vpro gids bijlage b VPRO Gids 36 van 3 september t/m 9 september 2011 GAUDEAMUS MUZIEKWEEK UTRECHT 4-11 SEPTEMBER 2011
vpro gids bijlage b! VPRO Gids 36 van 3 september t/m 9 september 2011
GAUDEAMUS MUZIEKWEEKUTRECHT 4-11 SEPTEMBER 2011
!GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
4Platform voor jonge componistenDirecteur Henk Heuvelmans over de Gaudeamus Muziekweek
7Eeuwige jeugd
Zestig jaar toekomstmuziek
8Van magnetofoon tot Surround SoundDe onstuitbare opmars van elektronische muziek
12Klank, beeld & ruimte
Een zinneprikkelende ervaring
15Traag voortstappende muziekAnthony Fiumara’s I know a Man
16Strijden om de Gaudeamus Prijs
Een blik achter de schermen
18Nederlandse ensembles op de bres voor nieuwe muziekDe avantgarde aan het woord
20Götterfunken
Multimedia performance over Europa
22-23 Servicepagina’s
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK4-11 SEPTEMBER 2011 Internationaal festival voor jonge componisten en nieuwe muziek
Colofon
HOOFDREDACTIE
Hugo Blom,
Arne Leffring (adj.)
SAMENSTELLING
Marianne Broeder
TEKST
Marianne Broeder,
Floris Don, Anthony
Fiumara, Jacquline
Oskamp, Jochem
Valkenburg, Mark van
de Voort, Frits van
der Waa
BEELDREDACTIE
Carla van Thijn,
Rachel Corner
EINDREDACTIE
Marianne Broeder,
Fred Hermsen
VORMGEVING
Frederik Vorderhake
BLADCOÖRDINATIE
Gabrielle Hagedorn
ADVERTENTIE-ACQUISITIE
AdNovus B.V.
LITHOGRAFIE
Sarah Tames
DRUKWERK
Roularta, Rouselare (B)
OMSLAGILLUSTRATIE
Joost Bakker
vpro gids bijlage b! VPRO Gids 36 van 3 september t/m 9 september 2011
GAUDEAMUS MUZIEKWEEKUTRECHT 4-11 SEPTEMBER 2011
Gaudeamus MuziekweekLoevenhoutsedijk 301 3552 XE Utrecht t 030 820 01 11
[email protected] Servicepagina’s:Ingrid Beer en Jonatan Brand
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK"
VELE honderden muziekstukken
heeft hij in zijn dertig Gaudeamus-
jaren al gehoord. Maar wanneer
directeur Henk Heuvelmans over
de nieuwste editie van de Gaudeamus
Muziekweek spreekt, is het met het
enthousiasme van iemand die net
aan een nieuwe baan begint. ‘In zeker
opzicht voelt het ook als een nieuwe
start,’ vertelt Heuvelmans in een café
in Utrecht, de stad die dit jaar de
nieuwe thuishaven van Gaudeamus is
geworden. ‘Mensen vragen wel eens,
jullie komen toch ooit weer terug
naar Amsterdam? Het is een goed te-
ken dat we daar gemist worden. Maar
Eindeloze mogelijkheden
In zijn nieuwe thuishaven Utrecht maakt de Gaudeamus Muziekweek, internationaal festival voor nieuwe muziek, een kersverse start. Directeur Henk Heuvelmans: ’ Die jonge componisten vormen een bron van eeuwige jeugd.’
DOOR FLORIS DON | FOTO ROEL SIEBRAND
#GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
Utrecht biedt prachtige mogelijkhe-
den voor onze Muziekweek. Museum
Speelklok wordt het festivalhart. De
meeste locaties zijn in het centrum.
Dat versterkt het festivalgevoel, we
zijn goed zichtbaar. De zalen zijn
relatief klein, waardoor we verschil-
lende soorten muziek op uiteenlo-
pende wijze kunnen presenteren.
Terwijl we in het Muziekgebouw aan
’t IJ in Amsterdam de neiging had-
den avondvullende programma’s
samen te stellen, klinken er nu meer
korte maar krachtige concerten. De
luisteraar hoeft niet op zijn horloge te
kijken, maar kan naar huis gaan met
het gevoel: wat een mooie avond, ik
had best nog méér willen horen.’
Culturele hoofdstadDe Stichting Gaudeamus werd vlak na
de Tweede Wereldoorlog in Biltho-
ven opgericht als platform voor de
nieuwste gecomponeerde muziek. In
1981 raakte Heuvelmans, nog tijdens
zijn studie Muziekwetenschappen,
betrokken bij de organisatie die kort
daarna naar Amsterdam verhuisde.
Een grote verandering vond in 2008
plaats, toen Gaudeamus op initia-
tief van de overheid opging in het
sectorinstituut Muziek Centrum
Nederland. ‘Die fusie bleek onhandig,
omdat Gaudeamus een soort facilite-
rende instantie werd en niet langer in
het veld zelf initiatieven kon ontplooi-
en, zoals het jaarlijkse festival. Het
duurde even om onder die construc-
tie uit te komen. In 2009 zochten we
naar mogelijkheden voor verzelf-
standiging, maar daarvoor zijn wel
partijen nodig die financieel kunnen
bijspringen.’ De gemeente Utrecht
toonde zich onmiddellijk enthousiast,
het ijzer werd op het heetst gesmeed.
Heuvelmans: ‘Toen Utrecht als locatie
bekend werd, betoogde Het Parool
dat de verhuizing van Gaudeamus het
slechtste is dat de stad Amsterdam
kon overkomen!’
Steun kwam ook uit onverwachte
hoek. ‘Dertig jaar lang volgde foto-
graaf Wim Jansen de Muziekweek.
Ondertussen zag hij zijn eigen familie
langzaam uitsterven,’ vertelt Heuvel-
mans. ‘Hij voelde zich zo thuis bij ons
dat hij ons na zijn overlijden vorig jaar
zijn hele nalatenschap heeft geschon-
ken. Ook dat gaf een steun in de rug.’
Utrecht heeft de ambitie in 2018
culturele hoofdstad van Europa te
worden. Dan komt een bij uitstek
internationaal festival als de Gau-
deamus Muziekweek goed van pas.
‘Gaudeamus is in het buitenland
bekender dan in Nederland. Elk jaar
krijgen we vanuit de hele wereld
honderden composities ingestuurd
voor de competitie, we hoeven in dat
opzicht nauwelijks aan pr te doen.
Wel moeten we een deels nieuw en
hopelijk breder publiek opbouwen.
De website is vernieuwd, met veel
filmpjes waarop componisten hun ei-
gen werk toelichten. In plaats van een
dik programmaboek met biografieën
krijg je zo een persoonlijker indruk.
Zo zit één componist in net pak in zijn
studio voor de camera, en springt de
ander juist dwars door het beeld.’
VoorbeeldlandDie jonge componisten vormen een
bron van eeuwige jeugd. Negentig
procent van de programmering be-
staat uit werk van jonge, meestal nog
onbekende maar zeer getalenteerde
kunstenaars. Het maakt Gaudeamus
uniek in de wereld; festivals voor
moderne muziek bloeien overal, maar
meestal wordt de sandwichformule
toegepast waarbij onbekende makers
het podium delen met de eminente
grootheden. ‘Natuurlijk is het goed
om als jonkie op de schouders van
reuzen te staan. Maar wij bieden een
jonge Italiaan de gelegenheid om
met vooraanstaande ensembles,
zoals bijvoorbeeld VocaalLab of het
Nieuw Ensemble samen te werken, en
laten hem terugkomen als hij genoeg
talent heeft. We organiseren ook
masterclasses. Zo kweek je een band
en steun je componisten structureel.
Brian Ferneyhough is mede dankzij
Gaudeamus in de jaren zestig bekend
geworden.’
Nu waren de omstandigheden in Ne-
derland de afgelopen decennia ook
wel bijzonder gunstig. ‘De ensemble-
cultuur bloeide op, er was veel geld
voor opdrachten, partituren werden
meteen bij Donemus uitgegeven en
een keten van podia en ensembles
zorgde voor grotere bekendheid. Daar
wordt nu helaas het mes in gezet.
Men reageert in het buitenland zeer
verbaasd. Dat er in Italië weer 25 pro-
cent van het cultuurbudget afgaat,
leidt tot minder verwondering dan de
bezuinigingen die een voorbeeldland
als Nederland treffen. We moeten nog
zien welke effecten de maatregelen
veroorzaken. Tegen politici zou ik
willen zeggen: besef hoe belangrijk
Gaudeamus voor zowel binnen- als
buitenlandse componisten is, er is
geen land ter wereld waar ze zo goed
tot hun recht kunnen komen.’
Verrassende programmeringDe Muziekweek biedt veel meer
dan alleen jong talent. ‘De program-
mering wordt steeds breder,’ vertelt
Heuvelmans. ‘The Night of the Unex-
pected biedt verrassende korte acts
waarbij driftig geëxperimenteerd kan
worden. Die avond wordt gepresen-
teerd in Tivoli maar ook in Paradiso
Amsterdam en in Eindhoven. Men
kan een muziektheatrale wandeling
maken. Het Orkest van de 21ste eeuw,
bestaande uit vier moderne muzie-
kensembles uit Nederland, Frankrijk
en België, zal van zich laten horen.
En met het Utrechts Conservatorium
onder meer de afdeling KMT (Kunst,
Media & Technologie) werken we
nauw samen aan bijzondere nieuwe
projecten.’
De breedte klinkt ook binnen de
muziek. Het imago van ‘elitair en
moeilijk’ is achterhaald, als het ooit
al van toepassing was. Heuvelmans:
‘Sommigen componeren nog in de
modernistische stijl van Darmstadt
en dat levert vaak prachtige stukken
op. Maar in de loop van mijn carrière
heb ik ook altijd een tegenbeweging
mogelijk willen maken, met muziek
die sterker leunt op invloeden van
bijvoorbeeld popmuziek. De muzikale
mogelijkheden zijn eindeloos. Dat
maakt mijn vak ook zo mooi, je luis-
tert steeds naar toekomstmuziek. Zo
houd ik het nog prima tien jaar vol.’
‘De luisteraar hoeft niet op zijn horloge te kijken, maar kan naar huis gaan met het gevoel: wat een mooie avond, ik had best nog méér willen horen.’
$GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
‘VANDAAG op bezoek geweest bij
meneer Maas in Bilthoven,’
schreef de componist Jaap
Geraedts in 1947 in zijn dag-
boek. ‘Rare man in een raar huis dat
Gaudeamus heet. Vroeger woonde
hier Julius Röntgen. Meneer Maas, die
eigenlijk pensionhouder is, wil hier
een muziekfeest organiseren ter ere
van jonge componisten.’
Walter Maas was een gedrevene, op
het excentrieke af inderdaad. Als
ondergedoken Duitse Jood had hij
in Nederland de oorlog overleefd en
wilde als dank daarvoor iets ‘terug
doen’. Hij koos voor de muziek, op
grond van het verleden van zijn villa,
ooit gebouwd door componist Julius
Röntgen. Dat was het begin van de
Gaudeamus Muziekweken, die al snel
uitgroeiden tot een festival met een
internationale reputatie. De orga-
nisatie, vanaf 1945 actief en in 1950
officieel opgericht als de Stichting
Gaudeamus (‘laten we blij zijn’), ont-
plooide nog vele andere initiatieven
op het gebied van nieuwe muziek.
Daaronder ook het Gaudeamus ver-
tolkersconcours, dat nog steeds elke
twee jaar gehouden wordt.
Maas was een kei op het gebied van
internationale contacten, waardoor
de stichting decennialang, samen
met muziekuitgeverij Donemus, de
belangrijkste speler in het veld van de
eigentijdse Nederlandse muziekcul-
tuur was. Tot in de jaren tachtig, toen
het kantoor naar Amsterdam werd
verplaatst, was de villa in Bilthoven het
zenuwcentrum van al die activiteiten.
OndankbaarDe formule van de Muziekweek is
in wezen steeds dezelfde gebleven.
Jonge componisten van over de hele
wereld sturen hun partituren in, een
jury (van oudere componisten) maakt
daaruit een selectie, en die werken
worden uitgevoerd, aangevuld met
een randprogrammering die in de
loop der jaren op diverse manieren
werd ingevuld. Vanaf 1957 werden er
tijdens de Muziekweek een of meer
compositieprijzen toegekend. Het
aantal inzendingen liep in topjaren op
tot bijna 400. Het spreekt vanzelf dat
die concerten, waarbij veelal ook or-
kesten betrokken waren, steeds vaker
buiten Bilthoven plaatsvonden.
‘De taak die de stichting zich stelt is
ondankbaar,’ schreef bestuurslid Ton
de Leeuw al in 1960. ‘Zij zoekt van de
moderne muziek het meest moei-
lijke, het meest onzekere aspect: het
ontluikende creatieve talent.’ Daarbij
hoort ook dat sommige bekroonde
componisten eendagsvliegen bleken,
terwijl andere deelnemers die buiten
de prijzen vielen, Louis Andriessen
en Richard Rijnvos bijvoorbeeld, later
juist internationale faam verwierven.
Ook grote componisten hebben ooit
een eerste opstapje nodig, en dat
biedt Gaudeamus.
ZelfstandigIn 1983 vond Gaudeamus onderdak in
Amsterdam, nabij Muziekcentrum De
IJsbreker. Toen dat in 2005 overging in
het Muziekgebouw aan ’t IJ, verhuisde
Gaudeamus vanzelfsprekend mee.
Onder druk van de overheid ging de
organisatie drie jaar later later op in
Muziek Centrum Nederland, waar ze
met haar internationale oriëntatie en
diversiteit aan projecten weldra niet
in het juiste hokje bleek te passen.
Als gevolg daarvan is de Gaudeamus
Muziekweek met ingang van 2011 een
zelfstandige organisatie geworden,
die nieuw onderdak heeft gevon-
den in de stad Utrecht, die in 2018
culturele hoofdstad van Europa wil
worden. Henk Heuvelmans, de derde
Gaudeamusdirecteur na de in 1992
overleden Water Maas, ziet de nabije
toekomst dan ook met vertrouwen
tegemoet: ‘Toen Gaudeamus vijftig
jaar bestond verscheen er een boek
met de titel Eeuwige jeugd. Zo voelt
het op dit moment nog steeds.’
Zestig jaar ontluikend talent
‘De Stichting Gaudeamus zoekt van de moderne muziek het meest moeilijke, het meest onzekere aspect: het ontluikende creatieve talent.’Ton de Leeuw, 1960
In 1945 opgericht als eenvoudig muziekfeest, groeide de Gaude-amus Muziekweek uit tot een festival met internationale reputatie. Een korte geschiedenis.
DOOR FRITS VAN DER WAA
Het nieuwe gebouw in Utrecht en Huize Gaudeamus in Bilthoven, ca. 1965
STIC
HTI
NG G
AU
DEA
MU
SSP
AA
RNES
TAD F
OTO
ARC
HIE
F
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK%
ZELFS verstokte Bach- en Brahms-
liefhebbers kan het niet ontgaan
zijn: elektronica is niet meer weg
te denken uit de concertzaal.
Het hoeft niet te verbazen dat ook
de Gaudeamus Muziekweek deze
ontwikkeling ten volle weerspiegelt:
niet alleen de jonge deelnemers,
maar ook de juryleden zijn verte-
genwoordigd met composities
waarin akoestische instrumenten zijn
verweven met elektronica. Daarnaast
zijn er interactieve klankinstallaties
te zien, waarin elektronica een relatie
aangaat met beeldende elementen.
En ten slotte worden twee ruimtelijke
weergavesystemen gepresenteerd,
die de luisteraar onderdompelen in
een surround klankervaring.
Hoe vanzelfsprekend de toepas-
sing van techniek in de muziek ook
lijkt, deze mogelijkheden zijn van
recente datum. Dankzij het specta-
culair toegenomen geheugen van de
huidige computer, de snelheid van de
processoren en de compactheid van
de apparatuur, zijn pas sinds een jaar
of tien veel muzikale ideeën daadwer-
kelijk uitvoerbaar op het podium.
Knip en plakIn de begindagen van de elektroni-
sche muziek – eind jaren vijftig – was
dat wel anders. Het vervaardigen
van een elektronisch werk was een
uiterst arbeidsintensief en tijdrovend
werk, dat bestond uit een omslachtig
proces van klankbewerking, gevolgd
door het letterlijk knippen en plakken
van stukjes geluidsband. Daarom
duurde het vaak wel weken, zo niet
maanden, voor zo’n elektronische
compositie klaar was. De componist
kwam uit de studio te voorschijn met
een geluidsband die in het bijzijn van
het publiek op een bandrecorder
werd afgespeeld.
Dat bleek tevens de achilleshiel van
de elektronische muziekpraktijk,
want het publiek zat een avondlang
naar een leeg podium te kijken, dat
hoogstens was opgesierd met een
bloemstuk (zoals bij de eerste con-
certen usance was) geflankeerd door
twee luidsprekers. Componist Ton
Bruynèl, een van Nederlands pioniers
op dit gebied, verzuchtte: ‘En dan zit
je dus twee uur naar je schoenveters
te staren.’
De onstuitbare opmars van
Elektronische muziek
In de begindagen zat het publiek een avond lang naar een leeg podium te kijken, dat hoogstens was opgesierd met een bloemstuk, geflankeerd door twee luidsprekers
Wave Field SynthesisHet WFS-systeem is gebaseerd op natuurkundige principes zoals die
in de zeventiende eeuw door Christiaan Huygens zijn geformuleerd.
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw werd het systeem voor het eerst
gebouwd door een groep studenten en promovendi (onder leiding van
de akoesticus Diemer de Vries) aan de TU in Delft. Dit idee sloeg ook in
internationale kringen aan. Een van de studenten, Marije Baalman, was
vervolgens betrokken bij de realisatie van een extreem grote versie in
Berlijn, bestaande uit 2704 luidsprekers verdeeld over 832 onafhanke-
lijke kanalen. Het essentiële verschil met stereo-, quadro- en octofonie
is dat de beweging van geluid niet langer wordt gesuggereerd, maar
dankzij het natuurkundige principe van een voortbewegend bolvormig
golffront (wave field) daadwerkelijk plaatsvindt. Er is dus sprake van een
natuurkundig beginsel in plaats van een psycho-akoestisch fenomeen.
De 192 luidsprekers waaruit het hier gepresenteerde WFS-systeem
bestaat, nodigen uit tot uiterst complexe composities, want de gelaagd-
heid kan variëren van 32 tot honderd stemmen, een vooruitzicht dat de
meeste componisten het zweet doet uitbreken. In de praktijk telt de ge-
middelde compositie dan ook slechts tien ‘bronnen’. Dankzij gebruiks-
vriendelijke software die componist Wouter Snoei voor het WFS-systeem
heeft ontwikkeld, kan iedere componist zijn muzikale idee over die bijna
200 speakers opsplitsen.
MUZIEKHUIS UTRECHT, 9 sept, 12.30 uur
Elektrische instrumenten, interactieve klankinstallaties en Surround Sound: de nieuwste vondsten in de elektronische muziek slingeren als een rode draad door de Gaudeamus Muziekweek. Korte schets van een spectaculaire ontwikkeling.
DOOR JACQUELINE OSKAMP
&GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
Al in de jaren zestig nam Bruynèl daar-
om een radicaal besluit: hij haalde de
muzikant terug op het podium. Bijna
al zijn composities zijn geschreven
voor de combinatie van een akoes-
tisch instrument met geluidsband
– ‘klanksporen’ in de terminologie van
Bruynèl. De performance was daar-
mee terug op het toneel en daarmee
ook de interactie tussen uitvoerder
en publiek.
SpookpianoIn het spectrum van elektronische
toepassingen is deze combinatie
van levende musici en elektronische
klanken uiterst vruchtbaar gebleken.
Vandaag de dag is het volkomen van-
zelfsprekend dat een componist zijn
kleurpalet uitbreidt met elektroni-
sche tinten of een extra elektronische
laag toevoegt aan een instrumentale
compositie. Het verschil met vroeger
is dat de geluidsband is vervangen
door de computer, die veel meer kan
dan een elektronische partij afspelen.
Zo kan de muzikant op het podium
geluiden (van hemzelf, van medemu-
zikanten of desnoods van het publiek)
opnemen en ter plekke met de com-
puter bewerken. Soms ligt in de com-
puter de structuur van de compositie
opgeslagen en leidt deze de muzikant
door het stuk heen. En natuurlijk kun-
nen in de computer samples worden
opgeslagen, geluidsfragmentjes van
‘buiten’, die met een druk op de knop
tot leven komen.
Al deze speelwijzen komen tijdens de
Muziekweek aan bod in de concerten
van Barbara Lüneburg, een violiste
met een grote staat van dienst op het
gebied van live elektronische muziek.
Een opmerkelijke variant op deze
combinatie van de traditionele instru-
mentale klankwereld en het elek-
tronische spectrum is het Disklavier
(zie kader), waaraan twee concerten
met nieuwe opdrachtwerken gewijd
zijn. Het Disklavier kan beschouwd
worden als de digitale opvolger van
de pianola. Deze spookpiano voert
op het podium een computerge-
stuurde partituur uit, maar brengt
wel vertrouwde pianoklanken voort.
Dat er veel meer mogelijk is met
het Disklavier bewijzen de nieuwe
composities van onder anderen
Danny de Graan, Robert van Heumen
en Daniel Schorno, waar ook laptops,
joysticks, kraakdozen en iPods aan te
pas komen.
SpeeldoosjesDe geschiedenis van de elektroni-
sche muziek toont een aantal rode
draden. Om te beginnen natuurlijk
de technologische vernieuwingen,
die de uitvoeringspraktijk flexibeler
en mobieler hebben gemaakt. Zo is
de uitvinding van Midi begin jaren
tachtig een belangrijke stap, omdat
dankzij dit ‘protocol’ verschillende
elektronische systemen met elkaar
kunnen communiceren. De introduc-
tie van de digitale techniek veroor-
zaakte zelfs een ware revolutie. En zo-
als het bij een echte revolutie hoort,
kwam daar ook weer een tegenreac-
tie op: een nostalgisch verlangen naar
het ouderwetse analoge geluid, dat
volgens de liefhebbers warmer, voller
en echter is – vergelijkbaar met de
al dan niet vermeende tegenstelling
tussen vinyl en cd. Ironisch genoeg
was het opnieuw de digitale techniek
die aan dit verlangen tegemoet komt
in de vorm van digitale plug-ins die de
onvolkomenheden van het analoge
geluid (tikjes, kraakjes, zwevende
noten) simuleerden.
De gelaagdheid van het hier gepresenteerde WFS-systeem kan variëren van 32 tot honderd stemmen, een vooruitzicht dat de meeste componisten het zweet doet uitbreken
WAVE FIELD SYNTHESIS, gemaakt door de Stichting Game of Life. Van dit mobiele systeem bestaan er maar één in de wereld
REN
E M
ESM
AN
''GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
Een tweede rode draad is de eer-
der genoemde zoektocht naar een
aantrekkelijker presentatie van
elektronische muziek dan het recht-
toe rechtaan tapeconcert. Een van de
‘oplossingen’ is de klankinstallatie (in
een galerie of in de openbare ruimte),
waardoor het geluid onderdeel is
van de omgeving waarin het wordt
gepresenteerd of één geheel vormt
met de visuele vormgeving van het
object. Tijdens de Muziekweek staan
een aantal klankinstallaties opge-
steld, waaronder Yesterday van Dyane
Donck en Evelien van den Broek die
bestaat uit een veld van 21 speeldoos-
jes (zie p. 12).
Een derde rode draad is het onder-
zoek naar de ruimtelijkheid van
elektronische muziek. In hoeverre kan
klank gecontroleerd door de ruimte
bewegen? Alle grote componisten,
van Pierre Boulez tot Karlheinz Stock-
hausen hebben zich over deze kwes-
tie gebogen en composities gemaakt
(met vier, acht of meer luidsprekers)
om hun bevindingen te illustreren. In
Nederland beschikken we sinds 2006
over het Wave Field Synthesis-sys-
teem (WFS, zie kader) dat bestaat uit
192 kleine speakers die in rekken om
het publiek heen staan. Voor compo-
nisten is dit een ideaal instrument om
het gedrag van geluid in de ruimte te
onderzoeken.
TotaalervaringTegelijkertijd sluit dit systeem perfect
aan op een trend binnen de podium-
kunsten die wel aangeduid wordt
met ‘immersion’. Het publiek wordt
ondergedompeld in een beleving of
bevindt zich in het centrum van de
artistieke actie. Van exclusieve mu-
zikale experimenten, zoals het WFS,
waarin zo’n zeventig luisteraars plaats
kunnen nemen, tot een mega-musical
als Soldaat van Oranje waarbij een
duizendkoppig publiek zich omringd
ziet door een audio-visueel spektakel
– het publiek is niet langer toeschou-
wer maar gaat kopje onder in een
totaalervaring.
In wezen bewerkstelligen Robert van
Heumen en Simone de Jong hetzelfde
in de geluidswandeling Like Harry.
Door de bezoekers een koptelefoon
op te laten zetten, geven ze direct
toegang tot de binnenwereld van
het fictieve personage Harry – vanuit
het idee dat, als het mogelijk zou zijn
één dag in het hoofd van een ander
te kruipen, je meer dan ooit van je
medemens zou begrijpen.
Van twee statische speakers op het
podium tot twee mobiele speakertjes
op het hoofd – in vijftig jaar tijd heeft
de elektronische muziek een specta-
culaire ontwikkeling doorgemaakt.
VAN SCHIJNDELHUIS
BARBARA LÜNEBURG, werken voor viool,
elektronica & video: 7 sept, 12.30,
20.00 en 22.45 uur
MUSEUM SPEELKLOK
LIKE HARRY, geluidswandeling met
mp3 speler van Simone de Jong en
Robert van Heumen.
Woensdag 7 september, vertrek
tussen: 11.00-12.00, 13.30-14.30,
16.00-17.00 uur
Zaterdag 10 september, vertrek
tussen: 11.00-12.00, 13.30-14.30,
16.00-17.00 uur
Zondag 11 september, vertrek tussen:
11.00-12.00, 13.30-14.30 uur
Een overzicht van de Gaudeamus
Muziekweek klankinstallaties staat op
pagina 23.
DisklavierAl sinds de negentiende eeuw bestaan er automatisch spelende piano’s,
gebaseerd op pneumatische techniek en verwisselbare papierrollen met
gaatjes. Een van de meest opvallende verschijningen was een Duitse vinding,
de zogeheten Vorsetzer. Dit apparaat werd voor de piano gerold en drukte de
pianotoetsen in met metalen staafjes. Ook de pianola stamt uit die tijd. Bij dit
instrument werden de pianotoetsen van binnenuit bewogen; er hoefde geen
apparaat meer voor de piano gezet te worden. De komst omstreeks 1990 van
elektronisch gestuurde pianola’s (waarvan de Yamaha Disklavier een van de
beste is) heeft het mogelijk gemaakt om akoestische piano’s te bespelen vanaf
een computer, via de Midi in- en uitgangen.
Het Yamaha Disklavier wordt al vele jaren gebruikt als solo-instrument door
componisten van hedendaagse muziek, vaak door Midi-files af te spelen of
via een computer met Midi-interface. Ook wordt het Disklavier vaak ingezet
in combinatie met live elektronica en/of andere akoestische instrumenten (al
dan niet Midi-gestuurd).
MUSEUM SPEELKLOK, 8 sept, 12.30 en 17.00 uur
Jacqueline Oskamp
is auteur van
Onder stroom –
Geschiedenis van
de elektronische
muziek in Nederland
(Ambo, 2011)
Midi-interface
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK'(
EEN witte kamer. Op de grond en aan
de muren liggen en hangen alle-
maal muziekdoosjes, van die kleine
metalen met een zwengeltje. De
zwengeltjes zijn echter vervangen
door een motortje, en die motortjes
zijn weer via lange snoeren ver-
bonden met een soort elektronisch
zenuwcentrum midden in de ruimte.
Hoe één zo’n muziekdoosje klinkt,
weten we allemaal wel: wie speelde
als kind niet eindeloos Für Elise of Het
Zwanenmeer door aan zo’n zwengel-
tje te draaien? Maar een heel orkest
van geautomatiseerde speeldoosjes,
als kleine beestjes verspreid door de
ruimte? Wie dat wil horen, moet naar
Museum Speelklok. Daar is Yesterday
te zien, zoals deze installatie van Dy-
ane Donck en Evelien van den Broek
heet. Hij was vorig jaar voor het eerst
te bewonderen op November Music
in Den Bosch. Het duo gebruikte 21
speeldoosjes met de gelijknamige
Beatles-klassieker. Soms is daar in-
derdaad een flard van te horen. Vaker
klinken echter drukke klankwolken,
plotselinge stiltes, of ongrijpbare
veelstemmigheid. Yesterday is een
klankinstallatie in optima forma: de
luisteraar kan in- en uitlopen in een
‘klankruimte’ waar alle zintuigen wor-
den geprikkeld. Het geluid is onte-
genzeglijk muzikaal, maar kent geen
begin of eind zoals een conventioneel
muziekstuk.
‘Een installatie geeft inderdaad een
ander soort beleving,’ zegt Dyane
Donck. ‘En hoe je iets beleeft, daar-
mee houd ik me bezig. Als je mensen
in een concertzaal zet, heb je ze daar
“vast” en kun je ze meenemen. Als
componist ben je de baas: “Nu ga je
dit meemaken’. Je speelt met oorzaak,
gevolg, verwachtingen. Bij instal-
laties doe je dat op een heel andere
manier.’
Houten dozenDat komt onder meer doordat er veel
aan het publiek wordt overgelaten. In
vergelijking met een ‘gesloten’ con-
certervaring is de installatie ‘open’: de
bezoeker moet letterlijk en figuurlijk
zijn eigen positie bepalen, en zelf
zoeken naar samenhang. En het kan
nog een stapje verder, in installaties
waar de bezoeker ook een actieve rol
heeft in de ‘muziek’. Een voorbeeld is
Dadoc van het duo Jeroen Strijbos en
Rob van Rijswijk (blijkbaar werk je aan
een installatie makkelijker met zijn
tweeën). Dadoc, ook te zien tijdens de
Gaudeamus Muziekweek, bestaat uit
een aantal grote, stijlvol vormgege-
ven houten dozen met luidspreker-
tjes erin. Daaruit klinkt elektronische
Wandelen door een klanklandschapTijdens de Gaudeamus Muziekweek zijn op verschillende plaatsen klank-installaties te beleven. In deze kunst-vorm werken ruimte, beeld en geluid samen om de luisteraar te verleiden.
DOOR JOCHEM VALKENBURG
WHISPERS, Jeroen Strijbos & Rob van Rijswijk DADOC, Jeroen Strijbos & Rob van Rijswijk
FOTO
S ST
RIJB
OS
& V
AN R
IJSW
IJK
'!GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
muziek, in elke doos iets anders. Het
publiek mag de dozen open en dicht
doen, en beïnvloedt zo zelf wat er
te horen is. Jeroen Strijbos legt uit
waarom ze zo te werk gaan: ‘Je kunt
elektronische muziek ook in een
concertsetting beluisteren, maar dat
is eigenlijk niet zo interessant, en het
publiek dat daar vrijwillig naartoe
gaat, is ook vrij klein. Wij zijn altijd op
zoek naar andere, aantrekkelijkere
manieren van luisteren. Dadoc mag je
aanraken. Je kunt als toeschouwer zelf
filteren en geluidslagen toevoegen of
weghalen.’
De lagen bestaan uit in de buitenwe-
reld opgenomen, musique concrète-
achtige geluiden, melodische lijnen
en stemklanken, legt Strijbos’ collega
Rob van Rijswijk uit. ‘Wij vinden het
interessant om die gelaagdheid te
laten zien. De verschillende lagen
beïnvloeden elkaar, en we zoeken
het liefst klanken bij elkaar die je nor-
maalgesproken niet samen hoort. Dat
kan bijvoorbeeld het geluid van een
krekel zijn, dat “botst” met het geluid
van een zoemende bij en een elektro-
nisch knettergeluid. Dan denk je: wat
heeft dát met elkaar te maken?’ zegt
Strijbos, ‘maar als je ze alle drie open-
zet, blijkt er een heel mooi tonaal
verband te ontstaan. Of onverwachte
ritmische verbanden, bijvoorbeeld
tussen het geluid van een hartslag en
een elektronische puls.’
Mysterieus gesisOpvallend is dat zowel Strijbos en Van
Rijswijk als Donck en Van den Broek
gebruik maken van bekende of zelfs
‘alledaagse’ elementen: speeldoosjes,
natuurgeluiden, kasten met deurtjes.
Donck ging in dat opzicht nog verder
met haar installatie Trek, die een
aantal jaren geleden in Antwerpen te
zien was. Achter de glazen deurtjes
van een automatiek lagen geen
kroketten of frikadellen, maar waren
gefluisterde fragmenten van erotisch
getinte fantasieën te horen. Ze legt
uit: ‘Ik ben wel een tijd bezig geweest
met het toegankelijk maken van mijn
werk. Dingen die alle mensen kennen,
dienen als een poort naar wat ze nog
niet kennen. Eigenlijk werkt het ook
wel zo in Yesterday, met de speeldoos-
jes, of in Johnny Space Cowboy, een
compositie met opnames van Johnny
Cash. Dat gebied waar bekend en on-
bekend samenkomen vind ik leuk.’
Voor hun installatie Whispers, die
straks in Vredenburg Leeuwenbergh
te zien is, lieten Strijbos en Van
Rijswijk vijf reusachtige keramieken
trompetvormige toeters maken – ook
weer een herkenbare vorm. Het zijn
luidsprekers voor een juist tamelijk
abstracte elektronische soundtrack
vol mysterieus gesis en gefluister, met
een repetitief, door sommige luiste-
raars ook wel als ‘meditatief’ ervaren
karakter. Omdat de vijf ‘trompetten’
verschillende kanten opwijzen, is
er vanuit elke hoek iets anders te
horen. Net als in Dadoc wordt het
publiek dus uitgenodigd om zich
te bewegen, en zo actief te ‘spelen’
met de verschillende geluidslagen
die gelijktijdig worden aangeboden.
Een belangrijke rol is weggelegd voor
fluisterende stemmen, vaak op de
grens van verstaanbaarheid. Strijbos
legt uit dat de stem in Whispers vooral
wordt gebruikt als op zichzelf staande
klank, al krijg je soms wel flarden van
zinnen of herkenbare woorden mee.
‘Het gaat naast de betekenis van een
woord ook over de manier waarop
het wordt uitgesproken, door een
man of een vrouw, om de relatie met
andere klanken, enzovoorts. Er is geen
doorlopende tekst met een verhaal-
lijn, maar losse klanken en woorden,
die de luisteraar in zijn hoofd eventu-
eel tot een verhaal kan completeren.’
GeluidsdoucheVan Rijswijk vult hem aan: ‘We zijn
erg geïnteresseerd in ‘micromodali-
teit’. We kijken in het kleinste detail
naar klank, en hoe die klank zich
voortbeweegt en ontwikkelt. Daarin
zit de muzikale spanning.’ Daarom
heeft het duo ook veel affiniteit met
wereldmuziek, legt hij uit. Micro-
modaliteit speelt daar vaak een
prominentere rol dan in de Westerse
(kunst)muziek. Een goed voorbeeld is
de Japanse shakuhachi. In het spel op
deze traditionele bamboefluit gaat
het vooral om de details in timbre,
Achter de glazen deurtjes van een automatiek lagen geen kroketten of frikadellen, maar waren gefluisterde fragmenten van erotisch getinte fantasieën te horen.
DADOC, Jeroen Strijbos & Rob van Rijswijk
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK'"
dynamiek en beweging. ‘Die drie
noten die je speelt zijn daar niet zo
belangrijk,’ zegt Van Rijswijk. ‘Het
gaat vooral om hoe je ze aanblaast
en van de ene naar de andere klank
gaat.’ Vanwege hun oor voor detail
vinden Strijbos en Van Rijswijk het van
het grootste belang dat hun instal-
laties zijn ‘afgemixt’ op de locatie
waar ze te zien zullen zijn. Niet alleen
Whispers en Dadoc, maar ook andere
creaties zoals de Soundspots, een
soort lampenkappen waaronder de
bezoeker een elektronische geluids-
douche ondergaat, kunnen op elke
gewenste locatie worden geïnstal-
leerd, maar niet zonder een uitge-
breid proces van afstemming op de
plaatselijke akoestiek en sfeer. Ook
tijdens het componeren denken ze al
na over de klankeigenschappen van
de plek waar de muziek uiteindelijk
te horen zal zijn. Die kunnen soms
heel extreem zijn, maar ze weigeren
dat als een hindernis te beschouwen,
vertelt Strijbos: ‘Het is de uitdaging
om op elke plek te kijken wat je
cadeau krijgt.’ Zo maakten ze ooit een
installatie in een ronde betonnen put
van dertig meter doorsnee op een
oud rioolverwerkingsterrein. ‘In het
begin denk je: wat een keihard geluid,
alles reflecteert, wat een tegenwer-
king,’ zegt Strijbos. ‘Maar we zijn er
juist méé gaan werken, door in onze
compositie gebruik te maken van
die reflecties. De ronding van die put
doet ook iets met het geluid. Zulke
dingen zijn we gaan opzoeken. We
streven altijd naar een installatie die
de locatie optimaal benut.’
Naar de garderobeEen nieuwe installatie die tijdens
de Gaudeamus Muziekweek zeker
door veel mensen gezien zal wor-
den, is Tuning In van de Sloveen Tao
G. Vrhovec Sambolec. Ook Sambolec
gebruikt nadrukkelijk de ruimte.
Hij zal namelijk een ‘geluidstunnel’
maken die het publiek in Vredenburg
Leeuwenbergh van de ingang naar
de garderobe leidt. Daar klinkt vanuit
acht luidsprekers het geluid van men-
sen die een klank of akkoord aanslaan
op een muziekinstrument, alsof ze
allemaal hun instrument proberen
te stemmen. De samples haalde
Sambolec allemaal van internet. ‘Ik
wilde refereren aan de specifieke
ruimte en context waarin Tuning in
gepresenteerd wordt, namelijk bij
een concert tijdens een festival voor
eigentijdse muziek,’ schrijft Sambolec
in een email. Het stemmen van de
instrumenten verwijst naar het haast
rituele begin van elk concert. Door de
klanken van internet te plukken, en zo
musici bij elkaar te brengen die eigen-
lijk gescheiden van tijd en plaats hun
instrument bespeelden, wilde Sam-
bolec echter ook een bredere vraag
aan de orde stellen. ‘Wat betekenen
een concertzaal en de begrensde
duur van een concert nog in onze glo-
bal network society?’ schrijft hij. ‘Voor
een concert is het van cruciaal belang
dat er op één locatie gelijktijdige ac-
tie plaatsvindt om de muziek te laten
ontstaan. Mijn installatie verwijst
naar muziek die zich op zo’n grote en
versnipperde schaal afspeelt dat het
menselijk oor haar normaal gespro-
ken niet kan horen.’ Zo onderschrijft
ook Sambolec het doel dat uiteinde-
lijk alle bouwers van klankinstallaties
lijken na te streven: het publiek op
een onbevangen manier, buiten de
reguliere concertpraktijk om, iets
nieuws laten horen, en misschien ook
nog wel aan het denken te zetten.
MUSEUM SPEELKLOK
YESTERDAY, Dyane Donck / Evelien van
den Broek
DADOC, Rob van Rijswijk / Jeroen
Strijbos
VREDENBURG LEEUWENBERGH
TUNING IN, Tao G. Vrhovec Sambolec,
tijdens en rondom de concerten
WHISPERS, Rob van Rijswijk / Jeroen
Strijbos, tijdens en rondom de con-
certen
Op pagina 23 een overzicht van alle
Gaudeamus Muziekweek klankinstal-
laties
Jeroen Strijbos: ‘Wij zijn altijd op zoek naar andere, aantrekkelijkere manieren van luisteren. Dadoc mag je aanraken. Je kunt als toeschou-wer zelf filteren en geluidslagen toevoegen of weghalen.’
YESTERDAY, Evelien van den Broek & Dyane Donck
EVEL
IEN V
AN D
EN B
ROEK
'#GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
TOEN Ned McGowan, artistiek leider
van Hexnut, me vroeg een nieuw
stuk te maken voor zijn ensemble
zei ik meteen heel hard ja. Ten
eerste omdat ik Hexnut zo’n goed en-
semble vind: ze zijn niet in een hokje
te plaatsen, ze kunnen evengoed
improviseren als noten lezen, ze spe-
len zo strak als een huis en ze rocken.
Daarbij is de bezetting volkomen maf:
zang, blokfluit, dwarsfluit, trompet en
toetsen. Hoe je voor die eigenzinnige
verzameling instrumenten plus een
stapel elektronica prachtige muziek
kunt schrijven, heeft McGowan meer-
maals bewezen. Bijvoorbeeld in zijn
aforistische cyclus Tools – daar kun je
niet naar luisteren zonder in dansen
uit te barsten.
De tweede reden waarom ik heel hard
ja zei, was omdat de nieuw geschre-
ven muziek verlucht zou worden
met foto’s van Edward Burtynsky,
een Canadese fotograaf die op een
adembenemende manier industriële
landschappen fotografeert. Op zijn
foto’s van dagmijnen, scheepsslope-
rijen, olievelden en fabrieken is elk
detail messcherp – je kunt tot diep in
het perspectief de kleinste dingen on-
derscheiden, terwijl het vaak gaat om
enorme oppervlaktes of werkruimtes.
Burtynsky maakte zijn foto’s met een
groot gevoel voor schoonheid, ook al
zijn het in werkelijkheid vaak lelijke
landschappen, aangetast door de
mens. Hoewel Burtynsky je achterlaat
met het gevoel dat we de wereld naar
de hel aan het helpen zijn, blijven
zijn foto’s het oog trekken. Zoals veel
mensen móeten kijken naar een ern-
stig verkeersongeluk.
McGowan liet me een aantal Burtyns-
ky-catalogi zien, waaruit ik een thema
mocht kiezen als uitgangspunt voor
mijn nieuwe stuk. Naar aanleiding van
zijn foto’s van een Chinese fabrieks-
hal bekeek ik een filmdocumentaire
gebaseerd op hetzelfde materiaal.
We zien arbeiders in eindeloze rijen
consumptiegoederen assembleren
of gereed maken. Aan het begin van
die film rijdt een camera langs die
werkbanken, in een stevige looppas.
Na een minuut of tien heeft hij het
einde van de hal nog niet bereikt. Ik
was verkocht: Chinese Manufacturing
zou mijn onderwerp worden.
Snelle, doorgedraaide machien-
tjesmuziek lag voor de hand. Maar
uiteindelijk heb ik traag voortstap-
pende muziek gemaakt op het korte,
proza-achtige gedicht met mooie
zinsafbrekingen van de Amerikaan
Robert Creeley. Het heet I Know a Man
en het gaat zo:
As I sd to my
friend, because I am
always talking, — John, I
sd, which was not his
name, the darkness sur-
rounds us, what / can we do against
it, or else, shall we &
why not, buy a goddamn big car,
drive, he sd, for
christ’s sake, look
out where yr going.
Creeley raakt in al zijn alledaagsheid
iets existentieels, zoals diepzinnig-
heid wel vaker van gewone dingen
komt. Creeley’s gedicht en Burtyns-
ky’s fabriekshal gaan wat mij betreft
over ons bestaan. Zijn woorden
zouden zelfs het motto bij Burtynsky’s
foto’s kunnen zijn. Immers de Chinese
arbeiders produceren de consump-
tiegoederen die ons schijnzekerheid
bieden. Creeley’s hoofdpersoon is als
een passagier, die zich in een neer-
stortend vliegtuig wanhopig vast-
klampt aan het opklaptafeltje. I Know
a Man nodigde uit tot het maken van
een eenvoudige, langzame song. Op
internet kun je horen hoe Creeley het
gedicht zelf voorleest: inderdaad met
geheimzinnige korte pauzes mid-
denin de zinnen. Dat kalme ritme met
zijn witjes is de basis geworden voor
mijn liedje.
VREDENBURG LEEUWENBERG
WRENCH, Hexnut, 7 sept, 21.00 uur
‘Snelle, doorgedraaide machientjesmu-ziek lag voor de hand. Maar uiteindelijk heb ik traag voortstappende muziek gemaakt’
Een kalm ritme met witjesDe Nederlandse componist Anthony Fiumara behoort tot de gelukkigen van wie een nieuw werk in première gaat tijdens de Gau-deamus Muziekweek. Hoe kwam zijn song I Know a Man tot stand?
DOOR ANTHONY FIUMARA
EDW
ARD
BU
RTYN
SKY,
CO
URT
ESY
TORC
H G
ALL
ERY,
AM
STER
DA
M &
NIC
HO
LAS
MET
IVIE
R G
ALL
ERY,
TO
RON
TO
Edward Burtynsky, China Men
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK')
HET kabbelende geluid van golven
en de adem van een sopraan: dat
waren de inspiratiebronnen voor
composities van respectievelijk
Yu Oda en Thierry Tidrow, twee van
de dertien genomineerden voor de
Gaudeamus Prijs. De Japanner Oda
(1983), die momenteel in Amsterdam
studeert, was gefascineerd door een
zogenaamd ‘zeeorgel’ aan de kust
van Kroatië. Orgelbuizen worden
daar aangestuurd door het vervor-
mende en repeterende geluid van de
golven – hetgeen Oda in The Scheme
of the Sea Organ vertaalde naar zijn
eigen Amsterdam Collage Ensem-
ble. ‘De samenstelling is uniek: drie
blokfluitisten, een basklarinettist
en twee slagwerkers,’ vertelt hij. ‘De
blokfluiten zijn in dit geval enorme
instrumenten, een soort orgelpijpen,
die goed combineren met onder
meer een Thaise gong. Er ontstaat zo
een nieuwe klankwereld. Het concept
is simpel: het repeterende geluid van
de golven lijkt een statisch effect te
creëren, maar de innerlijke ontwikke-
ling is groot.’
It had something to do with the telling
of time… is de raadselachtige titel van
het genomineerde werk van Thierry
Tidrow (1986). De Canadees wilde
spelen met de verwachtingen van
het publiek. ‘Het stuk is geschreven
voor instrumentaal ensemble en
sopraan,’ vertelt hij. ‘Maar zij heeft nu
eens geen expressieve, solistische rol.
Haar stem fungeert als instrument: ze
ademt zacht, maar dit geluid wordt
versterkt, waardoor het een zelfde
volume krijgt als bijvoorbeeld de
saxofoon en trombone. Ze lijkt heel
dichtbij maar is ook onderdeel van
het grotere geheel. Halverwege speel
ik een spel met de drie strijkers: je
ziet ze druk bewegen maar hoort ze
nauwelijks. Het totaaleffect is myste-
rieus en een beetje eng. Net als God,
misschien.’
InspiratieInspiratie en creativiteit genoeg bij de
nieuwste generatie componisten. Dat
maakte een selectie uit de honderden
inzendingen voor de Gaudeamus Prijs
niet eenvoudig. Mede verantwoorde-
lijk hiervoor is de Nederlandse Rozalie
Hirs, jurylid en componist. ‘De Gaude-
amus Muziekweek is een heel leuk en
belangrijk festival voor nieuwe mu-
ziek,’ vertelt ze. ‘Jonge componisten
krijgen de kans hun composities te
laten uitvoeren door topensembles.
Ze ontmoeten collega’s, wisselen
ervaringen uit en doen inspiratie
op bij elkaar. Daarom is niet de prijs
het belangrijkst, maar de week zelf.’
Hirs heeft zelf nooit aan de compe-
titie meegedaan. ‘Ik ben een echte
laatbloeier. Toen ik het eerste stuk
schreef dat ik goed genoeg vond om
in te sturen, was ik de dertig helaas al
gepasseerd.’ Veel van haar vrienden
werden genomineerd en wonnen
ook. ‘Het is een bepaald soort gedre-
ven mensen dat aan de Muziekweek
meedoet.’ Heeft de jury stijlvoorkeu-
ren? Hirs: ‘Niet echt. Het gaat veelal
wel om westerse kunstmuziek, maar
dat begrip kun je breed opvatten.
De belangrijkste kenmerken: het zijn
meestal als partituur genoteerde
stukken, waarin harmonie, melodie,
ritme, articulatie, frasering en vorm
een grote rol spelen. Improvisatie
komt bij de inzendingen nog niet
zo vaak voor, het muziekstuk moet
Talent, inspiratie en een beetje geluk
Yu Oda: ‘De blokfluiten zijn in dit geval enorme instrumenten, een soort orgel-pijpen, die goed combineren met onder meer een Thaise gong.’
Jaarlijks dingen honderden jonge com-ponisten van over de hele wereld mee naar de Gaudeamus Prijs. Dertien worden uitverkoren. Wat gebeurt er achter de schermen? Jurylid Rozalie Hirs en genomineerden vertellen.
DOOR FLORIS DON
Yu Oda
'$GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
in ieder geval door niet-ingewijde
musici op een herkenbare manier
uitvoerbaar zijn.’
KanshebbersDe jury is, net als het deelnemersveld,
internationaal. Hirs discussieerde drie
lange dagen met Tadeusz Wielecki
(Polen) en Miguel Azguime (Portugal).
‘Het was leuk om te doen, gedurende
die dagen raak je bevriend met elkaar.
We kozen voor stukken die duidelijk
iets communiceren. Wát ze com-
municeren verschilt per compositie.
Een goed basisidee is belangrijk,
maar we keken er ook naar hoe de
componist zijn idee verder uitwerkt
en of de verschijning ervan helder is.
Veel componisten sturen naast de
partituur een opname mee. Het is nog
steeds een beetje een taboe, maar:
dat helpt echt. Sommige vakgenoten
beweren dat je aan de bladmuziek
genoeg hebt, maar ik denk dat een
goede opname altijd een beter beeld
geeft en de inzender meer kans geeft
om genomineerd te worden.’
‘Als je 400 stukken toegestuurd krijgt,
zit er altijd wel iets goeds tussen, elk
jaar weer. We hadden stapels stukken
die we allemaal wel of juist niet goed
vonden. En dan is er nog een stapel
twijfelgevallen, composities waar één
jurylid moeite mee heeft. Dan krijg
je heel interessante discussies met
inhoudelijke argumenten. Wat overi-
gens niet wil zeggen dat een stuk aan
bepaalde vooropgezette stijlkenmer-
ken zou moeten voldoen. Elk genomi-
neerd stuk is heel gedreven gecom-
poneerd, dat voel je, maar qua vorm
en inhoud hebben we met opzet een
brede keuze gemaakt. Ook belangrijk:
je probeert je als jurylid bewust te zijn
van je eigen vooroordelen. Elk jurylid
heeft daar wel eens last van, ook al
zijn de inzendingen anoniem. Het zou
uiteindelijk niet mogen uitmaken of
de componist Amerikaan, Duitser,
man of vrouw is.’
En dan gaat de eigenlijke competitie
tijdens de Muziekweek nog beginnen.
‘Maar elk jurylid heeft zijn favoriete
top vijf meestal al in het achterhoofd,
al mag je dat officieel niet zeggen. Ik
heb al een vermoeden over de groot-
ste kanshebbers. Verrassingen zijn
niettemin goed mogelijk. De kwaliteit
van de uitvoeringen is belangrijk,
maar de meeste stukken bezitten
toch al een sterke eigen boodschap.
Als je een stuk tegen komt dat je echt
goed of mooi vindt, een stuk dat je
raakt, dan geeft dat een kick, het ver-
rijkt je.’
GelunchtHoe denken de genomineerden over
de Muziekweek? ‘Ik had al eerder
vergeefs naar een nominatie gedon-
gen,’ vertelt Thierry Tidrow. ‘Ditmaal
heb ik twee werken ingestuurd. Een
is geselecteerd. Ik ben hier natuurlijk
erg blij mee, maar geluk zal ook een
rol hebben gespeeld. Wellicht had de
jury net geluncht toen ze mijn stuk te
bekeken.’ Yu Oda had geen verwach-
tingen. ‘Het zal vaak afhangen van de
smaak van de juryleden,’ denkt hij.
Beide jonge componisten bevestigen
het – vooralsnog – gunstige muziek-
klimaat in Nederland, en het belang
van de Gaudeamus Muziekweek. Oda:
‘Ik heb ook in Los Angeles gestudeerd,
maar daar is het publiek minder geïn-
teresseerd in contemporaine muziek.’
Tidrow voltooide net een Masterop-
leiding aan het Conservatorium in
Amsterdam. ‘In Canada wordt keihard
bezuinigd op de kunstsector die daar
toch al klein is. Toen ik in 2009 naar
Nederland kwam, was ik verrukt door
het aanbod en zat ik twee maal per
week in het Muziekgebouw aan ’t IJ.
Onder meer Gaudeamus geeft me
de kans met prachtige ensembles te
werken. De Gaudeamus Prijs wordt
internationaal gezien als een prestigi-
euze erkenning. Laten we hopen dat
die unieke situatie behouden blijft.’
VREDENBURG LEEUWENBERGH
IT HAD SOMETHING TO DO WITH THE TELLING OF TIME…, Thierry Tidrow,
5 september, 20.15 uur
GEERTEKERK
THE SCHEME OF THE SEA ORGAN, Yu Oda,
6 september, 20.15 uur
Rozalie Hirs: ‘Veel componisten sturen naast de partituur een opname mee. Het is nog steeds een beetje een taboe, maar: dat helpt echt.’
Thierry Tidrow
Juryberaad. vlnr Rozalie Hirs, Tadeusz Wielecki en Miguel Azguime
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK'%
DoelenKwartetAls het beklimmen van de gevreesde
berg K2: voor veel jonge componisten
is het schrijven van een strijkkwartet
een absolute vuurproef. In de twin-
tigste eeuw is een duizelingwekkend
repertoire voor strijkkwartet ont-
staan, en ook nu worden er jaarlijks
tientallen kwartetten afgeleverd.
Het Rotterdamse DoelenKwartet is
gespecialiseerd in de hedendaagse
strijkkwartetmuziek. Tijdens hun re-
citals worden premières en moderne
kwartetten die repertoire houden
afgewogen gecombineerd. ‘De
Haydns en Schuberts kom je niet zo
snel tegen op onze programma’s. We
vinden dat het nieuwe kwartetreper-
toire meer verdieping moet krijgen,’
vertelt cellist Hans Woudenberg. ‘Dus
spelen we veel twintigste-eeuws werk
dat het verdient vaker gehoord te
worden. We creëren zo een heden-
daags strijkkwartetrepertoire dat veel
sneller rouleert.’ Het DoelenKwartet is
ontstaan uit moederschip het Doelen-
Ensemble. Hedendaagse muziek naar
een groter publiek brengen is altijd
het devies geweest. ‘Vanaf volgend
jaar wordt het DoelenKwartet een ei-
gen stichting. We hebben nu al kwar-
tetseries uitgezet in Rotterdam, Den
Haag en Breda,’ vertelt Woudenberg.
Op het Duitse label Cybele brengt het
DoelenKwartet cd’s uit met kwartet-
ten van Karl Amadeus Hartmann maar
ook bijvoorbeeld de onbekende Hans
Erich Apostel. ‘Binnenkort nemen we
kwartetwerk van Sándor Veress op.’
Bij de Gaudeamus Muziekweek zijn ze
al vijf jaar vaste gast. ‘Als er een kwar-
tet geprogrammeerd staat, worden
we opgeroepen,’ weet Woudenberg.
Dit jaar klinkt er een nieuw kwartet
van Diana Soh uit Singapore, een van
de voor de Gaudeamus Prijs genomi-
neerde componisten, getiteld [Ro]
ob[ta]ject[tions]. ‘Een virtuoos stuk
vol vervreemdende klanken, met een
prachtig diffuus geluid. Het gerenom-
meerde Arditti Quartet heeft het werk
eerder ingespeeld. Dan maak je wel
indruk als jonge componiste.’
GEERTEKERK, 6 september, 20.15 uur
VocaalLAB NederlandDe wonderbaarlijke menselijke
stem heeft nog lang niet al haar
geheimen prijsgegeven. Dat vindt
ook het in 2002 opgerichte Vocaal-
LAB Nederland, dat als geen ander
Nederlands ensemble de reikwijdte
van de zangstem verkent. Werken van
meesters als Luigi Nono en Georges
Aperghis tot de recente kameropera
The Cricket Recovers van Richard Ayres.
VocaalLAB fungeert daarbij als een
open platform of collectief bestaande
uit een poule van vijftien vocalisten
waaruit voor iedere productie geput
kan worden. ‘Zie ons als een atelier
voor de zangstem,’ vertelt artistiek
leider Romain Bischoff. ‘Soms initië-
ren we zelf een muziekevenement,
een andere keer worden we door
derden benaderd voor een muziek-
theaterwerk of speciaal concert.
Per productie worden de vocalisten
gecast, waarbij goed gelet wordt op
stemtype en karakter. Audities zijn te
allen tijde mogelijk.’
Het scala aan multidisciplinaire pro-
ducties waar VocaalLAB in participeert
is zeer breed. ‘Strikte pop of musical
moet je van ons niet verwachten.
Maar we werken wel samen met
breakdancespecialisten ISH waarmee
we Monteverdi in een hiphopjasje
hebben gestoken.’ Tijdens de Gaude-
amus Muziekweek is VocaalLAB vaste
gast. ‘Naast de werken die de jury
heeft geselecteerd, bieden we ook an-
dere jonge componisten een spring-
plank,’ geeft Bischoff aan. Zo is er een
voorproefje te horen uit VocaalLAB’s
nieuwe muziektheaterproductie De
Ensembles op klankenspeurtochtDe crème de la crème van de Neder-landse nieuwemuziekensembles treedt aan tijdens de Gaudeamus Mu-ziekweek met muziek waarvan de inkt maar net droog is. Een introductie.
DOOR MARK VAN DE VOORT
Doelenkwartet
LOU
IS H
AA
GM
AN
'&GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
blinden van Daan Janssens. ‘ Daarnaast
spelen we werk van het Franse enfant
terrible Raphaël Cendo. Een jonge
componist uit de Ircam-school van
Boulez die alles overboord gooit. In
zijn werk wordt werkelijk geen enkele
normale noot meer gezongen, hij is
compleet los van alle conventies.’
NICOLAIKERK, 9 september, 21.45 uur,
10 september, 20.15 uur
Orkest de ereprijsEen bezige bij onder de ensembles.
Al ruim dertig jaar zet het Orkest de
ereprijs zich in voor actuele mu-
ziek. Met als standplaats Apeldoorn
bestrijkt de ereprijs het hele land. Met
ongewone optredens die de grenzen
tussen muziektheater en totaalcon-
cert bewandelen. ‘We bevinden ons
op de rand van de officiële concert-
praktijk,’ vertelt artistiek leider en
dirigent Wim Boerman. ‘Met vers
gecomponeerde muziek voor een
uitzonderlijke orkest van houtblazers,
koperblazers, slagwerk, gitaren en
piano. We hebben een geheel eigen
kleur, van eigentijds klassiek tot jazz
en rock, het ligt allemaal binnen ons
bereik.’ Concerten van de ereprijs
verlopen ook nooit volgens het gang-
bare patroon. ‘Eerder willen we één
grote spanningsboog beschrijven,
zonder pauzes en changementen,’
legt Boerman uit. Een mooi voor-
beeld is het Orkest van de 21ste eeuw
(European Contemporary Orchestra),
een samenwerkingsverband van de
ereprijs met ensembles Musiques
Nouvelles (België) en Ensemble Télé-
maque (Frankrijk), in de woorden van
Boerman ‘een nieuw orkest waar-
mee we in de toekomst ongewone
concertvormen en producties kunnen
realiseren..’ De officiële première
van het orkest is in 2013 in Marseille,
maar tijdens de Muziekweek is al een
voorproefje te horen.
de ereprijs is ook de drijvende kracht
achter de jaarlijkse Young Composers
Meeting. Zestien geselecteerde com-
ponisten komen bijeen in Apeldoorn
en hun werk wordt beoordeeld door
een componistenpanel onder aanvoe-
ring van Louis Andriessen. ‘Tijdens de
Muziekweek spelen we de beste wer-
ken van de laatste twee Meetings. Zo
kijk ik uit naar Hussy van Trevor Grahl,
een heerlijk eclectisch, cartoonesk
stuk waarin allerlei muziekgenres in
ijltempo voorbijflitsen.’
DE NEUDE
ORKEST DE EREPRIJS
4 sept, 12.30 uur
CONSERVATORIUM UTRECHT
ORKEST DE EREPRIJS
6 september, 12.30 uur
SONNEBORGH
ORKEST VAN DE 21STE EEUW
10 september, 12.30 uur
InsomnioDe musici van Insomnio timmeren
keihard aan de weg. Een drukbe-
zochte concertserie, een eigen
muziekgebouw en een bewierookte
debuut-cd. Insomnio pakt de zaken
serieus aan in thuisstad Utrecht. Een
muziekensemble dat het eigentijdse
muziekrepertoire weer helemaal
onbevooroordeeld onder de loep
neemt. Van de klassiekers van Pierre
Boulez, György Ligeti en Jonathan
Harvey tot talloze premières zoals die
tijdens de Muziekweek gaan klinken.
‘Zie ons maar als allesvreters,’ glim-
lacht artistiek leider en dirigent Ulrich
Pöhl. ‘De ensemble-generaties voor
ons gingen heel hard voor één ding.
Pure specialisten zoals het Asko of
Xenakis Ensemble. Wij proberen een
zo breed mogelijk perspectief op de
moderne muziek te bieden. Onze mu-
sici hebben geen enkele moeite met
genrehopping. Wij leggen onze ziel
erin en het publiek pikt dat op.’ On-
langs repeteerde Insomnio in nauw
overleg met de 86-jarige maestro
Pierre Boulez diens Le marteau sans
maître. Daarvoor werd een klein Parijs
theatertje afgehuurd. ’Heel bijzonder,’
memoreert Pöhl, ‘we zijn dat stuk nu
opnieuw aan het instuderen voor een
cd- en dvd-opname.’
Insomnio heeft een hechte band
met de Gaudeamus Muziek week.
Sterker nog, de organisatie van Gau-
deamus huist tegenwoordig in het
muziekgebouw waar ook Insomnio
onderdak vindt. Tijdens het festival
moet Insomnio flink aan de bak. ‘Veel
componisten sturen ons op een ware
klankenspeurtocht,’ merkt Pöhl op.
Vijf werken staan op het programma.
Van een van de vorige prijswinnaars,
de Armeen Artur Akshelyan, spelen
ze een nieuw pianoconcert. ‘Een
volwaardige orkestcomponist die
in klankmassa’s en grootse gebaren
durft te denken.’
VREDENBURG LEEUWENBERGH
5 september, 20.15 uur
GEERTEKERK, 6 september, 20.15 uur
Orkest de ereprijs
DEE
N V
AN M
EER
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK(*
Götterfunken: de toestand in Europa
('GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
EIND juni, een Amsterdams terras.
‘Als ik dit interview niet had afge-
sproken, zou ik vandaag weer op
het Malieveld staan,’ zegt compo-
nist Wilbert Bulsink. ’s Anderdaags
liep hij mee in de Mars der Bescha-
ving, het grootscheepse protest
tegen de bezuinigingen op de kunst.
‘Vandaag keren we ons tegen de
bezuinigingen in de psychiatrie,’ vult
hij aan met strijdlustige blik. ‘Blijven
protesteren en zelf gewoon door-
gaan, dat is het enige wat we kunnen
doen onder deze regering.’
De dikke bos rood haar, de peinzende
blik, het bewegelijk lichaam, de lin-
kerhand bij het oor: wie hem destijds
zag, herkent hem meteen. Wilbert
Bulsink was elf jaar toen hij in 1994 de
hoofdprijs won van de eerste compo-
sitiewedstrijd voor kinderen van het
Nederlands Blazers Ensemble.
Bijna twee decennia en een veelbe-
lovende carrièrestart later moeten
we letterlijk en figuurlijk naar hem
opkijken.
Even terug naar dat prille begin. ‘Mijn
vader leerde me noten lezen toen ik
heel jong was,’ vertelt hij. ‘Op de pi-
ano wees hij aan welke toetsen daar-
bij hoorden. Ik vond dat fascinerend,
ik ging noten tekenen, improviseren
en componeren. Elk vrij moment
was ik ermee bezig. De prijs van het
Nederlands Blazers Ensemble was
natuurlijk een geweldige opsteker.
Na mijn eindexamen ging ik naar het
Conservatorium van Amsterdam. Al
mijn tijd aan muziek wijden, het leek
me geweldig.’
Gestopt‘Maar het viel tegen: mijn hobby werd
mijn werk. Mogen componeren werd
moeten componeren. Mensen in mijn
omgeving waren laaiend enthousi-
ast over me. Men vond mij een heel
goede, jonge componist. Zelf vond
ik dat niet. Ik had het gevoel dat ik
dat moest bewijzen en werd veel te
kritisch. Na twee jaar liep ik vast. Toen
ben ik een poosje gestopt. In die tijd
kreeg ik de Jan van Vlijmenprijs, een
aanmoedigingsprijs voor beginnende
componisten. Dat haalde me over de
streep.’
Bulsink bleef na zijn eindexamen niet
onopgemerkt. Hij kreeg opdrachten
van onder meer het Nieuw Ensem-
ble, ensemble Ziggurat, het Rosa
Ensemble & November Music en werd
beloond met verschillende prijzen.
Heeft hij wel eens meegedongen
naar de Gaudeamus Prijs? ‘Nooit, ik
vergeet het elk jaar weer,’ zegt hij
lachend, ‘maar ik vind het wel een
fantastische organisatie. Laatst was
ik in het Gaudeamushuis in Bilthoven
en realiseerde me dat Stockhausen,
Ligeti en Ferneyhough daar allemaal
geweest zijn. Wauw! Echt te gek!’
FietstochtOok zonder zijn eigen initiatief wist
Gaudeamus Bulsink te vinden. Dit jaar
werd hij uitgenodigd om een stuk te
schrijven voor het slotconcert van de
Muziekweek. Het werd Götterfunken
(goddelijke vonk/inspiratie), een
multimediaspektakel over nationale
identiteit, vreemdelingenhaat en
internationale eenheid, gebaseerd op
ervaringen tijdens een fietstocht door
Europa.
Bulsink, apetrots: ‘Samen met Geert
Glas, een oude schoolvriend, heb ik
een fietstocht gemaakt van 9000 km,
via Scandinavië naar Litouwen, Oekra-
ine, Roemenië, Turkije, Griekenland
en Macedonië.
Onderweg maakte ik dagelijks audio-
opnames van vijftien seconden:
natuurgeluiden, pratende mensen,
scheepstoeters, alles wat te horen
was. Geert maakte tekeningen. Met
dat materiaal zijn we naar het Rosa
Ensemble gestapt, een fascinerende
club, bestaande uit een toetsenist,
elektrische gitarist, bassist, slagwer-
ker en twee zangeressen. Heel ludiek,
alle leden kunnen ook improviseren
en componeren.
Götterfunken, ontleend aan het
Europese ‘volkslied’ (‘Alle Menschen
werden Brüder’), wordt een stuk over
de toestand in Europa op dit moment.
‘De sociaal-politieke omstandighe-
den in de landen die we bezochten
schemeren door in klank en beeld.
De samples en de gecomponeerde
muziek geven samen met de livepro-
jecties van Geerts tekeningen een
indruk van verschillende vormen van
nationale trots, soms resulterend in
discriminatie, maar ook van de hoop
“erbij te horen”, één te zijn met het
rijke Westen zonder de eigen identi-
teit op te geven. Götterfunken is, net
als de reis, een sprong in het duister.
Voor het publiek, maar zeker ook voor
ons.’
MUSEUM SPEELKLOK
GÖTTERFUNKEN, Rosa ensemble, Wilbert
Bulsink, Jeroen Kimman en Geert Glas,
11 sept, 17.00 uur
‘Götterfunken is, net als de reis, een sprong in het duister. Voor het publiek, maar zeker ook voor ons.’
9000 kilometer fietsten Wil-bert Bulsink en Geert Glas door Europa, onderweg geluidsopnamen en tekeningen makend. Het werd basismate-riaal voor multimediaspektakel Götterfunken, slotconcert van de Muziekweek.
DOOR MARIANNE BROEDERFOTO ROEL SIEBRAND
GAUDEAMUS MUZIEKWEEK((
zondag 4 september
UITFEEST, Orkest de ereprijs, Rosa En-
semble met werken van Trevor Grahl,
Michiel Mensingh
DE NEUDE, 12.30 uur (gratis)
maandag 5 september
INSOMNIO, Maciej Straburzynski, Laura
Sandee met werken van Vladimir Gor-
linski, Wei-Chieh Lin, Thierry Tidrow,
Artur Akshelyan, Sergey Khismatov
VREDENBURG LEEUWENBERGH, 20.15 uur
dinsdag 6 september
ORKEST DE EREPRIJS met werken van
Ryan Latimer, Peter McNamarra,
Thierry Tidrow, Benjamin Scheuer, Tre-
vor Grahl, Tadeusz Wielecki, Michael
Smetanin
UTRECHTS CONSERVATORIUM - Fentener
van Vlissingenzaal , 12:30 uur
DOELENKWARTET, Ensemble MAE,
Amsterdam Collage Ensemble, Brian
Archinal en Reinier van Houdt met
werken van Miguel Azguime, Ezequiel
Menalled, Diana Soh, Yu Oda, Chiu-Yu
Chou, Luiz Henrique Yudo, Nick Deyoe
GEERTEKERK, 20.15 uur
woensdag 7 september
LIKE HARRY, geluidswandeling van Si-
mone de Jong en Robert van Heumen
MUSEUM SPEELKLOK, vertrek tussen
11.00-12.00, 13.30-14.30,
16.00-17.00 uur
BARBARA LÜNEBURG met werken van
Arturo Fuentes, Lou Mallozzi, Malle
Maltis, Henry Vega, John Croft
VAN SCHIJNDELHUIS, 12.30 uur
VINCENT HEPP EN ELISABETH SMALT met
werk van Andrew McIntosh
VAN SCHIJNDELHUIS, 20.00 uur
WRENCH, Hexnut met werken van Jan Bas
Bollen, David Dramm, Anthony Fiumara,
Mayke Nas, Seung-Ah Oh, Ned McGowan
VREDENBURG LEEUWENBERGH, 21.00 uur
In aanvulling op dit programma start
om 20.00 en 22.45 uur in het Van
Schijndelhuis vioolconcerten met
Elisabeth Smalt en Vincent Hepp en
Barbara Lüneburg.
BARBARA LÜNEBURG met werken van
Marko Ciciliani, Yannis Kyriakides
VAN SCHIJNDELHUIS, 22.45 uur
donderdag 8 september
DISKLAVIER PLUS MUSEUM SPEELKLOK, 12.30 uur, Sarah
Nocolls met werken van Wouter
Snoei, Chad Langford, Gert-Jan Prins,
Hugo Morales
MUSEUM SPEELKLOK, 17.00 uur Step-
hanie Pan met werken van Daniel
Schorno, Robert van Heumen, Danny
de Graan en Julian Scordato winnaar
van de International Conlon Music
Prize for Disklavier Plus 2011.
THE NIGHT OF THE UNEXPECTED, Sarah Ni-
colls, Lean Left, Hauschka, Slagwerk Den
Haag, Erik Bosgraaf, Thundercat met
werken van Jorrit Tamminga, Rozalie
Hirs, Jacob van Eyck, Michel van der Aa
TIVOLI OUDEGRACHT, 20.30 uur
vrijdag 9 september
WAVE FIELD SYNTHESIS, Ryoko Imai met
werken van Ji Youn Kang, Yota Mori-
moto, Funckarma
MUZIEKHUIS UTRECHT, 12.30 uur
NIEUW ENSEMBLE met werken van Abel
Paúl, Yoshiaki Onishi, Noriko Koide,
Emre Kaleli
VREDENBURG LEEUWENBERGH, 20.15 uur
gekoppeld aan:
VOCAALLAB, Dirk Luijmes met werken
van Raffaele Grimaldi, Jacob Adler,
Giuliano Bracci
NICOLAÏKERK, 21.45 uur
zaterdag 10 september
LIKE HARRY, geluidswandeling van Si-
mone de Jong en Robert van Heumen
MUSEUM SPEELKLOK, vertrek tussen 11.00-
12.00, 13.30-14.30, 16.00-17.00 uur
OPEN MONUMENTENDAG
Orkest van de 21ste Eeuw, VocaalLAB
met werken van Ezequiel Menalled,
Christiaan Richter, Ted Hearne, David
Dramm, Pete Harden, Lionel Ginoux
SONNENBORGH, 12.30 uur
PERCUSSION TRIO met werken van
Jean-Luc Fafchamps, Iannis Xenakis en
Frank Zappa
HET UTRECHTS ARCHIEF, 12.30 uur
CELLO QUARTET met werken van Christi-
aan Richter, Lionel Ginoux en Claude
Ledoux
HUIZE MILENAAR, 13.30 uur
MIX-UP met werken van Ezequiel
Menalled, Pete Harden, David Dramm
en Ted Hearne
SONNENBORGH, 14.30 uur
VOCAALLAB, preview op het Avondcon-
cert
NICOLAÏKERK, 15.30 uur
VOCAALLAB met werken van Anna
Korsun, Raphael Cendo, Roderik de
Man, Daan Janssens, Luc Brewaeys
NICOLAÏKERK, 20.15 uur
gekoppeld aan:
SEATLLE CHAMBER PLAYERES, Tomoko
Mukaiyama met werken van Yannis
Kyriakides, Michael Mensingh
VREDENBURG LEEUWENBERGH, 21.30 uur
zondag 11 september
LIKE HARRY, geluidswandeling van Si-
mone de Jong en Robert van Heumen
MUSEUM SPEELKLOK, vertrek tussen
11.00-12.00, 13.30-14.30 uur
ENSEMBLE KLANG met werken van Sean
Friar, Kate Moore, Ted Hearne, Roi
Nachshon
VREDENBURG LEEUWENBERGH, 12.30 uur
GÖTTERFUNKEN, Rosa Ensemble, een
multimediaperformance van Wilbert
Bulsink, Jeroen Kimman en Gert Glas,
animatie
Aansluitend: uitreiking Gaudeamus
Prijs 2011
MUSEUM SPEELKLOK, 17.00 uur
Gaudeamus Muziekweek 2011 - Programma
(!GAUDEAMUS MUZIEKWEEK
Festivalhart Museum Speelklok
De centrale festivalkassa en infomatiebalie is geopend van 4 t/m 11 september
tussen 10.00 en 17.00 uur. Steenweg 6, www.museumspeelklok.nl
KaartverkoopOnline kaartverkoop vanaf juni via www.muziekweek.nl. Tijdens het festival
bij de centrale festivalkassa en vanaf een uur voor aanvang op de (meeste)
festivallocaties. Reserveren kan tijdens het festival via t 030-8200111 tussen
10.00 en 17.00 uur.
Avondconcert: ! 17.50, met korting ! 12.50. Lunchconcert: ! 5.00. Festival
Passe-partout (online te bestellen): ! 75.00, met korting ! 50.00. Korting voor
studenten, CJP en U-pas houders.
WebradioMediapartner de VPRO neemt dagelijks het complete festivalprogramma op
gepaard aan randprogrammering van Aad van Nieuwkerk. Streaming ‘s avonds
via www.radio4.nl/eigentijds.
Radio 4Avondconcert, Hoogtepunten uit de Gaudeamus Muziekweek, 15 september,
20.00-23.00 uur .
MUSEUM SPEELKLOK
KLANKINSTALLATIEROUTE 7, 10 en 11
sept, 12.00-17.00 uur
LIKE HARRY, wandeling met mp3 speler
van Robert van Heumen en Simone
de Jong, een muziekstuk dat de
wandelaar door de stad voert, 7, 10
en 11 sept.
MUSEUM SPEELKLOK
N20; MULTIVERSUM I + II, Dyane Donck /
Jake de Vos
YESTERDAY EN CIRCLECTRIC, Dyane Donck
/ Evelien van den Broek
SPEELDOOSJES UIT TIERKREIS, Karlheinz
Stockhausen
DADOC, Rob van Rijswijk / Jeroen
Strijbos
HUMMING BIRDS, Joost van Balkom
VREDENBURG LEEUWENBERGH
TUNING IN, Tao G. Vrhovec Sambolec
(tijdens en rondom de concerten)
WHISPERS, Rob van Rijswijk / Jeroen
Strijbos (tijdens en rondom de con-
certen)
THEATER KIKKER
DROPPER 01, Arno Fabre
DE NEUDE
KNIKTIKS, Hans van Koolwijk (onder
voorbehoud)
MUZIEKHUIS UTRECHT
WAVE FIELD SYNTHESIS, The Game of Life
Klankinstallaties
Voornaamste subsidiënten en (media)partners
Locaties
MUSEUM SPEELKLOK
(Festivalcentrum)
Steenweg 6
3511 JP Utrecht
UTRECHTS CONSERVATORIUM
Fentener van Vlissingenzaal
Mariaplaats 28
3511 LL Utrecht
DE NEUDE
De Neude
Utrecht
GEERTEKERK
Geertekerkhof 23
3511 XC Utrecht
MUZIEKHUIS UTRECHT
Loevenhoutsedijk 301
3552 XE Utrecht
NICOLAÏKERK
Nicolaaskerkhof 8
3511 XC Utrecht
SONNENBORGH
Zonnenburg 2
3512 NL Utrecht
TIVOLI OUDEGRACHT
Oudegracht 245
3511 NL Utrecht
VAN SCHIJNDELHUIS
Pieterskerkhof 8
3512 JR Utrecht
VREDENBURG LEEUWENBERGH
Servaasbolwerk 1A
3512 NK Utrecht
THEATER KIKKER
Ganzenmarkt 14
3512 GD Utrecht
HUIZE MOLENAAR
Korte Nieuwstraat 6
3512 NM Utrecht
HET UTRECHTS ARCHIEF
Hamburgerstraat 28
3512 NS Utrecht