Door Michèle de Waard ‘A ls je ontslag neemt, kun je voor ons blijven werken.’ Dat kreeg de Limburger Rob Vriens, vakman in de bouw, op een dag van zijn baas te horen. Vriens (46) voelde niets voor vertrek. Hij werkte al twintig jaar met plezier bij het bedrijf AST Interieursystemen in Tegelen. Maar de duimschroeven werden aangedraaid. Het bedrijf wilde de helft van de 18 medewerkers kwijt. Als ze niet vrij- willig verhuisden naar de payroll van het uitzendbureau dat AST in de arm heeft genomen, moesten ze maar voor zichzelf beginnen. Als kleine ondernemer, zelfstandige zonder personeel (zzp). Een slinkse manier om het ontslagrecht te omzeilen als economische tegenwind opsteekt. Dus waagde Vriens de sprong naar de nieuwe tijd en voegde hij zich als zzp’er bij het legioen ‘flexwerkers’. Tegen wil en dank. Liever had hij de zekerheid van een vaste baan dan de onzekere vrijheid die met het leven van de flexwerker gepaard gaat. De groep flexwerkers groeit snel. Ook het aantal zzp’ers is verder ge- stegen, tot 722.000 dit voorjaar. Ze vormen een bonte verzameling, die met elkaar gemeen hebben dat ze geen vaste arbeidsovereenkomst be- zitten, maar een of andere vorm van een flexibel arbeidscontract. Een deel, doorgaans de beter opge- leiden, kiest vrijwillig voor deze ma- nier van werken. Hen lokt de autono- mie van de ‘vrije en mondige’ mens, als voorbeeld van modern leven. An- deren, zoals Rob Vriens, worden om bedrijfseconomische redenen ge- dwongen de zekerheden van de vaste baan vaarwel te zeggen. „Schijnzekerheden ”, zei ABN Am- ro-bankier Han Mesters onlangs. De wereld wordt steeds onvoorspelbaar- der; ook de ‘vaste ’ baan staat onder druk. Een zzp’er die werkt op ver- schillende projecten heeft eigenlijk een hogere marktwaarde dan ie- mand in vaste dienst, meent hij. Mes- ters doelt dan op de minderheid van beter opgeleide zelfstandigen die meer verdienen dan een modaal in- komen. Zestig procent van de zzp’ers, ook wel ‘zwoegers zonder personeel’ genoemd, verdient min- der dan 20.000 euro per jaar. Door de globalisering zal de trend naar flexibilisering verder doorzet- ten, verwachten ondernemers en ar- beidsmarktspecialisten. De verschui- ving van het economische zwaarte- punt naar het oosten gaat gepaard met een verhevigde concurrentie van sterk groeiende economieën. Het tempo wordt verder opgejaagd. De levenscyclus van producten wordt korter, net als de pieken en dalen in productieprocessen. „Wat wij nu hier doen kunnen an- deren in Azië straks ook”, zei Nout Wellink eind juni bij zijn afscheid als president van De Nederlandsche Bank. Er zullen volgens hem vaker recessies zijn en onverwachte tegen- slagen, ook op de arbeidsmarkt. Willen Nederlandse bedrijven blij- ven meespelen en hun toppositie in bepaalde markten behouden, dan moeten ze nog sneller zijn en nog flexibeler. Hun werknemers moeten dat ook. Ze zullen vaker van baan en beroep moeten wisselen. Jongeren moeten vaker een nieuw vak leren. Jonge professionals die dit jaar afstu- deren zullen gemiddeld elf verschil- lende werkgevers hebben gehad als ze met pensioen gaan. De grootste economische inzin- king in het naoorlogse Nederland, waarbij de economie in 2009 volgens de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met 3,5 procent kromp, werd grotendeels opgevangen door flexwerkers. Daar- door bleef de werkloosheid relatief laag. Bedrijven konden zich snel ont- doen van flexwerkers (‘flexibele schil ’) en wisten zo de kern van vaste werknemers te behouden. Tegelijkertijd kwam de tweede- ling op de arbeidsmarkt scherp aan het licht. Want in de sociaal kwetsba- re groep van flexwerkers en zzp’ers vielen de klappen. Ze werden werk- loos, zagen hun inkomen achteruit gaan en teerden in op hun spaargeld. Toen de economie vorig jaar aantrok, kregen zij als eersten weer werk. Heeft de flexwerker de toekomst en wordt de vaste baan verleden tijd? Wordt de arbeidsmarkt een draai- deur waar werkers regelmatig in- en uitstappen met minder sociale ze- kerheden? Is de flexibilisering door- geschoten, zoals voorzitter Agnes Jongerius van de vakcentrale FNV meent? Nederland hoort in Europa tot de landen met het hoogste aandeel flex- werkers, blijkt uit cijfers van Euro- stat, het Europese bureau voor de statistiek. Van alle Nederlandse werknemers (7,3 miljoen) heeft 18 procent een flexibel contract. Vooral na de eeuwwisseling is deze groep sterk gegroeid, hebben het Centraal Planbureau en het Re- searchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt van de Universiteit Maastricht becijferd. Alleen landen als Spanje (25 procent) en Portugal (22 procent) kennen meer flexwer- kers, blijkt uit hun recente studie La- bour Market Flexibility in the Nether- lands. De flexibilisering is sinds 2006 in een stroomversnelling terechtgeko- men. Zeker als mensen met kleine banen en zzp’ers worden meegere- kend, zegt Michiel Vergeer, de on- langs afgezwaaide hoofdeconoom van het CBS. „De opmars van de flex- Flexibiliteit is de maat der dingen Het aantal zzp’ers en werknemers met een flexibel arbeidscontract groeit snel. Een deel kiest voor dit autonome leven, anderen worden gdwongen door bedrijven die beter willen kunnen inspelen op de markt. Het leidt tot een samenleving met meer onzekerheden, meer risico’s en meer sociale ongelijkheid. Wie is de zzp’er? De groep die eigen baas wil worden – zelf- standige zonder perso- neel (zzp’er) – blijft groeien. Waren er in Nederland in 2001 nog 470.000 zzp’ers, in het eerste kwartaal van dit jaar is het aantal geste- gen naar 722.000, blijkt uit de jongste cijfers van het Centraal Bu- reau voor de Statistiek. Zeker 70 procent wordt zzp’er vanuit een vaste baan. In 5 procent van de gevallen oefende de werkgever druk uit op de werknemer om uit dienst te gaan. De groep zzp’ers is heel divers, van systeem- analist en computer- programmeur tot gra- fisch ontwerper, aan- nemer en veehouder. Tweederde van de zzp’ers is man. Zzp’ers zijn ondervertegen- woordigd in de leef- tijdsgroep tussen 25 en 35 jaar (16 procent) en oververtegenwoordigd in de groep tussen 35 en 65 jaar (78 procent). De meerderheid van de zzp’ers bestaat uit mid- delbaar en hoger opge- leiden. De moderne zzp’er werkt in de zake- lijke dienstverlening, de zorg, in de creatieve beroepen zoals de me- dia. Bijna 60 procent ver- dient minder dan 20.000 euro per jaar. Ruim 30 procent ver- dient tussen de 20.000 en 60.000 euro. Een kleine groep van 9 pro- cent heeft een jaarinko- men van meer dan 60.000 euro. Voor 72 procent is de onderneming de enige inkomstenbron. Bronnen: ZZP’ers in beeld, Sociaal-Econo- mische Raad; Zelfstan- digen zonder perso- neel – Economisch Instituut Midden- en kleinbedrijf; Arbeids- marktanalyse 2008 – Raad voor Werk en In- komen. De meeste zzp’ers verdienen minder dan 20.000 euro per jaar Kim Ravers is ‘visual writer’ en werkt als zzp’er. werker op de arbeidsmarkt gaat door. Conjunctureel en structureel.’’ E en op de vier werkenden heeft inmiddels een flexibel ar- beidscontract. Vergeer telt meer flexbanen in Nederland dan Eurostat: ruim twee miljoen. Hij somt op: het aantal zzp’ers stijgt ver- der. In 2001 waren het er 470.000; in het eerste kwartaal van dit jaar waren het er 722.000 geworden, 10 procent van de werkende beroepsbevolking. Daarnaast werken zeker 500.000 flexwerkers via uitzend- en detache- ringsbureaus. Ook zijn 137.000 Oost-Europeanen in Nederland ac- tief op basis van flexibele contracten. Verder hebben 800.000 tot 900.000 mensen een kleine baan van minder dan 12 uur in de week. Dat varieert van postbezorgers tot deeltijders in de gezondheidszorg. Randstad-topman Ben Noteboom zei bij de presentatie van de jongste cijfers te verwachten dat het aandeel flexibele arbeidskrachten structu- reel verder groeit. Dat ziet hij in de eigen uitzendbranche. Veel bedrij- ven willen de flexschil , die in de maak- industrie op gemiddeld 30 procent van het personeelsbestand wordt ge- schat, vergroten. Er zijn bedrijven die alleen nog flexwerkers hebben om zo efficiënt mogelijk mee te kun- nen ademen met de markt. Vlogen flexwerkers er tijdens de laatste recessie als eersten uit, tijdens het huidige herstel stromen ze in grote aantallen de bedrijven weer in. Bij de Veldhovense chipfabrikant ASML, maar ook bij DAF Trucks in Eindhoven is het nieuwe personeel niet aan te slepen. De vrachtwagenfa- brikant moest tijdens het dieptepunt van de crisis 2.000 flexwerkers en tientallen vaste krachten kwijt. In- tussen zijn er duizend nieuwe mede- werkers bijgekomen en is het speu- ren naar nieuwe vakkrachten. Ondanks deze trend hebben de meeste werkenden nog altijd een vas- te baan, zegt de Tilburgse arbeids- econoom Ronald Dekker. „In de peri- ode tussen 1996 en 2009 is het aan- deel werknemers met een vast ar- beidscontract vrijwel constant geble- ven: tussen de 75 en 80 procent van het totaal. Tien procent is zzp’er en ongeveer tien procent heeft een flexi- bel contract”, zegt Dekker, verbon- den aan het bureau ReflecT van de Universiteit van Tilburg, dat onder- zoek verricht naar flexibiliteit en so- ciale zekerheid op de arbeidsmarkt. De forse groei van flexwerk is niet ten koste gegaan van het aandeel vas- te banen. Volgens Dekker is flexwerk vooral gestegen door de toename van nieuwe banen. Deze ontwikkeling gaat door. „Flexibiliteit is onmisken- baar de maat der dingen”, zegt de Tilburgse arbeidseconoom. „Onder veel groepen beter opgeleiden – crea- tieven, IT-specialisten, handige vak- mensen – is het ‘in’ om zelfstandig te zijn. ” Daarnaast gaat outsourcing gepaard met flexibel werk. Om con- currerend te blijven trekken onder- nemingen zich terug op hun kernac- tiviteiten en stoten taken af aan an- dere bedrijven en aan zzp’ers. „Outsourcing blijft onverminderd de grote trend in het bedrijfsleven. Er lopen op de werkvloer meer men- sen rond die niet dezelfde werkgever hebben”, zegt Dekker. Payrolling bij- voorbeeld, zoals AST Interieursyste- men in Tegelen deed, wordt steeds populairder. Bedrijven besteden daarbij personeel uit aan een soort uitzendbureau (payrollbedrijf) en huren hetzelfde personeel goedko- per in zonder sociale lasten en tegen schralere arbeidsvoorwaarden. Ruim 140.000 werknemers zijn inmiddels in dienst van payrollbedrijven. Dat aantal zal naar verwachting stijgen naar 180.000 in 2012. F lexibel werk zal voorlopig doorzetten, zegt ook de Rot- terdamse socioloog en hoogle- raar Godfried Engbersen. „Het past in de trend van individualisering waarbij mensen regisseur moeten zijn van hun eigen bestaan.” Engber- sen ziet een samenleving ontstaan Mensen worden meer de regisseur van hun eigen bestaan Postbezorgers hebben vaak een flexibel arbeidscontract. Foto ’s Hollandse Hoogte met meer onzekerheden, meer risi- co’s en meer sociale ongelijkheid. Toch is de flexibilisering niet alles- overheersend, zegt hij. De omvang moet niet overdreven worden. Wel dienen sociale regelingen te worden aangepast, zodat ze ook in dienst staan van de flexibele mens, vindt Engbersen. „Het kan niet zo zijn dat alle sociale risico’s van werk- loosheid of ziekte op de flexibele werkers worden afgewenteld.” De Rotterdamse hoogleraar ver- wacht wel, anders dan Dekker, dat de vaste baan zal eroderen door flex- werk. Niet alleen in sectoren als de bouw, maar ook op de universiteit. Zo maakte uitgever Boom eerder de- ze maand bekend dat bij een reorga- nisatie tientallen vaste banen wor- den omgezet in freelance contracten. Ook blijken in Nederland minder flexwerkers door te stromen naar een vaste baan dan in andere Europese landen, blijkt uit onderzoek van de Tilburgse arbeidseconomen Ton Wilthagen en Ruud Muffels, even- eens aan ReflecT verbonden. Sinds de economische crisis kreeg slechts 16 procent van de jongeren na een jaar een vast contract. Toch ziet Engbersen, net als Dek- ker en Vergeer, grenzen aan flex- werk. „Goede bedrijven zijn gebaat bij loyale werknemers. Als er door de vergrijzing personeelstekorten ont- staan, zullen bedrijven geneigd zijn goede mensen vast te houden.” Grote ondernemingen zoals Phi- lips, Siemens of IBM lopen daar al op vooruit. Hun flexibele schil blijft be- perkt tussen 16 tot 20 procent. „Voor ons is de flexibiliteit van werkne- mers ín het bedrijf zeker zo belang- rijk ”, zegt Ido Shikma, Benelux-di- recteur Human Resources van IBM in Amsterdam. „Tot voor kort was de war on talent erop gericht overal ta- lent te rekruteren. Nu gaat het erom het talent in de onderneming te kwe- ken, beter te managen en ervoor te zorgen dat deze werknemers flexibel inzetbaar zijn, in verschillende func- ties. ” De mobiliteit van oudere werkne- mers laat immers te wensen over. Tussen 2008 en 2009 wisselde slechts 4,4 procent van de werknemers tus- sen 45 en 65 jaar van baan, blijkt uit een onderzoek van CBS en TNO. ‘Wat is jouw vijf jarenplan?’, is de vraag die Shikma voorlegt aan de cir- ca 7.500 medewerkers van IBM in de Benelux. Dat is voor veel mensen confronterend. Velen hebben daar niet over nagedacht en willen veilig aan hun functie vasthouden. Shik- ma: „Dit is noodzakelijk om oudere medewerkers, die langer zullen wer- ken, vitaal te houden.” Ron Vriens zou dat ook weer wil- len, een vaste baan. Na zijn ontslag werd hij zzp’er, als specialist in pla- fonds, wanden en timmerwerk. „Er was weinig animo”, zegt hij. Nu werkt hij via een uitzendbureau in de renovatie, in de stille hoop dat zijn baas hem wil houden.