Energieteelten als bron van biomassa voor bio-energie productie 1. Inleiding De vraag naar energie zal op lange termijn blijven stijgen door een steeds groeiende wereldbevolking, maar de olie- en gasreserves worden kleiner en moeilijker exploiteerbaar. Door het gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardgas en olie, worden grote hoeveelheden CO 2 geproduceerd. Dit draagt bij tot de opwarming van de aarde en de klimaatsverandering. Het logische antwoord op deze tendensen is een omschakeling naar een duurzame energiebevoorrading. Energie moet gehaald worden uit andere bronnen dan fossiele brandstoffen. Hiervoor komen zonne-energie, wind en biomassa in aanmerking. Energieteelten kunnen een bron zijn van biomassa. Verschillende teelten komen hiervoor in aanmerking. Momenteel wordt al uit olie-, suiker- of zetmeelhoudende gewassen bio-energie gewonnen o.a. onder de vorm van pure plantaardige olie, biodiesel, bio-ethanol of biogas. Ook het verbranden van houtige biomassa is een belangrijke vorm van hernieuwbare energie. De vele mogelijke energieteelten en de verschillende omzettingsmogelijkheden heeft binnen het ILVO geleid tot het opzetten van een vergelijkende opbrengstproef (fig. 1). Eenjarige teelten en blijvend grasland bestemd voor biogasproductie worden vergeleken, alsook blijvend grasland en houtige teelten bestemd voor verbranding of tweede generatie cellulose-ethanol. Figuur 1 : Luchtfoto’s van de vergelijkende opbrengstproef in september 2007, 5 maanden na aanleg : eenjarige teelten, blijvend grasland en houtige teelten Omwille van de homogeniteit van de proef wordt, indien nodig, enkel bemest met minerale meststoffen enerzijds aan de maximaal toegelaten hoeveelheid en anderzijds aan een gereduceerde hoeveelheid. Bij de eenjarige teelten worden verschillende rotatieschema’s uitgetest. Bij blijvend grasland worden naast enkele weidegrassoorten ook een mengsel met klavers getest. Bij de houtige teelten worden voornamelijk snelgroeiende grassen vergeleken met korteomloophout – wilg (KOH). Deze proef werd aangelegd in het voorjaar 2007 en wordt gedurende 5 jaar opgevolgd. Biomassaopbrengsten worden bepaald alsook zal de vergistbaarheid, verbrandingswaarde en saccharifieerbaarheid van de biomassa naargelang de toepassing in biogasproductie, verbranding of cellulose-bioethanol respectievelijk. 2. Biomassa productie bij eenjarige voedergewassen Bij de eenjarige voedergewassen wordt een continuteelt van maïs , gevolgd door rogge vergeleken met een 3-jarige rotatie: maïs – Italiaans raaigras – sorghum (tabel 1) en dit bij 2 N-bemestingsniveaus (tabel 2).
9
Embed
Energieteelten als bron van biomassa voor bio-energie ......rogge+ maïs +Ital. raaigras 150 90 Italiaans raaigras 250 150 Ital. raaigr.+sorghum + rogge 55+120 33+72 Resultaten 2008:
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Energieteelten als bron van biomassa voor bio-energie productie
1. Inleiding
De vraag naar energie zal op lange termijn blijven stijgen door een steeds groeiende wereldbevolking,
maar de olie- en gasreserves worden kleiner en moeilijker exploiteerbaar. Door het gebruik van
fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardgas en olie, worden grote hoeveelheden CO2 geproduceerd.
Dit draagt bij tot de opwarming van de aarde en de klimaatsverandering. Het logische antwoord op
deze tendensen is een omschakeling naar een duurzame energiebevoorrading. Energie moet gehaald
worden uit andere bronnen dan fossiele brandstoffen. Hiervoor komen zonne-energie, wind en
biomassa in aanmerking.
Energieteelten kunnen een bron zijn van biomassa. Verschillende teelten komen hiervoor in
aanmerking. Momenteel wordt al uit olie-, suiker- of zetmeelhoudende gewassen bio-energie
gewonnen o.a. onder de vorm van pure plantaardige olie, biodiesel, bio-ethanol of biogas. Ook het
verbranden van houtige biomassa is een belangrijke vorm van hernieuwbare energie.
De vele mogelijke energieteelten en de verschillende omzettingsmogelijkheden heeft binnen het ILVO
geleid tot het opzetten van een vergelijkende opbrengstproef (fig. 1). Eenjarige teelten en blijvend
grasland bestemd voor biogasproductie worden vergeleken, alsook blijvend grasland en houtige
teelten bestemd voor verbranding of tweede generatie cellulose-ethanol.
Figuur 1 : Luchtfoto’s van de vergelijkende opbrengstproef in september 2007, 5
maanden na aanleg : eenjarige teelten, blijvend grasland en houtige teelten
Omwille van de homogeniteit van de proef wordt, indien nodig, enkel bemest met minerale
meststoffen enerzijds aan de maximaal toegelaten hoeveelheid en anderzijds aan een gereduceerde
hoeveelheid.
Bij de eenjarige teelten worden verschillende rotatieschema’s uitgetest. Bij blijvend grasland worden
naast enkele weidegrassoorten ook een mengsel met klavers getest. Bij de houtige teelten worden
voornamelijk snelgroeiende grassen vergeleken met korteomloophout – wilg (KOH).
Deze proef werd aangelegd in het voorjaar 2007 en wordt gedurende 5 jaar opgevolgd.
Biomassaopbrengsten worden bepaald alsook zal de vergistbaarheid, verbrandingswaarde en
saccharifieerbaarheid van de biomassa naargelang de toepassing in biogasproductie, verbranding of
cellulose-bioethanol respectievelijk.
2. Biomassa productie bij eenjarige voedergewassen
Bij de eenjarige voedergewassen wordt een continuteelt van maïs , gevolgd door rogge vergeleken
met een 3-jarige rotatie: maïs – Italiaans raaigras – sorghum (tabel 1) en dit bij 2 N-bemestingsniveaus
(tabel 2).
Figuur 2 : Eenjarige teelten voor energiewinning,
september 2007 : Sorghum sudanense, Sorghum
bicolor en energiemaïs.
In Vlaanderen is het niet meer dan logisch om maïs in een teeltplan op te nemen in het kader van bio-
energie productie. Opbrengst, samenstelling, bewaarbaarheid van de ingekuilde maïs en de
aanwezigheid van teeltkennis onder onze landbouwers zijn belangrijke troeven van dit gewas. Maïs
wordt dikwijls in (quasi) monocultuur geteeld. Rogge wordt als bodembedekker en N-vanggewas
ingezaaid. Italiaans raaigras is als kortlopend tijdelijk grasland zeer geschikt evenals sorghum na een
voorjaarssnede gras omwille van zijn efficiënt watergebruik. Er werden 2 rassen per gewas ingezaaid.
Tabel 1 : overzicht van de objecten per jaar in de vergelijking maïs monocultuur met een 3-jarige