‘s-Hertogenbosch, 12 april 2018 Geachte heer Looijen, Op 21 maart heeft de kiezer gesproken en vorige week heeft u de informatiefase afgerond. U wacht een interessante en uitdagende klus: het formeren van een nieuw college. Vervolgens zal het zaak zijn om snel een productieve werkrelatie te ontwikkelen tussen het nieuwe college en de ambtelijke organisatie. Ik zal daar als gemeentesecretaris / algemeen directeur graag aan bijdragen! Graag neem ik vanuit dat perspectief de gelegenheid om enkele zaken onder uw aandacht te brengen. Adviezen De ambtelijke organisatie heeft een overdrachtsdocument opgesteld. Dat is aan alle raadsleden uitgereikt en is ook digitaal beschikbaar. Ook u heeft een exemplaar ontvangen. Ik bied u graag aan om zaken aan u toe te (laten) lichten als u daaraan behoefte hebt. U treft hierbij aan een notitie met ingrediënten voor de portefeuilletoedeling. Het bevat een aantal algemene adviezen, alsmede aanbevelingen voor portefeuillevorming. De scope hierbij is praktisch en gestoeld op ervaring: welke uitgangspunten zijn handig, welke portefeuilleverdeling zou doelmatig en doeltreffend zijn tijdens de collegeperiode. Ik realiseer mij natuurlijk dat in de onderhandelingen de politieke component zwaarder kan wegen. Stand van de organisatie ’s-Hertogenbosch mag zich verheugen in een goede ambtelijke organisatie. Traditioneel zijn we inhoudelijk sterk. De afgelopen jaren is –mede door invloed van het nu demissionaire college- ook forse vooruitgang geboekt op het terrein van bestuursgevoeligheid, omgevingsoriëntatie, service en bejegening, integraliteit en resultaatgerichtheid. We investeren stevig in de verdere ontwikkeling van de organisatie. Het nieuwe college kan rekenen op een loyale en ambitieuze organisatie, die op resultaten voor en met de stad, de wijken en de dorpen gericht is en beschikt over veel deskundigheid. Wel zijn de grenzen aan de capaciteit van de organisatie duidelijk bereikt. De door vorige colleges afgesproken efficiencytaakstellingen en bezuinigingen op personeel zijn gerealiseerd. Waar enigszins mogelijk hebben we bovendien nieuwe wensen en externe ontwikkelingen binnen de formatie opgevangen. Te noemen zijn de veel intensievere bewonersbetrokkenheid, de inzet op regionale samenwerking en meer oog voor omgevingsmanagement en communicatie. Ook is er veel extra werkdruk ontstaan door de aantrekkende economie. En tenslotte zijn er nieuwe taken bijgekomen die meer inzet vragen dan we op dit moment beschikbaar hebben. Al met al moet ik u melden dat de rek
149
Embed
er uit is; er zijn geen mogelijkheden voor efficiency …...er uit is; er zijn geen mogelijkheden voor efficiency en bij nieuwe wensen zal er óf afbouw van taken, óf extra capaciteit
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
‘s-Hertogenbosch, 12 april 2018 Geachte heer Looijen, Op 21 maart heeft de kiezer gesproken en vorige week heeft u de informatiefase afgerond. U wacht een interessante en uitdagende klus: het formeren van een nieuw college. Vervolgens zal het zaak zijn om snel een productieve werkrelatie te ontwikkelen tussen het nieuwe college en de ambtelijke organisatie. Ik zal daar als gemeentesecretaris / algemeen directeur graag aan bijdragen! Graag neem ik vanuit dat perspectief de gelegenheid om enkele zaken onder uw aandacht te brengen. Adviezen De ambtelijke organisatie heeft een overdrachtsdocument opgesteld. Dat is aan alle raadsleden uitgereikt en is ook digitaal beschikbaar. Ook u heeft een exemplaar ontvangen. Ik bied u graag aan om zaken aan u toe te (laten) lichten als u daaraan behoefte hebt. U treft hierbij aan een notitie met ingrediënten voor de portefeuilletoedeling. Het bevat een aantal algemene adviezen, alsmede aanbevelingen voor portefeuillevorming. De scope hierbij is praktisch en gestoeld op ervaring: welke uitgangspunten zijn handig, welke portefeuilleverdeling zou doelmatig en doeltreffend zijn tijdens de collegeperiode. Ik realiseer mij natuurlijk dat in de onderhandelingen de politieke component zwaarder kan wegen. Stand van de organisatie ’s-Hertogenbosch mag zich verheugen in een goede ambtelijke organisatie. Traditioneel zijn we inhoudelijk sterk. De afgelopen jaren is –mede door invloed van het nu demissionaire college- ook forse vooruitgang geboekt op het terrein van bestuursgevoeligheid, omgevingsoriëntatie, service en bejegening, integraliteit en resultaatgerichtheid. We investeren stevig in de verdere ontwikkeling van de organisatie. Het nieuwe college kan rekenen op een loyale en ambitieuze organisatie, die op resultaten voor en met de stad, de wijken en de dorpen gericht is en beschikt over veel deskundigheid. Wel zijn de grenzen aan de capaciteit van de organisatie duidelijk bereikt. De door vorige colleges afgesproken efficiencytaakstellingen en bezuinigingen op personeel zijn gerealiseerd. Waar enigszins mogelijk hebben we bovendien nieuwe wensen en externe ontwikkelingen binnen de formatie opgevangen. Te noemen zijn de veel intensievere bewonersbetrokkenheid, de inzet op regionale samenwerking en meer oog voor omgevingsmanagement en communicatie. Ook is er veel extra werkdruk ontstaan door de aantrekkende economie. En tenslotte zijn er nieuwe taken bijgekomen die meer inzet vragen dan we op dit moment beschikbaar hebben. Al met al moet ik u melden dat de rek
er uit is; er zijn geen mogelijkheden voor efficiency en bij nieuwe wensen zal er óf afbouw van taken, óf extra capaciteit nodig zijn. In het overdrachtsdocument is toegelicht dat er bij enkele onderdelen sprake is van een tekort aan personeel in verhouding tot de bestaande of te verwachte werklast. De nieuwe landelijke eisen op eht gebied van ICT worden conform onze spelregels verwerkt in de actualisering van de begroting. De andere knelpunten doen zich voor in het sociale domein en als gevolg van de komst van de omgevingswet. De personele inzet blijft op deze domeinen achter bij wat de gemeente voor zijn bewoners volgens het staande beleid of de landelijke regelgeving zou moeten leveren. Ik vraag graag uw aandacht voor deze problematiek. Impuls voor digitalisering De technologische mogelijkheden nemen steeds verder toe. Dit maakt verdere verbetering van de kwaliteit, service en snelheid van dienstverlening aan bewoners mogelijk. Ook kunnen steeds meer administratieve werkprocessen door digitalisering en landelijke standaardisering fors worden verbeterd. Als stad van innovatie en datascience willen we als gemeente graag mee met deze ontwikkeling. We moeten ook mee. Landelijk en lokaal. Als we niet inzetten op technologie, neemt de betekenis van gemeenten af, blijft de dienstverlening aan bewoners achter, worden de kosten van de bedrijfsvoering op termijn veel hoger en lopen we veel meer risico’s. Investeren in innovatie is van strategisch belang. Het is echter niet mogelijk om de gewenste innovatie in het gewenste tempo naast het gewone werk te organiseren. Ik pleit voor een eenmalige injectie om de dienstverlening en de bedrijfsvoering in de komende jaren substantieel te kunnen innoveren terwijl de winkel openblijft. Met deze impuls gaan we een gemeentebrede opgave aan, die zowel technische als organisatorische en personele ontwikkelopdrachten omvat. Ik ga hier niet de verwachting neerleggen dat we hiermee in deze bestuursperiode al tot besparingen kunnen komen. Ten eerste is er een forse voorinvestering nodig en alle gemeenten hebben nog lange tijd te maken met oude systemen die we niet snel kunnen vervangen. En we moeten digitalisering altijd koppelen met service voor mensen die niet digitaal vaardig zijn; daar zal door de ICT-complexiteit steeds meer tijd voor nodig zijn. Maar het is wel mijn stellige overtuiging dat we op termijn minder ICT kosten zullen hebben als we in deze periode slim gaan innoveren. Tot slot Nieuwe opgaven, wijziging van bestuurders, andere stijl: een nieuwe periode is altijd spannend. Positief spannend. Want de organisatie ziet het elke keer weer als een interessante en mooie opgave om het nieuwe college te gaan ondersteunen, het nieuwe collegeprogramma snel om te zetten in daden en de collegeperiode tot een succes te maken. Het AMT zet zichzelf daar ook deze keer weer graag voor in! Ik wens u veel succes bij uw opdracht. Wij zullen u waar u dat nodig acht graag ondersteunen. We zijn in gesprek over de ondersteuning van het formatieproces. Ook de leden van het Algemeen Management team staan graag voor u klaar. Met vriendelijke groet, Mr. Drs. Irma Woestenberg Gemeentesecretaris
1
Bijlage
Ingrediënten voor portefeuille-indeling Algemene adviezen Behapbare portefeuilles
o Kies voor zo veel mogelijk samenhang in de portefeuilles. Dit bevordert integraliteit en vermindert werklast voor wethouders.
o Beperk het aantal raadscommissies waarin een wethouder moet optreden. o De portefeuille Ruimtelijke Ordening heeft een bestuurder nodig die goed kan omgaan
met belangentegenstellingen en die bestand is tegen (maatschappelijke, publicitaire en politieke) weerstanden.
o Voor het bepalen van een eventuele knip in de portefeuilles Sociaal Domein is het volgende van belang:
Huidige verdeling (Jeugd/WMO en Werk/Inkomen) is werkbaar Portefeuille Jeugd/WMO kán worden gecombineerd met portefeuille
Werk/Inkomen tot één portefeuille sociaal domein. Het is gewenst Portefeuille Jeugd/WMO bijeen te houden in vanwege
samenhang in het stelsel en vanwege één gezin, één plan.
Integraal besturen o Vele onderwerpen raken meerdere collegeleden. Het is van belang om altijd een
eindverantwoordelijke- of coördinerende- of projectportefeuillehouder aan te wijzen. o Laat elke bestuurder samenwerken met minimaal 2 sectoren en laat elke sector
samenwerken met minimaal 2 bestuurders. Dit bevordert integraliteit van denken. Advies voor coördinatie van portefeuilles die in meerdere beleidsterreinen aan de orde zijn:
o Integrale veiligheid (portefeuille burgemeester) o Binnenstad o Duurzaamheid
Advies voor projectwethouderschappen op dossiers
o Theater o Groote Wielen o Spoorzone o Omgevingswet
2
Adviezen over portefeuilles Primair behorend tot portefeuille Portefeuille burgemeester Algemene bestuurszaken Stedelijke strategie Communicatie Representatie Public affairs Bestuurlijke organisatie Stedelijke betrekkingen Bovengemeentelijke betrekkingen Openbare orde en veiligheid Programma Integrale veiligheid Coördinatie toezicht/handhaving Burgemeestersbevoegdheden Veiligheidsregio/Brandweer Crisisbeheersing/rampenbestrijding
Arbeidsmarkt Economische ontwikkeling (werkgevers) Maatschappelijke ontwikkeling (onderwijs) Werk en Inkomen (mensen met afstand tot arbeidsmarkt)
Hoger Onderwijs Economische ontwikkeling (vestigingsklimaat) Maatschappelijke ontwikkeling (jeugd en onderwijs)
6
Beleidsterreinen die in alle portefeuilles passend zijn
Financiën
(incl. belastingen, aandeelhouderschappen en bedrijfsmatige activiteiten)
Cultuur
Sport
Erfgoed/cultuurhistorie
Publieke dienstverlening (coördinerend en Burgerzaken)
Bestuursraden Empel en Engelen
Contactwethouderschap wijken/dorpen (als blok bij Wijkgericht Werken of verdeeld over meerdere portefeuilles)
Organisatie (als blok of verdeeld over meerdere portefeuillehouders) o PenO o Digitalisering en ICT o Informatieveiligheid en Privacy
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: ambtelijke organisatie diverse afdelingen Datum: 17 april 2018 Onderwerp: informatie vraag over diverse onderwerpen Vragen gesteld per mail op 13 april 2018 1. Oude 'doorrekening' van het Bestuursakkoord - ik kan die niet meer terugvinden - zouden
we graag nog eens willen bekijken. 2. Wij hebben behoefte aan een notitie over de stand van zaken van het Structuurfonds. 3. T.b.v. enkele bezuinigingsoperaties in de culturele is er sprake geweest (als ik het goed
heb) van het stoppen van indexeren. Is dit nog altijd het geval en zo ja, voor welke organisaties geldt dit?
4. Het fonds Landelijk Onderscheidend loopt af. Welke middelen werden hiervoor uitgegeven en is er zicht op de behoefte/aanvragen de afgelopen jaren ?
5. Wat was de aangevraagde behoefte t.a.v. de fondsen Lokaal Effectief en Pop-Up en welke middelen waren hiervoor de afgelopen jaren beschikbaar?
6. Zijn er ontwikkelingen binnen de Bossche Culturele Basis die financiële consequenties kunnen hebben de komende jaren?
7. Wij hebben behoefte aan een notitie/stavaza m.b.t. de stand parkeerreserve en parkeerexploitatie.
8. Wat is de (financiële) stavaza van de Oostelijke Landweg? 9. Wat is de stand van zaken m.b.t. het zwembad in West? 10. Wat is de stand van zaken m.b.t. het Vestingmuseum? 11. Is de raadsmotie m.b.t. de hondenbelasting als doelbelasting financieel vertaald in de
meerjarenbegroting? Zo ja, om welk bedrag gaat het hier? Reactie ambtelijke organisatie: 1. Oude 'doorrekening' van het Bestuursakkoord - ik kan die niet meer terugvinden - zouden
we graag nog eens willen bekijken. Reactie Concern Financiën: tijdens de vorige periode zijn verschillende documenten aan de orde geweest (zie bijlage 1)
2. Wij hebben behoefte aan een notitie over de stand van zaken van het Structuurfonds.
Reactie Concern Financiën: Eind 2017 zit er een bedrag van € 102,4 miljoen in het Structuurfonds. Vanaf 2018 bedraagt de jaarlijkse storting in het fonds € 4,0 miljoen. Tot op heden wordt deze storting niet geïndexeerd. Uit het fonds betalen we de (kapitaal-)lasten van bovenstedelijke strategisch investeringen. Op basis van de huidige stand van zaken zijn we in staat de volgende geplande investeringen te dekken binnen het fonds:
Brabanthallen 2e fase (€ 3,7 miljoen) Nieuwbouw bibliotheek (€ 5,5 miljoen): defacto is € 4,25 miljoen beschikbaar voor
renovatie, aangezien daar een kortere afschrijvingstermijn geldt /stadsarchief (€ 6 miljoen):
Theater (€ 50 miljoen, prijspeil 2013). Dit bedrag is oorspronkelijke bedrag en is niet aangepast naar aanleiding van het raadsvoorstel van juli 2017. Er is op dit moment in het structuurfonds nog ongeveer 7 miljoen beschikbaar voor indexering van het theater.
Cultuurfonds Landelijk Onderscheidend (€1,7 miljoen deels al uitgevoerd) Economisch Investeringsfonds (€ 10 miljoen deels al uitgevoerd)
Doordat investeringen later worden gerealiseerd dan gepland, ontstaat er binnen het Structuurfonds ruimte voor indexatie. Opgemerkt moet worden dat we in de doorkijk rekening houden met een terugstorting van € 6,5 miljoen die we uit het structuurfonds gehaald hebben om de “badkuip” uit de parkeerexploitatie voor te financieren. Vooralsnog is er geen dekking aanwezig in het fonds voor de volgende investeringen:
3. T.b.v. enkele bezuinigingsoperaties in de culturele is er sprake geweest (als ik het goed heb) van het stoppen van indexeren. Is dit nog altijd het geval en zo ja, voor welke organisaties geldt dit?
Reactie BAZ/Cultuur: Vanaf 2018 worden de reguliere prijsindexatie weer toegepast. In de jaren 2015 t/m 2017 zijn wij voor alle onderdelen van de gemeentelijke begroting uitgegaan van 0% prijsindexatie. De werkelijke consumentenprijsindex voor de jaren 2015 t/m 2017 was: 2015 0,2% 2016 0,1% 2017 1,3% De loonindexatie is gebaseerd op ontwikkeling contractloon marktsector en is wel regulier toegepast.
4. Het fonds Landelijk Onderscheidend loopt af. Welke middelen werden hiervoor uitgegeven en is er zicht op de behoefte/aanvragen de afgelopen jaren ?
Reactie BAZ/Cultuur: Het fonds is anderhalf jaar geleden van start gegaan. Dit fonds is bedoeld voor grote en kwalitatief hoogstaande projecten, die kansrijk zijn om door te ontwikkelen en een substantiële impact kunnen maken. Er wordt streng geselecteerd. Voor de hele periode tot en met 2020 is €1,65 mln beschikbaar. Er is in de eerste anderhalf jaar voor bijna €1.3 mln aan plannen aangemeld bij de gemeente. Na intakegesprekken is er uiteindelijk voor €860.000 aan officiële aanvragen voor dit fonds binnengekomen. Dit is globaal conform het budget over deze periode. Uiteindelijk voor €417.000 aan bedragen toegekend. Uit het verschil tussen de eerste aanmeldingen, de aanvragen na intake en de toekenningen zou kunnen worden geconcludeerd dat het budget toereikend is voor de behoefte, maar dat veel van de aanvragen niet gehonoreerd worden omdat ze niet voldoen aan de criteria. Aanvragers moesten in de opstartfase duidelijk wennen aan de eisen en hebben meer tijd nodig om tot een subsidiabele aanvraag te komen. Op dit moment bekijken we de mogelijkheid om knelpunten die hieruit ontstaan op te lossen uit het budget. .De verwachting is dat het aantal aanvragen en toekenningen zal stijgen nu het fonds bekender aan het worden is. Vanaf 2019 wordt het jaarlijks beschikbaar budget echter afgebouwd en in 2021 is het fonds leeg.
5. Wat was de aangevraagde behoefte t.a.v. de fondsen Lokaal Effectief en Pop-Up en
welke middelen waren hiervoor de afgelopen jaren beschikbaar?
Reactie BAZ/Cultuur: Lokaal Effectief In het eerste jaar (2017) was er voor €330.000 aan aanvragen ingediend, en was er €150.000 beschikbaar. In 2018 is €210.000 beschikbaar, waarvan €42.000 voor aanvragen onder de €2.000. De rest wordt verdeeld over twee rondes. Tot nu toe is er voor een totaal van €75.000 aan aanvragen binnengekomen. Toekenningen nog niet bekend. Pop Up In 2017 werd er voor €330.000 aangevraagd, en was er €150.000 beschikbaar. In 2018 is beschikbaar € 260.000 (incl. de eenmalige verhoging van €50.000 na motie D66), waarvan €52.000 voor aanvragen onder de €2.000. De rest wordt verdeeld over de twee rondes. Er is tot nu toe voor een bedrag van €161.000 aangevraagd. Toekenningen nog niet bekend.
6. Zijn er ontwikkelingen binnen de Bossche Culturele Basis die financiële consequenties kunnen hebben de komende jaren?
Reactie BAZ/Cultuur: Ja, al zijn die nu niet allemaal goed te becijferen en zijn het geen harde verplichtingen. Nieuwe BCB in 2020 en aflopen fonds Landelijk Onderscheidend Belangrijk is dat in 2019 / 2020 voor het eerst de nieuwe verdeling van subsidies voor de komende vier jaar op de agenda van de raad komt. Het is te verwachten dat er, mede uit de projecten van de fondsen, ook nieuwe spelers zullen aanvragen en dat sommige bestaande organisaties die zich nu aan het ontwikkelen zijn, een hogere aanvraag zullen doen. Het fonds Landelijk Onderscheidend loopt af vanaf 2020. Rijksbijdragen In de ontwikkelingen op landelijk niveau speelt dat OCW de gelden anders wil gaan inzetten waarbij op regionaal niveau (Brabantstad) tot afspraken wordt gekomen. Op dit moment krijgen wij van het Rijk en met matching daarvan, van de Provincie (excl het NbM) globaal € 3,0 mln per jaar (tegenover een gemeentelijke bijdrage van € 0,9 mln). Het gaat dan met name om festivals en podiumkunsten. Dat is relatief veel. In de nieuwe opzet zal er meer concurrentie komen van andere regio’s maar ook binnen Brabant. Dat kan betekenen dat er mogelijk gaten kunnen vallen bij organisaties die wij niet willen missen maar als we succesvol zijn, kan het ook betekenen dat een hogere bijdrage van ons wordt gevraagd. Huisvestingskosten amateurkunst Er zijn knelpunten binnen de amateurkunst, terug te voeren op huisvestingskosten. Voor een deel betreft dat nieuwe situaties. Voor een deel is het probleem dat in het bestaande knelpuntenbudget Amateurkunst (€ 56K) een vervuiling is ontstaan aan huurkosten van € 40K. Daarnaast zijn er verschillende kosten te verwachten in de richting van € 90K - € 120K) voor diverse huisvestingsoplossingen (o.a. Lucas v Leydenstraat, Seringenstraat, Bouwhal). Totaal kan het dan gaan om een bedrag rond de € 160 K structureel). Muziekinitiatieven Naar aanleiding van de petitie die verschillende betrokkenen bij muziekonderwijs, in het najaar aan de raad hebben aangeboden is er een eenmalig bedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld voor een pilot. Het ligt voor de hand dat dit zal leiden tot een aanvraag voor een vervolg / structurele bijdrage. Lokale omroep De lokale omroep heeft een toezegging voor de jaren 2017-2018-2019 voor een bedrag
van € 170.000 per jaar. De zendmachtiging is afgeven voor een periode van 5 jaar. Dit betekent dat er voor 2020 en 2021 afspraken gemaakt moeten worden over de hoogte van de subsidie. De rijksbekostiging (minimaal door te geven budget) bedraagt bij prijspeil 2018 € 1,25 per huishouden - € 91.361. Het eerdere verzoek van de omroep ging om een hoger bedrag afhankelijk van het te kiezen scenario (€ 345K - €475K). Evaluatie vindt plaats in oktober 2018 om voor de voorjaarsnota een voorstel aan de raad te kunnen voorleggen. Bibliotheek/Muzerije/Babel De fusie van Bibliotheek / Muzerije / Babel wordt zoals het er nu uitziet binnen de taakstelling (dus inclusief bezuiniging) gerealiseerd. Wat de effecten zijn van eventuele alternatieve huisvestingsopties is niet te voorzien. Vooralsnog is ten aanzien van de exploitatie gesteld dat dit taakstellend binnen het bestaande budget moet. In ieder geval betekent een andere optie een extra huisvestingslast voor de nieuwe organisatie die we zeer grof schatten op € 200.000. Theater Met betrekking tot het theater is een raadsvoorstel in voorbereiding. Daarin zal ook de exploitatie een onderwerp zijn. Daaraan wordt nu gerekend.
7. Wij hebben behoefte aan een notitie/stavaza m.b.t. de stand parkeerreserve en parkeerexploitatie.
Reactie SB/FM: Huidige stand De totale parkeerexploitatie (straat parkeren, parkeergarages, transferia en rijwielstallingen) geeft een positief totaalrendement in 2017 van € 4,2 mln en groeit bij ongewijzigd beleid naar verwachting in 2030 naar € 8,5 mln. Vanuit deze positieve parkeerexploitatie wordt een jaarlijkse resultaatsonafhankelijke afdracht aan de algemene middelen verwerkt. Op basis van de positieve financiële vooruitzichten van 2008 (voor de economische crisis) is door de Raad in 2009 besloten de jaarlijkse afdracht aan algemene middelen vast te stellen op een bedrag ad € 5,8 mln. Deze jaarlijkse afdracht is in het jaar 2017 verhoogd naar € 7,5 mln en vanaf begroting 2018 bedraagt dit € 8,7 mln. De verhoging is het gevolg van de verwerking van een lagere interne rekenrente met een rentevoordeel op kapitaallasten tot gevolg. Er is geen verdere stijging van de jaarlijkse afdracht na 2018 voorzien. De reserve parkeer en verkeer, welke per 2007 nog een positief saldo had van € 15,4 mln, heeft eind 2017 een eindsaldo van € 0,4 mln. Sinds het besluit in 2009 tot verhoging van de jaarlijkse afdracht is het werkelijke resultaat van de parkeerexploitatie lager geweest dan de jaarlijkse afdracht, reden waarom de reserve parkeer en verkeer elk jaar is gedaald. In 2016 is door de Raad besloten tot een tijdelijke injectie van de reserve van € 6,5 mln (reg.nr: 5651524). Vergeleken met de meerjarenraming 2016 zien we de volgende oorzaken voor de naar beneden bijgestelde verwachtingen:
Parkeergarage St. Jan heeft in 2017 een lagere bezetting dan geraamd in 2016. De gemiddelde dagbezetting bedraagt in 2017 24,4% (prognose 30%) en de avond-/nachtbezetting bedraagt in 2017 9,2% (prognose 10%). Ondanks de lagere realisatie zien we wel een licht positieve trend in de bezetting. We zien in
2017 een tendens van ca. 12% groei bij de dagbezetting. Bij de avond-/ nachtbezetting zien we ook een tendens van ca. 4% groei in het afgelopen jaar.
De economische groei met betrekking tot parkeeropbrengsten is de afgelopen jaren achtergebleven ten opzichte van de verwachting in 2016.
Besparingen van de digitalisering controle betaald straat parkeren wordt geraamd met ingang van 2019 i.p.v. 2017.
Toekomstverwachting Bij ongewijzigd beleid is de verwachting dat het rendement van de parkeerexploitatie in 2018 € 5,4 mln bedraagt. We zien positieve ontwikkelingen op het gebied van straat parkeren en een hogere bezetting van onze parkeergarages als gevolg van een verdere groei van de economie. Op dit moment is echter het rendement feitelijk onvoldoende om aan de jaarlijkse afdracht zoals verwerkt in de begroting 2018 ad € 8,7 mln. te voldoen. Daarnaast zijn de volgende concrete maatregelen voorstelbaar om de parkeerexploitatie te verbeteren:
Verhoging parkeertarieven parkeergarages Wolvenhoek en St. Joseph (centrum parkeergarages)
Verhoging parkeertarieven avond parkeren van parkeergarages Wolvenhoek, St. Joseph en Paleiskwartier
Verhoging tarieven straat parkeren centrum Verhoging tarieven straat parkeren rand centrum en woonwijken Fiscaliseren parkeerregimes zodat opgelegde boetes ten gunste komen aan de
gemeentekas ipv het Rijk Corrigeren nadelig effect renteverlaging op annuïtaire afschrijving parkeergarage
St. Jan Besparen kosten beheer en toezicht parkeren (efficiency, onderhoud en beheer)
8. Wat is de (financiële) stavaza van de Oostelijke Landweg?
Reactie SO/Leefomgeving: In april 2018 start het onderzoek naar het meest geschikte tracé of combinatie van tracés voor de bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblematiek in de oostelijke gemeentedelen. Voor dit onderzoek naar de verschillende alternatieven heeft de raad in december 2017 een bedrag van €200.000 beschikbaar gesteld. Verwacht wordt dat de studie eind 2018 afgerond is. Daarna volgt behandeling in de raad en zal de raad zich kunnen uitspreken over een voorkeurstracé, een beschikbaar te stellen voorbereidingsbudget en de te voeren (ruimtelijke) procedures. In het Structuurfonds is een ongedekt bedrag van € 10 miljoen voor realisatie opgenomen. Omdat er nog geen voorkeurstracé bepaald is, is nog niet zeker of deze reservering toereikend is. De feitelijke uitvoering van een eventuele nieuwe weg zal gezien de doorlooptijd van de benodigde procedures naar verwachting op z’n vroegst in 2024 starten.
9. Wat is de stand van zaken m.b.t. het zwembad in West?
Reactie BAZ/Sport & Recreatie: Conform de besluitvorming op 14 november is het project “Zwembad West” opgenomen in de verkenningsfase van het structuurfonds. Stand van zaken: Intergemeentelijke samenwerking De behoefte aan zwemwater van buurgemeenten en mogelijkheden tot samenwerking is mede bepalend voor de omvang en exploitatie van een nieuw te realiseren zwembad in West.
Uit overleg met de gemeente Heusden en Vught is gebleken dat een gezamenlijke investering in een regionaal zwembad vooralsnog nu niet aan de orde is. Over circa 10 jaar zal de gemeente Heusden de afweging maken om haar huidige zwembad te renoveren, dan wel te vervangen door nieuwbouw. Vanuit Vught is er weerstand van de lokale zwemvereniging(en) om hun activiteiten structureel te verplaatsen naar een zwembad in ’s-Hertogenbosch West. Het gemeentebestuur van Vught onderkent de voordelen van regionale samenwerking maar hecht grote waarde aan de mening van haar verenigingen. Gezien het standpunt van zowel de gemeente Vught als de gemeente Heusden wordt de exploitatie van een volwaardig zwembad in West bestaande uit minimaal een 25 meter bassin en een instructiebad daarmee financieel aanzienlijk lastiger. Samenwerking met andere maatschappelijke partijen Er zijn diverse samenwerkingsvormen met maatschappelijke initiatieven mogelijk zoals het herinvoeren van schoolzwemmen voor Scholen uit West (geen vervoerskosten), ouderen, beperkten, als werk en ervaringsplaatsen en dagbesteding. De mate waarin studenten vanuit het HBO en MBO gebruik gaan maken van het zwembad is moeilijk te prognosticeren. De mogelijkheden om een samenwerking aan te gaan en zo extra maatschappelijke activiteiten in het zwembad te organiseren zijn er zeker. Dit is goed voor de bezetting en het maatschappelijk rendement van het zwembad maar in financiële zin leveren deze activiteiten geen substantiële financiële bijdrage ten gunste van het exploitatieresultaat Ruimtelijke inpassing De ruimtelijke verkenning maakt duidelijk dat het sportpark “De Schutskamp” (voetbalvelden CHC & vml. RKJVV) de enigste locatie in West is die voldoende ruimte en inpassingsmogelijkheden biedt om een volwaardig (regionaal) zwembad te realiseren, al of niet in combinatie met een vervangende nieuwbouw van sporthal de Schutskamp. Combineren van functies Er zijn zeker interessante combinaties van functies te bedenken die elkaar zouden kunnen versterken, zowel inhoudelijk als in de exploitatie. In de praktijk is het echter zo dat de meeste van die mogelijke te combineren functies grotendeels al voorzien zijn in de wijk van eigen huisvesting.
10. Wat is de stand van zaken m.b.t. het Vestingmuseum?
Reactie SB:
- Het college heeft in december 2017 de raadsinformatiebrief ‘Voortgang herbestemming Kruithuis’ vastgesteld met daarin de mededeling dat zij start met de uitvoering van een haalbaarheidsonderzoek en dat hiervoor een bedrag van € 110.000,00 inclusief btw beschikbaar wordt gesteld. Vanuit het onderhoudsbudget is er € 25.000 inclusief btw beschikbaar voor uitwerking van het renovatieplan.
‐ Inhoudelijk zijn het Kringbestuur- en de vereniging akkoord met een onderzoekstraject tot realisatie van een water- en vestingmuseum. De Kring heeft ter ondersteuning van dit initiatief mede aan de wieg gestaan van de oprichting van een Unesco netwerk voor watermusea.1 De huidige activiteiten van de Kring kunnen de toets aan de UNESCO doelstellingen goed doorstaan: de al 28 jaar gedoceerde cursus Boschlogie, de ook al 28 jaar aangeboden vaararrangementen (met
kennisoverdracht), het in het eigen Kenniscentrum uitgevoerde onderzoek en de daaruit voortkomende publicaties zijn daar belangrijke dragers van. Een fysiek museum in het Kruithuis kan gezien worden als een logische vervolgstap op de bestaande water gerelateerde activiteiten.
‐ De gemeente en de Kring werken gezamenlijk toe naar een bestuurlijk go/ no go besluit, gebaseerd op de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek. De Kring heeft aangegeven het museum op eigen risico te willen en kunnen exploiteren (aan de gemeente wordt huur betaald), mits de vaarconcessie verlengd wordt. Ook wil zij 500.000 investeren in de museale inrichting. Vanuit de gemeente is op dit moment beschikbaar een bedrag van ruim 900.000 Euro (uit het onderhoudsfonds) en een rendabel krediet van 600.000 Euro (via doorbelasting in de huur).
‐ Op basis van de huidige financiële uitgangspunten, uitgewerkt in een zeer voorlopige begroting, is er € 2.150.000 gedekt en is nog € 2.583.000 benodigd.
‐ Het vinden/zoeken van aanvullende (kansen op) dekkingsbronnen maakt onderdeel uit van de haalbaarheidsstudie (o.a. subsidie en investeringsbijdragen vanuit de provincie Noord-Brabant).
11. Is de raadsmotie m.b.t. de hondenbelasting als doelbelasting financieel vertaald in de meerjarenbegroting? Zo ja, om welk bedrag gaat het hier?
Reactie Concern Financiën: In de motie over de hondenbelasting is het college gevraagd:
Te onderzoeken wat de gevolgen zijn om de huidige hondenbelasting om te zetten naar een doelbelasting.
De hondenbelasting dan de aankomende jaren verlagen met gebruikmakend van de meevallers in de begroting van 2019, 2020 en later.
Dat onderzoek is gedaan en daarover is de raad geïnformeerd. Hiervan is nu een update gemaakt: Als we de hondenbelasting om zouden zetten naar een doelbelasting moeten we prijspeil 2017 een belastingopbrengst realiseren van 548 K. Met indexering (gemiddelde van prijs en loonindex 2018) komt dit neer op een opbrengst van 570 K prijspeil 2018. In de begroting 2018 staat een opbrengst van 904 K. Per saldo dus een nadeel van 334 K. De motie heeft ons vervolgens verzocht dit nadeel in de begroting van 2019 en later te realiseren. De begroting 2019 moet nog worden vastgesteld, er is daarom tot nu toe nog niets in de meerjarencijfers verwerkt.
Stand van zaken ontwikkeling sociaal domein (excl werk&inkomen),
inzichten tbv nieuwe bestuursperiode
Sinds de decentralisaties (2015) heeft de gemeente een majeure opdracht in het sociaal domein; zorgen voor adequate ondersteuning van inwoners terwijl er
sprake is (geweest) van flinke kortingen op budgetten. Er gaat veel geld in om: als sector Maatschappelijke Ontwikkeling besteden we ca 340 mln. Daarnaast
hebben we een centrumfunctie voor de regionale inkoop van zorg ter grootte van ca 140 mln.
Deze notitie heeft tot doel u bij de start van de nieuwe bestuursperiode een goed zicht te geven op hoe we er in ’s-Hertogenbosch en de samenwerking in de
regio voor staan. Het is een beeld op hoofdlijnen. Op onderdelen wordt verwezen naar een gedetailleerdere bijlage. Hieronder treft u eerst een ‘plaat’ aan van
de stand van zaken. Vervolgens worden de diverse aspecten nader toegelicht. Dit vanuit de indeling: waarin lopen we voorop, wat gaat voldoende tot goed,
waar is sprake van (grotere) risico’s en waar zitten op dit moment de echte knelpunten?
Het overzicht focust op de taken op het gebied van WMO, Jeugdhulp en Financiële Dienstverlening. De verantwoordelijkheid van de sector MO is breder. De
situatie op het gebied van onderwijs, arbeidsmarktbeleid en wijkmanagement is bijvoorbeeld niet opgenomen. Hier doen zich op dit moment geen bijzondere
omstandigheden voor die uw aandacht vragen.
Ik ben uiteraard graag bereid een en ander nader toe te lichten of eventuele vragen (ook over de andere onderdelen van het sociaal domein) te
beantwoorden.
Miriam Nienhuis
20-4-2018
stand van zaken sociaal domein
's-Hertogenbosch
in de voorhoede:
- aandacht voor transformatie, samen met partners: 'thuis in de wijk', 'langer prettig thuis' en transformatieopgaven jeugdhulp
- financiële situatie (behoorlijk gevuld Sociaal en Zorgfonds en tov andere regio's nog relatief beperkte tekorten)
- resultaten 'oude' wmo (zie ook www.waarstaatjegemeente.nl)
voldoende tot goed:
- inwonertevredenheid is ruim voldoende
- samenwerking met partners en aanpalende terreinen (wonen, WXL)
- inzet, betrokkenheid medewerkers
- beleid en uitvoering (sociaal wijkteams, consulenten, financiële dienstverlening) in één hand stelt in staat tot
snel leren/aanpassen.
Risico's:
- veiligheid gezinnen kent een risico vanwege wachttijden (oppakken ondersteuningsvraag) en wachtlijsten (beschikbaarheid zorg) en inzicht (privacyregels belemmeren uitwisselen van gegevens),
- financieel risico jeugdhulp door korting budget (zie brandbrief), WLZ-problematiek, beperkte sturing op toegang (ook via huisartsen en GI's), suboptimaliteit in bekostigingsystematiek en niet gegarandeerd zijn van reeds ingeboekte opbrengst transformatieopgaven
- Evaluatie centrumregeling en bekostigingssystematiek (besluitvorming eind 2018) kan leiden tot uittreden gemeenten, suboptimale keuzes en/of intensieve ombouwoperatie in 2019.
- financieel risico Boschwijzer (merendeels factoren buiten het project) bij gelijkblijvende ambitie.
- kostenstijging WMO tgv vergrijzing
- zorginstellingen kunnen in de knel komen
- vinden en binden van medewerkers op schaarse functies (met name jeugdhulpwerkers wijkteams).
Knelpunten:
- aanzienlijk capaciteitstekort in uitvoering (WMO/Jeugd en Financiële Dienstverlening) : lange wachttijden en hoog
ziekteverzuim. Belemmert ook ontwikkeling organisatie.
- wachtlijsten jeugdhulp tgv financiële klem
- aansluiting Jeugdhulp bij onderwijs/zorg in de klas
- vanwege tekorten inkoop zorg is er te weinig financiële ruimte voor lokale versterking voorliggend veld.
- complexiteit in regionale samenwerking en huidige bekostigingssystematiek: kost veel energie, beperkt de
slagkracht en sturing.
- niet kunnen realiseren taakstellingen financiële dienstverlening
Nadere toelichting:
In de voorhoede:
- We hebben de regierol belegd bij de sociaal wijkteams. We zijn koploper in de mate waarin we voldoen aan criteria zoals genoemd op
www.regiesociaaldomein.nl. Werkwijze en ontwikkeling krijgt positieve waardering van inspectie en landelijk steeds meer aandacht.
- Ten opzichte van andere regio’s zijn de financiële tekorten voor de komende jaren bij ons nog beperkt: zie bijlage 1.
- We hebben op dit moment nog een ruime reserve (Sociaal en ZorgFonds), deze is echter niet toereikend om financiële tekorten voor komende jaren
op te vangen. Zie bijlage 2.
- We zijn sneller dan veel andere regio’s gestart met het bepalen van de noodzakelijke transformatieopgaven op de nieuwe WMO en Jeudwet, samen
met partners, vanuit gezamenlijke visie. Zowel op het gebied van Jeugdhulp, waar ook extra investeringsruimte voor is vrijgemaakt als op het gebied
van ‘Thuis in de Wijk (van beschermd wonen naar begeleid wonen thuis) en “Langer, prettig Thuis” (extramuralisering in de ouderenzorg).
Voldoende tot goed:
- Inwoners geven gemiddeld een ruimvoldoende voor zorg/ondersteuning.
- Er wordt betrokken en heel hard gewerkt, samen met inwoners en partners, om inwoners tijdig de juiste adequate ondersteuning te bieden.
- Goede samenwerking met andere partijen zoals zorgpartners en woningcorporaties.
- We werken steeds meer over de schotten/domeinen heen, bijvoorbeeld door intensievere samenwerking met Wonen en WXL.
- Beleid en uitvoering zijn (deels: wijkteams, wmo-consulenten en financiële dienstverlening) in één hand waardoor snel geleerd en bijgestuurd kan
worden.
Risico’s:
- Veiligheid gezinnen kent een risico vanwege wachttijden (oppakken ondersteuningsvraag) en wachtlijsten (beschikbaarheid zorg) en inzicht
(privacyregels belemmeren uitwisselen van gegevens). Overigens wordt wel gedifferentieerd in wachttijden: echte crisissituaties gaan vóór. Werken
vanuit één gezin, één plan, één regisseur wordt bemoeilijkt door schotten (verschillende wetten, budgetten), knelpunten in delen van informatie
vanwege privacyaspecten en de mate waarin werkers elkaar kennen, de regierol van het wijkteam accepteren en de mate waarin de
wijkteammedewerkers met lef en creativiteit kunnen doorpakken.
- Er is zorg in de regio over mate van beheersing van de regionale inkoop. Er is nu een evaluatie van de centrumregeling en de
bekostigingssystematiek gaande die in het najaar van 2018 tot besluitvorming moet leiden; reële kans op uittredingen/wijzigingen en daarmee extra
ombouw/implementatiekosten in 2019.
- Huidige bekostigingssystematiek (lumpsum, ofwel ‘taakgericht’) heeft in het begin goed gewerkt voor rust, ruimte voor aanbieders om te ontwikkelen
en ondernemen. Gaat bovendien uit van regiemodel: toegang bepaalt ‘wat’, aanbieder bepaalt ‘hoe’. In de praktijk zijn knelpunten en ongewenste
effecten ontstaan die hebben geleid tot incrementele aanpassingen van de methodiek. Door deze maatwerkoplossing voldoen we nu niet aan de
landelijke standaarden die ontworpen zijn om administratieve lasten te verlagen. De huidige methode leidt op dit moment bovendien tot inflexibiliteit
en complexiteit. En de verschillende gemeenten in de regio hebben het principe van regie niet allemaal hetzelfde vertaald, zodat aanbieders ondanks
een gezamenlijk contract te maken hebben met diverse werkwijzen. De evaluatie biedt kans om te gaan voor vereenvoudiging, lagere administratieve
lasten en meer flexibiliteit. Hierover dienen de regionale gemeenten echter wel overeenstemming te bereiken.
- Door de gekozen methodiek van lumpsum is er bij de toegangsteams geen inzicht in de prijs per product per aanbieder. Er zijn echter wel
prijsverschillen tussen aanbieders voor dezelfde soort zorg/ondersteuning. De lumpsumbudgetten zijn (deels nog) gebaseerd op historische
gegevens. De opbouw van de lumpsumbudgetten zijn echter niet openbaar en als een ‘duurdere’ aanbieder nog ruimte heeft in de lumpsum en een
goedkopere al vol zit, wordt toegeleid naar de duurdere. Op grond van de in gang zijnde evaluatie van de bekostigingssystematiek kan (al dan niet
voor een deel van de zorgvormen) gekozen worden voor een andere vorm (van lumpsum naar PxQ of resultaatgericht); dit kan de ‘duurdere’
instellingen onder druk zetten.
- Financieel risico Boschwijzer bij gelijkblijvende ambitie. Diverse oorzaken merendeels buiten het project ontstaan - waaronder toename werkdruk in
diverse teams zodat ‘de beweging naar voren’ niet volledig kan worden gemaakt - maken dat op dit moment een knelpunt in het beschikbaar kunnen
stellen van de benodigde formatie voor Boschwijzer is ontstaan. Daarnaast is er een risico op het volledig kunnen dekken van de exploitatie
gebouwen. Totaal risico circa 1 mln. Aanbesteding is om deze reden ‘on hold’ gezet. Er wordt gewerkt aan alternatieven in maatvoering, met zoveel
mogelijk behoud van het concept, zodat een afweging kan worden gemaakt.
- Transformatieopgaven Jeugdhulp kennen een juridisch risico (bezwaren van aanbieders die niet mee doen) en een financieel risico: het beoogd
financieel effect (ca. 3,6 mln voor de regio, waarvan ca. 0,9mln voor s-Hertogenbosch) is al ingeboekt maar is niet gegarandeerd. Dmv deels
prestatieafhankelijke bekostiging kunnen we dit risico in enige mate beheersen.
- Er is een risico dat zorginstellingen de omslag niet kunnen maken en daardoor in de problemen komen. Onze primaire insteek is continuïteit van zorg
voor inwoners. De mate waarin we invloed kunnen en willen uitoefenen om ‘omvallen’ te voorkomen is afhankelijk van de mate waarin we voor die
continuïteit afhankelijk zijn van de betreffende instelling en beperkingen in de zin van staatssteun / verminderde marktwerking.
- Krapte op de woningmarkt heeft tot gevolg dat de kanteling langzamer gaat dan gewenst
- Er is in de huidige, krappe arbeidsmarkt een reëel risico op verloop en het moeilijk kunnen vinden van schaarse capaciteit, met name jeugdwerkers in
de wijkteams.
Knelpunten
- Te lange wachttijden voor inwoners en hoge ziekteverzuimpercentages in de eigen organisatie tgv te krappe bezetting (bezetting is niet aangepast
aan toegenomen aantallen en complexiteit; zie ook overdrachtsdocument). Er is vanuit de zeer knellende situatie tijdelijk extra ingehuurd maar dit is
niet gedekt. Vraagt structureel ophoging bij gelijkblijvend beleid. Zie bijlage 3
- De organisatie is niet op alle onderdelen stabiel en op niveau. Aandachtspunten zijn er primair in de uitvoering en afdeling Sociale Zorg.
- Wachttijden bij gecontracteerde aanbieders jeugdhulp. Door stijging aantal jeugdigen in zorg en dalende budgetten komen we niet meer uit met de
gecontracteerde hulp. Levert behalve extra wachttijd voor inwoners ook extra werk voor medewerkers op in het zoeken naar een zo goed mogelijke
alternatieve oplossing. Bovendien risico op verergering problematiek. En doordat er soms lokaal toch bijgeplust moet worden, vanwege urgente
situaties, leidt dit ook tot minder beheersing van de kosten. Dit laatste knelpunt wordt verminderd bij positieve besluitvorming over inkoopkader 2019
en bijstelling inkoopkader 2018.
- Financieel knelpunt Jeugdhulp. Oorzaken: korting op decentralisatieuitkering Jeugdhulp (2,3 mln voor ‘s-Hertogenbosch) bij stijgende zorgvraag,
WLZ-problematiek, toegang niet volledig in eigen hand, nog te weinig (effect van) transformatie.
- Huidige regionale samenwerking kost veel energie.
- ’s-Hertogenbosch heeft regionaal verhoudingsgewijs méér taken opgepakt dan alleen de centrumregeling, zonder extra capaciteit. Dit is ten koste
gegaan van aandacht voor de basistaak van de centrumgemeente, de beleidsmatige focus op de eigen, lokale uitvoering en van de gezondheid van
medewerkers. Hierop zijn we nu aan het herstellen.
- Zoals ook in het overdrachtsdocument genoemd, achten we de taakstelling financiële dienstverlening (terugdringen beschermingsbewind) niet
haalbaar. Alle inspanningen die gepleegd zijn (waaronder vroegsignalering en extra inzet op preventie) hebben er toe geleid dat we tov landelijke
trend de stijgende lijn hebben weten af te buigen maar van een afname is geen sprake.
Samengevat:
Het sociaal domein is ook de komende bestuursperiode nog niet in een rustig vaarwater. Financiële druk, de noodzaak tot transformatie, knelpunten in de
organisatie/bezetting en ‘ombouwkosten’ vragen:
- Een gedeelde visie op sturing in het sociaal domein, inclusief verander- en risicomanagement. Hierin ook positie bepalen t.a.v. dilemma’s als:
o Lange termijn preventief beleid <-> korte termijn inzet tbv urgente hulpvragen
o Partnerschip, rust in het veld en vertrouwen <-> marktwerking en control.
o goedkoopst adequaat <-> maatwerk en keuzevrijheid voor de inwoner
- Een ambitieuze, zakelijke, vasthoudende besturing
- Uitbreiding van formatie in de uitvoering en scherper onderscheiden centrumtaken van lokale taken.
- Investering in organisatieontwikkeling
- Aanpassing van de centrumregeling en bekostingssystematiek, ondersteunend aan ‘de bedoeling’, in de richting van:
o eenvoud (terugdringen bureaucratie en intensieve afstemming en besluitvorming, zo eenvoudig mogelijk ingericht op basis van Gemeentelijk
Gegevensknooppunt (GGk)
o flexibiliteit,
o integraliteit (met name wmo-jeugd) en
o verbinding met het lokale, preventieve aanbod
o lokaal wat lokaal kan, regionaal wat meerwaarde heeft.
Jaarlijks stelt de gemeenteraad het inkoopkader Jeugdhulp vast. Dit kader wordt financieel vertaald in de begroting. Op dit moment wordt het inkoopkader
2019 met bijstelling 2018 opgesteld. De cijfers in de kolommen begroot 2018 en begroot 2019 zijn afkomstig van het vastgestelde inkoopkader 2018. De
cijfers in de kolommen inschatting 2018 en inschatting 2019 zijn afkomstig van het nog door de gemeenteraad vast te stellen inkoopkader 2019 met bijstelling
2018.
Ontwikkelingen in de rijksuitkering
Gemeenten zijn in 2017 geconfronteerd met een structurele bijstelling op de Integratie-uitkering Jeugdhulp vanaf 2018. Dit is een gevolg van de invoering van
het objectief verdeelmodel en een landelijke herverdeling tussen Jeugdwet en Wlz. Voor de gemeente 's-Hertogenbosch betekent dit een negatieve bijstelling
van de te verwachten Rijks(integratie)uitkering van € 2,3 mln.
Minister De Jonge komt met voorstellen om 200 mln extra beschikbaar te stellen voor de jeugdhulp. 100 mln daarvan wordt gefinancieerd door een uitname
uit het gemeentefonds. Voor ’s-Hertogenbosch vermindert hierdoor de algemene uitkering met ca 0,9 mln. Onlangs heeft de regio NOB een brandbrief
gestuurd aan de minister om aandacht te vragen voor de problematiek in de jeugdhulp. Het is nog onduidelijk hoeveel van de extra middelen landen in onze
regio. Onduidelijk is ook in hoeverre de eventueel te ontvangen middelen de uitname uit het gemeentefonds voor ’s-Hertogenbosch goed maken. Hiermee is
in bovenstaande cijfers nog geen rekening gehouden.
Jeugdhulp gemeente 's-Hertogenbosch ,
begroot real isatie verschi l begroot inschatting verschi l begroot inschatting verschi l
Ontwikkelingen inkoop Jeugdhulp 2018 en 2019 (kolommen inschatting)
Naast de reguliere inkoop voor Jeugdhulp is in 2017 en in 2018 een incidenteel budget beschikbaar gesteld voor de transformatieopgaven (2017: €
1,6 mln. en 2018: € 1,4 mln.).
De uitvoering van de transformatie-opgaven is verschoven van de jaren 2017 en 2018 naar het jaar 2018. Dit zorgt voor een opwaartse druk van de
inkoopkaders voor de jaren 2018 (van € 0,9 mln.) en 2019 (van € 0,3 mln.).
Tot slot is het inkoopkader 2018 en 2019 aangepast voor extra kosten van o.a. WLZ-compensatie, "meer- en maatwerk" en budgetophoging LTA.
Ontwikkelingen persoonsgebonden budget
Op basis van ervaringsgegevens van de afgelopen jaren is vanaf 2018 PGB-budget structureel afgeraamd en ingezet voor dekking inkoop Jeugdhulp.
Ontwikkelingen lokaal beleid
In 2018 en in 2019 wordt het lokaal beleid met € 0,5 mln. opgehoogd ter dekking van extra gemeentelijke impulsen voor afschaling zorg naar basis en
informele zorg.
Toelichting
De inkoop vindt regionaal plaats. In dit overzicht is het aandeel van de gemeente 's-Hertogenbosch opgenomen (ca. 50% van het regionale inkoopbudget). De
inkoop kent zowel financieel gezien als op basis van aantallen een stabiel verloop.
Op basis van ervaringsgegevens van de afgelopen jaren is vanaf 2018 PGB-budget structureel afgeraamd en ingezet voor lokale dekking. Dit om het
groeiend aantal cliënten op te vangen dat door de vergrijzing een beroep doet op de WMO.
Vanaf 2020 gaan we mogelijk over op een nieuwe bekostigingssystematiek (aanbestedingstraject 2019/2020).
WMO-nieuw (DAGBESTEDING EN BEGELEIDING) gemeente 's-Hertogenbosch
Het overschot binnen de WMO-OUD wordt ingezet voor de tekorten bij WMO-nieuw. Het financiële voordeel ontstaat voornamelijk door het dalen van de
aantallen bij de hulp in het huishouden. Hiertegenover staat een kleine stijging voor uitgaven mantelzorg (huishoudelijke hulp toelage). De keerzijde hiervan is
dat de inkomsten huishoudelijke hulp dalen.
We benaderen financieel gezien de WMO-nieuw en de WMO-oud als één geheel. Het jaarlijkse tekort op de WMO-nieuw (inkoopkader) compenseren we met
de WMO-oud. Uiteindelijk worden financiële tekorten e/o overschotten afgewenteld op de reserve Sociaal & Zorgfonds.
WMO-OUD (w.o. HUISHOUDELIJKE HULP EN HULPMIDDELEN) gemeente 's-Hertogenbosch
We zien jaarlijkse voordelen ontstaan van € 0,5 mln. in 2017 oplopend tot € 1.5 mln. in 2019. Deze voordelen worden voor het belangrijkste deel veroorzaakt
door een stijging in de decentralisatieuitkering Beschermd Wonen. Aan deze stijging ligt waarschijnlijk een landelijke trend van toenemend gebruik van
Beschermd Wonen. Deze trend zien wij nog niet terug in de regio.
Onder de overige kosten zijn vanaf 2019 o.a. de kosten van het tweede hostel opgenomen.
Financiële tekorten e/o overschotten worden afgewenteld op de reserve Sociaal & Zorgfonds, waarbij Beschermd Wonen vanwege het regionale karakter
Maatschappelijke opvang / verslaafdenopvang en preventie 6.218.980 6.115.200 6.115.200
Overige kosten 1.424.110 1.424.110 2.639.100
Uitgaven 32.599.896 31.677.107 32.892.097
Verschil 545.116 2.036.273 1.448.464
Verrekening reserve dotatie dotatie dotatie
Regiobudget Beschermd Wonen / Maatschappelijke opvang (vanaf 2017 incl. Veghel en Sint Oedenrode) +
Regio Meierij + Zaltbommel en Maasdriel
Een mogelijke toekomstige ontwikkeling is dat de rijksuitkering niet langer wordt uitgekeerd aan de centrumgemeente, maar aan de regiogemeenten zelf. Dan
zal ook discussie ontstaan over de vraag of het onderdeel beschermd wonen binnen de reserve sociaal & zorgfonds moet worden verdeeld en uitbetaald aan
de regiogemeenten.
Bijlage 2: overzicht Sociaal en ZorgFonds
Toelichting:
Het sociaal & Zorgfonds is opgebouwd uit de reserve sociaal gemeente ‘s-Hertogenbosch plus de regiomiddelen Bescherm Wonen en opvang. We houden dit
uit elkaar omdat een mogelijke toekomstige ontwikkeling is dat de rijksuitkering niet langer wordt uitgekeerd aan de centrumgemeente, maar aan de
regiogemeenten zelf. Dan zal ook discussie ontstaan over de vraag of het onderdeel Beschermd Wonen en Opvang binnen de reserve sociaal & zorgfonds
moet worden verdeeld en uitbetaald aan de regiogemeenten
De gele lijn geeft de totale omvang van de reserve weer, exclusief de te verwachten tekorten op jeugdhulp/wmo. De blauwe lijn geeft weer hoe de reserve
zich ontwikkelt wanneer die tekorten onttrokken worden aan de reserve. De staafdiagrammen geven de opbouw weer:
2,0 3,1 3,45,4 5,9 5,9
6,06,0 6,2
5,9 5,8 5,8
10,1
14,5
7,91,7 0,9 0,3
18,1
23,6
17,5
6,6
2,6 2,0
18,1
23,6
17,5
13,0 12,6 12,0
Saldo per ultimo 2015 Saldo per ultimo 2016 Saldo per ultimo 2017 Saldo per ultimo 2018 Saldo per ultimo 2019 Saldo per ultimo 2020
0,0
5,0
10,0
15,0
20,0
25,0
Ontwikkeling Sociaal & Zorgfonds
Beschermd Wonen en opvang Buffer (7,5%) * In te zetten reserve (alleen indien positief)
Rood: de omvang van het deel Beschermd Wonen en Opvang
Groen: de aan te houden buffer
Blauw: de aanwezig ruimte boven de buffer
Samenvattend financieel beeld vanaf 2019:
als gerekend wordt exclusief de tekorten jeugdhulp/wmo 2018 en 2019:
Totale omvang reserve Sociaal & Zorgfonds exclusief tekorten 2018/2019 jeugdhulp/wmo: 12,6 mln
Daarvan is bestemd voor Beschermd Wonen en Opvang: 5,9 mln
Saldo exclusief Beschermd Wonen en Opvang: 6,7 mln
Aan te houden buffer: 5,8 mln
Resteert aan ruimte boven de buffer: 0,9 mln
als rekening wordt gehouden met onttrekkingen i.v.m. tekorten jeugdhulp/wmo 2018 en 2019:
Totale omvang reserve Sociaal & Zorgfonds exclusief tekorten 2018/2019 jeugdhulp/wmo: 12,6 mln
Daarvan is bestemd voor beschermd Wonen en opvang: 5,9 mln
Saldo exclusief Bescherm Wonen en Opvang: 6,7 mln
Tekorten jeugdhulp/wmo: ca. 6,4 mln in 2018 en 3,6 mln in 2019 -/- 10,0 mln
Resteert aan ruimte exclusief Beschermd Wonen en Opvang: -/- 3,3 mln
Dit beeld zal verder verslechteren als ook na 2019 tekorten blijven bestaan.
Bijlage 3: capaciteitsvraag WMO en Financiële Dienstverlening
3.1 Niet realiseerbare ombuiging beschermingsbewind
Het team Financiële Dienstverlening omvat Schuldhulpverlening, Bijzondere Bijstand en Bureau Sociaal Raadslieden. De afgelopen bestuursperiode is
ambitieus ingezet op voorkomen van (verergering van) problematiek op het terrein van het team financiële dienstverlening, in de hoop hiermee inwoners beter
te helpen en tegelijkertijd de kosten te verlagen. Om die reden is een taakstelling opgenomen van € 600.000 voor beschermingsbewind. Met alle
inspanningen op het vlak van o.a. vroegsignalering, Eerste Hulp Bij Geldzaken, samenwerking met budgetbeheerders en zorginstellingen, is de groei van de
uitgaven beschermingsbewind afgezwakt. We scoren daarmee iets beter dan het landelijk beeld. Van een afname is echter geen sprake. De besparing van 6
ton is daarmee niet haalbaar.
3.2. Capaciteitsknelpunten in de uitvoering van het sociaal domein
We zien een toenemende druk op de uitvoering binnen het sociaal domein. In 2015 zijn de taken Wmo begeleiding en dagbesteding opgepakt zonder extra
formatie. Ten gevolge van vergrijzing en het langer thuis wonen zien we een stijgend aantal aanmeldingen. Daarnaast zien we een stijgende complexiteit van
de aanvragen, vooral bij de aanvragen Begeleiding en Dagbesteding. Hiermee neemt de gemiddelde behandeltijd toe met 20%. In 2017 is flink ingezet op het
efficiënter maken van de werkprocessen, hetgeen ook geleid heeft tot snellere dienstverlening aan de inwoner. Door bovengenoemde ontwikkelingen is
echter de draagkracht van het team WMO/Jeugd overschreden. Dit heeft geleid tot veel te lange wachttijden voor inwoners (9 weken in plaats van 3 dagen).
Met extra tijdelijke inzet is dit nu teruggebracht naar 3 tot 4 weken.
Daarnaast is vanuit het oogpunt van tegengaan bureaucratie het Gemeenschappelijk Gegevens Knooppunt (GGK) ingevoerd. Dit leidt tot een vermindering
van bureaucratische lasten bij zorgaanbieders, maar vanwege het feit dat we nu niet alleen de eigen gemeentelijke toegang registreren maar ook de toegang
jeugdhulp via de huisartsen en gecertificeerde instellingen leidt dit tot extra inspanningen. Dit levert wel ook een kwalitatief voordeel op vanuit het oogpunt van
één gezin, één plan, één regisseur en verbeterde sturingsinformatie.
Om te bepalen wat nodig is om de organisatie hiervoor op het benodigde peil te brengen is een formatiecalculatie uitgevoerd. Hieruit blijkt dat een uitbreiding
van 8,9 fte nodig is. Dit vraagt om structurele verhoging van het budget van ca. € 670.000,-.
3.3. Capaciteitsknelpunten in de financiële dienstverlening
Binnen financiële dienstverlening zien we een stijging van het aantal schuldregeltrajecten (+21%), budgetbeheer (+12%) en de aanvragen bijzondere bijstand
(+6%). We zien samenhang met het invoeren van de collectieve ziektekostenverzekering voor minima en het optrekken van de inkomensgrens naar 120%.
Ook de complexiteit van de aanvragen is toegenomen. Door dit alles zijn lange wacht- en afhandelingstermijnen ontstaan. Hoewel deze door extra tijdelijke
inzet deels zijn aangepakt, bestaat er nog wel achterstand. Daarnaast is sprake van een hoog, werkgerelateerd ziekteverzuim. Om dit op te lossen en om
nieuwe problemen te voorkomen is extra capaciteit nodig. Om de omvang te bepalen is een formatiecalculatie gemaakt en is op de uitkomsten daarvan een
benchmark met andere gemeenten uitgevoerd. Structureel is € 770.000 voor 11,4 fte uitbreiding nodig bij gelijkblijvend beleid. Er is gekeken naar maatregelen
die op termijn kunnen leiden tot meer efficiency. Het inverdieneffect schatten wij in op 5 fte, financieel oplopend tot € 268.000 in 2022.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Rob Kleijwegt, Sector Stadsontwikkeling Datum: 24-04-2018 Onderwerp: informatie vraag over autoverkeer en parkeren in binnenstad Vraag: Wat is de stand van zaken wat betreft autoverkeer en parkeren in de binnenstad? Wat is er aan middelen nodig?
Reactie ambtelijke organisatie: Verbeteren verblijfskwaliteit binnenstad (doorgaand verkeer en parkeren) Er zijn in het verleden gesprekken gevoerd over (doorgaand) verkeer in het gebied Uilenburg (een
deel van dit gebied wordt nu opgepakt bij Postelstraat/Kruisstraat (kosten herinrichting 50.000)) en Hinthamerstraat e.o.;
Het is mogelijk om bezoekersparkeren meer naar de randen van de binnenstad te krijgen (in combinatie met continueren transferiumbeleid), wat positieve effecten heeft voor wachtlijst problematiek bewoners en ruimtelijke kwaliteit. Het is onduidelijk wat dit doet met de parkeeropbrengsten, maar een verlaging is niet uit te sluiten.
Cijfers van het aantal parkeerplekken voor bezoekers in de binnenstad ‐ In div. straten/pleinen in binnenstad: 775 ‐ garage Wolvenhoek: 465 ‐ garage St. Josephstraat: 175 ‐ garage St. Jan: 990 ‐ garage Station: 160 ‐ garage Museumkwartier: 40 ‐ garage Paleiskwartier: 1070 ‐ Q-park garage Arena: 475 ‐ Q-park garage Tolbrug: 325 ‐ Q-park garage Mayweg: 350 ‐ Transferium Vliert: 700 ‐ Transferium Pettelaarpark: 450 ‐ Transferium Deutersestraat (m.i.v. 23 april 2018): 1100 NB Alle aantallen zijn afgerond NB2 voor wat betreft de parkeerexploitatie verwijzen we naar het antwoord dat eerder op een eerder gestelde vraag is aangeleverd.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Rob Kleijwegt, Sector Stadsontwikkeling Datum: 24-04-2018 Onderwerp: informatie vraag over binnenstadsring Vraag: Hoe staat het met de binnenstadsring en wat is er nog nodig aan investeringen om deze af te ronden? En is er weerstand?
Reactie ambtelijke organisatie: In 2018 en 2019 worden uitgevoerd: Oranjeboulevard (Koningsweg) zuidelijk deel: tussen
Julianaplein en Willemsplein (keerlus / Julianaplein wordt opgepakt in 2017/2018) en Kanaalboulevard (Zuid Willemsvaart) vanaf Kardinaal van Rossumplein tot aan Hinthamerstraat/Sluis Nul (Citadellaan t/m Kardinaal van Rossumplein wordt samen opgepakt met GZG ontwikkeling);
Er is geen noemenswaardige weerstand tegen de binnenstadring. Er is wel discussie over materiaalgebruik (klinkers versus asfalt). De 30 km/uur voor de hele binnenstadring zou ingevoerd kunnen worden na realisatie van de eerste delen Oranjeboulevard en Kanaalboulevard. Dat vraagt t.z.t. om een verkeersbesluit en bestuurlijke keuze;
Er is nog geen geld voor de overige delen: ‐ Oranjeboulevard, noordelijk deel: vanaf Brugplein tot aan Julianaplein. Investeringsgeld:
eenmalig € 4.500.000,- ‐ Vestingboulevard 2e fase (Hekellaan en Zuidwal/Parklaan): nog geen raming of planning, op
korte termijn geen uitvoering voorzien vanwege recentelijk onderhoud. Investeringsgeld: PM.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018
Van: Rob Kleijwegt, sector Stadsontwikkeling
Datum: 24 april 2018
Onderwerp: informatie vraag over duurzaamheid
Vraag: welke inspanningen kunnen in de komende periode worden verricht om de het
programma duurzaamheid te versnellen?
Reactie ambtelijke organisatie:
Kansen voor nieuwe collegeperiode Eenmalig Structureel
(per jaar)
Programma duurzaamheid bestendigen naar structurele inzet 150.000
Proceskosten, 3 fte voor sturing processen binnen programma duurzaamheid 300.000
Energietransitie: Energietransitie versnellen, doelen meer haalbaar maken (zie ook memo energietransitie)
Wijkenergieplannen en pilot 500 woningen aardgasloos i.s.m. Rijkssubsidie 2.500.000 100.000
Intensivering aanpak particuliere woningen, sturen op toename energiemaatregelen
particuliere woningeigenaren.
1.000.000 500.000
Windmolens en duurzame gebiedsontwikkeling Rosm polder (Oss-’s-Hertogenbosch).
Procesgeld nodig om proces te kunnen activeren.
400.000
Duurzame ontwikkelingsmaatschappij, voor duurzame energieprojecten 200.000
Handhaven energiemaatregelen bedrijven 100.000
Projectleider verduurzaming Pettelaarpark 20.000
Subsidie warmtepompen particulieren (gebaseerd op 200,-/wp, voor gemiddeld 2000
woningen/jaar)
400.000
Opstellen Deltaplan energietransitie in participatietraject met de stad 50.000
Ontwikkelen circulaire economie: Meer circulair ondernemerschap, minder verbruik primaire grondstoffen.
Werken aan bewustwording: Bewustwordingsprogramma ambtelijke organisatie en inbedden in reguliere werk
Actualisatie Nota duurzaam, creëren overkoepelend duurzaamheidsbeleid incl.
verankering VN sustainable goals i.c.m. bewustwordingscampagne (The Natural Step).
Ook Zayaz en Brabant Wonen gebruiken deze methodiek
Gevolgd door Ynnovate sessies en verankering beleid in afdelingsplannen en
doorlopende publieksaanpak en activeren initiatieven in de stad.
85.000 110.000
Leren duurzaamheidsbeleid bij te sturen adhv data. Aankoop data Telos, dataverwerking 15.000
Aan: Onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: BAZ/Strategie Datum: 24 april 2018 Onderwerp: Cofinanciering provincie, rijk en Europa
Vraag 18 april 2018: Kan er een overzicht verstrekt worden van mogelijke co-financieringsbronnen bij de provincie het rijk en Europa? Reactie ambtelijke organisatie: Het is een erg arbeidsintensieve klus om een totaal overzicht te maken van alle cofinancieringsmogelijkheden en voorwaarden die daarbij horen voor alle beleidsgebieden waarop de gemeente actief is.
In de praktijk scannen we regelmatig de subsidiemogelijkheden voor grotere projecten. Dit doen we voor projecten, die kansrijk zijn. We investeren onze tijd dan gericht ook al is de uitkomst niet zeker. Op dit moment maken we bijvoorbeeld een scan voor het project Zuid‐Willemspark. In bijlage 1 is een concept scan (work in progress) voor het project Zuid‐Willemspark als voorbeeld opgenomen.
Bij provincie, rijk en/of EU bestaan zeker mogelijkheden voor cofinanciering op het terrein van gebiedsontwikkeling, landschapsinrichting, biodiversiteit, koolstofarme economie, natuurrecreatie, duurzaamheid, klimaatadaptatie, energietransitie, arbeidsmarkt, infrastructuur en mobiliteit . Of deze subsidies daadwerkelijk verworven kunnen worden hangt echter van vele factoren af: zijn samenwerkingspartners nodig e/o aanwezig; is er bijvoorbeeld sprake van een tendersysteem, in dat geval kan overschrijving van de beschikbare budgetten plaatsvinden en toch géén subsidie worden verstrekt. Maar ook vragen als de beschikbare eigen financiering, innovativiteit van de aanpak zijn cruciaal om te beantwoorden alvorens een subsidie kan worden aangevraagd. Tijdens Informeren & Ontmoeten van 25 september 2017 is een presentatie gehouden over Europese samenwerking en het benutten van Europese fondsen. Deze presentatie is als bijlage 2 toegevoegd.
Bijlage 1: Concept scan Zuid Willemspark (work in progress)
a. Opschaling: Faciliteren processen implementatie elektrisch rijden
De markt investeert grotendeels zelf in de reguliere laadinfrastructuur, maar de overheid
faciliteert processen om de opschaling mogelijk te maken (bijvoorbeeld middels het bepalen
van locaties, het nemen van verkeersbesluiten, opstellen van wijklaadplannen, organiseren
van inspraak in de wijk en organiseren van contracten met marktpartijen) en investeert in de
onrendabele top van de laadinfrastructuur op die plekken waar de markt niet volledig kan
voorzien.
- Exploitatiegeld: € 150.000,- per jaar
b. Opschaling: Elektrisch rijden / publieke parkeervoorzieningen
Elektrisch rijden voor de eigen organisatie (ten behoeve van het halen van de energie-
doelstellingen en als voorbeeldfunctie) vraagt laadinfrastructuur, bijvoorbeeld in
parkeergarages en aanpassing van energiesystemen en materieel. Deze zaken zijn
randvoorwaardelijk voor het elektrisch rijden.
- Investeringsgeld: eenmalig € 100.000,-
c. Innovatie: Wegnemen knelpunten opschaling elektrisch rijden
Het innovatiespoor is gericht op het oplossen van knelpunten die de opschaling van elektrisch
rijden belemmeren. Al uitgevoerde innovaties m.b.t. elektrisch rijden zoals in Haverleij en op
het transferium Deuteren hebben oplossingen opgeleverd zoals het benutten van eigen
zonnestroom voor auto’s, nieuwe verdienmodellen, innovatieve inpassing in de openbare
ruimte, het benutten van (markt-)kansen op het gebied van data /JADS. Dit biedt kansen voor
verdere opschaling en verbreding; laden van voertuigen op het gunstigste moment,
beïnvloeden laadgedrag, opslag en afgifte van energie, verkopen van “flex”. E.e.a. wordt
voornamelijk gefinancierd met externe middelen; het vraagt wel om een gemeentelijke
bijdrage van ca. 15% (blijkt uit ervaring).
- Exploitatiegeld: € 35.000,- per jaar
d. Innovatie: Stimuleringsprogramma elektrisch rijden
’s-Hertogenbosch is koploper op het gebied van elektrisch rijden; zowel qua innovatie als qua
opschaling. Hoewel het rijk de grootste stimulans kan geven voor elektrisch rijden,
bijvoorbeeld door beprijzen, kunnen we gemeentelijk mensen verder verleiden tot elektrisch
rijden door bijvoorbeeld een stimuleringsprogramma in te stellen. Voorbeelden zijn:
samenwerking met lokale autodealers, een werkgeversaanpak, community/wijkgerichte
aanpak, participatie, nieuwbouw, etc.
- Exploitatiegeld: € 15.000,- per jaar
e. Elektrisch rijden eigen organisatie
De klimaatdoelstelling voor het eigen wagenpark is vastgelegd in het
energietransitieprogramma. Dit moet vorm gaan krijgen in het eigen wagenpark,
leasecontracten, doelgroepenvervoer, etc. als onderdeel van de diverse aanbestedingen.
Vooral voor de (eerste) zwaardere voertuigen worden daarbij functionele en financiële
knelpunten verwacht.
- Investeringsgeld: € 150.000,--
3. Zero-emissie openbaar vervoer
In ’s-Hertogenbosch rijdt momenteel 40% van de stadsbussen in ’s-Hertogenbosch al elektrisch (lijn
8/9 en een deel van de transferiumlijnen).
De volgende stap bestaat uit het elektrificeren van de resterende transferiumlijnen (in combinatie met
Transferium Deuteren). Transferiumbussen rijden tot diep in de binnenstad en dragen daarmee bij een
de verbetering van de luchtkwaliteit en verblijfskwaliteit. Hierover zijn afspraken met de provincie en
implementatie wordt momenteel uitgewerkt. Ruim 50% van de vloot is dan emissieloos.
- Exploitatiegeld: € 60.000,- per jaar
Scenario’s voor verdere opschaling zijn vervolgens:
o Scenario 3: Elektrificatie “kansrijke lijnen”: de meest gebruikte lijnen in de stad elektrisch
o Scenario 4: Elektrificatie: “100% elektrisch”: alle bussen 100% elektrisch
Mogelijkheden voor externe financiering en benodigde randvoorwaarden zijn nog niet uitgewerkt. De
meerkosten zijn voorlopig geschat op € 1,0 mln resp. € 1,3 mln per jaar. Bij scenario 4 (100%
elektrische bussen) ontstaan kostenvoordelen door vergrote inzetbaarheid en efficiency bij de inzet
van bussen en doordat slechts 1 energiesysteem benodigd is in plaats van 2 energiesystemen.
Volledig elektrisch busvervoer kan daarbij de verblijfskwaliteit in de binnenstad -met name bij
busstations zoals het GZG-terrein- sterk verbeteren omdat geen uitstoot van bussen meer plaatsvindt.
4. Vervolgproces en uitvoering slimme en schone binnenstadsbevoorrading
Momenteel loopt een onderzoek naar de kansen om binnenstadsvervoer schoner en efficiënter
(slimmer) te maken. Dit is een proces dat gezamenlijk met ondernemers en verladers opgezet wordt.
Mogelijke maatregelen om aan te sluiten bij landelijke afspraken en ons te committeren aan het doel in
2025 zoveel mogelijk emissievrij worden beleverd zijn:
a. Venstertijden en ontheffingen aanscherpen t.b.v. schone voertuigen (ook personenvervoer).
Aanpassen systeem (huidige systeem o.b.v. adres, niet voertuig);
- Investeringsgeld: eenmalig € 300.000,-
- Exploitatiegeld: € 50.000,- per jaar
b. Faciliteren van “stop en drop” plekken in openbare ruimte in en rondom binnenstad (met
laadpalen) 10.000 euro per plek, er liggen kansen vier stop en drop plekken;
- Investeringsgeld: eenmalig € 40.000,-
c. Vervolg procesaanpak met Bossche ondernemers en transport sector;
- Exploitatiegeld: € 50.000,- per jaar
d. Middelen om pilots te steunen op weg naar financieel duurzame oplossingen door de markt.
- Exploitatiegeld: eenmalig € 75.000,-
5. Bevorderen en ontwikkelen duurzame en slimme mobiliteitsconcepten
Ontwikkelen, implementeren en opschalen van duurzame en slimme mobiliteitsconcepten en –
diensten; o.a. (e-)fiets, mobiliteit-als-dienst (MaaS), deelautogebruik (in de openbare ruimte),
gedragscampagnes, mobiliteitsmanagement met bedrijven, toepassingen voor de slimme
verkeerslichten (zoals de Schwung fiets-app), mobiliteitsdata actueel op orde houden en
datamonitoring via apps (kans voor app ontwikkelaars / data-economie), inclusief monitoring en
bijsturing. Het betreft kosten om fysieke maatregelen uit te voeren en exploitatiekosten om software
‘up to date en in de lucht te houden’, inclusief uitvoeringskosten in de organisatie van de maatregelen.
NB Zelf investeren brengt subsidiemogelijkheden en investeringen door de markt
- Investeringsgeld: eenmalig € 100.000,-
- Exploitatiegeld: € 100.000,- tot € 200.000,- per jaar
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: M&D Datum: 1 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over de koersnota Vraag: wat valt er onder de overige projecten koersnota structuurfonds.
26.750 10.900 15.850 waarvan ongedekt € 4,5 miljoen
Van het gedekte deel Structuurfonds is verreweg het grootste deel in de afgelopen jaren ingezet voor projecten zoals: Spoorbrug over de Dieze, herinrichting Binnenstadsring (fase 1) en Aanpak integrale doorstroomassen fase 1. Van het gedekte deel structuurfonds resteert nog een bedrag van € 471.000,- Dit deel wordt ingezet voor het project: Aanpassing Gestelseweg met A2 (fase 2). Conform raadsbesluit regnr. 6680239 “Actualisatie Koersnota 2017”. Inzet projecten ongedekt deel Structuurfonds € 4,5 miljoen (uit doorkijk maatregelen na 2015; raadsvoorstel regnr. 118676 “Bereikbaarheidsprogramma Koersnota 2013”):
Project (bedrag x € 1.000) Bedrag beschikbare dekking (subsidies/derden)
Vanuit de coalitieonderhandelingen zijn de volgende vragen gesteld:
1. Welke plancapaciteit is er beschikbaar voor nieuwbouw (overzichtslijst)?
2. Van welke verduurzamingseisen gaat de nationale overheid de komende jaren uit?
3. Welke plus hebben de Brabantse steden daar bovenop gezet?
4. Welke scenario’s zijn er om een stap bovenop het rijksbeleid te doen in de gemeente ’s-
Hertogenbosch?
5. Wat betekent dat financieel en qua woningbouwproductie? 6. Hoe snel kun je een extra norm/prestatie opleggen (afspraken bij grondverkoop versus norm
vast laten stellen)?
In deze notitie gaan we achtereenvolgens op deze vragen in.
Vooraf
In de realisatie van duurzame woningbouw en het aanscherpen van eisen zijn vele partijen betrokken.
in verschillende rollen. Daarbij is de bouwwereld een relatief conservatieve wereld waarbij
duurzaamheidseisen nog een relatief hoog prijskaartje kennen. Te vroeg meer dan bovenwettelijke
eisen stellen betekent dat je enerzijds risico loopt de hoofdprijs te betalen terwijl niet altijd bewezen
technologie wordt toegepast en anderzijds dat ontwikkelaars de ontwikkelingen prioriteren in plaatsen
waar relatief gemakkelijk met rendement ontwikkeld kan worden. Er ligt een afweging voor waar we
het beste op moeten inzetten, de bestaande voorraad en bedrijven is ook een groot probleem.
Nieuwbouw is relatief eenvoudig kan zelfs met alleen de rijksnormen behoorlijk duurzaam gerealiseerd
worden. Een alternatief op onderstaande antwoorden en scenario’s is dus niet op nieuwbouw in te
zetten, in de veronderstelling dat rijk en markt die doelen op korte termijn binnen handbereik brengen,
maar middelen in te zetten om het lastiger probleem van de bestaande voorraad en bedrijven aan te
pakken.
Een andere opmerking bij de beantwoording betreft het effect van aanscherping eisen op de produc-
tie. Hoe groot dat effect is, kunnen we niet met enige zekerheid zeggen. Wel dat het op gespannen
voet kan komen te staan met onze gewenste productie. Dit is ook afhankelijk van de hoeveelheid
ontwikkelingen waarover al afspraken zijn vastgelegd, bijvoorbeeld EKP, Brabantbad en Willemspoort.
Hogere eisen stellen is door enorme kosten en imagoschade in die gevallen feitelijk niet realistisch.
1. Welke plancapaciteit is er beschikbaar voor nieuwbouw?
We hebben een behoorlijke nieuwbouwopgave (zie Woonagenda 2017-2018 en RIB
voortgangsrapportage woonagenda). Per jaar moeten we zo’n 800 woningen per jaar bouwen om
te voldoen aan de door de provincie geprognosticeerde woningbehoefte.
In 2017 bedroeg de woningproductie 1079 woningen. In 2018 zal de woningproductie
vermoedelijk nog iets hoger uitvallen. Uit het overzicht van de potentiële woningbouwcapaciteit
(zoals onlangs aan het college aangeboden), blijkt dat er voor de komende 5 jaar (2018 t/m 2022)
locaties zijn waar zo’n 5800 woningen gerealiseerd kunnen worden. Ruim voldoende dus om aan
de doelstelling van 800 woningen per jaar te kunnen voldoen.
2. Van welke verduurzamingseisen gaat de nationale overheid de komende jaren uit?
Huidige norm: EPC 0,4
2
Per 1-7-2018: EPC 0,4 en aardgasloos. Op deze datum gaat de wet VET in (voortgang
energietransitie). Deze datum moet nog worden bekrachtigd. Hiermee wordt aardgasloos
bouwen de norm voor nieuwbouw. Het bouwbesluit wordt op basis van de wet VET ook
aangepast. De ingangsdatum van 1 juli 2018 lijkt niet haalbaar en zal waarschijnlijk worden
uitgesteld naar 1-1-2019.
Na het inwerking treden
van deze wet kan geen
vergunning meer worden
verleend voor
nieuwbouwwoningen op
aardgas.
Per 1-1-2020: BENG en
gasloos. BENG (bijna
energieneutrale
gebouwen) komt overeen
met een epc van
ongeveer 0,2
3. Welke plus hebben de Brabantse steden daar bovenop gezet?
Op B5 en provinciaal niveau zijn geen extra eisen geformuleerd. Landelijke en provinciale ambitie voor
energieneutrale woningvoorraad in 2050 zijn vertaald in gemeentelijke beleidsdocumenten. Helmond
heeft een Green Deal gesloten met de netbeheerder en woningcorporaties om nieuwbouwwoningen
niet meer aan te sluiten op aardgas.
B&W van Tilburg heeft op 6 februari 2018 besloten om vooruitlopend op regelgeving
nieuwbouwwoningen aardgasvrij te realiseren door:
- bij nieuwe gemeentelijke grondverkoop en uitgifte in erfpacht dit als randvoorwaarde op te nemen;
- bij lopende initiatieven en grond van derden het gesprek aan te gaan met initiatiefnemers over
aardgasvrije nieuwbouw.
Verder heeft de gemeente Tilburg convenantsafspraken afspraken gemaakt met de woningcorporaties
om alle nieuwbouw energieneutraal op te leveren. Verder is er bij bijna alle steden een tendens
zichtbaar naar meer circulair bouwen (slopen, verbouw en nieuwbouw). Gemeente Tilburg (en ook
andere Brabantse gemeenten) werken met de GPR gebouw, een instrument om duurzaam bouwen
meer in de breedte meetbaar te maken. Hierbij wordt naast energie gekeken naar de thema’s milieu,
gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Met de GPR methode is het mogelijk om ambities
te formuleren en hier afspraken over te maken met ontwikkelaars en corporaties.
Voor ’s-Hertogenbosch geldt dat op projectniveau in de overeenkomsten met ontwikkelaars extra
(bovenwettelijke) eisen worden opgenomen. Met de woningbouwcorporaties wordt gewerkt aan een
duurzaamheidsakkoord voor verduurzaming van hun woningvoorraad (nieuw en bestaand). We
verwachten hierin afspraken te maken over energie, circulariteit en klimaatbestendigheid. De GPR
methodiek wordt in Den Bosch op projectniveau toegepast
4. Welke scenario’s zijn er om een stap bovenop het rijksbeleid te doen in de gemeente ’s-
Hertogenbosch?
De wettelijke norm voor nieuwbouw wordt de komende jaren opgetrokken door de Wet Voortgang
Energietransitie (gasloos vanaf 1-7-2018) en BENG (bijna energie neutraal gebouw) per 1-1-2020. Om
een extra stap te zetten bovenop de wettelijke norm zien wij twee scenario’s:
2018 2019 2020 2021
Ontwikkeling wettelijke norm
Wettelijke norm
BENG+ gasloos
EPC 0,4 + gasloos
EPC 0,4
3
1. In de jaren 2018 en 2019 versneld inzetten op BENG en gasloos;
2. In de jaren 2018 en 2019 versneld inzetten op BENG en gasloos én ook in 2020 en 2021
blijven inzetten op een bovenwettelijke norm.
NB: NOM nemen we hier niet mee als scenario omdat dit scenario met name interessant is voor
woningcorporaties. Dit hangt ondermeer samen met de financiering en de methodiek van de Energie
Prestatie Vergoeding.
Bovenop de twee scenario’s kan de gemeente ook afspraken maken over duurzaamheid in bredere
zin die boven het Bouwbesluit uitgaan. Dit kan met het instrument GPR. Er kan bijvoorbeeld worden
ingezet op een GPR score van gemiddeld 7,5 of 8.
5. Wat betekent dat financieel en qua woningbouwproductie?
Consequenties financieel:
In de afgelopen periode zijn de initiatiefnemers bij particuliere ontwikkelingen verleid tot een
bovenwettelijke duurzame inspanning zonder dat de gemeente geld bijgepast heeft. Waar sprake is
van een gemeentelijke gronduitgifte, zoals in het project De Groote Wielen, vragen ontwikkelaars een
bijdrage voor het realiseren van extra duurzaamheidsmaatregelen bovenop de wettelijke norm. In het
project De Groote Wielen is voor duurzaamheid € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de
grondexploitatie. De roep om een gemeentelijke bijdrage is wel een automatische reflex cq vraag van
de marktpartijen als bovenwettelijke duurzaamheidsmaatregelen ter sprake worden gebracht.
Belangrijkste argument daarbij is dat deze maatregelen extra bouwkosten betekenen. Hogere von-
prijzen bieden echter ook dekking.
Een eventuele gemeentelijke subsidie bij gemeentelijke gronduitgiften kan wel bijdragen aan een
mogelijke versnelling / hogere ambitie. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage kan als volgt
gekwantificeerd worden. Als uitgangspunt wordt genomen dat de extra kosten van verduurzaming
voor 70% door de marktpartij/particulier gedragen kunnen worden en dat de gemeente ter stimulering
30% van de extra kosten voor haar rekening neemt. Dit is uiteraard een grove aanname. Het moet
nog blijken of de markt dat pakt. Voor de consument betekent een (bijna) energieneutrale woning een
hogere VON-prijs. Tegenover deze hogere VON-prijs staan lagere energielasten. Door de wetgever is
de hypothecaire ruimte voor kopers voor energieneutrale nieuwbouw vergroot (met € 25.000). Toch is
het niet ondenkbaar dat het voor bepaalde middengroepen lastiger wordt om een woning te kopen.
Voor de sociale huursector lopen afzonderlijke financieringsmogelijkheden en regelgeving via de
corporaties. Hierdoor kan NOM een haalbaar scenario zijn voor corporaties.
Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse woningproductie van circa 800 woningen. Voor
meerdere plannen die in 2018 en 2019 een bouwvergunning zullen aanvragen zijn al afspraken
gemaakt over een hogere energieprestatie dan de wettelijke norm. Uitgangspunt in de berekeningen
is dat per jaar 400 woningen (800 woningen minus sociale woningen en particuliere initiatieven) op
een hoger duurzaamheidsniveau worden gebracht. Per scenario levert dit de volgende kostenindicatie
op. Dit zijn indicaties op basis van signalen uit de markt, er zijn nog weinig concrete ervaringen t.a.v.
realisatie.
Scenario 1: In de jaren 2018 en 2019 versneld inzetten op BENG en gasloos
Extra kosten gemiddeld € 7.500 per woning
Indien per jaar 400 woningen op een hoger niveau gebracht worden, dan is de gemeentelijke
bijdrage € 1,8 miljoen, ofwel 0,9 miljoen in 2019 en 2020,
(=400 woningen x 2 jaar x € 7.500 x 30%)
4
Scenario 2: In de jaren 20189 en 2019 versneld inzetten op BENG en gasloos én ook in 2020 en
2021 blijven inzetten op een bovenwettelijke norm.
extra kosten gemiddeld € 7.500 per woning gedurende 4 jaar
Uitgaande van 400 woningen per jaar bedraagt de gemeentelijke bijdrage € 3,6 miljoen, ofwel
€ 0,9 mln per jaar voor een periode van 4 jaar,
(=400 woningen x 4 jaar x € 7.500 x 30%)
Extra duurzaamheidseisen
Als wordt ingezet op extra duurzaamheidseisen m.b.v. een hoge GPR score (7,5-8) dan gaat
dat gepaard met €4000 tot €10.000 extra meerkosten per woning.
Uitgaande van 400 woningen per jaar, dan is de gemeentelijke bijdrage is € 2,0 tot €4,8 miljoen
boven op de in scenario 1 en 2 genoemde bijdrage van € 0,5 tot € 1,2 miljoen per jaar,
(=400 woningen x 4 jaar x €4.000/€ 10.000 x 30%)
In ’s-Hertogenbosch worden de komende jaren enkele honderden woningen per jaar gerealiseerd
d.m.v. transformatie van kantoorgebouwen. Hier gelden niet de wettelijke duurzaamheidseisen zoals
bij nieuwbouw. Omdat het bestaande gebouwen betreft met bestaande gasaansluitingen, lijkt de wet
VET hier niet van toepassing. Over de energieprestatie moet afzonderlijk met de eigenaren worden
onderhandeld. Extra stimulering van gasloze en energiearme transformaties kan een optie zijn. Liefst
in regionaal of provinciaal verband.
Consequenties woningproductie:
De ervaringen van het afgelopen jaar is dat met ontwikkelaars en woningcorporaties vaak afspraken te
maken zijn over extra energie-eisen, maar dat de gesprekken hierover wel vertragend werken in het
planontwikkelingsproces. Daarbij moet echter gezegd worden dat er nog veel meer oorzaken voor
vertraging zijn. Het komen tot aanvullende duurzaamheidsmaatregelen kost in de praktijk enkele
weken tot enkele maanden). Het is niet te zeggen wat het effect is van de invoering van deze extra
duurzaamheidswensen op de realisatie van de woningbouwproductie.
6. Hoe snel kun je een extra norm/prestatie opleggen (afspraken bij grondverkoop versus
norm vast laten stellen)?
Het is niet mogelijk om een van deze bovenwettelijke scenario’s verplichtend op te leggen. Om
extra beleidsambities te realiseren kunnen wel afspraken gemaakt worden met marktpartijen en
corporaties, bijvoorbeeld door een gezamenlijk streven, een gezamenlijke doelstelling of een
inspanningsverplichting te formuleren. Deze gezamenlijke afspraken kunnen dan privaatrechtelijk
vastgelegd worden in bijvoorbeeld anterieure overeenkomsten. Het hebben van gemeentelijke
grondposities maakt het maken van dergelijke afspraken gemakkelijker (hoewel het de vraag is of
extra kwaliteitseisen handhaafbaar of afdwingbaar zijn en standhouden bij een gerechtelijke
procedure).
Andere instrumenten die de realisatie van de beleidsdoelstellingen kunnen stimuleren zijn:
Financiële prikkels (een compensatieregeling in de vorm van een subsidie of het geheel of
gedeeltelijk kwijtschelden van de legeskosten, zie RIB ‘motie groene leges” van 6 maart 2018).
Los van de vraag hoe de compensatieregeling wordt ingericht, is gemeentelijk budget nodig om dit
te bekostigen;
Prestatieafspraken met woningcorporaties;
Convenanten of akkoorden met ontwikkelaars, netbeheerder en corporaties;
Communicatiecampagnes;
Het (bestuurlijk) opvoeren van de maatschappelijke druk. Recent zien we ook bij consumenten de
vraag naar duurzame (m.n.gasloze) woningen ontstaan. Dit kan ook een rol spelen bij het
opvoeren van de maatschappelijke druk.
Van: SB Aan: de onderhandelaars Datum: 3 mei 2018 Vraag: Kunnen verenigingen op dit moment oud papier ophalen en hieruit inkomsten genereren? Antwoord: In ’s-Hertogenbosch verzamelt de Afvalstoffendienst papier. In Vinkel en Nuland is in stand gehouden dat 2 verenigingen het mogen blijven doen (met betrokkenheid van de AFV). Als alternatief is in ’s-Hertogenbosch bedacht dat verenigingen wel andere afvalstromen zouden kunnen inzamelen (op locatie, bij kantines bijvoorbeeld). Dat lukt enigszins met frituurvet, maar niet met andere afvalstromen. Reden: hier worden vrijwilligers mee belast, verenigingen hebben daar al een gebrek aan, het rendement is beperkt.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Berry Berendsen, afdeling Leefomgeving, sector Stadsontwikkeling Datum: 2 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over Verkeersveiligheid Vraag: Verzoek om inzicht te geven in de knelpunten op gebied van verkeersveiligheid. Achtergrond: Verkeersveiligheid is een belangrijk thema. De vraag is aan de orde wat er op het gebied van verkeersveiligheid nog zou kunnen/moeten gebeuren. Reactie ambtelijke organisatie: De media heeft onlangs bericht over verkeersveiligheid daar waar het gaat om provinciale wegen en het aantal dodelijke slachtoffers onder fietsers in vergelijking met automobilisten. De verkeersveiligheidscijfers tonen in ’s-Hertogenbosch een positieve tendens. Maar er vinden nog steeds ongevallen plaats in het stedelijk en het buitengebied van onze gemeente die vragen om (extra) aandacht. Vooraf: a. Het verkeersveiligheidsbeleid is impliciet. Dat wil zeggen dat verkeersveiligheid bij al onze
projecten en processen als geïntegreerd onderdeel wordt meegenomen zonder dat het als een afzonderlijk onderdeel wordt beschouwd.
b. Een verdergaande gestructureerde aanpak van verkeersveiligheid vraagt om aanzienlijke investeringen in samenhangende verblijfsgebieden met een herkenbare verkeersluwe inrichting, goede doorstroomassen met ontvlechting van autoverkeer en langzaam verkeer en een binnenstadsring gebaseerd op een 30 km/u regiem met goede verblijfskwaliteit. Deze grote investeringen zouden moeten worden ondergebracht onder separate investeringsposten en niet afzonderlijk in een investeringspost “verkeersveiligheid”. Er wordt meegelift met andere projecten in het kader van werk-met-werk-maken.
c. Voor snelle, kleine ingrepen om acute verkeersonveiligheid weg te nemen is een jaarlijkse post beschikbaar van ca. € 300K in de begroting onder de post “aanpak onveilige infrastructuur”. Met dit budget kunnen niet alle actuele onveilige situaties worden aangepakt.
De vraag die de onderhandelaars hebben opgeworpen “wat er op het gebied van verkeersveiligheid nog zou kunnen/moeten gebeuren” kan opgedeeld worden in 3 scenario’s:
1. Beperkte uitbreiding huidig beleid Opplussen van bestaand beleid met verdubbeling van het jaarlijkse budget tot ca. € 600.000,- in de post “aanpak onveilige infrastructuur”. Dit bestaat uit budget voor betrekken inwoners, gedragsbeïnvloeding en kleine maatregelen.
2. Oplossen grotere veiligheidsknelpunten Eenmalig financiële ruimte voteren om grotere actuele verkeersknelpunten, die (nog) blijven liggen, versneld uit te voeren. (het gaat om een bedrag van ca. 1.350k voor onderstaande projecten) - 30 km/u inrichting Sportlaan 2e fase; € 250.000,- - Maatregelen Rijnstraat-Geulweg, € 200.000,- - Verbeterde oversteek voor school De Hobbit; € 70.000,- (netto deel) - Verbetering veiligheid Orthenseweg-Aartshertogenlaan € 800.000,-
(extra bovenop 700k die al is gereserveerd voor dit project) - Gedragsbeïnvloeding bij basisscholen € 30.000,-
3. Plus-scenario Dit scenario vraagt om grote projecten geheel of in grote delen te realiseren; zoals de binnenstadsring, de doorstroomassen Magistratenlaan, Merwedelaan,
Aartshertogenlaan, de Bruistensingel etc. verkeersveiliger te maken door middel van een grondige herinrichting en/of conflictpunten te ontvlechten met ongelijkvloerse oplossingen. Dit leidt tot een herprioritering en verzwaring van het investeringsprogramma. In orde van grootte gaat het dan om jaarlijkse bedragen van ca. € 3.0 miljoen. Deels zal hiervoor co-financiering (kunnen) worden aangevraagd.
Een concreet overzicht van actuele verkeersveiligheidsknelpunten zal worden nagezonden.
Antwoorden op vragen uit de formatie over ontwikkelingen bibliotheken
3 mei 2018
Afdeling Cultuur (A. van Niekerk / A. van de Wakker)
Maatschappelijk Vastgoed (M. Timmermans)
De antwoorden op de vragen zijn voor een deel rechtstreeks geleverd door de bibliotheek. Waar relevant is dat in de tekst aangegeven.
2
Vraag 1 Inzicht in het standpunt dat geen middelen voor onderhoud gereserveerd mochten
worden door de bibliotheek.
Van gemeentewege is er nooit een belemmering geweest om geld te reserveren voor groot-
onderhoud. Iedere gesubsidieerde organisatie mag, binnen voorschriften, reserveringen opbouwen en
ook specifieke bestemmingsreserves zijn toegestaan.
De bibliotheek heeft de reserveringen voor onderhoud gestaakt omdat er sprake was van verhuizing.
De accountant van de bibliotheek heeft hierover opmerkingen gemaakt in de jaarverslagen. Het
onderhoud is een verantwoordelijkheid van de eigenaar van het gebouw, dus van de bibliotheek. Als
subsidiënt waren we als gemeente wel op de hoogte van dit feit.
De bibliotheek heeft ons het volgende geantwoord:
Inderdaad hebben accountants van E&Y (tot en met 2016) en Govers Accountant (vanaf 2017) met
ons besproken dat er met de gemeente afspraken moeten worden gemaakt over de vorming van een
groot onderhoudsfonds. Deze rapportages zijn met verschillende jaarrekeningen meegestuurd naar de
gemeente. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is er sprake van dat de bibliotheek het pand
gaat verlaten. Daarom is er geen groot onderhoudsfonds.
Uit de accountantsverslagen
De jaarrekening 2017 bevat, evenals voorgaande jaren, geen voorziening voor het
grootonderhoud voor het pand Hinthamerstraat 72 te ‘s-Hertogenbosch.
Wij hebben met de directeur de vorming van een voorziening groot onderhoud besproken.
Echter op dit moment is het niet mogelijk om een betrouwbare inschatting te maken van de
kosten en is de toekomstige benutting van het pand niet in zijn geheel bekend. Daarnaast is
op dit moment onduidelijk in welke mate de gemeente ’sHertogenbosch bereid is om een
financiële bijdrage te leveren. Dit zal onder meer afhankelijk zijn van de wijze waarop de fusie
zal worden vormgegeven. Derhalve is er geen voorziening groot onderhoud opgenomen.
2015
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de door gemeente ‘s-Hertogenbosch geplande
(her)huisvesting van de hoofdvestiging. Tot op dit moment zijn er nog steeds geen definitieve
besluiten genomen door de gemeente ‘s-Hertogenbosch, onduidelijk is of de vestiging op de
huidige plek blijft of dat deze nog naar een andere locatie gaat. In het Iicht van de toekomstige
(her)huisvesting heeft Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch in het verleden onder meer besluiten
genomen ten aanzien van de beperkte uitvoering van groot onderhoud en afbouw van de
voorziening voor groot onderhoud ten aanzien van het pand aan de Hinthamerstraat. Het
gevolg hiervan is dat er reeds vele jaren sprake is van achterstallig onderhoud, dit is inclusief
bouwkundig en installatietechnisch onderhoud. Er zijn forse investeringen nodig om het pand
te moderniseren zodat het aan de kwaliteitseisen van de huidige tijd kan voldoen. Dergelijke
investeringen kunnen momenteel niet door de huidige begroting worden gedragen. Zolang er
geen concrete duidelijkheid bestaat omtrent de herhuisvesting is het van belang inzicht te
krijgen/te blijven behouden in het uit te voeren noodzakelijk groot onderhoud en dit tevens
voor te leggen en te bespreken met gemeente ‘s-Hertogenbosch.
2014
De voorziening groot onderhoud is ultimo 2014 geheel verbruikt. Er heeft al enkele jaren geen
reguliere dotatie meer plaats gevonden aan de onderhoudsvoorziening, wel zijn er jaarlijks
onderhoudslasten onttrokken aan de voorziening. Er kan pas weer sprake zijn van een dotatie
als er een actueel onderhoudsplan beschikbaar is, hiervoor dient eerst duidelijkheid verkregen
te worden van de politiek in ’s-Hertogenbosch over de huisvesting van de hoofdvestiging. Voor
de overige vestigingen is een onderhoudsvoorziening niet aan de orde.
3
Vraag 2 Een overzicht van alle panden van de bibliotheek, binnen en buiten de gemeente ’s-
Hertogenbosch. Inzicht in de investering die is gedaan in de bibliotheek in de Sint-Petrus te
Vught en het aantal m2 dat daar geëxploiteerd wordt.
Bibliotheek in Vught (met verrijdbare boekenkasten)
4
Van de bibliotheek kregen we het volgende overzicht
Bibliotheek Centrum, Hinthamerstraat 72, 5211 MR 's-Hertogenbosch in eigendom
Bibliotheek Rosmalen, Hoff van Hollantlaan 1 5243 SR Rosmalen gehuurd van Stichting Sociaal
Cultureel Centrum Romalen.
Facilitair centrum De Kleine Elst 6, 5246 JH Rosmalen gehuurd van Fam. van de Weide.
Bibliotheek Berlicum Kerkwijk 61, 5258 KB Berlicum gehuurd van Stichting Den Durpsherd
Bibliotheek Vught Heuvel 2, 5261 EE Vught gehuurd van Stichting ontmoetingscentrum DePetrus.
Bibliotheek Boxtel Burgakker 4, 5281 CH Boxtel gehuurd van Gemeente Boxtel
Bibliotheek Sint Michielsgestel Torenstraat 6, 5271 GA Sint Michielsgestel gehuurd van den
gemeente Sint Michielsgestel (geen huurpenningen)
Inzicht in de investering die is gedaan in de bibliotheek in de Sint-Petrus te Vught en het aantal
m2 dat daar geëxploiteerd wordt.
Van de bibliotheek kregen we het volgende antwoord:
De bibliotheek in DePetrus is een integraal onderdeel van het ontmoetingscentrum. De totale
oppervlakte van het ontmoetingscentrum bedraagt 1.542 m2. De bijdrage van de bibliotheek bestaat
uit de overdracht van het pand aan de Dorpsstraat aan de gemeente Vught . Deze overdracht
gebeurde conform een kettingbeding, dat er kort gezegd op neer komt dat de bibliotheek het pand
Dorpsstraat 28 om niet diende over te dragen aan de gemeente indien het pand niet langer als
openbare bibliotheek wordt gebruikt. Uit de verkoop van dit pand door de gemeente is de opbrengst
direct ten goede is gekomen aan de bibliotheek. De gemeente heeft 682.000 euro bijgedragen aan de
bouwkundige kosten van Ontmoetingscentrum DePetrus en 418.000 euro voor de inrichting van de
Bibliotheek, ABZ en de Wereldwinkel. In de bijlage het investeringsoverzicht. Het moge duidelijk zijn
dat er geen cent van de Bibliotheek ’s-Hertogenbosch is gestoken in de DePetrus.
5
6
Vraag 3 Inzicht in de m2 die de bibliotheek destijds in het Agora concept toebedeeld had
gekregen, het huidige aantal m2 van de bibliotheek en het aantal m2 van de Muzerije.
In de planuitwerking (2014) voor de samenwerking bibliotheek en stadsarchief werd gerekend met de
volgende oppervlaktes:
- Programma bibliotheek en stadsarchief GZG 6200 m2 bvo
- Aan bibliotheek gelieerd programma horeca/werkruimtes 1100 m2 bvo
- Totaal op het GZG terrein 7300 m2 bvo
- Backoffice Bloemenkamp 1700 m2 bvo De totale Agora op het GZG terrein is ruim 10.000 m2 bvo groot.
Hoewel veel ruimtes werden gedeeld kan men aannemen dat ongeveer 70% aan de bibliotheek kan
worden toebedeeld in de plannen (schatting gebaseerd op indeling in 2009, 7500 voor de bibliotheek
en 3000 voor stadsarchief).
Van de huidige gebouwen van de Bibliotheek en Muzerije staan hieronder de oppervlaktes in
vierkante meters.
7
Vraag 4 Een overzicht van ontwikkelingen in het bibliotheken in Nederland. Met name waar het
gaat over samenwerkingsrelaties met andere partijen (de verschillende functies die in
combinatie met de bibliotheekfunctie op diverse plekken in het land zijn samengebracht).
Algemene ontwikkelingen
De bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden. De vergaande digitalisering van de samenleving,
snelle maatschappelijke en economische veranderingen en druk op de cultuurbudgetten van de lokale
overheden dwingen daartoe. Dit geeft alle reden om na te denken over de vraag hoe de openbare
bibliotheek er in 2025 zal uitzien.
Terugloop uitleen De grote puzzel voor de bibliotheken is het teruglopen van de rol van het
fysieke boek. In de hoogtijdagen werden er landelijk zo’n 175 miljoen boeken per jaar
uitgeleend, inmiddels ligt dit rond de 75 miljoen. Hoewel de neergaande lijn nu in de
bibliotheken minder hard naar beneden gaat, blijft het gebruik dalen. Daarbij komt dat landelijk
gezien de non-fictie nog maar 18% van de uitleningen bestrijkt.
Jeugd-bibliotheken in de lift Bibliotheken hebben met de zeer actieve benadering van de
scholen het totaal aantal leden en uitleningen nog redelijk op peil kunnen houden. Het effect
van de schoolbibliotheken wordt door de meesten als evident succesvol gezien.
Verbreding functies Bibliotheken zoeken nieuwe vormen voor hun functies. Die bestaat
enerzijds uit het verbreden of focussen van de functie in de richting van bestrijding
laaggeletterdheid, maar ook breder in zelfredzaamheid of sterker vanuit doelen gerelateerd uit
het sociaal domein.
Third places Een andere vorm is dat de bibliotheken zoeken naar manieren om een
ontmoetingsplek te zijn. Enige jaren geleden kwam de term “third places” in opkomst. Daarbij
wordt geredeneerd dat mensen naast de primaire omgeving (thuis) en de commerciële
omgeving (winkels, enz) ook behoefte hebben aan publieke ruimtes waar ze kunnen
verblijven. Bibliotheken werken, (ook als dit niet zo wordt benoemd) aan een dergelijke functie
met studiezalen, een prettige verblijfsruimte en allerlei lezingen, debatten enz.
Ontwikkelingen functies
In het jaarverslag van Biblionet 2016 wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen die Biblionet
bij bibliotheken ziet. Biblionet is een organisatie die bibliotheken adviseert en faciliteert. Biblionet ziet
bij bibliotheken een doorontwikkeling van:
Klassieke functies de Bibliotheek verandert, maar is nog steeds van iedereen. De
kernfuncties lezen, leren, informeren, ontmoeten en cultuur blijven leidend voor het aanbod
dat wordt gepresenteerd en de activiteiten die worden georganiseerd. De Bibliotheek is een
laagdrempelige ontmoetingsplek waar je leert, je jezelf ontwikkelt, inspiratie opdoet en
(onafhankelijke) informatie vindt. Daarbij ontsluit de Bibliotheek een schat aan boeken,
tijdschriften en andere (digitale) media.
Innovatie (Digitale Bibliotheek) De Bibliotheek maakt digitale diensten toegankelijk voor
iedereen. Iedereen kan gebruikmaken van de digitale diensten van de Bibliotheek. Ook
mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is, kunnen bij bibliotheken terecht om te leren
hiermee om te gaan. Zo maakt de Bibliotheek digitale diensten voor iedereen toegankelijk en
helpen ze mensen digitaal vaardiger te worden, zodat zij gebruik kunnen maken van allerlei
online-diensten die het leven gemakkelijker maken.
Educatie Jeugd van 0-18 jaar ontwikkelt geletterdheid en digitale informatievaardigheden
dankzij projecten die de Bibliotheek uitvoert binnen het onderwijs. Ook is de Bibliotheek
partner in persoonlijke ontwikkeling en een leven lang leren.
Sociaal Domein De huidige samenleving vraagt steeds meer eigen regie van mensen. Wie
basisvaardigheden als lezen, schrijven en omgaan met (digitale) informatie en media
onvoldoende beheerst, komt aan de zijlijn te staan. Mensen haken af. De Bibliotheek helpt dit
te voorkomen met projecten die deze basisvaardigheden bevorderen. Zo stimuleren
8
bibliotheken dat iedereen mee kan doen en bij kan dragen aan de moderne
kennissamenleving.
Ontwikkelingen gerelateerd aan gebouwen
In de laatste tien jaar zien we op hoofdlijnen ontwikkelingen die vertrekken vanuit de
huisvestingsvraag en ook veranderingen die vanuit de inhoud van de bibliotheekfunctie ontstaan. En
natuurlijk grijpen die ook op elkaar in.
Nieuwe gebouwen Steden investeren in spraakmakende soms zelfs spectaculaire
nieuwbouw om de bibliotheekfunctie nieuw elan te geven. Het beginpunt lag in de VS waar
zeer markante architectuur werd gerealiseerd. In Nederland is in Maastricht (1997) en
Amsterdam met de OBA (2007) de toon gezet. Gevolgd door een reeks van andere steden
zoals Arnhem (2015) en recent Zwolle (2016). In ‘s-Hertogenbosch volgde in die stroom het
plan voor de Agora op het GZG-terrein. Vaak werd de motivatie voor de ambitieuze
nieuwbouw mede gevoed door een stedenbouwkundige doelstelling.
Samen onder een dak, gelegenheidsoplossingen In Nederland zien we in de gemeentes
met een wat groter verzorgingsgebied eerder gelegenheidscoalities. Er is bijvoorbeeld ergens
een museum, kinderopvang of consultatiebureau te huisvesten en ook een bibliotheek en er is
een pragmatische reden voor gecombineerde bouw. Overigens is de pragmatische keuze ook
vaak aanleiding om inhoudelijke meerwaarde te zoeken. Het meest voor de hand liggend
worden die gevonden daar waar de functies dicht bij elkaar liggen (b.v. Educatie). In de
architectuur is soms merkbaar dat de activiteiten van de organisaties toch geheel anders van
karakter zijn en/of geen eenheid vormden. Dat heeft op sommige plekken geleid tot
combinaties die niet verder komen dan een soort “bedrijfsverzamelgebouwen”, die niet de
gewenste synergie opleveren voor het publiek.
Onder een dak en samenwerken met kunst en cultuur Een derde lijn is dat bibliotheken
worden gekoppeld aan andere organisaties. Deze ontwikkeling is vooral in de Scandinavische
landen gestart waar het concept Kulturhus bij veel bibliotheken werd toegepast, vooral in de
kleinere steden en dorpen. Ook in Nederland is het concept toegepast en dan vooral in de
kleinere verzorgingsgebieden. Het Kulturhus probeert naast kunst en cultuur ook meer
sociaal-culturele en maatschappelijke functies te verbinden. Daarmee wordt de bibliotheek
meer een “gemeenschapshuis” waardoor het een functie krijgt voor meer mensen en een
centrale plek in dat dorp krijgt. Het geeft de bibliotheek ook een groter financieel draagvlak.
Relatie inhoud, huisvesting en effecten
Succes jeugd-bibliotheken Alleen over het succes van de schoolbibliotheken zijn gegevens
bekend, die in ieder geval hard maken dat het lezen bij kinderen enorm toeneemt. Het succes
hierbij is vormgegeven volgens het zogenaamde satellietmodel. Bij zoveel mogelijk scholen
zijn fysieke punten opgezet. Bieb Den Bosch heeft hierin landelijk een voorbeeldrol gespeeld.
Inmiddels zijn in ’s-Hertogenbosch e.o. 90 fysieke schoolbiebs opgezet voor 150 scholen.
Lokale context en ambitie bepalend Veel ontwikkelingen rondom huisvesting zijn afhankelijk
van de lokale specifieke context en ambitie. Vergelijkingen zijn ook moeilijk te maken omdat
iedere situatie specifiek is. Samenwerking in dorpen of kleine steden is anders van karakter
dan in een grotere stad.
Geen onderzoek naar effecten huisvesting, samenwerking en fusie Bovenstaande
invalshoeken (spectaculaire gebouwen, samenwerkingen kunst en cultuur en
gelegenheidsoplossingen) kennen overlap en wisselwerking. Er zijn geen studies naar de
effecten van combinaties met name wat betreft de huisvesting. Dit komt onder meer omdat
veel projecten van meer recente datum zijn waardoor er nog geen goede overzichten zijn.
Geen overzichten van financiële middelen die samenwerkingspartijen inbrengen.
Doordat onderzoek ontbreekt is er geen informatie beschikbaar. Deze informatie kan alleen
verkregen worden als we daar per situatie naar informeren, meer tijd is nodig om dit te
achterhalen.
9
Voorbeelden In de bijlagen hebben we wel een aantal overzichten en kengetallen verzameld
en aansprekende voorbeelden. Die geven een indruk van het soort ontwikkelingen en de
breedte van samenwerkingen. Maar gezien de grote verschillen mogen de cijfers niet worden
gebruikt voor vergelijkende conclusies ten aanzien van onze bibliotheek. Daarvoor is meer
onderzoek nodig dat meer tijd kost.
Bijlagen
In de bijlagen, vanaf pagina 14, hebben we voor het algemeen inzicht de prestatiegegevens van 2017 opgenomen van de Openbare Bibliotheek ’s-Hertogenbosch (Bijlage 1). Vervolgens bieden we een overzicht van algemene trends m.b.t. bibliotheken aan de hand van cijfers van het CBS en van het ministerie van OCW / CPB (Bijlage 2) Daarna worden samenwerkingsvormen van bibliotheken gepresenteerd (Bijlage 3). Het adviesbureau Ministerie van Verbeelding heeft een overzicht gemaakt van gedeelde gebouwen in Nederland (en Vlaanderen) (Bijlage 4). Vervolgens presenteren we een aantal door het Ministerie van Verbeelding genoemde voorbeelden van bibliotheken waar functies zijn samengevoegd. Ook presenteren we een paar bekende bibliotheken. Waar mogelijk hebben we dat aangevuld met een aantal kengetallen (Bijlage 5). Daarna laten we zien op welke manieren de functies van de bibliotheek in ontwikkeling zijn. We
beschrijven de “traditionele” functies en laten zien hoe, op basis van het advies Bibliotheek van de
toekomst, knooppunt voor kennis contact en cultuur van de commissie Cohen (2014 in opdracht van
ministerie OCW) functies worden doorontwikkeld en uitgebouwd. De Koninklijke Bibliotheek speelt in
op deze ontwikkelingen door haar monitoringsmodel verder uit te werken (Bijlage 6).
Bijlage 1 Prestatiegegevens van 2017 Openbare Bibliotheek ’s-Hertogenbosch
Bijlage 2 Algemene trends
Bijlage 3 Soorten samenwerkingen
Bijlage 4 Overzicht ’gedeelde gebouwen’ in Nederland (en Vlaanderen)
Bijlage 5 Voorbeelden van ruimtelijke integratie
Bijlage 6 Ontwikkeling functies
10
Vraag 5 Hoe ziet de financiering er uit van de Bibliotheek in Vught en St. Michielsgestel. Meer
inzicht is gewenst in de regionale verplichtingen die de bibliotheek heeft
11
Vraag 6. Wat is de verklaring voor het verschil van de 10 miljoen die wordt genoemd door de
bibliotheek vs. de 4,25 miljoen die beschikbaar is?
Verklaring verschil € 4,25 mln en €10,2 mln
De vraag die ons gesteld is, is hoe het verschil te verklaren is tussen de 4,25 mln en de €10,0 mln die
de bibliotheek noemt. Voor de goede orde vermelden we dat de bibliotheek (+ partners) in de brief aan
de formateur geen bedrag van €10 mln noemt maar €7,5 mln + aankoop pand + hypotheek (€ 0,5mln)
+ 5 jaar geen huur (€ 1,0 mln). De onderbouwing van de €7,5mln is ons niet bekend. Hierna leggen
we het verschil uit tussen de €4,25 mln die is opgenomen voor de investering in de huisvesting en de
€10,0 mln die wij eerder gecommuniceerd hebben mbt het pand van de bibliotheek.
Van bibliotheekbudget naar Muzerijebudget
Bij de bezuinigingen in 2015 is voorgesteld (en besloten) dat de Bibliotheek verhuist naar het pand
van de Muzerije. Dat is vertaald in een bezuiniging op de exploitatie en op een bezuiniging op de
investering. Die laatste is teruggebracht (van € 9,6 mln voor de bibliotheek) tot € 4,25 mln voor
verhuizing en aanpassing van het pand van de Muzerije. Hier lag geen bouwkundige raming aan ten
grondslag maar een vertaling van een taakstellend te bezuinigen jaarlijkse last tbv de investering. De
aanname was dat het pand van de Muzerije al geheel is gerenoveerd en er alleen geld nodig is voor
aanpassingen. Daarvoor werd €4,25 mln ruim voldoende geacht. Een doorrekening was ook niet
mogelijk omdat er nog geen programma van eisen was opgesteld.
Raming kosten bij continuering gebruik bibliotheekpand
Voor het pand van de Bibliotheek is er in 2015 een rapport opgemaakt door bouwbureau BBN in
opdracht van de bibliotheek. De gemeentelijke afdeling Maatschappelijk Vastgoed heeft op basis van
dat rapport een raming gemaakt van de kosten. Het bedrag voor achterstallig onderhoud werd door
BBN geraamd op €4,1 mln (nb verwarring kan ontstaan doordat dit bedrag bijna het bedrag van €4,25
mln is dat beschikbaar is na de bezuiniging, dat de bedragen bijna gelijk zijn is toeval). BBN heeft met
een aantal posten geen rekening gehouden in de raming, hoewel zij een aantal nader te onderzoeken
onderwerpen wel noemt.
Het gaat dan om asbestrisico’s, vervanging installaties en duurzaamheidsmaatregelen en
inrichtingskosten (genoemd door de directeur in presentatie). Er is nog geen rekening gehouden met
functionele aanpassingen door ander gebruik van ruimtes dan nu. Als deze posten worden opgeteld
bij de € 4,1 mln dan komt het totaal op €10,2 mln.
Naast deze investeringen is er een risico omdat de gevel aan de Josephstraat uit het lood staat
en er scheurvorming is. Er is ook een vervorming van de dakconstructie geconstateerd. Het is zonder
nader onderzoek niet te zeggen of de problemen worden veroorzaakt door de constructieve aspecten
of dat er een probleem is met de fundering. De kosten zijn dan ook niet in te schatten voordat een
uitgebreid onderzoek is gedaan maar kunnen in een worst case scenario aanmerkelijk zijn. Een
dergelijk onderzoek zal minimaal een jaar in beslag nemen omdat de eventuele werking van de
scheuren moet worden gemeten.
Een ander risico is dat bij renovatie asbest kan worden aangetroffen dat nu niet bekend is.
13
Vraag 7 Er is behoefte aan informatie over de voor- en nadelen van wel/ of niet aanschaffen van
het pand van de bibliotheek en de kosten die dat met zich meebrengt (gedeeld eigenaarschap
of niet).
Voor- en nadelen van wel/ of niet aanschaffen van het pand van de bibliotheek
Eigenaarschap garandeert de hoogste vorm van zeggenschap en invloed Indien beide panden in gebruik blijven is het overzichtelijk als de fusieorganisatie met één soort eigendomssituatie te maken krijgt. Helemaal omdat het de bedoeling lijkt om beide gebouwen met elkaar te verbinden (technisch) én te gebruiken. Vooral (facilitaire en klimaat-) installaties in beide panden zullen moeten worden gelijkgeschakeld omwille van gebruiksefficiëntie en -effectiviteit. Om die reden is gedeeld eigenaarschap minder wenselijk; het vraagt om meer afstemming en vormt een potentiele bron voor discussie. Professioneel eigendomsbeheer kan eenvoudig worden vormgegeven door de gemeente (afdeling MV); zij doet dit namelijk ook voor het pand van de Muzerije. In hoeverre de gevraagde competenties aanwezig zijn bij de Bibliotheek is onduidelijk, maar het ligt niet in de rede te verwachten dat deze sterk ontwikkeld is mede gelet op de handelswijze mbt het onderhoud van de laatste jaren. Tevens is bij de gemeente noodzakelijke kennis en kunde aanwezig op gebied van aanbesteden en projectmanagement wat in deze fase van de fusieplannen wezenlijk lijkt. Grote risico’s Zoals hierboven geschetst zijn er een aantal grote risico’s verbonden aan het pand van de bibliotheek die nader onderzocht moeten worden alvorens de gemeente ja zou kunnen zeggen tegen verwerving van het pand. De kosten die voort kunnen vloeien uit problemen met de constructie of asbest kunnen onvoorzien groot zijn (als voorbeeld de saneringskosten Theater). Of en welke vergoeding/koopsom er vervolgens betaald zou moeten worden is dan nader te bezien. Bij eigenaarschap hoort namelijk dat deze risico’s één op één voor rekening van de gemeente komen. Dat geldt overigens ook voor eventuele tegenvallers bij een aanbesteding. De bibliotheek raamt daarbij opmerkelijk genoeg wel een ander bedrag dan wij, van slechts 7.5 mio. Exploitatie Ongeacht het eigenaarschap worden de jaarlijkse kosten voor onderhoud, OZB, en andere gebouw gebonden kosten geraamd op een verhoging van 200K in de huidige begroting van de bibliotheek. Een exacte berekening kan pas worden gemaakt als ook het pve en de uitwerking is opgesteld. Overigens merken we op dat in dit bedrag geen investeringskosten zijn verwerkt er van uitgaande dat deze in een keer ter beschikking worden gesteld.
•Leeuwarden: dbieb, onderdeel van Blokhuispoort, een cultureel bedrijvencentrum
http://www.blokhuispoort.frl
Drenthe
•Assen: De Nieuwe Kolk
https://www.dnk.nl
Overijssel
•Borne: Kulturhus de Bijenkorf
http://www.kulturhusborne.nl
•Zwolle: Stadkamer
https://stadkamer.nl
Gelderland
•Apeldoorn: CODA
https://www.coda-apeldoorn.nl
•Arnhem: Rozet
http://www.rozet.nl
•Ede: Cultura
https://www.cultura-ede.nl
•Ulft: Dru Cultuurfabriek
https://www.drucultuurfabriek.nl
Utrecht
•Amersfoort: Eemhuis
https://heteemhuis.nl
•Soest: Idea
https://www.ideacultuur.nl
•Veenendaal: Cultuurfabriek
http://www.cultuurfabriek-veenendaal.nl
21
Noord-Holland
•Hoofddorp: Het Cultuurgebouw
https://www.hetcultuurgebouw.nl
Zuid-Holland
•Barendrecht: Het Kruispunt
https://www.hetkruispunt.nl
•Delft: DOK Delft
https://www.dok.info
•Gouda: Chocoladefabriek
https://www.chocoladefabriekgouda.nl
•Zoetermeer: Forum Zoetermeer
https://www.forumzoetermeer.nl
Noord-Brabant
•Best: CultuurSpoor
https://www.cultuurspoorbest.nl
•Breda: Nieuwe Veste
https://www.nieuweveste.nl
•Oss: nog niet gebouwd maar wordt een belangrijk voorbeeld.
Limburg
•Heerlen: Schunck
https://schunck.nl
•Sittard: De Domeinen
https://www.dedomijnen.nl
In Flevoland en Zeeland kennen we geen voorbeelden
In België wel:
•Aalst: Utopia
https://utopia-aalst.be
•Brussel: Muntpunt
https://www.muntpunt.be
•Herzeele: de Wattenfabriek
http://www.dewattenfabriek.be
22
Bijlage 5 Voorbeelden van ruimtelijke integratie
Ministerie van Verbeelding: “Die ruimtelijke integratie zien we terug in: Eemhuis in Amersfoort, Groninger Forum, Rozet in Arnhem, Stadkamer Zwolle, Cultuurfabriek Veenendaal en last but not least in de onvolprezen Chocoladefabriek in Gouda, waar ook nog gezamenlijk geprogrammeerd wordt.”
Hierbij een summiere uitwerking van de voorbeeld bibliotheken en partners die genoemd worden door
het adviesbureau Ministerie van Verbeelding. De teksten zijn deels van websites en deels uit
jaarverslagen gehaald. Dit is de verklaring voor de zeer positieve verwoordingen van de voorbeelden.
Dit geldt ook voor de cijfers. Hoewel we zo zorgvuldig mogelijk zijn geweest kunnen er fouten in staan.
Niet altijd was e.e.a. helder m.b.t. soorten aantallen bezoekers en uitleningen. Naast de voorbeelden
van het Ministerie van Verbeelding wordt de lijst aangevuld (vanaf 7) met een paar bekende (mooie)
bibliotheken.
1. Eemshuis Amersfoort
2. Groninger Forum
3. Rozet in Arnhem
4. Stadskamer Zwolle
5. Cultuurfabriek Veenendaal
6. Chocoladefabriek Gouda
7. Centre Céramique Maastricht
8. De nieuwe bibliotheek Almere
9. Bibliotheek Boekenberg Spijkenisse
10. Bibliotheek Zutphen 11. OBA Amsterdam
‘s-Hertogenbosch 2017
Bewoners 152.471
Bezoekers 520.792
Leden 53.801
Uitleningen. 1.089.882
Activiteiten 1.515
Deelnemers act 34.770
23
1 Eemshuis Amersfoort
De Bibliotheek Eemland is toegangspoort tot informatie, educatie en cultuur in verschillende gemeenten. Partners in het Eemhuis: Scholen in de Kunst, Archief Eemland en Kunsthal KAdE. KAdE biedt tentoonstellingen aan op het gebied van hedendaagse en moderne kunst, architectuur, vormgeving & design en eigentijdse beeldcultuur. De Bibliotheek Eemland stimuleert en faciliteert individuen en maatschappelijke groeperingen bij levenslang leren, onafhankelijke besluitvorming en culturele ontwikkeling. De Bibliotheek Eemland is een ontmoetingsplaats voor iedereen. De Bibliotheek Eemland draagt bij aan zinvolle vrijetijdsbesteding, ontspanning, ontmoeting en cohesie. Zij geeft gelegenheid tot raadplegen van media en leent media uit. Daarnaast organiseert zij een cursus- en lezingenprogramma en voert zij projecten uit gericht op cultuurparticipatie en leesbevordering. Iedereen kan gebruik maken van de faciliteiten in de vestigingen. Voor sommige diensten moet worden betaald. De klanten, de gemeenten en andere voor de dienstverlening van de Bibliotheek Eemland relevante organisaties worden met regelmaat geïnformeerd over en betrokken bij de samenstelling van het aanbod.
Amersfoort 2016
Bewoners 154.712
Bezoekers (alle bezoekers van gebouw)
964.258
Leden 41.040
Uitleningen. 661.146
Activiteiten
Deelnemers act
24
2 Groninger Forum (Gebouw nog niet gerealiseerd)
De jaren bij het Forum zullen tot aan de opening een hybride karakter hebben. Enerzijds wordt er druk
gewerkt aan het nieuwe gebouw met de ruimere mogelijkheden voor programmering en
samenwerking. Men hoop het nieuwe gebouw in 2019 te openen. Anderzijds zijn veel mensen in de
organisatie volop bezig in het heden. Ze verwelkomen al reeds honderdduizenden gasten. Ze
programmeren ook nu al multidisciplinair op de verschillende locaties. De werkzaamheden met
betrekking tot de dagelijks gang van zaken van de Forumbibliotheek, het filmtheater en de cursussen
van de Groninger Forum Academie gaan gewoon door. Tegelijkertijd is zoals gezegd een groeiende
groep mensen, bezig met de toekomst. Deze werkzaamheden gaan over het gebouw, de indeling en
de toekomstige programmering o.a. welke exposities kunnen er straks worden gehouden.
Groningen 2015 2016
Bewoners 584.342
Bezoekers (van alle gebouwen en partners)
1.075.859 1.190.151
Leden 45.033 45.500
Uitleningen. 871.510 821.466
Activiteiten 5.000
Deelnemers act 57.134 48.137
25
3 Rozet in Arnhem
In Rozet zijn Kunstbedrijf Arnhem, de Bibliotheek, Volksuniversiteit, het Erfgoedcentrum, Kunstuitleen
To-ART en café-restaurant Momento gehuisvest. Door samen onder één dak te wonen, werken ze als
partners efficiënt samen. Ze delen kennis, inhoud en faciliteiten zoals het auditorium, leslokalen en
expositieruimtes. Op 15 augustus 2016 zijn de Stichting Arnhemse Openbare en Gelderse
Wetenschappelijke Bibliotheek, Stichting Kunstbedrijf Arnhem en Stichting Beheer Rozet bestuurlijk
gefuseerd om de verbinding tussen taal, kunst en erfgoed te versterken.
Arnhem 2016 2017
Bewoners 155.694
Bezoekers (alle bezoekers van gebouw)
1.068.500 1.023.738 -4,2%
Uitleningen 1.034.250 1.096.566 +6%
Deelnemers act. 108.000 106.644 -1,2%
Activiteiten
26
4 Stadkamer Zwolle (is Bibliotheek van het jaar 2018 geworden en is qua opzet vergelijkbaar
met BMB fusie van Bieb Den Bosch, Muzerije en Babel.)
Stadkamer is per 1 januari 2015 ontstaan uit een fusie van Bibliotheek Zwolle, kunstencentrum
Muzerie en Kunst&Zo. Stadkamer draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van Zwollenaren en het
vergroten van hun maatschappelijke kansen. Ze willen op een laagdrempelige manier bijdragen aan
de zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Of dat nu gaat via de aanpak van laaggeletterdheid,
het bieden van informatie of door kunst- en cultuurbeleving. Of het nu in het centrum is of in een van
de drie wijkvestigingen, Stadkamer heeft een onlosmakelijke plek in de Zwolse samenleving. De
nieuwe organisatie speelt in op de ontwikkelingen: de behoefte en het gedrag van klanten verandert
(minder lezen, andere wijze van contact, cultuurbeleving, verdere digitalisering, meer e-books en de
wereld verandert. Stadkamer is een organisatie die niet bang is om nieuwe dingen uit te proberen en
om andere velden te exploreren en te ontwikkelen, zoals cultuureducatie, amateurkunst en het sociaal
domein.
Zwolle 2016
Bewoners 125.709
Bezoekers (centrum) 291.163
Leden 47.981
Uitleningen (centrum) 1.197.110
Activiteiten 320
Deelnemers act 20.000
27
5 Cultuurfabriek Veenendaal
Sinds 9 oktober 2010 zijn de Bibliotheek Veenendaal, de Historische Vereniging Oud Veenendaal, de
Kunstuitleen Veenendaal en Museum Veenendaal gezamenlijk gehuisvest in een schitterend nieuw
pand aan het Kees Stipplein; het culturele hart van Veenendaal en de regio.
De bibliotheek in De Cultuurfabriek is een 21e-eeuwse voorziening die bijdraagt aan de
kenniseconomie en als platform fungeert voor de ontwikkeling van kinderen en volwassenen zodat zij
kunnen delen, lezen, leren en meedoen. Innovatie is daar onlosmakelijk mee verbonden. De
bibliotheek stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van mensen zodat zij in staat zijn tot een
volwaardige deelname aan de samenleving. De bibliotheek wil met haar culturele aanbod bijdragen
aan een Veenendaal waarin kennis, creativiteit en verbondenheid vanzelfsprekende waarden zijn. Ze
zetten in op een divers aanbod van culturele activiteiten, voor verschillende leeftijdscategorieën en
met een laagdrempelig karakter.
Veenendaal 2016
Bewoners 64.629
Bezoekers 224.720
Leden 14.857
Uitleningen. 432.675
Activiteiten
Deelnemers act
28
6 Chocoladefabriek Gouda
De Chocoladefabriek is van oudsher een chocoladeverwerkingsfabriek en sinds 2014 het onderkomen
van de Stadsbibliotheek Gouda, Streekarchief Midden-Holland, Drukkerswerkplaats Gouda en Kruim -
eten & drinken. De Chocoladefabriek is een inspirerende en dynamische omgeving waar altijd iets te
doen en te ontdekken is. Een plaats waar kennis en ambacht elkaar ontmoeten, waar je graag bent,
waar je verleden en toekomst ervaart, verhalen van anderen hoort en nieuwe gezichtspunten ontdekt.
Zodat je uiteindelijk weer nieuwe kennis ontwikkelt.
Gouda 2016
Bewoners 70.939
Bezoekers (alle bezoekers van gebouw)
479.045
Leden 17.529
Uitleningen. 420.329
Activiteiten
Deelnemers act
29
7 Centre Céramique Maastricht
Centre Céramique vormt één organisatie met Kumulus en Natuurhistorisch Museum Maastricht en maakt onderdeel uit van de gemeente Maastricht. De verschillende instituten hebben hun eigen identiteit, maar organisatorisch is er één samenwerkende bedrijfsvoering. Centre Céramique is een culturele instelling, die zich ten doel stelt inwoners en bezoekers van Maastricht op een verrassende, informatieve, educatieve en amuserende wijze interactief met oude, hedendaagse en toekomstige uitingen van informatievoorziening en cultuur in aanraking te laten komen. Dit alles gebeurt in een hoogwaardige, specifiek voor dat doel ontworpen locatie. Daarnaast wil zij een centrum voor ontmoeting en educatie voor alle geledingen in de bevolking zijn. Hieruit voort vloeien tal van promotionele en culturele activiteiten in het kader van leesbevordering, educatie en overdracht van kennis en cultuur.
De organisatie bestaat uit Centre Céramique (met daarin de centrale vestiging van de Stadsbibliotheek Maastricht), twee bibliotheekservicepunten, 10 Bibliotheken op School (5 dBos en 5 dBos mini) en een Boek-aan-Huis-service. Jaarlijks bezoeken circa 400.000 mensen Centre Céramique en leent de Stadsbibliotheek Maastricht zo'n 485.000 materialen uit. Er zijn op dit moment circa 25.500 mensen lid van de Stadsbibliotheek Maastricht/Centre Céramique.
Maastricht 2016
Bewoners 122.461
Bezoekers 376.390
Leden (volw) 25.075
Uitleningen. 535.843
Activiteiten 637
Deelnemers act 106.102
30
8 De nieuwe bibliotheek Almere
De Stichting Openbare Bibliotheek Almere stelt zich ten doel toegang te geven tot informatie en cultuur aan iedereen. Informatie, cultuur, ontspanning en communicatie zijn digitaal altijd en overal beschikbaar. Als gevolg hiervan en door de voortschrijdende individualisering, zien ze de ontwikkeling naar een netwerksamenleving, waarin mensen communiceren, werken en leven in netwerken die veelal door sociale media worden ondersteund. Netwerken die mensen bij elkaar brengen met een zelfde belangstelling, probleem of overtuiging en die elkaar vroeger nooit getroffen zouden hebben. Netwerken die er ook toe kunnen leiden dat de verschillen en kloven tussen individuen, meningen en subculturen toenemen en de vraag oproepen wat ons nog bindt. Maar de digitalisering en de netwerksamenleving bieden vooral ook geweldige kansen voor de persoonlijke ontwikkeling en de verbetering van de maatschappelijke kansen van burgers. En dus voor de maatschappelijke opdracht van de bibliotheek. De bibliotheek vergroot de kansen voor kinderen en volwassenen om zich te ontwikkelen en hun maatschappelijke positie te versterken.
Almere 2015 2016
Bewoners 204.362
Bezoekers (alle bezoekers van gebouw)
1.113.057 1.122.573 0.9%
Leden 66.077 64.961 -1.7%
Uitleningen. 1.211.084 1.150.805 -5%
Activiteiten
Deelnemers act
Uitleningen op school 224.579 266.938 18,9%
31
9 Bibliotheek Boekenberg Spijkenisse
Bibliotheek Boekenberg Spijkenisse is een belangrijk, vrij toegankelijk, kennis- en informatiecentrum voor Spijkenisse en haar inwoners. De bibliotheek is een spin in het web van informatie en heeft een belangrijke rol in de samenleving. De bibliotheek is er voor iedereen, ze hebben een brede actuele collectie en veel diensten waar jong en oud gebruik van kunnen maken. Van het voorlezen aan de allerkleinste tot onze Boekendienst aan huis, voor mensen die niet meer kunnen reizen. De wensen en behoeften van leden zijn altijd een uitgangspunt bij het handelen. Daarom laat de bibliotheek regelmatig onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid van haar klanten.
Spijkernisse 2016 2015
Bewoners 72.560
Bezoekers 184.862 166.305
Leden 13.643
Uitleningen jeugd Volwassenen Scholen en instellingen
79.397 109.254 15.331
Activiteiten 350
Deelnemers act
32
10 Bibliotheek Zutphen
Graafschap bibliotheken werkt aan de persoonlijke ontwikkeling van inwoners in de gemeenten
Lochem en Zutphen. Dat doen ze samen met vele partners op het terrein van taal en lezen, cultuur,
educatie, welzijn en participatie. Ze zijn er voor de persoonlijke ontwikkeling van burgers en voor het
verbeteren van maatschappelijke kansen. In de bibliotheken kunnen mensen hun kennis en
verbeeldingskracht vergroten, zichzelf ontwikkelen en hun horizon verbreden. Ze veranderen van een
klassieke uitleenbibliotheek in een maatschappelijk en educatieve bibliotheek. Deze verandering is de
afgelopen jaren ingezet.
Zutphen en Lochem 2016
Bewoners Lochem Zutphen
33.688 47.052
Bezoekers 190.380
Leden 2.298
Uitleningen. 265.182
Activiteiten
Deelnemers act
33
11 OBA Amsterdam
De OBA inspireert alle Amsterdammers om te blijven leren - faciliteert een leven lang leren via
passend aanbod voor elke leeftijdsgroep - maakt het mogelijk om nieuwe vaardigheden van de 21ste
eeuw te leren - heeft bijzondere aandacht voor mensen die moeite heb- ben met taal en digitale
vaardigheden maakt kennis, cultuur en informatie voor iedereen bereikbaar en toegankelijk - biedt vrije
toegang tot alle denkbare informatiebronnen en –technologie - is zeven dagen per week beschikbaar
met ruime openings- tijden van haar vestigingen - geeft optimale service aan bezoekers op de fysieke
en digitale platforms stimuleert reflectie, ontmoeting en betrokkenheid bij stad en buurt - is de
ontmoetingsplaats voor de diversiteit aan talen en culturen uit de stad - besteedt aandacht aan
maatschappelijke thema’s zoals gezondheid, zelfredzaamheid, duurzaamheid - werkt intensief samen
met groepen en organisaties in stad en buurt
In 2016 zijn stappen gezet om de vestigingen sterker te positioneren als middelpunt van de wijk. Zo
stegen de bezoekersaantallen in de vestigingen met ruim 9% door een verruiming van de
openingsuren en verbreding van het aanbod. Het educatieve aanbod voor volwassenen in de
vestigingen is uitgebreid doordat de Volksuniversiteit Amsterdam in 2016 is ingetrokken op drie OBA-
locaties. Verder leverden de OBA-vestigingen een bijdrage aan de doelstellingen van de gemeente
Amsterdam, zoals ‘Age Friendly City’, door de zelfstandigheid van ouderen te versterken via het
project Ouderen in de Wijk. Ook opende het afgelopen jaar de nieuwe vestiging op de Bos en
Lommerweg die ruim tweemaal zoveel bezoekers trok dan de vorige locatie op het Bos en
Lommerplein. Eind 2016 werd een nieuwe pop-up bibliotheek geopend in de broedplaats Lola Lik,
naast het asielzoekerscentrum op de Wenckebachweg.
Amsterdam 2015 2016
Bewoners 853.312
Bezoekers 3.524.297 3.583.524 1.7%
Leden 180.250 176.132 -2.3%
Uitleningen. 2.934.221 2.791.200 -4.9%
Activiteiten 1.050
Deelnemers act 67.500
34
Bijlage 6 Ontwikkeling functies
A) De vijf wettelijke functies van de openbare bibliotheek
In de wet wordt geformuleerd welke vijf functies een openbare bibliotheek heeft: (a) ter
beschikking stellen van kennis en informatie; (b) bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en
educatie; (c) bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur; (d) organiseren
van ontmoeting en debat; (e) laten kennis maken met kunst en cultuur.
B) Bibliotheek van de toekomst, knooppunt voor kennis contact en cultuur, van de
commissie Cohen (2014 in opdracht van ministerie OCW). Uit de samenvatting een paar
belangrijke citaten. (Bron: Koninklijke Bibliotheek )
De bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden. De vergaande digitalisering van de
samenleving, snelle maatschappelijke en economische veranderingen en een zich terugtrekkende
overheid dwingen daartoe. Dit geeft alle reden om na te denken over de vraag hoe de openbare
bibliotheek er in 2025 zal uitzien.
Volgens de commissie bestaat de kern van de opdracht van de openbare bibliotheek uit: “het
bijdragen aan en de basis vormen voor de kennis- en informatiesamenleving. De opdracht
bestaat uit het stimuleren, ondersteunen, faciliteren en toerusten van burgers om mee te kunnen
doen en bij te kunnen dragen aan de moderne kennissamenleving.”
Lezen is de basis De primaire taak van de bibliotheek begint bij geletterdheid in brede zin. Lezen
is de basis voor het verwerven van kennis en stimuleert verbeeldingskracht en creativiteit. Dat is
eens te meer van belang in een samenleving die zich heeft ontwikkeld tot een kennissamenleving.
Ondersteuning van leesbevordering en promotie van de lees- en literaire cultuur behoort daarom
ook in de toekomst tot het hart van de dienstverlening van de openbare bibliotheek. De bibliotheek
inspireert en stimuleert lezers en potentiële lezers, verrast hen met en gidst hen naar het aanbod
van boeken en verhalen. Ze is de vanzelfsprekende professionele partner van het onderwijs en
een belangrijke speler in de aanpak van laaggeletterdheid.
Stimulerende leeromgeving Voor mensen die het formele onderwijs hebben verlaten en zich in
de loop van hun leven verder willen ontwikkelen, is de bibliotheek een plaats voor persoonlijke
ontwikkeling. De nieuwe manieren waarop mensen zich organiseren, waarop ze produceren, leren
en innoveren, vraagt daarbij van de bibliotheek dat ze zich ook richt op het ontwikkelen van
andere belangrijke vaardigheden die de 21ste eeuw, meer dan ooit, van mensen vraagt.
Vaardigheden als samenwerken, creativiteit, communiceren, problemen oplossen en kritisch
denken. Door het bieden van een stimulerende omgeving biedt ze een platform waar mensen
kunnen samenkomen, kennis kunnen delen en deze vaardigheden kunnen verwerven. Daarnaast
speelt de bibliotheek een uitnodigende en gidsende rol. De bibliotheek daagt uit tot verdieping,
verbreding, zelfstudie en zelfontplooiing en gidst mensen naar aanbieders van opleidingen,
cursussen of workshops. De bibliotheek is daarbij niet alleen gericht op het verkleinen van
achterstanden, maar ook op het verder ontwikkelen van talent. De bibliotheek is er voor zoveel
mogelijk Nederlanders.
Toegang tot informatie Naast lezen is ICT-geletterdheid een basisvaardigheid voor deelname
aan de samenleving en het kunnen verwerven en uitwisselen van kennis. Het gaat hierbij niet
eens zozeer om de omgang met techniek, maar om de juiste omgang met en interpretatie van
informatie. In deze steeds complexere, informatierijke wereld wordt het voor mensen lastiger om
hun weg te vinden. De bibliotheek zorgt ook in 2025 nog voor laagdrempelige toegang tot
informatie, want informatie is ook dan niet altijd en overal en voor iedereen beschikbaar. Niet alle
informatie is gedigitaliseerd en wat digitaal beschikbaar is, is niet per definitie gratis voor iedereen
toegankelijk. Daarnaast zal ook in 2025 niet iedereen over de nieuwste apparatuur kunnen
beschikken om informatie te kunnen raadplegen. Bibliotheken zijn experts in het vinden en
verbinden van informatie en in informatieoverdracht. Om mensen te ondersteunen in een wereld
35
van overdaad aan informatie, te inspireren en te verrassen met nieuwe perspectieven, moeten zij
hun rol als betrouwbare adviseur opnieuw inrichten.
Dynamische ontmoetingsplek In een samenleving die individualiseert, biedt de bibliotheek bij
uitstek een plaats voor ontmoeting. In stad, wijk en dorp. Bouwen aan kennis kan niet zonder
sociaal-culturele plaatsen van samenkomst. Kennis komt steeds vaker tot stand in netwerk- en
communityverband, op fysieke en virtuele plekken waar mensen bij elkaar komen, discussiëren,
onderhandelen, leren en creëren. Aan alle mogelijkheden die digitale middelen steeds meer
bieden, voegen bibliotheken essentiële waarde toe: een prettige en stimulerende omgeving om te
leren of te lezen, onder de mensen te kunnen zijn, te ontsnappen aan de continue pressure of
being connected, en een plek waar van alles wordt georganiseerd. Iedereen is er welkom en
mensen komen er in aanraking met andere culturen, leefwijzen en achtergronden. Op die manier
draagt de bibliotheek bij aan het empatisch vermogen van een samenleving.
Link met de lokale gemeenschap De fysieke plek zorgt voor de lokale inbedding van de
bibliotheek. Alleen al door er te zijn voor de leden van een gemeenschap; te voorzien in een plek
waar zij elkaar kunnen ontmoeten en zich onderdeel kunnen voelen van die gemeenschap. En
door het bieden van een podium aan lokale maatschappelijke en culturele organisaties,
aansluitend bij de individuele behoeften en lokale aandachtsgebieden. Ook kan de bibliotheek
mensen uitnodigen en stimuleren om zich te mengen in het lokale debat over zaken als lokale
besluitvorming en gemeenschapskwesties, naast hun participatie via de digitale weg. Zo draagt de
bibliotheek bij aan vorming van de lokale identiteit. Ze daagt uit verder te kijken en stimuleert
betrokkenheid bij de maatschappij.
C) Internationaal
Hoewel we hieronder geenszins pretenderen een overzicht te geven van internationale
ontwikkelingen biedt de onderstaande grafiek wel enig inzicht in de diversiteit van gebieden
waarop bibliotheken actief kunnen zijn.
36
D) De Koninklijke Bibliotheek verwacht meer activiteiten op meerdere domeinen en ziet dit
al deels in de praktijk.
Onderstaande illustratie laat zien hoe de Koninklijke Bibliotheek de ontwikkelingen ziet waarbij
de bibliotheken een bredere functie kunnen krijgen. De afbeeldingen zijn uit een presentatie
die op 25 april jl. gegeven is door Mw. M. Oomes, zij is verantwoordelijk voor de coördinatie
van het nationaal onderzoeksprogramma voor openbare bibliotheken.
Om alle ontwikkelingen goed te kunnen monitoren ontwikkelt de Koninklijke
Bibliotheek een brede effecten monitor
Aan het College van B & W
Postbus 12345
5200 GZ ’s-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch, 4 mei 2018
Vragen ex art.33 R.v.O. Klein crematorium op begraafplaats Orthen
Geacht college,
Naar aanleiding van het recent ontvangen schrijven van Stichting Solamen over het
voortbestaan van de begraafplaats Orthen (bijlage) stellen wij u de volgende vragen:
1. Is het College met ons van mening dat er alles aan gedaan moet worden het
voortbestaan van deze prachtige monumentale begraafplaats in onze stad te
waarborgen?
2. Is het College bereid om een kleine crematievoorziening (met een capaciteit van
zo’n 200 crematies per jaar) mogelijk te maken, zodat een sterker financieel
draagvlak ontstaat voor het voortbestaan en beheer van deze 160 jaar oude
begraafplaats Orthen?
3. Is het College met ons van mening dat een dergelijk crematorium gezien de
klimaatdoelstellingen gasloos moet zijn en dat – naar voorbeeld van het volgend
jaar te realiseren DELA-crematorium in Groningen – de verbrandingsoven op
groene stroom moet werken?
4. Wil het College dit onderwerp doorgeleiden naar de onderhandelaars van de
5 partijen die betrokken zijn bij de formatie van een nieuwe
College van B. en W. van ’s-Hertogenbosch?
Met vriendelijke groet,
Paul van der Krabben
Bijlage
Voortbestaan van de begraafplaats Orthen
‘s-Hertogenbosch, mei 2018
Geacht raadslid,
In 2018 bestaat de begraafplaats Orthen 160 jaar. Vele generaties Bosschenaren vonden
op deze prachtige begraafplaats hun laatste rustplaats. De begraafplaats is dan ook een
begrip in onze gemeente. Stichting Solamen, die het beheer voert over deze begraafplaats,
wil graag deze rustplaats voor de Bosschenaren in stand houden. Dit is echter niet
vanzelfsprekend.
Met deze brief informeren wij u over de ontwikkelingen van de begraafplaats en de
vraagstukken die wij als beheerder en exploitant van Orthen moeten oplossen. Graag
nodigen wij u uit voor een bezoek aan de begraafplaats. Bel of mail ons voor een afspraak
voor een rondleiding voor uw fractie. Begraafplaats Orthen, Herven 1, `s-Hertogenbosch;
‘Orthen’ is een begrip. Natuurlijk op de eerste plaats vanwege die vele duizenden
Bosschenaren die er rusten, maar ook vanwege de twaalf hectare grote groene stadsoase
met zijn honderden monumentale bomen, vanwege de bijzondere gebouwen, vanwege de
serene sfeer en de vredige rust. En zeker ook om de vertrouwde familiare sfeer en de
kleinschaligheid die ‘Orthen’ uitstraalt. Vanwege Zielen in Gedachten, vanwege
Lichtjesdag, vanwege het Theehuis.
‘Orthen’ is een monument! De twaalf hectaren vormen één groot rijksmonument,
architectonisch, maar vooral een sociaal monument. Juist vanwege de vele Bosschenaren
die er rusten. Mensen die in de geschiedenis van de stad vooraanstaand waren of vooral
een rol speelden als ouder, als kind, als arbeider, als zonderling of juist heel gewone
burger. Mensen die een oorlog vochten, mensen die streng gelovig waren of mensen die
geen naam mochten hebben.
‘Orthen’ is permanent in ontwikkeling. De maatschappij en de daarin gangbare waarden
en normen ten aanzien van omgaan met de dood zijn in de bestaansperiode van de
begraafplaats sterk veranderd. Momenteel wordt in ’s-Hertogenbosch 70% van de
overledenen gecremeerd. In 15 jaar tijd nam het aantal begravingen op Orthen af van zo’n
550 naar een kleine 200 per jaar. Natuurlijk is op deze ontwikkeling ingespeeld. ‘Orthen’
is er voor de Bosschenaren, voor de manier waarop zij de dood beleven en ermee willen
omgaan. Er zijn dus ‘asbestemmingen’ gekomen, plaatsen om urnen een plek te geven. Er
is een strooiveld gekomen om as van overledenen uit te strooien. Andere belangwekkende
ontwikkeling is de beleving van de dood. Mensen nemen liever afscheid van de
overledene in meer op de familie en de omgeving van de overledene gerichte
accommodaties. Ook is er een steeds grotere wens tot individualisering van de plek voor
de overledene. Hieruit komt een behoefte aan vernieuwing van de begraafplaats voort. Op
een begraafplaats met zoveel monumentale en groen waarden en zo’n bijzondere sfeer als
‘Orthen’ geen kleine uitdaging.
2
Het voortbestaan van ‘Orthen’ is geen vanzelfsprekendheid! Terwijl de bedrijvigheid en
het onderhoud gewoon doorgaan zal het park qua uiterlijk meer divers moeten worden,
zullen gebouwen en faciliteiten gemoderniseerd en uitgebreid moeten worden.
Stichting Solamen beheert en ontwikkelt de begraafplaats al 40 jaar zorgvuldig. Hierdoor
is de kwaliteit en de sfeer van de huidige begraafplaats ontstaan. Om alles te kunnen doen
om een toekomst voor de begraafplaats te garanderen, zal naast het ruimte geven aan de
wensen van de huidige en de toekomstige Bosschenaren, op gepaste wijze de
exploitatiebasis moeten worden verbreed. Het realiseren van een crematievoorziening is
noodzakelijk om de terugloop in het totaal aantal diensten (begrafenissen en crematies) te
keren. Begraafplaats Orthen verwacht ongeveer 200 crematies per jaar te kunnen
verzorgen, zodat er in totaal weer (net zoals vroeger) 400 – 450 crematies en/of
begrafenissen per jaar kunnen plaatsvinden. Gelet hierop is Solamen van plan om, naast
modernisering van de gebouwen en diversificatie van het park, een kleine
crematiefaciliteit te ontwikkelen, passend bij de sfeer en intimiteit van ‘Orthen’. Een
voorziening die geen overlast oplevert voor omwonenden. Inspiratie is gevonden bij de
begraafplaats St. Laurentius, midden in de wijk Crooswijk, te Rotterdam , waar sinds 2013
de gebouwen zijn gemoderniseerd en een klein crematorium (max. 2 crematies per dag) in
gebruik is genomen.
Betrokkenheid gemeente ’s-Hertogenbosch. De gemeente ‘s-Hertogenbosch is één van de
drie partijen die in 1978 het beheer van ‘Orthen’ in handen hebben gegeven van de
Stichting Solamen. Bovendien is de gemeente de eigenaar van grond en opstallen van de
begraafplaats. De Wet op Lijkbezorging bepaalt dat het op de eerste plaats een
gemeentelijke taak is om te zorgen voor voldoende mogelijkheden voor lijkbezorging. De
gemeente is om deze redenen de voor de hand liggende en vanzelfsprekende partner voor
Solamen in de ontwikkeling van ‘Orthen’.
Samen doen wat nodig is. Met de noodzakelijk geachte ontwikkelingen zijn grote
bedragen gemoeid (2 à 3 miljoen euro), die de Stichting Solamen niet alleen kan
opbrengen. Daarbij zijn partners onontbeerlijk! Een eerste oriëntatie door de Stichting
Solamen heeft uitgewezen dat er in de markt veel animo is om te participeren in het
ontwikkelingstraject. Als de gemeente wil en kan participeren heeft dat organisatorisch en
maatschappelijk de voorkeur van Solamen. Minimaal is nodig dat de gemeente de plannen
voor een bestendiging van de toekomst van ‘Orthen’ wil ondersteunen en faciliteren. Dat
is in de eerste plaats de procedurele facilitering (ruimtelijke ordening, milieuwetgeving,
communicatie, opstellen contracten etc.). Daarnaast kan de gemeente ook meewerken in
financiële zin, door investering (geheel of gedeeltelijk) maar bijvoorbeeld ook door
borgstelling. Natuurlijk zijn wij volop en goed in gesprek met ambtenaren van onze
gemeente. In de komende tijd zal ook bestuurlijke ondersteuning nodig zijn.
We nodigen u graag uit voor een bezoek aan ‘Orthen’ waarbij wij u graag nader
informeren. Op zaterdag 26 mei 2018 organiseren wij een inloopuur voor omwonenden
van 13.00 tot 14.00 uur. Ook dan bent u van harte welkom.
Namens Stichting Solamen,Jean Stevens, voorzitter
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Majola Boogmans, afdeling Economie & Energie, sector Stadsontwikkeling Datum: 7 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over SPARK Vraag: Hoe staat het met SPARK en hoe ziet de toekomstige ontwikkeling (inhoudelijk en financieel) er uit? Reactie ambtelijke organisatie: Stand van zaken algemeen: In 2016 is de ontwikkelfase afgerond. In 2017 is naast continuering van de activiteiten op en vanuit de SPARK Campus de inzet gericht geweest op project Onderwijsinnovatie (ontwikkeling van een open leer- en maakomgeving) en een verkenning naar de haalbaarheid van realisatie van een Makerslab XXL. De rol van SPARK daarbij was: de makersbeweging ondersteunen, als vliegwiel functioneren, mensen bij elkaar brengen, verschillende onderwijstypes en sectoren verbinden en kennis en informatie delen. Met betrekking tot het spoor ‘Onderwijsinnovatie’: Onderwijsinstellingen beschikken wel over eigen laboratoriumvoorzieningen, maar deze zijn vaak gericht op één vakgebied. Een open lab zoals bij SPARK is uniek vanwege het multidisciplinaire en onderwijsbrede karakter. Via een open leer- en maakomgeving gaan doen en leren hand in hand. Met het open leer- en maakcentrum wil SPARK verschillende onderwijstypes en onderwijssectoren met elkaar verbinden; (creatieve) industrie, onderwijs, wetenschap delen kennis en informatie. Het SPARK onderwijsinnovatieproject is net opgestart. Het is gebleken dat het opbouwen van een relatie met het onderwijs op het gebied van ‘maken’ en de organisatie van events, projecten en onderzoek tijd kost. Het afgelopen jaar is het gelukt om een aantal activiteiten met de genoemde onderwijsinstellingen op te starten en uit te voeren. Gezien het ontwikkelingsperspectief voor vernieuwing van het onderwijs is geconcludeerd, dat het belangrijk is om de ingezette lijn voort te zetten met een versterkte focus op de verandering zowel in als met het onderwijs. De inzet waarvoor subsidie wordt aangevraagd, is gericht op het sluiten van een publiek private samenwerking rondom het maakonderwijs en het zichtbaar maken van een doorgaande leerlijn van VO tot HBO. De te maken afspraken met de onderwijs community worden uitgebreid met het VO. Daar zal vooral de uitdaging liggen. Inmiddels is een SPARK onderwijs community ontwikkeld waar 10 instellingen in participeren. Tussen deze instellingen is structurele uitwisseling geïnitieerd en gefaciliteerd. Voorts zijn er multidisciplinaire, onderwijs overstijgende en cross sectorale projecten en events gerealiseerd. Een RIF-aanvraag is in voorbereiding. Met betrekking tot het spoor SPARK MakersLAB XXL: Dit bevindt zich in de validatiefase. Beoogde locatie voormalig pand Harensesmit/BCC Graafsebaan 5. Het Makerslab biedt op basis van aanwezige tools en apparatuur, maar vooral ook door de samenkomst van mensen en ideeën, een basis om vernieuwing voor de gebouwde omgeving concreet vorm te geven. Bovendien faciliteert een XXL maat, kleinere partijen en individuen om groot te kunnen denken, zonder zelf te hoeven investeren in zeer kostbare apparatuur. Het Makerslab omvat 3 onderdelen: a. Het ‘basis deel’ van het Makerslab (ca. 1.570 m2) wordt gehuisvest op locatie voormalig
Harense Smit/Graafsebaan 5. Overigens, de locatie wordt nog ruimtelijk getoetst omdat deze locatie gelegen is in Kanaalpark/ecologische verbindingszone en beoordeeld moet worden of mobiele units toelaatbaar zijn.
b. ‘aanvullende ruimten’ (ca. 2.300 m2) kunnen daarin geïntegreerd worden om zo effectief mogelijk met de beschikbare ruimte om te gaan. Daarbij wordt gedacht aan ruimte voor onderwijs en vergaderen
c. op het buitenterrein wil SPARK tijdelijke ruimten / mobiele units plaatsen voor onderdelen van ‘de aanvullende ruimten’. Units projectruimte, opslag van materialen, plaatsen of vervaardigen van prototypen
d. voorts blijft huidige SPARK locatie op Heijmans Werf in gebruik voor vestiging van start ups + inzet van industriële hal
Gemeentelijke financiering De afgelopen 2 jaar is de bijdrage vanuit de gemeente (2016: € 250.000,-- en in 2017 € 200.00,--) voor 50% ten laste gebracht van de ‘subsidieregeling Onderwijsinnovatie’ en 50% ten laste van het budget ‘Economische speerpunten Platforms die de economische structuur versterken’. In 2018 heeft college een bijdrage toegekend ad. € 150.000,-- waarvan 1/3 is gedekt uit de ‘subsidieregeling Onderwijsinnovatie’ en 2/3 uit het budget ‘Economische speerpunten Platforms die de economische structuur versterken’. Op dit moment zijn er voor de periode ná 2018 voor de doorontwikkeling SPARK Campus geen middelen expliciet toegezegd en/of begroot. Het budget ‘Economische speerpunten Platforms die de economische structuur versterken’ bedraagt jaarlijks € 450.000,--‘. De subsidieregeling Onderwijsinnovatie loopt in 2018 ten einde tenzij anders wordt besloten.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Kees van Weert, afdeling Erfgoed, sector Stadsontwikkeling Datum: 8 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over Stadsarchief Vraag: •In de begroting is € 6 miljoen gereserveerd voor de verhuizing van het stadsarchief. Hoe is dit bedrag opgebouwd kunnen de plannen soberder worden uitgevoerd? Reactie ambtelijke organisatie: De huisvesting van het stadsarchief is dringend aan modernisering toe. Er is in ca. 30 jaar tijd nagenoeg niet tot nauwelijks geïnvesteerd in de huisvesting aan de Bloemenkamp, behoudens het noodzakelijke op grond van de archiefwet (dus voornamelijk met betrekking tot de depotruimte) . Zoals bekend zijn voor de huisvesting in het verleden diverse plannen gemaakt, samen met de bibliotheek (waardoor investeringen in kantoor en publieksruimten in het verleden steeds zijn uitgesteld). Met het samengaan van het Stadsarchief, BAM en Vestingwerken in afdeling Erfgoed is in 2016 het plan voor huisvesting in het Groot Tuighuis in voorbereiding genomen (RV, reg.nr. 5363547, 12 januari 2016). Naast modernisering moet met de huisvesting enerzijds het tekort aan depotruimte worden opgelost, anderzijds is het van belang om alles onder één dak te krijgen. Uiteraard om de publieksfunctie van afd. Erfgoed te versterken, maar ook om ons cultuurhistorisch erfgoed beter uit te dragen en in te zetten voor de ontwikkeling van de stad op ruimtelijk, economisch en sociaal gebied. Het nu uitgewerkte plan bevat het meest minimale om alle functionaliteiten ondergebracht te krijgen. Voor de te realiseren depotruimte voor het archief is ingezet op het aandeel dat frequent worden geraadpleegd (ca. 300 m² in ondergronds depot). In dit plan blijft het nog altijd noodzakelijk om depotruimte elders te benutten, omdat op de locatie Groot Tuighuis niet meer m² is te realiseren voor archiefdepotruimte. In het eerdere plan voor de huisvesting van het stadsarchief ging men uit van een benodigd budget van €6 miljoen. Aanvankelijk bedroeg dit budget €12 miljoen, toen nog sprake was van nieuwbouw voor stadsarchief en bibliotheek (op een totale investering van ca. €32 miljoen, zie RV - reg.nr. 09.0122, 14 juli 2009). In dit nieuwbouwplan was nog het complete depot opgenomen. Later is het aandeel benodigd budget voor het stadsarchief naar beneden bijgesteld, naar €6 miljoen, omdat werd overgestapt van nieuwbouw naar bestaande bouw en uitgegaan werd van minder m² depotruimte – en nog elders te betrekken archiefdepot. Huidige stand van zaken maakt duidelijk dat versobering van het plan of verlaging van het budget feitelijk geen opties zijn.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Kees van Weert, afdeling Erfgoed, sector Stadsontwikkeling Datum: 9 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over de St. Jan Vraag: •Welke financiële opgave ligt er voor de restauratie van de St. Jan en voor welk deel is reeds dekking voorzien? Reactie ambtelijke organisatie: Voor de beantwoording van de vragen is een aantal knelpunten van belang te noemen. Dat betreft enerzijds de te hanteren methodiek van subsidiëring door de verschillende instanties, anderzijds betreft het te maken dekkingsafspraken in een meerjarenperspectief. Dit heeft als consequentie dat de instandhoudings- en restauratieopgave voor de jaren 2017-2022 nog niet zijn gedekt. Over de subsidiemethodiek bestaan verschillende opvattingen. Bijvoorbeeld, vanuit de rijkssubsidieregeling voor instandhouding (SIM) subsidieert het rijk 50% van de subsidiabele kosten, mits de aanvrager voor de andere 50% dekking zorgdraagt (de aanvrager/eigenaar is het kerkbestuur). Het kerkbestuur vraagt de Stichting Nationaal Monument St. Jan (St.NMSJ) bij te dragen aan een deel van deze 50%. De St.NMSJ stelt vervolgens 20% bij te dragen, mits alle overheden gezamenlijk (rijk-provincie-gemeente) 80% bijdragen. Om voor de dekking van de St. NMSJ in aanmerking te komen, moeten provincie en gemeente gezamenlijk 30% bijdragen (immers rijk subsidieert 50%). De lagere overheden hanteren echter niet de methodiek van bijdragen in percentages. De gemeente hanteert een jaarlijkse, vaste bijdrage (jaarlijks €155.000 voor instandhouding en restauratie). Ten aanzien van het maken van dekkingsafspraken in een meerjarenperspectief speelt het volgende. Het is momenteel de provincie – ondanks toezeggingen om daarnaar te streven – nog niet gelukt om specifiek voor de St. Jan binnen een meerjarenperspectief te voorzien in jaarlijkse vaste bijdragen. De provincie ziet de St. Jan niet als een “status-aparte” en deze moet daarom binnen de beperkte provinciale middelen jaarlijks “meeconcurreren” met aanvragen voor andere rijksmonumenten. Rijk, gemeente ’s-Hertogenbosch en St.NMSJ spannen zich maximaal in om binnen het ‘Meerjarenperspectief Instandhouding en Restauratie 2011 t/m 2028 te komen tot continue, vaste jaarlijkse bijdragen (onder voorbehoud van de jaarlijkse accordering in de begroting). Daarnaast heeft de gemeente er bij het kerkbestuur op aangedrongen om meer inspanningen te plegen voor het genereren van extra inkomsten ter bekostiging van de restauratie en instandhouding. Dit is in de afgelopen coalitieperiode een punt van aandacht geweest. Verder is de dekking vanuit het rijk nog niet geregeld, omdat zij momenteel nog niet beschikt over een restauratieregeling. Deze is in de maak, maar op z’n vroegst in 2019 klaar. Er is een doorrekening gemaakt voor instandhouding en restauratie van de St. Jan voor de periode 2017 t/m 2022 en voor de periode 2023 t/m 2028 (steeds zesjaarlijkse termijnen). Wat is er nodig om de continuïteit voor de instandhouding en restauratie van de St. Jan te borgen?: - Bestuurlijke lobby met het kerkbestuur (en St. NMSJ) met betrekking tot ieders aandeel in
de bijdragen en de verdeling over de verschillende instanties, zo mogelijk vast te leggen in afspraken.
- Bestuurlijke lobby met de provincie met betrekking tot het vastleggen van meerjarenafspraken.
- Bij het rijk moet worden aangedrongen om eerder duidelijkheid te verschaffen over de restauratieregeling in verband met de lopende periode 2017 t/m 2022.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Berry Berendsen, afdeling Leefomgeving, sector Stadsontwikkeling Datum: 15 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over aanplant van bomen Vraag: Hoeveel bomen worden er de komende periode geplant? Reactie ambtelijke organisatie: Het betreft circa 1.200 bomen per jaar, inclusief vervanging van circa 500 bomen per jaar. In 2018 worden 350 bomen extra vervangen vanwege de storm van afgelopen winter. Ter vergelijking; de gemeente beheert 90.000 straat- en laanbomen. Bomen in bosverband zijn hierin niet meegenomen. In de cijfers over nieuwe aanplant zijn bomen in bosverband ook niet meegenomen. Dit omdat de wijze van aanplant en beheren en de kosten van dergelijke bomen onvergelijkbaar zijn met aanplant en beheer van straat- en laanbomen. De eenheid die beter past bij bomen in bosverband is het aantal hectare natuur.
Aan: onderhandelaars coalitiebespreking 2018 Van: Dieke Wesselingh, afdeling Erfgoed, sector Stadsontwikkeling Datum: 15 mei 2018 Onderwerp: informatie vraag over notitie zonnepanelen op monumenten Vraag: Hoe staat het met de notitie/verordening om het plaatsen van zonnepanelen op monumenten mogelijk te maken? Reactie ambtelijke organisatie: Het raadsvoorstel om het beleid voor zonne-energiemaatregelen bij monumenten en in de beschermde gezichten te formaliseren wordt naar verwachting in het 3e/4e kwartaal aan de raad voorgelegd. Van de mogelijkheid voor inspraak is geen gebruik gemaakt, waardoor de ingezette lijn overeind kan blijven staan. De noodzakelijke aanpassing van de welstandsnota wordt tegelijkertijd in het raadsvoorstel meegenomen.
Aan de formateur van de coalitievorming 2018-2022 ’s-Hertogenbosch, 18 mei 2018 Geachte heer Looijen, Ik ontving het concept van het Bestuursakkoord 2018-2022, met het verzoek om dit te beoordelen op uitvoerbaarheid. Het bestuursakkoord maakt op mij een ambitieuze, vernieuwende en frisse indruk. Het geeft heldere lijnen voor actuele thema’s zoals overheidsparticipatie, samenwerken, duurzaamheid en vernieuwing. Het biedt gelijktijdig veel ruimte voor uitwerking en invulling. Zodat u kunt waarmaken dat u dit akkoord in directe samenwerking met gemeenteraad, inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties, mede-overheden en gemeentelijke organisatie wilt invullen. De ambtelijke organisatie doet graag mee! Zij zal zich daarbij stellig gesteund voelen door het begrip dat u in uw document laat zien voor een aantal vraagstukken die in de organisatie spelen. Ook zal de waardering worden gevoeld die, zoals u mij vertelde, in de onderhandelingen is getoond. In zijn algemeenheid acht ik het bestuursakkoord inhoudelijk uitvoerbaar. Op het ene punt zal dat wat gemakkelijker zijn dan op het ander punt, maar er lijken mij geen zaken bij die inhoudelijk niet kunnen. Het zal wel afhangen van de financiële ruimte in welk tempo het programma kan worden uitgevoerd en hoe hoog de lat kan worden gelegd. Ook zal de beschikbare formatieve ruimte op onderdelen wellicht noodzaken tot fasering. Uitgaande van een tijdhorizon van vier jaar en de verwachting van een positieve ontwikkeling van het Gemeentefonds, ben ik echter optimistisch, ook over de praktische uitvoerbaarheid. Op twee onderdelen wil ik een kanttekening plaatsen. De sterke ambitie op het gebied van duurzaamheid en een hoge ambitie voor het aantal te bouwen woningen (“voldoende woningen”) laten zich moeilijk met elkaar verenigen. Met name uw streven om vooruit te lopen op landelijke normen voor duurzaam bouwen zal de uitvoerbaarheid van het woningbouwprogramma voor corporaties, ontwikkelaars en bouwers bemoeilijken. Ik wil hier graag bepleiten om van meet af aan sterke bestuurlijke regie te zetten op de afweegvraagstukken die zich zullen voordoen. In het sociale domein onderschrijf ik van harte de geformuleerde doelen. Een hoge ambitie en een grote inzet van de gemeente zijn essentiële voorwaarden om de gewenste ontwikkeling in het sociale domein te bereiken. Maar wel hebben we in het Overdrachtsdocument aangegeven dat er juist op dit onderdeel nogal wat zorgen zijn over de middelen die voor de uitvoering beschikbaar zijn. Ik hoop van harte dat we in de financiële vertaling van het Bestuursakkoord zullen terugzien dat de formatieve en financiële knelpunten worden onderkend, zodat we met de volle benodigde kracht kunnen werken aan de uitwerking en uitvoering van het akkoord.
Tot slot. Ik vind het bestuursakkoord echt uitnodigend. Ik zie er naar uit om van start te gaan met de nieuwe ploeg en zal als gemeentesecretaris heel graag mijn bijdrage leveren aan het realiseren van het bestuursakkoord en aan het succes van de nieuwe bestuursperiode. Met vriendelijke groet Irma Woestenberg Gemeentesecretaris