GUIDO VALKENEERS GEDRAG IN ORGANISATIES HOOFDSTUK XI Gedrag in organisaties. De basis 1
Gedrag in organisaties. De basis1
GUIDO VALKENEERS
GEDRAG IN ORGANISATIESHOOFDSTUK XI
2Gedrag in organisaties. De basis
Na de studie van dit hoofdstuk ben jein staat:- te bespreken hoe de organisatie beschreven kan worden als een transformatieproces;- het verband aan te geven tussen de mate van arbeidsdeling en efficiëntie; - de begrippen eenheid van gezag en span of control toe te lichten; - een bespreking te geven van enkele principes van afdelingsvorming; - aan te geven op welke wijze een matrixstructuur functioneert
DOELSTELLINGEN I
3Gedrag in organisaties. De basis
Na de studie van dit hoofdstuk ben je in staat:- te bespreken weke vier organisatieregimes er zijn en een korte toelichting hierbij te geven; - aan te geven hoe de grootte van de organisatie een impact heeft op de ideale structuur; - te bespreken hoe de omgeving een impact heeft op de ideale structuur;
DOELSTELLINGEN II
4Gedrag in organisaties. De basis
Na de studie van dit hoofdstuk ben je in staat: - aan te geven hoe de strategie van deorganisatie een impact heeft op de ideale structuur; - aan te geven wat de betekenis van de stelling ‘law of requisite variety’ voor de organisatieleer.
DOELSTELLINGEN III
5Gedrag in organisaties. De basis
11. WAT IS ORGANISATIESTRUCTUUR?
6Gedrag in organisaties. De basis
11.1 In het transformatieproces wordt de input omgezet in een output. De organisatiestructuur geeft aan hoe het werk verdeeld en weer samengevoegd wordt.
11.2 Elementen van structuur:arbeidsdelingafdelingsvorminghiërarchische aspecten
gezagsrelatiesspan of control
11.1 DE ORGANISATIESTRUCTUUR
7Gedrag in organisaties. De basis
Arbeidsdeling en specialisatie heeft tal van voordelen, maar… De nood aan coördinatie stijgt exponentieel in functie van de mate van arbeidsdeling. Een te sterke mate van arbeidsdeling levert psychologische problemen op: stress,…Vandaar de samenhang tussen arbeidsdeling en productiviteit als volgt kan beschreven worden.
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
8Gedrag in organisaties. De basis
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
9Gedrag in organisaties. De basis
11.2.2 Afdelingsvormingmedewerkers dienen gegroepeerd te worden in afdelingen. Dit kan op basis van - functionele afdelingsvorming- op productgebaseerde afdelingsvorming- een geografische afdelingsvorming- een marktgestuurde indeling- een op basis van de fase in het proces.
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
10Gedrag in organisaties. De basis
Organogram geeft grafisch de structuur weerEen functionele indeling
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
CEO
Research en development
Hoofd productie
Productiehal A
Productiehal B
Productiehal C
Hoofd verkoop
11Gedrag in organisaties. De basis
Een op product gebaseerde indeling
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
Algemeen directeur
Product A Product B Product C Product D
12Gedrag in organisaties. De basis
Een geografische afdelingsvorming
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCUUR
CEO
Regio Noord
Regio Zuid
Regio Midden
13Gedrag in organisaties. De basis
Marktgeoriënteerde afdelingsvorming
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
Algemeen directeur
Individuele adviesvragende Advies aan bedrijven Advies aan
overheidsinstellingen
Scholen Overigen
14Gedrag in organisaties. De basis
Indeling op basis van fase in het procesVooral in de autoassemblage autonome werkgroepen krijgen de verantwoordelijkheid van een gedeelte van het montage proces
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
Silke de teamcoach bij Volvo Trucks in Gent
15Gedrag in organisaties. De basis
Een matrix structuur
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
16Gedrag in organisaties. De basis
Voorgestelde typen zijn ideaaltypen… dus komen in de werkelijkheid in zuivere vorm weinig voor. Doorgaans, zeker in grote organisaties is de structuur een mengvorm van de voorgestelde typen. Bijvoorbeeld Philips: georganiseerd per product, maar in elk van deze afdelingen ontstaan op basis van andere principes afdelingsvormingen.
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
17Gedrag in organisaties. De basis
11.2.3 Hiërarchische aspecten van de structuurIn organogram staat aangeduid wie verantwoordelijk is voor nemen van beslissingen en coördinatie van de activiteiten
Hiërarchische lijn versus staffuncties
In welke mate kunnen de lagere echelons beslissingen nemen? Mate van decentralisatieCentralisatie versus decentralisatie
Principe eenheid van gezag: elke medewerkers heeft slechts één chef.
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
18Gedrag in organisaties. De basis
Span of control of gezagsbereikAan hoeveel mensen geeft een leidinggevende leiding? Vraag heeft invloed op aantal niveaus in de organisatie.
Wat is het optimale gezagsbereik?Vroeger: zes personenThans: is afhankelijk van tal van factorenDoor downsizing minder niveaus en vergroting
van span of controlNaast gezagslijnen dienen we de staf te plaatsen.
11.2 ELEMENTEN VAN STRUCTUUR
19Gedrag in organisaties. De basis
Organisatieregimes bestaan uit structuur en bijbehorende cultuur. Vier typen: - pioniersregime/eenvoudige structuur- bureaucratische regime- flexibel regime- het netwerk regime
11.3 TYPOLOGIE VAN REGIMES
20Gedrag in organisaties. De basis
Het pioniersregime- komt vaak voor in jonge, kleine organisaties- sterke oriëntatie op de omgeving- weinig of geen structuur - medewerkers doen wat de baas zegt
- sterkte is de wendbaarheid- zwakte: als de baas weg valt, wat gebeurt er dan?- bijvoorbeeld: klein restaurant.
11.3 TYPOLOGIE VAN REGIMES
21Gedrag in organisaties. De basis
Het bureaucratische regimevergaande arbeidsdelingstandaardisering van takenhiërarchische structuur toont gezagslijnencentralisering van besluitvormingmensbeeld: mensen volgen de regels/procedures. organisatie is een gesloten systeemvoordelen? problemen?
11.3 TYPOLOGIE VAN REGIMES
M. Weber
22Gedrag in organisaties. De basis
Het flexibel regimesnel wijzigende omstandigheden vormen een probleem voor bureaucratisch systeemBesluitvorming komt meer decentraal tot stand, bij resultaat verantwoordelijke eenheden. Downsizing, waardoor empowerment van de werkvloer tot stand komt. Flexibiliteit kan ook te groot worden (Kuipers et al., 2010). Wat denk je over Semco?
11.3 TYPOLOGIE VAN REGIMES
23Gedrag in organisaties. De basis
Hyperflexibel netwerkregimeproducten worden in kleine hoeveelheden gemaaktteams veranderen vaak van samenstellingweinig regels/procedures wel zelfsturing en zelfontplooiingmedewerkers zijn ondernemers die voor de klant werkenenkele kernmedewerkers en verder: freelancers grenzen van de organisatie vervagenin de limiet: virtuele organisatie.
11.3 TYPOLOGIE VAN REGIMES
24Gedrag in organisaties. De basis
Optimale regime is afhankelijk van: - grootte van de organisatieals de grootte toeneemt, ontstaat roep tot centralisatie en standaardisatie- strategie van de organisatiemassaproduct? of niche product? - de omgevingstabiele omgeving? sterk wijzigende omstandigheden?
11.4 WELK REGIME IS OPTIMAAL?
25Gedrag in organisaties. De basis
Regime dient aangepast te worden aan de omgeving. Flexibiliteit dient afgestemd te worden op de onzekerheid van de omgeving‘Law of requisite variety’ (Kuipers et al., 2010).
Jan Kriekels van Jaga Diepenbeek
11.4 WELK REGIME IS OPTIMAAL?
Gedrag in organisaties. De basis26
GUIDO VALKENEERS
GEDRAG IN ORGANISATIESHOOFDSTUK XI