1 Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 en aanbevelingen voor het beleidsplan 2019‐2022 januari 2018
1
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Evaluatie beleidsplan sociaal domein
2015 – 2018
en aanbevelingen voor het beleidsplan 2019‐2022
januari 2018
2
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Leeswijzer ................................................................................................................................................ 5
Transformatie sociaal domein; waar staan we ....................................................................................... 6
Samenvatting ....................................................................................................................................... 6
Visie en missie ..................................................................................................................................... 7
Toegang en inrichting .......................................................................................................................... 8
Jeugd.................................................................................................................................................... 9
Participatie ........................................................................................................................................ 10
Wmo 2015 ......................................................................................................................................... 11
Financiën, Sturing, Bedrijfsvoering, Informatievoorziening en Communicatie. ............................... 12
Aanbevelingen voor het beleidsplan sociaal domein 2019 – 2022 ....................................................... 14
Analyse .............................................................................................................................................. 14
Bevorderen van de integraliteit ........................................................................................................ 14
Opdrachtformuleringen om de ketensamenwerking te stimuleren ............................................. 15
Integraliteit van het beleid voor het Sociale Domein ................................................................... 15
Integrale toegang .......................................................................................................................... 16
Integraliteit tussen beleid en uitvoering ....................................................................................... 17
Integraliteit in de uitvoering tussen de drie decentralisaties ....................................................... 17
3D Integreren van de rollen coach/regievoerder .......................................................................... 18
De beweging van achteren naar voren ............................................................................................. 19
Cultuuromslag naar ‘U wordt altijd ondersteund bij het zoeken naar een oplossing voor uw
ondersteuningsvraag’. ....................................................................................................................... 19
Bijlage 1. Schema evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 ................................................. 21
3
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Inleiding
In oktober 2014 is het beleidsplan Samen voor Mekaar door de gemeenteraad van de gemeente
Oldebroek vastgesteld. Dit beleidsplan geeft de richting aan voor de jaren 2015‐2018 om de nieuw
overgekomen taken op het gebied van Jeugd, Zorg en Ondersteuning en Werk & Inkomen in de
gemeente Oldebroek op te pakken.
De overheveling van taken vanuit het Rijk beoogt een transformatie in het sociaal domein. Het
transformatieproces is gericht op het realiseren van beoogde inhoudelijke effecten van de
stelselwijziging namelijk snellere, betere, effectievere en integrale zorg en ondersteuning. Deze
verandering vraagt om een andere manier van denken en handelen. Er is een andere werkwijze en
houding van professionals en van inwoners nodig.
In deze evaluatie wordt terug gekeken op de missie/visie/doelstellingen en uitgangspunten uit het
beleidsplan Samen voor Mekaar en worden aanbevelingen gedaan op grond van de huidige stand
van zaken.
Missie gemeente Oldebroek ten aanzien van het beleidsplan sociaal domein: De gemeente werkt samen met de Oldebroekse samenleving aan een zelfredzame en samenredzame gemeenschap, waarbij inwoners, indien nodig, tijdige en juiste ondersteuning krijgen op het gebied van Werk & Inkomen, Zorg en Jeugd.
De focus van het vastgestelde beleid lag in de eerste jaren op de transitie van de drie decentralisaties Participatiewet, Wmo 2015 en Jeugdzorg, oftewel de overdracht van de verantwoordelijkheden vanuit het rijk en provincie naar de gemeente. De transitie heeft directe impact op de organisatie en uitvoering van de taken gekregen, omdat de verantwoordelijkheden van partijen wijzigden en financieringsstromen zijn veranderd. Er moest veel georganiseerd worden en inwoners, organisaties, maar ook de gemeente zelf moesten
een omslag maken van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.
Hoewel de vier jaren die deze beleidsperiode beslaat nog niet helemaal voorbij zijn, worden nu de
eerste drie jaren daarvan al geëvalueerd. Dat stelt de gemeente Oldebroek namelijk in staat om op
grond van de evaluatie ook alvast vooruit te kijken en input te leveren voor het nieuwe beleidsplan
2019 – 2022, dat in 2018 tot stand komt en in dat zelfde jaar door de gemeenteraad wordt
vastgesteld.
De gemeente Oldebroek heeft ervoor gekozen om de evaluatie te laten opstellen door een
onafhankelijk bureau, in dit geval door ‘KeizersVisser Overheidsconsultancy’. Het bureau heeft deze
evaluatie onafhankelijk geschreven en daarbij gebruik gemaakt van de beschikbare
klantentevredenheidsonderzoeken, cliëntervaringsonderzoeken, de kwartaalrapportages aan de
gemeenteraad, verschillende (tussen)evaluaties, aangevuld met zowel een aantal interne gesprekken
4
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
met beleid en uitvoering, een gesprek met de Adviesraad Sociaal Domein en een bijeenkomst met
stakeholders uit de verschillende domeinen1.
Op deze manier is een compleet beeld verkregen van de voortgang van de transformatie in de
gemeente Oldebroek tot nu toe, die daarnaast voldoende handvatten geeft om een aantal
aanbevelingen te kunnen doen voor het beleidsplan sociaal domein voor de volgende periode van
vier jaren.
Margit Bouman
Sr. Adviseur
1 Tijdens deze bijeenkomst waren onder meer aanwezig: Inclusief Groep, Dorpscontactambtenaar, Nummer 13, jongeren uit de gemeente, vrijwilligers uit de gemeente, leden van het Platform Informele Ondersteuning (ZorgSaam, Humanitas, Buurtbemiddeling, Present), meerdere (jeugd)zorgaanbieders, Stichting MEE (partner in het Sociaal Team), Stichting Jeugd Noord Veluwe, Goed Bezig, Klankbordgroep ‘t Loo.
5
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Leeswijzer
Deze evaluatie begint in hoofdstuk 1 met een beschrijving van waar de gemeente Oldebroek nu staat
in de transformatie van het sociaal domein. Dit is een beschrijving op hoofdlijnen. Vervolgens wordt
in hoofdstuk 2, eveneens op hoofdlijnen, een aantal aanbevelingen voor het beleidsplan beschreven
voor de nieuwe beleidsperiode 2019 – 2022. Hoofdstuk 2 start met een samenvatting van de
bevindingen in deze evaluatie.
Het totaal aan evaluatiepunten en aanbevelingen is terug te vinden in het schema in de bijlage.
De bijlage is opgebouwd aan de hand van de hoofstukken van het beleidsplan, dat bestaat uit negen
onderdelen:
1. Visie en missie
2. Toegang en inrichting
3. Jeugdzorg
4. Participatiewet
5. Wmo
6. Financiën
7. Sturing en bedrijfsvoering
8. Informatievoorziening
9. Communicatie
Schematisch wordt in de bijlage per hoofdstuk weergegeven wat de gemeente Oldebroek volgens
het vastgestelde beleid in het sociale domein wilde bereiken. Sommige uitgangspunten komen in het
vastgestelde beleidsplan terug in verschillende hoofdstukken. Voor de overzichtelijkheid is voor
gekozen om in deze evaluatie elk uitgangspunt maar één maal terug te laten komen.
Deze uitgangspunten staan in de eerste kolom van het schema. In de tweede kolom staat beschreven
hoe de gemeente Oldebroek dat betreffende uitgangspunt wilde bereiken.
Met de derde kolom is gezorgd dat in één oogopslag inzichtelijk wordt hoever het staat met de
uitgangspunten uit het vastgestelde beleid. Daarvoor worden de volgende vier pictogrammen
onderscheiden:
Resultaat bereikt, ga zo door.
Resultaat niet of deels bereikt, vervolgactie al ingezet bij de tussenevaluatie.
Resultaat niet of deels bereikt, vraagt om vervolgactie.
Resultaat niet bereikt, voortschrijdend inzicht leert dat dit niet verder moet worden doorgezet.
Vervolgens vormt de vierde kolom het hart van de evaluatie: Daarin wordt beschreven welk
resultaat er bereikt is of waarom het resultaat (nog) niet (geheel) is bereikt. De laatste kolom
tenslotte bevat aanbevelingen voor de nieuwe beleidsperiode.
De doelstellingen 2015‐2018 zoals vastgesteld op basis van de visie en de missie vindt u in aparte
kaders terug in het schema op de plaats waar zij het beste passen.
6
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Transformatie sociaal domein; waar staan we
Samenvatting
Ondanks dat de vier jaren van deze beleidsperiode nog maar voor driekwart is verstreken, kan
worden gesteld dat er in de afgelopen drie jaren veel is gebeurd en gedaan, met name op het terrein
van de transitie; het organiseren van de overdracht van de verantwoordelijkheden van uit het rijk en
provincie naar de gemeente. Zoals in het beleid al was beschreven heeft de transformatie naar een
bereidwillige samenleving meer tijd nodig.
Zichtbaar is dat, waar het vragen naar wat iemand zelf of met behulp van het eigen netwerk kan
eerder taboe was, deze vragen inmiddels al steeds normaler worden gevonden.
Inwoners weten de toegang naar de benodigde ondersteuning goed te vinden. Op procesniveau is de
overheveling van taken goed opgepakt. Iedereen met een ondersteuningsbehoefte heeft passende
ondersteuning ontvangen.
Ten aanzien van de informatievoorziening is de aansluiting op de landelijke systemen gerealiseerd.
Inmiddels is de administratie op orde en zijn achterstanden weggewerkt.
Medio 2016 is een eerste tussenevaluatie gehouden en op grond van de uitkomsten daarvan zijn
inmiddels een aantal acties ingezet, om de basis verder op orde te krijgen. Het gaat hierbij om
versterking van de mantelzorg, de aansluiting 18‐/18+, de verbinding tussen onderwijs en jeugd en
de aansluiting van de formele op de informele zorg. De effecten van deze acties konden ten tijde van
het opstellen van deze evaluatie nog niet zichtbaar worden gemaakt. De verwachting is dat de
vruchten daarvan in 2018, het laatste jaar van deze beleidsperiode geplukt kunnen worden en de
uitkomsten hiervan zullen uiteraard meegenomen worden bij het opstellen van het beleidsplan voor
de periode 2019 – 2022.
De voorbije beleidsperiode heeft een goed zicht geschapen op wat er moet gebeuren om de
transformatie in de komende beleidsperiode een stap dichterbij te brengen. Daarvoor is het
noodzakelijk om nog integraler te gaan (samen) werken. Zo zijn de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet
en Participatie nog te veel gescheiden werelden en wordt nog onvoldoende structureel integraal
samengewerkt. Dit geldt ook voor de samenwerking op cliëntniveau tussen de uitvoerende partijen.
Monitoring op cliëntniveau is een belangrijk aandachtspunt. Het gaat er hierbij om dat cliënten ook
na de toekenning van een voorziening gevolgd blijven worden, zodat het resultaat van de voorziening
zichtbaar wordt gemaakt en er nazorg kan worden verleend.
Professionals zitten nog te weinig in de ondersteunende rol en te veel in de uitvoerende/zorgende
rol. Zij kunnen meer gebruik maken van informele netwerk rondom de cliënt. Door de energie meer
te richten op het ondersteunen van het informele netwerk komt de omslag van ‘zorgen voor’ naar
‘zorgen dat’ nog beter van de grond.
Voor het bewerkstelligen van de cultuuromslag die noodzakelijk is om de transformatie te realiseren
moet er aandacht zijn voor de boodschap dat de gemeente altijd, samen met de cliënt zelf, op zoek
gaat naar een goede oplossing voor de ondersteuningsvraag , maar dat het niet altijd noodzakelijk is
dat deze oplossing wordt geboden in de vorm van een individuele‐ of maatwerkvoorziening.
7
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Visie en missie Er is heel veel gebeurd en gedaan. Er is keihard gewerkt om vorm en inhoud te geven aan de
transformatie van het sociale domein. Echter dat de gemeente Oldebroek na vier jaar nog niet klaar
is met het verwezenlijken van haar missie, was al duidelijk op het moment dat het beleid is
vastgesteld voor de periode die nu voor het grootste gedeelte achter ons ligt.
De kern hiervan staat beschreven in de inleiding van onderdeel 9 in het beleidsplan:
De transformatie naar een bereidwillige samenleving zal naar verwachting nog jaren nodig hebben. Met het programma ‘Oldebroek voor Mekaar’ wordt aan die ontwikkeling doelgericht gewerkt, samen met partners in de samenleving. In 2014 richten we de nieuwe structuur in (nieuwe taken, 1 nieuwe werkwijze). Op 1 januari 2015 staan we klaar. Via een geleidelijke transformatie zijn we in 2018 klaar met de structuuromslag. De cultuuromslag duurt veel langer, misschien wel (meer dan) een generatie.
Uit het beleidsplan sociaal domein 2015‐2018.
De afgelopen jaren heeft de gemeente Oldebroek zich vooral gericht op het neerzetten van het
uitvoeringsproces en de werkwijze. Hoewel er zeker een goede start gemaakt is met de voor de
transformatie benodigde structuuromslag, moet de daadwerkelijke cultuuromslag verder worden
ontwikkeld in de volgende beleidsperiode. De gemeente Oldebroek dient zich in de volgende
beleidsperiode dan ook vooral te richten op het realiseren van de inhoudelijke visie, bewustwording
en cultuuromslag.
Ook in de tussenevaluatie, die in de loop van 2016 is opgesteld werd de conclusie getrokken dat de
inhoudelijke doelstellingen uit het Beleid 2015‐2018 nog niet worden behaald. ‘De transitie is gelukt,
maar de transformatie neemt langere tijd in beslag en is complex.’
Wel is zichtbaar dat, waar het vragen naar wat iemand zelf kan of wat hij met behulp van zijn
omgeving kan eerder taboe was, deze vragen inmiddels al steeds normaler worden gevonden.
Hierdoor ontstaan ook meer mogelijkheden om informele hulpverlening in te zetten.
Op basis van de tussenevaluatie is een aantal maatregelen getroffen, waarop extra wordt ingezet in
2018, het laatste jaar van deze beleidsperiode. Het gaat hierbij om versterking van de mantelzorg, de
aansluiting 18‐/18+, de verbinding tussen onderwijs en jeugd en de aansluiting van de formele op de
informele zorg.
8
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Toegang en inrichting
De toegang is een eerste contactmoment voor mensen die een vraag hebben op het gebied van wonen, werk, opvoeding, zorg of ondersteuning. Dit eerste contactmoment gaat de gemeente zo dicht mogelijk bij de burger organiseren. Het kan bij de mensen thuis zijn (het keukentafelgesprek) of op school, bij de huisarts, via een digitaal/fysiek loket.
Uit: Beleidsplan sociaal domein 2015‐2018. Onderdeel 2 Toegang & Inrichting
Basisprincipes die voor de toegang en inrichting in het vastgestelde beleid zijn geformuleerd zijn:
De toegang is in de ogen van de inwoners logisch en dichtbij georganiseerd;
De toegang tot voorzieningen wordt onafhankelijk van het aanbod georganiseerd;
Er is sprake van integrale ondersteuning;
Het informele netwerk vormt de basis voor de in te richten sociale basisinfrastructuur;
De gemeente richt zich op de rollen als regisseur en opdrachtgever en is verantwoordelijk
voor het resultaat.
Uit de cliëntervaringsonderzoeken komt naar voren dat inwoners van de gemeente Oldebroek de
toegang naar de benodigde ondersteuning goed weten te vinden. Zo heeft het Sociaal Team een
gezicht gekregen voor de inwoners. Daarbij dient wel de aantekening te worden gemaakt dat de
inwoners die hiervoor benaderd zijn al klant zijn en dus blijkbaar de weg al hebben gevonden. Tijdens
de telefonische interviews werd echter ook duidelijk dat een aantal inwoners er bewust voor heeft
gekozen om voor een (andere) hulpvraag geen contact te zoeken met de gemeente met als redenen:
‘het duurt te lang’, ‘ik kan het niet betalen’ of ‘ik heb gehoord dat het niet/nauwelijks mogelijk is om
hulp te krijgen’.
Hoewel binnen het Sociaal Team de lijnen wel wat korter zijn geworden, bleek uit de tussenevaluatie
in 2016 ook dat de uitvoering van toegang tot dan toe moeizaam verliep. Medewerkers ervaren vaak
te weinig tijd en ruimte, er is te weinig samenwerking/gevoel van gezamenlijk belang, geen kennis
over elkaars werkzaamheden en te weinig vertrouwen in elkaar. De periode daarna is ingezet om de
basis op orde te krijgen; administratieve achterstanden zijn weggewerkt en vanaf april 2017 is er een
coach ingezet om de kwaliteit van dienstverlening in het team te verbeteren. Het is nu nog te vroeg
om de effecten daarvan te benoemen.
Momenteel zijn de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet nog gescheiden werelden,
er wordt nog onvoldoende integraal samengewerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de verbinding tussen
begeleiding, dagbesteding en Werk & Inkomen. Hierin is nog een wereld te winnen. Op casusniveau
zoekt men elkaar incidenteel wel steeds meer op, maar een structurele verbinding ontbreekt.
9
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
De samenwerking tussen CJG en Sociaal Team is de afgelopen jaren toegenomen. Het CJG is echter
een aparte entiteit2, er zijn geen structurele overleggen tussen Sociaal Team en CJG. Vanaf 2018
zitten gemeente, Sociaal Team en CJG wel eens per kwartaal met elkaar om tafel.
Mede daardoor verdient ook de overgang `18‐ naar 18+’3 extra aandacht. Ook hier geldt dat men
elkaar op casusniveau steeds beter weet te vinden, maar dit is nog erg afhankelijk van de persoon.
Structureel is dit nog niet geregeld. Er lijkt gewerkt te worden uit verschillende visies. Bijvoorbeeld bij
de vraag in hoeverre je gebruik maakt van het instrument dwang en drang wanneer er sprake is van
zorgmijding of dat je juist nadrukkelijk alleen ondersteuning biedt op het moment dat er een
duidelijke hulpvraag is. Ook over de vraag in hoeverre de regie bij het gezin gelaten moet worden
denken CJG en Sociaal Team soms anders en ten aanzien van privacy‐zaken zijn er eveneens
verschillen van inzicht.
Consulenten op het gebied van Werk & Inkomen zijn pas later bij het Sociaal Team aangesloten.
Hoewel de consulenten wel op één locatie zijn te vinden, vormt de toegang nog geen eenheid. Dat
het zorgen voor een integrale aanpak vooral in het belang van de klanten belangrijk is, wordt onder
meer bevestigd door de cijfers uit het klanttevredenheidsonderzoek W&I 2016. Hieruit blijkt dat 18%
van de W&I‐klanten ook Wmo‐ondersteuning ontvangen en 8% van de W&I‐klanten ontvangt
eveneens jeugdhulp.
Ook de adviesraad sociaal domein constateert in haar evaluatie dat de integrale samenwerking nog
verder door kan worden ontwikkeld.
Wat opvalt is dat de monitoring op klantniveau geen aandachtspunt is. Dat wil zeggen dat de klanten
na het afgeven van de indicatie niet structureel gevolgd worden om na te gaan of het resultaat dat
met de voorziening beoogt wordt daadwerkelijk wordt behaald. Zo is er voor Wmo en Jeugdzorg
geen instrument om resultaten op klantniveau te meten en is er weinig aandacht voor handhaving en
controle op recht‐ en doelmatigheid, kwaliteit en resultaat. Op dit moment is het Sociaal Team wel
bezig om een kwaliteitsplan op te stellen met daarin opgenomen: één op één toetsing en te zijner
tijd evaluatie daarvan en bepalen welke onderdelen prioriteit vragen.
Jeugd
In het cliëntervaringsonderzoek Jeugd wordt vooral het snelle handelen door het CJG door ouders
als een positieve factor benoemd.
In de context van de inhoudelijke transformatie zijn er nog verbeteringen aan te wijzen. Het CJG
werkt nog te veel in de waan van de dag en is daardoor minder gericht op de transformatie en
2 Het CJG bestaat uit drie partners; SJNV, GGD NOG JGZ en Icare JGZ. De GGD is een WGR, de andere twee zijn private partners. Zij hebben een gezamenlijk bestuursopdracht ontvangen in 2016. Er is voor gekozen de SJNV privaat in te richten om de onafhankelijkheid ook zichtbaar te waarborgen. 3 Gemeenten zijn via de Jeugdwet verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning aan jongeren tot 18 jaar. Zorg en ondersteuning vanaf deze leeftijd is geregeld via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Om de continuïteit van deze zorg en ondersteuning te waarborgen, is het belangrijk dat gemeenten en samenwerkingspartners elkaar weten te vinden en afspraken maken.
10
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
daarmee op integraliteit binnen het domein en werken vanuit één familiegroepsplan en zelfregie bij
cliënten4.
De Nota sturing en bekostiging Jeugdhulp 2018 e.v. beschrijft vanuit de inhoudelijke doelen van het
jeugdbeleid hoe de samenwerkende gemeenten deze willen bereiken en hoe zij de resultaten
monitoren. Vanuit een regionale visie op samenwerking wordt ook invulling gegeven aan de wijze
waarop de gemeenten in deze regio ook financieel solidair met elkaar willen zijn.
Ten aanzien van de uitgevoerde jeugdzorg/transformatiedoelstellingen zegt de eindrapportage van
de evaluatie RAJ en SJNV ”De partijen moeten leren op een andere manier met elkaar en met
anderen samen te werken in het netwerk. Dat geldt zowel voor de vraagstukken die spelen rondom
intergemeentelijke samenwerking als op de samenwerking op casusniveau rondom een jeugdige en
zijn/haar gezin.”
De aanbevelingen uit de evaluatie RAJ en SJNV zijn meegenomen in het plan van aanpak voor nieuwe
inkoop jeugd. Twee belangrijk hoofdlijnen daarbij zijn: meer sturing op lokale CJG’s en verbetering
van de samenwerking in de driehoek. Daarnaast heeft het Bureau Significant de opdracht gekregen
om indicatoren op output te formuleren, zodat ook cijfermatig meer inzicht komt op de resultaten.
Het percentage verwijzingen door huisartsen van jeugdigen naar de geïndiceerde jeugdzorg is
gedaald van 55% in 2015 naar 41% in de eerste drie kwartalen van 2017. Toch is het aantal
verwijzingen dat via de huisartsen loopt in verhouding nog te hoog. Het heeft de voorkeur om zo veel
mogelijk verwijzingen rechtstreeks via het CJG te laten lopen, omdat doorverwijzing via het CJG als
voordeel heeft dat er integraler kan worden afgestemd en beter zorg op maat verleend kan worden
(één gezin, één plan, één regisseur/coach).
Uitvoerende jeugdprofessionals zitten nog te weinig in de ondersteunende rol en te veel in de
uitvoerende/zorgende rol; zij kunnen meer gebruik maken van het informele netwerk rondom de
klant. Door de energie meer te richten op het ondersteunen van het informele netwerk komt de
omslag van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ daadwerkelijk van de grond.
Net als binnen de Wmo 2015, verdient de overgang van 18‐ naar 18+ ook binnen de uitvoering van
de Jeugdwet nadrukkelijk extra aandacht. Vooral jongeren van 17 tot en met 23 jaar ervaren
drempels. Naar aanleiding van de tussenevaluatie is een maatregel getroffen. Jongeren tussen de 16
en 18 jaar die bekend zijn vanuit Jeugdzorg worden proactief benaderd. Dit moet resulteren in
structurele verbeteringen.
Participatie
Uit de tussenevaluatie kwam naar voren dat er bij de Participatiewet een toename te zien is van
nieuwe aanvragen van een complexer wordende doelgroep.
Verbetermaatregelen die genomen zijn in 2017 zijn gericht op het op orde krijgen van de basis mede
in verband met vele personeelswisselingen en andere doelgroepen die om aandacht vanuit de
gemeente vragen:
Project ‘Aan de slag’, een sluitende aanpak voor (kwetsbare) jongeren naar werk;
4 Evaluatie RAJ en SJNV. Eindrapportage 11 mei 2017. Deloitte.
11
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Project ‘Statushouders doen mee’;
Kwaliteitsverbetering door beschrijven en/of vernieuwen van processen;
Inzet van regievoerder Werk voor het opstellen van een projectplan om alle klanten volledig
in beeld te hebben en weer te laten participeren.
Er is gefocust op:
‐ Het zorgen voor een duidelijke taak‐ en rolverdeling binnen het team Werk & Inkomen en de
sturing hierop;
‐ Coachen op de borging van beleid en regelgeving;
‐ Sturing op juiste registratie in systemen.
Inmiddels zijn alle klanten die zich hebben aangemeld als werkzoekende in beeld gebracht, waardoor
er nu een beter beeld is van de mogelijkheden van elke klant. Het deel van het team dat
verantwoordelijk is voor de Participatiewet is beter neergezet en stabieler, maar dit blijft nog wel
kwetsbaar, onder andere omdat omringende gemeenten een hogere salarisinschaling kennen.
Als gekeken wordt naar de uitgangspunten voor de Participatiewet uit het beleidsplan Samen voor
Mekaar zijn vooral de proces‐ en wetmatige punten behaald.
De meer inhoudelijke uitgangspunten, bijvoorbeeld het vragen van een tegenprestatie of het
inspelen op de flexibele arbeidsmarkt zijn onvoldoende behaald. In de tussenevaluatie is geadviseerd
om meer op preventie te richten, dit kan nog beter ingevuld worden. Zo zijn bijvoorbeeld schulden
vaak een begin van multiproblematiek.
Om de opgaves waar de gemeente voor staat binnen de transformatie van het sociale domein waar
te maken, zijn de noodzakelijke randvoorwaarde dat er integraal gewerkt kan worden en dat er
voldoende formatie is. Pas sinds kort (in 2017) zijn de consulenten Werk & Inkomen aangesloten bij
het Sociaal Team, zodat inwoners van de gemeente Oldebroek nu ook voor vragen over Werk &
Inkomen of het aanvragen van een uitkering terecht kunnen bij het Sociaal Team. De
randvoorwaarde van voldoende formatie is nog niet volledig op orde. Dit is het gevolg van dat
gebleken is dat het niet mogelijk is om er voor te kiezen om bepaalde doelgroepen niet of slechts
deels te bedienen. De gemeentelijke opdracht ‘iedereen doet mee naar vermogen’ betreft immers
ook de doelgroepen ‘meedoen’ en ‘zorg’.
Wmo 2015
Op procesniveau is de overheveling van taken goed opgepakt. Iedereen met een
ondersteuningsbehoefte heeft passende ondersteuning ontvangen. De basis is dus op orde. Iedereen
die zich meldt met een ondersteuningsvraag krijgt een zogenoemd ‘keukentafelgesprek’. Er wordt
vraaggericht en proactief gewerkt en tijdens het gesprek wordt in beeld gebracht wat iemand zelf of
met behulp van zijn netwerk kan en wat opgelost kan worden met een voorliggende of algemene
voorziening. Er is een nog bredere menselijke aandacht voor de klant dan voorheen.
De gemeente Oldebroek heeft voldoende gecontracteerde zorgaanbieders, die verschillende soorten
ondersteuning bieden.
Uit de tussenevaluatie van medio 2016 blijkt dat “dat er door de inzet van de cio’s in 2015 134
nieuwe mantelzorgers in beeld gekomen zijn, waarvan 35 jonge mantelzorgers. In 2016 wordt er
12
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
specifieke aandacht gegeven aan jonge mantelzorgers en aan het inventariseren van de behoeften
van mantelzorgers m.b.t. de gewenste ondersteuning. Voor 2017 zijn de cio’s gevraagd extra
aandacht te schenken aan de bekendheid van respijtzorg. Daarmee is de inzet van
mantelzorgondersteuning op koers en is bijstelling van het beleid niet nodig.”
Uit het ‘Vervolgonderzoek WMO. Onderzoek onder Wmo‐cliënten en mantelzorgers’ wordt duidelijk
dat medewerkers van het Sociaal Team zijn getraind op de samenwerking met mantelzorgers”, maar
ook dat mantelzorgers daarbij nu nog teveel alleen gezien worden als ondersteuner van de cliënt. Er
is nog te weinig aandacht voor de ondersteuning die de mantelzorger zelf nodig kan hebben.
De groep ‘zorgmijders’ is onvoldoende in beeld5. Daartoe is bij de vaststelling van de Notitie’ Eigen
Bijdrage Wmo voor maatwerkvoorzieningen Oldebroek’ eind van 2017 in de raad is vastgesteld dat
a) in regionaal verband wordt nagegaan of en zo ja hoe kwetsbare inwoners (waaronder
zorgmijders) in beeld zijn te krijgen en welke maatregelen getroffen moeten worden om
complexe probleemsituaties te voorkomen.
b) tijdens het keukentafelgesprek en onderzoek nadrukkelijk aandacht geschonken wordt aan
mogelijk zorgmijding ten gevolge van de eigen bijdrage.
c) In beeld wordt gebracht en vastgelegd hoe men het “probleem” oplost, als men (gedeeltelijk)
afziet van het aanvragen van een voorziening of na toekenning van een voorziening, deze
voorziening niet afneemt.
Er wordt binnen het Sociaal Team nog te veel in termen van voorzieningen gedacht. Dat blijkt
bijvoorbeeld wanneer in de evaluatie wordt gezegd dat ‘positief wordt beoordeeld dat iedereen met
een ondersteuningsbehoefte een voorziening heeft gekregen’. Inwoners met een
ondersteuningsvraag hebben echter niet automatisch recht op een (maatwerk) voorziening. Wel gaat
de gemeente altijd, samen met de cliënt, op zoek naar een goede oplossing voor de
ondersteuningsvraag (en zo nodig wordt die oplossing in de vorm van een maatwerk‐ of individuele
voorziening geboden). De medewerkers van het Sociaal Team denken met de inwoner mee over de
beste oplossing en bieden individueel maatwerk, want wat een oplossing is voor de ene inwoner
hoeft dat voor een andere inwoner niet te zijn.
Net als binnen de uitvoering van de Jeugdwet verdient de overgang van 18‐ naar 18+ ook binnen de
uitvoering van de Wmo nadrukkelijk extra aandacht. Vooral jongeren van 17 tot en met 23 jaar
ervaren drempels. Naar aanleiding van de tussenevaluatie is een maatregel getroffen. Jongeren
tussen de 16 en 18 jaar die bekend zijn vanuit Jeugdzorg worden proactief benaderd. Dit moet
resulteren in structurele verbeteringen.
Financiën, Sturing, Bedrijfsvoering, Informatievoorziening en Communicatie.
In het Beleidsplan ‘Samen voor Mekaar’ is ervoor gekozen om aparte onderdelen op te nemen voor
Financiën, Sturing & Bedrijfsvoering (inclusief prestatie indicatoren) en Informatievoorziening. In
deze evaluatie wordt hier in samenhang op terug gekeken, omdat deze onderdelen door elkaar
lopen. Een voorbeeld is het onderdeel Financiën, waarin de middelen zijn beschreven voor de jaren
5 Integraal veiligheidsplan 2016‐2019 Veluwe Noord: wanneer personen overlast veroorzaken in de woonomgeving gaat het vaak gaat om verwarde personen. Aantal incidenten is in het werkgebied 2013 en 2014 toegenomen (In Oldebroek van 245 in 2013 naar 380 in 2014).
13
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
2015‐ 2018 voor Wmo, Participatiewet en Jeugd. Bij het hoofdstuk ‘Sturing en Bedrijfsvoering’ is
vervolgens een prestatie‐indicator opgenomen die aangeeft welk effect de gemeente Oldebroek wil
bereiken op dit onderdeel, namelijk budgetneutraliteit. In deze paragraaf zijn de verwachtingen
opgenomen en wordt aangegeven of dit in de praktijk is gerealiseerd.
In het beleidsplan 2015‐2018 is ingezet op preventie om te zorgen dat de kosten ook op de langere
termijn beheersbaar blijven. In de tussenevaluatie wordt duidelijk dat deze lijn inderdaad is ingezet,
maar dat er een langere periode overheen gaat voordat de effecten hiervan zichtbaar worden. Er is
gemeld dat het noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te treffen, om het uitgangspunt van
budgetneutraliteit te kunnen realiseren. De oplossingsrichtingen die ingezet werden zijn: investeren
in de toegang, waarmee de instroom in (dure) ondersteuning verminderd wordt door waar mogelijk
goedkopere oplossingen aan te bieden en door te investeren in maatschappelijke participatie en
preventie, waarmee eveneens wordt bewerkstelligd dat het beroep op zorg en ondersteuning
verminderd.
In de afgelopen beleidsperiode is tot nu toe na afloop van elk kwartaal een overzicht opgeleverd van
de inspanningen die zijn geleverd om te voldoen aan de vastgestelde prestatie‐indicatoren. Met de
kwartaalrapportages, die ook de gemeenteraad ontvangen heeft, is een begin gemaakt met het
volgen van aantallen, kosten en ontwikkelingen. In de loop van de jaren krijgt de gemeente
Oldebroek hierop steeds met inzicht. Voor de Wmo en Participatiewet lopen de inkomsten en
uitgaven redelijk in de pas6. Dit is bij de uitvoering van de Jeugdwet een ander verhaal. Het is
belangrijk om meer inzicht te krijgen in de uitgaven voor jeugdhulp, om in de toekomst aan de juiste
knoppen te kunnen draaien. Hiertoe is een interventieteam aan de slag gegaan, die eind december
2017 een kwantitatieve analyse oplevert. Vervolgens worden in januari en februari 2018 gesprekken
gevoerd ten behoeve van een kwalitatieve analyse, die naar verwachting in maart 2018 wordt
opgeleverd.
Ten aanzien van de informatievoorziening is aan het begin van deze beleidsperiode de aansluiting op
landelijke systemen gerealiseerd. Inmiddels is de administratie op orde en zijn achterstanden
weggewerkt.
Kortom: uit deze evaluatie kan de algemene conclusie worden getrokken:
De basis is op orde (transitie);
nu aan de slag met de vernieuwing (transformatie)!
6 Ten aanzien van de Participatiewet geldt dat de buigmiddelen (dat is het budget waaruit de uitkeringen betaald worden) hierbij buiten beschouwing is gelaten.
14
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Aanbevelingen voor het beleidsplan sociaal domein 2019 – 2022
In de bijlage vindt u een schematische weergave van de evaluatie met in de laatste kolom een
opsomming van alle aanbevelingen voor het nieuwe beleidsplan sociaal domein 2019 – 2022.
Hieronder staat een beschrijving van de samengevatte aanbevelingen op hoofdlijnen.
Analyse
Maak, alvorens met het beleidsplan aan de slag te gaan, een goede analyse van de gemeente
Oldebroek en haar verschillende dorpen. Waar bestaat welke behoefte? Waar is meer/minder
ondersteuning nodig en welke? Welke problemen doen zich vooral waar voor, bijvoorbeeld:
aantallen bijstandsgerechtigden, kinderen met overgewicht, enz.
De gemeente heeft hiertoe inmiddels al verzocht om de monitor sociaal domein aan te vullen met
een verdiepende analyse ten behoeve van beleids‐ en strategieontwikkeling en het duiden van
prioritaire beleidsthema’s.
In de analyse wordt in eerste instantie de samenstelling van de gemeente Oldebroek weergegeven,
waarbij de analyse zich alleen nog maar baseert op de big data van AnalyseCentrum. Er wordt
aandacht besteed aan de sociaal‐demografische bevolkingssamenstelling van Oldebroek en de
ontwikkeling daarvan. Verder wordt er kort aandacht besteed aan de vertaling naar het sociaal
domein.
Daarnaast omvat een analyse van het gebruik van het sociaal domein. De analyse is gebaseerd op het
zorggebruik in 2016 en zorggebruik in de eerste helft van 2017. Aan de orde komen zaken als: wie
maken er gebruik van het sociaal domein; in welke wijken/kernen wordt meer/minder gebruik
gemaakt van het sociaal domein dan in andere wijken en hoe ontwikkelt de zorgvraag zich op basis
van de profielontwikkeling en belangrijke macro‐economische factoren. De inzichten worden per
domein behandeld. De laatste paragraaf combineert de drie domein, om in kaart te krijgen in
hoeverre stapeling voor komt.
Tenslotte worden de inzichten vertaald naar suggesties voor de prioritaire beleidsthema’s voor de
komende vier jaar
Bevorderen van de integraliteit
Bij het evalueren van het beleid kwam vele malen, van heel verschillende kanten, naar voren dat een
integrale klantbenadering nog niet goed van de grond is gekomen. Het is van de persoon afhankelijk
of er wordt samengewerkt en op wat voor manier. Soms lijkt de bescherming van de privacy
samenwerking in de weg te staan. Daarom is het van wezenlijk belang om hierover duidelijkheid te
scheppen en afspraken te maken; wat staat er in de wet en hoe kun je goed samenwerken in het
belang van de cliënt, zonder dat de privacy, zoals in de wet vastgelegd, geschaad wordt.
15
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
In de evaluatie is ook genoemd dat het van belang is om te ontschotten in financieel opzicht; één
budget voor Wmo, Jeugd en Participatie. Om geheel te ontschotten lijkt het nu echter nog te vroeg.
In de praktijk wordt er op gemeentelijk niveau al één budget voor het sociaal domein gehanteerd, in
de zin dat schuiven tussen de budgetten mogelijk is. Maar voor het monitoren van de uitgaven blijft
het belangrijk inzicht te houden in de afzonderlijke budgetten. Op termijn, wanneer het beleid en de
uitvoering van de drie wetten daadwerkelijk in elkaar gevlochten zijn, kan ook het ontschotten van
de financiën eventueel haar beslag krijgen.
Integraliteit moet bevorderd worden binnen de 3 D’s (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet), maar ook
tussen de 3D’s en andere beleidsvelden waarvoor de gemeente verantwoordelijk is (b.v. onderwijs,
volksgezondheid, leefbaarheid enz.), tussen formele en informele zorg7 en de samenwerking tussen
verschillende aanbieders van zorg en ondersteuning. Hiervoor bestaat wel een groot draagvlak, maar
in de evaluatiegesprekken werd duidelijk dat men nog niet helemaal duidelijk heeft hoe dat
aangepakt moet worden.
Opdrachtformuleringen om de ketensamenwerking te stimuleren Om de integraliteit tussen uitvoerende organisaties (zowel professionele‐ als vrijwilligersorganisaties)
te bevorderen moeten concrete meetbare en haalbare opdrachtformuleringen gemaakt worden voor
de verschillende clusters van samenwerkende partijen . Denk daarbij bijvoorbeeld aan de partijen die
samenwerken binnen de toegang of aan de partijen die de informele zorg organiseren binnen het
Platform Informele Ondersteuning (PIO). Dit moet er in resulteren dat de partijen niet ieder slechts
voor een deel van de opdracht verantwoordelijk zijn, maar dat de partijen gezamenlijk
verantwoordelijk zijn voor het totaal.
Zorg dat elk van zo’n cluster van partijen één gezamenlijke opdracht krijgt, waarin staat welke
resultaten van het cluster wordt verwacht en welke financiële vergoeding hier tegenover staat. Vraag
vervolgens aan de gezamenlijke partijen om met elkaar afspraken te maken over hóe zij voornemens
zijn om dat in gezamenlijkheid te realiseren. Bereik vervolgens met de partijen overeenstemming
over de opdracht en de wijze waarop deze wordt uitgevoerd. Daarna worden in gezamenlijkheid
afspraken gemaakt over de wijze waarop de resultaten worden verantwoord en hoe daarop wordt
afgerekend.
Op deze wijze kan worden gestuurd op de resultaten die met het beleidsplan zijn beoogd, terwijl er
optimaal gebruik wordt gemaakt van de expertise over de uitvoering die bij de partijen zelf aanwezig
is. Bovendien wordt zo de integraliteit bereikt doordat partijen nog beter op elkaar afgestemd gaan
samenwerken.
Integraliteit van het beleid voor het Sociale Domein Zorg dat het beleidsplan sociaal domein integraal en gevoed door alle betrokkenen tot stand komt.
Dat betekent dat je ook intern als beleidsadviseurs echt een gezamenlijke visie ontwikkelt, zodat je
met elkaar dezelfde focus houdt op het resultaat dat in vier jaar bereikt moet worden. Integraliteit
van het beleid betekent dat je het beleid over het gehele sociale domein integraal tot stand brengt
7 Movisie over informele zorg: ‘In de samenleving wordt er steeds meer een beroep gedaan op het sociale netwerk van mensen. Niet langer is alleen de overheid aan zet. Familie, buren en vrienden kijken waar ze zorg en ondersteuning kunnen bieden. De formele zorg sluit hierop aan en werkt met deze informele zorg samen.’
16
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
en opneemt in het plan, dus Jeugdwet, Wmo en Participatiewet, inclusief aanpalende beleidsvelden
zoals accommodatiebeleid, sportbeleid, veiligheidsbeleid, volksgezondheidsbeleid, (passend)
onderwijs, vervoer, economische zaken, preventief jeugdbeleid, minima‐ en armoedebeleid en
schulddienstverlening. Uiteraard komt het beleidsplan tot stand in nauwe samenwerking met de
uitvoering.
Integrale toegang Een integrale toegang betekent een op elkaar afgestemde werkwijze voor de medewerkers van het
Sociaal Team / CJG die belast zijn met de indicering van de voorzieningen die binnen de
verschillende wetten (Jeugdwet, Participatiewet en Wmo) worden verstrekt. Dit is voor de
toepassing van’ één gezin, één plan, één regisseur/coach’ zeker nodig wanneer sprake is van
voorzieningen uit twee of drie wetten in één gezin. Afstemming door één uniforme werkwijze te
hanteren voor wat betreft het proces is hiertoe noodzakelijk. Verschillende entiteiten kunnen veel
beter samenwerken wanneer zij gezamenlijke procesbeschrijvingen en werkinstructies hebben en
gezamenlijk werken in één regiesysteem.
Zorg dat de medewerkers van het Sociaal Team en het CJG zich één gezamenlijk team gaan voelen.
Daarvoor is het noodzakelijk dat er beleidsmatig één gezamenlijke visie wordt ontwikkeld, maar is
het niet persé noodzakelijk dat Sociaal Team en CJG één entiteit vormen.
De integrale aanpak moet er in resulteren dat er door één gemeentelijke consulent in samenspraak
met de cliënt / het gezin, één ondersteuningsplan (of gezinsplan, familiegroepsplan of trajectplan)
gemaakt kan worden, ook als er sprake is van ondersteuning vanuit meerdere wetten. Zo kan één
gemeentelijke consulent, ook in complexe situaties, vanuit de gemeente het gemeentelijk
aanspreekpunt zijn voor het gezin en de voortgang goed volgen, terwijl gebruik wordt gemaakt van
de overige expertise die in het team aanwezig is.
De indicatiestelling voor de geïndiceerde zorg en ondersteuning moet, alleen al vanwege
kostenbeheersing, zoveel mogelijk vanuit één toegang georganiseerd worden. De uitzondering
daarop vormen de (huis)artsen en rechters, die wettelijk gezien ook rechtstreeks mogen
doorverwijzen naar door de gemeente gecontracteerde jeugdaanbieders.
Over het algemeen geldt dat huisartsen vaker naar geïndiceerde hulp doorverwijzen, terwijl het
probleem ook op te lossen is met vrij toegankelijke hulp, die over het algemeen goedkoper is.
Op dit moment is het zo georganiseerd dat met de GGz‐instellingen de afspraak is gemaakt dat zij
binnen het CJG triage kunnen toepassen. Daarmee komt de doorverwijzing aan de GGz door de
huisarts toch bij het CJG. Voor meer beheersbaarheid van de kosten, waarbij uiteraard wel de juiste
hulp en ondersteuning moet worden geboden, is het aan te bevelen meer aan de voorkant te gaan
zitten (door middel van goede indicatie) dan aan de achterkant. Immers de triage GGZ vindt plaats ná
de indicatie en daarbij is afschalen veel moeilijker dan aan de voorkant.
De toegang die logisch en dichtbij is georganiseerd hoeft niet altijd één fysieke toegang te
betekenen. Je kunt de toegang (ook de toegang naar de geïndiceerde zorg) ‘naar de mensen
brengen’ door de toegang (ook) binnen zogenaamde ‘vooruitgeschoven posten’ te organiseren op
plekken waar de doelgroep komt, bijvoorbeeld bij de huisarts. Als je bijvoorbeeld wilt dat er minder
verwijzingen rechtstreeks via de huisarts lopen of dat scholen in een eerder stadium contact
opnemen, is dit noodzakelijk.
17
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Integraliteit tussen beleid en uitvoering Belangrijk is om ook de integraliteit tussen beleid en uitvoering op gemeentelijk niveau te bewaken.
Richt dit zodanig in dat beleid gevoed wordt door de uitvoering in de praktijk en de uitvoering gaat
werken vanuit de beleidsmatig vastgestelde principes. (Begin 2018 is een start gemaakt met
regelmatig overleg).
Integraliteit in de uitvoering tussen de drie decentralisaties Bij inwoners/gezinnen met een meervoudige ondersteuningsvraag biedt een integrale werkwijze een
groot voordeel. Neem bijvoorbeeld een 17‐jarige die net wel zijn startkwalificatie heeft behaald,
maar steeds meer in de problemen dreigt te geraken omdat hij maar niet aan het werk komt. Of het
gezin waarbij vader in de rolstoel zit, moeder depressief en werkloos thuis zit en er sprake is van
schuldenproblematiek. Of dat gezin waarbij sprake is van huiselijk geweld, overbelaste mantelzorg en
werkloosheid. Deze gezinnen zijn er bij gebaat dat er in de uitvoering integraal wordt gewerkt.
Bovendien wordt een probleem sneller opgelost, wanneer er integraal naar wordt gekeken.
Het instrument ‘één gezin, één plan, één regisseur’ dient hiertoe verder uitgewerkt te worden, zodat
hier binnen het Sociaal Team/CJG op dezelfde wijze mee wordt gewerkt.
In het Sociaal Vangnet Overleg (SVO) vindt afstemming plaats over multiprobleem‐situaties. Het gaat
hier met name om een overleg tussen organisaties over zeer complexe (gezins)situaties. Dit overleg
onder leiding van de GGD vervalt per 1 januari 2018. Er wordt momenteel nagedacht over hoe deze
functie na 1 januari 2018 wordt ingevuld. Het is erg belangrijk om te gaan werken aan het versterken
van het Sociaal Team / CJG op het gebied van complexe situaties en zorgmijding, waarbij
samenwerking met de tweedelijns ondersteuning een belangrijk aandachtspunt is.
Wat nog ontbreekt is een gestructureerd casusoverleg voor die gezinnen waarbij meerdere
hulpverleners betrokken zijn. Soms wordt er wel een zogenoemd ‘multidisciplinair overleg’ (MDO)
georganiseerd, maar of dit tot stand komt, hangt vaak af van wie er bij betrokken wordt.
Bij een gestructureerd casusoverleg zijn alle uitvoerende hulpverleners die bij een gezin zijn
betrokken én het gezin aanwezig. In het overleg worden de resultaten die met het
ondersteuningsplan / familiegroepsplan / gezinsplan / trajectplan bereikt moeten worden op elkaar
worden afgestemd en wordt (het liefst door het gezin zelf) de casusregisseur aangewezen die het
eerste aanspreekpunt is voor het gezin. De aanbeveling is om met de uitvoerders afspraken te maken
om te zorgen dat zij dit met elkaar gaan organiseren.
18
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
3D Integreren van de rollen coach/regievoerder
Om te zorgen voor duidelijkheid over de regierol of liever gezegd over de verschillende soorten van
regie waarvan tegelijkertijd sprake is of kan zijn, worden er vier soorten regie onderscheiden:
Eigen regie: Inwoners hebben zo veel mogelijk zelf de regie over hun eigen leven.
Casusregie: De uitvoerders van de zorg en ondersteuning maken, in overleg met de cliënt of het gezin, afspraken over casusregie wanneer er meerdere partijen in één gezin actief zijn; hoe wordt de ondersteuning op elkaar afgestemd en wie van de aanbieders is het aanspreekpunt voor het gezin? Zo mogelijk bepaalt de cliënt zelf wie de casusregie op zich neemt.
Gemeentelijke procesregie op uitvoeringsniveau
Wanneer aan een inwoner een individuele ?? voorziening of maatwerkvoorziening is toegekend, voert de gemeente de procesregie op klantniveau. Hierbij wordt onder meer gemonitord of het beoogde resultaat in het ondersteuningsplan / gezinsplan / trajectplan inderdaad wordt bereikt. Ook wordt nagegaan of de verschillende partijen (formele èn informele zorg) die in het gezin aan de slag zijn goed met elkaar samenwerken en de ondersteuning op elkaar afstemmen. De gemeentelijke coach/regisseur is ook het gemeentelijke aanspreekpunt voor de client.
Gemeentelijke regie op beleidsniveau
De gemeente heeft de regie over het beleid, waarbij zij de uitvoering daarvan aan haar partners overlaat.
Zorg voor één werkwijze voor het volgen van de klant (monitoring op cliëntniveau) voor de
verschillende consulenten werk, jeugd en Wmo.
De consulent is er verantwoordelijk voor dat er één gezinsplan opgesteld wordt. Het te bereiken
concrete resultaat staat hierin beschreven. In zijn/haar rol als coach/regievoerder volgt de consulent
de cliënt en bewaakt, wanneer er meerdere uitvoerders van de ondersteuning zijn, als
procesregisseur op klantniveau dat deze integraal met elkaar wordt uitgevoerd. Door de regierol van
de consulent krijgt handhaving en controle op recht‐ en doelmatigheid, kwaliteit en resultaat handen
en voeten. Ook is de consulent in zijn of haar rol als coach/regievoerder het gemeentelijk
aanspreekpunt voor de cliënt.
De frequentie waarmee het proces van de ondersteuning van de cliënt door de coach/regievoerder
wordt gevolgd is maatwerk en de coach/regisseur moet in staat zijn om, binnen de nader te bepalen
kaders8, te beoordelen wat hierin nodig is. De ene cliënt wordt zo bijvoorbeeld de eerste periode
eens per half jaar bezocht worden, terwijl voor een andere cliënt een jaarlijks telefoontje voldoende
is.
Indien er sprake is van één of meerdere aanbieders en/of informele ondersteuning, dan ziet de
coach/regisseur er op toe dat er samenhangend aan de te behalen resultaten wordt gewerkt in het
belang van de cliënt.
8 Een voorbeeld van een kader zou kunnen zijn ‘minimaal eens per jaar’.
19
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
De beweging van achteren naar voren
Professionals moeten meer in de ondersteunende rol komen, in plaats van de uitvoerende/zorgende
rol. Zij moeten steeds meer gebruik gaan maken van het informele netwerk rondom de klant en dat
inschakelen en versterken. Zo dragen zij bij aan de ontwikkeling van ‘zorgen voor…’ naar ‘zorgen
dat….’, met andere woorden: van zorgen naar ondersteunen.
Bijvoorbeeld: De maatschappelijk werker biedt steeds vaker slechts kortdurende ondersteuning,
waarbij hij/zij tegelijkertijd kijkt in hoeverre het mogelijk is om het netwerk rondom de cliënt te
ondersteunen en te versterken zodat van daaruit de ondersteuning voor de langere termijn op zich
kan worden genomen. Uiteindelijk doel is dat het gezin, zo nodig met steun uit de omgeving, de regie
over het eigen leven voert.
Overigens betekent dit niet dat de maatschappelijk werker daardoor in de toekomst minder werk
gaat krijgen, sterker nog: hierop moet juist extra geïnvesteerd worden. De beweging van
geïndiceerde ondersteuning naar vrij toegankelijke ambulante ondersteuning wordt immers
gestimuleerd. Dit veroorzaakt juist een toename van het werk van het maatschappelijk werk, maar
tegelijkertijd ook een toename van passende (jeugd)zorg, dichtbij huis.
Hierbij geldt telkens het principe dat de ondersteuning die wordt geboden zo licht mogelijk is, maar
tegelijk ook zo zwaar als noodzakelijk is.
Ook vanuit het geïndiceerde beschermd wonen wordt steeds meer de beweging naar voren
gemaakt; naar intensieve ambulante begeleiding. Nog steeds geïndiceerd, maar minder zwaar dan
beschermd wonen.
Cultuuromslag naar ‘U wordt altijd ondersteund bij het zoeken naar een oplossing
voor uw ondersteuningsvraag’.
Vanuit het verleden zijn inwoners gewend geraakt aan het idee dat zij ‘recht hebben op een
individuele‐ of maatwerkvoorziening’ en leefde het idee in de samenleving dat je ‘recht hebt op een
uitkering’. Met de invoering van de Wmo in 2007 is al een begin gemaakt met de omslag; in plaats
van recht op een voorziening werd in die wet duidelijk dat mensen recht hebben op ‘compensatie
voor hun beperking’. Deze trend is in de wetten die hun invoering in 2015 kenden verder doorgezet.
De gedachte achter de decentralisaties is namelijk dat mensen in de eerste plaats verantwoordelijk
zijn voor zichzelf en voor hun omgeving. Daarom wordt er voordat er een individuele‐ of
maatwerkvoorziening wordt toegekend bekeken of inwoners hun ondersteuningsvraag zelf of met
behulp van hun netwerk op kunnen lossen. Indien dat niet (helemaal) lukt, wordt gekeken of het
probleem kan worden opgelost met een voorliggende of algemene voorziening. Pas wanneer ook dat
geen oplossing biedt, kan er aanvullend een maatwerk‐ of individuele voorziening worden
toegekend.
Door de wijze waarop er in het verleden met de toekenning van voorzieningen werd omgegaan is er
een zogenaamde claimcultuur ontstaan. Ook in de afgelopen beleidsperiode is zichtbaar geworden
dat er nog veel mensen zijn die er van uitgaan dat zij ’recht hebben op een voorziening’. Een
constatering die ook door de Adviesraad naar voren is gebracht. Aan het begin van deze periode is
20
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
het ook voor hulpverleners nog lastig om de boodschap te moeten verkopen dat mensen krijgen wat
ze nodig hebben om hen te ondersteunen, maar dat dat niet altijd middels de toekenning van een
individuele of maatwerkvoorziening hoeft. Inmiddels is zowel bij consulenten als bij uitvoerders van
de zorg en ondersteuning duidelijk dat de ondersteuning in eerste instantie vooral gericht is op het
versterken van de eigen kracht / eigenaarschap. Zij brengen de boodschap verder bij mensen die om
ondersteuning vragen dat zij niet altijd automatisch recht hebben op een individuele‐ of
maatwerkvoorziening, maar dat zij wel degelijk worden ondersteund bij het zoeken naar een
oplossing voor hun ondersteuningsvraag (en zo nodig wordt die oplossing in de vorm van een
maatwerk‐ of individuele voorziening geboden).
De communicatie met de inwoners over deze ideeën die achter de gedecentraliseerde wetten liggen,
verdient ook in de komende beleidsperiode nog aandacht.
21
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Bijlage 1. Schema evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018
Resultaat bereikt, ga zo door
Resultaat niet of deels bereikt, vervolgactie al ingezet bij de tussenevaluatie9
Resultaat niet of deels bereikt, vraagt om vervolgactie
Resultaat niet bereikt, voortschrijdend inzicht leert dat dit niet verder moet worden doorgezet
Missie gemeente Oldebroek ten aanzien van het beleidsplan sociaal domein: De gemeente werkt samen met de Oldebroekse samenleving aan een zelfredzame en samenredzame gemeenschap, waarbij inwoners, indien nodig, tijdige en juiste ondersteuning krijgen op het gebied van Werk & Inkomen, zorg en jeugd.
9 De tussenevaluatie van halverwege 2016 heeft geresulteerd in een aantal maatregelen. Omdat de periode tussen de start van deze maatregelen en deze evaluatie te kort is om al resultaten te zien, zijn de resultaten van de tussenevaluatie en de daarna genomen verbetermaatregelen over het algemeen één op één overgenomen.
22
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 1. Visie en missie
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat òf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Werken aan een zelfredzame en samenredzame samenleving.
Gemeente speelt waar nodig actieve rol bij het initiëren en faciliteren van initiatieven in de dorpen.
De gemeenschap wordt krachtiger in het zelf oplossen. Veel aan gedaan, werpt langzaam vruchten af. De methodiek right to challange is vorm gegeven rondom de pilot buurtkracht ‘Krachtstroom’ Wat mist is een (professionele) aanjager van de door de inwoners te ontwikkelen en uit te voeren projecten om de zelfredzaamheid te vergroten. Het gaat daarbij om een aanjager die dat aanjagen al doende doet, in plaats van er alleen over te praten.
Transformatie in het denken moet grotendeels nog gebeuren (langdurig proces) en moet terugkomen in het nieuwe beleidsplan. Faciliteer een professionele aanjager die in woord, maar vooral in daad de ontwikkelde/ te ontwikkelen buurt‐initiatieven ondersteunt. Hij of zij doet dit in nauwe samenspraak met de inwoners en de dorpscontactambtenaren. De aanjager neemt het organiseren van het initiatief niet over, maar geeft ruimte, ondersteunt, betrekt, roept op om actief gebruik te maken van de pilot buurtkracht ‘Krachtstroom’ en Oldebroek voor Mekaar. Zorg dat verenigingen die mensen met een beperking in hun kring opnemen, de (zo nodig professionele) ondersteuning kunnen krijgen die daarvoor nodig is. Ontwikkel een plan met diverse niveaus van burgerparticipatie:
Doelstelling 5: De
gemeenschap wordt
krachtiger in het zelf
oplossen
Doelstelling 7: gemeente
faciliteert en geeft ruimte voor
initiatieven
Doelstelling 1: Meer
inwoners kunnen zo
zelfstandig mogelijk
actief deelnemen
aan de Oldebroekse
samenleving
23
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat òf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
meedenken, meepraten en meedoen.
Investeren in burgerkracht als voorliggende voorziening
Maatregel nav de tussenevaluatie: Inzet methodiek krachtstroom. Er zijn nog geen effecten meetbaar van deze aanpak, maar dit vergt ook een lange adem.
Vervolg van de pilot buurtkracht ‘Krachtstroom’ afhankelijk van haar evaluatie. Het is belangrijk de effecten van de methodiek te blijven monitoren. De komende jaren bezig blijven met het stimuleren en benadrukken van eigen‐ en burgerkracht, waarbij er rekening mee houden moet worden dat er ook een grens zit aan zelfredzaamheid.
Samenwerken met dorpen, zorgverzekeraars, zorgaanbieders, bedrijven, scholen, regiogemeenten, informele ondersteuningspartners, inwoners, kerken, dorpsgroepen, sportverenigingen, dorpshuizen.
De samenwerking met zorgverzekeraars, aanbieders, jeugd‐ en Wmobeleid kan beter. Hoe loopt de praktijk, waar loop je tegen aan, relatiemanagement.
Pak het relatiemanagement regionaal op waar het regionaal gecontracteerde zorgaanbieders betreft, maar onderhoudt met die aanbieders die een bepaald volume cliënten in de gemeente heeft ook lokaal contact; hoe loopt het in de praktijk van de gemeente Oldebroek, waar loopt men tegenaan waar het hun opdracht betreft om te stimuleren dat de samenleving zelfredzamer wordt.
Transformatie van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.
De uitvoerders in het Sociaal Team zijn nog te veel gericht op het zelf uitvoeren van de ondersteuning, terwijl ze de omslag moeten maken ‘van zorgen voor naar zorgen dat’.
Professionals moeten meer in de ondersteunende rol komen, in plaats van de uitvoerende/ zorgende rol. Zij moeten steeds meer gebruik gaan maken van het informele netwerk
Doelstelling 4: De gemeenschap
pakt makkelijker signalen op en
communiceert opener over
vragen en dilemma’s
24
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat òf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
rondom de klant en dat inschakelen en versterken.
Een goede verbinding tussen de lokale ondersteuning en de 2de lijn organiseren.
De ketensamenwerking is onvoldoende geborgd waarmee tijdig op‐ en afschalen onvoldoende verankerd is. Op sommige thema’s gebeurt het wel (b.v. werkgroep dementie). Tijdens het zorgontbijt komen zorgaanbieders samen. De 1ste keer organiseerde de gemeente het, daarna is dit door de aanbieders zelf opgepakt.
Ketensamenwerking vraagt aandacht voor de toekomst. Zorg voor een goede opdrachtbeschrijving t.a.v. ketensamenwerking voor de verschillende uitvoerende partijen en maak hierover met elkaar afspraken.
Een vangnet creëren dat houdbaar is voor de toekomst
Doelmatig en sober zonder onnodige administratieve lasten.
Er wordt nu binnen de gemeente Oldebroek gewerkt aan het neerzetten van één integraal werkproces in één systeem.
Zorg bij het inrichten van de werkprocessen en systemen voor een goede balans door goede afspraken te maken over wat echt nodig is om vast te leggen ten behoeve van de juiste beleidsinformatie, zonder dat dit onnodige administratieve lastendruk oplevert.
Uitdragen van de kantelingsgedachte.
Een aantal inwoners denkt nog vanuit het principe ‘ik heb recht op een voorziening’.
Vraagt om gespreksvaardigheden van de medewerkers om de boodschap te communiceren ‘U hebt geen recht op een maatwerkvoorziening, maar wel op een oplossing om uw beperking te compenseren.” Coaching on the job.
Doelstelling 6: De
gemeente biedt
indien nodig tijdig en
de juiste
voorzieningen op het
gebied van Werk &
Inkomen, jeugd en
zorg
25
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat òf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
De gemeente biedt haar inwoners tijdige en juiste ondersteuning.
Dit wordt bevestigd door de cliëntervaringsonderzoeken Jeugd, Wmo en Werk & Inkomen.
De druk op zorg ‐ en inkomensvoorzienin‐wgen nemen op termijn af (is tevens doelstelling 11)
Vroegtijdig signaleren en preventie door voorlichting en advies.
Outreachend en vindplaatsgericht werken is een methodiek die nog onvoldoende aandacht heeft gekregen. Door proactief te werken is het mogelijk om vroeg te signaleren en snel te interveniëren. Daarmee kan zwaardere ondersteuning voorkomen worden. In samenspraak met partners hier meer in investeren.
Maak meer gebruik van de kennis die er bij professionals is, door deze in het informele circuit in te zetten ten behoeve van preventie. Maak voor de uitvoering van preventie en vroegsignalering een goede opdrachtbeschrijving en beleg deze opdracht vervolgens bij één of meerdere partijen. Een mogelijkheid is om deze opdracht bij het Sociaal Team te beleggen (bijvoorbeeld als taak van de cio’s). Daarin moet duidelijk zijn dat het resultaat van het preventief werken betekent dat daarmee hulpvragen worden voorkomen. Ook hierbij geldt weer het principe ‘zorgen dat’ in plaats van ‘zorgen voor’. Dus bijvoorbeeld: zorg dat er een cursus ‘omgaan met geld’ wordt georganiseerd voor jongeren om schulden te voorkomen, in plaats van deze cursus zelf te organiseren.
Oldebroek voor mekaar als preventief instrument.;
De ‘Prijsvraag tegen eenzaamheid’ heeft een aantal goede voorbeelden beloond met een prijs.
Zorg dat vooral de succesverhalen, behalve alleen op de website, in de publiciteit worden gebracht, zodat ook andere bewoners uitgedaagd
Doelstelling 10: Er
is in de gemeente
Oldebroek minder
vraag naar
professionele en
gespecialiseerde
ondersteuning of
naar een uitkering
26
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat òf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
worden om initiatieven te ontwikkelen die preventief werken. Stimuleer vooral initiatieven die door hun preventieve werking de druk op ondersteunings‐ en inkomensvoorzieningen af doen nemen.
Laagdrempelig afvangen van de eerste ondersteuning.
Binnen het PIO is een netwerk van organisaties ontstaan die je in één keer kunt benaderen. Daarmee is er bij de intake een breed scala aan mogelijkheden voor vrijwillige ondersteuning en worden doorverwijzingen van elkaar serieus opgepakt. Hulp aan bekenden loopt goed, aan onbekenden minder.
Hulp aan onbekenden; werk aan het wegnemen van vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid. Plan uitvoeren om de bekendheid te vergroten van het Platform Informele Ondersteuning (PIO) en de daarin samenwerkende organisaties voor informele ondersteuning. Inschakelen van vrienden, familie en buren bij onderteuningsbehoefte moet nog meer vorm krijgen.
Doelstelling 2: Wanneer nodig
kunnen steeds meer
Oldebroekse inwoners de
ondersteuning van familie,
vrienden of buren inschakelen
27
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 2. Toegang en inrichting
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
De toegang is in de ogen van de inwoners logisch en dichtbij georganiseerd
De uitvoering integraal en dichtbij de inwoner organiseren .
Blijkens hete klantervaringsonderzoek Wmo heeft het Sociaal Team een gezicht gekregen voor de inwoners. Veel inwoners en verwijzers vinden het Sociaal Team; weten waar ze terecht kunnen. Binnen het team zijn de lijnen korter geworden. Er is een inloopspreekuur. Het inzetten van sociale netwerken van cliënten gaat goed. Als inwoners bij het Sociaal Team belanden worden ze bevraagd op eigen kracht en zij zorgen daarmee voor bewustwording. Uit het cliëntervaringsonderzoek Wmo blijkt dat deelnemers inmiddels goed weten waar zij moeten zijn als met een hulpvraag. Medewerkers hebben verschillende achtergronden en dus een andere denkwijze over privacy. Op digitaal gebied zijn er nog veel ontwikkelmogelijkheden. Ook de website is aan verbetering toe. De toegang is niet eenduidig georganiseerd. Wat beter kan:
Blijf oplossingen zoeken in deze volgorde: 1. eigen oplossingen en m.b.v. eigen
netwerk en omgeving; 2. m.b.v. algemeen gebruikelijke
voorzieningen; 3. m.b.v. collectieve en algemene
voorzieningen; 4. geïndiceerde individuele /
maatwerkvoorzieningen. De oplossing voor een meervoudig probleem kan bestaan uit een goede mix van bovenstaande oplossingen. Zorg voor eenduidige goede informatie en afspraken ten aanzien van privacy. Onderzoek wat er mogelijk is ten aanzien van digitale ontwikkeling (digitale hulpverlening, chat, app, website enz.). Maak een nadere uitwerking voor het realiseren van een éénduidige toegang.
Het eerste contactmoment zo dicht mogelijk bij de burger (thuis, op school, bij de huisarts, via digitaal/fysiek loket) organiseren.
Doelstelling 8: gemeente zorg voor
inhoudelijke en organisatorisch
samenhangende aanpak van taken
28
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Meer verbinding Participatiewet, Jeugdwet en Wmo. Bij elkaar zitten leidt niet automatisch tot integraal werken;
Er is verschil tussen aanpak CJG en ST; Er bestaan ‘subteams’ in het Sociaal Team
(CIO’s, MEE‐medewerkers, Wmo‐consulenten);
Bij CJG kan men niet snel genoeg terecht. De uitvoering moet een cultuuromslag maken wat betreft integraal werken. Multiprobleemgezinnen (en het aantal daarvan in de gemeente) zijn niet in beeld omdat er onvoldoende integraal wordt gewerkt. Het Sociaal Team heeft te weinig kennis heeft over de verschillende vrijwilligersorganisaties en wat zij doen. Het vaak wisselen van klantmanagers / consulenten / teammanager wordt vaak als verbeterpunt genoemd. Klanten, maar ook samenwerkingspartners hebben behoefte aan vaste contactpersonen.
Maak de beweging van ‘het afhandelen van het werkproces’ naar ‘het centraal stellen van de inwoner’, zonder te tornen aan de wettelijke termijnen; het is van belang om goed te kijken wat noodzakelijk is om de inwoner te helpen bij het oplossen van zijn probleem. Zorg voor een goede definitie van ‘multi‐problem gezin’ en zorg dat iedereen deze definitie hanteert. Zorg voor scholing ST/CJG over wat de vrijwilligersorganisaties bieden die actief zijn binnen de gemeente. Onderzoek de oorzaak van wisselingen in het personeelsbestand en maak een plan om te zorgen voor continuïteit
De toegang heeft handelingsruimte om de meest adequate ondersteuning in te zetten.
Handelingsruimte van de uitvoerders van de ondersteuning/hulp is beperkt tot de algemene en vrij toegankelijke voorzieningen. Voor
Zorg dat de toegang zoveel mogelijk gebruik maakt van voorliggende voorzieningen. Een activiteitenbudget kan daarbij tegenstrijdig werken, omdat de
29
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
maatwerkvoorzieningen is een indicatie nodig. De toegang vraagt ter vergroting van hun handelingsruimte een eigen activiteitenbudget.
toegang zaken dan zelf kan organiseren in plaats van te verwijzen naar bestaande voorliggende voorzieningen. Voorkom dus een perverse financiële prikkel door een activiteitenbudget aan de toegang beschikbaar te stellen. Wel moeten de financiering en resultaatafspraken met de samenwerkingspartners in de toegang zodanig zijn, dat medewerkers binnen de toegang voldoende ruimte krijgen om zo nodig zelf vrij toegankelijke ambulante hulp te verlenen. Werk de structuur en de opdracht van het Sociaal Team en het CJG inclusief de taken/bevoegdheden goed uit.
De toegang tot voorzieningen wordt onafhankelijk van het aanbod georganiseerd
Er wordt gebruik gemaakt van de competenties en expertise van partners.
Samen optrekken naar klanten werkt effectief. Dit kan nog verder verbeterd worden, als er in alle gevallen breed gewerkt wordt vanuit het ST en CJG. Dit zou pleiten voor één toegang en één werkwijze o.a. benadering en verslaglegging. Er is nog winst te behalen met een nog betere samenwerking.
In het CJG en Sociaal Team werken gemeentelijke consulenten (indiceerders van Wmo, Jeugd en Werk &Inkomen) en aanbieders van (jeugd)zorg samen. Behouden: goed samenwerken, kennis delen, korte lijnen, samen optrekken. Om te bereiken dat aanbieders van voorzieningen geen ongeoorloofde
30
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
invloed hebben tot de toegang daarvan, is het noodzakelijk dat het Sociaal Team en het CJG de indicatie voor maatwerkvoorzieningen en individuele voorzieningen jeugdzorg en uitkeringen onafhankelijk uit blijven voeren Anderzijds is in de evaluatie ook belangrijk gebleken dat een versnelde indicatieprocedure kan worden doorlopen. Dit is nodig in situaties waarbij aanbieders constateren dat opschalen van de ondersteuning noodzakelijk is.
Integrale ondersteuning
Zo breed mogelijke toegang, waar één gezin, één plan, één coach/regisseur wordt gerealiseerd. Toeleiding gebeurt in samenhang met andere transities; één brede toegang (in 3 fases realiseren).
Er wordt nog veel te weinig integrale ondersteuning geboden.
Maak samen met alle partijen een concreet verbeterplan om de integraliteit in het sociale domein te verbeteren. Zorg voor het 3D Integreren van de rollen coach/regievoerder
Niet de indicatiestelling maar ‘het gesprek’ is het startpunt.
Uitgevoerd volgens plan.
In 1ste kwartaal 2014 onderzoeken of lokale inbedding jeugdhulp haalbaar is en regionale inbedding voldoende aansluit om één integrale aanpak te garanderen.
Het geplande onderzoek is niet uitgevoerd. De adviesraad is voor een lokale invalshoek en adviseert om het onderzoek toch te doen.
Onderzoek:1. In hoeverre is een regionaal CJG in
staat om in te spelen op de lokale situatie in Oldebroek.
2. In hoeverre is een regionaal CJG in staat om ingebed te worden in het
31
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Sociaal Team, zodat er daadwerkelijk één werkwijze ontstaat, zonder dat de bestaande structuur wijzigt
Ondersteuningsplan richt zich op vraagsteller én zijn gezin en mantelzorger en bestaat uit formele én informele ondersteuning.
De integrale samenwerking tussen de verschillende domeinen (Wmo, Jeugd, Participatiewet) kan beter, evenals tussen formele en informele organisaties.
Een vaste coach is gedurende het hele ondersteuningstraject het vaste aanspreekpunt voor de inwoner De coach zorgt voor een goede afstemming en continuering van het plan en samen met de inwoner wordt regelmatig geëvalueerd of de ingezette ondersteuning nog het juiste resultaat geeft.
Er kan nog veel verbeterd worden in het tijdig op tijd op‐ en afschalen. Veelal vindt er geen terugkoppeling plaats van de zorgaanbieders. Het Sociaal Team en het CJG houden te weinig de vinger aan de pols (het volgen van de klant na doorverwijzing). Nog te weinig sluitende afspraken met externe hulpverleners.
Beschrijving en invoering van het regisseurschap vraagt aandacht voor de toekomst. Zorg dat de consulenten Werk & Inkomen, Jeugd en Wmo één werkwijze hebben voor het volgen van de klant.
Informele netwerk vormt de basis voor de in te richten sociale infrastructuur
Versterken van eigen kracht. Uit de tussenevaluatie bleek dat het niet is gelukt om in 30% van de Wmo‐meldingen een oplossing te vinden op eigen kracht of algemene voorziening. Vraagt van twee kanten om investering:
bespreekbaar durven maken en doorvragen door de medewerkers van de toegang;
zijn er genoeg laagdrempelige voorzieningen aanwezig?
In de eerste drie kwartalen van 2017 leidt 25,6% van de meldingen naar een oplossing
Doelstelling 3: In
de gemeente
Oldebroek is de
inzet van
vrijwilligers en de
informele
ondersteuning
vergroot
32
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
op eigen kracht of via een voorliggende voorziening. Uit de laatste prestatie indicatoren Wmo blijkt echter ook dat het totaal aantal meldingen/ aanvragen in 2017 aanmerkelijk lager ligt dan over dezelfde periode in 2016. Je kan hieruit concluderen dat mensen al bekend zijn met het feit dat ze eerst zelf een oplossing moeten zoeken, alvorens ze aankloppen voor een maatwerkvoorziening.
Ondersteunen mantelzorg en vrijwilligerswerk.
Vrijwilligers doen veel meer dan voorheen op het gebied van zorg en ondersteuning. De samenleving is zich meer bewust van haar mantelzorgtaak. Het ondersteuningsbeleid van de gemeente helpt hierin. De opzet van de vrijwilligersvacaturebank is een goede stap. Er is weinig monitoring ten aanzien van het benutten en inzetten van vrijwilligers
Er kan meer worden gedaan aan het scholen van vrijwilligers, zodat zij ook ingezet kunnen worden voor bijvoorbeeld opgroeien en opvoeden. Professionele aanbieders staan open voor het delen van hun kennis. Zorg dat in ‘het gesprek’ met een cliënt de mantelzorger niet alleen aandacht krijgt als ondersteuner van de cliënt, maar dat ook de ondersteuning en het voorkomen van overbelasting van de mantelzorger de benodigde aandacht krijgt.
Zorgen dat mensen elkaar kunnen ontmoeten.
Sportaccommodaties, dorpshuizen enzovoort zijn voldoende aanwezig vormen een goede randvoorwaarde om initiatieven te kunnen ontplooien.
33
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Nauwe samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties.
Hierop is het Platform Informele Ondersteuning (PIO) ingezet met het gewenste resultaat.
Verbinding tussen vrijwilligersorganisaties en professionele werkveld.
Binnen het PIO wordt door alle partijen ervaren dat er een netwerk van organisaties is ontstaan die je in één keer kunt benaderen. Daarmee is er bij een intake een breed scala aan mogelijkheden voor vrijwillige ondersteuning en worden doorverwijzingen van elkaar serieus opgepakt. Ze leren elkaar kennen en weten wie wat doet. Dat geldt ook voor de samenwerking met de formele ondersteuning in het Sociaal Team en (in mindere mate) het CJG. Een aandachtspunt dat het PIO signaleert is het spanningsveld tussen het werk van de professional en het werk van de vrijwilliger. De grens is niet altijd even duidelijk en het moet niet zo zijn dat betaald werk naar de vrijwilliger toegeschoven wordt.
Begeleiding en ondersteuning van vrijwilligers verder vorm geven door het bieden van training en coaching. Bijvoorbeeld door vrijwilligers te leren om goed aan te geven waar de grens van hun kunnen ligt (dat kan per vrijwilliger verschillen, omdat het afhankelijk is van de kennis en ervaring van de desbetreffende vrijwilliger).
Inrichten van een ‘dorpsplein’ waar meerdere voorzieningen beschikbaar zijn evenals de functie gastvrouw / ‐heer
Ontmoetingscentra kunnen meer op de kaart worden gezet Naar aanleiding van de tussenevaluatie is afgesproken een nadere uitwerking te maken van de toekomstige inzet van gastvrouw /‐heer.10
Maak een goede functiebeschrijving van de gastvrouw/‐heer. Welke rol kan hij/zij, behalve ontvangst op het dorpsplein, nog meer betekenen, zonder dat bezoekers het verhaal twee maal moeten doen.
10 Het PIO adviseert om de functie van gastvrouw/‐heer uit te bouwen tot een betaalde functie.
34
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Functie gastvrouw/‐heer is nu beperkt tot ontvangst van de gasten dorpsplein. (om te voorkomen dat bezoekers 2 x het verhaal moeten vertellen). In het dorpshuis te Wezep is een inloopspreekuur beschikbaar.
Zorg dat inwoners weten wat waar georganiseerd wordt, maar vooral wat waar mogelijk is en waar ze terecht kunnen voor ondersteuning wanneer inwoners zelf initiatieven willen ontwikkelen.
Gemeentelijke rol is die van regisseur en opdrachtgever en de gemeente is verantwoordelijk voor het resultaat
Rol van facilitator/dienstverlener neerleggen bij uitvoerende organisaties (uitvoering zo veel mogelijk op afstand).
De manier waarop de gemeente het VVE beleid heeft opgepakt is een goed voorbeeld van hoe de gemeente de rol als regisseur en opdrachtgever moet oppakken. Wel is het nodig aandacht te houden voor vragen als ‘hoe stuurt de gemeente op afstand op de resultaten van de uitvoerende organisaties. Is het te realiseren resultaat van te voren bepaald? Hoe sturen op de centrale inkoop? Niet het cijfermatige aspect/resultaat, maar het kwalitatieve resultaat (wat heeft het de inwoner opgeleverd) moet in beeld gebracht worden.
Beschrijf in het nieuwe beleidsplan goed hoe de rol van de gemeente als opdrachtgever er precies uitziet. Werk met goede opdrachtomschrijvingen waarin is aangegeven welk kwalitatieve resultaat bereikt dient te worden. Investeer als gemeente niet in het zelf uitvoeren, maar in het regisseur‐ en opdrachtgeverschap en de monitoring van de resultaten.
Inrichten van een afzonderlijke lokale en private sociale entiteit voor werk en zorg.
Inrichten van de afzonderlijke lokaliteit is georganiseerd, ook werk en zorg/ondersteuning bij elkaar, het is echter geen private aparte entiteit.
Onafhankelijke indicatie in de toegang sluit niet uit dat zorgverleners desgevraagd adviseren Om echter ook te kunnen voldoen aan het meegegeven principe dat in de toegang onafhankelijk van het aanbod wordt georganiseerd, maakt dat er geen sprake kan zijn van een private entiteit. Bovendien is het afgeven van beschikkingen wettelijk
35
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
een bevoegdheid die de gemeente toebehoort.
36
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 3. Jeugdzorg
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Voorkomen en beperken van het gebruik van zwaardere professionele hulpverlening
Via preventie en meer lichtere zorg. In plaats van een afname wordt juist een toename van zwaardere zorg zichtbaar. Het is nog onduidelijk wat hiervan de oorzaak is. Er ontstaan steeds meer zorgen over de jeugd, waarbij de problematiek die zich voordoet ook nog eens complexer is. Mogelijke oorzaak is dat ouders het moeilijk vinden om hulp te vragen en te laat aankloppen en dan zwaardere zorg nodig hebben. De adviesraad constateert tav het IKC: gezamenlijk doel, gezamenlijke activiteiten, gezamenlijke pedagogische visie ontbreekt nog. Adviesraad: De gemeente Oldebroek heeft de schoolverlatende jeugd zonder startkwalificatie meer in beeld. Het is echter niet duidelijk/inzichtelijk wat de gemeente Oldebroek daarmee kan/moet doen.
Met name bij de ondersteuning van jeugd kan er nog veel meer gebruik gemaakt worden van het eigen netwerk. Neem het preventief jeugdbeleid integraal op in het nieuwe beleidsplan. Het preventief jeugdbeleid wordt uitgevoerd door het jongeren(opbouw)werk, in samenwerking met onderwijs, lokale verenigingen, kerken enzovoort. Het organiseren van preventieve activiteiten hoeft het CJG niet zelf te doen11. Het is erg belangrijk dat de samenhang duidelijk wordt en dat er nauw wordt samengewerkt tussen jongerenwerk en ST/CJG. Zo worden signalen vanuit het CJG/ST doorgegeven aan het jongerenwerk en door het jongerenwerk vertaalt de signalen naar preventieve activiteiten.
11 De preventieve rol die het CJG wel heeft is die van preventie gericht op ouders en opvoeding.
37
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Uitgangspunt daarbij moet zijn dat het jongerenwerk vooral aanjager, stimulator en facilitator is en dat jongeren (eventueel met behulp van andere inwoners/vrijwilligers) de activiteiten zoveel mogelijk zelf uitvoeren. Anderzijds signaleert het jongerenwerk ook zaken die verwijzing/actie van het CJG vragen, om er eerder bij te zijn. Een vast aanspreekpunt voor het jongerenwerk is daarbij helpend. Zorg, ook in het kader van preventie, voor een aanpak voor vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie. Leg hierin ook de taken die het RMC hierin heeft vast.
De hulp verschuift ‘van achteren naar voren’, dus naar de klant toe: Inrichting van de ondersteuning, hulp en zorg clustert expertise in lokale multidisciplinaire basisteams jeugd 12en gezinswerkers.
In het cliëntervaringsonderzoek jeugd wordt door ouders het snel handelen een aantal keren genoemd als positieve factor. Een vergelijking met resultaten uit de eerste meting laat op alle punten groei zien. Kwaliteit is lastig te meten; vraag zou moeten zijn: is er een oplossing geboden voor de ondersteuningsvraag waarvoor ik kwam?
Het nog verder terugbrengen van het aantal verwijzingen via de huisarts vraagt om goede analyse en om samenwerkingsafspraken. Investeer in poh‐ers bij de huisarts als vooruitgeschoven post van het CJG/Sociaal Team. Om lokaal nog meer grip te krijgen op de instroom is het nodig om te
12 We spreken inmiddels niet meer van ‘basisteam’, maar van ‘CJG’.
38
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
De werkwijze met het familiegroepsplan loopt goed.13 De hulp wordt niet altijd integraal geboden als er ook andere problemen in het gezin zijn. Samenwerking tussen Sociaal Team/CJG en de huisartsen en de zorgaanbieders kan veel beter. Uit de tussenevaluatie bleek dat Indicaties nog te veel via de huisartsen en andere verwijzers liepen. De laatste kwartaalrapportages wijzen uit dat het aantal verwijzingen via de huisarts wel terugloopt. 3de kwartaal 2017: Aantal verwijzingen via het CJG is gestegen naar 40% (2015: 14%) Het aantal verwijzingen door de huisarts is 41% (2015: 55%).
komen tot betere samenwerkingsafspraken met zorgaanbieders en partijen aan de voorkant. Preventie moet hierbij specifieke aandacht krijgen.
Een forse toename van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van professionele hulpverlening, vooral van het aantal jeugdigen dat gebruikt maakt van de JGGZ. Ook een plotselinge stijging (van 1 naar 7) in
Neem stappen aan de hand van de kwantitatieve en kwalitatieve analyse van het interventieteam.
13 In de jeugdwet is vastgelegd dat ouders/gezinnen de mogelijkheid krijgen een familiegroepsplan op te stellen, samen met familie, vrienden en anderen uit de sociale omgeving van de jongere. In de gemeente Oldebroek worden gezinnen nadrukkelijk gestimuleerd om gebruik te maken van deze mogelijkheid die de wet de jeugdige en/of zijn ouders biedt. De Wmo biedt een zelfde mogelijkheid. Binnen de Wmo 2015 wordt dit een ‘persoonlijk plan’ genoemd.
39
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
het gebruik van de dure (specialistische) landelijke jeugdzorg. Een interventieteam voert momenteel een onderzoek uit. Eind december 2017 levert zij een kwantitatieve analyse aan de hand van cijfers. Vervolgens worden in januari en februari 2018 gesprekken gevoerd ten behoeve van een kwalitatieve analyse, die naar verwachting in maart 2018 wordt opgeleverd.
Het fundament van het jeugdstelsel wordt gevormd door de (pedagogische) gemeenschap
Investeren in een goed functionerende gemeenschap.
Maatregel nav de tussenevaluatie: Aanjagen samenwerking. Versterking van de samenwerkingsstructuur en het oplossen van knelpunten biedt op langere termijn een efficiëntere en effectievere ondersteuning aan jeugd en jongere.
Beoogd resultaat: de samenwerkingsstructuur tussen gemeente, samenwerkingsverband passend onderwijs, scholen, jongeren(opbouw)werk en CJG is versterkt. Netwerkpartners kennen elkaar en de logische route voor Jeugdhulp is via het CJG. Jeugdigen krijgen zo snel mogelijk de passende ondersteuning die nodig is om hen naar volwassenheid te begeleiden. Doe dit vanuit het principe ‘zo licht mogelijk en zo zwaar als nodig’.
40
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Een continuüm van ondersteuning van jeugd dat zich uitstrekt van de basisvoorzieningen voor iedereen tot specialistische hulpverlening voor een kleine groep
Basisteam jeugd en gezinswerkers pakken alle vragen van jeugdigen en ouders op: van licht tot zwaar en van kortdurend tot langdurend, van infomeren tot ambulant behandelen
Het basisteam zegt 85% van de jongeren die problemen hebben in beeld te hebben
Alles wat dichtbij kan wordt dichtbij uitgevoerd en is maatwerk
Professionals moeten meer in de ondersteunende rol komen, in plaats van de uitvoerende/ zorgende rol.
Professionals kunnen meer gebruik maken van het informele netwerk rondom de klant en dat inschakelen en versterken.
Basisteam schakelt bij twijfel over deze afweging of als second opinion expertise in en haalt waar nodig hulp van bovenlokale / landelijke specialistische zorg naar gezin
Dit is de afgesproken werkwijze, maar er is onvoldoende zicht of hiervan voldoende gebruik gemaakt wordt.
Houdt in beeld hoe vaak en welke expertise wordt ingeschakeld.
Overgang van jeugdzorg naar Wmo (18‐ naar 18+) zo naadloos mogelijk laten plaatsvinden
CJG geeft aan dat binnen Sociaal Team soms de competentie ontbreekt die specifiek voor jeugd noodzakelijk is. Dit staat het samenwerken en afspraken maken over de regie soms in de weg. Er worden vooral drempels ervaren door jongeren van 17 – 23 jaar. Getroffen maatregel nav de tussenevaluatie: Proactief benaderen van jongeren tussen de 16 en 18 jaar die bekend zijn vanuit Jeugdzorg. Dit resulteert in structurele verbeteringen..
Maak beleid voor een naadloze overgang van 18‐ naar 18+, om te voorkomen dat jongeren tussen de wal en het schip raken zodra zij de leeftijd van 18 jaar bereiken. Zorg daarbij voor een 3D‐aanpak. Wie neemt het initiatief tot contact, wie moet je betrekken, wat zijn de te nemen stappen en wat is ieders rol? Spreek zo nodig af ‐de evaluatie van het proactief benaderen zal dit uitwijzen‐ dat een pro‐actieve benadering op individueel niveau hiertoe structureel gehandhaafd blijft. Helpend hierbij is ook wanneer Sociaal Team en CJG één team vormen, waarbij degene met de
41
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
competentie die nodig is voor de cliënt de gemeentelijke regie op uitvoeringsniveau oppakt of blijft oppakken.
42
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 4. Participatiewet
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Een uitkering wordt verstrekt als vangnet voor burgers die tijdelijk niet zelf in hun inkomen kunnen voorzien
We kijken streng aan de poort naar het recht op uitkering. Het succes van de poort gaat de gemeente Oldebroek meten.
Tussenevaluatie: Er wordt onderzocht of het poortproces effectiever kan worden ingericht. In de 1ste 3 kwartalen van 2017 heeft 60% van de aanvragen geleid tot toekenning van de uitkering. Via de site van het UWV kan iedereen een aanvraag doen zonder dat er eerst een globale toets op een eventueel recht op uitkering wordt gedaan.
Per 1 januari 2018 moeten belanghebbenden zich rechtstreeks bij de gemeente Oldebroek melden.
Preventie: vroegtijdig informeren en optimaliseren van de dienstverlening.
Preventie moet meer /beter vorm worden gegeven in de praktijk. Met name gericht op voorkomen van schulden. Uit de laatste kwartaalrapportage blijkt dat een groot deel van de aanvragen wordt ingetrokken, afgewezen of niet in behandeling wordt genomen. Veelal komt dit doordat inwoners niet voldoende op de hoogte zijn van de voorwaarden. De komende tijd wordt bekeken hoe de informatievoorziening richting de inwoners verbeterd kan worden en of het mogelijk is om voor aanvraag bijvoorbeeld een adviesgesprek te hebben. Er zijn afspraken gemaakt met de woningcorporaties om schuldenproblematiek
Met Westerbeek (uitvoering trajecten schuldhulpverlening) afspraken maken over participatie in het Sociaal Team, zodat casussen direct in het Sociaal Team terecht komen. Wanneer de werkwijze zoveel mogelijk gelijk wordt getrokken met de Wmo kan de volgorde van ‘melding’ – ‘(keukentafel)gesprek’ – ‘eventuele aanvraag’ gevolgd worden.
43
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
vroegtijdig te kunnen signaleren in het convenant ‘voorkomen huisuitzetting’.
Repressie: signaleren, fraudeonderzoek, fraudevaststelling, het opleggen van maatregelen en tenslotte terugvordering.
Er is (te) weinig gebruikt gemaakt van het instrument ‘repressie’. Dit heeft vooral te maken met ontstane achterstanden. In 2016 is een nieuw handhavingsplan opgesteld.
Voer het handhavingsplan uit
Stimuleren en faciliteren dat iedere inwoner zijn arbeidsvermogen optimaal benut.
Inmiddels zijn de meeste klanten wel in kaart gebracht, maar nog niet op traject gezet. Uit de tussenevaluatie bleek dat er een toename te zien is van nieuwe aanvragen met een complexer wordende doelgroep. Genomen maatregel: inzet regievoerder Werk sinds 1 april 2017.
Inzet projectplan: Alle klanten volledig in beeld en zorgen dat iedere klant op een traject gezet is.
De gemeente helpt de werkgever aan de juiste medewerkers en geeft ondersteuning op maat.
Onvoldoende uitgevoerd, alleen de eerste stappen zijn gezet.
Werk integraal en stem goed af met/tussen EZ en de participatiewet.
Er wordt meer geanticipeerd op de flexibiliserende arbeidsmarkt door flexibele arbeidskrachten en seizoenskrachten te leveren.
De klanten W&I die een parttimebaan hebben zijn een stuk positiever over het vinden van een baan dan de W&I klanten die dit niet hebben. Er kan meer in worden gezet op het omscholen van mensen. Er is nog te weinig zicht op de veranderingen op de arbeidsmarkt en hoe daarop moet worden ingespeeld. Daarvoor is het nodig frequent arbeidsmarktanalyses te doen. Dat moet regionaal worden oppakken.
Voer op regionaal niveau frequent arbeidsmarktanalyses uit.
44
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
De besparing op de uitkering door parttime inkomsten zijn in 2017 weliswaar lager dan in 2016, maar dit is te verklaren door de instroom van statushouders. Doordat zij niet eerder gewerkt hebben in Nederland, is de kans kleiner dat zij met parttime inkomsten in de uitkering belanden of vanuit de uitkering snel aan parttime werk komen.
Het ontvangen van een uitkering is niet vrijblijvend, de gemeente Oldebroek vraagt een tegenprestatie naar vermogen.
Tegenprestatie wordt incidenteel gevraagd, niet structureel. Adviesraad: Er kan nog sterker op het vragen van een tegenprestatie worden ingezet.
Tegenprestatie beter formuleren en strenger invullen: Leg de afgesproken tegenprestatie standaard vast in een trajectplan/ontwikkelplan, waardoor de tegenprestatie bijdraagt aan de ontwikkeling van de competenties van de cliënt.
Werk en werkgevers staan voorop. Er wordt vraaggericht gewerkt
flexibiliserende arbeidsmarkt door flexibele arbeidskrachten en seizoenskrachten te leveren.
De adviesraad vraagt er aandacht voor om juist de cliënt, zijn kwaliteiten en competenties als vertrekpunt te kiezen in plaats van voor de werkgever vraaggericht te werken.
Eenduidige werkgeversdienstverlening
We willen groeien naar één werkgeversbenadering.
De komende tijd wordt gebruikt om samen de regionaal afgesproken werkgeversdienst‐verlening vorm te geven. Hierin worden afspraken gemaakt over de werkwijze waarna er prestatie‐indicatoren kunnen worden opgesteld. De gemeente Oldebroek maakt onderdeel uit van het Regionaal Werkbedrijf Zwolle en
Maak een plan ’een eenduidige werkgeversdienstverlening’ waarin de rollen worden beschreven voor bestuurders, jobcoaches, en de bedrijfscontactfunctionaris. Dit plan moet resulteren in voldoende kennis, een goede samenwerking en voldoende gecoördineerde bedrijfsbezoeken.
45
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
werkt van daaruit in de subregio H2O samen aan de werkgeversdienstverlening. De komende tijd wordt gebruikt om samen de werkgeversdienstverlening vorm te geven. Daarnaast is steeds meer contact met Nunspeet en Elburg (en waar nodig breder in RNV verband) rondom vacatures en werkgevers in de regio. Eén werkgeversbenadering krijgt steeds beter vorm, maar tegelijkertijd valt er ook één en ander te verbeteren in de lokale uitwerking. Er is onvoldoende afstemming over het thema ‘één werkgeversbenadering’ binnen de gemeentelijke organisatie. Ook de samenwerking tussen werkcoaches en de bedrijvencontact‐functionaris kan beter.
Het regionaal Werkbedrijf is een netwerk waarin op regionale schaal wordt samengewerkt.
Belangrijkste doel van de werkbedrijven is de realisatie van de Banenafspraak. Eén van de knelpunten is de transparantie van het klantenbestand. In 2017 is door de gemeenten hierop ingezet, wat er toe geleid heeft dat regio Zwolle landelijk koploper is mbt het transparant maken van het klantenbestand.
Partijen die werkgevers benaderen (SW‐bedrijven, UWV, gemeenten) zoveel mogelijk met elkaar verbinden.
De samenwerking tussen gemeente en UWV werkt goed. Een gezamenlijke werkgeversbenadering ten aanzien van beschutte werkplekken is lastiger, omdat de gemeente Oldebroek aan de rand van de arbeidsmarktregio Zwolle ligt en ook te maken heeft met de arbeidsmarktregio waar
In de volgende beleidsperiode aandacht hebben voor met name de gezamenlijke werkgeversbenadering in de sub‐regio.
46
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
de andere Noord‐Veluwse gemeenten onder vallen.
Meer mensen (gedeeltelijk) aan het werk krijgen en minder mensen afhankelijk laten zijn van een uitkering. Het uitkeringsbestand is tenminste in evenwicht met landelijke ontwikkelingen
De gemeente ondersteunt werkgevers door de loonwaarde die een werknemer gezien zijn beperkingen niet levert te compenseren.
De koppeling tussen participatie en EZ kan beter.
Stem de verschillende acties af met de afdeling EZ.
Werkzoekenden (ook mensen met een grotere afstand) zo regulier mogelijk aan de slag krijgen.
Maatregel n.a.v. tussenevaluatie: project ‘statushouders doen mee’.
De gemeente vervult een voorbeeldfunctie bij het aanbieden van werkzaamheden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Er zijn zoveel mogelijk jongeren tot 27 jaar die niet werken of onvoldoende inkomen hebben in beeld gebracht. Alle jongeren die zich melden worden direct benaderd door de werkcoach.
Nadrukkelijk aan de slag gaan met het creëren van functies bij de gemeente (voorbeeldfunctie) voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
We kiezen voor de doelgroep ‘Werk’, daarnaast ligt de focus op de doelgroep jongeren.
De uitvoering heeft zich niet geheel beperkt tot de gekozen doelgroep. Er is gekozen voor een intensivering ten opzichte van waarvoor was gekozen in het beleidsplan; de uitvoering heeft zich ook gericht op de doelgroepen ‘meedoen’ en ‘zorg’. Dit is echter niet gedaan vanuit het zoeken naar mogelijkheden binnen het totale sociale domein (bv in afstemming met de mogelijkheden die de Wmo biedt voor deze doelgroepen). Uit de 3de kwartaalrapportage 2017 blijkt dat het doelgroepenregister zorgt voor verbreding van de doelgroep.
In het nieuwe beleidsplan volledig uitvoering geven aan de Participatiewet en niet kiezen om te beperken tot de doelgroep ‘Werk’ met de focus op de doelgroep jongeren. Zorg dat je beter in beeld brengt/ houdt waar mensen zitten die hulp nodig hebben (b.v. schuldhulpverlening) en hoe de gemeente met hen in contact komt.
47
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Voorheen‐Wajongers zijn moeilijker naar (regulier) werk te bemiddelen. Dit vraagt meer tijd en deskundigheid en legt beslag op budget loonkostensubsidie vanuit het I‐deel. Genomen maatregel: project ‘aan de slag’; een sluitende aanpak voor kwetsbare jongeren naar werk. Behaald resultaat: zoveel mogelijk jongeren tot 27 jaar die niet werken of onvoldoende inkomen zijn in beeld. De jongeren die zich melden worden gelijk benaderd door de werkcoach.
Adviesraad: Je moet hierbij ontwikkelingsgericht bezig zijn. Meer inzicht waar iemand staat in zijn ontwikkeling leidt tot meer doelgericht werken. Leg daarin ook vast wat de verantwoordelijkheid is van de cliënt en wat van de ondersteuner/gemeente. Te behalen resultaat project ‘aan de slag’: Alle jongeren die niet werken of onvoldoende inkomen hebben, doen door een opleiding werk of dagbesteding weer mee in de maatschappij. Zorg voor afstemming met Wmo (dagbesteding) en jeugd (ingeval jeugdzorg aan de orde is).
Voor de doelgroepen Meedoen en Zorg integraal binnen het sociale domein kijken naar mogelijkheden.
Maatregel n.a.v. tussenevaluatie: inzet regievoerder Werk sinds 1 april 2017 met beoogd resultaat: Opstellen van een projectplan om alle klanten volledig in beeld te krijgen en weer te laten participeren. Zorgen voor een duidelijke taak‐ en rolverdeling binnen het team en de sturing hierop. Coachen op de borging van beleid en regelgeving. Sturing op juiste registratie in systemen.
Het spoor ‘Meedoen’ beter ontwikkelen waardoor meer werklozen (tijdelijk) vrijwilligerswerk kunnen doen. Na een gesprek met een klant waarin de klant in beeld is gebracht, ook een vervolgstap zetten.
48
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Resultaat: alle klanten worden inmiddels opgepakt en er is een beter beeld van de mogelijkheden van de klant.
Integraal werken begint bij één integraal beleidsplan voor de drie domeinen. Een plan van aanpak opstellen en uitvoeren dat er in resulteert dat ook de doelgroepen ‘Meedoen’ en ‘Zorg’ daadwerkelijk integraal en 3D kunnen worden benaderd. (randvoorwaarde: zorg voor een in de staande structuur ingebed proces)
Doelgroepen met de meest verstekkende beperkingen en grote raakvlakken met de groep die binnen de Wmo arbeidsmatige dagbesteding ontvangen, moeten goed op elkaar worden afgestemd.
Eind 2015 is de gehele groep Meedoen gesproken. Zo’n 40 uitkeringsgerechtigden kunnen worden geleid richting sociale activering. Wat beter kan:
Verbinding minima‐, gezondheids‐, schuldhulpverlenings‐, Wmo‐ en Jeugdbeleid.
Preventie meer/beter vorm geven in de praktijk.
Adviesraad: De scheidslijn tussen dagbesteding en (toeleiding naar) werk is vaag. Ook onder de participatiewet kun je aan zelfredzaamheid en competentiegericht werken. Er is onvoldoende resultaat, er is te weinig uitstroom.
Het is van belang in deze groep te investeren omdat ze door middel van activering mogelijk kunnen doorstromen naar de groep Werk. Het is belangrijk om te onderzoeken hoe en door wie de noodzakelijke begeleiding gegeven kan worden. Integraal vanuit de Wmo en participatie bekijken hoe de cliënt het beste ondersteund kan worden, waar het (arbeidsmatige) dagbesteding betreft.
49
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 5 Wmo
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Mensen beter in staat stellen zo lang als mogelijk eigen regie te blijven voeren en verantwoord thuis te kunnen blijven wonen
Inzetten op passende dagbesteding. Begeleiding in groepsverband is voorliggend op individuele begeleiding met als resultaat een verschuiving van begeleiding individueel naar begeleiding groep die zo dicht mogelijk bij de klant wordt aangeboden
Zowel het aantal cliënten met begeleiding groep (dagbesteding) als het aantal cliënten individuele begeleiding is afgenomen. Begin 2015 Eind 2016 Cliënten groep: 111 92 Cliënten indiv.: 175 111 Uit de cijfers is niet te achterhalen of er een verschuiving heeft plaats gevonden van begeleiding in groepsverband naar individuele begeleiding. In principe is dit ook niet de verwachting, omdat het gaat om een andere voorziening, die voor een ander soort ondersteuning bedoeld is. Uit de cijfers is ook niet te achterhalen of de begeleiding groep zo dicht mogelijk bij de klant wordt aangeboden.
Zorg voor prestatie‐indicatoren die het resultaat meten van dagbesteding en van individuele begeleiding.
Verschillende vervoersstromen vanaf 2016 zoveel mogelijk in samenhang organiseren.
Gerealiseerd per 1 januari 2018 middels een integrale aanbesteding
Maatregelen op gebied van Beschermd wonen en opvang worden voorbereid door de centrumgemeente Zwolle in goed overleg met de aangesloten gemeenten.
Signaal van de regio (centrumgemeente Harderwijk) is dat inwoners met complexe problemen te laat bij de maatschappelijke zorg in de regio terecht komen.
Organiseer een goede afstemming tussen lokaal en regionaal en meer kennis en deskundigheid in de omgang met deze doelgroep in de toegang. Er moet specifieke aandacht komen voor de aanpak van
50
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
complexe casuïstiek en de werkwijze rondom personen met verward gedrag. Ontwikkel een plan om zorgmijders in beeld te krijgen en een aanpak om hen verder te helpen wanneer zij in beeld zijn.
Huiselijk geweld: Regionale meerjarenvisie en plan van aanpak t.b.v. het voorkomen, signaleren en bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties.
N.a.v. de tussenevaluatie komen er nieuwe samenwerkingsafspraken over de overdracht van meldingen aan het lokale veld, bij de toegang. Binnenkort een gesprek met de medewerkers van CJG en Sociaal Team om impact van deze afspraken helder te krijgen. Daarna kan beoordeeld worden welke investering dit nog vraagt aan deskundigheid. Tussen Veilig Thuis en het CJG/Sociaal Team zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. In de eerste helft van 2018 wordt deze samenwerking uitgebreid geëvalueerd.
Neem de punten uit de evaluatie die in de eerste helft van 2018 tot stand komt mee in het beleidsplan.
Er komt een AMHK op schaal Veiligheidsregio NO Gelderland. (nadrukkelijke koppeling met jeugd)
Gerealiseerd volgens plan door oprichting ‘Veilig Thuis’.
Verschillende vormen en aanbieders van cliëntondersteuning zoveel mogelijk in samenhang verbinden en tot een logisch geheel brengen.
Volgens het klantentevredenheidsonderzoek (KTO) Wmo wordt er minder gebruik gemaakt van een onafhankelijke cliëntondersteuner dan in de referentiegroep. Bovendien is slechts 30% van de respondenten op de hoogte van de mogelijkheid om gebruik te maken van onafhankelijke cliëntondersteuning. De mantelzorgconsulenten, vrijwilligersondersteuner en de seniorenadviseurs zijn omgevormd tot cio’s
Zorg voor een betere bekendheid met de onafhankelijke cliëntondersteuning. Dat zou bijvoorbeeld kunnen om deze mogelijkheid standaard op te nemen in de schriftelijke bevestiging na een melding van een hulpvraag.
51
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
(consulenten informele zorg) en bieden onafhankelijke cliëntondersteuning Ook de MEE‐consulenten bieden desgevraagd individuele cliëntondersteuning en ondersteunen soms bij de aanvraag van een Wlz‐indicatie. Er is nog geen samenhang gebracht tussen cio’s en MEE‐consulenten. Professionals geven aan dat zij soms de regie moeten nemen, omdat de cliënt dit zelf niet kan.
Zorg dat professionals de weg weten te vinden naar ondersteuning uit het netwerk of met hulp van cliëntondersteuners wanneer mensen onvoldoende in staat zijn om zelf de regie over hun eigen leven te voeren.
Van een claimgerichte benadering naar een resultaatgerichte benadering
Versterken van de informele zorg, zowel in omvang als in kwaliteit. De consulenten informele zorg leveren een bijdrage aan de realisatie hiervan. Over de functie informele zorg wordt een afzonderlijke notitie opgesteld.
Een resultaatgerichte benadering vraagt veel van de gespreksvaardigheden van de medewerkers: verdere ontwikkeling is nodig.
Breed inzetten op de boodschap: “’u hebt geen recht op een voorziening, maar wel op een oplossing”, zowel naar de inwoners, naar de consulenten informele zorg én naar de uitvoerders en indiceerders in het Sociaal Team. Resultaatgericht is oplossingsgericht (en gaat verder dan vraaggericht).
Herkenning en erkenning van mantelzorgers en afstemming van zorg
In inkoopvoorwaarden regelen: Professionele organisaties stemmen de zorg af met de mantelzorger en zorgen voor ondersteuning van de mantelzorgers.
Is opgenomen in de inkoopvoorwaarden voor de maatwerkvoorzieningen voor Wmo‐dienstverlening
In een aparte regeling wordt opgenomen hoe de waardering van mantelzorgers wordt vorm gegeven (informatie, training, begeleiding, tijdelijke verlichting van taken etc.).
De Mantel‐ en respijtzorgwijzer Oldebroek is uitgebracht. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in de ondersteuning van mantelzorgers. Bij de cio’s zijn rond de 500 mantelzorgers en 50 jonge
Na evaluatie van het traject ‘Optimalisering ondersteuning mantelzorgers’ bekijken of structurele uitbreiding nodig is.
52
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
mantelzorgers bekend. Hoe meer mensen in beeld komen, hoe meer vragen er beantwoord moeten worden. Er is verdere inventarisatie nodig om na te gaan of en welke hiaten er zijn.
Veel maatwerkvoorzieningen kunnen ook in de vorm van een algemene voorziening aangeboden worden
Onderzoeken voor welk ondersteuningsaanbod dit (een algemene voorziening) mogelijk is.
Het beleid rondom de algemene voorziening moet geactualiseerd worden. Voorbereidingen opzet algemene voorziening Hulp bij het Huishouden (HH) is weer opgestart. Ook is er een was‐ en strijkservice beschikbaar. In Wezep is een huiskamer toegankelijk voor inwoners. In het kader van de pilot buurtkracht ‘Krachtstroom’ zijn 18 ideeën gericht op de sociale samenhang in de wijk ontwikkeld; van app buurtpreventie tot iets doen voor kinderen die in armoede opgroeien, van oud en nieuw vieren tot jongerenbedrijf.
Inventariseer bij de professionele aanbieders welke mogelijkheden zij hebben om algemene voorzieningen te ondersteunen en ontsluit bestaande vragen en aanbod (als voorbeeld: een organisatie voor dagbesteding in Oldebroek wil haar duofiets beschikbaar stellen aan vrijwilligers die met iemand met een beperking willen gaan fietsen)
53
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 6. Financiën
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
De verantwoordelijkheden realiseren binnen de beschikbare financiële kaders
Het basisteam jeugd en gezinswerkers werkt binnen een vastgesteld gemeentelijk geoormerkt budget. Basisteam jeugd legt bij de gemeente verantwoording af over de behaalde resultaten.14
Er wordt lokaal verantwoord in de regionale verantwoording. Evaluatie RAJ en SJNV: Belangrijkste knelpunt in relatie tussen gemeenten SJNV en RAJ is de aanlevering van kwantitatieve cijfers/onderbouwing door SJNV. In overleg tussen gemeenten en SJNV zijn nu KPI’s bepaald, tussen RAJ en SJNV dient het gesprek hierover nog plaats te vinden. In de kwartaalrapportages wordt verantwoording afgelegd over de behaalde resultaten tav de vastgestelde indicatoren.
Zorg dat het gesprek over de KPI’s tussen RAJ en SJNV plaats gaan vinden.
Het solidariteitsbeginsel wordt gehanteerd voor de inkoop van alle bovenlokale specialistische zorg jeugd;
Solidariteit loopt af per 1 januari 2018. De nieuwe nota bekostiging en sturing is recentelijk door de gemeenteraad vastgesteld. Maatregel n.a.v. de tussenevaluatie: samen met de gemeente Putten wordt in beeld gebracht wat de tekorten op jeugd over 2015 en 2016 zijn t.o.v. het macrobudget, waarna een gesprek op ambtelijk niveau met min. BiZa.
Gemeenten bewaken gezamenlijk het budget (bedrag in relatie tot hulpgebruik) van bovenlokale specialistische zorg jeugd
14 De werkmaatschappij regionaal CJG stelt indicatoren op, waarmee elk basisteam (we spreken inmiddels van ‘CJG’) haar budget zelf kan bewaken.
54
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Uit de laatste kwartaalrapportage (1e 3 kwartalen 2017) blijkt dat het niet is gelukt de druk op de specialistische zorg terug te dringen.
Gemeenten budgetteren het volume voor bovenregionale zorg jeugd op basis van historische gegevens per gemeente.
Dit is wel gebeurd, maar de ingezette hulp van afgelopen jaren bleek in de praktijk weinig te zeggen over de toekomst. In de praktijk blijkt namelijk dat de gemeente Oldebroek (vanaf 2016) fors tekort komt op de rijksmiddelen voor jeugdzorg (zowel voor het regionale als bovenregionale deel). In 2016 en 2017 heeft de gemeente Oldebroek echter nog steeds budgetneutraal geraamd (en dus niet op basis van de historische kosten van het jaar daarvoor).
Gemeenten beleggen de inkoop van deze zorg bij het gezamenlijke regionale inkoopbureau.
SJNV en RAJ functioneren in principe zoals vooraf theoretisch bedoeld. SJNV als autonome stichting en steeds meer een onafhankelijke toegang voor jeugd, RAJ als gemandateerd uitvoeringsorganisatie van o.a. inkoop en contract/accountbeheer.
Onderzoek naar de mogelijkheden voor lagere kosten Wsw‐oud.
Er zijn overplaatsingen geweest van Wezo naar IG, waardoor de kosten zijn beperkt.
Terughoudend zijn met het inzetten van betaalde re‐integratievoorzieningen.
Met uitzondering van het jaar 2016 is terughoudend omgegaan met de inzet van deze voorzieningen.
Alleen terughoudend om blijven gaan met het inzetten van betaalde re‐integratievoorzieningen in het geval dat wordt verwacht dat een betaalde re‐integratievoorziening niet het gewenste effect van uitstroom heeft. Indien een re‐integratievoorziening echter wel het effect van uitstroom kan hebben, is de inzet wel wenselijk,
55
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
zeker gezien een relatief groot bestand en een tekort op het I‐deel
Mogelijkheden worden onderzocht om meer middelen te genereren voor de re‐integratie (b.v. ESF‐subsidie).
Gerealiseerd door het aanvragen van de vangnetuitkering.
Maatschappelijk risico beheersbaar houden
Door een bestemmingsreserve, waarbij de bestaande Wmo‐reserve wordt betrokken.
Bestemmingsreserve gerealiseerd.
Voor de jaren 2016 e.v. zal het ingezette beleid moeten leiden tot lagere kosten in de duurdere 2de lijnszorg. Er wordt nog een terugverdienperspectief ontwikkeld voor de komende jaren, gebaseerd op de maatregelen in het beleidsplan sturing en bedrijfsvoering.
Bij ongewijzigd beleid ontstaat een structureel tekort binnen het sociaal domein.
De komende jaren is het nodig om blijvend in te zetten op reductie van de uitgaven.
Sturen op vrij‐toegankelijke en niet‐vrij toegankelijke jeugdhulp.15
Doordat er gemankeerde cijfers beschikbaar zijn, is het lastig de vinger ergens op te leggen. Er zijn vanwege te weinig info geen risicoprofielen opgesteld.
Zorg dat de registratie zo snel mogelijk op orde komt.
15 Alle (ambulante) jeugdhulp, uitgevoerd door basisteam (We spreken inmiddels van ‘CJG’) is vrij toegankelijk, evenals jeugdhulp verleend door vrij gevestigden zover deze binnen het huidige uitgavenplafonduitgavenplafond blijven. Specialistische zorg door gemeente bij J‐GGZ en J‐LVB is niet‐toegankelijk en alleen verkrijgbaar na verwijzing, gemeentelijke beschikking of maatregel kinderrechter
56
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 7. Sturing en bedrijfsvoering
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Inwoners meer ruimte geven om de gezamenlijk verantwoordelijkheden zelf in te vullen
Nieuw beleid en verordeningen worden getoetst op de omslag die ook met Oldebroek voor Mekaar is beoogd.
Maatregel nav tussenevaluatie: aanpassing van de beleidsregel hulp bij het huishouden; inwoners krijgen passende ondersteuning HH op basis van geactualiseerde normen. Het Sociaal Team moet het netwerk meer betrekken, zodat verbreding plaatsvindt bij het vinden/zoeken van de oplossing door de cliënt zelf en zijn netwerk.
Sturen op de inkomsten en uitgaven van het sociale domein
Periodiek zicht bieden op:
Aantal ondersteuningsvragen;
Type ondersteuningsvragen per wet;
Kosten voor preventieve activiteiten;
Uitvoeringskosten.
Maatregel n.a.v. de tussenevaluatie: kwaliteitsverbetering door beschrijven en/of vernieuwen van processen participatie met als resultaat: heldere procesbeschrijvingen vereenvoudigen de uitvoering en zorgen voor een volledige registratie.
Zorg voor 3D procesbeschrijvingen die op elkaar zijn afgestemd en investeer in één 3D‐registratiesysteem en klantvolgsysteem, die resulteren in
vereenvoudiging van de uitvoering;
een volledige registratie die zicht biedt op aantallen en type ondersteuningskosten per wet en de kosten voor preventieve activiteiten en uitvoeringskosten;
3D afstemming rond de cliënt.
Helder maken of de ingezette maatregelen leiden tot het gewenste resultaat:
Kwalitatieve resultaten als verbetering van de
Gesprekken met zorgaanbieders over prestaties en transformaties zijn nauwelijks gevoerd (deels wel regionaal), omdat de focus gericht is geweest op het goed inrichten. De gesprekken moeten nu weer worden opgepakt.
Relatiemanagement: Zorg dat je ook lokaal, de beschikking hebt over een medewerker die de toetsing van de kwaliteit van de uitvoering van de zorg en de samenwerking met/tussen
Doelstelling 9:
De gemeente
draagt zorg voor
een effectieve en
efficiënte
uitvoering van de
taken in het
sociaal domein
57
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
samenwerking tussen informele en formele ondersteuning;
Het behouden van werkgelegenheid;
Voorkomen van overbelasting bij vrijwilligers/mantelzorgers.
De jeugdzorg aan cliënten is grotendeels goed uitgevoerd; er zijn geen kinderen tussen wal en schip geraakt. Evaluatie RAJ en SNJV: professionalisering van het opdrachtgeverschap/ de opdrachtnemersrol is belangrijk aandachtspunt. Een duidelijke rolverdeling en een stevige en eenduidige sturing vanuit gemeenten is wenselijk, maar wel vanuit de gedachte van co‐creatie. Tevens is er behoefte aan duidelijke resultaatafspraken in de vorm van KPI’s tussen gemeenten en RAJ enerzijds en gemeenten en SJNV anderzijds.
zorgaanbieders coördineert. Bijvoorbeeld door periodiek accountgesprekken te voeren met (groepen) aanbieders. Ook op die manier ga je sturen op het gewenste resultaat. Wat regionaal al gebeurt hoef je natuurlijk niet over te doen, maar er moet wel een wisselwerking plaatsvinden tussen lokaal en regionaal en het is goed wanneer een lokale medewerker daarvoor verantwoordelijk is.
De maatregelen leiden tot budgettair voldoende uitkomsten, zowel per maatregel als in de totaliteit van de maatregelen, zodat de beschikbare middelen voldoende zijn.
Het is noodzakelijk om aanvullende maatregelen te treffen bij het uitgangspunt van budgetneutraliteit. Er is ingezet op preventie.
De lijn van inzetten op preventie moet worden voortgezet, maar er gaat een langere periode overheen voordat de effecten ervan zichtbaar worden. Op korte termijn investeren in oplossingsrichtingen die de structurele kosten naar beneden kunnen krijgen.
Prestatie‐indicatoren participatiewet, Wmo en Jeugdwet volgen en concrete doelen behalen. Er wordt een samenhangend instrumentarium van meetinstrumenten en indexcijfers op effecten ontwikkelt om het beleid te kunnen volgen en beoordelen op gemeentelijk niveau en op het niveau van verschillende doelgroepen. Hierbij sluiten wordt aangesloten bij
De resultaten van het beleid kunnen nog onvoldoende worden gevolgd, omdat de indicatoren en de doelstellingen onvoldoende op elkaar aansluiten. Kwaliteit is lastig te meten, je zou per cliënt (3D) moeten meten of er een oplossing is geboden voor de benodigde ondersteuning. De monitoring kan beter.
Zorg voor een monitor van het beleid (3D), waardoor de resultaten aan de hand van prestatie‐indicatoren op grond van de te bereiken doelstellingen op hoofdlijnen kan worden gevolgd, zonder dat dit een extra administratieve last met zich mee brengt. Zet de monitor niet alleen in op wat er is gedaan, maar vooral ten aanzien van wat er is bereikt.
58
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
het vanaf 2016 jaarlijks af te nemen cliëntervaringsonderzoek.
Ten behoeve van de Wmo en de Participatiewet wordt een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek (CER) gehouden. Voor Jeugd is in 2016 een CER gehouden onder jeugd en ouders. In 2017 zijn er cliëntervaringsdeskundigen geworven en geschoold tot cliëntinspecteurs. Zij interviewen gebruikers van jeugdhulp. Begin 2018 is er een rapportage beschikbaar van de gegevens 2017.
De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Daar waar wettelijk een eigen bijdrage kan worden gevraagd doet de gemeente Oldebroek dat maximaal.
Op 9 november 2017 is de notitie eigen bijdrage door de gemeenteraad vastgesteld. ‘Sterkste schouders, zwaarste lasten’ blijft daarbij uitgangspunt.
59
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 8. Informatievoorziening
Preventieve en eigen kracht burgers stimuleren.
Burgers vinden (digitale) informatie over preventie en eigen kracht eenvoudig via website, KCC, huis aan huis en informatie in gemeentehuis.
Bijvoorbeeld uit de Klantentevredenheids‐onderzoek W&I bleek dat respondenten wisselend bekend zijn met de diverse regelingen die er bestaan voor minima. Opvallend daarbij is dat men wel bekend is met de bijzondere bijstand, maar niet met hulp via Humanitas of Diaconaal Platform. Hoewel de inwoners de toegang tot ondersteuning goed weten te vinden, wordt tegelijk geconstateerd dat de cultuur onder de Oldebroekse inwoners ook is, dat zij problemen vooral zelf oplossen en ‘de vuile was niet buiten willen hangen’. Het gevolg hiervan is dat inwoners veelal problemen slechts in zeer kleine kring bespreken en niet snel bij hun buren (het wat bredere netwerk om hen heen) te raden gaan en bovendien pas veel te laat professionele hulp inroepen en dan veel zwaardere zorg nodig hebben.
Zorg voor structurele informatie over de preventieve oplossingen die er in de gemeente bestaan. Investeer in vroegsignalering en het verlagen van de drempel om hulp te vragen. Zet voor wat betreft communicatie in op de Oldebroekse cultuur; ‘je hoeft je niet te schamen voor het vragen om hulp. We zijn er voor elkaar!’
Medewerkers werken met één gezin, één plan één regisseur
Medewerkers worden ondersteund door systemen die het mogelijk maken om informatie snel voorhanden te hebben en te delen waar nodig en gewenst door klanten.
Het realiseren van 1 gezin / 1 plan / 1 regisseur gaat moeizaam. Het is nodig om van elkaar te weten dat er betrokkenheid is met een gezin/individu.
Realiseer een gedragen eenduidige werkwijze en daarbij passend ICT regiesysteem voor zowel CJG als Sociaal Team (passend binnen de privacywetgeving).
Beleidsinformatie is aanwezig en administratie van zorg en werk wordt effectief uitgevoerd
Informatie‐uitwisseling die beleidsinformatie genereert van de gemeente met de ketenpartners is gerealiseerd;
De administratie is inmiddels op orde en op grond van de eigen informatie kan beleidsinformatie gegenereerd worden.
60
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
(bij)sturing is mogelijk om wachtlijsten en hoge kosten te voorkomen en om vast te stellen dat de gemeente Oldebroek de juiste dingen goed doet
Managementinformatie levert tijdige en juiste informatie.
Uit de laatste kwartaalrapportage (3de
kwartaal 2017) blijkt dat 38 van de 54 gecontracteerde aanbieders een vermelding van een wachtlijst hebben op hun website. Dit betreft de jeugdzorgaanbieders. Bij de Wmo‐aanbieders is geen sprake van een wachtlijst of een budgetplafond. De inwoners krijgen daardoor altijd de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben.
Zorg bij het contracteren en inkoop van jeugdzorg dat wachtlijsten niet zijn toegestaan en dat aanbieders garanderen dat zij het volume aan zorg dat wordt gevraagd ook daadwerkelijk kunnen leveren.
61
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Hoofdstuk 9. Communicatie
Wat wilde de gemeente Oldebroek bereiken
Hoe wilde de gemeente Oldebroek dat bereiken
Bereikt? Wat is het resultaat óf Waarom is het resultaat (nog) niet (geheel) bereikt?
Aanbeveling voor het nieuwe beleidsplan
Communicatie draagt bij aan het verwezenlijken van de missie en visie voor het Sociaal Domein
Bestaande en nieuwe cliënten en hun mantelzorgers tijdig en goed laten weten waar ze aan toe zijn.
In de aanloop naar de decentralisatie van de drie wetten zijn bestaande en nieuwe cliënten en en mantelzorgers tijdig geïnformeerd over de veranderingen.
Inwoners van Oldebroek correct en laagdrempelig informeren over Oldebroekse aanpak/beleid.
Bij de bevolking lijkt nog niet te zijn geland, dat je als inwoner eerst moet kijken hoe je je omgeving kunt inzetten.
Communicatie inzetten om bewustwording te stimuleren en te vergroten ten aanzien van het streven naar zelfredzaamheid en samenredzaamheid.
Een bijdrage leveren aan een cultuurverandering tot de ‘participatiesamenleving’.
Er wordt door inwoners nog steeds erg ‘claimgericht’ gedacht.
Breed inzetten op de boodschap: “’u hebt geen recht op een voorziening, maar wel op een oplossing”. Dus de inwoner die zegt: ‘ik kom een scootmobiel aanvragen’ krijgt als antwoord: ‘u hebt een vervoersprobleem? Dan gaan wij samen met u kijken wat de beste oplossing daarvoor is.’ Wanneer na onderzoek blijkt dat een scootmobiel de beste oplossing is, wordt er uiteraard wel een scootmobiel geïndiceerd.
62
Evaluatie beleidsplan sociaal domein 2015 – 2018 Gemeente Oldebroek
Professionals kunnen hun belangrijke informerende rol of doorverwijsrol goed vervullen
Professionals faciliteren.
Professionals in het Sociaal Team zijn over het algemeen goed op de hoogte en verwijzen goed door.
Goed Oldebroeks beleid maken met draagvlak
De juiste mensen op het juiste moment betrekken.
Adviesraad heeft in het algemeen onvoldoende informatie over participatie zoals bijvoorbeeld in hoeverre wordt er ingespeeld op de flexibele arbeidsmarkt en in hoeverre wordt er echt op werk gefocust .
Zorg dat de Adviesraad goed geïnformeerd is over de Participatiewet en meegenomen wordt in de voortgang hiervan.