getuigen - Fort Breendonk · 2014-01-13 · getuigen document 6 «Breendonk, men sprak er veel van maar ik was er zelf nog nooit geweest. Ik kende Breendonk pas achteraf, na de bevrijding.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Otto Kropf.Veel kwamen we over dit personage niet te weten. Met zekerheid staat echter vast dat hij voor de oorlog beroepsfotograaf was, dat hij zich vooral op technische opnames toelegde en eigenaar was van een studio in de Kaiser Friedrichstrasse 93 te Pforzheim. In 1939 werd hij onder de wapens geroepen en naar Potsdam gestuurd, waar hij in het opleidingscentrum van de Propaganda-Kompanien (PK), ook nog Kriegsberichtereinheiten geheten, belandde en tot oorlogscorrespondent omgeschoold werd. [...]Als lid van de 612e PK verbleef Kropf waarschijnlijk van mei 1940 tot eind 1941 in België, waarna hij naar Frankrijk en Italië afzakte. Uit het nagelaten materiaal blijkt dat hij naast de militaire nasleep van de Achttiendaagse Veldtocht ook veel belangstelling had voor cultuur en vooral voor het dagelijkse leven in België, dat hij weliswaar door een nogal roze bril bekeken heeft.
Nieuws uit België. Uitgegeven door Belgisch Informatiecentrum,
New York. Nr. 30, 1 november 1941
1. Bezet België.
A. De oorlog en de nasleep
Inbel, Londen, 28.X. Het nieuws van de dood van dhr. Paul Lévy, omroeper bij het Nationaal Instituut van de Belgische radio (NIR) deed de ronde in België. La Libre Belgique, de illegale krant, beweert dat zij dit nieuws kunnen ontkrachten. Dhr. Paul Lévy werd ernstig ziek in het concentratiekamp van Breendonk. Hij werd overgebracht naar de ziekenboeg van de gevangenis van St. Gillis. Niettegenstaande hij nu nauwelijks aan de betere hand is, moet hij opnieuw zware arbeid verrichten.
Nachtmerrie van het jaar in kamp “erger dan Dachau”.
Ontsnapte Belg beschrijft de “Gestapo-hel”. Dhr.
Paul Lévy, voormalig hoofd van de Belgische
Radionieuws-dienst te Brussel, die onlangs naar
Groot-Brittannië vluchtte, heeft vreselijke feiten
getuigendocument 6 «Breendonk, men sprak er veel van maar ik was er zelf nog nooit geweest. Ik kende Breendonk pas achteraf, na de bevrijding. Hoewel enkele werknemers van Bel Téléphone waarbij ik werkte me op een dag verteld hebben dat zij met hun vrachtwagen op de weg in panne gevallen waren en dat zij bezig waren met het vervangen van een wiel, toen er een SS’er van Breendonk op hen af kwam en hen toeriep : ‘als u niet binnen tien minuten weg bent, dan zal u hier blijven’. En zij zijn terug vertrokken met twee platte banden (lacht). Dat hebben ze mij zelf verteld, maar ikzelf, ik heb dit niet meegemaakt.»
«In mei 1944 woonde ik dicht bij het fort. Schmitt is bij mij komen logeren. [...] Vanuit mijn woning kon men bepaalde delen van het kamp zien. Op een avond zag ik een gevangene die stenen droeg en ik zag hem slagen van een knuppel krijgen. Ik weet niet of het een soldaat of een SS’er was die de slagen uitdeelde.»
«Wij konden ook goed zien, dat wanneer de gevangenen aan het steenen kappen waren op het fort en de wachters, de Vlaamsche SS-mannen De Bodt en Wijss, boven op eenen berg stonden om hen te kontroleeren, hen met steenen bekogelden, zoo dat deze die getroffen werden aan het hoofd gekwetst werden. Menigen hebben wij zien gaan met hun hoofd omwonden.»
«Weet je dat ik ooit een dag in het concentratiekamp van Breendonk heb doorgebracht ? Op zekere dag kwam de vrouw van de kampcommandant de fabriek [Ammoniac-Synthétiques et Dérivés te Willebroek] opgereden. Ze zag mij buiten spelen en vroeg aan mijn vader of «dat mooie kind niet een dagje mee mocht naar Breendonk». Mijn vader durfde niet te weigeren, maar ik denk dat het hem jaren van zijn leven gekost heeft.».
Marianne De Baere en Marijke Libert over Jo Leemans in : Jo Leemans. De vlucht terug. Biografie. Amsterdam, 1998, p 19-20
«Op 29 oktober 1942 rond 5 uur namiddag was ik in mijn keuken toen ik hoorde schieten. Ik ging zien en zag dat een persoon in duitsch uniform mijn hof inliep. Ik heb deze echter van achter alleen gezien en weet niet wie hij kan zijn. Ik hoorde zeggen dat hij achter een vluchteling liep. Ik ben dan nog mijn paard gaan binnen zetten. Verschillende personen in duitsch uniform heb ik dan zien rondlopen. Ik heb namelijk De Bodt opgemerkt die razend rond liep met een revolver in zijn hand.»
22. 9.1941 107 gevangenen naar Neuengamme 8. 5.1942 120 " naar Mauthausen 5. 7.1942 26 " naar Mauthausen (via Aken) 30. 9.1942 11 " naar Mauthausen 9.11.1942 236 " naar Mauthausen 21.04.1943 38 " naar Bochum (via St-Gillis) 20. 8.1943 30 " naar Essen (via St-Gillis) 2.10.1943 7 " naar Esterwegen (via St-Gillis & Essen) 19.10.1943 37 " naar Essen (via St-Gillis & Hoei) 4. 2.1944 4 " naar Esterwegen (via Essen & Essen) 9. 2.1944 56 " naar Vught 29. 2.1944 49 " naar Vught 29. 2.1944 16 " naar Vught (via St-Gillis & Hoei) 29. 2.1944 3 " naar Vught (via St-Gillis) 29. 2.1944 7 " naar Vught (via St-Gillis & Hoei) 6. 5.1944 641 " naar Buchenwald 6. 5.1944 2 " naar Buchenwald (via andere gevangenissen) 6. 5.1944 4 " naar Bruchsal (via St-Gillis) 10. 6.1944 40 " naar Buchenwald (via St-Gillis) 8. 8.1944 53 " naar Buchenwald 2.1944 - 7.1944 37 " naar Buchenwald (o.a.via St-Gillis) 30. 8.1944 144 " naar Neuengamme 30. 8.1944 131 " naar Sachsenhausen (via Vught)
Totaal : 2008
Gedeporteerde Joden via Dossin-kazerne naar Auschwitz (via Mechelen) minstens 209, vermoedelijk veel meer
Totaal : minstens 2217
Vermoedelijk traject dat de gevangenen moesten af eggen van het fort
naar het station van Willebroek
Konvooien vertrokken vanuit het station van Willebroek
[Uit : NEFORS, P. Breendonk 1940-1945. De geschiedenis. Antwerpen, 2004, p.176]
32
getuigendocument 8«Ik werd opgeeischt door de gemeente Breendonk in Augustus 1940 voor de elektrische inrichting van het fort in regel te brengen. […] Hier op het fort werden op regelmatige tijdstippen personen gefusilleerd. Geen enkel lid van het personeel (Belgen) mocht alsdan op het fort komen. Die terechtstellingen gebeurden gewoonlijk ’s morgens zeer vroeg. De personen die terechtgesteld werden, alsook degenen alhier wegens ziekte of mishandelingen overleden, werden allen gekist. Ik heb nooit gezien dat personen op het fort werden bevraven. Ik geloof niet dat hier personen begraven liggen.»
De arbeiders, Callaerts Hendrik, Willebroek, Rochtus Willem, Ruisbroeck, Ceustermont Adolf, Willebroek, van de fabriek Defaux, zijn belast met het dy-namiteren en het transport van de ge-pantserde koepels en zijn dus bevoegd om het fort gedurende de duur van de werken te betreden.
5 november 1942
3 juni 19,2 werkuren 171,00 [franken]
4 " 19 h. werkuren 171,00 [franken]
5 " 19 h. werkuren 171,00 [franken]
20h. de travail 180,00 [franken]
[…]
14 juli 1941
Ter attentie van het gemeentebestuur van Breendonk
Levering en uitgevoerde werken in het fort van Breendonk
(werkuren (thuis)
«Ik werd in 1942 aangeworven als kok van het fort te Breendonk. Ik weet dat zekere SS-man Wijss wonende te Deurne […] aangesteld was om gevangenen te bewaken. Ik kan niet met zekerheid zeggen hoeveel gevangenen, joden en anderen, hij heeft doodgeslagen. Aan een bijzonderheid kan ik zeggen dat ik eens gezien heb van uit het venster van de keuken, dat hij een gevangene dood sloeg, daarna op zijn hoofd ging staan en riep ‘Ik heb er weeral eene’.»
Lodewijk MOENS, kok op het fort van Breendonk voor het gerecht, 08.09.1944
13 september 1941De hoofddokter [...][Kopie] aan de gemeente Breendonk
document 11Verklaring van generaal von Hammerstein aan de Prins de Ligne, voorzitter van het Rode Kruis :
«Men moet niet vergeten dat dit fort een gevangenis is voor tot dwangarbeid veroordeelden ! Ik zou er zeker niet willen zijn, doch dit soort gevangenis moet wel geen lustoord zijn… Onder de gevangenen zijn er, die voor gewone misdaden zitten – in het algemeen niet zeer aandachtwaardige menschen, Israëlieten en ongewenschte, d.w.z. lieden die de staatspolitie als gevaarlijk beschouwt.»
Paul M.G. Lévy, Breendonk, Helden en martelaren, 1940-1945, de gefusilleerden, J. Rosez, Brussel, 1947, p. 144
O n t w e r p7 september
Aan
Voorzitter van het Belgische Rode Kruis,B r u s s e l
Ch. De Vleurgat 98
Bertreft : Kamp Breendonk
Wijzend op de bespreking met betrekking tot de voeding van de gevangenen in het kamp van Breendonk door de ondergetekende op 19.08.1943, wordt nogmaals uitdrukkelijk ...... .
Voor de « Militärbefehlshaber » in België en Noord - Frankrijk.
De laatste tijd hopen de gevallen zich op, waarin voorvallen die zich in het kamp hebben voorgedaan binnen de kortste keren in de aangrenzende gemeenten bekend geworden zijn.
Zo was het overlijden van 17.02.1941 al om 17u30 geweten in Londerzeel. De hier tewerkgestelde arbeiders hadden het kamp rond dit tijdstip nog niet verlaten.
Ik verzoek uitdrukkelijk de manschappen er op te wijzen dat over eender welke gebeurtenis alsook over de sterkte van de Belgen of de opsluiting van bepaalde personen ten strengste het zwijgen bewaard moet worden.
Ik verzoek er verder op te wijzen dat het niet toegelaten is voertuigen van de Wehrmacht ongehinderd te laten passeren terwijl politievoertuigen anderzijds wel tegengehouden worden.
k]Rapport van de militaire bevelhebber in België en Noord-Frankrijk,
hoofd van het militaire bestuur
In het veld, 22 september 1941
Ten gevolge van het onderhoud van het hoofd van het militaire bestuur Reeder met de Dokter-Majoor Canaris van 17 september 1941 (...)
In zijn uiteenzetting legt het hoofd van het militaire bestuur Reeder uit dat de militaire bevelhebber de rechten en de omstandigheden in het kamp van Breendonk op punt wil stellen (...) Vervolgens wordt de vraag naar het voedsel aangeraakt. Het wordt erkend, dat de Belgische rantsoenen voor de gevangenissen zelfs niet volstaan voor de gevangenen van de gevangenis van Leuven. Dit is zeker het geval met Breendonk, waar de gevangenen zwaar werk moeten verrichten en waar het geheel van het kamp geen gepaste rust toelaat. (...) Er moet onderzocht worden of het broodrantsoen niet verhoogd moet worden. De huidige situatie moet volgens generaal-arts Dr. Blum vermoedelijk leiden tot de dood van een gevangene wanneer hij reeds langere tijd in het fort verblijft. De militaire bevelhebber wil helemaal niet dat het kamp de geschiedenis zou ingaan als ‘de hel van Breendonk’ (...)