-
Meting verrichten met dP tool
Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp
draait.
Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter
Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter
Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil
is
Selectiegids
Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de
utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie
hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde
installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op.
Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector
is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het
huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties
beter en energiezuiniger te laten functioneren.
Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren,
met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen
kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend
leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te
motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van
deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig
inregelen van cv-installaties bij de hand.
inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06
Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE
SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] •
www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk
worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en
andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt
eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen
aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds
overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze
publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de
respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn
handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
(vervolg)
Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de
maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te
realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.
Stel de overstort drukverschilregelaar in
Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO
ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste
instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil
over de radiatorafsluiters.
Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15
kPa = 0,15 bar.
Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD
Inregel-stand
DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50
0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75
0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25
0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69
0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12
0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58
1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07
1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6
1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18
1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8
1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46
2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14
2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84
2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55
2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27
2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10
3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74
3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49
3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27
3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09
3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95
4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88
4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89
4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17
4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21
4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54
5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97
5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51
5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12
5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76
5,8 2,04 5,27 7,34 27,38
6 2,14 7,69 28,9
6,2 2,22 7,98 30,21
6,4 8,17 31,17
6,6 31,61
Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de
MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool
gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer
u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.
Plaatsen van dP-tool
Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de
pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter
in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met
ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de
radiatorafsluiter.
Stap 3d
Stap 3e
Stap 4a
Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende
inregelafsluiter m.b.v.dP-tool
Aanpassen drukverschil
Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het
gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de
pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD
inregelafsluiter.
1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen
2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de
doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.
1 2
U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil
heeft bereikt.
Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20
1)
2)
DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450
124/90
Montering
Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er
fri for snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den
monteres på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste
nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes
ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.
Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget
genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.
Aftapning
Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange.
Se billede.
Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.
Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.
Plombering
4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.
1. 2. 3. 4.
DKManuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe
system is clean and:
1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is
used.
2) the valve is oriented according to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible when the green lock is
released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that the setting displays
0.0
Open and close
An indicator shows: White = open valve Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is released. Allen key can also
be used.
2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow
diagrammes are found in http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the handle until click.
Seal
4. The setting may be protected using a sealing strip.
Drain
Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See
illustration.
Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.
Draintap and nipples can rotate to any position.
GB
Manual balancing valve
Монтаж
Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть
промыты, а также:
1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана,
для обеспечения его наворачивания на трубопровод
2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением
движения среды.
Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при
разболкированной настройке.
Открыть / Закрыть
Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью
перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет
индикатора в окне рукоятки информирует о положении
клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан
закрыт.
Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом
шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка
приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы
для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3.
Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка
защелкнется.
Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью
пластиковой стяжки
Дренаж
Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны
клапана.
Поворотом синего - открываем проток после клапана.
Макс. 3 оборота обоих ниппелей!
Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое
удобное положение.
RUSРучные балансировочные клапаны
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das
Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen
erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein
Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf
dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen
Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation
über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot =
geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das
Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm
Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach
oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden.
Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik,
www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die
Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen
eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die
Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens
zusätzlich gesichert werden.
EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3
Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch
drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der
Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in
beliebige Position ge-dreht werden.
DE FRVanne d’équilibrage manuelle
Montage
Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le
système de conduites est propre et que :
1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté
est utilisé.
2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du
débit.
Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible
après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle
jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation
Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que
l’affichage indique 0.0
Ouverture , fermeture
Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne
fermée.
Régler le débit
1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté.
Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier
vert.
2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être
effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur
http://heating.danfoss.com.
3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à
entendre un clic.
Plombage
4. Une fente permet le plombage du réglage.
VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3
tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la
sortie (maxi. 3 tours).
Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans
n’importe quelle position.
PLRęczny zawór równoważący
0.0 !
1 2 3
Montaż
Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja
jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o
360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony
zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.
Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest
możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2)
ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę
nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy
upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.
Otwieranie i zamykanie
Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor
czerwony: zawór zamknięty
Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest
otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia
zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po
zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i
można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu
dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy
następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi
kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za
pomocą opaski zaciskowej.
Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3
obroty.Jak na rysunku.
Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.
Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.
VIB4
A10
2
05
.200
8
013
R948
1
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
Stap 4b
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
-
Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te
kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters
een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale –
handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u
de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de
installatie tot een minimum beperken.
Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4
is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie.
Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.
Toelichting gebruik inregelgids
Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van
de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de
hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het
gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u
nodig bij stap 2.
Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met
een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een
thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel
volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805
W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij
70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.
Inregelen van de radiatoren en convectoren
Stap 1
Stap 2 Stap 3
Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C
Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800
2000 2200 2400 2600 2800 3000
Hoogte Type
300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644
703 761 820 878
11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107
1208 1308 1409 1509
22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921
2113 2305 2498 2690 2882
33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732
3006 3279 3552 3825 4099
400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825
900 975 1050 1125
11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418
1547 1676 1805 1934
21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875
2063 2251 2438 2626 2813
22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462
2708 2954 3200 3446 3692
33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151
3501 3851 4201 4551 4901 5251
500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006
1098 1189 1281 1372
11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730
1887 2044 2201 2359
21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287
2516 2745 2973 3202 3431
22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002
3302 3602 3902 4203 4503
33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842
4269 4696 5123 5550 5977 6404
600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174
1281 1388 1494 1601
11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834
2018 2201 2385 2568 2752
21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668
2935 3202 3469 3736 4002
22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152
3502 3852 4203 4553 4903 5253
33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483
4981 5479 5977 6475 6973 7471
750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287
1416 1544 1673 1802 1930
11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212
2433 2654 2875 3097 3318
21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217
3539 3861 4182 4504 4826
22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800
4223 4645 5067 5489 5912 6334
33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405
6005 6606 7207 7807 8408 9008
900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500
1650 1800 1950 2100 2251
11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579
2837 3094 3352 3610 3868
21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376
3751 4126 4501 4876 5251 5626
22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431
4923 5415 5908 6400 6892 7385
33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301
7002 7702 8402 9102 9802 10502
Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een
correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van
70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type
20 de gegevens van type 11.
Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de
radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem.
Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap
1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de
voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt
u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien.
De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’
geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare
drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van
een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.
Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van
een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de
ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een
voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.
Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie.
Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap
3 nodig.
Omrekentabellen
Vermogen Druk Flow
W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h
1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001
1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1
De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld.
Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen
de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn
traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen
afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te
geven.
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 150 300 450
2 0,08 300 600 900
3 0,12 450 900 1.300
4 0,2 750 1.500 2.200
5 0,3 1.150 2.200 3.300
6 0,4 1.500 3.000 4.400
7 0,51 1.900 3.750 5.650
N 0,73 2.700 5.350 8.100
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 500 1.050 1.550
2 0,21 800 1.550 2.300
3 0,26 950 1.950 2.900
4 0,32 1.200 2.350 3.500
5 0,46 1.700 3.400 5.100
6 0,59 2.200 4.350 6.500
7 0,73 2.750 5.400 8.050
N 0,87 3.200 6.400 9.600
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 200 450 600
2 0,08 400 850 1.250
3 0,12 650 1.250 1.900
4 0,2 1.050 2.100 3.150
5 0,3 1.550 3.150 4.650
6 0,4 2.100 4.200 6.300
7 0,51 2.650 5.350 7.950
N 0,73 3.800 7.600 11.400
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 750 1.500 2.200
2 0,21 1.100 2.200 3.300
3 0,26 1.350 2.700 4.050
4 0,32 1.700 3.350 5.000
5 0,46 2.400 4.800 7.200
6 0,59 3.050 6.150 9.200
7 0,73 3.800 7.600 11.400
N 0,87 4.550 9.100 13.600
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts
De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende
inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan
restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort
drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval
alle afsluiters worden afgesloten.
Bepaal de totale volumestroom door de installatie
Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die
in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale
volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x
0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW
ΔT = delta T in K
Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan
radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een
temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan
11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.
Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp
Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de
pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum
volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de
pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij
voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de
restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en
het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het
overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende
stap.
Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500
l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze
volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa
gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 –
10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale
inregelafsluiter worden weggeregeld.
Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in
de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP =
overschot aan restopvoerhoogte in Bar
Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum
volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot
aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de
tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat
van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen
van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde
instelling en de installatie is ingeregeld.
320
100
= weg te regelen restopvoerhoogte
500
Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator
Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of
insert
Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter
Stap 3a
Stap 3b
Stap 3c
Stap 3d
-
Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te
kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters
een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale –
handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u
de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de
installatie tot een minimum beperken.
Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4
is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie.
Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.
Toelichting gebruik inregelgids
Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van
de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de
hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het
gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u
nodig bij stap 2.
Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met
een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een
thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel
volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805
W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij
70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.
Inregelen van de radiatoren en convectoren
Stap 1
Stap 2 Stap 3
Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C
Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800
2000 2200 2400 2600 2800 3000
Hoogte Type
300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644
703 761 820 878
11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107
1208 1308 1409 1509
22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921
2113 2305 2498 2690 2882
33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732
3006 3279 3552 3825 4099
400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825
900 975 1050 1125
11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418
1547 1676 1805 1934
21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875
2063 2251 2438 2626 2813
22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462
2708 2954 3200 3446 3692
33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151
3501 3851 4201 4551 4901 5251
500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006
1098 1189 1281 1372
11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730
1887 2044 2201 2359
21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287
2516 2745 2973 3202 3431
22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002
3302 3602 3902 4203 4503
33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842
4269 4696 5123 5550 5977 6404
600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174
1281 1388 1494 1601
11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834
2018 2201 2385 2568 2752
21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668
2935 3202 3469 3736 4002
22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152
3502 3852 4203 4553 4903 5253
33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483
4981 5479 5977 6475 6973 7471
750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287
1416 1544 1673 1802 1930
11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212
2433 2654 2875 3097 3318
21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217
3539 3861 4182 4504 4826
22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800
4223 4645 5067 5489 5912 6334
33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405
6005 6606 7207 7807 8408 9008
900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500
1650 1800 1950 2100 2251
11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579
2837 3094 3352 3610 3868
21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376
3751 4126 4501 4876 5251 5626
22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431
4923 5415 5908 6400 6892 7385
33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301
7002 7702 8402 9102 9802 10502
Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een
correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van
70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type
20 de gegevens van type 11.
Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de
radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem.
Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap
1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de
voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt
u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien.
De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’
geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare
drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van
een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.
Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van
een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de
ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een
voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.
Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie.
Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap
3 nodig.
Omrekentabellen
Vermogen Druk Flow
W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h
1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001
1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1
De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld.
Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen
de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn
traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen
afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te
geven.
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 150 300 450
2 0,08 300 600 900
3 0,12 450 900 1.300
4 0,2 750 1.500 2.200
5 0,3 1.150 2.200 3.300
6 0,4 1.500 3.000 4.400
7 0,51 1.900 3.750 5.650
N 0,73 2.700 5.350 8.100
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 500 1.050 1.550
2 0,21 800 1.550 2.300
3 0,26 950 1.950 2.900
4 0,32 1.200 2.350 3.500
5 0,46 1.700 3.400 5.100
6 0,59 2.200 4.350 6.500
7 0,73 2.750 5.400 8.050
N 0,87 3.200 6.400 9.600
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 200 450 600
2 0,08 400 850 1.250
3 0,12 650 1.250 1.900
4 0,2 1.050 2.100 3.150
5 0,3 1.550 3.150 4.650
6 0,4 2.100 4.200 6.300
7 0,51 2.650 5.350 7.950
N 0,73 3.800 7.600 11.400
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 750 1.500 2.200
2 0,21 1.100 2.200 3.300
3 0,26 1.350 2.700 4.050
4 0,32 1.700 3.350 5.000
5 0,46 2.400 4.800 7.200
6 0,59 3.050 6.150 9.200
7 0,73 3.800 7.600 11.400
N 0,87 4.550 9.100 13.600
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts
De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende
inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan
restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort
drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval
alle afsluiters worden afgesloten.
Bepaal de totale volumestroom door de installatie
Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die
in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale
volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x
0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW
ΔT = delta T in K
Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan
radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een
temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan
11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.
Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp
Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de
pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum
volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de
pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij
voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de
restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en
het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het
overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende
stap.
Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500
l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze
volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa
gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 –
10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale
inregelafsluiter worden weggeregeld.
Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in
de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP =
overschot aan restopvoerhoogte in Bar
Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum
volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot
aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de
tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat
van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen
van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde
instelling en de installatie is ingeregeld.
320
100
= weg te regelen restopvoerhoogte
500
Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator
Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of
insert
Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter
Stap 3a
Stap 3b
Stap 3c
Stap 3d
-
Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te
kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters
een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale –
handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u
de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de
installatie tot een minimum beperken.
Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4
is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie.
Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.
Toelichting gebruik inregelgids
Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van
de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de
hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het
gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u
nodig bij stap 2.
Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met
een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een
thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel
volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805
W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij
70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.
Inregelen van de radiatoren en convectoren
Stap 1
Stap 2 Stap 3
Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C
Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800
2000 2200 2400 2600 2800 3000
Hoogte Type
300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644
703 761 820 878
11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107
1208 1308 1409 1509
22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921
2113 2305 2498 2690 2882
33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732
3006 3279 3552 3825 4099
400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825
900 975 1050 1125
11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418
1547 1676 1805 1934
21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875
2063 2251 2438 2626 2813
22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462
2708 2954 3200 3446 3692
33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151
3501 3851 4201 4551 4901 5251
500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006
1098 1189 1281 1372
11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730
1887 2044 2201 2359
21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287
2516 2745 2973 3202 3431
22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002
3302 3602 3902 4203 4503
33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842
4269 4696 5123 5550 5977 6404
600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174
1281 1388 1494 1601
11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834
2018 2201 2385 2568 2752
21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668
2935 3202 3469 3736 4002
22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152
3502 3852 4203 4553 4903 5253
33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483
4981 5479 5977 6475 6973 7471
750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287
1416 1544 1673 1802 1930
11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212
2433 2654 2875 3097 3318
21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217
3539 3861 4182 4504 4826
22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800
4223 4645 5067 5489 5912 6334
33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405
6005 6606 7207 7807 8408 9008
900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500
1650 1800 1950 2100 2251
11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579
2837 3094 3352 3610 3868
21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376
3751 4126 4501 4876 5251 5626
22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431
4923 5415 5908 6400 6892 7385
33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301
7002 7702 8402 9102 9802 10502
Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een
correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van
70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type
20 de gegevens van type 11.
Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de
radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem.
Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap
1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de
voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt
u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien.
De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’
geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare
drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van
een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.
Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van
een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de
ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een
voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.
Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie.
Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap
3 nodig.
Omrekentabellen
Vermogen Druk Flow
W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h
1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001
1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1
De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld.
Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen
de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn
traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen
afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te
geven.
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 150 300 450
2 0,08 300 600 900
3 0,12 450 900 1.300
4 0,2 750 1.500 2.200
5 0,3 1.150 2.200 3.300
6 0,4 1.500 3.000 4.400
7 0,51 1.900 3.750 5.650
N 0,73 2.700 5.350 8.100
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 500 1.050 1.550
2 0,21 800 1.550 2.300
3 0,26 950 1.950 2.900
4 0,32 1.200 2.350 3.500
5 0,46 1.700 3.400 5.100
6 0,59 2.200 4.350 6.500
7 0,73 2.750 5.400 8.050
N 0,87 3.200 6.400 9.600
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 200 450 600
2 0,08 400 850 1.250
3 0,12 650 1.250 1.900
4 0,2 1.050 2.100 3.150
5 0,3 1.550 3.150 4.650
6 0,4 2.100 4.200 6.300
7 0,51 2.650 5.350 7.950
N 0,73 3.800 7.600 11.400
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 750 1.500 2.200
2 0,21 1.100 2.200 3.300
3 0,26 1.350 2.700 4.050
4 0,32 1.700 3.350 5.000
5 0,46 2.400 4.800 7.200
6 0,59 3.050 6.150 9.200
7 0,73 3.800 7.600 11.400
N 0,87 4.550 9.100 13.600
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts
De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende
inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan
restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort
drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval
alle afsluiters worden afgesloten.
Bepaal de totale volumestroom door de installatie
Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die
in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale
volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x
0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW
ΔT = delta T in K
Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan
radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een
temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan
11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.
Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp
Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de
pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum
volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de
pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij
voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de
restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en
het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het
overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende
stap.
Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500
l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze
volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa
gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 –
10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale
inregelafsluiter worden weggeregeld.
Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in
de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP =
overschot aan restopvoerhoogte in Bar
Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum
volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot
aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de
tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat
van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen
van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde
instelling en de installatie is ingeregeld.
320
100
= weg te regelen restopvoerhoogte
500
Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator
Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of
insert
Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter
Stap 3a
Stap 3b
Stap 3c
Stap 3d
-
Meting verrichten met dP tool
Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp
draait.
Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter
Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter
Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil
is
Selectiegids
Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de
utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie
hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde
installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op.
Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector
is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het
huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties
beter en energiezuiniger te laten functioneren.
Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren,
met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen
kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend
leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te
motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van
deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig
inregelen van cv-installaties bij de hand.
inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06
Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE
SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] •
www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk
worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en
andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt
eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen
aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds
overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze
publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de
respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn
handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
(vervolg)
Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de
maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te
realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.
Stel de overstort drukverschilregelaar in
Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO
ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste
instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil
over de radiatorafsluiters.
Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15
kPa = 0,15 bar.
Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD
Inregel-stand
DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50
0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75
0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25
0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69
0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12
0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58
1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07
1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6
1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18
1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8
1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46
2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14
2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84
2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55
2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27
2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10
3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74
3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49
3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27
3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09
3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95
4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88
4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89
4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17
4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21
4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54
5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97
5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51
5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12
5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76
5,8 2,04 5,27 7,34 27,38
6 2,14 7,69 28,9
6,2 2,22 7,98 30,21
6,4 8,17 31,17
6,6 31,61
Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de
MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool
gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer
u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.
Plaatsen van dP-tool
Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de
pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter
in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met
ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de
radiatorafsluiter.
Stap 3d
Stap 3e
Stap 4a
Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende
inregelafsluiter m.b.v.dP-tool
Aanpassen drukverschil
Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het
gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de
pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD
inregelafsluiter.
1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen
2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de
doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.
1 2
U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil
heeft bereikt.
Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20
1)
2)
DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450
124/90
Montering
Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er
fri for snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den
monteres på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste
nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes
ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.
Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget
genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.
Aftapning
Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange.
Se billede.
Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.
Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.
Plombering
4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.
1. 2. 3. 4.
DKManuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe
system is clean and:
1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is
used.
2) the valve is oriented according to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible when the green lock is
released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that the setting displays
0.0
Open and close
An indicator shows: White = open valve Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is released. Allen key can also
be used.
2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow
diagrammes are found in http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the handle until click.
Seal
4. The setting may be protected using a sealing strip.
Drain
Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See
illustration.
Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.
Draintap and nipples can rotate to any position.
GB
Manual balancing valve
Монтаж
Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть
промыты, а также:
1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана,
для обеспечения его наворачивания на трубопровод
2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением
движения среды.
Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при
разболкированной настройке.
Открыть / Закрыть
Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью
перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет
индикатора в окне рукоятки информирует о положении
клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан
закрыт.
Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом
шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка
приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы
для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3.
Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка
защелкнется.
Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью
пластиковой стяжки
Дренаж
Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны
клапана.
Поворотом синего - открываем проток после клапана.
Макс. 3 оборота обоих ниппелей!
Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое
удобное положение.
RUSРучные балансировочные клапаны
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das
Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen
erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein
Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf
dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen
Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation
über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot =
geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das
Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm
Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach
oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden.
Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik,
www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die
Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen
eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die
Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens
zusätzlich gesichert werden.
EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3
Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch
drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der
Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in
beliebige Position ge-dreht werden.
DE FRVanne d’équilibrage manuelle
Montage
Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le
système de conduites est propre et que :
1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté
est utilisé.
2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du
débit.
Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible
après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle
jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation
Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que
l’affichage indique 0.0
Ouverture , fermeture
Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne
fermée.
Régler le débit
1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté.
Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier
vert.
2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être
effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur
http://heating.danfoss.com.
3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à
entendre un clic.
Plombage
4. Une fente permet le plombage du réglage.
VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3
tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la
sortie (maxi. 3 tours).
Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans
n’importe quelle position.
PLRęczny zawór równoważący
0.0 !
1 2 3
Montaż
Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja
jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o
360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony
zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.
Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest
możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2)
ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę
nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy
upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.
Otwieranie i zamykanie
Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor
czerwony: zawór zamknięty
Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest
otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia
zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po
zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i
można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu
dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy
następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi
kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za
pomocą opaski zaciskowej.
Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3
obroty.Jak na rysunku.
Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.
Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.
VIB4
A10
2
05
.200
8
013
R948
1
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
Stap 4b
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEn
OPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
-
Meting verrichten met dP tool
Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp
draait.
Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter
Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter
Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil
is
Selectiegids
Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de
utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie
hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde
installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op.
Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector
is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het
huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties
beter en energiezuiniger te laten functioneren.
Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren,
met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen
kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend
leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te
motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van
deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig
inregelen van cv-installaties bij de hand.
inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06
Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE
SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] •
www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk
worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en
andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt
eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen
aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds
overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze
publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de
respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn
handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter
(vervolg)
Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de
maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te
realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.
Stel de overstort drukverschilregelaar in
Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO
ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste
instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil
over de radiatorafsluiters.
Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15
kPa = 0,15 bar.
Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD
Inregel-stand
DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50
0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75
0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25
0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69
0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12
0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58
1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07
1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6
1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18
1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8
1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46
2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14
2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84
2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55
2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27
2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10
3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74
3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49
3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27
3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09
3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95
4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88
4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89
4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17
4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21
4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54
5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97
5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51
5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12
5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76
5,8 2,04 5,27 7,34 27,38
6 2,14 7,69 28,9
6,2 2,22 7,98 30,21
6,4 8,17 31,17
6,6 31,61
Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de
MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool
gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer
u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.
Plaatsen van dP-tool
Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de
pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter
in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met
ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de
radiatorafsluiter.
Stap 3d
Stap 3e
Stap 4a
Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende
inregelafsluiter m.b.v.dP-tool
Aanpassen drukverschil
Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het
gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de
pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD
inregelafsluiter.
1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen
2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de
doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.
1 2
U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil
heeft bereikt.
Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20
1)
2)
DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450
124/90
Montering
Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er
fri for snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den
monteres på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste
nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes
ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.
Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget
genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.
Aftapning
Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange.
Se billede.
Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.
Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.
Plombering
4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.
1. 2. 3. 4.
DKManuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe
system is clean and:
1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is
used.
2) the valve is oriented according to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible when the green lock is
released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that the setting displays
0.0
Open and close
An indicator shows: White = open valve Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is released. Allen key can also
be used.
2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow
diagrammes are found in http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the handle until click.
Seal
4. The setting may be protected using a sealing strip.
Drain
Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See
illustration.
Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.
Draintap and nipples can rotate to any position.
GB
Manual balancing valve
Монтаж
Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть
промыты, а также:
1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана,
для обеспечения его наворачивания на трубопровод
2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением
движения среды.
Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при
разболкированной настройке.
Открыть / Закрыть
Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью
перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет
индикатора в окне рукоятки информирует о положении
клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан
закрыт.
Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом
шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка
приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы
для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3.
Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка
защелкнется.
Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью
пластиковой стяжки
Дренаж
Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны
клапана.
Поворотом синего - открываем проток после клапана.
Макс. 3 оборота обоих ниппелей!
Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое
удобное положение.
RUSРучные балансировочные клапаны
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das
Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen
erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein
Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf
dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen
Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation
über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot =
geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das
Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm
Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach
oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden.
Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik,
www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die
Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen
eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die
Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens
zusätzlich gesichert werden.
EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3
Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch
drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der
Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in
beliebige Position ge-dreht werden.
DE FRVanne d’équilibrage manuelle
Montage
Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le
système de conduites est propre et que :
1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté
est utilisé.
2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du
débit.
Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible
après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle
jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation
Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que
l’affichage indique 0.0
Ouverture , fermeture
Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne
fermée.
Régler le débit
1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté.
Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier
vert.
2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être
effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur
http://heating.danfoss.com.
3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à
entendre un clic.
Plombage
4. Une fente permet le plombage du réglage.
VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3
tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la
sortie (maxi. 3 tours).
Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans
n’importe quelle position.
PLRęczny zawór równoważący
0.0 !
1 2 3
Montaż
Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja
jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o
360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony
zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.
Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest
możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2)
ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę
nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy
upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.
Otwieranie i zamykanie
Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor
czerwony: zawór zamknięty
Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest
otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia
zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po
zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i
można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu
dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy
następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi
kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za
pomocą opaski zaciskowej.
Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3
obroty.Jak na rysunku.
Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.
Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.
VIB4
A10
2
05
.200
8
013
R948
1
1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm Select Enter
0.1kPa
0.0
Select Enter
0.1kPa
OPEnOPEN
CLO
SE
Select Enter
0.1kPa
CLOS
Select Enter
0.1kPa
0.0∆P
10 mmPreset Q max. w/RA2000
w/ RAW, RAE or RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h