Functionele Stabiliteit van Biopolymeren RAAK-PRO aanvraag i 6 september 2011 Functionele Stabiliteit van Biopolymeren 6 september 2011 polymeer granulaat / halffabrikaat product Een praktijkgerichte onderzoekssamenwerking tussen hogescholen, kennisinstellingen en MKB bedrijven op het expertisevlak van biopolymeren. De samenwerkende partners zijn AVANS, lectoraat Bio-based product development, Fontys hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen, lectoraat Thin Films & Functional Materials en Wageningen UR Food & Bio-based Research. De nu aangesloten beroepspraktijk bestaat uit de MKB-bedrijven Bato, Desch-plantpak, Imperial Ventures, Oerlemans Plastics, Optimum Bioplastics, Rodenburg en Synbra Technology en Innovatiecentrum Syntens.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag i 6 september 2011
Functionele Stabiliteit
van Biopolymeren
6 september 2011
polymeer granulaat / halffabrikaat product
Een praktijkgerichte onderzoekssamenwerking tussen hogescholen, kennisinstellingen en MKB bedrijven op
het expertisevlak van biopolymeren. De samenwerkende partners zijn AVANS, lectoraat Bio-based product
development, Fontys hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen, lectoraat Thin Films & Functional
Materials en Wageningen UR Food & Bio-based Research. De nu aangesloten beroepspraktijk bestaat uit de
Wageningen UR Food & Biobased Research, MKB-ers Rodenburg Biopolymers en Optimum Bioplastics, en
MKB-intermediair Syntens. Ook zijn MKB-producenten van grondstoffen en converters betrokken: Bato, Desch,
Imperial Ventures, Oerlemans en Synbra Technology. In het onderzoek worden verder eindgebruikers direct
aangesloten (o.a. agrofoodsector, bouw, ziekenhuizen en consumenten). Het project draagt in belangrijke
mate bij aan het bestaande robuuste Biobased Economy ‘ecosysteem’ in de regio Zuidwest-Nederland.
Netwerkvorming wordt verankerd door samenwerking met o.a. het Centre for Open Chemical Innovation te
Bergen op Zoom (COCI), het initiatief Biobased Innovations, het programma Biobased Performance Materials,
het Dutch Polymer Institute en het European Polysaccharide Network of Excellence.
Looptijd project en projectbegroting
Startdatum van het project is 1 april 2012 en einddatum is 31 maart 2016. De totale projectbegroting bedraagt
€ 1.056,510,- en gevraagde subsidie € 699.545,25. De eigen bijdrage van de projectpartners is 37%.
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 1 6 september 2011
1. Inleiding
Aanleiding en projectdoelstelling
Biopolymeren staan steeds meer in de belangstelling door afnemende beschikbaarheid van aardolie, stijgende
olieprijzen, strategische keuzes ten aanzien van afhankelijkheid van olieproducerende landen en de grote
kansen die agroproducten bieden. Vanzelfsprekend is daarbij ook het ‘groene label’ voor producten,
geproduceerd met ‘groene’ grondstoffen marketingtechnisch interessant voor het bedrijfsleven, want ook de
consument wordt kritischer ten aanzien van duurzaamheidsaspecten1.
De toepassing van biopolymeren in Europa spitst zich momenteel vooral toe op ontwikkeling van producten
met een beperkte gebruiksduur en een relatief korte afbreektijd. Voorbeelden van producten, die onder deze
noemer vallen, zijn plantenpotten, trays, clips, landbouwfolie, folie voor substraatteelt (de land- en tuinbouw)
en verpakkingsmateriaal (de verpakkingsindustrie). Het gedrag in de afvalfase wordt beoordeeld aan de hand
van de composteerbaarheid. Het keurmerk ‘composteerbaarheid’ is hier een voorbeeld van2.
Er komt echter meer aandacht voor het gebruik van biopolymeren in duurzame toepassingen, in termen van
lange gebruiksduur, zoals in de bouw, in elektronica applicaties (mobiele telefoons) en in de
automobielindustrie (dashboards, deurpanelen). Behalve de bio-stabiliteit van het materiaal zijn hier ook
thermische-, UV- en chemische stabiliteit van belang. Tot op heden is aan dit (fundamenteel)
onderzoeksgebied nationaal en internationaal weinig aandacht besteed.
Onderzoek naar de mogelijkheden voor biopolymeren was ook onderwerp van het in juni 2011 afgeronde
RAAK-project “Biopolymeren”. Dit project werd door Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen
(penvoerder), AVANS en Syntens als consortium vorm gegeven met daarnaast een aantal regionale MKB-
bedrijven. De projectdoelstellingen zijn meer dan gehaald. Het project heeft geresulteerd in een netwerk met
verscheidene nieuwe samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen onderling, tussen
onderwijsinstellingen en MKB bedrijven en verbanden tussen MKB bedrijven onderling.
De volgende twee belangrijke conclusies konden uit het desbetreffend RAAK-project worden getrokken:
1. Het ontstane netwerk wordt als zeer waardevol ervaren om biopolymeren een prominentere plaats
in de markt te geven. Onderzoek en samenwerking dienen derhalve gecontinueerd en uitgebouwd
te worden.
2. De enige manier om de toepasbaarheid van biopolymeren te verhogen is het ontwikkelen van meer
fundamentele kennis over de stabiliteit van biopolymeren.
Deze conclusies zijn de directe aanleiding geweest voor de opzet van praktijkgericht onderzoek ingebed in
deze RAAK-PRO aanvraag.
Onderzoeksvraag, onderzoeksplan, nieuwe kennis, inzichten en resultaten voor het beroepenveld
Centrale onderzoeksvraag in dit RAAK-PRO project is: Hoe kan optimale regie worden verkregen op de
functionele stabiliteit van biopolymeren in de productketen (verwerking van polymeer via granulaat naar
eindproduct)? De centrale onderzoeksvraag is in het onderzoeksplan vertaald in initieel 6 deelonderzoeken,
welke zich richten op de conceptontwikkeling van stabiliteitsmechanismen, op concrete proces- en
productontwikkeling en op toetsing van geproduceerde biopolymeren op eigenschappen bij (eind)gebruikers.
1 Policy paper on Bio-based Economy in the EU, Level Playing Field for Bio-based Chemistry and Materials, Michael Carus (Nova-Institute)
e.a., April 2011. 2 Product overview and market projection of emerging bio-based plastics, PRO-BIP 2009, Final report June 2009, Li Shen, Juliane Haufe,
Martin K. Patel, Group Science, Technology and Society (STS) Copernicus Institute for Sustainable Development and Innovation, Utrecht University, commissioned by European Polysaccharide Network of Excellence (EPNOE, www.epnoe.eu) and European Bioplastics (www.europeanbioplastics.org).
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 2 6 september 2011
Het praktijkgericht onderzoek zal plaatsvinden met de volgende consortiumpartners:
AVANS (penvoerder);
Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen;
Wageningen UR Food & Biobased Research (kennisinstelling);
Verwachte inhoudelijke resultaten van het project die doorwerken in de praktijk In concrete toepassingen
In het RAAK-PRO project worden circa 6 tot 10 effectieve nieuwe producten, granulaten, toepassingen en/of
productdesigns op basis van biopolymeren ontwikkeld en uitgewerkt. Gerelateerd aan de zes deelonderzoeken
kan dat concreet voor het beroepenveld bijvoorbeeld de volgende producten opleveren:
1. Begripsvorming stabiliteit van biopolymeren met initiële focus op bio-polyesters (thermisch, hydrolytisch,
rheologisch, UV): Door de kennisvergaring in de database wordt o.a. meer inzicht verkregen in hogere
verwerkingstemperaturen van biopolymeer-producten. De kennisvermeerdering draagt bij aan het
goedkoper worden van de productie, aan toename van het aantal toepassingen en aan prijsdaling per
eenheid. Hierdoor kan een breed scala aan synthetische polyolefine producten in bijvoorbeeld de land- en
tuinbouw vervangen worden, zoals potten, clips en labels.
2. Verbeteren van de fysische-reologische stabiliteit van bio-polyesters: PHA’s zijn één van de belangrijkste
nieuwe groepen bioplastics voor de toekomst. Het RAAK-PRO project draagt bij aan meer controle tijdens
verwerking over viscositeitsveranderingen (kristallisatie, smeltsterkte etc.). Hierdoor ontstaat een groter
scala aan toepassingen, zoals (thuis) composteerbare verpakkingen en producten met voldoende stabiliteit
gedurende gebruik. Voorbeelden van producten zijn maaltijdenverpakkingen, koffiebekers,
champignonstrays, thermoformplantenpotten, steakers, stampbeschermers en bindstrips.
3. Effect van vulstoffen op de biologische en thermische stabiliteit van bio-polyesters: Het deelonderzoek
draagt bij aan het verkrijgen van hogere stijfheid van bio-polyesters, goedkopere bioplastics en meer
functionele bioplastics. Hierdoor worden de eigenschappen beter vergelijkbaar met PET en PS. Gebruik van
PBS, PHB en sc-PLA materialen wordt dan mogelijk voor verpakkingsmaterialen van warm voedsel en
magnetronmaaltijden.
4. Effect van kristalliniteit op de biologische afbraak van biopolymeren: Het project geeft meer inzicht in een
snellere en meer getriggerde afbraak van biopolymeren voor de inzet in o.a. “home-composting”
producten, bijvoorbeeld een plantpot die met de plant in de grond kan worden geplaatst en die gedurende
de groei van de plant afbreekt.
5. Vertragen van de UV gevoeligheid (minder vergeling en verbrossing): Het project draagt bij aan de
robuustheid van bio-polyesters tegen UV. Dit biedt meer productmogelijkheden voor gebruik van
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 17 6 september 2011
transparante afdekfolies. Te denken valt aan afdekfolies in land- en tuinbouw en aan
consumentenverpakkingen, die transparant dienen te zijn en waarbij vergeling een kwaliteitsverlies is
(zoals bij vensterverpakkingen en tijdschriftfolies).
6. Het verkrijgen van optimale productdesign combinaties van bio-polyesters en zetmeel: Ontwikkeling van
nieuwe combinaties van bio-polyesters en zetmeel in dit RAAK-PRO project kan leiden tot een
multifunctioneel meerlaagsproduct, bijvoorbeeld een dubbellaagsfolie voor het verpakken van groente. De
buitenlaag is voldoende vochtwerend tijdens de gebruiksfase en de binnenlaag verschaft een betere
doorlaatbaarheid voor aanwezige gassen als water, zuurstof en kooldioxide.
Dergelijke nieuwe productvoorbeelden, granulaten, toepassingen en/of productdesigns op basis van
biopolymeren gaan de markt voor de toepassing van biopolymeren (in bedrijfsleven, agrofoodsector,
ziekenhuizen, bouw, evenementenorganisaties, consumenten, etc) zeer zeker positief beïnvloeden. Denk
verder ook aan toepassingsmogelijkheden zoals isolatieschuim, automobiel onderdelen, gebruik in
behuizingen van TV’s, computers, toetsenborden, stopcontacten, koffiezet- en scheerapparaten.
Verwachte inhoudelijke resultaten in het onderwijs in relatie tot met (inter)nationale netwerken
Zuidwest-Nederland is een sterke internationaal opererende biobased regio. De regio kent veel agro
productie- en verwerkingsbedrijven, heeft een sterke chemische industrie, een optimale infrastructuur met
twee wereldhavens, goede ontsluitende snelwegen en een goede kennisinfrastructuur met universiteiten en
hogescholen in en rondom deze regio. De resultaten van het RAAK-PRO project dragen gericht bij aan verdere
regionale structuurversterking van dit veelbelovende ‘ecosysteem’ op het gebied van Bio-based Economy en
mogelijke internationale uitstraling. De relatie met dit ecosysteem en andere (inter)nationale netwerken en
gremia wordt hier – niet uitputtend – weergegeven.
Businessplan "Bio-based Economy Zuidwest-Nederland, where Agro meets Chemistry"
AVANS participeert eveneens in de uitvoering van het Businessplan "Bio-based Economy Zuidwest-Nederland,
where Agro meets Chemistry" en heeft zitting in de governance structuur (o.a. regiegroep) om gezamenlijke
ambities te realiseren. Met het businessplan "Bio-based Economy Zuidwest-Nederland, where Agro meets
Chemistry" wordt status en richting gegeven aan de ontwikkelingen en potenties die kenmerkend zijn voor
West-Brabant in de bio-based economy. In het businessplan, dat is opgesteld door overheid, onderwijs en
ondernemers in het kader van de investeringsagenda Energie van de provincie Noord-Brabant, worden vijf
bakens onderscheiden, te weten: delen van faciliteiten, gezamenlijke R&D, onderwijs & kennis, regiopromotie
en financierings-instrumenten.
Bestaande initiatieven in Zuidwest-Nederland binnen het kader van de strategische biobased agenda zijn o.a.:
Centre for Open Chemical Innovation (COCI) in Bergen op Zoom: opzet van een campus Groene Chemie in
Bergen op Zoom met en voor biobased bedrijfsleven;
Biobased Innovations: Het BioBased Innovations (BBI) programma bestaat uit organisaties die willen
samenwerken op het gebied van Bio-gebaseerde innovaties. Doordat belangrijke grote en MKB-
organisaties uit de chemie-, food-, farma-, cosmetica- en agrosector samenwerken met o.a.
kennisinstellingen en andere bio-initiatieven komt de huidige Bio-dynamiek in een versnelling en wordt
deze versterkt door de structurele samenwerking in Zuidwest-Nederland.
Biobase Europe bestaat uit een proeffabriek (Gent) en een opleidingscentrum (Terneuzen). In de
proeffabriek kunnen bedrijven en kennisinstellingen hun biobased producten en processen testen en
optimaliseren. In het opleidingscentrum worden de procesoperators van de toekomst opgeleid.
Centre of Expertise Biobased Economy
AVANS heeft een onderscheidende kennispositie in de regio West-Brabant. Samen met haar directe partners
(bedrijven en kennisinstellingen) zal AVANS een Centre of Expertise Bio-based Economy opstarten. Eind 2010 is
een business plan opgesteld om inhoud en richting te geven aan het beoogde Centre of Expertise. Het Centre
of Expertise Bio-based Economy is de dragende kracht binnen het baken Onderwijs & Kennis van de regionale
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 18 6 september 2011
agenda "Bio-based Economy Zuidwest-Nederland, where Agro meets Chemistry". Inmiddels is onder regie van
AVANS een ‘Wetenschappelijke Raad’ samengesteld met een tiental hoogleraren vanuit meerdere
universiteiten en diverse disciplines, bedoeld om de noodzakelijke doorbraken op het terrein van Biobased
Economy te stimuleren. Het Centre of Expertise organiseert daarnaast de ideale connectie tussen de
kennisbehoeften uit de markt en de aanwezige expertise binnen onderzoeks- en kennisinstellingen vanuit alle
niveaus (MBO-HBO-WO) en kennisdisciplines. Als resultaat ontstaan ‘op maat’ clusters van deskundigen vanuit
bedrijven en kennisinstellingen die gezamenlijk projecten uitvoeren en onderzoeken doen en vult daarmee de
leemte op die bestaat tussen het onderwijs en het bedrijfsleven op vooral het terrein van het toegepaste
onderzoek. In een latere fase zal het kenniscentrum in samenwerking met het lectoraat Biobased Product
Development ook workshops, business meetings, innovatie-cafés en symposia organiseren.
BPM, DPI en EPNOE
Binnen het programma Biobased Performance Materials (BPM) werken diverse kennisinstellingen en
bedrijven aan de ontwikkeling van hoogwaardige toepassingen voor biopolymeren. Voor het
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie coördineert WUR-FBR dit programma;
Het Dutch Polymer Institute (DPI) is opgericht om een brug te slaan tussen kennisinstellingen en
industrie. DPI concentreert zich op pre-competitief onderzoek van polymeren en hun toepassing. Het
DPI-Value Centre richt zich expliciet op het MKB;
Het European Polysaccharide Network of Excellence (EPNOE) is een innovatief internationaal research
netwerk voor polysaccharide wetenschap. Binnen dit netwerk wordt gebouwd aan een sterke band
met de industrie, ontwikkeling van nieuwe producten en verbreiding van polysaccharide kennis.
8. Disseminatie van de resultaten van onderzoek
Verspreiding van kennis en ervaring in het consortium en onder de projectdeelnemers
De hoofdonderzoeker vanuit AVANS is eindverantwoordelijk voor de communicatie en tijdige terugkoppeling
van de deelonderzoeken met de projectpartners. Uiteraard hebben alle projectdeelnemers zelf ook de
verantwoordelijkheid om kennis en ervaring onderling te verspreiden. Binnen elk deelonderzoek dat
gerelateerd wordt om die reden gewerkt aan:
Uitwisselen van onderlinge kennis en ervaring en fungeren als elkaars klankbord;
Uitwisselen van contacten en netwerken;
Signaleren en adresseren van overstijgende vraagstukken op terrein van biopolymeren;
Bijdrage aan de regionale en landelijke profilering van de resultaten.
Deze aspecten zijn vaste agendapunten op de regelmatige deelproject-meetings met betrokken
projectdeelnemers. Alle kennis en informatie uit de deelonderzoeken zal toegankelijk zijn voor het consortium
en de overige projectdeelnemers. Tijdens het project wordt daarnaast twee maal per jaar een bijeenkomst
georganiseerd met alle consortium leden en overige projectdeelnemers. Onder leiding van de
hoofdonderzoeker wordt de voortgang door de diverse projecttrekkers gepresenteerd naar de hele groep,
waarbij ook de niet consortiumleden bij betrokken zijn.
Verspreiding van kennis en ervaring in het werkveld en methodes om ervaringen vast te leggen
Kennisdisseminatie via internet en publicaties:
Kennis zal worden verspreid via de websites van betrokken stakeholders;
Halfjaarlijks wordt de hele doelgroep uitgenodigd voor halfjaarlijkse bijeenkomst door middel van een
brief met daarin samenvatting van de resultaten en voortgang;
Circa 4 wetenschappelijk publicaties worden gepubliceerd in vooraanstaande vaktijdschriften;
Circa 4 semi-populaire publicaties worden gepubliceerd in relevante vakbladen en/of nieuwsbladen.
Kennisdisseminatie via prototypes en database:
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 19 6 september 2011
Circa 6 tot 10 prototypes van biopolymeerproducten worden gemaakt op basis van de gegeneerde
kennis. Prototypes worden gepresenteerd door bedrijvenbezoek en op relevante vakbeurzen;
Syntens koppelt resultaten regelmatig terug met het MKB;
Datasheets worden gemaakt van ontwikkelde producten (incl. verwerkingsrichtlijnen en protocollen);
De te ontwikkelen database met gegevens over biopolymeer bouwblokken en additieven wordt
toegankelijk gemaakt voor het consortium en aangesloten bedrijven.
Kennisdisseminatie via expertmeetings en netwerken:
Diverse colloquia en presentaties worden georganiseerd binnen onderwijs en beroepspraktijk. Via
openbare workshops, gekoppeld aan de expertmeetings, zullen de resultaten worden gedeeld;
Organisatie van een beroepspraktijk-symposium één maal per 2 jaar. Het eerste symposium zal
bescheiden van omvang zijn en een lerend karakter hebben. Het tweede symposium zal de
belangrijkste resultaten van het RAAK-PRO project uitdragen aan de beroepspraktijk en andere
geïnteresseerden. Het tweede symposium kan beschouwd worden als een slotconferentie;
1 internationaal symposium wordt bezocht met daarbij een poster of mondelinge presentatie;
Kennisuitwisseling met andere netwerken zoals het nationale Bio-based Performance Materials (BPM)
programma de NRK Bio-based cluster (NL Rubber- en Kunststofbranche), BCPN (Belangenvereniging
composteerbare producten NL), DPI-Value Centre, en Bio-based Innovations en de Universiteit Gent.
In onderstaande figuur zijn de kennisdisseminatie activiteiten samengevat. Alle projectinformatie is
beschikbaar voor consortiumleden en direct betrokken bedrijven. Andere stakeholders worden via publicaties,
lezingen en symposia geïnformeerd. Bedrijfsvertrouwelijke informatie wordt niet openbaar gemaakt.
9. Monitoring en Evaluatie
Gedurende het project heeft de hoofdonderzoeker de taak om de voortgang te monitoren en te evalueren. De
projectpartners in elk deelonderzoek zijn uiteraard ook zelf verantwoordelijk voor inhoudelijke en financiële
procesvoortgang. Voor de start van elk onderzoek wordt een begroting gemaakt door uitvoerende
onderzoeker(s) aan tijd, geld en mensinzet die hij/zij nodig heeft. Na afloop wordt de balans opgemaakt.
AVANS ziet toe op deze begrotingen en bewaakt het geheel.
Penvoerder AVANS zal SIA informeren over de voortgang en het effect van het onderzoek: er wordt jaarlijks
gerapporteerd over de voortgang van het project inclusief de ontwikkeling van de vastgestelde prestatie-
indicatoren (zie onderstaande tabel). Het consortium stelt zich beschikbaar voor werkbezoeken door OCW, SIA
en Auditcommisies en voor evaluaties tijdens of na afloop van het project.
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 20 6 september 2011
Prestatie-indicatoren
Omschrijving Bij aanvang Na afloop
Beroepspraktijk (voor alle regelingen):
Het aantal mkb-bedrijven dat actief deelneemt aan het project 8 30
Het aantal publieke instellingen dat actief deelneemt in het project 1 3
Het aantal professionals werkzaam bij publieke instellingen dat actief deelneemt in het project 3 10
Onderwijs (voor alle regelingen):
Het aantal docenten dat bij het project betrokken is 6 12
Het aantal studenten dat bij het project betrokken is 0 50
Internationalisering (verplicht voor RAAK-internationaal en indien van toepassing voor de andere regelingen):
Het aantal studenten dat in het kader van het project een deel van de studie bij een buitenlandse hogeschoolpartner (onderzoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling) volgt
0 4
Aantal docenten dat in het kader van het project een deel van het collegejaar bij een buitenlandse partner (onderzoeksinstelling/ bedrijf/instelling) aanwezig is
0 2
Aantal samenwerkingsovereenkomsten voor studenten/docenten-uitwisseling met buitenlandse hogeschoolpartners (onderzoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling)
0 2
Praktijkgericht onderzoek (voor alle regelingen):
Aantal onderzoeksgroepen van projectpartners (buiten de eigen hogeschool om) met actieve deelname van onderzoekers/medewerkers/studenten in het project
4 10
Aantal betrokken lectoren (binnen de eigen hogeschool) 1 3
Aantal betrokken lectoren (werkend bij een van de projectpartners) 1 2
Aantal betrokken onderzoekers (binnen eigen hogeschool) 1 3
Aantal betrokken onderzoekers (werkzaam bij projectpartners) 6 15
Cofinanciering (voor alle regelingen)
Bedrag (in cash+in kind) dat door hogescholen beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage
€ 129.984,75
Bedrag (in cash+in kind) dat door externe partners beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage
Het project wordt op hoofdlijnen aangestuurd door de Biopolymers Stuurgroep, waarin de consortiumpartners
zitting hebben: de hogescholen AVANS en Fontys, kennisinstelling Wageningen UR-FBR, de MKB-bedrijven
Rodenburg en Optimum Bioplastics en intermediair Syntens. De dagelijks projectleiding - in handen van AVANS
- stuurt de uitvoering aan van de deelonderzoeken, die elk hun eigen trekker(s) hebben. Er wordt een actieve
houding en ondernemerschap van de projecttrekkers verwacht. De hogescholen AVANS en Fontys zijn elk
verantwoordelijk voor de implementatie van de onderzoeksresultaten in de eigen onderwijspraktijk. De
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 21 6 september 2011
betrokken MKB-bedrijven en Wageningen UR-FBR zijn elk verantwoordelijk voor de implementatie van de
onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk. AVANS is eindverantwoordelijk voor de interne en externe (na
overleg) verspreiding van kennis uit het onderzoek. Deeltaken in de kennisverspreiding worden gedelegeerd
aan de consortiumpartners.
Het overall projectmanagement van het project ligt in handen van de AVANS lector Bio-based Product
Development en is gedelegeerd aan de hoofdonderzoeker vanuit AVANS. De hoofdonderzoeker is
verantwoordelijk voor de algehele inhoudelijke voortgang van het onderzoek. De zes deelonderzoeken worden
tijdens het project daar waar mogelijk parallel uitgevoerd onder leiding en coördinatie van deze
hoofdonderzoeker. De lector binnen AVANS hogeschool bewaakt de projectleiding en houdt de
projectplanning en benodigde diepgang van de diverse onderzoeken nauwlettend in de gaten. Daarvoor neemt
de lector enig onderzoek of begeleiding voor haar rekening. In onderstaand schema is de structuur van de
projectorganisatie weergegeven.
De taken van de projectleiding bestaan uit:
Bij aanvang van het project en bij aanvang van nieuwe deelonderzoeken: verdere uitwerking van het
strategisch onderzoeksplan in uitvoeringskaders en –formats in nauw overleg met de vraagkant;
Ondersteuning en vraagbaak bij de ontwikkeling van deelonderzoeken;
Inhoudelijke monitoring en procesbegeleiding (op afstand) van de deelonderzoeken;
Verzorgen van samenhang en afstemming van activiteiten tussen partners;
Uitvoering / delegeren van geplande communicatie-activiteiten naar projectpartners (o.a. Syntens);
Zorgdragen /delegeren van (inter)nationale kennisuitwisseling;
Verzorgen en bewaken van projectplanning;
Administratief en financieel projectbeheer en projectfinanciën;
Verzorging van jaarlijkse voortgangsrapportages aan SIA (met input van projectpartners);
Deelname reflectiebijeenkomsten SIA RAAK PRO.
Er wordt uitgegaan van een lichte en transparante organisatiestructuur, die vraaggerichtheid als leidend
principe hanteert in het onderzoek. Daarnaast wordt in de organisatiestructuur expliciet aandacht geschonken
aan ketensamenwerking met alle relevante actoren en aan cross-overs binnen en buiten de keten.
Onafhankelijk projectpartner Syntens zet daartoe bredere stakeholderbijeenkomsten op met deelnemers uit
met name het MKB. Verder verzorgt Syntens contacten en interviews met aanpalende bedrijven, symposia,
evaluaties en fungeert als klankbord voor het MKB.
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 22 6 september 2011
Bijlage I Curriculum Vitaes
AVANS Hogeschool
Hoofdonderzoeker Ir A van den Dool, docent Chemische Technologie bij de Academie voor Technologie, Gezondheid en Milieu bij Avans Hogeschool Breda Na zijn studie chemische technologie aan de TU Delft is Aart gestart bij Shell als procesontwerper bij international chemicals manufacturing (SICM) in Den Haag (88-93). Het procesontwerp werd voortgezet bij Purac, marktleider in melkzuur (93-96) en later als hoofd van de afdeling technologie en product ontwikkeling melkzuur en derivaten (96-08), gevolgd door project ontwikkelaar bij een klein innovatief ingenieursburo Bodec (08-09) en vanaf 2009 de huidige functie in onderwijs. De expertise van van den Dool is gelegen in projectacquisitie en uitvoering, procesontwerp, bioraffinage, biopolymeer technologie en duurzame energie. Speerpunt voor Aart is het onderhouden van relaties met het bedrijfsleven en de begeleiding en ontwikkeling van studenten in hun opleiding. Dit werk voert hij uit in opdracht van het lectoraat duurzame energie. Hij besteedt tijd in de PR voor de opleiding en heeft via technaplaza en technasium en profielwerkstukken contact met de middelbare school voor de directe recrutering van Havo en VWO Beta jongeren. Het is voor Aart belangrijk om betrokken te zijn bij visie, strategie van de academie en de recrutering van collega's. Het beleid in met name technologie ontwikkeling en investeringen op de Hogeschool heeft zijn focus en hij streeft een multidisciplinaire studentteam aanpak na in de uitvoering van projecten, meestal in opdracht van het bedrijfsleven. Zijn streven is om projecten zodanig vorm te geven dat de aspecten Inspiratie, uitdaging en een grensverleggende leerervaring herkenbaar zijn. Samen met Kees Kooijman vormt hij een tandem in de biopolymeer ontwikkelingen en is Aart coordinator van de minor biopolymeren met in 2011 de start van 10 projecten voor het bedrijfsleven in West Brabant. Een van de projecten betreft het opzetten van een eigen bedrijf in directe samenwerking met Starterslift, waarbij jonge technologen leren te ondernemen, te beginnen met de opzet van een succesvol businessplan met als doel marktleiderschap in duurzame "all natural" sieraden en accessoires. Beoogd Lector Biobased Product Development Dr. ir. G.C.H. (Dorien) Derksen, director, principal scientist, Rubia natural colours (Rubia nc) Dorien (1970) is in 2001 gepromoveerd als fytochemicus aan vakgroep bio-organische chemie WUR. Bij de start van Rubia nc heeft zij hier de teelt, de productiefabriek en laboratorium opgezet voor de productie van 150 ton natuurlijke kleurstof per jaar uit plantaardig materiaal. Na de marktimplementatie in 2007 heeft zij voor dit bedrijf succesvol diverse (gesubsidieerde) projectonderzoeken opgezet, waaronder in 2007 een NWO-Casimir subsidie met een zeer goed op persosonlijke titel. Hierdoor heeft zij een onderzoeksgroep van 5 fte (phD, MSc en BSc) kunnen oprichten welke deels werkzaam zijn bij Rubia nc en deels aan WUR. Ir. C. Kooijman, Avans Hogeschool Academie voor Technologie van Gezondheid en Milieu (ATGM), docent Chemische Technologie Na de studie Chemische technologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen, richting Technische scheikunde gestart bij het aardappelmeelconcern Avebe te Veendam als procestechnoloog. Een van de aandachtsgebieden was de selectie van extrusie-apparatuur en de verwerking van aardappelzetmeel (derivaten) in het extrusieproces. Na Avebe overgestapt naar Norit Activated Carbon en daar naast energie-onderzoek ook onderzoek uitgevoerd naar de extrusie van actieve kool. Sinds 2003 betrokken bij het onderwijs bij Avans hogeschool als docent Chemische technologie en Milieukunde, later hogeschooldocent bij de Academie voor Technologie en Management en sinds 2006 bij ATGM. Naast hogeschooldocent, majorverantwoordelijke voor de major Procesvoering en procesoptimalisatie, mede-initiator van de implementatie van biopolymeren in het onderwijsprogramma, stage-afstudeercoordinator en projectleider voor het aanvraagtraject van het SIA RAAK PRO Biopolymerenproject.
Fontys Hogeschool
Drs. Marloes H.C. Eijsvogels-van Leur, Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen, Chemie docent Na haar studie scheikunde heeft Marloes van 2000-2006 gewerkt bij DSM NeoResins in Waalwijk aan de ontwikkeling van watergebaseerde bindmiddelen voor in coatings. Zij heeft expertise opgebouwd op het gebied van synthese en applicatie van polymeren (bindmiddelen) in coatings. Vanaf 2006 is Marloes werkzaam
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 23 6 september 2011
bij Fontys Hogeschool TNW als chemiedocent. Naast “standaard” onderwijstaken als studieloopbaan-begeleider, projectbegeleider, stage- en afstudeermentor is zij projectleider geweest van twee RAAK Projecten, Smart Materials (2006-2008) en Biopolymeren (2009-2011) die beide zeer succesvol verlopen zijn. Ir. E.A.M. Smets, Fontys hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen, (kunststof)chemie docent Na zijn studie Scheikundige Technologie aan de TU Eindhoven is Guido gestart bij de hogeschool Venlo in de opleiding polymeerchemie. Bij deze opleiding was hij vooral verantwoordelijk voor de (kunststof)chemische vakken zoals organische chemie, de verwerking van kunststoffen en analysetechnieken. Doordat Hogeschool Venlo bij Fontys Hogescholen werd ondergebracht is de opleiding polymeerchemie verhuisd naar Eindhoven in 2000. Daar bleef hij verantwoordelijk voor voornamelijk de kunststofchemische onderdelen. Tevens onderhoudt hij concrete contacten met het bedrijfsleven als accountmanager. Verder begeleidt hij diverse onderzoeken (al dan niet samen met studenten) in kader van de kunststoffen.
Wageningen UR-FBR Ir. Gerald G.J. Schennink, Wageningen UR Food & Bio-based Research, Senior scientist biodegradable/renewable plastics Gerald Schennink is geboren in 1967 in Nederland. Hij heeft zijn opleiding tot werktuigbouwkundige gevolgd aan de Technische Universiteit Twente en de TU Eindhoven (specialisatie Polymeer Verwerking). Hij heeft enkele jaren gewerkt bij Philips op het gebied van spuitgieten. In 1995 is hij als projectleider gaan werken binnen de business unit Bio-based Products van Wageningen UR. Belangrijkste onderwerpen in deze projecten zijn de ontwikkeling van biodegradeerbare materialen/polymeren en/of productontwikkelingen op basis van deze biopolymeren. Gerald is (co-)auteur van meer dan 15 publicaties en patenten. Ir. Karin Molenveld- Wageningen UR-Food & Biobased Research Karin Molenveld is chemisch technoloog en is in 1994 afgestudeerd op het onderwerp polyester synthese via gecombineerde ring-opening polycondensatie reacties. Sinds 1994 is zij werkzaam bij FBR op het gebied van biopolymeren. Naast projectleider van diverse projecten is Karin binnen FBR inhoudelijk verantwoordelijk voor de werkzaamheden op het gebied van bioplastics. Sinds 2009 wordt Karin daarnaast ingehuurd door het DPI Value Centre als consultant op het gebied van bioplastics.
Optimum Bioplastics
Dr. Jeroen van Soest, Optimum Bioplastics, Innovatie manager Na zijn studie scheikunde heeft Jeroen in 1996 zijn promotieonderzoek bij Universiteit van Utrecht op het gebied van zetmeel bioplastics afgerond. Vervolgens heeft Jeroen zijn expertise op dit vlak verder uitgewerkt in diverse functies bij o.a. AT0-DLO, Wageningen UR, CPKelco en Meneba en diverse producten co-ontwikkeld zoals Solanyl, Optinyl, FlourPlast, FlourBond en CereBond-T. Hij heeft twee maal de Europese onderzoeksprijs “Prix Cerealier” gewonnen. Hij is op dit moment werkzaam als innovatiemanager bij Optimum Bioplastics. Jeroen is auteur van meer dan 70 wetenschappelijke publicaties en patenten.
Rodenburg Biopolymers
Aaik Rodenburg is directeur, oprichter en eigenaar van Rodenburg Biopolymers. Aaik beschikt over een enorme hoeveelheid kennis over gebruik van polymeren in toepassingen op basis van hernieuwbare grondstoffen zoals producten in papier, oliewinning en bioplastics. Jaap van Heemst is R&D manager Bioplastics bij Rodenburg Bioplastics. Jaap studeerde aan de Technische universiteit van Delft. Werkte o.a. bij A&F in Wageningen aan de ontwikkeling van bioplastics en is expert in de verwerking en ontwikkeling van zetmeel bioplastics. Jaap is (co-)auteur van meerdere publicaties en patenten.
Syntens
Alain Dirven Syntens, Innovatie adviseur Na zijn studie Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft is Alain werkzaam geweest bij verschillende kunststofverwerkende MKB bedrijven. In 1994 rondde hij de post HBO opleiding Kunststoftechnologie af. Als productontwikkelaar bij o.a. Ubbink, Wisa, Curver en Polynorm van Niftrik heeft hij een brede ervaring opgebouwd op het gebied van uitéénlopende kunststoftoepassingen en -verwerkingstechnieken zoals spuitgieten, thermovormen, blaasvormen, schuimen en profielextrusie. Sinds 5 jaar is Alain werkzaam bij Syntens als innovatie adviseur voor de maakindustrie.
Functionele Stabiliteit van Biopolymeren
RAAK-PRO aanvraag 24 6 september 2011
Bijlage II Omschrijving MKB-bedrijven
Bato
Bato plastics is een internationale leverancier van kunststof spuitgietproducten. Met een modern machinepark
werkt Bato vanuit 3 specialistische divisies: Kunststof producten voor de tuinbouw, Custom moulding en
Verpakkingen. De divisie Tuinbouwproducten richt zich specifiek op de moderne tuinder. Met de in eigen huis
ontwikkelde matrijzen worden binnen de divisie Custom Moulding tailor-made producten ontworpen en
vervaardigd. De ontwikkeling, productie en distributie van kunststof verpakkingen ten behoeve van de
voedingsindustrie is geconcentreerd binnen de divisie Verpakkingen.
Desch Plantpak
Desch Plantpak produceert thermovorm potten en containers, transporttrays, zaaitrays, verspeentrays en
perkgoed packs voor de professionele tuinbouw. Samen met de kweker komt Desch Plantpak tot klantgerichte
en inventieve oplossingen waarmee bedrijfsprocessen kunnen worden vereenvoudigd of
automatiseringsprocessen kunnen worden verbeterd. Alle activiteiten en innovaties zijn erop gericht om de
productieresultaten van de kweker te verbeteren en rendementen te optimaliseren. Desch Plantpak opereert
voor de mondiale tuinbouw. Naast thermovorm producten beschikt Desch Plantpak ook over een range
spuitgiet sierpotten, hangpotten, schalen en toebehoren, bekend onder de naam E-PLA range. De producten
van Desch Plantpak worden gemaakt van PP (polypropyleen),PS (polystyreen), PET (Poly-ester) of
biopolymeren. Daarnaast heeft men een product lijn op basis van het afbreekbare en hernieuwbare PLA (D-
grade). Met zeven productielocaties in vier landen (op twee continenten) en dealerbedrijven en klanten in zo'n
zestig landen is Desch Plantpak een echte wereldspeler.
Imperial Ventures
Imperial Ventures, onder leiding van Harry Keijzer, uit Halsteren is een jong bedrijf, dat zich bezighoudt met
het concretiseren van allerlei innovaties. Dit doen ze voornamelijk in opdracht van derden. Het ontwikkelde
prijswinnende (Design pressure cooker) concept, ABulbC, staat echter op hun eigen naam. Het product bestaat
uit drie tulpenbollen in een verpakking van biopolymeren. Het doel is om deze op basis van volledig
afbreekbaar materiaal te maken waardoor de bloembollen tegelijk met de verpakking de grond in kunnen.
Oerlemans
Oerlemans Plastics B.V. is een moderne onderneming met ruim 200 medewerkers gespecialiseerd in de
productie van hoogwaardige, flexibele kunststofverpakkingen en folie. Oerlemans Plastics levert in 30 landen
aan de sectoren land- en tuinbouw, industrie en verpakkingsgroothandel. Oerlemans heeft sinds 1966 ervaring
met kunststofproductie Oerlemans beschikt over 34 mono en co-extruders en vervaardigt materialen als LDPE,
LLDPE, MDPE, HDPE, Metallocenen en vele zeer succesvolle blends. Verder specialisatie in beroepsgroepen als