Vertrekken doe je op het Sint-Veerleplein , in de schaduw van het imposante Gravensteen . Nergens anders ter wereld staat een massieve burcht als deze middenin het stadscentrum. Wie Gent bezoekt zonder dit in 1180 opgetrokken slot binnen te gaan, verdient duimschroeven, de vergeetput of misschien zelfs de guillotine (voor het laatst gebruikt in 1861), die alle binnenin te bezichtigen zijn. Waar je nu staat, scharrelden vroeger de kippen van de graaf. Dat neerhof was al lang verdwenen toen de Oude Vismijn hier in 1689 de deuren opende. En wat voor een deur! Hoog boven de ingang torent Neptunus met zijn gouden drietand. Hij wordt geflankeerd door de (vrouwelijke) Leie en de (mannelijke) Schelde. Mocht je er niet net vandaan komen, bezoek dan zeker even het nieuwe infokantoor van Visit Gent , ‘surf’ op de hoogtechnologische designtafel van Arne Quinze en laaf je aan de glimlach van de medewerkers. En dan nu: op stap. Je verlaat de Vismijn, werpt een (voorlopig) laatste blik op het Gravensteen en wandelt links via de brug de Lieve over. Dit kanaal vormde in de 13de eeuw de eerste kunstmatige verbinding met de Noordzee en was dan ook van groot economisch belang. Vandaag zul je er hooguit toeristische rondvaartbootjes, kajakkende recreanten en statige watervogels aantreffen. In de huizenrij langs het water merk je links de enige houten achtergevel die in Gent bewaard is gebleven. Een paar stappen verder, aan de overkant, waken ‘De Gekroonde Hoofden’ voor eeuwig over het kruispunt. Op de onderste rij herken je Keizer Karel, als derde van links. Rechtdoor ligt de ‘antiekstraat’ van Gent. Maar wij slaan linksaf. Fijne restaurantjes, een verborgen terrasje (rechts!) en ‘goddelijke’ snuisterwinkeltjes in de Jan Breydelstraat. Halfweg kun je even genieten van een bankje met schitterend uitzicht in het kleine Appelbrugparkje , één van de vele verborgen pareltjes van de stad. Er tegenover ligt het Design museum Gent , dat een unieke vaste collectie koppelt aan tentoonstellingen met internationale uitstraling. Alleen al de metershoge vaas op de binnenkoer is een bezoek meer dan waard! En dan moet het allermooiste nog komen. Nauwelijks een paar meter verder strekken de Gras- en de Korenlei zich uit. Vanaf de 11de eeuw vormden ze samen de eerste handelshaven van Gent. De gebouwen links en rechts van de Leie zijn uniek en van een tijdloze schoonheid. In vele toeristische gidsen wordt dit – volkomen terecht – als één van de mooiste stadsgezichten van Europa bestempeld. Het is bovendien dé ontmoetingsplaats bij uitstek: Gentenaars, forenzen, studenten en toeristen smelten hier samen tot één gezellige, van de zon en van elkaar genietende groep. Je weerstaat de verleiding (of niet – pauzeren is toegelaten!), blijft op de Korenlei en wandelt rechtdoor. Via de trap kom je bovenop de Sint-Michielsbrug terecht. Hier (en alleen hier) vang je de skyline van Gent in één oogopslag. Neem gerust de tijd om dit beeld in het geheugen te griffen. Of op de geheugenkaart van je camera natuurlijk. De toren van de Sint-Michielskerk naast de brug moest 138 meter hoog worden, maar is nooit afgewerkt. De plannen bleken te megalomaan, de beurs niet voldoende gevuld. Achter de kerk langs het water strekt zich Het Pand uit. Het voormalige Dominicanenklooster met hospitaal is nu eigendom van de Gentse Universiteit en wordt gebruikt als cultuur- en congrescentrum. Gent: enkele hoogtepunten Deze wandeling doet je op korte tijd kennismaken met alle hoogtepunten van de historische binnenstad. Je vangt een glimp op van de belangrijkste gebouwen en proeft even snel van de vele heerlijkheden die de stad je te bieden heeft. Het is een amuse-gueule, of beter nog: een amuse-oeil. Geniet ervan, maar laat het er vooral niet bij! Nu je ze op foto hebt, kun je de drie torens van dichterbij gaan bewonderen. Je wandelt tot bij de eerste toren, die van de Sint-Niklaaskerk , een schoolvoorbeeld van Scheldegotiek in Doornikse blauwe steen uit de 13de eeuw. Rechts ligt de Veldstraat, met filialen van alle grote winkelketens. De heraangelegde Korenmarkt met het oude Postgebouw lijkt één groot terras. Links van de kerk ligt Klein Turkije, wellicht de enige uitgaansbuurt ter wereld vol dakkapellen en middeleeuwse trapgevels. Het was ooit de eerste geplaveide straat in een stad vol smerige aardewegen, aangelegd op basis van de verhalen die de kruisvaarders meebrachten uit het Heilige Land, toen gemeenzaam Turkije genoemd. Vandaag leidt ze naar de open stadshal op het Emile Braunplein, een levendige ontmoetingsplaats. Met de Stadshal heeft Gent er een architecturaal hoogstandje bij. Opvallend zijn vooral de dakstructuur en het gebruik van glas, hout en beton. Er is plaats voor concerten, dansvoorstellingen en markten. Onder de hal bevindt zich het Belfort Stadscafé en Restaurant, een bruisende horecaplek. De bestaande kunstelementen – de Minne-beelden en de – kregen een nieuwe plaats in het stadsparkje. VISIT GENT Infokantoor Sint-Veerleplein 5 – 9000 Gent T. +32 9 266 56 60 www.visitgent.be – [email protected]Open: 9.30 > 16.30 (15/10 > 14/03) 9.30 > 18.30 (15/03 > 14/10) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Annelies Storms, schepen van Cultuur, Toerisme en Evenementen. Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent. Wandelplan Volg visitgent op: #visitgent
2
Embed
Gent: enkele hoogtepunten - Home | Visit Gent · Er tegenover ligt het Design museum Gent, dat een unieke vaste collectie koppelt aan tentoonstellingen met internationale uitstraling.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Vertrekken doe je op het Sint-Veerleplein , in de schaduw
van het imposante Gravensteen . Nergens anders
ter wereld staat een massieve burcht als deze middenin
het stadscentrum. Wie Gent bezoekt zonder dit in 1180
opgetrokken slot binnen te gaan, verdient duimschroeven, de
vergeetput of misschien zelfs de guillotine (voor het laatst
gebruikt in 1861), die alle
binnenin te bezichtigen zijn.
Waar je nu staat, scharrelden vroeger de kippen van de graaf.
Dat neerhof was al lang verdwenen toen de Oude Vismijn
hier in 1689 de deuren opende. En wat voor een deur! Hoog
boven de ingang torent Neptunus met zijn gouden drietand.
Hij wordt geflankeerd door de (vrouwelijke) Leie en de
(mannelijke) Schelde.
Mocht je er niet net vandaan komen, bezoek dan zeker even
het nieuwe infokantoor van Visit Gent , ‘surf’ op de
hoogtechnologische designtafel van Arne Quinze en laaf je
aan de glimlach van de medewerkers.
En dan nu: op stap. Je verlaat de Vismijn, werpt een
(voorlopig) laatste blik op het Gravensteen en wandelt links
via de brug de Lieve over. Dit kanaal vormde in de
13de eeuw de eerste kunstmatige verbinding met de
Noordzee en was dan ook van groot economisch belang.
Vandaag zul je er hooguit toeristische rondvaartbootjes,
kajakkende recreanten en statige watervogels aantreffen.
In de huizenrij langs het water merk je links de enige houten
achtergevel die in Gent bewaard is gebleven. Een paar
stappen verder, aan de overkant, waken ‘De Gekroonde
Hoofden’ voor eeuwig over het kruispunt. Op de onderste rij
herken je Keizer Karel, als derde van links. Rechtdoor ligt de
‘antiekstraat’ van Gent. Maar wij slaan linksaf.
Fijne restaurantjes, een verborgen terrasje (rechts!) en
‘goddelijke’ snuisterwinkeltjes in de Jan Breydelstraat.
Halfweg kun je even genieten van een bankje met schitterend
uitzicht in het kleine Appelbrugparkje , één van de vele
verborgen pareltjes van de stad. Er tegenover ligt het Design
museum Gent , dat een unieke vaste collectie koppelt aan
tentoonstellingen met internationale uitstraling. Alleen al de
metershoge vaas op de binnenkoer is een bezoek meer dan
waard!
En dan moet het allermooiste nog komen. Nauwelijks een
paar meter verder strekken de Gras- en de Korenlei
zich uit. Vanaf de 11de eeuw vormden ze samen de eerste
handelshaven van Gent. De gebouwen links en rechts van
de Leie zijn uniek en van een tijdloze schoonheid. In vele
toeristische gidsen wordt dit – volkomen terecht – als één
van de mooiste stadsgezichten van Europa bestempeld. Het
is bovendien dé ontmoetingsplaats bij uitstek: Gentenaars,
forenzen, studenten en toeristen smelten hier samen tot één
gezellige, van de zon en van elkaar genietende groep.
Je weerstaat de verleiding (of niet – pauzeren is toegelaten!),
blijft op de Korenlei en wandelt rechtdoor. Via de trap kom
je bovenop de Sint-Michielsbrug terecht. Hier (en alleen
hier) vang je de skyline van Gent in één oogopslag. Neem
gerust de tijd om dit beeld in het geheugen te griffen. Of op
de geheugenkaart van je camera natuurlijk.
De toren van de Sint-Michielskerk naast de brug moest
138 meter hoog worden, maar is nooit afgewerkt.
De plannen bleken te megalomaan, de beurs niet voldoende
gevuld. Achter de kerk langs het water strekt zich
Het Pand uit. Het voormalige Dominicanenklooster met
hospitaal is nu eigendom van de Gentse Universiteit en wordt
gebruikt als cultuur- en congrescentrum.
Gent: enkele hoogtepuntenDeze wandeling doet je op korte tijd kennismaken
met alle hoogtepunten van de historische binnenstad.
Je vangt een glimp op van de belangrijkste gebouwen
en proeft even snel van de vele heerlijkheden die de
stad je te bieden heeft. Het is een amuse-gueule,
of beter nog: een amuse-oeil. Geniet ervan, maar
laat het er vooral niet bij!
Nu je ze op foto hebt, kun je de drie torens van dichterbij gaan
bewonderen. Je wandelt tot bij de eerste toren, die van de
Sint-Niklaaskerk , een schoolvoorbeeld van Scheldegotiek
in Doornikse blauwe steen uit de 13de eeuw. Rechts ligt
de Veldstraat, met filialen van alle grote winkelketens. De
heraangelegde Korenmarkt met het oude Postgebouw lijkt één
groot terras.
Links van de kerk ligt Klein Turkije, wellicht de enige
uitgaansbuurt ter wereld vol dakkapellen en middeleeuwse
trapgevels. Het was ooit de eerste geplaveide straat in een
stad vol smerige aardewegen, aangelegd op basis van de
verhalen die de kruisvaarders meebrachten uit het Heilige
Land, toen gemeenzaam Turkije genoemd.
Vandaag leidt ze naar de open stadshal op het Emile
Braunplein, een levendige ontmoetingsplaats. Met de Stadshal
heeft Gent er een architecturaal hoogstandje bij. Opvallend
zijn vooral de dakstructuur en het gebruik van glas, hout en
beton. Er is plaats voor concerten, dansvoorstellingen en
markten. Onder de hal bevindt zich het Belfort Stadscafé
en Restaurant, een bruisende horecaplek. De bestaande
kunstelementen – de Minne-beelden en de Grote Triomfante –