Educatief pakket Difference Day Hoe verzet je je tegen Fake news en propaganda
Educatief pakket
Difference Day
Hoe verzet je je tegen
Fake news en propaganda
Inleiding In 1993 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 3 mei uitgeroepen tot Werelddag van de Persvrijheid. Dit om
het belang van persvrijheid te verhogen en regeringen er aan te herinneren hun plicht met betrekking tot de handhaving van
het recht op vrijheid van meningsuiting - op grond van artikel 19 van de in 1948 Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens - te respecteren.
Vrijheid van meningsuiting betekent ook respect voor de mening van anderen. Het erkent dat er een verschil is tussen elk van
ons, en er dus een veelheid aan meningen bestaat. Vrijheid van meningsuiting vieren is diversiteit vieren. Persvrijheid is een
essentieel aspect van de vrijheid van meningsuiting. Zonder een vrij en onafhankelijk medialandschap en een diversiteit aan
meningen is het onmogelijk een democratische samenleving op te bouwen en in stand te houden. ‘De vierde macht’ is het
tegenwicht van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Creativiteit, onafhankelijk onderzoek, kunst en cultuur, vrij
denken en spreken kunnen enkel vooruitgang boeken in een systeem waar er sprake is van degelijke en transparante checks
and balances.
Maar ook in democratische landen zijn persvrijheid en vrijheid van meningsuiting nooit verworven. De vierde macht wordt
steeds uitgedaagd. Zeker in tijden van fake news en propaganda.
Dit jaar vindt de vierde editie van Difference Day plaats met als centraal thema ‘Speaking truth to power’. Maar vooral, wat kan
je zelf doen tegen fenomenen als fake news en propaganda. Difference day honoreert mensen, instellingen en organisaties die
het verschil maken in het uitdragen en promoten van vrijheid van meningsuiting, zonder deze evenwel te verabsoluteren.
Hoe bereid je jouw klas voor op
Difference Day?
Hoe stimuleer je leerlingen om het nieuws te volgen en daar kritisch mee om te gaan? Nieuws komt via allerlei kanalen binnen.
Foutieve nieuwsberichten worden soms bewust geschreven en verspreid om mensen te beïnvloeden. Nieuwsberichten worden
overgenomen en weer gedeeld. Het is voor iedereen noodzakelijk om kritisch naar de bron en boodschap van nieuws te kunnen
kijken om zo een eigen mening te kunnen vormen en je eigen stem te laten horen.
Maar dat is niet altijd evident. Want jongeren weten vaak niet welke technieken gebruikt worden en wat de bedoeling hiervan
is. Ter gelegenheid van Difference Day organiseert Mediawijs, VUB, Crosstalks en VRT, voor leerlingen van de derde graad
secundair onderwijs een debat en een living library rond fake news en propaganda. Tijdens de dag ontdekken de leerlingen
meer over dit thema en hoe ze zich hier tegen kunnen verzetten. Mediaprofessionals komen spreken en beantwoorden vragen
over nieuws, propaganda en fake news. In de namiddag kan je ook nog enkele workshops volgen.
In dit lespakket kom je meer te weten over de thema’s en hoe je jouw leerlingen kan voorbereiden op Difference Day. De
opdrachten zijn onderverdeeld in drie categorieën:
● Les rond fake news
● Les rond propaganda
● Voorbereiding Difference Day
Het sluit aan bij verschillende vakoverschrijdende eindtermen:
● De leerlingen gaan alert om met media;
● De leerlingen participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte;
● De leerlingen illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel;
Leerdoelen - De leerlingen kunnen
● de verschillende vormen van ‘fake news’ herkennen.
● de verschillende vormen van ‘fake news’ toepassen.
● aan de hand van de checklist ‘fake news’ herkennen.
● aan de hand van voorbeelden uitleggen wat ‘fake news’ is.
● een mening formuleren over ‘fake news’.
● de verschillende vormen vormen van propaganda herkennen.
● de verschillende vormen vormen van propaganda toepassen.
● een mening formuleren over propaganda.
Samenvattend
Vooraf in de klas
● Lees je in over het thema. Meer informatie kan je hieronder terugvinden.
● Ga met deze informatie aan de slag in de klas. Leg hierbij ook uit wat de bedoeling van de studiedag is en waarom ze
zich goed moeten voorbereiden. De opdrachten in dit pakket zijn een goede voorbereiding.
● Heb je niet voldoende tijd? Bereid dan zeker met je klas enkele vragen voor de Living Library voor zodat de leerlingen
voldoende voorbereid zijn om met de mediaprofessionals in gesprek te gaan. Verdeel de klas in groepjes van
ongeveer vier leerlingen. Kies als groep een top 2 uit de mediaprofessionals en formuleer enkele vragen die je de
mediaprofessionals zal stellen. Nadien kom je ook nog te weten met welke professionals je in gesprek zal gaan.
Tijdens de studiedag
● De leerlingen kruipen in de huid van een journalist. Met pen en papier in de hand. Of met hun Smartphone. Ze
vragen. Ze vragen alles wat ze altijd al hadden willen weten. En maken verslag.
● Wees op tijd in de sessies. In de namiddag beginnen sommige workshops sneller of zijn op een andere locatie in de
buurt van BOZAR.
● De leerlingen lopen vrij rond.
● Spreek met je klas af: zorg dat ze de tijd in de gaten houden, zoek een plaats in BOZAR om met de klas terug samen te
komen. Is er iemand verdwaald of zoekt er iemand hulp, zeg duidelijk waar ze je terug kunnen vinden.
Wat na de studiedag
● Met de antwoorden gaan de leerlingen nadien aan de slag.
● Denk na over wat je zelf kan doen om fake berichten te stoppen. Hoe ga je hier in de toekomst mee om? Maak met
de klas een wall of fake news met tips en advies.
Achtergrondinformatie Fake News en
Propaganda
1. Mogen we wel spreken van Fake News? (informatie gebaseerd op het artikel ‘Het echte probleem met fake news’ - Ike Picone in het dossier Nieuws- en
informatiegeletterdheid van Mediawijs)
Fake nieuws is niet nieuw. Al in de oudheid was er sprake van valse en misleidende berichtgeving. Maar het is wel groter
dan ooit en heeft ervoor gezorgd dat misinformatie op de politieke agenda is komen te staan. Valse nieuwsberichten zijn
ook niet voorbehouden voor sociale media. Maar sinds de opkomst van sociale media worden deze berichten eens zo
snel verspreid en blijven ze langer rondzwerven. Dat maakt het moeilijker om fake nieuws te ontkrachten. Iedereen kan
nu ook berichten maken, publiceren en delen. Zo maken mensen valse berichten om de aandacht van lezers te trekken
en zo een aardige cent bij te verdienen. Maar dat is echter maar één aspect van een bredere problematiek. Er zijn
verschillende fenomenen die maar al te snel als fake nieuws bestempeld worden. Denk maar aan slechte journalistiek,
satire en propaganda.
Er is dus niet zoiets als fake nieuws. Fake nieuws is eerder een verzamelnaam geworden. Maar het is vandaag de dag
belangrijk om net niet alles onder dezelfde noemer te plaatsen. Want deze verschillende fenomenen vragen om een
andere manier van aanpak.
Vormen van ‘fake news’
In een recent onderzoeksrapport van First Draft News leggen Claire Wardle en Hossein Derakhshan uit wat zij verstaan
onder ‘Fake News’. In eerste instantie halen ze aan dat Fake nieuws geen goede term is omdat fake nieuws veel
complexer is dan de term laat uitschijnen. Ze spreken in hun onderzoek over informatievervuiling en bakenen drie grote
categorieën van informatievervuiling af: misinformatie, desinformatie en kwalijke informatie. Fake nieuws is dus niet zo
eenduidig. Aan de hand van dit raamwerk heb je meer aandacht voor de verschillende vormen en hoe je de verschillende
fenomenen kan aanpakken.
● Mis-informatie is informatie die foutief is, maar niet gemaakt werd met de bedoeling om iemand te schaden.
○ Foutieve connectie: wanneer titels, visuals of onderschriften niet overeenstemmen met de informatie.
○ Misleidende inhoud: wanneer informatie zo geframed wordt dat het een persoon of organisatie in
een slecht daglicht plaatst.
● Desinformatie is informatie die foutief is en doelbewust gemaakt wordt om personen, sociale groepen,
organisaties of landen te schaden.
○ Foutieve context: wanneer waarheidsgetrouwe informatie gedeeld wordt met foutieve contextuele
informatie.
○ Bedrieglijke inhoud: wanneer waarachtige bronnen worden geïmiteerd.
○ Gemanipuleerde inhoud: wanneer waarachtige informatie of beelden gemanipuleerd worden met als
doel te misleiden.
○ Gefabriceerde inhoud: doelbewust gemaakte, 100% foutieve content bedoeld om te misleiden of te
schaden.
● Kwalijke informatie is informatie die waarheidsgetrouw is, en in een conflict gebruikt wordt om een persoon,
organisatie of land te schaden.
○ Lekken, cyberpesten en haatspeech zijn vormen van informatie die op waarheidsgetrouwe informatie
gebaseerd kunnen zijn, maar wel strategisch ingeschakeld worden om personen of organisatie te
schaden.
Daarnaast is het ook belangrijk om volgende drie elementen in het achterhoofd te houden wanneer je op zoek gaat naar
voorbeelden van informatievervuiling of om voorbeelden beter te begrijpen:
● Wie creëerde en verspreidde de informatie (iemand via sociale media, journalist, trol …)? En wat was hun doel
(slechte journalistiek, parodie, provoceren, uit overtuiging, om geld te verdienen, politiek, propaganda ...)?
● Welke type boodschap gebruikt werd, in welk format en met welke eigenschappen?
● Wie zijn de ontvangers van de boodschap, hoe interpreteerden ze dit en hoe reageerden ze erop?
Wat kan je zelf doen?
Jongeren moeten kunnen inschatten of een bericht slechte journalistiek, propaganda, satire … is. Ze moeten weten
welke technieken gebruikt worden en waarom dit is. Dit om kritisch en bewust met informatie om te gaan. Maar ook om
zelf fake news tegen te gaan. Maar hoe dan we dat?
1. Bronnen en beeldmateriaal controleren
Bronnen controleren
Het is belangrijk om de betrouwbaarheid van een bron in te schatten. De affiche ‘Betrouwbare informatie of fake’
van Mediawijs en StampMedia somt 10 eenvoudige stappen op die je kan volgen om nieuwsberichten analyseren en
om foutieve berichten van echte nieuwsberichten te onderscheiden. Onthoud alvast deze gouden regel: denk kritisch
na en verzamel informatie van verschillende bronnen om voldoende geïnformeerd te zijn.
Download de affiche met de 10 tips: https://mediawijs.be/tools/betrouwbare-info-of-toch-fake
Extra tips kan je terugvinden in het dossier nieuws- en informatiegeletterdheid van Mediawijs:
https://mediawijs.be/dossiers/dossier-nieuws-en-informatiegeletterdheid/hoe-herken-je-misleidende-en-foutieve-inf
ormatie
Beeldmateriaal leren lezen
Beeldmateriaal wordt vaak gebruikt om aan te tonen of een bericht echt is of niet. Maar het is niet omdat er
beeldmateriaal gebruikt wordt dat iets waar is. Bij misleidende berichten wordt vaak gebruik gemaakt van
beeldmateriaal zoals foto’s en video’s die bewerkt zijn. Op het eerste zicht lijken deze beelden objectief. Maar
is het wel zo? Soms worden afbeeldingen gebruikt die al eens ergens anders verschenen zijn in een
gelijkaardige context. Of vaak worden videofragmenten bewerkt door bepaalde fragmenten weg te laten. Het is
dus belangrijk om naast de tekst ook beeldmateriaal kritisch te analyseren.
Wanneer je met beeldmateriaal aan de slag gaat, stel je best volgende vragen:
1. Wat zie je? Of wat hoor je? Is er misschien iets bijzonders te zien of te horen op de achtergrond?
2. Daarna komt de ‘wie’ vraag! Weet je wie het beeldmateriaal heeft gemaakt? Is het een betrouwbare bron?
En ‘voor wie’ is dit bedoeld? Op welke manier houdt de maker rekening met het doelpubliek?
3. Waar zijn de beelden gemaakt? Zou je de beelden anders bekijken wanneer ze in een ander land gemaakt
zijn?
4. Wanneer zijn de beelden gemaakt? Beelden van 50 jaar geleden kan je best in die tijdsgeest situeren. Maar
ook de actualiteit of trends bepalen vaak de bril waardoor een maker kijkt.
5. Ook hoe je iets in beeld brengt, bepaalt mee de boodschap. Op welke manier wordt een mening of een
bevolkingsgroep in beeld gebracht? Welk format gebruikt de maker? Werden de beelden gemonteerd in
functie van het verhaal? Of werden de beelden achteraf bewerkt? En welk effect heeft dit?
6. Alle vragen komen samen in de ‘waarom’ vraag? Want elk beeld is het resultaat van keuzes. Wat is de
intentie van de maker? Waarom gebruikt de maker een bepaald format of een bepaalde techniek? En welke
boodschap wil de maker hiermee overbrengen aan de kijker?
Door deze vragen te stellen, kom je te weten wat er allemaal schuilgaat in een beeld.
Via Google images of www.tineye.com kan je bijvoorbeeld nagaan of foto’s bewerkt zijn en wat de originele
bron is.
First Daft News ontwikkelde een handige tool (ENG) om je eigen kennis te testen: “Test your verification skills
with our Observation Challenge”.
https://firstdraftnews.org/en/education/curriculum-resource/test-your-verification-skills-with-our-geolocation-
challenge/
Mediawijs ontwikkelde samen met VIAA een interactieve tool om kritisch met video’s in de klas aan te slag te
gaan. Je kan de tool via deze link terugvinden: https://mediawijs.be/andersbekeken
2. Inzicht in media
Als je rondsurft op het internet of op het internet, moet je je ook bewust zijn dat er zoiets bestaat als een ‘Filter
Bubble’. Telkens je een zoekactie start of op de ‘Vind ik leuk’-knop klikt, maakt de website waarop je surft een
algoritme aan. De site zal onthouden waar je woont, wat je graag leest, welke pagina’s je geliked hebt, welke
aankopen je online doet, … Op basis daarvan zal hij je zoekresultaten filteren of ordenen. Zo kan de aanbieder
optimaal inspelen op jouw behoeften. Dat betekent dus ook dat je bepaalde dingen niet te zien krijgt. En je
krijgt bevestigd wat je al wist. Algoritmes bepalen dus wat jij online op je bord krijgt, ze zijn heel bepalend voor
de informatie die jij te zien krijgt.
Zo wordt ook nieuws gepersonaliseerd. Op je newsfeed op Facebook maar ook op nieuwsplatformen krijg je
bijvoorbeeld maar een selectie van artikels te zien of worden steeds dezelfde type content gedeeld op basis van
je voorkeuren. Ook het gebruik van apps op de smartphone heeft een invloed op nieuwspersonalisatie. Door de
locatiebepaling krijgen deze ook zicht op waar je je op dat moment bevindt. Zo krijg je niet alleen reclame van
restaurants in de buurt maar ook nieuws vanuit een bepaalde regio.
De meeste mensen staan heel kritisch tegenover de ‘Filter Bubble’. Eli Pariser beargumenteert in een Ted Talk
krachtig dat dit uiteindelijk slechte gevolgen voor onszelf en de democratie zal hebben
(http://mediawijs.be/mediabank/opgelet-met-online-filtering). In eerste instantie lijkt het misschien handig,
een systeem dat je zoekresultaten op maat filtert, maar uiteindelijk beperkt het je kijk op de wereld door
informatie te verbergen. Bezwaren zijn bijvoorbeeld privacy, zaken missen, onafhankelijkheid verliezen of
slechte filtering; motivaties zijn efficiëntie, tijd besparen en interesses verdiepen.
Als je weet dat het Facebook-algoritme geneigd is je informatie voor te schotelen dat aanleunt bij je
standpunten, dan kan je daarop inspelen, bijvoorbeeld door af en toe moeite te doen om zaken te lezen die
niet in je interessesfeer zitten.
3. Inzicht in hoe nieuws werkt
Media beïnvloeden hoe we naar iets kijken. Het lukt zelden om de werkelijkheid in al zijn complexiteit voor te
stellen, mediaberichten vereenvoudigen de werkelijkheid. De media stappen ook mee in de waan van de dag,
feiten, gebeurtenissen, uitspraken, die in werkelijkheid niet de meest grote of invloedrijke zaken zijn, maar die
overmatige media-aandacht krijgen en daardoor potentieel meer invloed. De werkelijkheid wordt in de media
soms ook voorgesteld vanuit het ideologische kader van de journalist, het mediabedrijf of de bron van het
bericht.
Maar ook de mogelijke stappen daarvoor, waarbij iemand een persbericht opstelt of een persconferentie houdt
of onderzoeksresultaten verspreidt of … waarbij de inhoud al van meet af aan zwaar gekleurd of ronduit
leugenachtig is, kan een rol spelen in hoe we naar iets kijken.
Daarnaast zijn vele nieuwssites afhankelijk van klikcijfers, het is dan belangrijk om te weten dat je voor
vermomde reclame moet opletten. Maar dan is het evengoed belangrijk om te weten dat nieuwssites die geld
vragen voor hun artikels niet (of minder) gebonden zijn aan adverteerders, en dus op een andere manier te
werk kunnen gaan.
Berichtgeving is dus gekleurd. Soms is dit duidelijk, maar soms ook niet. Hierdoor wordt het steeds moeilijker
om feiten van meningen en echt nieuws van foutieve informatie te onderscheiden.
Meer weten? Neem een kijkje in het dossier Nieuws- en informatiegeletterdheid van Mediawijs of bekijk de
tool Iedereen Journalist van Mediawijs en StampMedia die meer inzicht geeft in het nieuwsmedialandschap.
2. Wat is propaganda?
(informatie gebaseerd op het project Mind over Media. Meer informatie kan je terugvinden in het dossier Media en
Radicalisering op de website van Mediawijs of op www.mindovermedia.be)
Propaganda is overal om ons heen: in reclame, in het nieuws, online … Je kan het moeilijk vermijden. Maar wat is propaganda?
Propaganda
● is een vorm van communicatie om de houding van mensen ten aanzien van iets te beïnvloeden. (Wikipedia)
● is een vorm van informatie dat aansluit bij onze onzekerheden en angsten. (Jacques Ellul)
● staat tegenover waarheid en waarachtigheid, kennis en begrip; het is een vorm van strategische communicatie die
alle middelen gebruikt om zijn doelen te bereiken. (Walter Cunningham)
● is de weloverwogen, systematische poging om percepties vorm te geven, cognities te manipuleren en gedrag te
sturen om zo de gewenste reactie te bereiken. (Garth Jowett and Victoria O'Donnell)
● is een vorm van persuasieve communicatie om de emoties, attitudes, meningen en acties van bepaalde groepen te
beïnvloeden voor ideologische, politieke of commerciële doeleinden door eenzijdige berichten (die al dan niet feitelijk
zijn) via tal van kanalen te verspreiden. (Richard Alan Nelson)
● is een vorm van communicatie die opzettelijk bepaalde emoties oproept en ons meteen uitlokt om op een of andere
manier te reageren. (Neil Postman)
Propaganda wil mensen beïnvloeden en overtuigen van een bepaald idee. Propaganda bestaat in verschillende vormen en
gebruikt een grote verscheidenheid aan technieken om dat doel te bereiken. Ook vandaag is propaganda op veel plaatsen
aanwezig. Om weerbaar te blijven, is het nuttig de propagandatechnieken te kennen én te herkennen. Hieronder staan vier
technieken die vaak gebruikt worden bij propaganda.
Propaganda herkennen
Er zijn verschillende vormen van propaganda en er worden verschillende technieken gebruikt om mensen te beïnvloeden.
Hierdoor wordt propaganda vaak als normaal gezien. Je beseft niet altijd dat een bepaalde boodschap propaganda is. Maar het
is belangrijk dat jongeren weten om welke technieken het gaat.
Propaganda hoeft niet noodzakelijk al deze technieken tegelijkertijd te gebruiken, en de bedoeling achter een boodschap hoeft
niet kwaadaardig te zijn om wel aan één van deze dingen te zondigen. Het is wel belangrijk dat je ze kan herkennen wanneer je
ze ziet, en dan nadenkt over wat de intentie achter het gebruik van deze technieken kan zijn.
● Inspelen op sterke emoties
Het doel van propaganda is mensen te overtuigen of te bewegen naar een bepaald doel. De sterkste hefbomen om dit
te bereiken zijn menselijke emoties. Door in te spelen op woede, angst, frustratie of sympathie, kunnen de makers
van propaganda de kritische geest van de ontvanger onderdrukken. Als je boos bent of afkeer voelt, ben je minder
snel geneigd om twee keer na te denken voor je een besluit trekt. Propagandisten kunnen bijvoorbeeld labels
gebruiken om sterke emoties uit te lokken. ‘Sossen’ of ‘fascisten’ kan je makkelijk afschrijven, en je bent sneller
geneigd akkoord te gaan als je aangespoord wordt om ‘te denken aan de kinderen’.
● Inspelen op de noden en waarden van het publiek
Propaganda speelt vaak in op waarden van specifieke groepen in de samenleving. Door hun publiek persoonlijk aan te
spreken, bijvoorbeeld als vader of moeder, als behorend tot een bepaalde etniciteit, of andere sociale categorieën,
kunnen propagandisten hun boodschap effectiever maken. Propaganda wordt zo persoonlijk en relevant, waardoor
mensen meer geneigd zijn aandacht te besteden aan de ideeën die erin vervat zitten.
● Informatie en ideeën vereenvoudigen
De informatie in propaganda kan juist zijn, of maar een halve waarheid, of zelfs een regelrechte leugen. Ongeacht of
een stuk propaganda waar of onwaar is, vaak wordt de informatie erin vereenvoudigd. Het herhalen van vertrouwde
verhalen, beelden en metaforen maakt dat ze waar lijken. Als je zo vaak hetzelfde hoort, moet er toch iets van aan
zijn? Vereenvoudiging is effectief omdat mensen van nature complexiteit willen versimpelen, maar dat staat
opnieuw in de weg van kritisch denken. Gescandeerde slogans zijn misschien meer verteerbaar dan een genuanceerd
verhaal, maar geven een eenzijdig of onvolledig beeld.
● Tegenstanders aanvallen
Propaganda kan dienen als een vorm van politieke communicatie om twijfel te doen rijzen over de legitimiteit,
geloofwaardigheid, nauwkeurigheid en zelfs het karakter van de tegenstanders en hun ideeën.
Controverse is een krachtige tool voor de propagandist, want mensen worden aangetrokken door conflict. Drama is
een effectieve manier om de aandacht te trekken, en vervolgens een ‘wij-zij’ verhaal op te hangen. De tegenstander
kan immers ook een groep mensen zijn.
Waar kan je propaganda tegenkomen?
Propaganda is overal om ons heen: in het nieuws, reclame, onderwijs, en in alle aspecten van het dagelijkse leven. Het is
aanwezig in informatie van overheids-, bedrijfs-, religieuze en non-profitorganisaties, en in vele vormen van entertainment,
waaronder muziek, tv-shows, films, videogames en sociale media zoals YouTube, Facebook en Twitter.
● Journalistiek en public relations: Public relations is de term die wordt gebruikt voor communicatieprofessionals die
percepties willen vormen en de publieke opinie ten behoeve van een zakelijke klant willen beïnvloeden. PR-mensen
proberen informatie en positieve meningen over een bedrijf in de nieuwsmedia te krijgen door gebruik te maken van
evenementen, blogs, nieuwsbrieven en sociale media.
● Reclame: er is een groot verschil tussen reclame en propaganda. Reclame ondersteunt verkoop- en marketingdoelen.
Maar reclame spiegelt ons soms ook een ideale wereld voor. In reclame zie je modellen en een omgeving die je een
goed gevoel geven. Het toont je niet de echte wereld.
● Overheid: Gedurende de 20e eeuw hebben de Verenigde Staten oorlogspropaganda voortgebracht door veldslagen te
definiëren als conflicten tussen goed en kwaad. Propaganda wordt ook gebruikt om de volksgezondheid te helpen
verbeteren.
● Onderwijs: Onderwijs kan een vorm van indoctrinatie zijn wanneer bepaalde ideeën, informatie, waarden en
overtuigingen niet in twijfel mogen worden getrokken. Propaganda komt op verschillende manieren het klaslokaal
binnen. Soms maken (technologie)bedrijven ook bepaalde tools en ander materiaal dat leerkrachten in hun les
kunnen gebruiken om een bepaald standpunt te bevorderen.
● Entertainment: sommige verhalen zijn gewoon entertainment, maar veel verhalen zijn ook een vorm van propaganda.
Verhalen bieden ideeën en informatie over goed en kwaad. Een andere manier waarop propaganda is ingebed in
entertainment, is via native advertising of gesponsorde content, waarbij het wereldbeeld van een bedrijf wordt
gepresenteerd als een vorm van entertainment.
● Activisme: Mensen die proberen de maatschappij te verbeteren of sociale verandering te creëren, gebruiken
propaganda om de publieke opinie te beïnvloeden. Activisten proberen sociale, politieke, economische of ecologische
verandering te bevorderen door communicatieactiviteiten en publieke evenementen te gebruiken die de aandacht
trekken en de kennis, attitudes en meningen van mensen beïnvloeden.
Wat kan je zelf doen? Zoals alle vormen van communicatie, kunnen sommige voorbeelden van propaganda meer of minder impact hebben. Sommige
voorbeelden kunnen goed bedoeld zijn maar ook schadelijk. De beoordeling zal voor iedereen anders zijn en zal afhangen van
de identiteit, waarden en ervaringen.
Om te achterhalen of propaganda goed of schadelijk is, moet je rekening houden met volgende factoren:
● Boodschap: de informatie en ideeën in het bericht
● Technieken: het gebruik van bepaalde symbolen die de aandacht trekken en een bepaalde reactie uitlokken
● Context: waar, wanneer en hoe iemand de boodschap tegenkomt
● Kanaal: hoe de boodschap bij iemand terecht komt en in welke vorm
● Attitude: hoe mensen denken over het thema en hoe vrij ze zijn om het te accepteren of te weigeren
Bronnen
Fake Nieuws
● Nieuws in de klas Nederland: https://www.nieuwsindeklas.nl/nieuws/fakenieuws
● Dossier Nepnieuws van Mediawijzer.net https://www.mediawijsheid.nl/nepnieuws/
● Dossier Invloed van media van Mediawijzer.net: https://www.mediawijsheid.nl/invloed-media/
● Dossier Nieuws- en informatiegeletterdheid Mediawijs:
https://mediawijs.be/dossiers/dossier-nieuws-en-informatiegeletterdheid/echte-probleem-fake-nieuws
● First Draft News: https://firstdraftnews.com/resource/coe-report/
● Het echte probleem met fake news - Ike Picone
https://mediawijs.be/dossiers/dossier-nieuws-en-informatiegeletterdheid/echte-probleem-fake-nieuws
Propaganda
● Mind over media: http://propaganda.mediaeducationlab.com/learn/
● Dossier Media en radicalisering Mediawijs: https://mediawijs.be/dossiers/dossier-media-en-radicalisering
Les 1 - Fake Nieuws
1. Wat is Fake News
Met de komst van het internet en sociale media, wordt nieuws aan een snel tempo verspreid door een verschillende media.
Maar welk nieuws consumeren we het beste? En mogen we alles zomaar geloven? Maar wat is fake news eigenlijk? Wie maakt
het? En hoe herkennen we het? Leen van KLAAR vraagt het aan expert Tim Verheyden.
Bekijk KLAAR van VRT over Fake news via het archief voor onderwijs:
https://onderwijs.hetarchief.be/media/klaar-fake-news-wat-het/xUUdVtqLlOPaKdakGVpGGSkj
Voorbereiding voor leerkracht: Kijk op voorhand al eens naar het videofragment
Tijd: 10 min
Uitleg werkvorm
● Dit filmpje is een goede manier om het gesprek aan te gaan met leerlingen rond fake news.
● Mogelijke vragen die je kan stellen:
● Wat is fake nieuws?
● Waarom verspreiden mensen fake news?
● Wie maakt fake news?
● Heb je zelf al eens fake news gespot?
● Vinden ze alle bronnen even betrouwbaar?
● Hoe kan je feiten van meningen onderscheiden?
2. Stellingenspel
Wat denken de leerlingen over foutieve en misleidende berichten? Ga het na aan de hand van enkele stellingen.
Voorbereiding voor leerkracht: Maak enkele stellingen over het thema
Benodigdheden
● Eventueel Smartphone en internet voor online tool
● Werkblad voor de leerlingen om een antwoord te formuleren op de stellingen
Tijd: 20 min
Uitleg werkvorm
Een stellingenspel kan je op verschillende manieren doen. We geven hier enkele mogelijkheden.
● Optie 1: De leerkracht noemt de stelling. Iedereen kiest een positie. Wie voor is, zet zich vooraan. Wie tegen is, zet zich
achteraan. Wie denkt geen mening te hebben, of zowel voor als tegen is, zet zich in het midden van de ruimte. De
leerkracht polst bij de verschillende posities.
Optie 2: Maak gebruik van een online tool zoals Socrative, Mentimeter of Plickers. Met Plickers heb jij als leerkracht
enkel een smartphone nodig.
● Mogelijke stellingen
● Fake nieuws is een hedendaags fenomeen.
● Fake nieuws is niet nieuw. Al in de oudheid was er sprake van valse en misleidende berichtgeving.
Maar het is wel groter dan ooit en heeft ervoor gezorgd dat misinformatie op de politieke agenda is
komen te staan. Iedereen kan nu ook berichten maken, publiceren en delen. Zo maken mensen
valse berichten om de aandacht van lezers te trekken en zo een aardige cent bij te verdienen. Maar
dat is echter maar één aspect van een bredere problematiek.
● Fake nieuws bestaat niet.
● Er zijn verschillende fenomenen die maar al te snel als fake nieuws bestempeld worden. Denk maar
aan slechte journalistiek, satire en propaganda. Er is dus niet zoiets als fake nieuws. Fake nieuws is
eerder een verzamelnaam geworden. Maar het is vandaag de dag belangrijk om net niet alles onder
dezelfde noemer te plaatsen. Want deze verschillende fenomenen vragen om een andere manier
van aanpak.
● Vals nieuws komt tot stand door sociale media.
● Fout: Vals nieuws is niet nieuw. Vroeger was er ook al sprake van valse berichten. Maar met de
komst van sociale media worden valse berichten sneller verspreid waardoor de impact veel groter is.
● Sociale media zorgen ervoor dat we ons beter en gerichter informeren.
● Fout: Sociale media creëren een filterbubble. Als je bepaalde foto's, bepaalde media of bepaalde
artikels leuk vindt, krijg je alleen maar meer van hetzelfde te zien. We bevestigen dus voortdurend
ons eigen grote gelijk. Het is daarom belangrijk om ook mensen te volgen, liken… die er een andere
visie dan jezelf op nahouden.
● Facebook is een echokamer.
● Juist: Sociale media creëren een filterbubble. Als je bepaalde foto's, bepaalde media of bepaalde
artikels leuk vindt, krijg je alleen maar meer van hetzelfde te zien. We bevestigen dus voortdurend
ons eigen grote gelijk. Het is daarom belangrijk om ook mensen te volgen, liken… die er een andere
visie dan jezelf op nahouden.
● Media beïnvloeden hoe we naar iets kijken.
● Juist: Media beïnvloeden hoe we naar iets kijken. Het lukt zelden om de werkelijkheid in al zijn
complexiteit voor te stellen, mediaberichten vereenvoudigen de werkelijkheid. De media stappen
ook mee in de waan van de dag, feiten, gebeurtenissen, uitspraken, die in werkelijkheid niet de
meest grote of invloedrijke zaken zijn, maar die overmatige media-aandacht krijgen en daardoor
potentieel meer invloed. De werkelijkheid wordt in de media soms ook voorgesteld vanuit het
ideologische kader van de journalist, het mediabedrijf of de bron van het bericht.
● Gelezen op sociale media dus het zal wel echt zijn.
● Fout: Sommige sites brengen enkel vals nieuws. Andere sites zijn erg links of rechts en brengen
uitsluitend nieuws vanuit die ideologie. Daarnaast bestaan ook sites die echt en vals nieuws
combineren. Wees dus kritisch. Kijk naar de bron en wees je eigen eindredacteur.
3. Waar of niet waar? Doe de test.
Zijn volgende nieuwsberichten echt of niet? Doe de test. Kunnen de leerlingen de juiste nieuwsberichten eruit halen?
Waarom denken ze dat?
Voorbereiding voor leerkracht
● Je kan deze opdracht op verschillende manieren uitvoeren. De ene vraagt meer voorbereiding dan de andere.
● Bekijk de test via de online tool Socrative: Waar of niet waar - Fake news.
● Nummer test: SOC-28062400
● Link: https://b.socrative.com/teacher/#import-quiz/28062400
Benodigdheden
● Internet
● Werkblad voor de leerlingen om checklist te maken eventueel aangevuld met de voorbeelden
● Affiche Betrouwbare informatie of fake: https://mediawijs.be/tools/affiche-betrouwbare-info-of-toch-fake
Tijd: 25 min
Uitleg werkvorm
Er zijn verschillende mogelijkheden om met de nieuwsberichten aan de slag te gaan.
● Optie 1: Ga aan de slag met de online tool Socrative. De leerlingen gebruiken hun smartphone. Je kan kiezen om
hen zelfstandig de test te laten invullen of op jouw ritme. Afhankelijk van jouw keuze krijgen ze ofwel op het
einde van de test of na elke vraag het resultaat te zien. Waarom duiden ze een bepaald antwoord aan? Hoe
hebben ze dit ontdekt, door de bron, auteur, ...? Nadien kan je hen de affiche Betrouwbare informatie of toch
fake tonen.
● Optie 2: Je kan de nieuwsberichten een voor een klassikaal tonen via een presentatie indien Socrative niet
mogelijk is. De leerlingen kiezen telkens een positie. Wie voor is, zet zich vooraan bij de leerkracht. Wie tegen is,
zet zich achteraan. Wie denkt geen mening te hebben, of zowel voor als tegen is, zet zich in het midden van de
ruimte. De leerkracht polst bij de verschillende posities. Nadien kan je hen de affiche Betrouwbare informatie of
toch fake tonen.
● Optie 3: Verdeel de klas in groepjes van 4 of 5 leerlingen. Print voor elke groep de nieuwsberichten uit. Je kan
deze via Socrative downloaden en afprinten. De leerlingen proberen de nieuwsberichten in de juiste categorie te
plaatsen. Bespreek nadien het resultaat van de groepen in de klas. Heeft iedereen hetzelfde gevonden? Wat
waren de verschillen? Waarom is iets echt of vals volgens hen? Nadien kan je hen de affiche Betrouwbare
informatie of toch fake tonen.
● Verwerking: Ga na of de leerlingen aan de hand van de checklist echte nieuwsberichten van valse kunnen
onderscheiden. Je kan hen zelf (valse) berichten laten maken.
Extra opdrachten:
● Op zoek naar meer opdrachten? Bekijk dan zeker ook eens het lespakket Fake News.
Les 2 - Propaganda
1. Wat is propaganda?
Propaganda komt in verschillende vormen van communicatie voor. Soms kan je dit makkelijk herkennen, maar soms ook niet.
Dit is omdat propaganda verschillende technieken gebruikt om in te spelen op onze emoties en gedrag.
● Toon enkele foto’s die gelinkt zijn aan propaganda. Via www.mindovermedia.be kan je enkele voorbeelden
terugvinden.
● Stel enkele vragen over de foto’s en geef tot slaat aan of het voorbeeld schadelijk is of niet.
○ Wie zou deze foto gemaakt hebben?
○ Wat is de boodschap?
○ Welk gevoel roept deze foto bij jou op?
○ Wat is het doel van deze foto?
○ Hoe bereiken de makers hun doel? Welke technieken worden gebruikt?
○ Waar kom je dit allemaal tegen?
○ Is dit schadelijk volgens jou? Kan dit mensen kwetsen?
● Leg uit dat deze beelden eigenlijk allemaal een vorm zijn van propaganda. Propaganda komt dus vaker voor dan
leerlingen denken en wellicht zijn ze zelf ooit ook eens beïnvloed geweest door een vorm van propaganda. Leg uit dat
propaganda voorkomt in reclame, entertainment, onderwijs, journalistiek/PR, politieke communicatie en activisme.
En dat propaganda soms schadelijk kan zijn, maar soms ook goede bedoelingen heeft.
2. Propaganda of niet?
De leerlingen gaan zelf op zoek naar verschillende vormen van propaganda. Doordat ze zelf op zoek gaan, leren ze de
verschillende technieken van propaganda herkennen. Ze leren zo ook zelf een mening vormen of een bepaald voorbeeld van
propaganda schadelijk is of niet.
● Verdeel de klas in groepjes van 4. Laat hen zelf op zoek gaan naar Belgische voorbeelden van propaganda (foto’s en
filmpjes).
● Bespreek
○ Waarover gaat het?
○ Waarom is dit propaganda?
○ Welke techniek wordt gebruikt.
○ Is dit schadelijk of niet? Waarom denk je dit?
● Nadien bespreken de groepjes elkaars voorbeelden. Geven ze hetzelfde antwoord?
● Je kan de voorbeelden ook insturen via www.mindovermedia.be via upload en wie weet komen jouw voorbeelden
ook terecht op de website.
Extra opdrachten:
● Op zoek naar meer opdrachten? Bekijk dan zeker ook de website www.mindovermedia.be voor extra
lesmateriaal.
Les 3 - Living Library - Vraag het de mediaprofessional
Deel 1: Vooraf in de klas
● Verdeel de klas in groepjes van ongeveer 4 leerlingen. Bezorg ons van elke groep hun top 2 van mediaprofessionals.
Nadien krijgen ze ook nog te weten met welke professional ze effectief in gesprek zullen gaan.
● Vragenlijst opstellen: Elke groep stelt enkele vragen op voor de mediaprofessionals. Ga na wat hun expertise is zodat je
gerichte vragen kan stellen. In de bijlage vind je het overzicht van de mediaprofessionals.
● Mogelijke vragen:
● Wat is de rol van de mediaprofessional in kwestie? Welke impact heeft zijn/haar werk? Wat willen
ze met hun werk teweeg brengen?
● Beïnvloeden media hoe we naar iets kijken?
● Welke rol spelen sociale media?
● Hoe moet je kijken naar bepaalde mediaboodschappen? Moet je alles geloven?
● Hoe zorgt hij/zij ervoor dat informatie betrouwbaar is? Wat is de waarheid?
● Wat maakt een journalist een goede journalist?
● Hoe staat hij/zij tegenover fake news, propaganda en burgerjournalistiek?
● Hoe kan er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen feiten, duiding en meningen?
● Hoe belangrijk vind hij/zij de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van informatie?
● Wat is de toekomst van media, journalistiek? Hoe zal die evolueren?
● Wat is de rol van burgerjournalistiek? Hoe staan hij/zij hier tegenover? Vinden ze dit goed dat
burgers hun stem kunnen laten horen?
● Wat kan je doen om foutieve informatie te herkennen en de verspreiding tegen te gaan?
● Hoe komt foutieve informatie tot stand? Spelen sociale media hierin een rol?
● Wat is persvrijheid? Hoe verhoudt dit zich tot propaganda/fake news?
● Wat is propaganda? Hoe kan je dit herkennen? Is propaganda slecht/schadelijk?
● Waarom is dit thema vandaag de dag zo actueel?
● Welke rol heeft de media vandaag de dag?
● Is er een verschil in het soort nieuws of de kwaliteit van nieuws via verschillende nieuwsformats.
Rolverdeling: Elke groep spreekt af wie wanneer welke vraagt stelt. Zorg ervoor dat ze telkens ook een of twee
verslaggevers aanduiden om de antwoorden te noteren en een foto te nemen.
Deel 2: Tijdens Difference Day - specifiek voor de speeddate
● De leerlingen kruipen in de huid van een journalist. Ze vragen alles wat ze altijd al hadden willen weten. Een goede
journalist houdt zich niet alleen aan de vragenlijst, maar luistert ook goed naar de geïnterviewde en vraagt door.
Deel 3: Nabespreking in de klas - ‘Wall of Fake News via post-its
● Elke leerling krijgt een post-it waarop ze een aantal of enkele vragen moeten beantwoorden: Wat is je bijgebleven?
Welke tip geef je mee aan andere leerlingen? Ze krijgen enkele minuten de tijd om individueel een antwoord te
formuleren op de vragen. Hang de kaartjes nadien omhoog.