Top Banner
Gehugdic sis samnungun thinro. Liber amicorum Willy Pijnenburg Arend Quak en Tanneke Schoonheim (red.)
15

Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Jan 22, 2023

Download

Documents

Martijn Koster
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Gehugdic sis samnungun thinro. Liber amicorum Willy Pijnenburg

Arend Quak en Tanneke Schoonheim (red.)

Page 2: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Gehugdic sis samnungun thinro

'Moge jij je samenkomst indachtig zijn'

Wachtendoncksche Psalmen; psalm 73, vers 2

ISBN 90-51 79-231-X Druk: Gopher Publishers, Groningen © Copyright 2005, afzonderlijke auteurs

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permis­sion from the publisher.

Page 3: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Nicoline van der Sijs (Utrecht)

In diverse boekbeoordelingen heeft Wil Pijnenburg zijn interesse getoond in kwesties betreffende de spelling, transcriptie en translitteratie van woorden uit andere talen (zie m.n. Pijnenburg

1985 en 2004). Het lijkt mij dan ook gepast om mijn bijdrage in deze vriendenbundel aan dit onderwerp te wijden. Dat de opmerkingen uit Wils recensie van een Nederlands etymologisch woordenboek uit 1985 over het grote aantal spelling- en transcriptiefouten ook gelden voor het jongste etymologische

woordenboek, het EWN, blijkt direct als we een snelle blik werpen op de weergave van de Slavische talen - ter ere van Wil heb ik voor deze

talen gekozen. Van de Russische woorden valt bijvoorbeeld op dat bol'soi{s.v. debiel) met oi gespeld wordt, terwijl durnój(s.v. doerak)

met ój\s geschreven; dat bol'sewik (s.v. bolsjewiek) een -w- heeft, maar davit (s.v. dood 1) een -v-\ dat de onbepaalde wijs van

werkwoorden regelmatig terecht eindigt op -f', maar toch ook onjuist nogal eens alleen op -t. davit (s.v. dood), dërgat (s.v.

dragen), dristat(s.\i. drijten), durét(s.v. duur 2), en eenmaal zelfs op -ti: bucati (s.v. beuken). Vergelijkbare opmerkingen kunnen

gemaakt worden over bijvoorbeeld het Pools - voor migdal lees migdal (s.v. amandel), voor paplac lees paplac (s.v. babbelen) en

voor iskac lees iskac (s.v. eisen) - , over het Tsjechisch - voor buky

lees buk (s.v. beuk) - , over het Servo-Kroatisch - voor bu~kva lees bukva (s.v. beuk) - , en over het Bulgaars - voor tarn lees trän (s.v. doorn). En dan laat ik maar buiten beschouwing dat

meerlettergrepige woorden in bijvoorbeeld het Russisch volstrekt willekeurig soms wel en soms geen klemtoonaanduiding hebben gekregen.

Helemaal verbazingwekkend is echter dat er in de inleiding van het EWN geen woord wordt gewijd aan de gebruikte

transcripties, terwijl deze toch nauwelijks algemeen bekend kunnen worden verondersteld, en bovendien soms afwijken van wat gebruikelijk is. Zo is ervoor gekozen de Griekse c/7/weer te geven

door kh in plaats van door ch, zodat Nederlands chaos en charisma ontleend heten te zijn aan Grieks khaos en kharisma. De reden voor de keuze van kh is mij onduidelijk: de Griekse chi\s in

329

Page 4: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Latijnse leenwoorden altijd overgenomen als ch (bijvoorbeeld

Latijn chaos) en in alle West-Europese talen vinden we deze ch

terug, vergelijk Duits, Engels, Frans chaos, charisma/charisme. De

cyrillische cha is in het EWN daarentegen wél weergegeven met ch.

Niet alleen etymologen - die verondersteld worden er

verstand van te hebben - maar ook leken, zoals journalisten,

uitgevers, drukkers, (tekst)schrijvers, vertaalbureaus, redacteuren,

zakenlieden, komen tegenwoordig voortdurend in aanraking met

buitenlandse woorden of namen die zijn geschreven in een ander

alfabet of met andere tekens dan bij ons gebruikelijk. Dankzij de

globalisering en internet worden nieuwe, vreemde zaken, plaatsen

en persoonsnamen uit de hele wereld bekend in de Lage Landen,

samen met hun naam. Bovendien woont in Nederland een

substantieel aantal mensen met een achter- en voornaam die niet

oorspronkelijk Nederlands zijn.

De spelling van deze vreemde namen levert problemen op.

Hieronder zal ik eerst een overzicht geven van de problemen en de

reden van het ontstaan ervan, en vervolgens een oplossing

aandragen.

Diakritische tekens

Wij hebben het alfabet leren kennen van de Romeinen, maar het

enigszins aangepast aan de behoeften van het Nederlands: zo

hebben we het Latijnse alfabet van 23 tekens uitgebreid tot 26

tekens, doordat wij een verschil zijn gaan maken tussen / en j,

tussen l'en u, en doordat wij van de dubbele /veen aparte letter w

hebben gemaakt (Van der Sijs 2004: 221-222). Niet alleen het

Nederlands paste het Latijnse alfabet aan de eigen behoeften aan,

ook andere talen deden dat. In de loop van de tijd zocht en vond

iedere taal een eigen oplossing voor de spelling van klanken

waarvoor geen letter bestond, door letters te combineren met

streepjes, komma's, boogjes, dakjes of puntjes, de zogenoemde

diakritische tekens. Zo ontstonden uitgebreide Latijnse alfabetten.

In het Frans ging men, om nieuwe klanken weer te geven

die waren ontstaan door klankveranderingen, in de zestiende eeuw

het accent aigue gebruiken voor de lange klinker /ee/ (refugié), het

accent grave voor de lange klinker / è è / (volière), de circonflexe voor

lange klinkers die waren ontstaan door samentrekking (enquête uit

330

Page 5: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

enquestë) en het trema om aan te geven dat twee opeenvolgende

klinkers apart worden uitgesproken (faïence). Met de cedille (garçon)

ten slotte duidde men aan dat de c als s-klank diende te worden

uitgesproken.

Het Nederlands, dat vanaf de dertiende eeuw vele

honderden woorden uit het Frans leende, nam samen met de

leenwoorden de Franse diakritische tekens over - dat verklaart direct

waarom deze bij ons allemaal een Franse naam hebben. In de loop

van de tijd gingen we met die tekens creatief om: we gingen ze op

een eigen manier gebruiken, die afweek van het Frans. Zo spellen wij

codeïne en coëfficiënt, terwijl de Fransen codéine en coefficient

schrijven. Desondanks is het voorkomen van een accent aigue,

grave, circonflexe of cedille (niet van een trema) een zeker teken dat

er sprake is van een leenwoord - hoewel het niet per se een Frans

leenwoord behoeft te zijn.

Later leerden we via Spaanse leenwoorden de tilde kennen

(sehof). Uit Duitse leenwoorden namen we de umlaut over

(überhaupt. Deze umlaut ziet er net zo uit als een trema, maar

terwijl de trema een klinkerscheiding aanduidt, geeft de umlaut een

klankverschil aan: ü wordt anders uitgesproken dan u. Ook uit de

Scandinavische talen zijn enkele bijzondere tekens bekend: uit het

Deens het bij ons naamloze teken 0 (smorrebrod), en uit het Zweeds

a, dat die bekendheid voornamelijk te danken heeft aan het feit dat

een bepaalde eenheid angstrom heet.

Alle genoemde tekens, op de Scandinavische na, verheugen

zich in het Nederlands in een behoorlijke bekendheid en traditie. Dat

geldt niet voor diakritische tekens in (Europese) talen waarmee we

slechts relatief recent in aanraking zijn gekomen, zoals het

Kroatisch, Lets, Litouws, Pools, Roemeens, Slowaaks, Tsjechisch en

Turks (zie Van der Sijs 1999, 2002; Theunissen 2004). Al deze talen

gebruiken een uitgebreid Latijns alfabet. Het Servisch wordt meestal

met het cyrillische alfabet geschreven, maar kan ook gespeld

worden met het Latijnse alfabet; in dat geval is de spelling gelijk aan

de Kroatische.

Dankzij de politieke ontwikkelingen zijn Oost- en Midden-

Europa de laatste decennia veelvuldig in het nieuws. We hebben

kunnen lezen over de opstand tegen Ceausescu in Timisoara, over de

politiek van de Tsjechische premier Vladimir Spidla, zijn Servische

collega Zoran Djindjic, diens Montenegrijnse tegenhanger Filip

Vujanovic of de Joegoslavische president Vojislav Kostunica.

331

Page 6: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Slobodan Milosevic wordt in Nederland berecht, Simek maakt

Nederlandse televisieprogramma's. Ook contacten met Turkije (de

voetbalwedstrijd Feyenoord - Fenerbahçe) en handel met het Letse

Rïga of het Poolse tódz zijn nieuwsitems.

Uit onbekendheid met de vreemde letters werden

aanvankelijk in namen zoals de hierboven genoemde alle

diakritische tekens weggelaten. Sommige kranten, zoals de

Volkskrant, volharden hierin, maar andere zijn gelukkig tot inkeer

gekomen en nemen de correcte spelling over. Dat is beleefd

tegenover de betrokkenen - meneer Schröder wordt toch ook niet

Schroder - en het zorgt ervoor dat de namen min of meer correct

worden uitgesproken. Spellingen als Simek en Walesa leiden immers

tot de onjuiste uitspraak /Simek/ en /Waleesa/ in plaats van de

correcte /Sjimek/ en /Walensa/. De diakritische tekens zijn namelijk

onmisbaar voor een correcte uitspraak - dat is immers precies de

reden waarom ze zijn uitgevonden.

De meeste van deze tekens hebben in het Nederlands geen

naam, wat inburgering ervan bemoeilijkt: hoe maak je een ander

duidelijk welk teken je bedoelt, als je er geen naam voor hebt?

Alleen voor het omgekeerde dakje op bijvoorbeeld c, s en z

gebruiken we de oorspronkelijk Tsjechische benaming hacek, die

letterlijk 'haakje' betekent; dit woord is opgenomen in de Van Dale.

De transcriptie en translitteratie van niet-Latijnse alfabetten

Terwijl het Latijnse alfabet in West-Europa de norm is, hanteren

landen in Midden- en Oost-Europa veelal het Griekse of het

cyrillische alfabet, en buiten Europa worden vele verschillende

alfabetten of schriften gehanteerd. De bekendste schriften zijn

waarschijnlijk het Arabische, Hebreeuwse, Chinese en Japanse;

onder bekendste bedoel ik overigens niet dat Nederlanders de

bewuste alfabetten daadwerkelijk kennen - zij hebben slechts weet

van het bestaan ervan.

Namen van personen of plaatsen uit landen waar een ander

alfabet dan het onze wordt gehanteerd, worden in de media vaak op

zeer verschillende manieren gespeld, denk aan de naam van de

vroegere Russische leider: Chroesjtsjov, Chroesjtsjev, Chroesjtsjëv,

Chrushchov, Khrushchov, Khrushchev, of die bekende componist:

Sjostakovitsj, Shostakovitsj, Shostakovich.

332

Page 7: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Waar komen deze verschillen vandaan? De oorzaak is dat er verschillende transcriptie- of translitteratiesystemen bestaan om het ene schrift in het andere om te zetten. Bij transcriptie worden de klanken van het ene alfabet in een ander weergegeven, bij translitteratie gebeurt de weergave letter voor letter. De naam van de bekende Russische schrijver nyujKMH - zoals zijn naam in het cyrillische alfabet wordt geschreven - luidt in transcriptie in het Latijnse alfabet zoals door Nederlanders gehanteerd Poesjkin: de Russische klank y komt overeen met de Nederlandse klank oe, en de klank LJ wordt door sjweergegeven.

In translitteratie worden de cyrillische letters y en m weergegeven door u en s, wat leidt tot Puskin. Omdat het cyrillische alfabet meer letters bezit dan het Latijnse, moeten er diakritische tekens (zoals de hacek) aan te pas komen om de cyrillische tekens zo veel mogelijk door middel van één Latijns teken weer te kunnen geven. Het voordeel van het translitteratiesysteem is dat het eenduidig is en internationaal gebruikelijk; in wetenschappelijke teksten en woordenboeken, zoals het EWN, wordt dit systeem dan ook algemeen gehanteerd. Het nadeel is dat het voor leken vrijwel onbruikbaar is: het maakt gebruik van onbekende diakritische tekens die computerprogramma's slechts met moeite kunnen maken (laat staan converteren naar een ander systeem) en waarvan slechts enkelen de klank bevroeden. De letter c staat bijvoorbeeld voor de uitspraak /ts/ en de c voor /tsj/; dit levert de niet voor iedereen direct herkenbare translitteraties El'ein en Gorbaéëv voor Jeltsin en Corbatsjov op.

Het transcriptiesysteem is bedoeld voor leken - het wordt de populaire weergave of de populaire transcriptie genoemd - en oogt veel vriendelijker doordat het geen gebruik maakt van diakritische tekens. In kranten, niet-wetenschappelijke boeken, encyclopedieën en atlassen gebruikt men dan ook in principe deze populaire transcriptie.

Een probleem met de populaire transcriptie is dat ze taalgebonden is: er worden namelijk klanken mee aangeduid, en talen geven dezelfde klank nu eenmaal over het algemeen op verschillende manieren weer. De Engelsen gebruiken niet, zoals wij, tsj om de beginklank van de Russische schrijversnaam Tsjechov weer te geven, maar ch; de klank die wij door ch weergeven, wordt in het Engels kh, en zo luidt de schrijversnaam Tsjechov in het Engels Chekhov. De Fransen daarentegen schrijven Tchékhov, de

333

Page 8: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Duitsers Tschechow. De Duitsers schrijven Sowjet met een w, en zo

zie je het in oudere Nederlandse teksten, want die stonden onder

invloed van het Duits; tegenwoordig spellen we sovjet met een v.

Dat wij in Nederlandse kranten en boeken verschillende

spellingen tegenkomen van een en dezelfde naam, ligt dus aan de

bron: de spelling varieert afhankelijk van het feit of die Engels, Frans

of Duits was. Tegenwoordig is de bron vaak Engels, want veel

nieuwsberichten worden overgenomen van Engelse persbureaus. De

namen van de Oekraïense tegenstanders tijdens de Kastanjerevolutie

in 2004, Joesjtsjenko (door de Volkskrant als Joesjenko gespeld) en

Janoekovitsj, en die van de aftredende Oekraïense president

Koetsjma worden ook wel gespeld als Yushenko, Yanukovich en

Kuchma - dat is echter de Engelse spelling. Maar hoe is het verschil

te verklaren tussen Lvov en Lviv - zijn dit verschillende plaatsen,

verschillende transcripties of is er nog een andere verklaring voor

het verschil? (Het antwoord is dat Lvovde Russische naam en Lviv de

Oekraïense naam van een en dezelfde plaats is.) De voorbeelden die

hier zijn gegeven, betreffen het cyrillische alfabet. Precies hetzelfde

verhaal kan gehouden worden over namen uit het Arabisch,

Hebreeuws (en Jiddisch), Japans, Chinees, Grieks, Armeens,

Georgisch etc. (voor Arabisch zie Otten 2003; voor Hebreeuws en

Jiddisch zie Heikens 2002, Heikens e.a. 2002, Pach 2004; voor

Chinees zie Kuiper 2003; voor Grieks zie Van der Sijs 2003).

Griekse plaatsnamen kennen bijvoorbeeld, net als Lviv en

Lvov, dubbelspellingen. Zo heet het eiland ten oosten van Attica

bijvoorbeeld soms Ewia, maar elders Ewoia of Euboia. Hoe is dit te

verklaren? De verschillen zijn deels terug te voeren op het feit dat

Griekse namen in verschillende tijden bekend zijn geworden en

deels uit transcriptieverschillen. De naam Euboia is, net als

bijvoorbeeld Olympus en Attica, de Latijnse vorm van de Griekse

naam. Tot in de negentiende eeuw was de kennis van het Grieks

zeer beperkt en was het klassieke Griekenland vooral bekend via

Latijnse bronnen. Daarom kennen we tot op heden een aantal

Griekse plaatsnamen en alle klassiek-Griekse persoonsnamen in de

Latijnse vorm. We zeggen dan ook zo rijk als Croesus en niet in de

Griekse vorm zo rijk als Kroisos, en iemand heeft een

Oedipuscomplex eu geen Oidupouscomplex.

De Latijnse geografische namen Euboia en Attica e.d. geven

de uitspraak van het Grieks in de klassieke Oudheid weer. Sinds die

tijd is de Griekse uitspraak ingrijpend gewijzigd, en de spelling Ewia

334

Page 9: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

vormt daarvan de neerslag: ze vertegenwoordigt de huidige

uitspraak (zie Van der Sijs 2003; Voorzetten 1993 en 1996). De

spelling Ewoia tot slot ontstaat als men bij de transcriptie niet

uitgaat van de Griekse uitspraak, maar van de spelling, dus als men

de Griekse naam translittereert, letter-voor-letter overzet in het

Latijnse alfabet. Dat leidt tot spellingen als Ewoia in plaats van Ewia

en Nauplion voor Nafplio. Deze letter-voor-letter-omzettingen

vertonen een grote discrepantie met de uitspraak, want terwijl de

Griekse uitspraak sinds de Oudheid enorm is gewijzigd, is de

spelling aanzienlijk minder veranderd.

Alleen de Chinezen hebben de transcriptie van de Chinese

karakters in het Latijnse alfabet officieel geregeld voor binnen- en

buitenlands gebruik: vanaf 1958 is bepaald dat voor binnenlands

gebruik het pinyin wordt gevolgd voor de weergave van de karakters

in het Latijnse alfabet (pinyin is een verkorting van Hanyu pinyin

'Chinese spelling'). Met ingang van 1 januari 1979 heeft de Chinese

overheid bovendien besloten het pinyin te gebruiken voor Chinese

namen en woorden in alle vreemdtalige publicaties in het Latijnse

alfabet; het pinyin is door de media in de rest van de wereld

onmiddellijk overgenomen. Hierdoor wordt zowel in het Engels,

Frans en Duits als in het Nederlands geschreven over Deng Xiaoping,

Zhou Enlai en Mao Zedong - namen die vroeger in het Nederlands

werden gespeld als Teng Sjiao-ping, Tsjoe En-lai en Mau Tse-toeng.

Het nadeel van pinyin is dat de spelling weinig informatie geeft over

de uitspraak in het Nederlands; zo wordt de plaatsnaam Xi'an, waar

het terracotta leger van de eerste keizer is gevonden,

uitgesproken als /S ie-an/ , en de naam van de provincie Fujian als

/Foetj ièn/ . Voordeel is dat zowel binnen als buiten China nu een en

dezelfde Latijnse transcriptie gebruikt wordt (zie Kuiper 2003).

Het probleem in het kort

In het huidige tijdsgewricht neemt het aantal 'on-Nederlandse'

transcripties of spellingen van vreemde namen en woorden in de

media toe. Dat komt doordat de berichtgeving vanuit internationale

nieuwsdiensten plaatsvindt, veelal in het Engels, en doordat het

nieuws, laat staan de spelling daarvan, wegens tijdgebrek niet meer

wordt gefilterd. Als voorbeeld kan de naam van de Arabische

nieuwszender Al-Jazira dienen. In de meeste Nederlandse bronnen

335

Page 10: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

wordt Al-Jazeera gespeld - dit is de Engelse spelling, de correcte

Nederlandse transcriptie is Al-Jazira, of nog beter Al-Djazira. Wel

vindt na enige tijd dikwijls een correctie plaats: inmiddels schrijft

bijvoorbeeld NRC-Handelsblad consequent over Al-Jazira. Maar

andere kranten houden het op Al-Jazeera.

We moeten ons de vraag stellen of het gewenst is dat er

zoveel verschillende spellingen in het Nederlands zijn te vinden -

spellingen bovendien die niet overeenstemmen met de uitspraak. En

als men dit niet gewenst acht: welke spelling moet men dan

kiezen? En waarom juist deze? Sommige stijlboeken van kranten

geven algemene informatie over de spelling en transcriptie van

vreemde namen, en er bestaan enkele woordenboeken over

geografische namen en persoonsnamen. Maar daarmee kom je niet

ver als er sprake is van nieuwe, tot nu toe onbekende brand- en

nieuwshaarden in de wereld. En hoe kan men als leek de spelling en

uitspraak van namen beoordelen die voorkomen in internationale

berichtgeving?

Een oplossing

Er zou naar mijn mening een praktisch handboek moeten komen

met algemene informatie over de spelling en transcriptie van

vreemde namen. Hierin zouden in ieder geval de volgende gegevens

moeten staan.

1. Een overzicht van de diakritische tekens die voorkomen in Latijnse

alfabetten. Dit overzicht zou uit kunnen gaan van de talen; dan is

enerzijds informatief te vermelden welke bijzondere tekens in

verschillende talen voorkomen, bijvoorbeeld:

- Kroatisch: c c s z

- Lets: â c ë g ï ^ j ç r s u z

- Litouws: q c c è j s i j ü z

- Pools: 3 c ç 1 ri s z z

- Roemeens: ä § t - Slowaaks: c d' 1 n f s t'z

- Tsjechisch: c d ' é n î s f û z

- Turks: i ç g ' ç

336

Page 11: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Anderzijds is het belangrijk om te weten uit welke tekens het

complete alfabet van een bepaalde taal bestaat, en in welke

volgorde de tekens voorkomen. Zo is het handig om te weten dat

het Zweedse alfabet eindigt op de letters a, ä, ö en dat het gehele

alfabet bestaat uit de volgende 28 letters: a, b, c, d, e, f, g, h, i, j , k,

1, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, x, y, z, â, ä, ö. Deze kennis is nodig om

telefoonboeken en woordenboeken van het Zweeds te kunnen

hanteren.

Daarnaast zou ook een overzicht moeten worden gegeven

dat uitgaat van de tekens, en waarin men kan vinden dat het teken

§ bijvoorbeeld zowel in het Roemeens als in het Turks wordt

gebruikt, terwijl ê alleen in het Lets voorkomt.

Voorts moeten zoveel mogelijk de namen van de

bijzondere tekens in de verschillende talen vermeld worden, zodat

men de letters gemakkelijk kan aanduiden. En tot slot moet

informatie gegeven worden over de uitspraak van de bijzondere

tekens, ten behoeve van bijvoorbeeld nieuwslezers.

2. Van de niet-Latijnse alfabetten moeten overzichten van de

verschillende transcripties worden gegeven, met aanbevelingen

voor het gebruik. Zowel de wetenschappelijke translitteratie (vaak

vastgelegd in een ISO-norm) als de populaire transcriptie(s)

moeten worden opgenomen. Tevens zouden omspeltabellen

moeten aangeven hoe men bijvoorbeeld de Franse transcriptie van

een Russische naam kan omzetten naar de Nederlandse transcriptie,

of hoe men de Engelse Wade-Ciles-transcriptie of de Nederlandse

Duyvendak-Hulsewé-transcriptie van het Chinees kan omzetten

naar de pinyin-transcriptie. Als voorbeeld de belangrijkste

verschillen in Slavische (cyrillische) namen in de verschillende

talen:

Nederlands Engels Frans Duits

ch kh kh ch

j y y. i j . i

oe u OU u

sj sh ch sch

sjtsj shch chtch schtsch

ts ts tz, ts z

tsj ch tch tsch

zj zh j . g sh

337

Page 12: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Op basis van dergelijke overzichten kunnen journalisten zelf de juiste spelling en uitspraak herleiden van onbekende namen die in internationale berichtgeving voorkomen.

3. Erg informatief en moeilijk te vinden is informatie over schrifthervormingen en spellingveranderingen in andere talen. Vermeld kan worden in welke talen in welk jaar welke veranderingen zijn doorgevoerd. Ik zal enkele voorbeelden hiervan geven. Het meest ingrijpend is de overgang van het ene schrift naar een ander. In 1928 verbood de Turkse leider Atatürk het Arabische schrift en verving dit door een aangepast Latijns alfabet. In Noord-Vietnam werd in 1945 het op het Chinees gebaseerde karakterschrift vervangen door een uitgebreid Latijns alfabet. In het voormalige Oostblok zijn en worden vergelijkbare veranderingen doorgevoerd - of niet: zo besloot het hooggerechtshof van Rusland in november 2004 dat etnische republieken voor de keuze van hun alfabet toestemming moeten vragen aan de centrale autoriteiten, en dat de republiek Tatarstan, waar een Turkse taal wordt gesproken, niet van het cyrillische naar het Latijnse alfabet mocht overstappen. De beslissing is des te schrijnender, omdat de Tartaren in 1927 verplicht werden om van het Arabische naar het cyrillische alfabet over te gaan. Ik durf met zekerheid te stellen dat Tatarstan zich uiteindelijk van de beslissing van het Russische hooggerechtshof niets zal aantrekken.

Meestal gaat het om minder ingrijpende veranderingen, die slechts enkele letters betreffen. Zo besloten de Indonesiërs in 1972 om in het Bahasa Indonesia voortaan tj te spellen als c, dj als j en j als y. Al eerder was bepaald dat oe als u diende te worden gespeld. Hierdoor hebben Indonesische plaatsnamen, die al bekend waren in de koloniale tijd, een nieuw uiterlijk gekregen: zo wordt Atjeh tegenwoordig gespeld als Aceh, Bandoeng als Bandung en Sumatra als Sumatera.

In het Roemeens heeft tweemaal een verandering plaatsgevonden. Het Roemeens kent twee letters die met een dakje worden geschreven, de / en de â. Deze letters worden op dezelfde manier uitgesproken, en eigenlijk zijn het 'dezelfde' letters: de â is de oude schrijfwijze, die op grond van de klank rond 1950 in de meeste gevallen is veranderd in Î. Na de val van het communisme is de spelling in 1993 terugveranderd in â, om daarmee de Latijnse en Romaanse herkomst van de taal te

338

Page 13: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

benadrukken. Pâine (brood) heette dus vroeger pfine. In plaatsnamen kunnen beide letters voorkomen. Alle woorden die zijn afgeleid van Romania, hebben echter altijd de a gehouden.

4. Idealiter zou in het handboek tot slot nog allerlei gevarieerde informatie te vinden moeten zijn. Zo zou aandacht geschonken moeten worden aan de verandering van plaatsnamen in de loop van de tijd, zoals de vervanging van de oude Duitse namen Krakau, Stettin, Breslau, Dantzig door de Poolse namen Krakow, Szczecin, Wroclaw en Gdansk. Met name in het voormalige Oostblok liggen de namen en spellingen nog lang niet vast: zo worden de plaatsnamen in Kosovo vooralsnog geschreven op de Servische manier en nog niet op de Albanese, dus Pristina, Pec, Orahovac en niet Prishtinë, Peja of Rahovec. Maar zodra de politieke situatie verandert, kan dit anders worden.

Verder zou informatie kunnen worden gegeven over de manier waarop persoonsnamen worden weergegeven. Zo is het niet in alle talen gebruikelijk eerst de voornaam en dan de achternaam te vermelden: in China bijvoorbeeld wordt eerst de familienaam geschreven en daarna pas de voornaam, wat in berichtgeving tot de nodige verwarring kan leiden. En in de IJslandse telefoonboeken moet men personen opzoeken onder hun voornaam, en niet onder hun achternaam!

Voor de samenstelling van een dergelijk handboek behoeft men niet vanuit het niets te beginnen: er bestaat wel degelijk literatuur over deze kwestie, zowel in het Nederlands (zie de literatuur hieronder) als in andere talen, maar die is erg verspreid, vaak taalgebonden of vooral in specialistische werken voor bijvoorbeeld bibliothecarissen te vinden. Over de weergave van sommige alfabetten bestaat bovendien meer consensus dan over die van andere. Een probleemgeval vormt bijvoorbeeld de translitteratie van de cyrillische letter cha. Volgens de ISO-norm moet de bekende auteur als Cehov getranslittereerd worden. Taalkundigen gebruiken meestal Cexov (met x in plaats van h), en in de praktijk vinden we ook nog vaak Cechov (met ch zoals in de populaire spelling). Om de uiteenlopende spellingen van Jiddische en Hebreeuwse leenwoorden en namen in het Nederlands te harmoniseren, is in 2002 een aparte spellinggids hiervoor verschenen (Heikens e.a. 2002). De meeste woorden worden hierin geschreven zoals ze worden gezegd. Er

339

Page 14: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

wordt bijvoorbeeld gekozen voor de spelling Sjaron en sjalom, en niet voor Sharon en sjaloom, shalom of sha/oonr, die laatste spellingen zijn allemaal in woordenboeken te vinden. Voorts spelt men Poeriem in plaats van Purim, en Oez/als mannelijke voornaam; het bekende machinepistool daarentegen, hoewel genoemd naar diezelfde mannelijke voornaam, spelt men als uzi.

Het zal een heel karwei zijn om de gegevens voor een up-to-date handboek te verzamelen en bij te houden. Voor de actualisering zou overigens een aparte website kunnen worden ingericht. Het werk kan alleen door een team specialisten worden vervaardigd. Misschien kan Wil na zijn pensioen adviseur worden van dit samen te stellen handboek?

Literatuur

Duden (2002), Duden Satz und Korrektur, Mannheim. EWN: Marlies Philippa, Frans Debrabandere en Arend Quak (red.)

(2003), Etymologisch woordenboek van het Nederlands, A-E (deel 1 ), Amsterdam.

Heikens, Henk (2002), 'Sharon en Sjaloom', in: TaalActief^, 1: 20-21.

Heikens, Henk e.a. (2002), Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, Den Haag.

Kuiper, Koos (2003), 'Van Peking naar Beijing', in: TaalActief 4, 3: 12-14 en 4, 4: 21-22.

Otten, Roelof (2003), 'Het Arabische schrift ontraadseld', in: TaalActief'4, 5: 18-19, 21 en 4, 6: 14-16.

Pach, Hilde (2004), 'Schlemiel wordt sjlemiel. De spelling van Jid­disje woorden in het Nederlands', in: TaalActief 5, 3: 1 8-20.

Pijnenburg, W.J.J. (1985), 'Bespreking van J. de Vries en F. de Tollenaere, Etymologisch woordenboek. Waar komen onze woorden vandaan?, in: Spektatorl 5-2: 1 39-143.

Pijnenburg, W.J.J. (2004), 'Van de uts en de roodsnave/keerkring-vogel. Bespreking van: Klaas J. Eigenhuis, Verklarend en ety­mologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen", in: Trefwoord, november 2004.

Sijs, Nicoline van der (1999), 'De namen van veel asielzoekers wor­den onherkenbaar gespeld', in: Taalschrift 1: 27-31.

340

Page 15: Een handboek voor de spelling en transcriptie van vreemde namen

Sijs, Nicoline van der (2002), 'Milosevic of Milosevic?', in: TaalActief 3, 5: 20-21, en 'Vliegveld Sjeremetevo of Sheremetevo?', in: TaalActief I, 6: 20-21.

Sijs, Nicoline van der (2003), 'Op vakantie naar Ewia, Ewoia of Eu­boia?', in: TaalActief A, 1: 20-21.

Sijs, Nicoline van der (2004), Taal als mensenwerk: het ontstaan van het ABN, Den Haag.

Theunissen, Hans (2004), 'Turks als "nieuwe" Europese taal', in: TaalActief"5, 1:16-17.

Voorzetten 41 (1993), Lijst van landnamen: namen van landen, alsmede opgave van de daarbij behorende bijvoeglijke naamwoorden en inwoneraanduidingen en van de namen van de hoofdsteden, Nederlandse Taalunie, 's-Cravenhage.

Voorzetten 50 (1996), Buitenlandse aardrijkskundige namen in het Nederlands, Den Haag.

341