Dudok Quartet Amsterdam Judith van Driel, viool Marleen Wester, viool Marie-Louise de Jong, altviool David Faber, cello Het Dudok Kwartet zet zichzelf op de kaart als een van de meest creatieve en veelzijdige kwartetten van zijn ge- neratie. Met als missie “sharing the heart of music” stelt het kwartet unieke en eclectische programma’s samen, waarmee het op nieuwe en inventieve manieren zijn pu- bliek weet te bereiken. Het kwartet is constant op zoek naar nieuwe dwarsverbanden binnen muziek, in een re- pertoire dat reikt van Ligeti, Sjostakovitsj, Hartmann en Weinberg tot aan Mendelssohn, Mozart en Beethoven. Zij spelen ook geregeld eigen arrangementen voor strijk- kwartet, zoals u ook vandaag zult horen. Het kwartet werkt ook veel samen met musici als Pieter Wispelwey, Alexei Lubimov, Hannes Minnaar, Dmitri Fer- schtmann, Erik Bosgraaf en het Berlage Saxofoon Kwartet. Het Dudok kwartet trad op in vele van Europa’s grote za- len en festivals en is kind aan huis in het Concertgebouw en het Muziekgebouw aan ’t IJ. Het kwartet sloeg inmid- dels ook zijn vleugels uit naar de VS. Verder staan optre- dens in Milaan, Mantua, Venetië en Heidelberg (Streich- quartett Festival) op de rol. Een opzienbarend project van het kwartet was de wereldpremière in 2016 van Kaija Saariaho’s opera Only the Sound Remains met Philippe Jaroussky en de Nationale Opera. En laten we niet de voorstelling vergeten waarin Beetho- vens strijkkwartet opus 132 toegankelijk gemaakt is voor kinderen vanaf zes jaar. Dit concert klonk al in alle grote zalen in Nederland (en ook bij Muziekkamer Assen, die in twee voorstellingen 400 enthousiaste basisschoolleerlin- gen in De Schalm ontving!) en zal verder spelen in het Konzerthaus in Wenen, Festspielhaus Baden-Baden, de Elbphilharmonie in Hamburg, enz. Het kwartet heeft sinds 2015 drie uitgekiende, themati- sche cd’s uitgebracht die alle lovend werden ontvangen: “Editor’s Choice” in Gramophone; The Guardian roemde de “lenige, levendige klank en alerte opmerkzaamheid Programma Polyfone werken uit de 14 de - 16 de eeuw - G. Machaut - Kyrie uit Messe de Nostre Dame - J. Ockeghem - Kyrie uit Missa Prolationum - J. Desprez - Mille regretz - C. Gesualdo - Moro Lasso Karl Amadeus Hartmann (1905-1963) Strijkkwartet nr. 1 ‘Carillon’ (1933) - Langsam - [con sordino] - --- ----- pauze ----- Ludwig van Beethoven (1770-1827) Strijkkwartet op. 130 in Bes (1825) - Adagio ma non troppo - Allegro - Presto - Andante con moto, ma non troppo (Poco scherzoso) - Alla danza tedesca (Allegro assai) - Cavatina (Adagio molto espressivo) - Grosse Fuge (op. 133) ____________________________________________________________ voor structuur en details” en The Strad sprak van “een in- tense luisterervaring die je op het puntje van je stoel houdt.” De leden van het kwartet studeerden onder meer bij het Alban Berg Quartett en aan de Nederlandse Strijkkwartet Academie. In 2014 ontving het kwartet de prestigieuze Kersjesprijs. Verdere prijzen wonnen zij onder meer op internationale concoursen in Bordeaux en Weimar. Het Dudok Kwartet tenslotte was het eerste Nederlandse strijkkwartet dat in 2018 in Londen de prestigieuze Borlet- ti-Buitoni Trust Award uitgereikt kreeg! De leden van het Dudok kwartet spelen op instrumenten die ze in bruikleen hebben van het Nationaal Muziekin- strumenten Fonds (NMF). Zie voor veel meer: dudokkwartet.nl Programmanotities In dit programma, met als titel Klinkende Sculpturen, tre- den de musici in de voetsporen van de naamgever van hun kwartet, architect Willem Dudok (stadhuis Hilver- sum, Bijenkorf Amsterdam, …). Hij was groot muzieklief- hebber en componeerde in zijn vrije tijd. ‘Meer dan aan alle bouwkunstenaars heb ik aan de componisten te dan- ken’, schreef hij. ‘Ik voel diep de gemeenschappelijke basis van muziek en architectuur: ze ontlenen immers beide haar waarde aan de juiste maatverhoudingen.’ En die maatvoering zoekt ook het kwartet in het program- ma van vandaag. Uitgangspunt is Beethovens late, mo- numentale strijkkwartet uit 1825, het jaar – en we citeren het kwartet – ‘waarin Nederland werd getroffen door een stormvloed en Hokusai zijn houtsnede Grote golf van Ka- nagawa maakte en waarin Beethoven de wereld op zijn grondvesten deed schudden met zijn strijkkwartet opus 130; “een monsterverhaal in zes afleveringen” volgens bi- ograaf Jan Caeyers’. Een enorme structuur, zeker de af- sluitende Grosse Fuge, tegelijkertijd een innerlijke nood- zaak waarmee - de nota bene dove - Beethoven zich afzet tegen de tijdgeest. Een eeuw later geldt voor de componist Hartmann iets dergelijks: in Hitler-Duitsland koos hij, uit innerlijke nood- zaak en met gevaar voor zijn leven, ervoor in zijn vader- land compromisloos te blijven componeren om met zijn kunst zijn landgenoten de spiegel voor te houden en zo van binnenuit vrijheid te bepleiten. Zonder succes, zoals we intussen weten. Beide componisten zijn in deze composities schatplichtig aan de grote polyfonisten, die vier, vijf eeuwen eerder al muzikale klankkathedralen bouwden, ingenieuze veel- stemmige weefsels. Hartmann was hier expliciet over: hij had zulke, tot op zekere hoogte mathematische, emotie- loze technieken nodig om vorm te geven aan zijn onge- structureerde existentiële emoties. Ook Beethoven ge- bruikte deze structurerende principes, nu eens om zijn weemoed (Cavatina), dan weer om zijn woede en onge- mak jegens de wereld te kanaliseren (Grosse Fuge). Het programma opent daarom toepasselijk met een aan- tal korte polyfone werken uit de late middeleeuwen en de