HOUD DEZE EN ALLE ACCU’SBUITEN BEREIK VAN KINDEREN.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 61

Page 64: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-33

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als de motorfiets

een maand lang niet wordt gebruikt,laad volledig bij en zet hem dan wegop een koele en droge plek.

2. Als de accu langer dan twee maan-den wordt opgeborgen, moet hetsoortelijk gewicht van de elektrolytminstens eens per maand wordengecontroleerd; laad de accu dansteeds volledig bij als dat nodig is.

3. Laad de accu volledig bij alvorens teinstalleren.

4. Controleer na installatie of de accu-kabels correct zijn aangesloten opde accupolen en kijk of de ontluch-tingsslang de juiste ligging heeft, ingoede conditie verkeert en niet ver-stopt of afgekneld is.

1. Accu2. Accu-ontluchtingsslang

1

2

9. Sluit de positieve accukabel aan opde positieve accupool (+) en zet deaansluiting vast.

10. Sluit de negatieve accukabel aan opde negatieve accupool (-) en zet deaansluiting vast.

11. Breng het zadel aan.

1. Accu-ontluchtingsslang

1

DC000100

<>

Gebruik uitsluitend gedistilleerd water,leidingwater bevat minerale stoffen dieschade kunnen toebrengen aan deaccu.

7. Plaats de accu in de accuhouder enhaak dan de accuriem vast aan debevestiging.

8. Sluit de ontluchtingsslang aan op deaccu en let op of de ligging goed is.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 62

Page 65: HANDLEIDING - Yamaha Motor

DAU01307

Zekering vervangenDe hoofdzekeringhouder bevindt zichachter paneel B. (Zie pagina 6-6 voor hetverwijderen en aanbrengen van hetpaneel.Vervang de zekering als volgt als deze isdoorgebrand.

1. Draai de sleutel naar “OFF” en scha-kel alle elektrische circuits uit.

2. Verwijder de doorgebrande zekeringen breng een nieuwe zekering aanmet de aangegeven stroomsterkte.

6-34

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DC000103

<>

Gerbuik geen zekering met een sterke-re stroomsterkte dan aanbevolen omomvangrijke schade aan het elektrischsysteem en de kans op brand te voor-komen.

3. Draai de sleutel in “ON” en schakelalle elektrische circuits uit om te zienof de apparatuur werkt.

4. Als de zekering direct opnieuw door-brandt, vraag dan een Yamahadealer het elektrisch systeem te tes-ten.

Voorgeschreven zekering: 20 A

1. Zekering2. Reserve-Zekering

1

2

DC000099

<>

Als de ontluchtingsslang zodanig ligtdat het frame wordt blootgesteld aanelektrolyt of aan accugassen, kan hetframe structureel of aan de oppervlak-te worden beschadigd.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 63

Page 66: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-35

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

4. Verwijder de gloeilamphouder doordeze linksom te draaien en neemdan de defecte gloeilamp los.

DW000119

X@

De gloeilampen van koplampen wor-den zeer heet. Houd daarom brandbareproducten uit de buurt van een kop-lampgloeilamp en raak het lampglasniet aan zolang dit niet is afgekoeld.

5. Breng een nieuwe gloeilamp op zijnplaats en zet deze dan vast met degloeilamphouder.

1. Gloeilamphouder

1

3. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de kap over de koplamp-gloeilamp.

1. Koplampstekker2. Kap over de koplampgloeilamp

1

2

DAU01158

De koplampgloeilamp vervangenVervang de koplampgloeilamp als volgtals deze is doorgebrand.

1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.(Zie pagina 6-5 voor de werkwijze bijverwijderen en aanbrengen van hetstroomlijnpaneel.)

2. Verwijder de koplampunit door debouten los te halen.

1. Bout (×2)

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/30/00 10:21 PM Page 64

Page 67: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-36

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

6. Breng de gloeilampkap aan en sluitdan de stekker aan.

7. Monteer de koplampunit door debouten aan te brengen.

8. Breng het stroomlijnpaneel aan.9. Vraag zo nodig een Yamaha dealer

de koplamplichtbundel af te stellen.

DAU03497

Gloeilamp in richtingaanwijzervervangen

1. Verwijder de lamplens van de rich-tingaanwijzer door de schroeven loste halen.

2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom tedraaien.

3. Breng een nieuwe gloeilamp aan inde fitting, druk de lamp aan en draairechtsom tot hij stuit.

4. Monteer de lamplens door deschroef aan te brengen.

1. Schroef2. Lamplens3. Gloeilamp

1

23

DCA00065

<>

Zet de schroef niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/30/00 10:21 PM Page 65

Page 68: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-37

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01579

Ondersteuning van de motorfietsDit model is niet voorzien van een mid-denbok, neem daarom de volgende voor-zorgsmaatregelen in acht bij het verwijde-ren van het voor- en achterwiel of bij hetuitvoeren van ander onderhoud waarbijde motorfiets rechtop moet staan.Controleer of de motorfiets stabiel enhorizontaal staat alvorens onderhoud teverrichten. Onder het motorblok kan eenstevige houten kist gezet worden voorextra stabiliteit.

Onderhoud aan het voorwiel1. Stabiliseer de achterzijde van de

motorfiets met een motorstandaardof, als geen andere standaard voor-handen is, door een krik te plaatsenonder het frame aan de voorzijdevan het achterwiel.

2. Breng het voorwiel los van de grondmet gebruik van een motorfietsstan-daard.

2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom tedraaien.

3. Breng een nieuwe gloeilamp aan inde fitting, druk de lamp aan en draairechtsom tot hij stuit.

4. Breng de lamplens aan door deschroeven te verwijderen.

DC000108

<>

Voorkom te ver aandraaien van deschroeven zodat de lens niet breekt.

1. Gloeilamp

1

DAU01623

Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen

1. Verwijder de lamplens van het rem-licht/achterlicht door de schroevenlos te draaien.

1. Schroef (×2)

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 66

Page 69: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-38

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Onderhoud aan het achterwielBreng het achterwiel los van de grondmet een motorfietsstandaard of, als dezeniet voorhanden is, door een krik te plaat-sen onder beide zijden van het frame aande voorzijde van het achterwiel, of onderbeide uiteinden van de swingarm.

1

2

DAU03517

Voorwiel

Verwijderen van het voorwielDW000122

X@

8 Het is aan te bevelen om onder-houd aan het wiel uit te laten voe-ren door een Yamaha dealer.

8 Zorg dat de motorfiets veiligwordt ondersteund, zodat er geenrisico is op omvallen.

1. Maak de snelheidsmeterkabel losvan het voorwiel.

2. Draai de wielasmoer los.

1. Snelheidsmeterkabel2. Wielasmoer

3. Licht het voorwiel van de grond vol-gens de werkwijze op pagina 6-37.

4. Verwijder de wielasmoer, trek dewielas uit en verwijder dan het wiel.

DCA00048

<>

Bekrachtig de rem niet terwijl het wielsamen met de remschijf is verwijderd,anders worden de remblokken tegenelkaar vastgeklemd.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 67

Page 70: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-39

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03519

Achterwiel

Verwijderen van het achterwielDW000122

X@

8 Het is aan te bevelen om onder-houd aan het wiel uit te laten voe-ren door een Yamaha dealer.

8 Zorg dat de motorfiets veiligwordt ondersteund, zodat er geenrisico is op omvallen.

1. Draai de wielasmoer los.

1. Wielasmoer2. Kettening-stelplaatje3. Stelmoer vrijslag rempedaal4. Rempedaalstang

2

1a

3 4

DAU03518

Aanbrengen van het voorwiel1. Monteer de wielnaaf en het de tand-

wieloverbrenging voor de snelheids-meter zodanig aan elkaar dat denokjes in de sleuven vallen.

2. Breng het wiel omhoog tussen devorkpoten.

OPMERKING:Controleer of er voldoende afstandbestaat tussen de remblokken alvorensde remschijf ertussen te schuiven; desleuf in de tandwieloverbrenging voor desnelheidsmeter moet over de aanslag opde vorkpoot vallen.

3. Steek de wielas in en breng dan dewielasmoer aan.

4. Laat het voorwiel zakken zodat ditop de grond rust.

5. Draai de wielasmoer vast met hetvoorgeschreven aanhaalmoment.

6. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.

Aanhaalmoment:Wielasmoer:

90 Nm (9,0 m·kg)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 68

Page 71: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-40

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

2. Verwijder de stelmoer waarmee devrije slag van het rempedaal wordtafgesteld en haal dan de rempedaal-stang los van de remnokhefboom.

3. Draai de stelplaat voor de aandrijf-ketting aan beide zijden van deswingarm helemaal richting a.

4. Licht het achterwiel van de grondvolgens de werkwijze op pagina 6-37.

5. Verwijder de wielasmoer en trek dande voorwielas los.

6. Druk het wiel naar voren en haal dande aandrijfketting van het achter-tandwiel.

OPMERKING:De aandrijfketting hoeft niet te wordengedemonteerd om het achterwiel te ver-wijderen en aan te brengen.

7. Verwijder het wiel.

DAU03520

Aanbrengen van het achterwiel1. Steek de wielas in vanaf de linkerzij-

de.

OPMERKING:Controleer of de stelplaten voor de aan-drijfketting met de inslagmerkzijde aan debuitenkant gemonteerd zijn en of de sleufin de remankerplaat over de aanslag opde swingarm valt.

2. Breng de aandrijfketting aan overhet achtertandwiel en stel dan deaandrijfketting strak. (Zie pagina 6-26 voor de werkwijze bij spannenvan de aandrijfketting.)

3. Breng de wielasmoer aan en laat hetachterwiel dan zakken zodat dit opde grond rust.

4. Draai de wielasmoer vast met hetvoorgeschreven aanhaalmoment.

5. Monteer de rempedaalstang aan deremnokhefboom en breng dan destelmoer voor vrije rempedaalslagaan op de rempedaalstang.

6. Stel de vrije slag van het rempedaalaf. (Zie pagina 6-21 voor afstelpro-cedures voor de vrije slag van hetrempedaal.)

DW000103

X@

Controleer de werking van het remlichtna het afstellen van de vrije rempe-daalslag.

Aanhaalmoment:Wielasmoer:

90 Nm (9,0 m·kg)

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 69

Page 72: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-41

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU01008

StoringzoekenYamaha motorfietsen ondergaan eengrondige inspectie voordat ze vanaf defabriek op transport gaan, maar tijdensgebruik kunnen toch storingen optreden.Problemen in de brandstof-, compressie-of ontstekingssystemen kunnen bijvoor-beeld de oorzaak zijn van slecht startenof een afname in motorvermogen.In het volgende storingzoekschema iseen snelle en gemakkelijke werkwijzeweergegeven om deze vitale systemenzelf te kunnen controleren. Ga met uwmotorfiets echter wel naar een Yamahadealer als reparaties nodig zijn, hier zijnvakkundige monteurs aanwezig diebeschikken over het benodigde gereed-schap en de ervaring en vakkennis omhet nodige onderhoud aan de machinecorrect te verrichten.Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-vangingsonderdelen. Niet-origineleonderdelen lijken misschien op Yamahaonderdelen maar zijn toch vaak van min-dere kwaliteit en hebben een korterelevensduur, zodat dan later mogelijk tochdure reparaties nodig zijn.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 70

Page 73: HANDLEIDING - Yamaha Motor

6-42

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU03009

Lijst voor het opsporen van storingenDW000125

X@

Uit de buurt blijven van open vuur en niet roken bij het controleren of repareren van het brandstofsys-teem.

2. Kompressie

3. Outsteking

4. Accu

1. BrandstofKontroleer of er ben-zine in de tank zit.

Er is benzine.

Er is een beetje benzine.

Vervolg met het kontroleren van de kompressie.

Vul benzine bij. Motor start niet: vervolg met compressiecontrole.

Laat de motor rond-draaien met de start-motor.

Er is kompressie.

Er is geen kompressie.

Vervolg met het kontroleren van de ontsteking.

Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.

Verwijder de bougies en Kontroleer de elektroden-afstand.

Nat.

Droog.

Veeg de bougies schoon met een droge doek en stel de elektrodenafstand bij of vervang de bougie.

Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.

Open de gasklep halverwegeen start de motor.

Start de motor niet, Kontrol-eer dan de accu.

Laat de motor rond-draaien met de start-motor.

De motor draair snelrond.

De motor draait lang-zaam rond.

De accu is in orde.Motor start niet:verzoek een Yamahadealer om inspectie.Kontroleer het electrolietpeil, laad de

accu op en kontroleer de aansluitingen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 71

Page 74: HANDLEIDING - Yamaha Motor

7-1

DAU03521

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

VerzorgingDe open constructie van een motorfietsmaakt de fraaie techniek beter zichtbaar,maar de machine is hierdoor ook meerkwetsbaar. Er kan sprake zijn van roest-vorming en corrosie, ook al zijn hoog-waardige componenten gebruikt. Eenroestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zoop, bij een motorfiets is dit echter nadeligvoor de algehele aanblik. Regelmatige encorrecte verzorging is niet alleen vereistvolgens de garantiebepalingen, maar ver-zekert ook een fraai uiterlijk van demachine, verlengt de levensduur en ver-betert de prestaties.

Alvorens te reinigen1. Dek de uitlaatdemper af met een

plastic zak nadat de motor is afge-koeld.

2. Controleer of alle doppen en afdek-pluggen, ook de bougiedoppen, enalle elektrische stekkers en aanslui-tingen stevig zijn bevestigd.

3. Verwijder hardnekkige vervuiling,zoals verbrande olie op het carter,met een ontvetter en een borstel,maar gebruik dergelijke productennooit op afdichtingen, pakkingen,tandwielen, de aandrijfketting en dewielassen. Spoel vuil en ontvetteraltijd af met water.

ReinigenDCA00010

<>

8 Vermijd het gebruik van sterke enbijtende wielreinigingsmiddelen,vooral bij spaakwielen. Als derge-lijke producten toch wordengebruikt om hardnekkig vuil los temaken, laat het reinigingsmiddeldan niet langer inwerken dan isvermeld in de gebruiksinstructies.Spoel ook de directe omgevingschoon met water, laat directdrogen en breng daarna een cor-rosiewerende spray aan.

8 Bij verkeerd reinigen kunnen dekuipruit, de kuip, framepanelen enandere kunststof delen wordenbeschadigd. Gebruik alleen eenzachte, schone doek of een sponsmet zachte zeep en water omkunststof delen te reinigen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 72

Page 75: HANDLEIDING - Yamaha Motor

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

7-2

8 Gebruik geen bijtende chemischereinigingsmiddelen op kunststofdelen. Vermijd het gebruik vandoeken of sponzen die in contactzijn geweest met bijtende of schu-rende reinigingsmiddelen, oplos-middelen of thinner, brandstof(benzine), roestverwijderingsmid-delen of corrosieremmers, rem-vloeistof, antivries of elektrolyt.

8 Gebruik geen hogedrukreinigersof stoomreinigers, omdat dan opde volgende plaatsen water kandoordringen en zo schade kanontstaan: afdichtingen (van wiel-en swingarmlagers, voorvork enremmen), elektrische componen-ten (kabelstekkers, messtekkers,instrumenten, schakelaars en ver-lichting), beluchtings- en ontluch-tingsslangen.

8 Bij motorfietsen met een kuipruit:gebruik geen bijtende reinigings-middelen of harde sponzen, dezeveroorzaken dofheid en latenkrasjes achter. Sommige reini-gingsmiddelen voor kunststoflaten eveneens krasjes achter opde kuipruit. Test het product opeen klein, niet-zichtbaar gedeeltevan de kuipruit om zeker te zijndat geen sporen achterblijven opde kuipruit. Als de kuipruit krasjesvertoont, breng dan na wasseneen hoogwaardige polish voorgebruik op kunststof aan.

Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachtezeep en een zachte, schone spons enspoel dan grondig met schoon water.Gebruik een tandenborstel op moeilijkbereikbare plekken. Hardnekkig vastzit-tend vuil en insectenresten laten gemak-kelijker los als de bewuste plek alvorenste reinigen een paar minuten met eenvochtige doek wordt bedekt.

Na rijden in regen, aan de kust of opbepekelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen’s winters worden bestrooid hebben incombinatie met water een zeer corrosievewerking; handel daarom als volgt na eenrit in een regenbui, nabij de kust of opbepekelde wegen.

OPMERKING:’s Winters gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.

1. Reinig de motorfiets met koud wateren zachte zeep nadat de machine isafgekoeld.

DCA00012

<>

Gebruik geen heet water, dit versterktde corrosieve werking van het zout.

2. Breng met een spuitbus een corro-siewerend middel aan op alle meta-len delen, ook op verchroomde envernikkelde componenten, om zocorrosie te voorkomen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 73

Page 76: HANDLEIDING - Yamaha Motor

7-3

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Na reinigen1. Droog de motorfiets met een zeem-

leren lap of een vochtabsorberendedoek.

2. Laat de aandrijfketting direct drogenen smeer hem om roestvorming tevoorkomen.

3. Gebruik een chroompolish om ver-chroomde, aluminium en roestvrij-stalen delen te doen glanzen, ookhet uitlaatsysteem. (Zelfs thermischeverkleuringen op roestvrijstalen uit-laatsystemen kunnen door oppoet-sen worden verwijderd.)

4. Het is aan te bevelen om met eenspuitbus een corrosiewerend middelaan te brengen op alle metalendelen, ook op verchroomde en ver-nikkelde componenten, om zo corro-sie te voorkomen.

5. Gebruik een reinigingsspray als uni-verseel schoonmaakmiddel omeventueel nog achtergebleven vuil teverwijderen.

6. Werk kleine lakbeschadigingen bijveroorzaakt door steenslag e.d.

7. Zet alle gelakte oppervlakken in dewas.

8. Laat de motorfiets volledig drogenalvorens te stallen of af te dekken.

DWA00001

X@

8 Controleer of er geen olie of wasaanwezig is op de wielen of deremmen. Reinig de remschijvenen remvoeringen zo nodig meteen normale remschijfreiniger ofaceton en spoel de bandenschoon met lauw water en eenzachte zeep.

8 Test eerst de remwerking en hetweggedrag in bochten alvorensde motorfiets werkelijk te gaangebruiken.

DCA00013

<>

8 Breng een geringe hoeveelheidoliespray en was aan en verwijderovertollige hoeveelheden.

8 Breng oliespray of was nooit aanop rubber of kunststof delen,behandel deze met een daartoebestemd verzorgingsmiddel.

8 Vermijd het gebruik van schuren-de poetsmiddelen, deze tasten delak aan.

OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer om adviesover de te gebruiken producten.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 74

Page 77: HANDLEIDING - Yamaha Motor

7-4

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

StallingKorte termijnStal uw motorfiets steeds op een koele endroge plek en bescherm zo nodig tegenstof met een luchtdoorlatende stalling-hoes.

DCA00014

<>

8 Als de motorfiets wordt gestald ineen slecht geventileerde ruimte ofin vochtige toestand wordt afge-dekt met een hoes of een dekzeil,zal water en vocht kunnen binnen-dringen en roestvorming veroor-zaken.

8 Voorkom corrosie door de machi-ne niet te stallen in een vochtigekelder, een stal (i.v.m. de aanwe-zigheid van ammoniakdamp) en ineen opslagruimte voor sterke che-micaliën.

Lange termijnAlvorens uw motorfiets gedurende meer-dere maanden aaneen te stallen:

1. Volg alle instructies op in de para-graaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.

2. Bij motorfietsen met een brandstof-kraan die een “OFF” stand heeft:draai de kraanhendel in “OFF”.

3. Leeg de vlotterkamer in de carbura-teur door de aftapplug los te draaien;u voorkomt zo dat neerslag uit debrandstof achterblijft. Giet de afge-tapte brandstof terug in de brand-stoftank.

4. Vul de brandstoftank en voeg eenstabilisatoradditief (indien verkrijg-baar) toe om roestvorming in de tanken achteruitgang van de brandstof tevoorkomen.

5. Voer de volgende stappen uit om decilinder, de zuigerveren etc. tebeschermen tegen corrosie.

a. Verwijder de bougiedop en de bou-gie.

b. Giet een theelepel motorolie in hetbougiegat.

c. Breng de bougiedop aan op de bou-gie en leg dan de bougie zodanig opde cilinderkop dat de elektroden aanmassa liggen. (Dit voorkomt vonkentijdens de volgende stap.)

d. Laat de motor een paar keer rond-draaien op de startmotor. (De cilin-derwand wordt zo geolied.)

e. Haal de bougiedop los van de bou-gie en breng dan de bougie en debougiedop weer aan.

DWA00003

X@

Om schade of letsel door vonkvormingte voorkomen, moeten de bougie-elek-troden aan massa liggen terwijl demotor wordt rondgedraaid.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 75

Page 78: HANDLEIDING - Yamaha Motor

7-5

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

1

2

3

4

5

6

7

8

9

6. Smeer alle bedieningskabels enscharnierpunten van alle hendels enpedalen en van de zijstandaard/mid-denbok.

7. Controleer de bandspanning en cor-rigeer deze zo nodig en breng dande motorfiets omhoog, zodat beidewielen los van de grond zijn. Eenandere mogelijkheid is de wielenelke maand iets te draaien, zodat debanden niet op één gedeelte sterkerachteruitgaan.

8. Dek de uitlaatdemper af met eenplastic zak om te voorkomen datvocht kan binnendringen.

9. Verwijder de accu en laad deze vol-ledig bij. Berg de accu op een koeleen droge plek op en laad hem eensper maand bij. Berg de accu niet opeen extreem koude of warme plekop (kouder dan 0 °C of warmer dan 30 °C). Zie pagina 6-33 voor meerinformatie over het opbergen van deaccu.

OPMERKING:Verricht eventueel noodzakelijke repara-ties alvorens de motorfiets te stallen.

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 76

Page 79: HANDLEIDING - Yamaha Motor

8-1

DAU01038

SPECIFICATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Specificaties

Model TW125

Afmetingen

Grootste lengte 2.140 mm

Grootste breedte 810 mm

Grootste hoogte 1.120 mm

Zadelhoogte 805 mm

Wielbasis 1.330 mm

Minimale grondspeling 260 mm

Minimale draaicirkel 2.100 mm

Basisgewicht (Met olie en vollebenzinetank) 125 kg

Motor

Type motor Luchtgekoeld, 4-taktbenzinemotor, SOHC

Cilinder-opstelling Enkele cilinder voorover hellend

Verplaatsing 124 cm3

Boring × slag 57,0 × 48,8 mm

Kompressieverhouding 10:1

Startsysteem Elektrische starter

Smeersysteem Oliecarter-systeem (natte bak)

Motorolie

Type

Aanbevolen klassemotorolie API Service SE, SF, SG type

of hoger

<>Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie mid-delen bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s(vaak voorzien van het opschrift “Energy Conserving”)bevat anti-frictie toevoegingen die slippen van de koppe-ling en/of de startmotorkoppeling kunnen veroorzaken,met een kortere levensduur van de componenten en slech-te motorprestaties tot gevolg.

Aantal

Zonder verwijderen van oliefilterelement 1,0 L

Met verwijderen van oliefilterelement 1,1 L

Totale hoeveelheid (droge motor) 1,3 L

Luchtfilter Natte type filterelement

–10° 0° 10° 20° 30° 40°

SAE 10W/30

SAE 10W/40

SAE 20W/40

SAE 20W/50

–20°

SAE 15W/40

50°C

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 77

Page 80: HANDLEIDING - Yamaha Motor

8-2

SPECIFICATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Brandstof

Type Gewone benzine zonder lood

Inhoud benzinetank 7,0 L

Hoeveelheid reservebrandstof 1,0 L

Carburateur

Merk TEIKEI

Model×aantal Y24P×1

Bougies

Bandenmerk/Type NGK/DR8EA

Elektrodenafstand 0,6–0,7 mm

Type koppeling Natte, meervoudige plaatkoppeling

Overbrenging

Primair redukie-systeem Schroeftandwiel

Primaire reduktie-verhouding 74/20 (3,700)

Secundair reduktie-systeem Ketting-aandrijving

Secundaire reduktie-verhouding 3,571

Aantal landen kettingtandwielen(achter/voor) 50/14

Type overbrenging Konstante aangrijping, 5 versnellingen

Bediening Versnellingspedaal, linkervoet

Overbreng- 1-ste 2,250verhoudingen

2-de 1,476

3-de 1,125

4-de 0,926

5-de 0,793

Chassis

Type frame Ruitvorming frame

Casterhoek 26°

Spoorbreedte 95 mm

Banden

Type Buis

Voor

Bandenmaat 130/80-18 66P

Merk/ BRIDGESTONE / TW31model

Achter

Bandenmaat 180/80-14M/C 78P

Merk/ BRIDGESTONE / TW34model

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 78

Page 81: HANDLEIDING - Yamaha Motor

8-3

SPECIFICATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Maximale belasting* 180 kg

Luchtdruk (koube band)Belasting tot 80 kg*

Voor 150 kPa (1,50 kg/cm2, 1,50 bar)

Achter 150 kPa (1,50 kg/cm2, 1,50 bar)

80 kg–Maximalebelasting*

Voor 150 kPa (1,50 kg/cm2, 1,50 bar)

Achter 175 kPa (1,75 kg/cm2, 1,75 bar)

Terreinrijden

Voor 125 kPa (1,25 kg/cm2, 1,25 bar)

Achter 125 kPa (1,25 kg/cm2, 1,25 bar)

*Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuurder, made-passagier en accessoires.

Wielen

Voor

Type Spaak

Bandenmaat 2,50 × 18

Achter

Type Spaak

Bandenmaat 14M/C × MT4,50

Remmen

Voor

Type Enkelvoudige schijfrem

Bediening Rechterhand

Vloeistof DOT 4

Achter

Type Trommelrem

Bediening Rechtevoet

Wielophanging

Voor

Type Teleskoopvork

Achter

Type Zwaaiarm(Monocross)

Voor/Schokdempers

Voor Lucht-spiraalveer/Oliegedempt

Achter Lucht-spiraalveer-gas/Oliegedempt

Veerweg

Voor 160 mm

Achter 150 mm

Elektrische installatie

Ontstekingssysteem C.D.I.

Laadsysteem

Type C.D.I. magneet

Standaard vermogen 12 V, 11 A @ 5.000 tpm

Accu

Type GM7CZ-3D

Gloeilampen, capaciteit 12 V, 7 AH

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 79

Page 82: HANDLEIDING - Yamaha Motor

SPECIFICATIES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

8-4

Type koplamp Conventionele gloeilamp

Gloeilampen voltage, wattage × aantal

Koplamp 12 V, 45/40 W × 1

Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W × 1

Voorremrichtingaanwizerlamp 12 V, 21 W × 2

Achterremrichtingaawijzerlamp 12 V, 21 W × 2

Parkeerlicht 12 V, 4 W × 1

Meter-verlichting 12 V, 3,4 W × 1

Controlelampje voor vrijstand 12 V, 3,4 W × 1

Controlelampje gootlicht 12 V, 3,4 W × 1

Controlelampje 12 V, 3,4 W × 1richtingaanwijzers

Zekering 20 A

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 80

Page 83: HANDLEIDING - Yamaha Motor

9-1

DAU01039

GEBRUIKERSINFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

DAU02944

IdentificatienummersNoteer het sleutelidentificatienummer, hetvoertuigidentificatienummer en de model-stickerinformatie in onderstaande ruimtes.Deze nummers dient u te gebruiken wan-neer u reserveonderdelen bij eenYamaha dealer bestelt of wanneer uwvoertuig is gestolen.

1. SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER:

2. VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:

3. MODELINFORMATIESTICKER:

DAU01041

Nummer voor sleutelidentificatieHet sleutelnummer is ingeslagen op hetsleutelplaatje.Noteer dit nummer in het daartoe bestem-de vakje en gebruik dit als referentie bijhet bestellen van een nieuwe sleutel.

1. Nummer voor sleutelidentificatie

DAU01043

VoertuigidentificatienummerHet identificatienummer van de sleutel isingeslagen op de balhoofdbuis.Noteer dit nummer in het daartoe bestem-de vakje.

OPMERKING:Het voertuigidentificatienummer isbedoeld voor identificatie van uw motor-fiets en kan worden gebruikt om uw motoraan te melden bij het instituut voor kente-kenregistratie in uw land.

1. Voertuigidentificatienummer

1

1

16

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 81

Page 84: HANDLEIDING - Yamaha Motor

EAU01039

GEBRUIKERSINFORMATIE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

9-2

DAU01049

ModelinformatiestickerDe modelinformatiesticker is bevestigd opde in de afbeelding getoonde locatie.Noteer de informatie op deze sticker inhet daartoe bestemde vakje. Deze infor-matie is nodig om reserve-onderdelen tebestellen bij een Yamaha dealer.

1. Modelinformatiesticker

1

5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 82

Page 85: HANDLEIDING - Yamaha Motor

GEDRUKT OP RECYCLAGEPAPIER PRINTED IN JAPAN

2000·5–0.1×1(D) !

HANDLEIDING

5EK-28199-D1TW125YAMAHA MOTOR CO., LTD.

Page 86: HANDLEIDING - Yamaha Motor

GEDRUKT OP RECYCLAGEPAPIER PRINTED IN JAPAN

2000·5–0.1×1(D) !

HANDLEIDING

5EK-28199-D1TW125YAMAHA MOTOR CO., LTD.