Eindhoven University of Technology MASTER Een betonnen kademuur volgens planning produceren Sauer, O. Award date: 2014 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
102
Embed
Een betonnen kademuur volgens planning produceren - Pure
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Eindhoven University of Technology
MASTER
Een betonnen kademuur volgens planning produceren
Sauer, O.
Award date:2014
Link to publication
DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.
General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.
• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
Een betonnen kademuur volgens planning produceren Afstudeerrapport
Colofon
Document
Curs us/project:
Ins telling:
Specialisatie
Voorzitter: Hoofdegeleider TU/e: Tweede Begeleider:
Gastbedrijf:
Begeleider Besix:
Datum:
Auteur+ stud. nr.:
Afstudeerrapport
7RR37
Technische Universiteit Eindhoven
Uitvoeringstechniek
Prof. Dr. Ir. J.J.N. Lichtenberg Dr. Ir. E.W. Vastert Ing. C.M. de Bruijn
Besix Nederland
Ir. B. Bartholomeeusen
29 november 2013
Ing. O. Sauer-0738902
·' t .•
, ,
Dit rapport is het verslag van een eindstudie die is gedaan voor het doctoraal examen van de Masteropleiding
Architecture, Building and Planning. Het rapport heeft daarbij mede gediend als toetssteen voor de beoordeling van de
studieprestatie. In het rapport voorkomende conclusies, resultaten, berekeningen en dergelijke kunnen verder
onderzoek vereisen alvorens voor extern gebruik geschikt te zijn. Wij beschouwen dit rapport daarom als een intern
rapport dat niet zonder onze toestemming voor externe doeleinden mag worden gebruikt.
Master of Science opleiding 'Architecture, Building and Planning' Master track Construction Technology Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven
J
-
II l
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology
Voorwoord
BESIX
Voor u ligt het afstudeerrapport waarmee mijn afstudeerproject wordt afgerond om af te kunnen studeren in
de richting Construction Technology, in het Nederlands Uitvoeringstechniek, aan de Technische Universiteit
Eindhoven. Gedurende het afstuderen zijn veel mensen betrokken geraakt bij mijn afstuderen en is mede
daardoor het resultaat geworden als het rapport wat nu voor u ligt . Door het gehele afstuderen heen, vanaf de
eerste dag tot de afronding is de kring betrokken personen steeds groter geworden. Ik wil aile personen die
betrokken zijn geweest bij mijn afstuderen daarom ook bedanken voor hun bijdrage aan mijn afstuderen.
Om te beginnen wil ik mijn begeleiders van de universiteit bedanken voor de betrokkenheid bij mijn
afstuderen, de heren E.W. Vastert en C.M. de Bruijn, die vanaf het begin tot het eind betrokken zijn bij mijn
afstudeerproject. De persoonlijke begeleiding heb ik als erg prettig ervaren.
Vervolgens wil ik het bedrijf Besix bedanken voor de mogelijkheden die mij zijn geboden om als gastbedrijf
voor het afstuderen te functioneren . Mijn begeleider van het gastbedrijf B. Bartholomeeusen die betrokken is
bij mijn afstudeerproject als begeleider en projectleider van het project waar mijn observatieperiode heeft
plaats gevonden, Verbreding van de Amazonehaven.
Ook wil ik de heren H. Braeckman, K. Blanquaert, M. de Schepper, J. de Graag, T. Sens, J . Demeulenmeester, A.
Celik, M. Becht, R. van den, Elshout, D. Lories, R. Meijer en H. Meijer van zowel de projectwerkvoorbereiding
als van de uitvoering van het project bedanken voor hun openlijke medewerking, wat heeft geresulteerd in vele
interviews, verschillende denkwijzen die ik heb kunnen samenbrengen en een prettige werksfeer waarin ik
onderzoek heb kunnen doen.
Binnen de verdere organisatie wil ik van Besix ook nog N. Baardman bedanken voor de kennis die hij met mij
heeft gedeeld en als klankbord heeft kunnen functioneren. Daamaast wil ik J. van Schoorisse bedanken voor
de feedback op de praktische kant van de ontworpen bekistingen.
Als laatste wil ik ook de extern betrokken personen bedanken die betrokken zijn geweest bij dit onderzoek: M.
Pols en A. van den Broek van Peri Nederland B.V., H. Tervoort van TATA Steel IJmuiden B.V., A. Rebeiro en
zijn ploeg van ICDS, Charles Leclef van Charles Leclef Topografie, T. Sens die tijdelijk bij Besix actief is geweest
maar ook daama mij nog heeft wiilen helpen, aile medewerkers van het CO-lab van de TU/e en medestudenten
R. van Schijndel, R. van Os, J. van Baaren en M. Kobesen.
Olivier Sauer- November 2013
BESIX TU/e Techn ische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
Summary
The Port of Rotterdam Authority wants to widen the Amazoneharbour to provide access for the largest
container ships. Therefore the existing quay wall on the south bank will be demolished, a new quay wall will be
constructed and the harbour will be dredged. The new quay wall is constructed with in situ concrete on top of a
new tube combined wall by using a movable form work construction.
During assembling the formwork construction and executing the production cycle multiple causes were
troubling the production. A lack of information for carpenters has led to a longer construction time to
complete assembling the formwork construction and have cost more man-hours. Also, the formwork
construction's limitations caused delays in starting up the production cycle. Because of this the following
objective has been set: "Designing a solution to produce a concrete quay wall as constructed at the 'Widening of the
Amazoneharbour" within scheduled time. In total a delay of 23 days has been caused by limitations in the
form work construction and the lack of information.
To be able to place the formwork accurately and to rule out inaccuracies in the rebar affecting the final product,
the formwork will be positioned independently of the rebar. Also, the redesigned formwork can be placed
evenly to rule out any afterwards corrections, measured in December 2012. To achieve the objective research
has been done on the technical aspects of producing the quay wall, transferring information, managing
weather conditions and adjusting formwork constructions. The results have been used for designing the
formwork, construction process and a work script which explains the construction process to carpenter crews.
The concrete quay wall is to be moulded with eight assembled form work panels, existing of two types of
assemblies. These assembled formwork panels are reinforced with girders and a bracing construction and are
from now on so called "Plus-panels". Fixating the panels is done with tie rods.
The full cycle of placing and stripping the formwork panels at every section is done by crane to ensure the
panels are being placed evenly without manual corrections. Each Plus-panel is to be placed apiece, which allows
simultaneous activities in stripping, transporting, placing and fixating the formwork panels and makes it
possible to reduce the cycle time to three days. Mter start-up the cycle contains in this order:
1. Stripping, transporting and placing the form work panels
2. Pouring the concrete
3. Setting of the concrete
Placing the head formwork is removed from the cycle and will be placed directly after the reinforcement works
to reduce the cycle time. With this formwork the total of 39 sections will be produced within 37 weeks with an
expected less than € 60,- per square meter. Because of the independent formwork panels it is easy to adjust the
shape of the end product by replacing the assembled panels.
Existing head formworks are too thick for use in a full continuous cycle without disturbing other activities,
which has caused the irregular production sequence as observed. This is due to the head formwork which is
blocking the reinforcement works on the next section. To become able to produce in a full continuous cycle the
head formwork has to meet the following requirements: First, the thickness has to be less than 70 millimetres.
JlV 1
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology BESIX
Second, the pouring load must be resisted to fulfil aesthetic requirements. Third, the steel dowels must be able
to be placed without interfering with the formwork or reinforcement works.
To fulfil these requirements the head formwork is designed as a steel plate made according to the sections cut,
a single project investment. There are two openings in the head formwork which allows placing the dowels
through. Also, the head formwork contains two slide panels to allow stripping without interfering with the
reinforcement works . According to the section cuts there are two types of head form work panels needed to
build the complete quay wall.
The wall formwork will be constructed on site and according to the manual with a carpenter crew and a crane.
One type of head formwork will be used for 27 sections of quay wall, the other type for 12 sections. To be able
to reach a three day cycle there are two head form works of each type needed.
The wall and head formwork will be positioned by placing concrete spacers, which are placed independently of
the reinforcement position, but in relation to the formwork markings on the concrete blinding. It is necessary
to place the rebar within its design by using markings as outer surface to maintain the required concrete cover.
The allowed production time of 39 sections within 37 weeks, with a fictional starting date on 30 October 2012,
sets the completion date to 30 July 2013. To keep the planning realistic all time lost due to weather conditions
or holidays are taken into account, which makes it necessary to reduce production time down to three days per
cycle. With a three day cycle the completion date will be expected on 24 July 2013.
To make the construction process clear for carpenter crews the cycle is presented in a work script. According to
research during this graduation project the best manner to provide information from the planning employees
to carpenter crews is by using a combination of manuals designed by Eindhoven University of Technology,
IKEA, Lego, Hombach and Marantz. The manual displays in detail in which way the cycle should be done and
will rule out delays due to information shortage.
Finally, by using the redesigned form work and reshaping the production process it becomes possible to reach
completion within 37 weeks after starting the concrete works. With the help of the manual the cycle is made
clear for the carpenter crew so they will be able to keep production according to the desired speed.
BESIX TU/e Samenvatting
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
Het Rotterdams havenbedrijf wil de Amazonehaven verbreden om de grootste containerschepen toegang te
bieden tot de haven. Daarom wordt aan de zuidzijde van de Amazonehaven een bestaande kademuur
verwijderd, een nieuwe kademuur gebouwd en de haven uitgebaggerd. Deze kademuur is een betonnen
kademuur dieter plaatse wordt gestort met behulp van een verplaatsbare bekistingsconstructie op een aan te
brengen combiwand.
Tijdens het opbouwen van de bekistingsconstructie en het uitvoeren van de betoncyclus is geconstateerd dat
de bekisting en de informatie die overgebracht wordt leidt tot knelpunten in het proces. Door een tekort aan
de benodigde informatie voor het uitvoerende personeel heeft het langer geduurd om de bekistingsconstructie
op te bouwen en heeft dit onnodig meer manuren gekost. Daarnaast bevat de bekisting technische knelpunten
die hebben veroorzaakt dat de stortcyclus niet volgens planning heeft kunnen opstarten. Daarom is voor het
afstuderen de volgende doelstelling geformuleerd: Ben oplossing ontwerpen om een betonnen kademuur zoals
uitgevoerd bij de "Verbredingvan de Amazonehaven" te kunnen produceren binnen de geplande tijd. In totaal is de
vertraging die is ontstaan door de bekisting en het tekort aan benodigde informatie op 23 dagen gekomen
(gemeten in december 2012). Om de doelstelling te behalen is onderzoek verricht naar de technische aspecten
van het produceren van een kademuur, de informatieoverdracht, omgaan met weersomstandigheden en naar
de aanpassingsmogelijkheden van een bekistingsconstructie en is een nieuw on twerp gemaakt voor de
bekisting, het uitvoeringsplan en is een draaiboek opgesteld van de uit te voeren werkzaamheden.
Volgens het nieuwe ontwerp is de betonnen kademuur te bekisten met acht samengestelde panelen waarmee
een kademuurmoot tot maximaal 39,6 meter te produceren is. Deze panelen worden verstevigd met een
achterconstructie bestaande uit gordingen en een schoorconstructie. De samengestelde panelen, Plus-panelen
genoemd, zijn per stuk aan te brengen of te verplaatsen en worden met centerpennen gefixeerd.
Deze bekistingsconstructies worden met een hijskraan verwijderd, verplaatst en weer aangebracht bij een moot
waardoor de bekisting gelijkmatig aan te brengen is, waardoor het zonder correcties achteraf aangebracht kan
worden. Doordat de bekistingconstructies onafhankelijk van elkaar te transporteren en te fixeren zijn, kan
door het ontkisten, transporteren, positioneren en fixeren parallel uit te voeren kan een cyclustijd worden
behaald van drie dagen. De cyclus bestaat dan uit:
1. Verwijderen en aanbrengen van de bekisting
2. Beton storten
3. Uitharden
Het positioneren en aanbrengen van de kopbekisting is uit de cyclus gehaald, omdat deze bij het vlechtwerk
mee genomen is. Met dit systeem zijn 39 moten betonwerk in 37 weken te produceren is bij kosten per
vierkante meter betonwerk lager zullen zijn. Vanwege de onafhankelijk verplaatsbare bekistingsconstructies is
de aanpasbaarheid te realiseren door een paneelconstructie te verwisselen met een aangepaste versie vanuit de
opslagplaats op de bouwplaats.
De bestaande kopbekistingen die worden ingezet, zijn te dik om gebruikt te worden in een doorgaande cyclus
met een korte doorlooptijd, doordat deze de ruimte innemen van het nog te maken vlechtwerk van de volgende
VJ
T U I Techn ische Universitei t Eindhoven e Un iversi ty ofTechnology BESIX
moot. Om een doorgaande cyclus met een korte doorlooptijd te realiseren, moeten aan de volgende eisen
voldaan worden. Als eerste moet de kopbekisting dunner worden uitgevoerd dan 70 millimeter om gebruikt te
worden in een doorgaande cyclus. Ten tweede moet de kopbekisting de betondruk zodanig kunnen opnemen
dat de uitbuiging binnen de esthetische grenswaarden blijft. Ten derde moeten de stalen deuvels zonder het
vertragen van het vlechtwerk of bekisten kunnen worden aangebracht.
Om aan de gestelde eisen te voldoen, wordt een stalen kopbekisting op maat gemaakt volgens de doorsnede
vorm, als eenmalige investering voor het project. In de kopbekisting zijn sparingen opgenomen waar de
deuvels door gestoken kunnen worden en zijn profielen opgenomen zodat de kopbekisting te ontkisten is
wanneer de volgende moot gevlochten is. Twee typen op maat gemaakte kopbekistingen zijn benodigd om de
kademuur in het geheel te kunnen bekisten.
De wandbekisting wordt op de opslagplaats van het bouwterrein, volgens de uitvoeringsinstructie in het
draaiboek, opgebouwd met een timmerploeg en een hijskraan. Een type kopbekisting wordt gebruikt voor de
betonvorm van 27 moten en een type wordt gebruikt voor de betonvorm van 12 moten betonwerk. Voor de
driedaagse cyclus zijn van beide type kopbekistingen twee stuks benodigd.
De wand- en kopbekisting worden gepositioneerd door in de wapening betonnen afstandhouders als gestelde
aanslag aan te brengen. De maat van de afstandhouders wordt bepaald door uitzetwerk en wordt onafhankelijk
van de positie van het vlechtwerk in het vlechtwerk gelast. Wei moet de wapening binnen de uiterste maten
van het on twerp blijven zodat de dekking volgens het antwerp gehandhaafd blijft.
De toegestane productietijd van 39 betonnen moten is maximaal37 weken, waardoor bij een fictieve start op
30 oktober 2012 de oplevering uiterlijk op 30 juli 2013 moet plaats vinden. Om dit te realiseren wordt
rekening gehouden met aile vrije- en verletdagen, waardoor een driedaagse cyclus noodzakelijk om de
opleverdatum voor 30 juli te handhaven, waar de driedaagse cyclus een opleverdatum van 24 juli 2013 geeft.
Om het uitvoeringsproces te verduidelijken voor de timmerploegen is dit gepresenteerd in een draaiboek. Dit is
opgezet volgens eigen onderzoek om "informatie over te brengen van de werkvoorbereiding naar uitvoerend
personeel". Het draaiboek bestaat uit een combinatie van principes gebruikt in de instructies volgens het TUe
UT draaiboek, IKEA, Lego, Hornbach en Marantz en laat op detailniveau zien hoe de cyclus uitgevoerd moet
worden. Met een draaiboek worden vertragingen door een te kort aan informatie over de cyclus voorkomen.
Uiteindelijk kan door een combinatie van het antwerp en de deelplannen op tijd worden opgeleverd, binnen 37
weken na start. Met behulp van het draaiboek wordt de cyclus verduidelijkt voor het personeel en de kan
betonnen kademuur worden geproduceerd volgens planning.
BESIX
Inhoudsopgave
Voorwoord Summary Samenvatting
2
lnleiding
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Afstudeertraject
Het verbreden van de Amazonehaven
Doelstelling
Het ontwerpproces
Uitdiepen van de knelpunten
Onderzoek
TU/e
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Ontwerpverbeteringen voor de bekisting Amazonehaven voor de gebruiksfase
Maatnauwkeurig vlechtwerk
Informatie verstrekken aan uitvoerend personeel
Verlet in de stortcyclus van een kademuur
Aanpasbaar bekistingsontwerp;
_a Bekisting
3.1 Probleemdefinierende fase
3.2 Werkwijzebepalende fase
3.3 Vormgevende fase
i Uitvoeringsplan
§
'1
8
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Activiteiten binnen de betoncyclus
Tijd
Montageplan
Terrein- en transportplan
Veiligheid, gezondheid en milieu
Uitvoeringsinstructies
5.1
5.2
Draaiboek
Draaiboek in de praktijk
Toetsing
6.1 Bekistingsontwerp
6.2 Uitvoeringsplan
6.3 Draaiboek
6.4 Afstudeerdoelstelling
Nawoord
Bronnen
Bijlagen
Technische Universiteit Eindhoven Universi ty ofTechnology
III IV VI
9
9
10
18 19 21
26
26
27
28 30 30
31
31
36 50
6
63 66 76
82 89
93
94 99
100
100
100 101
102
102
103
104
J VIII
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
1 Inleiding
BESIX
Dit afstudeerrapport bestaat uit dit afstudeerrapport, een bijlageboek en een draaiboek als losse onderdelen.
Vanuit het afstudeerrapport wordt verwezen naar een bijlagenummer uit het bijlageboek. Het draaiboek is een
resultaat van het afstuderen wat in losse bundel is gepresenteerd zodat dit in principe direct is af te geven aan
een timmerploeg die mee aan het werk zou kunnen. Om diezelfde reden is de tekst van het draaiboek in het
Engels: Meer Europese voormannen lezen Engels dan Nederlands.
Het afstudeerrapport bestaat uit deze Inleiding, het uitgevoerde onderzoek en het ontwerp van de bekisting,
het uitvoeringsplan en het draaiboek. In de Inleiding is het referentieproject "Verbreding van de
Amazonehaven" beschreven en de is aanleiding van het afstuderen toegelicht.
In hoofdstuk 2 komt het onderzoek dat is uitgevoerd om de doelstelling te kunnen halen aan bod. Het verdere
rapport bestaat uit de ontwerpaspecten Bekisting, Uitvoeringsplan en Uitvoeringsinstructie. Na de hoofdstukken
die het on twerp behandelen volgen de bijlagen waar in het rapport naar verwezen wordt. Bij bet hoofdstuk
Uitvoeringsinstructie hoort het draaiboek wat bij dit afstudeerrapport hoort.
In het afstudeerrapport worden veel activiteiten weergeven volgens de SADT-systematiek. Verdere informatie
over deze systematiek is terug te vinden in Bijlage 1.
1.1 Afstudeertraject
Het afstudeertraject is doorlopen om te kunnen afstuderen aan de Technische Universiteit Eindhoven voor de
master Architecture, Building and Planning, waarbij de mastertrack Construction Technology is doorlopen.
Deze mastertrack is gericht op de uitvoering van bouwwerken en beet in het Nederlands Uitvoeringstechniek.
Het afstudeertraject bestaat uit vier onderdelen die aan elkaar verbonden zijn. Het afstudeertraject begint met
het masterproject 3 - Participerend observeren, wat wordt opgevolgd door het schrijven van een
afstudeerplan. Het afstudeerplan is de basis voor de invulling van het verdere afstudeertraject en geeft vorm
aan de onderzoeks- en ontwerpfase van het afstudeertraject.
Gedurende het participerend observeren wordt door te observeren een aanleiding gevonden voor het
afstuderen. Gedurende het observeren van uitvoeringsproces zijn knelpunten in de voorbereiding en
uitvoering waargenomen. In het afstudeerplan zijn deze knelpunten omgezet naar een afstudeerdoel en
bijbehorende taken die uitgevoerd moeten worden om tot dat doel te komen. Deze taken bestaan uit
onderzoek en ontwerptaken waarmee het te behalen doel bereikt kan worden.
BESIX TU/e 1.2 Het verbreden van de Amazonehaven
Technische Universlteit Eindhoven University ofTechnology
De participerende observaties zijn uitgevoerd bij het bouwen van een betonnen kademuur op de Rotterdamse
Maasvlakte. De kademuur wordt gebouwd door de aannemer Besix en het bedrijf functioneert gedurende het
afstuderen als gastbedrijf. De kademuur is in drie stukken verdeeld, waar de activiteiten per stuk voor de
nieuwbouw van de kademuur gelijk aan elkaar zijn.
Figuur 1.1: Luchtfoto van de Amazonehaven. De rode pijlen geven de positie weer waar de nieuwe kademuur gemaakt wordt. Langs de gehele haven wordt de kademuur gebouwd, maar de opdrachtgever van het project heeft het in drie stukken verdeeld. De uitwerking van de observaties z ijn gericht op het projectdeel A3. Ter plaatse van de len A1 en A2 moet een oude kademuur worden verwijderd. Ter plaatse van A3 is een dijklichaam en een tijdelijke damwand als waterkering aanwezig.
Het produceren van de kademuur bestaat uit het inrichten van het bouwterrein, ontgraven, het aanbrengen
van een stalen combiwand, het maken van een betonnen kademuur op de stalen combiwand, het uitbaggeren
van de haven en het plaatsen van kademeubilair. De observaties zijn gericht op het maken van de betonnen
kademuur met 39 cycli in 37 weken de productie van de kademuur in het droge geproduceerd moet worden.
Onderstaand schema laat zien uit welke activiteiten het maken van de betonnen kademuur bestaat, waar
T U I Technische Unlversltelt Eindhoven e University of Technology
1.2.1 Ontwerp van de nieuw te bouwen kademuur aan de Amazonehaven
BESIX
Het referentieproject "Verbreding van de Amazonehaven" bestaat uit vijf verschillende kespdoorsneden, die
verschillend zijn in doorsnedevorm, oppervlakte en de positie van de deuvels. De hoogte van de kespen ligt
tussen de 6000 en 7000 mm. De breedte ligt tussen de 1700 en 2300 mm. De lengte van de moten uit de
kademuur liggen tussen de 20,3 en 38,1 meter.
I· 2300 ·I 1100
~· 400 llOO
'1 I I I ~·
~ • S.OON.A.P. -~
~ •l.OON.A.P
+ 0.59 N.A.P. ' · I.OON.A.P
Figuur 1.2: Doorsnede A-A van een doorsneden van de kademuur. De overige doorsneden zijn in paragraaf 3.3.2 te
zien. De moten onder ling zijn met twee stalen deuvels gekoppeld zoals in de 3D afbeelding te zien is. Op +0,59 N.A.P.
ligt de gemiddelde waterstand van de Amazonehaven.
Figuur 1.3: Doorsnede B-B over een lengte van drie meter. De buispalen zijn hart-op-hart 2. 700 millimeter van elkaar
aangebracht. Tussen de buispalen zijn damwanden aangebracht. De betonnen kademuur wordt tegen en op de
combiwand gebouwd.
l
BESIX TU/ e 1.2.2 Uitvoeren van de "Verbreding van de Amazonehaven" door aannemer Besix
Technlsche Unlversltelt Eindhoven University of Technology
In hoofdlijnen zijn de stappen die worden uitgevoerd om de kademuur te realiseren in de volgende
afbeeldingreeks weergeven. Voorafgaand aan onderstaande activiteiten is een combiwand aangebracht tot ±30
meter onder N.A.P. en is de bovenste 3 meter van de buispalen volgestort met beton. De te maken kademuur
bestaat uit 39 moten die gedilateerd zijn met EPS en dilaterend gekoppeld zijn via ingestorte stalen deuvels.
Om de betonnen kademuur te maken wordt bij een gemiddelde moot het volgende uitgevoerd:
T U I Technische Unlversiteit e Eindhoven University of Technology BESIX
Stap 4: Aanbrengen bekisting
De bekisting bestaat uit verticale vakwerken op een wagon en bevat horizon tale dragers waar de bekistingspanelen
aan zijn opgehangen. De bekistingspanelen worden opgetild door een hydraulisch systeem aan het vakwerk,
waardoor de bekistingspanelen met de wagon verreden kunnen worden. Om de lengte van bijna 40 meter bekisting
te kunnen dragen is de bekisting opgehangen aan acht punten, waar de bekisting op deze acht pun ten zowel
horizontaal als verticaal verplaatst kan worden. De bekistingsconstructie verplaatsen gaat door de wagons te
verrijden.
Stap 5: Bekistingspanelen hydraulisch aanbrengen en fixeren met schoren en centerpennen;
BESIX
Stap 6: Beton storten, ±275m' per moot;
Stap 7: Verwijderen fixatie en ontkisten bekistingspanelen.
TU/e Technlsche Universltelt Eindhoven University of Technology
Na stap 7 wordt de bekisting weer verplaatst zoals in stap 4 is weergeven. Stap 1 en 2 lopen een aantal moten
vooruit op de overige activiteiten. Stap 3 wordt zover mogelijk vooruit geproduceerd, maar heeft de beperking
dat voor de stort de deuvels (die de moten koppelen) en de kopbekisting aangebracht moet kunnen worden.
Daarom is de volgorde als volgt opgezet, waarin steeds een moot wordt overgeslagen en pas de volgende moot
wordt gevlochten, ploffen genoemd (zie pagina 22).
Nadat al het betonwerk voltooid is worden verdere ontgravingen gedaan, de aanwezige oude kadeconstructie
verwijderd en de haven uitgediept, waama de verbreding voltooid is. Het project is gestart in de zomer van
2012 en wordt voltooid in het najaar van 2013.
r J4
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology
1.2.3 Knelpunten in de uitvoering
BESIX
Gedurende de observaties zijn behalve het uitvoeringsproces ook knelpunten waargenomen die zich hebben
getoond tijdens de uitvoering van de kademuur. Na analyse van alle knelpunten komt naar voren dat de
planning niet gehaald wordt zonder maatregelen te nemen, wat kan resulteren in een boete van € 15.000,- per
dag te laat opleveren. Een oplossing, maar dat brengt ook kosten met zich mee, is het nemen van
versnellingsmaatregelen zoals arbeidstijdverlening en het werken in dubbele ploegen. Onderstaande Figuur
1.4 weergeeft dit in een stroomschema. De totale boete zou op basis van de registraties, zonder
versnellingsmaatregelen, uitkomen op € 875.000,- voor de deelprojecten All A2 en A3 bij elkaar.
---
Contractplanning wordt niet gehaald
I I ... ... • Boete
Al; €10.000/dag Langere huurtijd Versnellings-
A3; €15.000/dag materieel maatregelen
+I .. Nachtdiensten die
Teveel manuren vooraf niet zijn
besteed gepland
I J .. .
Er worden extra kosten gemaakt
Figuur 1.4: Gevolgen van het niet behalen van de planning. De gevolgen zijn als volgt: 1. De oplevering is later dan afgesproken waardoor een boete per dag volgt en de tijdsgebonden kosten hoger uitkomen; 2. Investeren in versnellingsmaatregelen om de kosten van te laat opleveren te voorkomen om daarmee goedkoper te kunnen zijn; 3. Een financieel optimale middenweg waardoor de vertraging beperkt wordt.
Dit alles heeft een aantal primaire knelpunten die veroorzaken dat in de uiterste geregistreerde situatie in
december 2012 een vertraging van 43 dagen is opgelopen. Ongeveer 15 dagen komt voort uit stagna tie door
onvoorziene omstandigheden, zoals het omwaaien van een rupskraan. Echter is de overige tijd toe te schrijven
aan knelpunten in de opbouw van de projectplanning, de wijze hoe uitvoeringsinstructies worden gegeven
vanaf de werkvoorbereiding naar de timmerploegen, het on twerp van het bekistingssysteem, de
bouwplaatsinrichting & logistiek en nog een selectie niet gecategoriseerde knelpunten. De knelpunten zijn
gesorteerd op oorzaak-gevolg en weergeven in een stroomschema volgens de systematiek van J.l. Porras. Op
de volgende pagina is het Stream diagnostic chart te zien waar bovenaan het schema de primaire oorzaken te
zien zijn en via de stromen uitkomen bij het gevolg dat de planning niet gehaald wordt. De knelpunten zijn
gesorteerd in eerder genoemde knelpuntcategorieen.
Stream Analysis
-
Planning Informatievoorziening
;I ,----------,
Ui~rde::~nken NLI Ontbr~!!)van een i
IBN, uitvoerend penoneel gtdtuillurd j
· l'RIPortugea wtvo<rinpploj' Jnlbandleiwng, t - ..
r-_ _l_c:l i (21) I Timmerlieden mit•tn
I """"'rins I. - I .
(22)
Bekbtingopmden worden lnftrdue keren opnieuw geporition«o-d
Bekisting
(35) Hydraulisch ,. ..... ~
nl<tgelijlanatigln aile stuwpunt.n
.,,,...fiilf-~(5 .. 2-) ~·-· ·~mttdehand
(23)
aan te brmgen dmr nuatafwljkingen
vle<htwm<
Bouwplaats
l (4l) ~ J Timmerlieden A&tandhoudersop 1: >; .1::~,:~ ... l
(38)
Slechte werrsomstandigheden
(kou,~en)
Overig
1 (40) '"> 'I Buis~en worden Twee venchillende niet ingebracht door , bekistings.sys.temen
scheebtand (keuze wvb)
l I c2s>
l Moot 1 kan niet gemaa.kt worden
(8)
Veranderingen in uitvoerend personeel
-- (2~) ""' ·-l (31) rt
I kDs•--1 o,.:;:emt _..;nJ...u..u.2d ,.~
L-1+---ol r--l~---------------~~~~·_oJ ~------ -· ----------+---------~------------------~~----~~--~~==~--~~~====~----------~--------~ w (28) ,,.
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
1.3 Doelstelling
Het doel van het afstuderen is een oplossing bieden om een betonnen kademuur zoals uitgevoerd bij de
"Verbreding van de Amazonehaven" te kunnen produceren binnen de geplande tijd. Met behulp van de
wenselijke en feitelijke situatie (Verschuren & Doorewaard, 2000) en de Black box (Kroonenberg & Siers, 1999)
wordt weergeven wat de beginsituatie is en wat de eindsituatie moet worden.
Planning wordt gehaald zonder extra kosten
Probleemoplossing
Planning wordt gehaald met extra kosten
Figuur 1.5: Confrontatie tussen de wenselijke en feitelijke situatie. De geobserveerde situatie is die waar de planning wordt gehaald met extra kosten, terwijl het wenselijk is dit te kunnen realiseren zonder extra kosten.
Deze doelstelling is te behalen door alle knelpunten in de groepen planning, informatievoorziening, bekisting,
bouwplaats en overige weg te nemen. Binnen dit afstudeerproject zijn de knelpunten in de bekisting en
informatievoorzieningweggenomen, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan het op tijd opleveren. De
knelpunten in de bekisting en informatievoorziening leveren een vertraging op van 22 dagen en dat wordt met
het afstudeerresultaat weg genomen. De doelstelling die hieruit volgt:
Een oplossing ontwerpen om een betonnen kademuur zoals uitgevoerd bij de "Verbreding
van de Amazonehaven" te kunnen produceren binnen de geplande tijd.
Waarbij Figuur 1.6 de primaire knelpunten weergeeft die worden weggenomen met dit afstudeerproject.
Votrtaal wvb/ uitvoerders ~ timmerlieden niet
dezelfde
Geen gedetailleerd
uitvoeringsplan
Planning
-- - -1- ~ ---- -----------· .... -······-··- ..... .. -- . -----1 Dikte kopbekisting Problemen hydraulisch Beton lekt weg Bekisting niet goed aan te Bekistingspanelen
veroorzaakt aanbrengen van onderaan de brengen door vervormen door noodzaak ploffen bekistingspanelen bekistingspanelen maatafwijkingen vlechtwerk transport en gebruik
In forma tie Bekisting Bouwplaats &
logistiek Overige
,---------Y----~·=r=_....L.._____.___ __ ~ Contractplanning wordt niet gehaald
Slechte ~ weersomstandighe .
den (kou, regen) ~---· ~-----·-·-···-
Figuur 1.6: Van onder naar hoven: het uiteindelijke probleem dat de contractplanning niet wordt gehaald, wordt
veroorzaakt door knelpunten in vier categorieen en een overige verzameling. Uit deze categorieen is via de afbakening
bepaald dat de primaire knelpunten in de groepen Informatie, Bekisting en slechte weersomstandigheden uit het
overige deel worden meegenomen naar het afstudeerproject.
Prirnaire knelpunten
Categorie
Gevolg
TU/e Technische Universiteit Eindhoven Un ivers ity of Technology
1.4 Het ontwerpproces
BESIX
Het ontwerpproces is doorlopen om ontwerpoplossingen voor het bekistingssysteem, uitvoeringsplan en de
uitvoeringsinstructies te ontwerpen die voldoen aan gestelde eisen. Per hoofdstuk in dit rapport zijn de van
toepassing zijnde eisen weergeven. Om een on twerp en uitvoeringsplan te ontwikkelen is onderzoek verricht
naar de volgende onderdelen:
1. Ontwerpverbeteringen in de bestaande bekisting voor de Amazonehaven gedurende de gebruiksfase; 2. Maatnauwkeurig vlechtwerk aanbrengen om te gebruiken bij het positioneren; 3. Informatie verstrekken aan uitvoerend personeel; 4. Verlet in de stortcyclus van een kademuur; 5. Aanpasbaar bekistingsontwerp;
De volgende onderdelen zijn vervolgens ontworpen:
6. Ontwerpen van de bekisting; 7. Uitvoeringsplan ontwerpen; 8. Uitvoeringsinstructies opstellen.
In Figuur 1.7 is zichtbaar gemaakt hoe de ontwerpoplossingen, bovenstaand punten 6, 7 en 8, resulteren in
het eindproduct. De deeloplossing bekisting ontwerpen bevat oplossingen om met een bekistingssysteem een
kademuur te kunnen produceren die voldoet aan de gestelde eisen en wensen. De bekisting is gebruikt in het
uitvoeringsplan waardoor zowel het plan als de uitvoering bijdragen om de doelstelling te behalen. Bij
deeloplossing informatieoverdracht ontwerpen zijn op basis van het onderzoek, bovenstaand punt 3,
combinaties gemaakt tussen verschillende methoden waarmee informatie kan worden overbracht van de
werkvoorbereiding naar het uitvoerende personeel. Het uitvoeringsplan met bekistingsontwerp is vervolgens
gepresenteerd volgens het antwerp van informatieoverdracht tot een draaiboek waarmee de uitvoering kan
werken. Als eindproduct Ievert dit dan een on twerp op voor de bekisting en uitvoering waarmee de
doelstelling om de kademuur te kunnen volgens planning produceren wordt behaald en laat het draaiboek zien
hoe dit moet gebeuren en borgt dit de tijd en kwaliteit van de productie.
~kl>ting ontw''P'" ~ Uitvoeringsplan
~---~ Informatieoverdracht ----+ Eindproduct
ontwerpen uitwerken
i
i I I Informatieoverdracht I
ontwerpen
Figuur 1. 7: Deeloplossingen bekisting ontwerpen is gebruikt bij het uitvoeringsplan ontwerpen. De informatieoverdracht ontwerpen is samen met het uitvoeringsplan gecombineerd in de uitwerking van de informatieoverdracht: het draaiboek. Het eindproduct is dan het antwerp met uitvoeringsplan en draaiboek om de kademuur volgens planning te kunnen produceren
Het bekistingsontwerp en uitvoeringsplan zijn gedurende de uitwerking getoetst aan de gestelde eisen en de
totale haalbaarheid is kwalitatief getoetst via interviews met specialisten binnen en buiten Besix. De planning
is getoetst met behulp van een PERT-analyse. Het ontwerpen van de bekisting en de informatie die wordt
weergeven is gedaan met behulp van Methodisch ontwerpen (Kroonenberg & Siers, 1999).
l
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
1.4.1 Bekistingsontwerp uitvoeren
Het functiebegrip bij het ontwerpen is wat de te ontwerpen inrichting moet kunnen om het gestelde doe! te
bereiken. De vraag die hierbij gesteld is, is "wat moet gebeuren om het gewenste resultaat te bereiken ?".
Bijvoorbeeld (uit Methodisch ontwerpen): Het doe! is gesteld om een zwembad leeg te maken dan kan de functie
van de te ontwerpen inrichting het wegpompen van water zijn. Na het functiebegrip volgt de
werkwijzebepalende fase waarin de functie wordt vervuld.
De structuur van de inrichting is bepaald door bij iedere functie een of meerdere geschikte werkwijzen te
zoeken en te plaatsen in een morfologisch overzicht. Vervolgens zijn combinaties van oplossingen voor de
functies gecombineerd tot ontwerpstructuren. Na het vaststellen van verschillende structuren start de
vormgevende fase.
In de vormgevende fase wordt een on twerp gerealiseerd op basis van de gevormde structuur.
1.4.2 Uitvoeringsplan opstellen
Na het on twerp van de bekisting is het uitvoeringsplan opgesteld om de eisen in te gaan vullen. Door een
uitvoeringsplan op te stellen wordt aangetoond dat met het nieuwe bekistingsontwerp de productietijd van
maximaal 37 weken behaald wordt en op welke wijze dat gebeurd.
Het uitvoeringsplan zal worden opgesteld aan de hand van het collegedictaat 7R230 - Uitvoeringstechniek 2
van de Technische Universiteit Eindhoven en de reader behorende bij het masterproject 2 van de specialisatie
Uitvoeringstechniek, Uitvoeringsplan - deelplannen en draaiboek .
1.4.3 Uitvoeringsinstructies opstellen
Het uitvoeringsplan moet worden overgedragen van degene die het uitvoeringsplan ontwerpt naar degene die
het fysieke handelingen moet uitvoeren. In het onderzoek dat is uitgevoerd komen werkwijzen naar voren
waar een instructie aan moet voldoen zodat het goed bruikbaar is voor uitvoerend person eel. Het onderzoek
geeft mogelijkheden weer op welke wijze verschillende aspecten uit het uitvoeringsplan moeten worden
weergeven. Door per uitvoeringsstap een aantal structuren op te stellen en te beoordelen op de geschiktheid
voor de betreffende uitvoeringsactiviteit kan bepaald worden hoe de uitvoeringsinstructie vormgegeven
wordt.
_j :?0 l
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology
1.5 Uitdiepen van de knelpunten
BESIX
Onderstaand zijn de onderdelen van het onderzoek uitgediept zodat de aanleiding van het afstuderen
duidelijk wordt. Dat is gedaan door per onderdeel van het afstudeerproject de knelpunten die de basis vormen
voor het afstuderen toe te lichten. De cijfers verwijzen naar de onderdelen van het afstudeerproject zoals in de
vorige paragraaf is weergeven. De letters zijn subgroepen binnen het betreffende onderdeel.
1) Ontwer:pverbeteringen voor de bekisting Amazonehaven voor de gebruiksfase;
a) Hydraulisch aanbrengen van bekistingspanelen
Het aanbrengen van de bekisting wordt gedurende de observaties gedaan met behulp van een hydraulisch
systeem bestaande uit cilinders in twee richtingen die de bekistingspanelen naar de wapening toe of weg
kunnen verplaatsen en de panelen kunnen laten zakken of optillen. De knelpunten zijn in deze:
Beton
1ff t ftff
• Panelen verplaatsen schokkerig richting de
wapening;
• De acht cilinders drukken niet gelijkmatig
waardoor de bekisting schuin tegen de
wapening aan wordt gedrukt.
• Acht hydraulische cilinders drukken niet met
de gelijke snelheid waardoor de bekisting
ongelijkmatig wordt verplaatst.
Dit leidt tot het niet goed aansluiten van de bekisting waardoor de bekisting met mankracht gecorrigeerd
wordt. Dit leidt ertoe dat het aanbrengen van de bekisting langer duurt dan nodig en wordt ook onnodig zwaar
werk verricht. Ook sluit de bekisting niet goed aan op alle afstandhouders op de wapening, waardoor op
sommige stukken extra druk wordt gezet wat in sommige gevallen leidt tot het barsten van de betonnen
afstandhouders of het niet sluiten van de bekisting.
BESIX TU/e b) Inzetten van een kopbekisting zonder dat dit het ploffen noodzakelijk maakt
Technlsche Universltelt Eindhoven University of Technology
In Bijlage 3 wordt de betekening van ploffen toegelicht. In Figuur 1.8 is de kopbekisting te zien in een
praktijksituatie. De kopbekisting is tussen de 45 en 50 centimeter dik, waardoor op de positie van de
kopbekisting geen aansluitende moot geproduceerd kan worden totdat de kopbekisting is verwijderd. Om de
productie van de kademuur niet te laten wachten wordt de volgende moot overgeslagen en de moot die daarna
wordt gevlochten en gestort. Bij een moot die gereed is, is de ruimte tussen het beton en de wapening is te
klein voor de huidig gebruikte kopbekisting.
Figuur 1.8: De kopbekisting opgesteld tegen de wapening. De dikte van de kopbekisting exclusief de schoren ligt tussen de 45 en 50 centimeter.
De grate hoeveelheid ruimte die dit systeem vraagt heeft in de praktijk effect gehad op de productietijd van de
betonnen kademuur. Doordat de combiwand en verankeringen niet gereed waren moest het betonwerk al
vroegtijdig onderbroken worden. Wanneer met ploffen als derde stort de vijfde moot geproduceerd wordt kan
dit gereduceerd worden dat de derde stort ook de derde moot is. Oat geeft stagnaties in de combiwand of
andere activiteiten de productietijd van twee moten ruimte om stagnaties op te lossen.
_l2 L
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology
c) Vervormen van bekistingspanelen gedurende transport en beton storten
BESIX
Gedurende het opbouwen van de bekisting worden correcties uitgevoerd om door transport vervormde
bekistingspanelen aan elkaar te koppelen. Ook betondruk veroorzaakt vervorming van de bekistingspanelen
wat in het geval van de esthetische eisen of het bekneld raken van de kopbekisting kritisch kan worden. Te
hoge betondruk kan de bekisting ongewenst laten openen of zelfs plastisch doen vervormen.
Figuur 1.9: Gedurende transport vervormen bekistingsptmelen binnen het dynamische bereik van de bekistingsconstructie.
d) Lekkage onderaan de bekistingspanelen
Tijdens het storten van beton komt het voor dat beton weg lekt uit de bekisting. Gedurende de observaties
zijn zelfs tijdens de start maatregelen genomen om een lek te dichten. Als eerste is het ongewenst om beton te
morsen, maar het kan ook nadelig zijn voor de esthetische eisen aan een constructie wanneer met
beoordelingsklasse A (met esthetische eisen, volgens NEN 6722:2002) wordt gewerkt.
BESIX TU/e 2) Maatnauwkeurig vlechtwerk
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gedurende de uitvoering van de Verbreding van de Arnazonehaven wordt de bekisting gepositioneerd door
deze tegen afstandhouders op de wapening te plaatsen. De bekisting sluit daardoor niet op aile posities goed
aan of komt zelfs in het geheel buiten de ontwerpmaat te staan zoals te zien in Figuur 1.10. De
afstandhouders op de wapening zijn in Figuur 1.11 te zien. Het vlechtwerk wordt aangebracht zonder stelkist
of fixatiepunt waardoor het nauwkeurig vlechten moeilijker is. In deze situatie hebben wind en andere
belastingen vrij spel en kunnen het vlechtwerk vervormen.
Figuur 1.10: Het vlechtwerk is niet maatnauwkeurig aangebracht waardoor de bekisting niet volledig aansluit of buiten de correcte positie staat.
Figuur 1.11: De afstandhouders op de wapening waartegen de bekisting geplaatst wordt.
T U/ Technlsche Unlversiteit
e Eindhoven University of Technology BESIX
3) Informatie verstrekken aan uitvoerend personeel:
Gedurende de observaties is meerdere keren geconstateerd dat personeel niet weet hoe een activiteit
uitgevoerd moet worden of hoe een constructie opgebouwd moet worden. De ploegen komen daardoor
tijdelijk stil te staan om te overleggen of vragen te stellen aan degene die toezicht houdt, de voorman of
uitvoerder. Ook komt het voor dat ploegen een activiteit foutief hebben uitgevoerd en daarom
herstelwerkzaamheden moeten uitvoeren. De opbouw van de bekisting heeft mede door het gebrek aan een
volledige instructie 17 dagen Ianger geduurd dan gepland.
Figuur 1.12: Personeel staat te overleggen hoe een constructieonderdeel opgebouwd moet worden. Een andere ploeg is op hetzelfde moment herstelwerkzaamheden aan het uitvoeren van een onderdeel wat niet val gens antwerp is uitgevoerd. Oak zit een van de schoren in de verkeerde richting ten opzichte van het on twerp.
4) Verlet in de stortcyclus van een kademuur:
Tijdens de observaties op de projectlocatie zijn de weersomstandigheden ervaren. De uitvoerende ploegen
hebben gedurende deze omstandigheden moeten doorwerken of in sommige gevallen zijn de
weersomstandigheden zo slecht geweest dat op de bouwplaats in het geheel niet meer gewerkt kon worden.
Het project heeft voornamelijk last gehad van de gevolgen van wind, neerslag, kou en mist. Dit resulteert in
modderige bouwwegen zoals op onderstaande afbeelding, ijs op de wapening, mensen die in de kou moe ten
werken, stuivend zand en beperkingen in verticaal transport.
Figuur 1.13: Modderige bouwweg.
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
2 Onderzoek
2.1 Ontwerpverbeteringen voor de bekisting Amazonehaven voor de gebruiksfase
De bekisting moet gelijkmatig aangebracht kunnen worden zodat geen mankracht nodig is voor correcties. Dit
is mogelijk door een verplaatsingsmechanisme te gebruiken waarin ieder stuwpunt een gelijke en zo laag
mogelijke hoeveelheid wrijving ondervindt. Zowel de maximaal toelaatbare afwijkingen in het betonoppervlak
als de fysieke kracht die nodig is om de panelen aan te brengen worden bei:nvloed door de
maatnauwkeurigheid waarmee de wapening is aangebracht. Uiteindelijk moet de weerstand bij het aanbrengen
van bekisting over geleide balken op iedere balk zoveel mogelijk bij elkaar liggen bij een parallel geschakeld
hydraulisch systeem.
De traditionele kopbekisting van 45 centimeter dikte die gebruikt wordt voor de productie van de kademuur
moet bij gedilateerde constru:cties dunner zijn dan 70 millimeter, minus de buiging en ontkistingsruimte,
zodat het vlechtwerk bij de volgende moot niet belemmerd wordt. De bruikbare ruimte is weergeven in Figuur
2.1 en bestaat uit het nog niet aangebrachte EPS en de dekking van de volgende betonnen moot.
~~mm--------~::=;:~~~M~·~~~~~:~:;~~·;;::::~
~~-
Figuur 2.1: Overgang tussen twee betonnen moten. Groen markeerd in de tijdelijke situatie de te gebruiken ruimte voor een kopbekisting. In de eindsituatie wordt dit gevuld met BPS als dilatatie en de opvolgende betonnen moot.
Voor niet gedilateerde constructies geldt dit niet en is in dit afstudeerproject niet verder onderzocht.
r--26 ~_
r
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University ofTechnology BESIX
De betondruk die de bekisting moet op kunnen nemen is voor de buigingsberekening 37 kN/m 2 en voor de
sterkteberekening 55,5 kN/m2• Daarnaast moet de kopbekisting ruimte bieden voor de stalen deuvels die de
moten onderling koppelen.
Female deuvel 1 Deuvell
Deuvel2
Female deuvel 2
Figuur 2.2: 3D weergave van kesp 2 met daarin twee stalen deuvels. De hulzen in de linker figuur zijn de "female" deuvels, de pennen die uitsteken in de rechter figuur zijn de "male" deuvels.
De hulzen worden aangebracht tot tegen het EPS, de kopbekisting wordt geplaatst en de pennen worden
aangebracht. Vervolgens kan het vlechtwerk van start, wat betekend dat de kopbekisting enkel tussen de twee
moten uitgeschoven kan worden zoals de pijlen in bovenstaande figuur laat zien.
Zowel de wand- als kopbekisting wordt afgestemd op beoordelingsklasse A voor maatafwijkingen om te
kunnen voldoen aan alle te maken kademuren, waardoor de afwijkingen niet groter mogen zijn dan 7
millimeter en moeten aansluitingen tussen bekistingspaneel en werkvloer waterdicht zijn om aan de gewenste
esthetische eisen te voldoen. Lekkages moeten worden voorkomen door rubberen stroken of schuimbanden
aan te brengen op de randen van de bekisting.
2.2 Maatnauwkeurig vlechtwerk
Het uitzetten van de wapening wordt gedaan door een Total Station op te stellen, uitzetpunten op de
werkvloer aan te brengen, markeringslijnen aan te brengen en de wapening te plaatsen. Vervolgens
veroorzaakt de windbelasting een vervorming van het vlechtwerk wat is meegenomen. Onderstaande waarden
zijn meegenomen in de berekeningen om de huidige maatnauwkeurigheid te berekenen, volgens Figuur 2.3.
Positie of activiteit
Opstellen Total Station (M) Uitzetpunten op de werkvloer (P) Markeringslijnen aanbrengen Pl - P2 (L) Wapening plaatsen (A) Blijvende vervorming door windbelasting (F)
Opstelpunt Totalstation (M) ±5 mm
Uitzetpunten op de werkvloer (P) ±3mm
Maximaal te verwachten maatafwijking per punt in mm. ±5 ±3 ±2 ±3 ±3
Blijvende vervorming Wapening plaatsen (A) door windbelasting (F) ....._ ± 3 mm ±3mm ......-
Markeringslijnen aanbrengen P1 - P2 (L) ±2mm
Figuur 2.3: Uitzetten van de wapening. De wapening wordt gebruikt om de bekisting op uit te zetten.
l
BESIX T U I Technische Universiteit e Eindhoven University ofTechnology
De berekeningen om de te verwachten maatnauwkeurigheid te bepalen geven als resultaat dat de maximale
afwijkingen +of- 7,14 millimeter zijn ten opzichte van de ontwerpmaat. De eis is om per 2000 millimeter niet
meer dan 7 millimeter af te wijken, waardoor afwijkingen +0 7 + 7, -3,5 7 +3,5 7 -7 7 0 en alles daartussen
is toegestaan, zolang de onderlinge verschillen maar niet grater zijn. Om de bekisting goed te kunnen
positioneren moet de wapening nauwkeuriger worden aangebracht met een stel-/fixatiepunt of met prefab
vlechtwerk. Ook kan het vlechtwerk met de maatafwijkingen worden aangebracht zoals ze zijn aangebracht,
maar tot een buitengrens zodat de maatafwijkingen naar buiten toe nooit grater zijn dan + 7 millimeter. De
bekisting wordt vervolgens onafhankelijk gepositioneerd zodat de afwijkingen in de wapening niet 1:1 naar de
bekisting worden overgebracht. Het positioneren van de bekisting wordt onafhankelijk aangebracht zodat zo
min mogelijk verschillende activiteiten en partijen de kwaliteit van de kademuur kunnen be'invloeden. De
vlechter wordt zo buiten de esthetische kwaliteit gehouden.
2.3 Informatie verstrekken aan uitvoerend personeel
Gedurende de observatieperiode is meermaals waargenomen dat uitvoerend personeel ter plaatse oplossingen
moest bedenken om een constructie op te bouwen, onderdelen te koppelen of op welke positie dat koppelen
moest gebeuren. Ook het tijdelijk opslaan van materialen en materieel werd ter plaatse bedacht. Meer dan
eens heeft dit geresulteerd in het corrigeren van eerdere handelingen zoals een aansluiting anders monteren
of opgeslagen goederen verplaatsen omdat de ruimte nodig blijkt te zijn. Ook duren handelingen Ianger dan
gewenst doordat een hele ploeg stil komt te staan wanneer iets onduidelijk is. Hierdoor heeft onder andere het
opbouwen van de 1 • bekistingswagon hoven de 130 % meer manuren heeft gekost dan het gemiddelde van de
volgende 3 bekistingwagons, waarbij in deze berekening het monteren van de bekistingspanelen evenredig is
verdeeld. Dit is een voorzichtige berekening van de gegevens ver~ameld tijdens de observaties. Het opbouwen
van de panelen is ook niet evenredig verlopen waardoor besteding bij de eerste wagon hoger zijn. Echter is dit
niet specifiek genoeg geregistreerd om dit aan te kunnen tonen.
Grafiek 1: Manurengebruik om de vier ~e~i!;ti71gs~agon_s_ op ~e bouwen, verdeeld_peringez~tte_ m(lTZ_li!~"!_P~!_~agon.
400,0
350,0
300,0
250,0
200,0
150,0
100,0
50,0
0,0 Bekistingsconstructie opbouwen
• Wagon 1
• Wagon2
• Wagon3
• Wagon4
Naast aanpassingen in de bekisting moet de informatieoverdracht van de werkvoorbereiding naar het
uitvoerende personeel verbeterd worden om onduidelijkheden gedurende de uitvoering te voorkomen. In de
praktijk wordt de overdracht gedaan via een kick-off presentatie en met tekeningen of werkprocedures. Echter
I
TU/e Technlsche Universiteit Eindhoven University of Technology BESIX
komt veel aan op de kennis en vindingrijkheid van het uitvoerend person eel, wat bij complexe of unieke
uitvoeringsonderdelen resulteert in vertragingen of verkeerd uitgevoerde onderdelen. Om uitvoerend
person eel te voorzien van informatie is het noodzakelijk een handleiding of werkprocedure op de gebruiker af
te stemmen waar de timmerploeg op kan terug grijpen gedurende de uitvoering.
Uit het onderzoek komt naar voren dat activiteiten het beste worden duidelijk gemaakt met een genummerde,
stapsgewijze aanduiding waarbij de activiteit wordt uitgelegd met 20-tekeningen voor detailinformatie en 30-
tekeningen om globaal te weten waar de activiteit zich in het totaal bevindt. Oit is te vormen uit een
combinatie van bestaande handleidingen die als beste voor de uitvoering bruikbaar zijn gebleken (Oraaiboek
TU/e - UT, IKEA, LEGO en Hornbach) en werken taal-universeel, zodat mensen uit Europese Ianden met de
handleiding kunnen werken. Enkel voor materiaal en materieel zijn puntsgewijze opsommingen van eisen
bruikbaar, zoals productgewicht en te overbruggen hijsvlucht. Verdere resultaten over dit onderwerp zijn
terug te vinden in Bijlage 25. Onderstaande figuur laat zien welke methode wei of niet geschikt is om criteria
te presenteren in een draaiboek/handleiding.
Naam Draaiboek Bzplodecl view Technische Technische Handleiding
Ruimte op tekening Plattegrond toevoegen :X ,. . "~ x_ " -E "' - "K:' Start situ a tie-E ind situ a tie
Detailstappen Uitvergroot in Detailstappen Detailstappen + Opsplitsing naar eenvoudige
X X r------~---~--·~---+-----,-----+t;.:;o.:;ta::;:a.:;lin:.:;s:.::t :.;ru:;;c.:;ti::..e -11------+u.:;it.:;le:$1-g~~---4:;;st.:;apu..:p•e:.:;n~--,-------l ~o-~"!.!!i~ll~!'atie ,J X " I
X X X X
:<\~~;"~~-~~-~~~~~"".!'!!1"~"!" .""·"·· --------·--------------:!________ - r-·---~-.....,_...,._,. ...... ,.._;;-.._....,..... ..... -~----..... --...... ..;lii!~!'-"...-----t ._T_.ij,_do.;_t_i_._p-_w_e_er~g,._a_v_e ____ .__ ___ D __ a_~;_~:J:_n~\l_r:_n______ · X •" l
L"'l""d~
.J Bi~dt een ~ ln.<.Sfll!l -· -X n~~n ~pi<! ~<ing in de h~ndl r irl•njl
Figuur 2.4: Technieken om informatie over te brengen, geschikt voor de uitvoering van een bouwwerk. Alle groen gemarkeerde onderdelen van een handleiding zijn bruikbaar voor het betreffende criterium, de rood gemarkeerde pun ten gelden niet als oplossing. Om een totaaloplossing te gaan bieden moet een combinatie tussen de verschillende handleidingen gemaakt worden. Het beoordelen van de verschillende method en en technieken is gedaan door kwalitatief en beperkt kwantitatief onderzoek bij het de projectvoorbereiding en uitvoerend person eel op de bouwplaats van de Verbreding van de Amazonehaven.
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
2.4 Verlet in de stortcyclus van een kademuur
Het bouwen van een bouwwerk wordt be'invloed door weersomstandigheden die in Nederland vooral uit vorst,
neerslag en wind bestaan en in kustregio's komt mist van zee voor. Knelpunten door weersomstandigheden
zijn bij alle activiteiten aanwezig, al verschilt het per activiteit waar de weersgevoeligheid zich in uit. In het
onderzoek is per activiteit binnen de betoncyclus vastgesteld wat de gevolgen zijn van vorst, neerslag, wind en
mist om per activiteit een advies te kunnen geven over maatregelen tegen de weersomstandigheden.
Knelpunten tijdens de uitvoering van een betonnen kademuur zijn onder andere onderkoeling van personeel,
niet uitharden van beton, uitspoelen van grond en beton, stilstand hijsmaterieel door de wind en beperkt zicht
voor transportbewegingen en maatvoering. Maatregelen liggen onder andere in het isoleren en verwarmen
van de werkomgeving, goede kleding verstrekken en altematieve transportmiddelen. Het complete schema
hiervan is terug te vinden in Bijlage 29.
In het uitvoeringsplan is rekening gehouden met deze aspecten in bijvoorbeeld de onthardingstijd, afgedekte
werkruimtes rond de bekisting of tot welke hoogte plaatmateriaal wordt opgetild met de hijskraan.
Maatregelen moeten worden genomen volgens onderstaande niveaus, waar een zo hoog mogelijk niveau
gewenst is. Per maatregel die genom en wordt moeten de gevolgen daarvan opnieuw worden bekeken.
o Hoek in het bovenaanzicht van de kademuur: 5.90"
o Deuvels: 0419;
o Wens beoordelingsklasse: A;
o Dilataties: 20 mm EPS;
o Ruimte tussen geproduceerde moot en nieuwe wapening: 70 - 80 mm;
o In te storten onderdelen: Laddersparingen, haalkommen, haalpennen, pvc-buizen,
kraanbaan met bevestigingen, bevestigingspunten voor fenders en holders.
.J :-w
T U} Technlsche Universltelt Eindhoven e University ofTechnology
3 Bekisting
3.1 Probleemdefinierende fase
3.1.1 Het ontwerpprobleem
BESIX
De kademuur wordt geproduceerd volgens het on twerp bovenop een al aangebrachte combiwand. De
kademuur wordt geproduceerd met ontwerpinformatie, materialen en de planning. Via de Black box moet de
kademuur in de eindtoestand volgens planning worden opgeleverd. Het doel van dit onderdeel van het project
is de bekistingsinrichting te verbeteren waarmee het mogelijk wordt om volgens planning op te leveren.
Samen met de onderdelen in de volgende hoofdstukken, het uitvoeringsplan en de informatie overdracht van
de cyclus, zorgt een verbeterd bekistingsontwerp voor het op tijd kunnen opleveren van de kademuur.
Om te bepalen wat de bekistingsinrichting moet kunnen is bepaald wat de begin- en eindtoestand moet zijn,
met daartussen de bewerking waar de bekistingsinrichting in gebruikt wordt.
Begin toe stand:
• Combiwand gereed;
• Stekken in de combiwand aangebracht t.b.v. wapening;
• Materialen;
• Planning;
• Ontwerpinformatie
beginsi tua tie
materiaal
arbeid
ontwerpinformatie
Eindtoestand
1. Betonnen kademuur gereed;
betonnen kademuur
Figuur 3.1: f!unctiebegrip van de bekistingsinrichting met de black box.
In werkelijkheid Ievert dit het volgende op:
-7 Figuur 3.2: Visualisatie van de begin- en eindsituatie, waartussen de bekistingsinrichting en het uitvoeringsplan invulling aan geven.
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven Un iversity ofTechnology
3.1.2 Eisen aan de bekisting
De eisen aan de bekisting zijn verdeeld in vaste eisen en wensen. Aan de hand van de eisen wordt bepaald of de
ontworpen technische inrichting voldoet aan de doelstelling. De wens en worden zoveel mogelijk gerealiseerd
maar kunnen het doel niet Iaten falen. De ontwerpoplossing die aan aile eisen voldoet en het meeste voldoet
aan de wens en zal de beste ontwerpoplossing worden. Deze eisen zijn vanuit de behoefte om de betonnen
kademuur te produceren volgens planning opgesteld. De wens en bevatten aanvullingen die door de student als
extra uitdaging worden gezien. De wens en dragen niet bij aan het wei of niet halen van de doelstelling.
~ ~ Q) Q) "' "' ~ ~ Q)
# ~ Kademuur productie
1 X Kademuur van 39 moten in maximaal 37 we ken produceren. 2 X Bekisting waarmee een kademuur geproduceerd kan worden. 3 X De stalen deuvels die de moten koppelen moeten aangebracht kunnen worden zonder dat
vlecht- of bekistingswerk onderbroken hoeft te worden. 4 X Maatafwijkingen in de kademuur moet :s; 7 mm (zekerheid van 98%). 5 X Betondekking moet volgens het on twerp gerealiseerd kunnen worden. 6 X Productietijd reduceren om zo snel mogelijk te kunnen opleveren; 7 X De kosten van de huur, opbouw en aile bekistingsactiviteiten mogen niet hoger zijn dan €60
per vierkante meter bekistingsoppervlakte, inclusief vaste kosten van de bekisting.
Bekistingssyteem 8 X On twerp kopbekisting is minder dan 70 mm dik bij gedilateerde constructies, minus
ontkistruimte en doorbuiging berekent bij een maximale betondruk van 37 kN/m' (BGT). 9 X Kopbekisting moet 55,5 kN/m2 kunnen weerstaan in de sterkteberekening (UGT).
10 X De bekistingspanelen moeten gelijkmatig op de wapening aangebracht kunnen worden. 11 X Beton mag niet weglekken uit de bekisting. 12 X Maatregelen tegen te verwachten weersinvloeden adviseren binnen het bekistingsontwerp. 13 X Gebruik maken van in Nederland verkrijgbare bekistingsproducten. 14 X Aanpasbaar systeem realiseren. 15 X Zo laag mogelijke informatiebehoefte van het personeel. 16 X Mogelijkheden om te versnellen zodat vertragingen ingelopen kunnen worden.
r :~2 1
T U I Technische Unlversiteit Eindhoven e University of Technology
3.1.3 Functies bekistingssysteem
BESIX
Om de bekistingsinrichting te kunnen ontwerpen zijn de functies die moeten worden vervuld bepaald, omdat
de functie van de inrichting voorschrijft wat het antwerp moet kunnen. De hoofdfunctie van de bekisting is
bepaald via de black box en is vervolgens verdeeld in deelfuncties waar de technische inrichting aan moet
voldoen.
De hoofdfunctie van de bekistingsinrichting is vloeibaar beton cyclisch op de juiste positie houden zodat het
op de gewenste positie en in de gewenste vorm kan verharden. De hoofdfunctie is verdeeld in de volgende
deelfuncties:
1. Transporteren: Bekisting transporteren over de bouwplaats; 2. Positioneren: Op de gewenste (stort)positie plaatsen en tijdelijk fixeren van de bekisting; 3. Fixeren: De bekisting fixeren om stortbelasting te kunnen opnemen; 4. Accumuleren: De bekisting moet beton kunnen vasthouden op de gewenste positie totdat het hard is; 5. Ontkisten: Zodra het beton hard is moet de bekisting los gehaald kunnen worden voor hergebruik.
Met niet cyclische functie:
6. Productievorm wijzigen: Een andere betondoorsnede kunnen produceren of een hoek maken.
Deelfuncties 1 tot en met 5 zijn functies noodzakelijk voor het realiseren van een stortcyclus voor de betonnen
kademuur. De cyclus start met het transporteren van de bekisting naar de positie van het te realiseren stuk
kademuur. Vervolgens wordt de bekisting gepositioneerd zodat de bekisting op de positie wordt gesteld waar
de kademuur gemaakt moet worden en dat de kademuur de juiste afmetingen zal krijgen. Zodra de bekisting
op deze positie staat wordt deze gefixeerd om ongewenste verplaatsingen te voorkomen. Het beton wordt
binnen de bekisting geaccumuleerd totdat het be ton is uitgehard en voldoende sterkte heeft om zelfdragend te
zijn. Na het verharden wordt de bekisting ontkist om vervolgens opnieuw ingezet te kunnen worden. Als
aanvullende functie moet de productievorm te wijzigen zijn. De functies zijn verder uitgewerkt en
gevisualiseerd in Bijlage 4.
Voor iedere deelfunctie is in onderstaande Figuur 3.3 te zien welke materie, energie en informatie als input
functioneert voor iedere deelfunctie en welke materie, energie en informatie als output functioneert voor
iedere deelfunctie. Iedere functie heeft de bekisting of bekistingsonderdelen nodig met aanvullende middelen
zoals energie, informatie en aanvullende materie.
1
BESIX
begintoestand
mat erie
energie
informatie
TU/e eindtoestand
:1 :
materie
Functie 1---• energie
~~mformat1e
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
ontkoppelde bekisting verplaatsing
nieuwe positie
~=====::~~-T-ra-n-sp_o_r-te_r_e-n11--+~ :::~:ing op nieuwe
bekisting op nieuwe
:
bek.ist. ing op exacte positie -----J:~~------f _ ___._ ::::t:::rantie ~=====::L_P_o_s-it-io_n_e_re_n_jf---_-_-__.• :::
bekisting op exacte positie
fixatiekrach t -----'~ · Fixeren op exacte positie __ __.:r----~--•• gefixeerde hekisting
gefixeerde bekisting op exacte positie ~ A«umulmn I : ~~:~~: ~:~~ op
Figuur 3.3: Schematisering van deelfuncties van de technische inrichting waarin de begin en eindtoestand te zien is, volgens Methodisch ontwerpen (Kroonenberg & Siers, 1999).
J
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University oflechnology BESIX
Iedere functie kent een of meerdere bewegingen die plaats vinden, bestaande uit translaties, rotaties of een
combinatie van heiden. Voor iedere functie is in Bijlage 5 weergeven wat de bekisting moet kunnen. Bijlage 6
geeft een verdere toelichting over rotatie en translatie. Dit resulteert in het volgende schema:
Figuur 3.4: Schematisch overzicht van functies en wijze van verplaatsen (rotatie en translatie).
BESIX TU/e 3.2 Werkwijzebepalende fase
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
In deze fase zijn verschillende oplossingen gevonden om de functies van de bekisting te kunnen vervullen. Dit
is gedaan met intuitieve en discursieve methoden1 die in deze fase heiden gebruikt zijn. Intuitief is gezocht
naar oplossingen voor de verschillende functies. De beste structuur van oplossingen is vervolgens discursief
samengesteld aan de hand van een morfologisch overzicht. Een verdere toelichting over intultieve en
discursieve methoden is weergeven in Bijlage 7.
3.2.1 Systemen om kademuren te produceren
Voordat oplossingen worden gezocht voor de verschillende functies en verplaatsingen is gei:nventariseerd wat
in de markt wordt gedaan om kademuren te bouwen2•
Om een kademuur te produceren zijn de volgende systemen beschikbaar in de (Nederlandse) markt:
I. Traditionele bekisting om een betonnen kesp te produceren. Deze bekisting heeft een grote gelijkenis met de bekisting die wordt gebruikt om funderingsstroken te produceren. Zoals onderstaand zichtbaar is kan deze bekisting om een combiwand worden geplaatst en met een hulpconstructie in een overstek gebouwd worden. Afbeeldingsbron: www.hendriks-precon.nl.
II. Enkelzijdige systeembekistingen. Enkelzijdige bekistingssystemen worden gebruikt wanneer centerpennen niet mogelijk of toegestaan zijn, veelal gebruikt in constructies in de grand zoals bij verdiepte wegen, tunnelbakken of andere verdiepte infrastructuur. Afbeeldingsbron: www.doka.com. Hierbij is wei een verankering in de vloer of wand noodzakelijk aan de onderzijde, zodat de bok gefixeerd kan worden.
1 Werkwijzen beschreven in Methodisch ontwerpen- H.H. van den Kroonenberg & F.J. Siers - 1999. 2 De oplossingen voor de verschillende functies van de bekisting zijn doorgenomen met N. Baardman -bekistingsspecialist - Besix.
I
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University oflechnology BESIX
III. Dubbelzijdige (half)systeembekistingen. Deze bekisting wordt gebruikt om wanden mee te produceren en wordt gefixeerd met centerpennen en schoren. Wanneer deze bekisting verplaatst moet worden zal het systeem moeten worden ontkoppeld tot transporteerbare stukken. Bron afbeelding: Doka Top 100 Tee.
I ~
IV. Portaalconstructies op rails. Een of meerdere portalen op rails geplaatst dragen de bekistingspanelen waarmee de kademuur geproduceerd wordt. Het systeem is kraanonafhankelijk verplaatsbaar. Bron afbeeldingen: www .hendriks-precon.nl.
BESIX TU/e 3.2.2 Samenstellen van structuren bekistingsontwerp
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
Het ontwerpen van de bekisting is verdeeld in twee delen: Het principe van de bekisting dat moet worden
ontworpen en daarna de detailuitwerking van het best bruikbare principe. Om de structuren te bepalen wordt
gewerkt aan de hand van een morfologisch schema zoals beschreven in Methodisch ontwerpen van H.H. van den
Kroonenberg. Om het morfologische schema in te vullen zijn de werkwijzen uit Bijlage 8 in het schema
geplaatst. In totaal zijn 6 structuren weergeven in het morfologische schema op de volgende pagina.
Het principe van de bekisting wordt gezien als het volgende: Het ontwerp en de gebruikswijze van de bekisting
op de schaal van de complete cyclus. Dat wil zeggen dat hier belangrijk is in welk systeem gewerkt wordt wat
de cyclus als geheel bei:nvloed. Om een kademuur traditioneel te bekisten zijn andere activiteiten en
hulpmiddelen noodzakelijk om een cyclus te voltooien dan wanneer gebruik wordt gemaakt van een dragende
constructie waarmee de bekisting getransporteerd, gepositioneerd en ontkist wordt. Daarnaast is bijvoorbeeld
een glijbekisting weer een compleet ander systeem en zitten er belangrijke verschillen tussen system en die
eenzijdig of tweezijdig aangebracht worden en evenzo de krachten van betondruk opnemen. De keuze voor het
principe wordt gedaan door de principes met elkaar te vergelijken en te beoordelen ten opzichte van de
gestelde eisen.
Zodra het principe is bepaald worden verschillende detailoplossingen ontworpen voor bijvoorbeeld het roteren
of transleren van de bekisting gedurende het positioneren van de bekisting. De structuren voor de
detailuitwerking moeten passen binnen het gekozen bekistingsprincipe, waarna daar de oplossingen worden
gekozen die het beste binnen het programma van eisen past.
Op de volgende pagina is het morfologisch overzicht te zien met daarin 5 structuurlijnen die zijn overgebleven
om het principe te bepalen. Op basis van structuurlijn 1, lijn blauw, is een aangepaste versie opgesteld,
structuurlijn 2. Dit is te zien als een optimalisatie van het traditionele systeem.
r 3B
TU/e Tec hnische Universiteit Eindhoven University of Technology BESIX
Morfologisch overzicht - functies vervullen van een bekisting om een kademuur mee te produceren
1::: b.O QJ 1:::
~ ·.o t: .~ C..>:: P..OJ ~-& ~ 0 ~...>::
1::: b.O QJ 1:::
~ -~ t:;;;! 0 QJ
P....o "'-o 1::: 1::: ~ ~ ~ ~
<
"'
u
b.O 1::: ·.o
;Sl QJ
..0 p..
] 1:::
~ QJ
~ --; ~ u
1::: ·-e ~ ~ 1::: b.O
.Sl .s ...... ·~ "' ~:.!2
0.. QJ ..0
I
1::: b.O ...... QJ 1::: ~
,._. ·- "' QJ ... ~
1::: ;Sl I:: ·3 ~ 2 ·;n p.. ·.: 0 0 0
0....>::..<::
1::: b.O N ~ .S --; QJ ... ~
1::: ;Sl I:: .9 QJ 0
-~ ~·C 0 0 0
0....>::..<::
.SO 1::: ~ ~:.!2 QJ QJ
'"'..o 0-o 0:: 1:::
~
~
--; ~ .~ ...
1::: ...
~ ~ QJ b.O 1::: 1::: 0 ·~ ·.o ~
·;n :.!2 0 QJ
0.. :g 1 .......... Hijskraan 1:::
~
1::: gf ...... ~ ·~ ~ 1::: :.!2 ... 0 QJ 1:::
·.c: ,..0 2 ·~ "0 ·.: ~ 1::: 0
0.. ~ ..<::
1::: gf N ~ '.t:l Cd § ~ ~ ·~ QJ 1::: ... ..0 0 ·en~ .~ 0 ~ s
• Geen gei:ntegreerd systeem voor de kopbekisting;
• Extra kosten om een hoek te maken; • Informatiebehoefte opbouwen bekisting hoog.
I 44
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology BESIX
De kopbekisting wordt getransporteerd, gepositioneerd en ontkist door een timmerploeg met behulp van de
kraan. De wandpanelen zijn gekoppeld aan twee eenzijdig dragende constructies die zijwaartse kracht kunnen
opnemen doordat een afsteunbok wordt gebruikt. Deze constructies moeten op een verharde ondergrond
worden geplaatst en worden gefixeerd aan de combiwand tegen opdrijven en om de zijwaartse kracht op te
kunnen nemen. De afsteunbokken zijn zware constructiedelen waardoor samengevoegde constructies niet
breder zullen zijn dan 2700 mm, zodat de constructies transporteerbaar blijven.
De bekistingspanelen positioneren zal gebeuren ten opzichte van de afsteunbokken of met de gehele
afsteunbok samen. Het stellen is fysiek zwaarder wanneer de gehele bok gesteld wordt, maar het houdt het
systeem eenvoudiger in gebruik en on twerp. In Bijlage 9 is een verdere aanvulling te vinden.
Werkwijze per functie :
Functie
Transporteren wandbekisting:
Transporteren kopbekisting:
Positioneren wandbekisting
Naar wapening toe:
Met de wapening mee:
Positioneren kopbekisting:
Rota tie
Fixeren wand/kopbekisting:
Accumuleren:
Ontkisten:
Productievorm wijzigen:
Voordelen
• Minder fixaties nodig door stabiele bekistingsconstructie;
• Veel vrijheid door losse constructies;
• Hogere bouwsnelheid door minder fixaties in de cyclus;
• Geen extra kosten om een hoek te maken;
Invulling
Hijskraan
Hijskraan
Hijskraan (gestelde aanslag)
Overmaatse bekistingspanelen
Hijskraan + mankracht (gestelde aanslag)
Schroefspindels/ schroefvij zel
Gefixeerde afsteunbokken
Systeempanelen + traditionele kopbekisting
Hijskraan
Vulkisten
Nadel en
• Terugkerende, zware transportbewegingen;
• Fixatie aan combiwand noodzakelijk;
• Verharde en verzwaarde ondergrond noodzakelijk voor stabilisatie;
• Kost veel ruimte naast de kademuur;
• Hogere huurkosten t.o.v. traditioneel
• Extra kosten voor verharding;
• Per cyclus terugkerend de panelen koppelen.
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven Un iversity of Technology
Structuurlijn 5 - Zwart - Horizontale glijbekisting met losse kopkist
Figuur 3.8: Glijbekisting voor verticaal gebruik (afbeeldingen: Collegereeks Materiaal & materieel, TU Eindhoven).
De kopbekisting zal bestaan uit zware haringgraatnetten die om de twee meter vooraf worden opgenomen in
de wapening. De wandbekisting is slechts 4 meter lang wordt met een glijbekisting volcontinu getransporteerd
en volgestort. De bekisting glijdt over de stortonderbrekingen heen. Het betonwerk tot aan de kopbekisting
moet voldoende kunnen verharden voordat het uit de bekisting vrij komt. De glijdende wandpanelen zijn
verdeeld in 4-5 horizontale lagen, of een schuine bekisting, zodat het nog zachte beton niet teveel druk van
het eigen gewicht krijgt te verwerken. In Bijlage 9 is een verdere aanvulling te vinden.
Werkwijze per functie:
Functie Transporteren wandbekisting:
Transporteren kopbekisting:
Positioneren wandbekisting
Naar wapening toe:
Met de wapening mee:
Positioneren kopbekisting:
Rota tie
Fixeren wand/kopbekisting:
Accumuleren:
Ontkisten:
Productievorm wijzigen:
Voordelen
• Hoge productie snelheid;
• Vlechtwerk ver vooruit te produceren;
• Bij grote productiehoeveelheid gunstig in arbeidsgebruik en materieelkosten;
• Geen centerpennen nodig;
lnvulling Glijsysteem - hydraulisch
Hijskraan- Ge'integreerd met vlechtwerk
Geleidende balken
Geleidende balken
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Fixatieconstructie glijbekisting
Systeempanelen + haringgraatnetten
Glijsysteem
Vulkisten
Nadelen
• Hogere initiele kosten t.o.v. andere systemen;
• Beton koelen verplicht;
• Betonoppervlak beschermen tegen haarscheurtjes;
• Kopbekisting aanpassen op glijsysteem;
• Horizontaal glijden tot 2 meter hoogte;
• Bij een hoek: systeem omzetten;
• V ertragingen in andere processen storen het continue proces;
• Glijprofielen naast kademuur noodzakelijk;
• Horizon tale belasting afdracht vereist extra engineering;
J 16 l
T U. I Technische Universiteit e Eindhoven University of Technology BESIX
Structuurlijn 6 - - - Bovenloop constructie.
SixConstruct.
Figuur 3.10: 3D visualisatie van een eenzijdige bovenloopconstructie voor korte overspanningen, op basis van een bij bruggen gebruikte "form-traveller".
De kopbekisting en wandpanelen worden gedragen door met een constructie de bekisting te transporteren
door deze hoven op de a! gemaakte constructie te verplaatsen. Hiervoor kan de grootte van de te storten moot
verkleind worden zodat de dragende constructie niet enorm groot hoeft te worden. De kopbekisting wordt
aangebracht en ontkist met een tandheugel en pneumatische handpompen. De wandpanelen worden
aangebracht met een take! en een handmatige loopkat. Fixatie gaat met centerpennen. De samenstelling van
de bekistingsdoorsnede wordt aangepast doordat deze aan individuele loopkatten zijn opgehangen. Omzetten
bij een hoek gebeurt met de kraan, waarbij de complete constructie moet worden omgezet. In Bijlage 9 is een
verdere aanvulling te vinden.
Werkwijze per functie :
Functie
Transporteren wandbekisting:
Transporteren kopbekisting:
Positioneren wandbekisting
Naar wapening toe:
Met de wapening mee:
Positioneren kopbekisting:
Rota tie
Fixeren wand/ kopbekisting:
Accumuleren:
On:tkisten:
Productievorm wijzigen:
Invulling
Zelfrijdende bovenloopconstructie
Zelfrijdende bovenloopconstructie
Pneumatische handpompen
Pneumatische handpompen
Tandheugelbaan op bovenloopconstructie
Pneumatische handpompen na fixatie onderzijde
Centerpennen
Systeempanelen + kopbekisting
Pneumatische handpompen/ tandheugel
Opgehangen systeem + bekistingssamenstelling
BESIX
Voordelen
• Minder ruimte noodzakelijk naast de kademuur;
• Geen kraangebruik; • Volledig geautomatiseerde verplaatsing
van bekistingen mogelijk;
• Zeer hoge bouwsnelheid mogelijk.
TU/e Nadelen
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
• Zeer hoge initiele kosten t.o.v. traditioneel;
• Geen/weinig ervaring in Nederland; • Geen huurbaar systeem;
• Kans op vervorming door zware constructie op vers beton;
• Systeem niet verplaatsbaar over wapening;
• Centerpennen aanbrengen kost veel manuren;
• Hoge informatiebehoefte voor opbouw en gebruik;
• Productiesnelheid niet hoger dan bij portaalsysteem.
3.2.4 Beoordelen van de structuren om het bekistingsprincipe te bepalen
De verschillende structuren van het bekistingsprincipe zijn met elkaar vergeleken en beoordeeld ten opzichte
van delen van het programma van eisen. Dit is gedaan door per systeem te bepalen wat nodig is om een
kademuur te produceren en door deze schetsen van de uitvoering te beoordelen op pun ten uit het programma
van eisen. Zo is ieder systeem beoordeeld op productietijd, de inpasbaarheid van een smalle kopbekisting, de
continui'teit van de kademuur (i.v.m. op tijd opleveren), de te verwachten aanpasbaarheid, de maatnauwkeurigheid
en de totale kosten. De wensen zijn beoordeeld op de hoeveelheid benodigde fixaties, de verkrijgbaarheid in de
Nederlandse markt, te verwachten informatiebehoefte van het uitvoerende personeel,. In Bijlage 11 is een
uitgebreide toelichting op de uitwerking van de verschillende systemen terug te vinden, zodat inzichtelijk is op
welke manier de system en zijn geprijsd. Het kostenoverzicht is te zien in Bijlage 12.
Tabel3.1: Beoordeling van de zes bekistingsprincipes om de kademuur aan de Amazonehaven te kunnen produceren. Hierin komt de structuurlijn blauw "Plus" als enige oplossing naar voren die aan alle eisen voldoet. Alle systemen voldoen aan de meeste eisen, maar doen dat tegen te hoge kosten. De eisen zijn met 1 of 0 pun ten beoordeeld, waar een totaal van 6 punten behaald moet worden om te voldoen.
Bekistingsprincipe +
Structuurlijn
;: ;: ::1 ::1
..;5 Traditioneel ..;5 Traditioneel +
"0 Portaal + 0 0 hydraulisch t:<:
Productietijd <37 we ken 1 1 1
Bekistbaar voor kademuur 1 1---------·-·---·---- --·-· ··-·-----··-···----·- 1 1 --f--------+---+-----Kopbekisting < 70 mm inpasbaar 1 1 1
Extra kist Extra kist Geen extra kist Extra kist Tijd Geen extra kist 4 Totaal 22 26 20 22 16 18 29
J 48 L
T U I Tec hnische Universiteit Eindhoven e Un iversity ofTechnology BESIX
Tabel3.1laat zien dat de structuur Traditioneel-Plus de enige passende oplossing is. De invulling aan de
wensen zet dit systeem nog verder op de eerste plaats. Dit komt door een sam ens telling van lage huurkosten
en een redelijke manurennorm per vierkante meter. Daarnaast wordt tijd gewonnen door een korte
opbouwtijd en is de informatiebehoefte naar het personeellager dan bij andere systemen doordat een
"algemeen bekend" systeem wordt ingezet. Nadeel is dat dedit systeem nog altijd met centerpennen zal
werken voor fixatie.
Na analyse van de cijfers komt naar voren dat bij langere kademuren dan de Amazonehaven de glijbekisting de
beste variant worden. De manurennorm is zeer laag, wat grote invloed heeft op de kostprijs bij een toename
van het aantal te produceren vierkante meters beton. Daarnaast is bij een groter project meer te besteden aan
de engineering van materieel, waardoor problem en in het glijsysteem weggenomen kunnen worden, zoals de
haringgraatnetten en de glijdende schuine bekistingsconstructie. Het laatste en belangrijkste waarom de
glijbekisting in dit project geen toekomst heeft komt voort vanuit het betonmengsel en de eisen die worden
gesteld: Het beton moet voldoende hard worden om de volgende laag te kunnen dragen. Echter mag het beton
niet te warm worden waardoor 6f betonkoeling moet worden ingezet, 6f een mengsel met lage
hydratatiewarmte worden gebruikt. Beide methoden hebben de invloed op het beton dat het minder snel de
eindsterkte verkrijgt, waardoor meer tijd tussen het storten van de verschillende lagen moet zitten. Dit zal het
glijproces vertragen, waardoor de planning niet haalbaar is .
Onderstaand is een 3D weergave van het traditioneel-Plus te zien, waar samengestelde bekistingspanelen in
een slag worden verplaatst naar een nieuwe moot. Deze verzwaarde bekistingspanelen worden in dit rapport
vanaf nu Plus-elementen genoemd. Aan iedere zijde van de kademuur staan vier Plus-elementen, zodat met
acht hijsbewegingen de Plus-elementen bij een nieuwe moot geplaatst kunnen zijn.
Figuur 3.11: Principe van het bekistingsontwerp: Grote bekistingspanelen, de Plus-elementen met een verzwaarde achterconstructie om het aantal transportbewegingen te minimaliseren, de hoeveelheid centerpennen te verminderen en de hoeveelheid los te positioneren onderdelen te verminderen dragen allen bij aan het verminderen van het manuurgebruik en kraantijd. Wei is een zwaardere variant kraan nodig dan bij een traditionele bekisting.
BESIX TU/e 3.3 Vormgevende fase
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
In dit deel van het ontwerpproces van de bekisting is de gekozen ontwerpstructuur verder uitgewerkt tot een
compleet systeem die aile functies zoals opgesteld in paragraaf 3.1.2 vervult en nog niet door de structuur zijn
ingevuld. In de uitwerking van het bekistingsontwerp is rekening gehouden met het te realiseren on twerp. Een
betonnen kademuur kunnen produceren met een hoogte varierend tussen de 6 en 7 meter, bestaande uit 4
verschillende doorsneden, productielengtes tussen de 20 en 38,1 meter en met hoeken in de kademuur. Iedere
paneelconstructie wordt uitgerust met rubberen strips langs de aansluitende stroken voor de lekdichting.
3 .3 .1 Wandbekistingspanelen
De wandbekisting bestaat uit systeempanelen gebruikt die ten minste 55,5 kN/m2 als uiterste belasting
kunnen weerstaan. Toegestaan is een maximale doorbuiging van 7 mm per 2000 mm bij 37 kN/m2 belasting 3•
Om dit te realiseren zijn systeembekistingspanelen van verschillende leveranciers te gebruiken, zoals in Bijlage
14 is weergeven. Om de kademuur te kunnen maken moet de bekisting ten minste 7 meter hoog zijn en de
lengte van het totaal te koppelen panelen ten minste 38,051 meter. Door standaardmaten van
systeempanelen te stapelen is een hoogte te creeren van 7,20 meter, en is te bereiken via meerdere
combinaties van panelen. Onderstaand zijn twee oplossingen weergeven die het minst bekistingsoppervlak
ongebruikt Iaten:
2700 2400
Figuur 3.12: Twee varianten om de bekistingspanelen samen te stellen.
De maximale lengte van 38.051 millimeter is het dichtst te benaderen door een breedte van 2.400 millimeter
te gebruiken: 2.4 x 16 = 38,4 tegen 2,7 x 15 = 40,5. Daamaast gaat de voorkeur naar 4 gelijke Plus-elementen.
Volgens Bijlage 14 zijn voldoende bekistingspanelen verkrijgbaar die de gewenste betondruk kunnen
weerstaan, waar de "Peri Domino"-panelen worden gebruikt omdat deze veel ontwerpvrijheid bieden.
Bij gekoppelde panelen moet de kracht op een paneel ook van pan eel naar paneel worden overgebracht via
klemmen en moet ieder bekistingspaneel met centerpennen gefixeerd worden. Om aan de wens te voldoen het
aantal centerpennen te minimaliseren wordt een gording achter aile wandpanelen aangebracht die de kracht
die de bekistingspanelen moeten kunnen weerstaan gaat ovememen met een hart-op-hart maat van 1200
millimeter. Deze hart-maat is bepaald aan de hand van de bekistingspanelen. Wanneer de afstand groter zal
worden gemaakt worden de bekistingspanelen ongelijkmatig ondersteund en zullen de bekisting en klemmen
3 Onderzoeksresultaten, zie hoofdstuk 2.
I so I_
f
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology BESIX
een deel van het draagvermogen moeten ovememen. Dit is niet gewenst omdat deze onregelmatigheid tot veel
unieke situaties leidt en dat tot zowel uitvoeringsfouten als moeilijk voorspelhare mechanische reacties kan
lei den.
In Bijlage 15 is te zien hoe via herekeningen tot het on twerp van de achterconstructie is gekomen. Aan de
hand van de herekeningen is een achterconstructie ontworpen hestaande uit een hij Peri Nederland huurhare
klimgeleidingshalk, die is samengesteld uit 2 op afstand gekoppelde UNP 200 profielen waardoor
centerpennen door het profiel gestoken kunnen worden en hevat vooraf aangehrachte ronde gaten in de
profielen waar schoren, loopsteigers en andere hekistingsonderdelen aan zijn te koppelen.
0 T
~
-· :: ~ ~ '
Figuur 3.13: RCS Climbing Rail van Peri Nederland B. V., bestaande uit 2 gekoppelde UNP 200 profielen met aansluitmogelijkheden. De bruikbare standaardlengte van het profiel is 7480 mm.
Uit de herekening hlijkt dat enkel dit profiel niet
voldoende sterk is, waardoor een overspanning op
twee steunpunten, huiten het heton, niet mogelijk is.
Daarom moet een steunpunt worden toegevoegd of
een zwaarder profiel worden gehruikt. Echter is het
ook een wens om enkel huurhare producten te
gehruiken. Zwaardere profielen hehhen een grote
invloed op het totale gewicht en daarmee prijs van
het traditioneel Plus-systeem.
Zo is gekozen een derde steunpunt toe te voegen door het hetonwerk heen. Dit derde steunpunt is
gepositioneerd hoven de stalen comhiwand zodat het steunpunt gelijktijdig gehruikt kan worden voor de
fixatie van de wal- en waterzijde van de hekisting. Door de positie van het steunpunt hoven de combiwand
hestaat de ligger uit twee ongelijke overspanningen van 2850 en 4150 millimeter. De overspanning van 4150
millimeter wordt extra ondersteund door het profiel te schoren, zodat de maximale uithuiging hinnen de
grenswaarden hlijft liggen. Op de afstand van 4150 millimeter mag het heton maximaal 7,25 mm uithuigen,
waar de gording met schoren maximaal 3,6 millimeter uit zal huigen en zo hinnen het maximum hlijft.
Uiteraard is herekend dat zonder de geschoorde constructie de achterconstructie huiten de toegestane
hoeveelheid zal uithuigen. Deze schoren zijn opgenomen in de ophouw van het hekistingssysteem en kosten
geen extra manuren per cyclus. Onderstaand en op de volgende pagina zijn afbeeldingen, maatvoering en
specificaties van het hekistingssysteem uitgewerkt.
Figuur 3.14: 3D visualisatie bekisting walzijde, kesp A3-1.
Figuur 3. 15: 3D visualisatie waterzijde, kesp A3-1.
BESIX
Traditio~ Plus-element I
9600,0rnrn -- "'t4 · 9600,0rnm
Tradit!oneet Plus-element 2 Tradltioneel Plus-element 3 l
- 38100,0mrn-- ·i --- -
TU/e Tradltioneel Plus·elen>ent 4 · - ,
9600,0rnrn -----
Technische Universltelt Eindhoven University of Technology
9600,\)nm
Figuur 3.16: Aanzicht waterzijde bekistingsconstructie bestaande uit vier Plus-elementen. Hart-maten zijn zowel aan de water- als walzijde gelijk aan elkaar.
> I 600
t 1200
! i I
I
t-1
~ It-t-il i I I
'i=
s~~ lr===:
IB~ F
== )=)=
.
l-1()0
~1111! m•
.... "tlonwlo.
~
f= i= ,_
""" """
' ~ '\ ~
H" ~ 1500
~ N 0., ,.._._
t t t'
Figuur 3.17: Aanzicht van een enkel Plus-element waterzijde. Tabel3.2: Specificatie overzicht traditioneel-Plus element
Waterzijde i In draaiboek wandbekisting E Aantal: ! 4x waterzijde Le11gte: 9.600mm ................ _ ······-·· ,, .. ,
Hoogte: 7.200 mm Breedte: 100 + 220 = 320 mm
···-······ ·--- ..
Gewicht: 6.300-7.000 kg Opgebouwd uit: I ..... .. ..... , ... 8x Domino bekistingspaneel2.400 x 2.700 mm
4x Domino bekistingspaneel2.400 x 1.200 mm .. _____ ,.,_ . - 4x Domino bekistingspaneel2.400 x 600 mm
8x RCS 7480 gording 1x 9580 gording
·-·-·· . .. -- .. .. .. , 16x tension rods 025 x 2560 mm 8x tension rod 025 x 1500 mm
... '
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
3.3.2 Kopbekisting
BESIX
Het antwerp van de kopbekisting is bepaald door de invulling van de functies volgens het bekistingsprincipe.
Eisen 1, 3, 8 en 9 vragen extra aandacht aan het on twerp van de kopbekisting. Eis #1 is gedurende de
uitvoering van de Verbreding van de Amazonehaven beinvloed door het antwerp van de kopbekisting. Door
het antwerp van de kopbekisting moest gewerkt worden volgens het zogenaamde ploffen, zie Bijlage 3, wat
met de nieuwe kopbekisting voorkomen moet worden. De doorsneden die geproduceerd moeten worden met
de kopbekisting zijn onderstaand weergeven:
Doorsnede:
Aantal keer voorkomend:
Kesp A3-1 Kesp A3-2
I J __ .
13 13
i. Dilatatie en koppeling van de betonnen moten
Kesp A3-3 ..-..
3
Kesp A3-4
),__ ..... ,.. _ _,,,.
10
,__ -
Deze stalen deuvels bestaan uit een huls die in het beton is opgenomen en een pen die door het EPS in de
volgende moot in gaat. De huls moet voor de eerste stort in de wapening worden opgenomen. De pen kan
zowel voor als na de eerste stort aangebracht worden, maar moet in de tweede moot opgenomen worden in de
wapening. Om door werken met het vlechtwerk zonder te wachten op het aanbrengen van de pen, moet deze
voor de eerste stort worden aangebracht, omdat een bewerking na de stort gelijktijdig en op dezelfde positie
als het volgende vlechtwerk zou plaats vinden.
Om te storten met de pennen aangebracht in de hulzen betekend dat de kopbekisting aangepast moet zijn
voor een doorvoer. Doordat de verschillende kespen de deuvels op verschillende posities hebben zitten moet
daar rekening mee worden gehouden in de kopbekisting. Het is noodzakelijk om de kopbekisting te kunnen
ontkisten, terwijl twee pennen door de kopbekisting steken die al gefixeerd zijn in de wapening van de
volgende moot. Daarom wordt de kop van de kademuur verder geanalyseerd.
BESIX
:-- Kespen A3-l. Kespen A3-2 A3-3 en AJ-4
-
.-----....---4. '-
T U I Technische Universiteit
e Eindhoven University ofTechnology
De kespen A3-1, A3-3 en A3-4 hebben de deuvels
op nagenoeg dezelfde hoogte zitten. Kesp A3-2
heeft de deuvels op een andere hoogte. In Figuur
3.19 zijn de kespen A3-1, A3-3 en A3-4 over elkaar
gelegd waardoor zichtbaar is in welke horizontale
stroken de deuvels zich bevinden. Kesp A3-2 kent
geen deuvels op overeenkomstige posities. Deze
gegevens samen maken dat twee kopbekistingen
ontworpen moeten worden, een voor kespen A3-1,
Figuur 3.19: Vergelijking van de positie van deuvels per kesp. Bij kespen A3-1, A3-3 en A3-4 moeten de deuvels in dezelfde horizon tale stroken worden aangebracht. Kesp A3-
A3-3 en A3-4 en een voor kesp A3-2 en dat
rekening gehouden moet worden met het
ontkisten en de stalen deuvels. 2 bevat deuvels op een andere hoogte.
Om het vlechtwerk van de volgende moot niet te belemmeren moet de bekisting volgens de pijlen in Figuur
3.20 en Figuur 3.21 worden ontkist. In beide gevallen blokkeert een stuk bekisting het ontkisten, onderstaand
in rood aangeduid. Uit deze tekeningen blijkt dat de kist horizontaal ontkist moet worden.
Kopbekisting (groen)
Deuvel1
Deuvel2
Figuur 3.20: Ontkisten van de kopbekisting. In horizon tale ontkistrichting blokkeren deuvels de rode stroken het ontkisten van de kopbekisting.
Figuur 3.22: Principe om de bekisting te kunnen ontkisten met de deuvel-pen aangebracht in de huls.
Kopbekisting (groen)
Deuvel1
Deuvel2
Figuur 3.21: Ontkisten van de kopbekisting. In verticale richting blokkeren de deuvels de rode stroken het ontkisten van de kopbekisting en personeel kan niet bij de vulpanelen.
Om het mogelijk te maken de bekisting te ontkisten wordt
lokaal een uitschuifbaar paneel in de kopbekisting
opgenomen. Dit sluitpaneel wordt geplaatst op de positie
waar de stalen deuvels de bekisting belemmeren. Dit zal
bestaan uit een constructie opgebouwd uit losse onderdelen
in verband met het gewicht. Een massieve plaat van deze
afmetingen weegt ± 100 kg.
Het EPS (groen) is na de stort niet aan te brengen door de kleine ruimte tussen de moten en moet aangebracht
worden voordat de aansluitende moot beton wordt gestort. Het EPS dempt de buiging van de kopbekisting, al
is niet bekend hoeveel dit is. Figuur 3.22 laat zien dat een handzaam element uit de kopbekisting gehaald kan
worden. Met een dragende constructie van wapeningsstaal is het niet mogelijk een inschuifprofiel in de
54
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology BESIX
kopbekisting aan te brengen, terwijl dit met een mas sieve kopbekisting wei kan door een geprofileerde rand in
het massieve bekistingspaneel. Onderstaande Figuur 3.23 geeft de mogelijkheden in de breedte weer.
Te storten beton EPS 20 mm Massieve Te storten beton Te storten beton Betonplex 18 mm Profielen-
Figuur 3.23: Drie verschillende mogelijke structuren van de kopbekisting. EPS met een massieve constructie, EPS met multiplex om de kracht te verde len over de achtergelegen profielenconstructie en betonplex met een profielenconstructie waar het EPS achteraf wordt aangebracht.
Het totaalpakket van de achterliggende constructie mag volgens onderzoek4 niet meer dan 7 mm buigen door
de betondruk die op de bekisting wordt uitgeoefend. De massieve of profielconstructie moet de kracht van 37
kN/m2 op nemen met een buiging kleiner dan 7 mm en 55,5 kN/m2 kunnen weerstaan.
ii. Ontwer:p en berekeningen Uit berekeningen blijkt dat de kopbekisting niet in een keer is te overspannen, ongeacht het materiaal. Dit
komt omdat het oppervlak random de deuvels wordt afgedragen naar de doorgaande stukken kopbekisting,
waardoor een belasting van 17 kN/m' wordt uitgeoefend op een strook van 170x40 millimeter. De
berekeningen in Bijlage 16 Iaten de gevolgen van betondruk met betrekking tot doorbuiging en sterkte zien,
waaruit blijkt dat een steunpunt moet worden aangebracht om de overspanning van de kopbekisting te
verkleinen. Echter blokkeren de stalen deuvels een doorgaande ondersteuning in het midden van de
constructie waardoor de deze is aangebracht naast de deuvels.
Wanneer de overspanning ongelijk wordt is mechanisch de best bruikbare overspanning 1370 millimeter, op
de meest kritische positie geplaatst. Bij een staalplaat van 30 mm dikte is de maximale uitbuiging 4,8
millimeter. Echter, om het inschuifprofiel voldoende te kunnen verankeren in de kopbekisting wordt de
staalplaat 40 mm dik uitgevoerd, waardoor de maximale uitbuiging bij een ongelijk verdeelde overspanning 4
millimeter zal zijn. Uiteindelijk resulteert dit in het antwerp zoals te zien en beschreven is in Figuur 3.24.
Figuur 3.24: De kopbekisting is onderbroken ter plaatse van de stalen
deuvels en kan daardoor naar links worden ontkist. Ter plaatse van de
deuvels zijn twee uitneembare panelen ontworpen die naar rechts te
schuiven zijn. De kopbekisting is een op maat gemaakte stalen plaat van 40
millimeter dikte en overspant maximaal 2.300 millimeter te produceren
betonwerk. De plaat heeft aan beide zijden een montagestrook van 50
millimeter voor de bevestigingen aan de wandbekisting. De stalen plaat van
de kopbekisting heeft een oppervlakte van 2,95 m 2 en weegt 893 kilo. De
maatvoering van het on twerp is in Figuur 3.25 te zien.
4 Onderzoeksresultaten, zie hoofdstuk 2.
I l
BESIX T U} Technlsche Universltelt e Eindhoven University of Technology
Deze maatvoering is afgestemd op het inzetten van dezelfde kopbekisting voor de kespen A3-l, A3-3 en A3-4.
Voor A3-2 wordt een eigen kopbekisting geproduceerd volgens de afmetingen van de doorsnede zoals in
Figuur 3.19. Een aantal specificaties van de kopbekisting A3-1/ A3-3/ A3-4 zijn in onderstaande Tabel 3.3 te
2.300 mm + 7+ 50+ 78 +50 (bekisting + montagestuk) 3.000mm 40mm 900 kg ex. Sluitpanelen
1100 /
2556
800
~ I
1010
t 508
T
365
t 475
l 170
1010
Figuur 3.25: Gemaatvoerd aanzicht van de kopbekisting. Blauw zijn de deuvels, grijs het basispaneel van de kopbekisting en rood zijn de sluitpanelen. De maten zijn de benodigde maat ten opzichte van het beton plus een overlap van 128 millimeter (78 millimeter paneeldikte en 50 millimeter koppeloppervlak).
m. Tussensteunpunt Het tussensteunpunt moet zodanig worden uitgevoerd dat deze kan worden terug getrokken in de richting
van de uitbuiging. Dat betekend dat een verticale staander tussen de bekisting en het vlechtwerk van de
volgende moot geen optie is, volgens Figuur 3.26.
J 56
TU/e Technlsche Universiteit Eindhoven University of Technology
Figuur 3.26: t: Bij een steunconstructie tussen de kopbekisting en nieuwe wapening raakt bij uitbuiging van de kopbekisting de steunconstructie beklemd. Ontkisten gaat in deze situatie niet meer.
BESIX
Doordat een verticale steunconstructie niet mogelijk is wordt
een horizon tale steun aangebracht. Dit moet op meerdere
punten gedaan worden om pons te voorkomen. Dit is mogelijk
door de kracht over te brengen aan de nieuwe wapening. De
wapening wordt volgens het on twerp voldoende gefixeerd aan
combiwand zodat de kracht overgenomen kan worden. De
kracht die op het tussensteunpunt komt is op de onderste
kritieke strook 19,55 kN bij een overspanning tot maximaal
1370 millimeter, bepaald aan de hand van de berekeningen in
Bijlage 16 en gevisualiseerd in Figuur 3.27.
Figuur 3.27: Aanzicht van de kopbekisting. De rode verticale
lijnen geven de posities weer waarop de kopbekisting kan
worden ondersteund zonder de stalen deuvels in een van de
verschillende kespen te belemmeren. Door de positie van de
sluitpanelen is de beste positie om te ondersteunen de rechter
lijn. Het draagvermogen van de kopbekisting is aan deze zijde
het laagst is. Op beide posities ondersteunen is volgens
berekeningen in Bijlage 16 niet noodzakelijk.
In het kopstuk van de wapening worden zeskantmoeren geschikt voor centerpennen 026 millimeter gelast en
blijven achter in de constructie. Door deze moeren worden centerpennen gedraaid tot tegen de kopbekisting.
Tijdens het ontkisten worden de centerpennen terug gedraaid en komen zo vrij van de bekisting. Door de
wapening van de kop in een 3D-afbeelding weer te geven is te zien waar de wapening zich gaat bevinden ten
opzichte van de kopbekisting. Op die manier is de positie van het tussensteunpunt gevisualiseerd. De
centerpennen zijn ten minste 1.400 millimeter lang zodat de draadeinden handmatig door de wapening kan
worden los gedraaid. De indraailengte door de aanlasplaat zal maximaal 5 centimeter zijn zodat de drukkracht
direct kan worden overgedragen aan de wapening. Figuur 3.28 en Figuur 3.29laten dit zien.
1 rl :r "lil.I ~r J
lf •
I I
Fzguur 3.28: Posztze centerpennen en zeskantmoeren in het zijaanzicht. Rechts is het beton, EPS (groen) en kopbekisting te zien, links de centerpennen.
Figuur 3.29: Positie van de centerpennen tegen de kopbekisting. De centerpennen steken ten minste 1.400 millimeter uit zodat deze buiten de wapening van het kopstuk steken en zo handmatig uit de aanlasplaten te draaien zijn.
BESIX
iv. Ontkisten
T U} Technlsche Universiteit e Eindhoven University of Technology
Figuur 3.30: Wapening in praktijk. Gezien de hoogte van
de wapening tot de positie van de draadeinden moet een
extra lange, liefst elektrische, draadeindendraaier
gebruikt worden. De draadeinden worden na iedere
stort terug gewonnen.
Het ontkisten bestaat uit twee delen: De ruimte onder de stalen deuvels zodat de kopbekisting opgetild kan
worden en de sluitpanelen om ruimte te maken voor de stalen deuvels en. Deze sluitpanelen bevinden zich aan
de getrapte zijde van de bekisting, zoals te zien is in Figuur 3.25.
a. Ruimte onder de stalen deuvels Het be- en ontkisten wordt mogelijk gemaakt door 50 millimeter ruimte onder de deuvels vrij te houden,
zodat de bekisting opgetild kan worden om te ontkisten. Om de betondruk op te kunnen nemen ter plaatse
van de bekistingsuitsparing moet of aan de binnenzijde de betondruk van het EPS worden weggenomen of aan
de buitenzijde kunnen opgenomen worden. In dit stuk is het noodzakelijk om de kopbekisting vrij te houden
onder de deuvels wordt gekozen voor een aanpassing aan de binnenzijde van de kademuur.
550
Figuur 3.31: 3D weergave van de huls met flens, buitenmaten
van de flens: 550 x 550 millimeter.
b. Sluitpanelen
Voordeel is dat op die manier met een
aanpassing bij alle kespdoorsneden een
oplossing wordt geboden. Om de betondruk
op te nemen wordt aan de stalen huls een
flens toegevoegd. De flens zal de betondruk
op het niet bekistte stuk gaan opnemen. In
Figuur 3.31 is in het geel de huls met
aangelaste flens gevisualiseerd. Deze
aanpassing maakt niet aileen het ontkisten
mogelijk maar verzorgt ook een
eenvoudigere lekdichting.
De sluitpanelen waarmee de bekisting wordt gesloten, in Figuur 3.32 gemarkeerd, is in Figuur 3.33 uitgewerkt
naar aile benodigde maten uitgewerkt zodat per kesp type te zien is wat de totaalmaat moet worden en hoe
lang de variabele onderdelen zijn. Dit is onderscheiden in deuvel "hoven" en deuvel "onder", omdat de
koppeling uit twee deuvels bestaat die verticaal ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.
___ r s8"f_
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2'75
- 419 --- . --- 2et t · I I
411
-. '\ 1 ,. I 1 I
1 I I I I
·-- I -.... --'
BESIX
;
475
Figuur 3.32: Gee! gestippeld weergeeft de flens van de deuvel die nu achter de bekisting zit. De pen van de deuvel, die in de huls met flens is gestoken, steekt uit in de figuur. In de figuur zijn aan weerzijde de inschuifpanelen zichtbaar gemaakt.
401 1 Figuur 3.33: Overzicht van maten van de sluitpanelen. De middelste staaf is in het eindprofiel geschroefd zodat daarmee het eindprofiel is te verwijderen.
Deze uitneembare panelen bestaan uit twee verticale staanders, 6 losse stalen staven 025 mm en 1 stalen
staaf 0 25 mm geschroefd aan het eindprofiel zodat deze te ontkisten is . Voor de staven is een plaat multiplex
geplaatst zodat de betondruk het EPS niet door de staven zal drukken.
De kopbekisting is het basispaneel wat wordt opgevuld om aan te sluiten op de deuvels en is gemaatvoerd op
basis van de breedte van de kademuur links van de deuvels. Wanneer een deuvel verder rechts is geplaatst
wordt een vulpaneel aangebracht. Vulpanelen zijn op maat gemaakte staanders zoals in de sluitpanelen.
l
BESIX T U I Technische Universltei t e Eindhoven University ofTechnology
418
... 1
475
Figuur 3.34: Inschuifpanelen aan twee zijden van een deuvel.
Kesp A3-1 heeft de deuvels "hoven" op 513 en
"onder" 914 millimeter. Kesp A3-3 heeft de deuvel
"hoven" op 533 en "onder" 813 millimeter vanaf de
rand. Kesp A3-4 heeft de deuvels op 791 millimeter
van de rand. Het hasispaneel is exclusief
montagestuk vanaf links "hoven" 513 en "onder" 791
millimeter vanaf de linker rand tot de eerste
deuvelsleuf (zie ook Figuur 3.25).
Via de maatvoering zijn de vulpanelen hepaald. Kesp A3-1 kent voor de deuvel "onder" een vulpaneel123
millimeter. Kesp A3-3 kent voor "hoven" een maat van 533 millimeter en hehoeft geen maatregelen omdat het
verschil van 20 millimeter opgevangen wordt in de flens van de aangepaste deuvelhuls. "Onder" is dit 813
millimeter en ook dit verschil valt hinnen de flens van de deuvelhuls. Kesp A3-4 hehoeft "hoven" een vulpaneel
van 278 millimeter. Kesp A3-2 staat geheel op zichzelf en heeft daarom enkel inschuifpanelen nodig.
Tabel3.4: Behoefte aan vulpanelen tussen basispaneel en stalen deuvel en het gewicht van de onderdelen.
Kesp Vulpaneel (breedte in Onderdelen Gewicht
millimeters) vulpanelen
A3-1 "hoven" - Staander ............ l iO.ikg····
A3-1 "onder" 123 Tussenstuk 920 mm I 3.5 kg ·--···-····-·- ···---·!-···-"·"·•--------.. ·-·········-·
A3-3 "hoven" - Vulpaneel123 ' 19.1 kg A3-3 "onder" - Vulpaneel278 43 kg ~ Opdelen in 2
stukken --·-·-·
I A3-4 "hoven" 278 A3-4 "onder" -
r
T U I Technisc he Universiteit Eindhoven e University of Technology
3.3.3 Productievorm wijzigen
BESIX
Het wijzigen van de productievorm is per mogelijkheid vergeleken waar een totaalscore per systeem uit is
gekomen, te zien in Tabel 3.5. Daaruit komt naar voren dat het werken met vulkisten en een nieuwe
paneelsamenstelling als beste opties naar voren komen om verschillende betonvormen te produceren.
Financieel gezien komt dan de nieuwe paneelsamenstelling gunstiger uit dan de vulbekisting. Wanneer een
grotere hoeveelheid moten geproduceerd zal worden de vulkisten steeds ongunstiger doordat deze slijten en
vervangen moeten worden. Een duidelijk voordeel is dat de vulkisten volledig buiten de cyclus aangepast
kunnen worden, waar een nieuwe paneelsamenstelling minimaal een korte onderbreking vraagt voor het
integreren van de nieuwe panelen.
Tabel3.5: Beoordelingsoverzicht om de productievorm te wijzigen. Verdere uitwerking in Bijlage 13.
"d (1) "Q)
.:t! ...c: "d (1) (1)
-~ "d "Q) ~ "d
0 1-< "Q) ...c: 1-< "Q)
...c: ;:l ...c: ~ (1) ...c: (1) (1) 1-< c
..., 1-<
Doorsnede vorm wijzigen ..0 ...!:<: rd Ul rd (1) Ul ....__ rd 1-<
-~ ~ rd -~
..., ..0 '"@ 0 ...,
;:l ..0 "Q) u rd .... ..., t).() rd Ul
c s rd (1) u ~ :::::::;" ...,
'"@ (1) c 0
;:l ~ 0 ..., .... ..., .e "d ..0
..., rd Ul 0 rd 0 rd .... ..0 ..., 0 ...... rd s 1-< ..., (1) ;:l 0
De bekisting is aanpasbaar gemaakt door de invulling van onderstaande aanpasbaarheidsvormen5:
• Verplaatsbaar: De complete bekisting bestaat uit losse elementen die met de kraan verplaatsbaar zijn,
de Plus-elementen. Deze grotere stukken paneel zijn verplaatsbaar doordat de achterliggende
constructie wordt gebruikt om de kracht veroorzaakt bij het hijsen op te nemen. De achterliggende
constructie bevat een hijsbalk die de hijslast verdeeld over de bekisting. Om de Plus-elementen te
verplaatsen is bijvoorbeeld een rupskraan een geschikt middel. De Plus-panelen moeten begeleid
worden door het person eel, maar kunnen niet worden getransporteerd bij windkracht 6 of hoger. Bij
5 Onderzoeksresultaten, zie hoofdstuk 2.
BESIX T U} Technlsche Universiteit e Eindhoven University ofTechnology
het verplaatsen mag de bekisting niet boger dan een meter worden opgetild, om iedere windbelasting
op de bekisting te minimaliseren en zodat het sturen minder kracht kost.
• Ver:plaatsbaar II: De kopbekisting moet verplaatsbaar zijn zodat deze tussen de aangebrachte
wapening en het gestorte beton uit gehaald kan worden. Dit wordt verder toegelicht in het draaiboek.
• Reconfigureerbaar: De Plus-elementen kunnen zonder aanpassingen worden vervangen voor een
andere samenstelling, waama de productie direct door kan gaan. Om een nieuwe sam ens telling te
maken moeten de bekistingspanelen worden losgekoppeld van de gordingen en in een nieuwe
samenstelling worden terug geplaatst. Door de Plus-elementen te prefabriceren (op de bouwplaats) is
een goede opstelling voor prefabricage benodigd. Uit berekeningen in paragraaf 3.3.3 blijkt dat het
opnieuw samenstellen van bekistingspanelen de beste en meest goedkope oplossing is voor de
Verbreding van de Amazonehaven.
• Deelbaar: De opzet van de Plus-elementen is een systeetn wat uit grote samengestelde constructies
bestaat. Deze panelen zijn onafhankelijk te verplaatsen naar iedere gewenste locatie. De
bekistingspanelen kunnen zodanig geplaatst worden dat de Plus-elementen niet opgedeeld hoeven te
worden om een hoek te maken, al moet het verschil tussen de vaste maten van de Plus-elementen en
de lengte tot in de hoek van de kademuur worden opgevuld met losse panelen. Daamaast moet
rekening worden gehouden dat de fixatieposities aan de wal- en waterzijde tegenover elkaar worden
geplaatst. De overgebleven Plus-elementen die niet gebruikt worden, moeten aan de andere zijde van
de hoek geplaatst worden om stortnaden te voorkomen. De hoek wordt zo in een stort gemaakt. De
bekistingspanelen worden gekoppeld met een schamierende bekisting.
• Deelbaar II: De kopbekisting moet deelbaar worden uitgevoerd wanneer de kopbekisting moet
kunnen blijven staan terwijl dat de pennen van de deuvels aangebracht zijn in de wapening naar de
volgende moot, zoals bij het stuk kopbekisting op pagina 53 is toegelicht. De kopbekisting is deelbaar
gemaakt doordat bij de pennen twee stukken uitneembaar zijn van de kopbekisting zodat het te
ontkisten is.
• Samenvoegbaar: De Plus-elementen zijn onderling te koppelen met standaard bekistingsklemmen.
• Vervangbaar: Het contactvlak van de bekisting is standaard te vervangen bij systeempanelen voor
nieuw betonplex of eventueel voor beter materiaal zoals kunststof platen.
r
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology BESIX
4 Uitvoeringsplan
Met het uitvoeringsplan wordt met de ontworpen bekisting een kademuur geproduceerd, waar de productie
aan de gestelde eisen voldoet. Onderstaand zijn de eisen aan het uitvoeringsplan weergeven:
s:: s:: <IJ <IJ "' "' s:: ~ <IJ
# ~ Kademuurprodudtie
1 X Kademuur van 39 moten in maximaal 37 weken produceren. 2 X Bekisting waarmee een kademuur geproduceerd kan worden. 3 X De stalen deuvels die de moten koppelen moeten aangebracht kunnen worden zonder dat
vlecht- of bekistingswerk onderbroken hoeft te worden. 4 X Maatafwijkingen in de kademuur moet ~ 7 mm (zekerheid van 98%). 5 X Betondekking moet volgens het antwerp gerealiseerd kunnen worden. 6 X Productietijd reduceren om zo snel mogelijk te kunnen opleveren; 7 X De kosten van de huur, opbouw en aile bekistingsactiviteiten mogen niet boger zijn dan €60
per vierkante meter bekistingsoppervlakte.
4.1 Activiteiten binnen de betoncyclus
De betonnen kademuur wordt per moot ter plaatse op de bouwplaats geproduceerd volgens de
gietbouwmethode. De uitwerking van het opbouwen van de bekisting is terug te vinden in Bijlage 17. De
uitwerking van de stortcyclus komt in paragraaf 4.2 aan bod. De kopbekisting wordt op de overgang van de
betonnen moten geplaatst als kopschot. De traditioneel-Plus elementen worden geplaatst op de stortpositie
met behulp van een rupskraan en worden gefixeerd met centerpennen door de betonnen kademuur.
De activiteiten die worden uitgevoerd tijdens de "Verbreding van de Amazonehaven" om de kademuur van 39
moten in maximaal 37 we ken te produceren zijn in het SADT-schema op de volgende pagina weergeven. Het
SADT-schema is gebruikt om te bepalen welke activiteiten uitgevoerd met het traditioneel-Plus systeem.
Activiteiten die niet zijn gewijzigd ten opzichte van de werkelijke uitvoering zijn zo aangeduid in het SADT
schema. Het produceren van de betonnen kademuur bestaat uit onderstaande activiteiten en is in
hoofdprocessen niet gewijzigd ten opzichte van de uitgevoerde observaties bij de Verbreding van de
Amazonehaven.
Wanneer het SADT-schema wordt vergeleken met de schema's gemaakt op basis van de observaties in Bijlage
2, wordt een groot voordeel gehaald in (3) het opbouwen van de bekisting door minder handelingen en is (4)
het aanbrengen van de bekisting en (6) het ontkisten parallel uit te voeren.
3 days Tue 16-4-13 Thu 18-4-13 5 days Fri 19-4-13 Thu 25-4-13
3 days Fri 26-4-13 Wed 1-5-13
3 days Thu 2-5-13 Mon 6-5-13
3days Fri 10-5-13 Tue 14-5-13
3 days Wed 15-5-13 Fri 17-5-13
3 days Tue 21-5-13 Thu 23-5-13
5 days Fri 24-5-13 Thu 30-5-13
3 days Fri 31-5-13 Tue 4-6-13
3 days Thu 6-6-13 Mon 10-6-13
3 days Tue 11-6-13 Thu 13-6-13
3 days Fri 14-6-13 Tue 18-6-13
3 days Thu 20-6-13 Mon 24-6-13
3 days Tue 25-6-13 Thu 27-6-13
3 days Fri 28-6-13 Tue 2-7-13
3 days Wed 3-7-13 Fri 5-7-13
3 days Mon 8-7-13 Wed 10-7-13
3 days Thu 11-7-13 Mon 15-7-13
3 days Tue 16-7-13 Thu 18-7-13
3 days Mon 22-7-13 Wed 24-7-13
2.3
Figuur 4.3: Overall planning productie betonnen kademuur: be ton cyclus. De vorm geeft een zeer seriematig werk aan. Dat betekend dat een vertraging in een onderdeel directe invloed heeft op de opleverdatum. Om het complete project in een andere volgorde uit te voeren valt buiten de betoncyclus en daarom buiten het afstudeerproject. De opleverdatum wordt volgens deze planning 24 juli 2013.
4.2.1 Het tijd-weg-diagram
Vanuit de geplande tijd is aan de activiteit een locatie toegewezen, waarmee inzichtelijk wordt op welke
locaties gewerkt wordt op een zeker moment. Om deze Tijd-weg-diagrammen te kunnen maken zijn uitgebreide
softwarepakketten te koop, maar in het dit ontwerprapport is gebruik gemaakt van Microsoft Excel. Aan de
zijkant zijn de nummers van de betonmoten die geproduceerd moeten worden geplaatst. Aan de bovenzijde is
de tijd geplaatst. In het tijd-weg-diagram is vervolgens in het blauw het vlechtwerk te zien, wat gebaseerd is op
de vlechtsnelheid zoals uitgevoerd op bij de "Verbreding van de Amazonehaven". Voorafgaand is in het oranje
tijd gereserveerd om de positioneerpunten uit te zetten. De stortcyclus en kraangebruik zijn weergeven in het
diagram, zodat te zien is wanneer een stort plaats vindt en of de kraancapaciteit voldoende is.
TU/ e Technlsche Unlversltelt Elndhonn University of Technology
Maken betonnen kademuur
·" .. ,~, . pl· -,1, '(37 weken) :30-7-2013
oktober 2012 november 2012
l
· ~ ~ ~:~t 1 ! HI • I Moot2 ! Moot3 ! Moot4 ! MootS !
·- - -- . . .. ..
Moot6 ! Moot7 ! MootS ! Moot9 ! Moot 10 ! 1--Moot 11 ! Moot 12 ! Moot 13 ! Moot 14 i Moot 15 i Moot 16 i Moot 17 i Moot 18 i Moot 19 i Moot 20 L . ....
Tijd-weg-diagram Vlechtwerk en betoncyclus Verbreding van de Arnazonehaven
december 2012 januari 2013
~ ~ I ~
It m ~ ~
I
.
---
- - -
BESIX.
februari 2013 maart 2013 april2013 mei2013 juni 2013 juli 2013
'
~ . ... - -. --
[J -- -- - --- .. ---- f-
~ ~ ~ , !
I
·- ' ~ . • I ' ~
- r-
p ~ ~ i L I ,_ ·--
· ~ ~ ' ..
. rw ~1 I •• - - ---, ~ 1., ~ ~ ~ lift '-I ..
1:1 I I [J l ~ · ~ \ • • · ~~ ~ ~ ~ I
en positioneerpunten IEinddatum: 24-07-2013
Opgest eld door: Olivier Sauer
BESIX TU/e 4.2.2 Productie van de cyclus volgens planning
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De activiteiten binnen de betoncyclus zijn weergeven in de volgende reeks afbeeldingen. De gevisualiseerde
activiteiten zijn de belangrijkste momenten van de betoncyclus.
Vlechtwerk bij start betoncyclus. Moot 1 en 2 zijn gevlochten. Tussen moot 1 en 2 is de kopbekisting al
aangebracht. Datum: 30-10-2012. Op het startpunt van moot 1 wordt een eenmalige kopbekisting geplaatst.
~ ...
Het aanbrengen van de bekisting wordt gestart zodra deze is opgebouwd en start op 30-10-2012. Ieder
samengesteld pan eel wordt tijdelijk gestabiliseerd met een schoor op een Stelcon-plaat.
I
/ Op 30 en 31-10-2012 wordt de bekisting aangebracht. Zodra de bekistingspanelen zijn geplaatst worden de
centerpennen aangebracht. De bekistingspanelen worden aangebracht: waterzijde-walzijde-waterzijde-etc.
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology BESIX
De bekistingspanelen worden gefixeerd door op drie niveaus op 5-11-2012 centerpennen aan te brengen.
Het storten van beton gebeurd zodra de bekisting gefixeerd is en op aile zijden goed is afgesloten. Dit gebeurd
op 6-11-2012 en duurt de gehele dag. De stort wordt uitgevoerd met behulp van een betonpomp. Na de stort
wordt de bekisting een dag ongemoeid gelaten om het beton te Iaten uitharden.
Parallel aan de activiteiten op moot 1 wordt tussen moot 2 en moot 3 een kopbekisting aangebracht zodra het
vlechtwerk op moot 3 start. Het exacte moment is terug te vinden in het tijd-weg-diagram (paragraaf 4.2.1).
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De fixaties aan de bekistingspanelen worden los gema.akt op 8-11-2013. De cydus van de eerste stort zal6
werkdagen hebben gekost.
De bekisting wordt met de kraan van het verharde beton afgehaald.
De bekistingspanelen worden opgetild.
n 1._
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
En vervolgens wordt de bekisting bij de volgende moot geplaatst en tijdelijk gefixeerd.
BESIX
Vervolgens wordt moot 2 geproduceerd volgens voorgaande stappen in 5,5 dagen tussen 09-11-2012 en 19-
11-2012. Het stortgereed maken van de bekisting kost minder tijd omdat veel kantlatten en dergelijke al zijn
aangebracht bij moot 1.
Na moot 2 zal moot 3 volgen en wordt geproduceerd in 5 dagen. Deze tijd is verminderd door met het
aanbrengen van de bekisting met een andere ploeg direct de centerpennen aan te brengen.
l
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
" Vervolgens wordt moot 4 geproduceerd in 4 dagen. De reductie is terug te vinden uit
de cyclus is gehaald. Deze wordt parallel geplaatst gedurende het vlechtwerk. Het vlechtwerk heeft voldoende
voorsprong om onafhankelijk vooruit te kunnen lopen. Om deze werkwijze te kunnen hanteren is een tweede
kopbekisting noodzakelijk. Daamaast zijn de activiteiten om het vlechtwerk stortgereed te maken geheel uit
de cyclus gehaald doordat een ploeg het vlechtwerk gereed kan maken op het al gereedstaande vlechtwerk, in
dit geval op moot 5 en 6.
4.2.3 Cyclus van drie dagen
In de opvolgende cycli wordt de tijd om te ontkisten zoveel mogelijk verminderd. Dit wordt gedaan door de
bekistingspanelen waarbij de fixaties zijn losgehaald deze direct te gaan verplaatsen. Uiteindelijk zal de
volgende cyclus vanaf moot 11 uitgevoerd worden:
De bekisting Staat vast op de geproduceerde moot. Ploeg 1 start met het lossen van de centerpennen en de
kraan houdt ieder Plus-element vast. Ploeg 2 haalt de bekisting los van het bet on en begeleid de pane len naar
de nieuw te storten moot. De panelen worden tegen de bekisting geplaatst en met schoren tijdelijk
gestabiliseerd. Ploeg 3 fi.xeerd vervolgens de bekistingspanelen op de nieuwe moot. Gelijktijdig heeft Ploeg 1 al
de volgende Plus-elementen los gehaald en plaatst Ploeg 2 de bekistingspanelen bij de nieuwe moot. Alle drie
de ploegen bestaan uit 4 timmerlieden. Daarnaast wordt een mobiele telerupskraan gebruikt.
Dag
Uren
A;o,,hr·Pn<>Pn fixaties
Beton storten
Uitharden beton
1 2
1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7
3
1 2 3 4 5 6 7 8
Uiteindelijk moet het werken volgens deze planning en werkvolgorde ervoor bijdragen dat de productie van de
kademuur op tijd wordt opgeleverd, ten minste binnen 37 weken na starten van het betonwerk om aan de
gestelde eis te voldoen. De opleverdatum volgens de gemaakte planning en werkvolgorde ligt op 36 weken na
de start van het project. In dit tijdspad zijn alle te verwachten verlet- en vakantiedagen opgenomen.
I _, 74 L
T U I Technische Universiteit Eindhoven e Un iversity ofTechnology
4.2.4 Statistische toetsing met de PERT-methode
BESIX
Voor de toetsing van de planning wordt gewerkt met een toetsing volgens de PERT-methode. Met deze
techniek wordt een berekening uitgevoerd over het te verwachten oplevermoment. Een verdere toelichting
over PERTwordt gegeven in Bijlage 23. Deze systematiek is gekozen aan de hand van overleg met een van de
planners bij Besix6, waar ook een Monte-Carlo analyse geschikt zou zijn geweest.
De te verwachten planning is zoals deze al eerder te zien is geweest in de planning en het tijd-weg-diagram. De
optimistische planning is gebaseerd op de te verwachten planning, maar in de optimistische situatie ontstaat
geen verlet door weersomstandigheden. De pessimistische situatie bestaat uit vertragingen in het vlechtwerk
en vertragingen in het uitharden van het beton. Het vlechtwerk kan vertragen doordat wapeningsstaal te laat
wordt geleverd, prefab onderdelen niet passen of in te storten onderdelen onnauwkeurig aangebracht worden.
Vertragingen kunnen ontstaan in de levering van het beton door te koude omstandigheden, maar ook het
uitharden kan uitlopen tot twee voile dagen.
Uiteindelijk geeft de berekening een te verwachten opleverdatum van 16 juli 2013. In Bijlage 24 is de verdere
onderbouwing te zien, waarin de ingevoerde data en verwerkingstijden zijn te zien voor de optimistische, te
verwachten en pessimistische situatie. De berekende waarden zijn in dezelfde tabel te zien, waar de
uiteindelijk te verwachten opleverdatum uit voort komt. De berekende opleverdatum moet v66r de te
verwachten opleverdatum liggen, omdat deze berekend is met een optimistische, pessimistische en te
verwachten planning in een gewogen systeem.
Had de berekende datum na de uiterst toegestane datum gelegen, de 37 weken na de start, dan hadden
maatregelen genomen moeten worden om de pessimistische planning te verbeteren, zoals de kans op
vertragingen wegnemen door technische of andere maatregelen.
6 J. de Jong- Planner bij Besix Nederland
f l
BESIX TU/e 4.3 Montageplan
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De betonnen kademuur moet met de juiste vorm en op de juiste positie geproduceerd worden. Om dat te
verwezenlijken is dit montageplan opgesteld wat zich richt op de nauwkeurigheid van het aanbrengen van de
bekisting. Immers wordt bij een in-het-werk-gestorte constructie de vorm bepaald door de positie en
vormvastheid van de bekisting. Dit montageplan is verdeel in het positioneren, fixeren en uitzetten van de
bekistingspanelen. Het uitzetten is in de uitvoering de eerste activiteit, terwijl in de planvorming eerst bepaald
is wat op welke manier gepositioneerd moet worden voordat kan worden bepaald hoe het uitzetplan eruit
moet komen te zien. Het vlechtwerk is niet opgenomen in het montageplan. Het vlechtwerk moet binnen de
uiterste maten worden aangebracht, binnen de uitgezette markeringen, waarbij de maatafwijkingen naar
binnen toe mogen optreden, maar niet naar buiten toe.
Zoals in paragraaf 3.3 behandeld is, is het bekistingsontwerp van de in te zetten bekistingsconstructie stijf
genoeg om aan de esthetische eisen te kunnen voldoen van maximaal 7 millimeter afwijking per 2.000
millimeter. De kopbekisting kent een maximale uitbuiging door betondruk van 4 millimeter en de
wandbekisting kent een uitbuiging van 3,6 millimeter. Echter kan door een onnauwkeurige uitvoering de
gehele maatnauwkeurigheid verloren gaan waardoor alsnog niet aan de esthetische eisen wordt voldaan.
4.3.1 Positioneren kopbekisting
.· 1-·
Figuur 4.4: De kopbekisting staat uit een onder- en een bovenstuk, waar
rood het onderstuk is en blauw het bovenstuk. Deze twee onderdelen
worden los van elkaar aangebracht. Dit verzorgt dat maatafwijkingen niet
extrapoleren van het onderstuk naar het bovenstuk of andersom en het is
eenvoudiger om twee delen aan te brengen doordat een deel in het geheel
onder de combiwand en een deel in het geheel hoven de combiwand wordt
aangebracht. Verticale maatafwijkingen in de combiwand kunnen zo
worden opgevangen door een naad te creeren op dezelfde positie als waar
de combiwand eindigt.
Wanneer bovenstaande 3D pijl op de naastgelegen afbeelding wordt geprojecteerd is de richting van de
blauwe pijl de hoogte richting, de rode pijl weergeeft de langs richting en de groene pijl de diepte richting.
Binnen het positioneren moet op de volgende pun ten de bekisting worden gepositioneerd:
.,, •• .A .•. .___ *' r
I I -Figuur 4.5: Positioneerpunten op de binnen en buitenzijde van de kopbekisting. Vijf positioneerpunten bepalen de diepte van de wandbekisting doordat dit element niet voldoende eigen stijfheid kent voor minder pun ten. De hoogte wordt bepaald met twee pun ten en de lengte met een punt.
f
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University oflechnology BESIX
Tabel4.1: Positioneren en monteren van de kopbekisting. Definitieve montage wordt nietgedaan, het betreft een bekisting die weer verwijderd moet worden. PMit...__ Richting: H (hoogte), L (langs), D (diepte) D D D D D H H L Positioneerpunt nummer: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Positioneerpunt bestaat uit: - Oppervlak van het element X X X X X X X
- Vaarziening ap/in element X
- Markering uitgezet ap element Referentie bestaat uit: - Markering, resultaat van uitzetwerk - Aanslag, gesteld, niet-nastelbaar X X X X X
- Aanslag, gesteld, nastelbaar X
- Aangrenzende constructie X X
- Eigen appervlak; telaad/waterpas Positioneer principe: - Gedwangen pasitianeren X X X X X X X
- Stellen X
Stelmaatcorrectie: -Zander, stelmaat = antwerpmaat X X X X
- Individuele afwijking (gemeten) - Systematische afwijking (gemeten) X X X X
- Defarmatie (berekend)
v..,a..t .. door middel van: Materiaal: bauten, maeren
Materieel: - Kraan X X X X X X X X
- Kaevaet, staatijzer X
-Schaar, stem pel X X X
.__ Welke positie? Globale positie Exacte positie Exacte positie Welk stadium? Tijdelijk Tijdelijk Definitief Richting: . a L D H L D H L D Fixatiewijzen: Draag - zwaartekracht X X
Draag - materiaalverbinding X
Draag- materieel X X X
Nat - martel, lijm
10
Figuur 4.5 en Tabel4.1laten heiden zien dat de positioneerpunten voor de diepterichting zijn gekozen op het
oppervlak van het element (de kopbekisting). De hoogte wordt bepaald door de aangrenzende constructie, de
gestorte en gewapende werkvloer. Voor de lengterichting is een markering aangebracht op de kopbekisting,
die gelijk gesteld wordt met een uitgezette markering. Een gedetailleerde, gevisualiseerde uitwerking is terug
te vinden in Bijlage 18.
De pun ten die de diepterichting bepalen zijn betonnen afstandhouders die gemonteerd worden aan de
wapening, maar niet op een vaste maat vanaf de wapening worden geplaatst, maar onafhankelijk op de maat
ten opzichte van het antwerp worden geplaatst De positie van de kopbekisting wordt op positioneerpunten 3,
4 en 5 aangebracht met behulp van drie tijdelijke schoren die over de stalen kist worden geklemd.
De hoogte bestaat uit een werkvloer die lokaal nauwkeurig wordt aangebracht. Op de positie waar de
kopbekisting moet komen te staan wordt de werkvloer gestort en afgestreken ten opzichte van een
1
BESIX T U I Technlsche Universiteit Eindhoven e University ofTechnology
nauwkeurig geplaatste houten strook. De positie in de lengterichting wordt gecorrigeerd met behulp van de
kraan en door het personeel met behulp van een stootijzer.
De tijdelijke fixatie op de globale positie gebeurd in de hoogte- en langs richting door
de zwaartekracht, de kopbekisting wordt geplaatst op de gewenste positie. De
diepterichting wordt globaal gepositioneerd door de kopbekisting te plaatsen tegen
betonnen afstandhouders die aan de wapening gemaakt kunnen worden. Figuur 4.6: Betonnen afstandhouder.
Voor de exacte positie wordt tegen het opdrijven de bekisting aan de zijkanten gefixeerd aan de kopbekisting
en aan de werkvloer. De langs richting wordt ook gefixeerd aan de wandbekisting, maar in deze richting vindt
geen krachtwerking plaats. Om de positie vast te houden in de diepterichting wordt de kopbekisting gefixeerd
aan de wandbekisting en wordt een steunpunt aangebracht vanuit de wapening van de volgende moot.
4.3.2 Positioneren wandbekisting
De wandbekisting bestaat uit de twee delen, een panelenconstructie voor aan de waterzijde en een
panelenconstructie voor aan de walzijde van de kademuur.
De wandbekisting kent de onderstaande positioneerpunten
Figuur 4. 7: De wandbekisting om de kademuur mee te produceren. Voor het positioneren van de bekisting is de richting van de blauwe pijl de hoogterichting, de rode pijl de langs richting en volgens de groene pijl de diepterichting.
Figuur 4.8: De bekistingspanelen moe ten in drie richtingen gepositioneerd worden.
De bekisting aan de waterzijde wordt met een punt in de langs richting gepositioneerd, met twee punten in de
hoogte en met drie punten in de diepte richting. De bekisting aan de walzijde heeft meer positioneerpunten
nodig doordat dit een 3D-constructie is. Om rotatie van de bekisting te voorkomen wordt in de lengte richting
op twee pun ten gepositioneerd en de hoogte op drie pun ten. De diepte wordt op drie pun ten gepositioneerd.
78
J
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology BESIX
1. Positioneren van de wandbekisting aan de waterzijde
Tabe/4.2: Positioneren van de wandbekisting aan de waterzijde. Definitieve montage wordt niet gedaan, het betreft een bekisting die weer verwijderd moet worden. P•it.._ __ waa ..... tlal wat .. ijae Richting: H (hoogte), L (langs), D (diepte) D D D H H L Positioneerpunt nummer: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Positioneerpunt bestaat uit: - Oppervlak van het element X X X X X X - Voorziening op/in element - Markering uitgezet op element Referentie bestaat uit: - Markering, resultaat van uitzetwerk - Aanslag, gesteld, niet-nastelbaar X - Aanslag, gesteld, nastelbaar X X - Aangrenzende constructie X X X - Eigen oppervlak; telood/waterpas Positioneer principe: - Gedwongen positioneren X X X X X - Stellen X Stelmaa tcorrectie: - Zonder, stelmaat = ontwerpmaat X X X - Individuele afwijking (gemeten) X X X - Systematische afwijking (gemeten) - Deformatie (berekend)
V ...... t ... door middel van: Materiaal: bouten, moeren X X Materieel: - Kraan - Koevoet, stootijzer X - Schoor, stem pel X
....... Welke positie? Globale positie Exacte positie Exacte positie Welk stadium? Tijdelijk Tijdelijk Definitief Richting: H L D H L D H L D Fixatiewijzen: Droog- zwaartekracht X X Droog- materiaalverbinding Droog- materieel X X X X Nat - mortel, lijm
De bekisting wordt in de hoogte richting op de werkvloer geplaatst. De te verwachten vlakheid van de
werkvloer is voldoende omdat het vloeibare beton binnen de wandpanelen wordt gestort. Het vloeibare beton
is uit te vlakken totdat het vlak en tot de juiste hoogte wordt aangebracht, zoals in stap 4 is toegelicht bij het
positioneren van de kopbekisting (Bijlage 18). De werkvloer wordt ten opzichte van een op hoogte
aangebrachte bekisting zo nauwkeurig mogelijk aangebracht.
De langs richting wordt gepositioneerd door de bekisting tegen de kopbekisting te plaatsen. Verplaatsingen
worden met de kraan en het stootijzer uitgevoerd. Vanaf de kopbekisting worden de wandpanelen geplaatst
totdat een overlap naar de vorige moot gecreeerd is.
BESIX T U I Technische Universiteit
e Eindhoven University ofTechnology
De diepte van de hekisting wordt gepositioneerd met een verstelhare aanslag aan de werkvloer en door met
hetonnen afstandhouders de hekisting gedwongen te positioneren. De verstelhare aanslagen zijn vulplaten om
de centerpennen die door de werkvloer heen zijn gefixeerd aan de comhiwand De hetonnen afstandhouders
worden geplaatst nadat de wapening is aangehracht zodat de hovenzijde gedwongen gepositioneerd wordt.
De onderzijde wordt geplaatst met de hijskraan op de centerpennen en werkvloer. De hekisting wordt
aangesloten door de centerpenmoeren aan te draaien waardoor de hekisting de laatste millimeters verplaatst.
De hovenzijde wordt gecorrigeerd door een schoor aan te draaien die de hekisting tijdelijk stahiliseren.
Het fixeren gaat in de tijdelijke glohale positie in de hoogte en langs richting met het eigen gewicht op de
werkvloer. De diepterichting wordt onderaan de hekisting met centerpennen vast gezet en hoven met een
schoor gestahiliseerd. De exacte positie wordt vervolgens gefixeerd met centerpennen onder, midden en hoven
in de hekisting om zo de hekistingspanelen in aile richtingen te fixeren. De onderste rij centerpennen
voorkomen dat de hekisting gaat opdrijven, aile drie de rijen centerpennen fixeren de hekisting in de diepte. In
de langs richting ontstaat geen kracht, maar ook dit wordt gefixeerd met de centerpennen. Daamaast wordt
de hekisting gekoppeld aan de kophekisting, maar dit is voor de fixatie van de kophekisting, niet voor de
wandhekisting.
De exacte fixatie in het midden en aan de hovenzijde van de hekisting wordt gedaan gedurende het monteren
van de hekisting aan de walzijde. Deze fixaties (de centerpennen) functioneren voor heide hekistingen
gelijktijdig. Een gevisualiseerd stappenplan is weergeven in Bijlage 19.
2. Positioneren van de wandbekisting aan de walzijde
Om de wandhekisting aan de walzijde te kunnen positioneren is, net zoals hij de waterzijde, per
positioneerpunt vastgesteld wat voor punt dit is en hoe het functioneert in het plaatsen, stellen en fixeren.
Tabel4.3: Het positioneren van de wandbekisting aan de walzijde. Definitieve montage wordt niet gedaan, het betreft een bekisting die weer verwijderd moet worden. Positioneren wandbelcisting wabijde Richting: H (hoogte), L (langs), D (diepte) D D D H H H L L
Positioneerpunt nummer: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Positioneerpunt bestaat uit: - Oppervlak van het element X X X X X X X X
- Voorziening op/in element
- Markering uitgezet op element Referentie bestaat uit: - Markering, resultaat van uitzetwerk
- Aanslag, gesteld, niet-nastelbaar X X X
- Aanslag, gesteld, nastelbaar X X X
- Aangrenzende constructie X X
- Eigen oppervlak; telood/waterpas Positioneer principe: - Gedwongen positioneren X X X X X X X X
- Stellen
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De bekisting wordt op de afstandhouders van de getrapte wapening geplaatst. Aile positioneerpunten op de
bekisting liggen in het oppervlak van de bekisting zelf. Het positioneren in de diepterichting gebeurt met
vooraf op maat geplaatste betonnen afstandhouders. In de hoogte richting wordt eveneens met betonnen
aftandhouders gewerkt, maar in dit geval zijn deze wei verstelbaar door hier wat op te leggen. De langs
richting wordt bepaald door de bekisting tegen de gestelde kopbekisting aan te plaatsen. Voor zowel de hoogte
als de diepte worden drie positioneerpunten gebruikt doordat dit product kritisch in de rotatie is. Wanneer de
hoogte in een van de stellijnen niet vlak is extrapoleert dit door naar de volgende delen.
Het verplaatsen in de diepte en hoogte richting wordt gedaan met behulp van de hijskraan tegen de gestelde
aanslagen. De langs richting wordt verplaatst door de bekisting met de kraan te plaatsen en met het stootijzer
de bekisting tegen de kopbekisting te plaatsen. Een gevisualiseerd stappenplan is weergeven in Bijlage 19.
4.3.3 Uitzetplan
Om de markeringen en positioneerpunten uit te kunnen zetten is dit uitzetplan opgesteld. Aan de hand van
een aantal vaste pun ten buiten de bouwplaats wordt de positie op de bouwplaats bepaald. Het Total Station
wordt ten opzichte van de nabij gelegen kolenmengsilo's gepositioneerd. Langs de gehele bouwplaats zijn
constructies nabij gelegen om de positie te bepalen, zoals kolentransportbanden. Bijlage 20 laat het opstellen
van het Total Station op een fragment van de bouwplaatstekening zien.
De wandbekisting is verdeeld in vier bekistingsconstructies per zijde van de kademuur, zoals te zien is in het
antwerp (paragraaf 3.3.1). Voor de productie van deze kademuur worden vier Plus-elementen aan iedere zijde
gebruikt, waardoor de uitzetlijnen ook in vier stukken verdeeld zijn zodat ieder element per stuk
gepositioneerd kan worden. Iedere moot met een andere lengte heeft een andere restmaat, maar het verdere
uitzetten wordt op dezelfde wijze gedaan als bij deze moot. De te nemen stappen om de wand- en kopbekisting
uit te zetten zijn weergeven in het stappenplan in Bijlage 20.
1
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
4.4 Terrein- en transportplan
Dit deelplan bevat de informatie over de terreininrichting en de transportbewegingen die noodzakelijk zijn om
de betonnen kademuur te produceren. Het terreinplan is beperkt tot het gegeven werkterrein en is niet
heroverwogen ten opzichte van de werkelijke uitvoering, zoals geobserveerd tijdens Participerend observeren.
Het transportplan bevat de volgende onderdelen7, wat gebaseerd is op de transportanalysemethode van
Muther voor het ontwerpen van de transportstromen binnen fabrieken:
1. Basisgegevens 2. Classificatie van materialen 3. Vaststellen van de bouwplaats lay-out 4. Analyse en visualisatie van bewegingen
4.4.1 Basisgegevens
De kademuur wordt geproduceerd langs de Amazonehaven en is een langgerekte constructie van ongeveer 1,6
kilometer lang. Vanaf de openbare weg zijn materialen aan te voeren. Rondom de bouwplaats is bij de toegang
nabij moot 1 een hoogtebeperking van maximaal4.00 meter. De bouwweg is niet verhard en bestaat uit zand.
Figuur 4.9: Luchtfoto van de Amazonehaven. Rechts, aan de zuidzijde, is in oranje de nieuwe kademuur A3 van het project Verbreding van de Amazonehaven te zien. De gemarkeerde kademuur is ongeveer 1,6 kilometer lang. De eerste moten van het project A3 liggen het verste weg in de foto, nabij de kolenmengsilo's die op de haven tong staan.
De geometrische informatie is terug te vinden in Bijlage 21 of in het draaiboek behorende bij hoofdstuk 5.
4.4.2 Classificatie van materialen
De belangrijkste material en die gebruikt worden zijn in onderstaande tabellen weergeven met daarbij de
transportwijze. Daarin is onderscheid gemaakt tussen de aanvoer van de materialen, het transport op de
bouwplaats buiten de cyclus, het transport op de bouwplaats binnen de cyclus en de afvoer van material en.
7 Volgens ir. F.J.M. van Gassel- dictaat Uitvoeringstechniek 2 -1999
!82 l. _
J
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology
Tabel4.4: Aanvoer van materiaal en materieel.
Materiaal I Hoeveelheid Bekistingsonderdelen walzijde 24x Domino bekistingspaneel
TU/e Technlsche Universlteit Eindhoven University of Technology
De kraan kan direct naast het opbouwen van de bekistingspanelen worden opgebouwd. De maximale last is 7
ton op een afstand kleiner dan 10 meter. Voor het opbouwen van de bekisting wordt een 40-tons mobiele
kraan ingezet: Sarens- FAUN rtf 40-3
2. Cyclus Bepalen van de transportlengte:
/
Eisen aan de kraan: 7 ton op 22,5 meter; 4,5 ton op 24 meter; niet breder dan ±5 meter; Verplaatsbaar met last in de
kraan; Verplaatsbaar zonder herstempeling in verband met bouwsnelheid.
Liebherr L TR 1100 TD - telescopische rupskraan
.... ..
... "' ..... "' • .. .. .., :II
:II
31
312
lJl
,. ,. •• n
"' .. .. .. ••
r 88
I J
T U I Technische Universiteit e Eindhoven University of Technology BESIX
4.5 Veiligheid, gezondheid en milieu
Binnen dit deelplan worden veiligheidsaspecten met betrekking tot de bekisting behandeld. Daama volgt een
stuk over de omgang met weersomstandigheden rondom de productie van de betonnen kademuur.
4.5.1 Veiligheid
.1. Valgevaar Op en rondom de bekisting zijn loopvlakken en hekken geplaatst zodat personeel niet van hoogte naar
beneden kan vallen.
De bekistingsconstructie is in Figuur 4.17 en Figuur
4.18 weergeven. Aan de constructie zijn aan de
waterzijde, de hoge paneelconstructie, hangsteigers
gemaakt om bij de centerpennen te kunnen komen.
Bovenop de bekisting is zowel aan de waterzijde als
de walzijde een hekwerk gemonteerd zodat het
personeel tijdens de stort niet naar ben eden kan
vallen. De hangsteigers aan de waterzijde worden
bereikt via een ladder, waarmee ook de werkplaats
voor de betonstort te bereiken is. Aan de walzijde
wordt niet naar de werksteigers geklommen. Figuur aanzicht van de hang- en werksteigers op de bekistingsconstructie.
Onderstaande Figuur 4.18 laat een hersluitbare opening zien in de randbeveiliging om op de stortsteiger te
kunnen komen (blauw omkaderd). Aan de rechterzijde is te zien dat de randbeveiliging niet "af' is, omdat hier
de volgende paneelconstructie direct aangesloten kan worden. Het storten van de lagere delen van de "trap"
gebeurd of vanaf de stortsteiger, of vanaf de onderste bekistingsrand. De onderste bekistingsrand is 1200
millimeter vanaf de grond.
Figuur 4.18: Door een hersluitbare opening te maken in de randbeveiliging bij de stortsteiger is de stortsteiger veilig te bereiken met een trapje.
2. Beklemmingsgevaar Het opbouwen van de bekisting gebeurd wanneer de bekistingspanelen plat op de grond liggen. Van valgevaar
is daarom geen sprake, maar wel van beknellingsgevaar. De bekistingsproducten worden met de kraan
aangevoerd en op de grond of op andere panel en gelegd. Om te voorkomen dat lichaamsdelen onder de last
BESIX T U I Technische Universiteit e Eindhoven University ofTechnology
komen vast te zitten mogen tijdens een verticaaltransport enkele de begeleidende timmerlieden de kettingen
of het bekistingspaneel aan de bovenzijde vasthouden. Geen producten of lichaamsdelen mogen om wat voor
reden dan ook onder de last komen. Wanneer iets onder de last in de weg ligt moet eerst de last worden
weggehaald voordat het belemmerende object mag weggehaald worden.
3. Transportveiligheid Het transporteren van de bekistingspanelen is een risico voor beknelling onder de bekistingspanelen wanneer
de bekisting wordt laten zakken. Ook is het een risico dat de bekistingspanelen uit de kraan vallen tijdens
transport of dat losse onderdelen van de bekistingsconstructie of hangsteigers af valt.
Beknelling onder de bekistingspanelen De timmerploeg staat direct in contact met de kraanmachinist
via een walkietalkie, zodat gerichte en duidelijke communicatie
plaats vindt. Zowel in de ploeg onder ling als tussen de ploeg en
de kraanmachinist moet voortdurende communicatie plaats
vinden.
Beknelling tussen de bekistingspanelen Wanneer de bekistingspanelen worden aangesloten tegen de
kopbekisting of andere bekistingspanelen ontstaat een
beknellingsgevaar. Om die reden mag het personeel de bekisting
niet op de hoeken begeleiden aansluiten van de
bekistingspanelen, maar moeten de handen te allen tijde tussen
de randconstructie van de bekistingspanelen blijven.
Bekistingspanelen vallen uit de kraan De bekistingspanelen moeten steeds door dezelfde ploeg worden
aangepikt. De bekistingspanelen worden vervolgens laag over de
grand getransporteerd, tot maximaal een meter hoven de grond.
Wanneer een bevestiging of ketting toch bezwijkt, is de val klein
zodat de valsnelheid laag blijft. Geen enkele reden geeft recht om
onder de bekisting te komen tijdens transport, wat de
transportploeg moet weten.
Losse onderdelen vallen van de bekisting De ploeg die het transport gaat uitvoeren controleert voordat de
of hangsteigers af bekisting wordt aangepikt alle loopsteigers en de
bekistingspanelen op losliggende product en. Producten die niet
bij de bekisting horen worden opgeruimd voor aanpikken.
4.5.2 Aanpassingen tegen verlet
Door aanpassingen in de bekisting door te voeren is het mogelijk om verlet in de betoncyclus te voorkomen.
Daarbij zijn de volgende maatregelen mogelijk tijdens de uitvoering van het project:
Activiteit , Verlet Maatregelen
Beton storten Beton hard onvoldoende uit Contactvlak bekisting sneeuw/ijsvrij houden
J. DO
r
TU/e Tec hnische Universiteit Eindhoven Un iversity ofTechnology BESIX
Wapening sneeuw/ijsvrij houden (verplicht
volgens NEN 6722:2002)
Verwarmde betonspecie aanvoeren;
Bekisting isoleren door 1. Systeempanelen
opvullen met BPS, 2. Bekistingsconstructie afdekken
met isolerende zeilen, 3. Bekistingsconstructie met
loopsteigers afdekken met isolerende zeilen .
. ------------ ., ...
Positioneerpunten
aanbrengen
Opbouwen bekisting
'
Onderkoeling van
personeel, natte kleding
Werken op hoogwerker
onveilig door wind
Onderkoeling van
personeel, natte kleding
Bekisting transporteren/ I Transport niet mogelijk
aanbrengen door te harde wind
Gladheid
Maatregelen voor de stort:
Warmte toevoegen: 1. Onder de isolatiezeilen, 2.
Tussen de bekistingspanelen
Winterkleding verstrekken
Flexibel plannen van deze activiteit, zodra de
wapening gereed is en de wind laat het toe direct
starten.
Winterkleding verstrekken, eventueel
afschermen werklocatie
. Last zo laag mogelijk houden. Echter is hoven
windkracht 6 hijswerk niet meer mogelijk.
Schoenen en handschoenen met goede grip
onder alle omstandigheden verstrekken.
1. Afschermen van personeel en product tegen kou, wind en neerslag Zodra de temperatuur onder de 5 "C dreigt te komen wordt het aanbevolen om maatregelen te nemen in de
bekisting zodat de werkomstandigheden voldoende blijven. Om de temperatuur aanvaardbaar te houden
wordt een tentconstructie op de bekisting geplaatst. Door de permanent aanwezige loopconstructie op de
bekisting is het mogelijk hier een deelbare tentconstructie over te plaatsen, die het beton storten niet
belemmerd. Binnen deze ruimte kan de temperatuur worden verhoogd met luchtverwarming.
l
BESIX TU/e Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
Figuur 4.19: Demontabele steigerconstructie, te monteren aan de stortsteiger.
Figuur 4.20: Met pla:;tic zeilen afgedichte steigerconstructie.
Figuur 4.21: De bekistingsconstructie met demontabele tentconstructie. De hersluitbare stortopening zorgt ervoor dat het beton gestort kan blijven worden. Zowel op de top als op het getrapte deel zijn stortopeningen. Dit zorgt voor warmteverlies, maar de ruimte is beter afgeschermd van kou, neerslag en wind dan zonder de constructie.
Wanneer de tentconstructie wordt uitgevoerd kunnen kosten bespaard worden door dit uit te voeren met
steigeronderdelen en plastic bouwzeilen. Deze afscherming draagt deels bij aan de isolatie van het betonwerk
gedurende de winterperiode, maar wanneer de bekisting wordt verplaatst moet het verse beton alsnog worden
beschermd tegen scheurvorming door de kou. Binnen de strakke cyclus betekent het werken met deze
tentconstructie overwerk, doordat meer handelingen uitgevoerd moeten worden.
2. Voorverwarmen van de werkomgeving Wanneer de tentconstructie op de bekisting is geplaatst kan de binnenzijde van de tent en de bekisting
worden verwarmd met warme lucht. De blazers moeten de bekisting in blazen zodat het vlechtwerk ijsvrij
wordt. Door de thermiek komt de warme lucht vanzelfbovenin de tent. De stortopeningen zijn in deze fase
dicht, met enkele kleine openingen voor condens. Bij temperaturen onder het vriespunt zal de omgeving tot
maximaal S"C worden verwarmd, zodat het verschil met buiten niet te groot wordt. Binnen de strakke
cyclustijd zal na het plaatsen van de bekisting de verwarming worden geactiveerd, om's nachts alles te
ontdooien.
I 92 L
TU/e Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
5 Uitvoeringsinstructies
BESIX
De uitvoeringsinstructies drag en bij aan een beter verloop van de uitvoering, zodat de cyclustijden zoals
gepland niet vertragen door een te kort aan informatie. De uitvoerende ploegen kunnen direct teruggrijpen op
de uitvoeringsinstructie zodat de ploeg niet stil komt te staan. Om een goede instructie te bieden zijn de
onderstaande eisen aan de uitvoeringsinstructies opgesteld:
~ ~ Q)
Q) "' "' ~
i.t3 Q)
# ~ Informatie
17 X Per hoofdactiviteit van de cyclus de beste combinatie van de verschillende handleidingen van TU/e - UT, IKEA, LEGO, Hornbach en Marantz samenstellen.
18 X Hoofdactiviteiten weergeven in het sjabloon volgens de hoogst gewaardeerde weergavecombinatie, volgens bijlage 26.
19 X De hoofdactiviteiten van de cyclus gebundeld weergeven.
De hoofdactiviteiten van de cyclus zijn weergeven in het SADT-schema in hoofdstuk 4 en worden uitgewerkt
tot een draaiboek volgens het uitgevoerde onderzoek naar het overbrengen van informatie van
werkvoorbereiding naar timmerploeg.
Enkel onderdelen die zijn aangepast in dit afstuderen ten opzichte van de werkelijk uitgevoerde activiteiten
zijn gepresenteerd in het draaiboek. Onderdelen die niet zijn gewijzigd, zoals het vlechtwerk aanbrengen, en
het ontgraven van het werkterrein zijn niet opgenomen in het draaiboek. De wijze van het beton storten is
niet aangepast, het moment wanneer het gebeuren moet wei. De activiteiten behorende bij de stort zijn
daarom niet opgenomen in het draaiboek, maar de stortdata, stortsnelheid en het te gebruiken materieel wei.
Dat zijn de volgende punt en uit het SADT -schema:
SADT # Omschrijving
2.1/2.7 Montageplan en uitzetplan voor de maatvoerder. Geen Volgens weergave "positioneren"
aanvullingen noodzakelijk.
2.6
3.
4.
5.
6.
Aanbrengen positioneerpunten
De opbouw van de bekistingsconstructie, plus de
volgorde van laden/lossen van de vrachtwagen.
Bekisting aanbrengen 7 In de cyclus waar drie dagen
per cyclus wordt gerealiseerd. -m•o••-•"••-·• •-• """"""""'"" ~ •. ._,,,,,_,
Het beton storten wordt eenvoudig gepresenteerd;
deze is niet gewijzigd ten opzichte van de observaties.
Ontkisten van de bekisting 7 In de cyclus waar drie
dagen per cyclus wordt gerealiseerd.
Volgens weergave "fixeren/fixaties
verwijderen"
Volgens "positioneren" en
"productievorm wijzigen"
Volgens "positioneren" en "fixeren"
Volgens "accumuleren"
Volgens "ontkisten"
In Bijlage 26 zijn de gemaakte combinaties te zien waarmee de weergavestructuur is bepaald per
hoofdactiviteit.
5
2
3
4
BESIX TU/e 5.1 Draaiboek
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De hoofdactiviteiten van de stortcyclus zijn opgenomen in het draaiboek behorende bij dit afstudeerrapport.
Dit draaiboek is als los document gepresenteerd zodat dit als los onderdeel bruikbaar is voor een timmerploeg.
Volgens onderzoek is voor bepaalde onderdelen tekst nodig. Aile teksten zijn in het Engels weergeven om de
instructie zo goed mogelijk leesbaar te maken binnen Europa. Dit gaat vooral om afmetingen, afstanden en
namen van materialen en materieel. Activiteiten zijn volgens het onderzoek visueel en genummerd weergeven.
Onderstaand zijn een aantal pagina's in het Nederlands weergeven en daaronder zijn in een tabel de
genummerde aanduidingen toegelicht.
1. Voorpagina hoofdactiviteit
1
..
Start
F
lx
12Bx
4x
Bx
8x
32x
2x
PLAATSEN VAN DE WANDBEKISITNG ZIJDE E, MOOT X 4 3 1 .. ______ _
Kraan 7tcm~22m
Vulpaten D·28mm
Plus-paned wandbekisting H
Betcmplaat LxB -2x1
Scher en 4.0-4.8m
Centerpennen L-1150/ 550
Steeksleutel. M50
Resultaat
7
8
9
10
11
6 -----•vemion rbte: IB-nov-2013
r .94L___
TU/e Techn ische Universiteit Eindhoven Un iversi ty of Technology BESIX
1 Naam boofdactiviteit
2 Afbeelding beginsituatie
3 Verdeling binnen de boofdactiviteit aangeduid met een letter, omcirkeld wordt bebandeld.
4 Totaal van bet materiaal!materieel benodigd voor deze boofdactiviteit
5 Afbeelding eindsituatie, na uitvoering van de boofdactiviteit
6 Datum van de versie van bet draaiboek.
7 Aanduiding van de positie waar berbaalde deelactiviteiten zicb afspelen, in de volgorde van de
nummering, dus startende bij 1, eindigend bij bet boogste nummer.
8 Aanduiding moten en mootscbeiding.
9 Aanduiding waar bet eindresultaat komt te staan.
10 Aantal keer dat deelactiviteiten worden uitgevoerd en welke in de iteratie zijn opgenomen.
11 Positie van de deelactiviteiten, correspondeert met 7.
13
14
17
12
13
14
15
16
17
18
Technische Universiteit Eindhoven BESIX TU/e University of Technology
2. Deelactiviteit binnen hoofdactiviteit
2I Betonnen LI:BIH- 250x50:~:50
afstandhouder
..
20
15
16
----·~~~ Drtum: OS.nov-2013
Materiaal en materiel benodigd in deze stap. Indien benodigd zijn de maten, gewicht of
draagcapaciteit toegevoegd.
Code van de activiteit. De letter is de hoofdactiviteit, de nummering is de deelactiviteit.
Afbeelding die de situatie weergeeft en welk materiaal!materieel op welke positie wordt
aangebracht/verplaatst.
Deel van de situatie waar een vergroting van is weergeven (zie 10).
Een detail van het resultaat van een activiteit. Groen met een vinkje geeft aan dat de activiteit
volgens die afbeelding een correct eindresultaat kent, Rood met een kruis geeft aan dat de activiteit
volgens die afbeelding een incorrect eindresultaat kent.
Datum van de versie van het draaiboek.
Visualisatie van de locatie waar de deelactiviteit zich binnen de cyclus afspeelt.
18 19
21
22
TU/e Technische Universiteit Eindhoven Un iversity ofTechnology BESIX
19 De letter van de codering van de activiteit. Dit is weergeven in de locatietekening zodat kenbaar is
waar welke activiteiten plaats vinden.
20 Aanduidingen binnen de situatietekening. Zo is de scheiding tussen twee moten aangeduid en
omliggende constructiedelen benoemd. Eventueel zijn afmetingen of groottes aangegeven
21 Detailoverzicht van een deel van de situatie om maatvoering, aanslagpunten of andere details te
weergeven.
22 Bewegingslijnen geven aan dat een onderdeel aangebracht wordt en laten globaal zien vanaf welke
zijde indien hiervoor meerdere mogelijkheden zijn.
1
23
24
25
26
BESIX TU/e Technl~che Univer~itelt Eindhoven University of Technology
3. Detailactiviteit met bewegingen en aanduidingen
Bx Centerpennen L•2.500mm
8x Centerpennen L·BOOmm
2x Steelcsleutel MSO
24
26
23
25
Datum: 11!-nD¥-2013
Markeringsgebied waar een activiteit plaats vindt.
Beweging van het materieel volgens de pijl.
Wat moet in het markeringsgebied aangebracht worden, indien het een specifiek object betreft.
Roterende beweging om het materieel aan te brengen. Groen is vastdraaien, rood is losdraaien
(zie draairichting).
T U I Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology
5.2 Draaiboek in de praktijk
BESIX
Het draaiboek geeft activiteiten voor de productie van de betonnen kademuur weer. Hierin wordt het
positioneren, aanbrengen en fixeren van de bekisting gepresenteerd. Ook wordt basisinformatie over de
betonstort weergeven en volgt de wijze hoe ontkist moet worden. Als eenmalige activiteit buiten de cyclus
wordt het opbouwen van de bekisting uitgelegd zodat dit soepel zal verlopen. Onderstaande Figuur S.llaat de
activiteiten die worden uitgevoerd voor de kademuur zien en maakt onderscheid in de activiteiten die zijn
weergeven in het draaiboek.
i Maken betonnen li
kademuur
-·· -.. ____________ _j - 39 iteraties -
----- 1
Ontgraven Vlechtwerk aanbrengen - :
Bekisting aanbrengen
Beton storten J-~ Bekist ing ontkisten ~ r I
4 , 61
Opbouwen bekisting J-----__J
3
Figuur 5.1: Schematische weergave van de hoofdactiviteiten in het maken van een betonnen kademuur. De blauwe markering geeft de cyclus van het bekisten a an, oranje geeft de eenmalige activiteit van het opbouwen van de bekisting aan en rood geeft activiteiten aan waar een deel van wordt behandeld van buiten de stortcyclus maar wel in het draaiboek.
Binnen het aanbrengen van het vlechtwerk is het aanbrengen van positioneerpunten ten behoeve van de
bekisting opgenomen in het draaiboek omdat dit een essentieel onderdeel is van het correct aanbrengen van
de bekisting. De kopbekisting is opgenomen in het draaiboek als onderdeel buiten de stortcyclus maar hoort
bij het bekisten van de betonnen kademuur. De wandbekisting aanbrengen, het storten van beton en de
wandbekisting ontkisten is weergeven in de handleiding als onderdelen binnen de stortcyclus.
Het ontgraven, aanbrengen van de werkvloeren, het aanbrengen van het vlechtwerk en de handelingen tijdens
het beton storten zijn niet weergeven in het draaiboek. Deze activiteiten kunnen in een draaiboek specifiek
worden gemaakt, maar zijn geen direct onderdeel of raakvlak van de stortcyclus en zijn daarom niet
opgenomen.
De deelplannen worden opgesteld door de werkvoorbereider in overleg met de (hoofd)uitvoerder. Nadat de
deelplannen zijn opgesteld moet het draaiboek worden opgesteld door de werkvoorbereiding. Dit moet
voorafgaand aan de uitvoering worden geleverd aan de uitvoerder en wordt opgesteld na de uitwerking van
het deelplan. Het is niet noodzakelijk om van een compleet bouwdeel in eens een draaiboek te leveren, maar
iedere activiteit of groep opvolgende activiteiten moet ten minste compleet worden verstrekt zodat de
uitvoering niet stil komt te staan.
BESIX TU/e 6 Toetsing
Technische Universiteit Eindhoven University ofTechnology
In dit hoofdstuk worden het bekistingsontwerp, uitvoeringsplan en het draaiboek getoetst aan de gestelde
eisen en aan de te behalen doelstelling voor dit afstudeerproject.
6.1 Bekistingsontwerp
Maatnauwkeurigheid: De maatnauwkeurigheid die behaald wordt is verdeeld in twee onderdelen. De
uitbuiging van de bekisting waardoor de maatafwijkingen veroorzaakt door de betondruk en blijft binnen de 7
millimeter per 2.000 millimeter wandoppervlakte volgens het on twerp in paragraaf 3.3.
De kopbekisting is ontworpen binnen de gestelde eisen waardoor deze te gebruiken is in de cyclus zonder te
hoeven ploffen en voldoet aan de gestelde sterkte en doorbuigingseisen. De bekisting raakt na belasting ook
niet bekneld tussen het gestorte beton en de aangebrachte wapening door ruimte die is over gehouden.
Het on twerp van de bekisting, een kraangebonden en onafhankelijk te plaatsen systeem maakt het mogelijk
om de bekistingspanelen gelijkmatig aan te brengen doordat de bekisting op twee posities wordt verplaatst (de
bevestigingspunten van de hijskraan) in plaats van op acht posities (de hydraulische cilinders).
Het niet weglekken van het beton uit de bekisting is behaald door de rubberen strips die op de randen van de
bekisting worden geplakt. Zodra de centerpennen aangebracht worden klemt het rubber zich tussen de
bekisting en de werkvloer, kopbekisting of gereed betonwerk en vormt een lekdichte aansluiting.
De wandbekisting is in het geheel opgebouwd uit huurbare producten in de Nederlandse markt. Voor de
kopbekisting geldt dit niet, dit is een op maat gemaakt product. De wens wordt daarom gedeeltelijk gehaald.
De gekozen bekistingsstructuur maakt aanpassingen in de productievorm eenvoudig, doordat het uit losse
componenten bestaat. Door de componenten te vervangen voor opnieuw opgebouwde bekistingsconstructies
is de doorsnede vorm te wijzigen in iedere gewenste vorm. De hoe ken kunnen gerealiseerd worden doordat de
wandpanelen onafhankelijk geplaatst kunnen worden en zo met losse bekistingspanelen tot in de hoek
opgebouwd kunnen worden. Enige beperking is dat de kopbekisting niet op de hoek kan staan, maar altijd in
een doorgaand vlak, maar dit voldoet aan de aanpasbaarheidseisen.
De informatiebehoefte is geminimaliseerd door gebruik te maken van een traditionele opzet van het
bekistingswerk. Het positioneren en fixeren van de bekistingen zal meer informatie vragen, maar dat wijzigt
gedurende het project niet zodat het personeel gewend kan raken met de uitvoeringsmethode.
6.2 Uitvoeringsplan
Het positioneren van de bekisting blijft binnen de maximale afwijkingen van 7 millimeter doordat de
betonnen afstandhouders onafhankelijk worden geplaatst. De in paragraaf 2.2 weergeven maatafwijkingen per
positie kunnen gereduceerd worden doordat de afwijkingen in het plaatsen van de wapening geen effect heeft
op het eindresultaat. Dit resulteert vervolgens in een te verwachten maatafwijking van 4,64 millimeter met
een zekerheid van 98% (volgens berekeningen in Bijlage 27). De afwijkingen door de windbelasting zijn nog
wei meegenomen, omdat de wind nog altijd zijn invloed uit kan oefenen op het aangebrachte vlechtwerk
wanneer de afstandhouders zijn geplaatst.
T U I Tec hnische Universiteit Eindhoven e Un iversity ofTechnology BESIX
Deze wijze van positioneren geeft ook vorm aan de dekking die gerealiseerd moet worden, maar de afwijkingen
in het wapeningsstaal buiten de uiterste maten zal traditioneel gecontroleerd moeten worden door de
uitvoerder. Wel heeft de vlechter door de uitzetlijnen een markering waarbinnen ze moeten werken zoals
aangegeven in paragraaf 4.3.
De productietijd is niet verder gereduceerd dan het behalen van de planning, waarbij de oplevering na 36
weken plaats zal vinden. Om dit te realiseren is een verbetering noodzakelijk geweest om een cyclus van drie
dagen te realiseren. Echter zijn optimalisaties mogelijk om te bepalen met welk weer wel en niet doorgewerkt
kan worden. Ook kunnen de zaterdagen gebruikt worden om vanaf moot 11 een repeterende cyclus te kunnen
krijgen waarbij op vaste dagen een stort plaats vindt. In praktische zin biedt dat veel voordelen voor de
bouwsnelheid en de focus van het personeel.
Voor de weersomstandigheden zijn maatregelen aangegeven en aanpassingen voor het bekistingsontwerp
gepresenteerd die eenvoudig door te voeren zijn. Dit is niet opgenomen in het draaiboek, maar enkel in de
deelplannen om te presenteren aan de uitvoerder. De uitvoerder moet zelf de keus maken wanneer dit wel of
niet ingezet gaat worden.
De stalen deuvels kunnen aangebracht worden op ieder moment doordat de kopbekisting uitsparingen heeft
en voorzieningen kent waarmee de kopbekisting kan worden ontkist tussen deal gevlochten of gestorte
betonnen moten. Het heeft wel de voorkeur om de kopbekisting aan te brengen voordat de deuvels zijn
aangebracht, omdat het aanbrengen eenvoudiger te doen is, maar niet noodzakelijk.
Met het systeem zijn versnellingsmaatregelen goed door te voeren bij vertragingen. Doordat het zowel
mogelijk is om de arbeidstijd te verlengen als meer materieel in te zetten kan veel tijd worden gewonnen.
6.3 Draaiboek
Het draaiboek opgesteld aan de hand van het opgestelde onderzoek, op basis van interviews binnen Besix. Dit
is het eerste resultaat van deze informatieoverdracht en daarom is het draaiboek doorgesproken. Zowel voor
medestudenten zonder timmerervaring en zelfs zonder bouwkundige achtergrond is in korte besprekingen
naar voren gekomen dat de instructie duidelijk is. Wel vraagt het detailniveau waarop de constructies worden
laten zien bouwkundige kennis.
Tussen 04 en 10 november 2013 is het draaiboek meerdere malen besproken verschillende medestudenten
van de TU/e, op 09 november 2013 met oud-student van de HRO Bouwkunde in informele sfeer is de
duidelijkheid van de visualisaties besproken en op 12 november is het draaiboek doorgenomen met T. Sens,
voorheen werkzaam als ingehuurde (hoofd)uitvoerder bij het project Amazonehaven. De heer Sens is vanaf
timmerman opgeklommen tot hoofduitvoerder en heeft veel ervaring in de uitvoering en veel persoonlijke
ervaring met uitvoerend personeel. Als laatste is het draaiboek besproken op de bouwplaats met een van de
voormannen van Besix die geen deel heeft genomen aan de uitvoering van de Verbreding van de
Amazonehaven, zie Bijlage 28.
Enkele verbeteringen in de visualisaties zijn hiervoor doorgevoerd zoals dat het perspectief vanaf dezelfde
zijde wordt behouden en dat voor materiaallijsten ook doorsnedes worden laten zien voor meer duidelijkheid.
BESIX T U} Technische Universiteit e Eindhoven University of Technology
Het draaiboek is verder besproken en aile onderdelen in het draaiboek kunnen worden uitgevoerd zoals
uitgewerkt. Ook kritische onderdelen zoals de kopbekisting lichtjes optillen en horizontaal verplaatsen of het
verwijderen van de steunpunten achter de kopbekisting waren geen probleem.
De stortdata die zijn weergeven in het draaiboek zijn volgens de te verwachten planning ingevoerd, dus
inclusief verlet. Gedurende het bespreken van het draaiboek komt naar voren dat dit in de praktijk meestal
niet wordt gedaan om de productiesnelheid hoger te houden.
6.4 Afstudeerdoelstelling
Voor dit afstudeerproject is vooraf ten doel gesteld een oplossing te ontwerpen om een betonnen kademuur zoals
uitgevoerd bij de 'Verbreding van de Amazonehaven" te kunnen produceren binnen de geplande tijd. Aan de hand van
de toetsingen van de bekisting, het uitvoeringsplan en het draaiboek wordt deze doelstelling behaald door de
betonnen kademuur volgens de gevraagde kwaliteit en prijs binnen de gestelde 37 weken te produceren.
De bekistingswerkzaamheden worden uitgevoerd voor minder dan de gestelde € 60,- per vierkante meter
betonwerk en het is met het Plus-systeem te realiseren binnen de gestelde tijdsduur. Ook is de kans op
vertragingen verkleind door het ploffen weg te nemen uit het systeem, waardoor ruimte tekort door
vertragingen in ontgravingen of het aanbrengen van de combiwand niet direct van invloed zijn op de
productie van de kademuur.
7 Nawoord
Bedankt voor de interesse naar het afstudeerrapport dat ik heb geschreven om de master Construction
Technology af te ron den. Nadat de meeste onderdelen zijn behandeld in de master vraagt het afstudeerproject
niet zomaar het uitvoeren van de verschillende vaardigheden die ik heb geleerd, maar het combineren en
samenvoegen van vaardigheden waarvan per fase moet worden bepaald welke vaardigheden te gebruiken zijn
om het gewenste doel te behalen. Voor mij maakt dat het afstudeerproject een belangrijke graadmeter of een
student de master Construction Technology heeft begrepen en de geleerde vaardigheden kan gaan gebruiken
in de voortzetting van zijn of haar carriere. Een grote waarde van het afstuderen voor mij is het zelf
constateren van een probleem waarvan een afstudeeropdracht gemaakt wordt. Dit vraagt van de student een
open blik in de werkelijkheid om te zien waar vraag naar is, voordat de betrokken personen dit zelf al in de
gaten hebben. Dit vraagt een grate zelfstandigheid van de student en met het niveau wat de docenten van de
mastertrack vragen sam en zorgt dater voor dat je onmisbare factoren ontwikkeld voor een goede carriere.
Als enige aanvulling op het afstuderen om dit nog beter te maken zou ik vragen om een klein aantal
begeleidingsbijeenkomsten waarin studenten die in de fase zitten waarin de geobserveerde knelpunten
worden geanalyseerd en worden verwerkt tot een afstudeerplan. Door dit te doen denk ik dat deze fase sneller
kan worden doorlopen door van elkaar te leren.
Tot slot kijk ik terug op een zeer leerzame en fijne periode aan de TU/e met veel persoonlijk contact met de
docenten en studenten van de mastertrack wat ik niet had willen missen.
Olivier Sauer - november 2013
T U/ Technische Universiteit Eindhoven e University of Technology
8 Bronnen
Literatuur
Alden berg, D. v. (2008). Afstudeerrapport- De kraanonafhankelijke tafelbekisting.
BESIX
Hoof, P. v. (1999). Dictaat Uitvoeringstechniek 2- Maatbeheersingsplan. Eindhoven: Technische Universiteit
Eindhoven.
Kroonenberg, H. v., & Siers, F. (1999). Methodisch ontwerpen.
Verschuren, P., & Doorewaard, H. (2000). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht.
Wikipedia- Aandrijfas. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/ Aandrijfas
Wikipedia- Elektromotor. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ I nl. wikipedia.org/wiki/Elektromotor
Wikipedia- Hydrauliek. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Hydrauliek
Wikipedia- Kettingaandrijving. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Kettingaandrijving
Wikipedia- Lier. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Lier_(werktuig)
Wikipedia- Overbrenging. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Overbrenging
Wikipedia- Pneumatiek. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Pneumatiek
Wikipedia- Pneumatische motoren. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ I nl. wikipedia.org/wiki!Pneuma tische_motoren
Wikipedia- Tandwiel. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van http:/ /nl.wikipedia.org/wiki/Tandwiel
Wikipedia- Verbrandingsmotor. (sd). Opgeroepen op September 05, 2013, van
http:/ /nl. wikipedia.org/wikiN erbrandingsmotor
Kroonenberg, H. v., & Siers, F. (1999). Methodisch ontwerpen.
Interviews
Projectleider en begeleider gastbedrijf- B. Bartholomeeusen