DU CHÂTEAU DE SLINS Du Château, Duchâteau, Duchateau Wapens Wapen 1. In blauw drie schuin geplaatste gouden morgensterren. Wapen 2. Gevierendeeld: I en IV in blauw drie schuin geplaatste gouden morgensterren; II en III in goud een zwarte leeuw, zilver geklauwd en getongd. Wapen 3. Gevierendeeld: I en IV in goud en zwarte leeuw, rood getongd, II en III in blauw drie waaiervormig geplaatste gouden morgensterren. Helmteken de leeuw uit het schild. Bespreking: Het eerste wapen is in de veertiende eeuw gevoerd door Bauduin de Chateau de Slins. 1 Het tweede wapen werd gevoerd door de zoons van Bauduin de Chateau de Slins. Zij kwartileerden het vaderlijke wapen met dat van hun moeder, een Waroux. 2,3 Het derde wapen is afgebeeld in het Fronton van de hoeve Zonneberg te St. Pieter bij Maastricht. Er zijn varianten met strijdkolven i.p.v. morgensterren. Inleiding: Verwantschap van het hier beschreven geslacht du Château de Slins met het in 'Le Miroir des Nobles’ beschreven geslacht du Château de Slins is wegens de overeenkomst in bezittingen en de gelijkenis van het wapen zeer aannemelijk maar niet bewezen. In de twaalfde eeuw waren zij heren van Slins. Nicolas du Chateau de Slins was echter de laatste heer. Zijn zoon Herman droeg omstreeks het jaar 1200 de heerlijkheid over aan het kapittel van St. Lambert te Luik. Als leenmannen van de prins-bisschop van Luik hielden ze daar een hof. De stamvader van het hier beschreven geslacht Ghijs du Chateau de Slins voerde in de 15 e eeuw het gekwartileerde wapen, zijn broer Olivier de Malve, cantor van het kapittel St. Lambert te Luik, voerde in zijn tweede kwartier het originele wapen du Chateau de Slins. 4 Le Fort meldt een aantal verheffingen van hun hof het 'metier' Les Cherwirs. Olivier, zoon van Olivier du Chateau de Slins, verheft 'le metier' des Cherwirs in 1464, écuyer Eustache du Chateau de Slins in 1560, Damseau 5 Renard du Chateau de Slins in 1564, Olivier du Chateau, 1 Rijksarchief te Luik (België), Fonds Le Fort, manuscript 18e eeuw, deel 1, paragr. 5, pag. 98 v . 2 Le Fort en L. de Herckenrode, Collection de Tombes en Hesbaye, p. 86. 3 CBG te 's Gravenhage, Heraldische databank . 4 Le Fort, p. 98v. 5 Nederlands: Jonker
22
Embed
Duchâteau de Slins - Marres · 2015-08-18 · Genealogie I Ghijs du Chateau de Slins, broer van Olivier de Malve die cantor was van het kapittel St. Lambert te Luik. II Olivier du
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
DU CHÂTEAU DE SLINS
Du Château, Duchâteau, Duchateau
Wapens
Wapen 1. In blauw drie schuin geplaatste gouden morgensterren.
Wapen 2. Gevierendeeld: I en IV in blauw drie schuin geplaatste gouden morgensterren;
II en III in goud een zwarte leeuw, zilver geklauwd en getongd.
Wapen 3. Gevierendeeld: I en IV in goud en zwarte leeuw, rood getongd, II en III in blauw
drie waaiervormig geplaatste gouden morgensterren. Helmteken de leeuw uit het schild.
Bespreking:
Het eerste wapen is in de veertiende eeuw gevoerd door Bauduin de Chateau de Slins.1
Het tweede wapen werd gevoerd door de zoons van Bauduin de Chateau de Slins. Zij
kwartileerden het vaderlijke wapen met dat van hun moeder, een Waroux.2,3
Het derde wapen is afgebeeld in het Fronton van de hoeve Zonneberg te St. Pieter bij
Maastricht. Er zijn varianten met strijdkolven i.p.v. morgensterren.
Inleiding:
Verwantschap van het hier beschreven geslacht du Château de Slins met het in 'Le Miroir des
Nobles’ beschreven geslacht du Château de Slins is wegens de overeenkomst in bezittingen en
de gelijkenis van het wapen zeer aannemelijk maar niet bewezen.
In de twaalfde eeuw waren zij heren van Slins. Nicolas du Chateau de Slins was echter de
laatste heer. Zijn zoon Herman droeg omstreeks het jaar 1200 de heerlijkheid over aan het
kapittel van St. Lambert te Luik. Als leenmannen van de prins-bisschop van Luik hielden ze
daar een hof.
De stamvader van het hier beschreven geslacht Ghijs du Chateau de Slins voerde in de 15e
eeuw het gekwartileerde wapen, zijn broer Olivier de Malve, cantor van het kapittel St.
Lambert te Luik, voerde in zijn tweede kwartier het originele wapen du Chateau de Slins. 4
Le Fort meldt een aantal verheffingen van hun hof het 'metier' Les Cherwirs. Olivier, zoon
van Olivier du Chateau de Slins, verheft 'le metier' des Cherwirs in 1464, écuyer Eustache du
Chateau de Slins in 1560, Damseau5 Renard du Chateau de Slins in 1564, Olivier du Chateau,
1 Rijksarchief te Luik (België), Fonds Le Fort, manuscript 18e eeuw, deel 1, paragr. 5, pag. 98
v.
2 Le Fort en L. de Herckenrode, Collection de Tombes en Hesbaye, p. 86.
3 CBG te 's Gravenhage, Heraldische databank .
4 Le Fort, p. 98v.
5 Nederlands: Jonker
vermeld als brouwer in het register van de brouwers te Luik in 1568, verheft voor zover
bekend als laatste het leen in 1581. 6
Het geslacht behoort tot de oude Luikse adel. De meesten leden werden aangeduid als écuyer
of damseau wat in het Nederlands jonker genoemd wordt. In één tak, en juist de tak waaruit
het tegenwoordige geslacht stamt, werden de leden niet met een adellijke titel en zelfs vaak
niet als heer (seigneur) vermeld. De stamvader van deze tak, Olivier du Chateau (gen. Vb)
verhief in 1568 - voor zover bekend als laatste - het leen Les Cherwirs. Hij was brouwer te
Luik.
Er resteert van dit oude adellijke Luikse geslacht nog slechts een tak, nakomelingen van Oger
du Château, vermeld in 1693, die behoorde tot de gezeten boerenstand. Zijn nazaten noemen
zich Duchâteau, vooral in België, of Duchateau, vooral in Nederland.
Er is enige twijfel of zijn hun afstamming legitiem is. Er is geen bewijs voor het tegendeel,
maar de overgang naar de boerenstand is voor een adellijk geslacht opmerkelijk. Het staat
hierin overigens niet alleen. Dit overkwam ook het grafelijke geslacht van Coeverden. Dit
waren vanaf het midden van de twaalfde eeuw Rijks-onmiddelbare heren met muntrecht, ook
zij gingen twee eeuwen geleden geleidelijk over tot de boerenstand. Hun adeldom is in de
vorige eeuw weer erkend en zij kregen het predicaat jonkheer.
In Nederland bestaan een tiental verschillende, dus niet verwante, geslachten Duchateau. Het
hier beschreven geslacht is het oude adellijke Luikse geslacht du Chateau de Slins.
Bronnen
Bij de opstelling van de genealogie is gebruik gemaakt van het middeleeuwse manuscript
'Le Miroir des Nobles' van Jacques de Hemricourt uit 1398, het 'Fonds Le Fort' uit de 17e
eeuw en het archief van de familie de Groutars dat berust in het Rijksarchief te Luik, het boek
van L. de Herckenrode 'Collection de Tombes et Epithaphes dans le Pays de Hesbaye' uit
1845.
Geen gebruik is gemaakt van de 'Geslachtstafel familie Duchâteau' die in de vorige eeuw is
opgesteld door J.M. van de Venne. Deze geslachtslijst gaat terug tot de 12e eeuw maar de
gegevens zijn niet te verifiëren en op meerdere plaatsen ook aantoonbaar onjuist.
Dank gaat uit naar familieleden die aanvullingen stuurden, met name naar Françoise Du
Château uit Brussel.
DNA
De Y-DNA haplogroep van dit geslacht is bij een mannelijke lid van de familie bepaald op :
I1a1b - L22.
Auteur:
E.C.W.L. (Boed) Marres, Amsterdam.
6 Le Fort, p. 101.
Genealogie
I Ghijs du Chateau de Slins, broer van Olivier de Malve die cantor was van het kapittel
St. Lambert te Luik.
II Olivier du Château de Slins, le mauvaix, écuyer7, leefde in 1481, tr. Catherine de Falle
genaamd de Lardier, dr van Eustache de Falle genaamd de Romershoven en Odierne de
Biernawe genaamd de Lardier.
III Eustache du Chateau de Slins, écuyer, in leven vermeld 20 juni 1481, 1484 en 25
augustus 1520, (verheft Le Cherwir in 15608), begr. Slins in of kort voor 1527, tr. voor
22 april 1500 Jenne de Fexhe, vermeld als weduwe in 1527, dr. van Oger.
Uit dit huwelijk:
1. Eustache du Château, volgt IVa.
2. Olivier du Château, volgt IVb.
3. Dochter du Château, tr. Jean le Brasseur d' Heure, vermeld9 15 april 1520.
4. Dochter du Château, tr. Louis de Labie de Liers, vermeld 26 sept. 1529 en 26 sept.
1534.
IVa Eustache du Château de Slins, mayeur van Brus sur la Geer 16 nov. 1540, vermeld
1527, woonde 26 april 1530 en 6 febr. 1539 te Slins, testeerde10
16 nov. 1540 (real.
Luik 1545), + voor 27 okt. 1552, tr. 25 aug. 1520 (real. schepenb. Luik 1527) Marie
Courtejoie d'Alleur, dr van Sebastien en Marguerite Burin.
Uit dit huwelijk:
1. Henri du Château de Slins.
2. Bastin du Château de Slins, vermeld in 1541, tr. Anna Jaijmart, dr. van Henri.
3. Dochter du Chateau de Slins, tr. Perpète Gillard.
4. Guillaume du Chateau.
5. Cathérine du Chateau de Slins, tr. Hubert Mersire.
6. Marguerite du Château de Slins, tr. Gerard Fabry, beiden vermeld in 1545.
IVb Olivier du Chateau de Slins, écuyer, schepen en griffier van Brusse sur la Geer (15 febr.
1522), vermeld 25 aug. 1520, 1527, 26 sept. 1529, 16 nov. 1534, en 26 sept. 1534 en
1536, zij testeren in 1558, beiden liggen begraven bij de "Frères Mineurs" te Luik11
, tr.
Elisabeth van den Bosch van Millen, dr. van Lambert van den Bosch van Millen
genaamd van Mopertingen, heer van Meldert en Jeanne van Eijnatten van Heukelom12
.
Uit dit huwelijk:
1. Guillaume du Chateau de Slins, écuyer, volgt Va.
7 In het manuscript van le Fort, genealogie tiré des memoirs du Seigneur Abry, staat de tem 'escuijer'. Ik liet dit
onvertaald omdat dit zowel 'knaap van de wapenen' als 'jonker' kan betekenen. 8 Le Fort vermeldt dat Eustache du Chateau de Slins, gehuwd met Jenne de Fexe, le Cherwir in 1560 nog verhief
en stierf in 1563. Zijn zoon jonker Renard verhief volgens hem le Cherwir in 1564. Dit moet gezien de jaartallen
een vergissing zijn. Het betreft hier waarschijnlijk leden van een zijtak. Hij vermeldt ook dat een Olivier, zoon
van Olivier du Chateau de Slins, de ambachtsheerlijkheid 'le metier' des Cherwirs in 1464 verhief. 9 Bij het huwelijk van haar broer Stas. De geschreven genealogie is nogal slordig, hier staat een andere datum
dan die van het huwelijk. Zie ook de opmerking in vorige noot. 10
Getuigen: Jean de Falle en Johan Le Brasseur. 11
Rolland en Collar du Chateau waren procureurs bij de Minderbroeders van Luik in 1550. 12
Annuaire Généalogique des Pays Bas, 1874, artikel Eynatten, p. 147.
2. Adriane du Chateau de Slins, tr. Jan van Bensenrade, heer van Strucht, + na 29 jan.
1561, zoon van Antonius Bensenraedt, heer van Strucht, en Gertrude van Rijckel.
3. Olivier du Chateau de Slins, volgt Vb.
4. Anne du Chateau de Slins, tr. 1550 Frederik van Blanckenheim.
5. Elisabeth du Chateau de Slins, tr. Gille de Beaurieu, heer van Vilerea.
Va Jonker Guillaume du Chateau de Slins, écuyer13
, test. 8 mei 1567 (real. schepenb. Luik
24 jan. 1568) , + Luik en begraven bij de Minderbroeders, tr. Everardine d' Eversloe, +
na 20 nov. 1588. Zij tr. 2e jonker Steven van Gulpen, gen. Eijcken, écuyer, + na 20 nov.
1588.
Uit dit huwelijk:
1. Jonker14
Olivier du Chateau de Slins, écuyer, erft bij de verdeling van de
nalatenschap van hun ouders in 1591 het ouderlijke leen met de heerlijke cijnsen
boven Oupye en Vivegnis, tevens weiden, bossen en landerijen die deel uitmaken
van de toren het het gebouw dat zich uitstrekt ter plaatse van Ougrey en Sclessin,
Lovinfosse genaamd15
, vermeld wordt nog vermeld op 8 mei 1567 en in 1580, 1591
en 1616, tr. Josine de Brant, dr. van de heer van Dorinnes en Odeur, tr. 2e N.N. de
Brant, nicht van zijn eerste echtgenote.
Uit deze huwelijken geen nakomelingen.
2. jonker16
Guillaume du Chateau de Slins, volgt VIa.
3. Elisabeth du Chateau de Slins, tr. Guillaume de Beaurieu, heer van Villereau, écuyer,
zoon van Wautier en Marie de Roumacle.
VIa jonker Guillaume du Chateau de Slins, écuyer, heer van Xhenement17
, erft in 1591 het
vervallen18
ouderlijk huis met hof en tuin te Slins19
, tevens vermeld 10 maart 1631, 1 en
18 maart 1633, 1580, 1591 en 1616, + na 8 mei 1633, tr. Catherine de Fraipont, de
Seraing, vrouwe van Xhenement, + na 1 maart 1633, dr van Everard de Fraipont, heer
van Deigné en van Catherine de Velroux de Tilff.
Uit dit huwelijk:
1. Guillaume du Chateau de Slins, volgt VIIa.
2. Catherine du Chateau de Slins, vermeld 1 maart 1633.
VIIa Guillaume du Chateau de Slins, écuyer, heer van Xhenement, vermeld 10 maart 1631, +
7 okt. 1675, tr. 18 maart 1633 Lucrece Schooffs, dr. van Guillaume, écuyer en Marie de
Rijfflaer.
Uit dit huwelijk:
1. Catherine du Chateau de Slins, tr. Nicolas des Prez de Barxhon, écuyer, heer van
Petite Beijne, zoon van Nicolas des Prez de Barxhon, écuyer, heer van Petite Beijne
en Marguerite de Brialmont d'Eneil.
13
Le fort p. 100, Bij het huwelijkscontracct tussen jonker Steven van Gulpen en Evardine van Everloots wordt
haar eerste man aangeduid als jonker (damoiseau) van Gulpen . Op pag. 94 ecuyer.. 14
Le Fort p. 100. 15
Le Fort p. 100, extract register Hof van Luik, getekend door Jean de Fraisne, 5 febr. 1591. 16
Le Fort p. 100. 17
Le Fort p. 100v 18
Le Fort p. 101. 'gisant en piereuse'. 19
Le Fort p. 100.
Vb Olivier du Chateau, brouwer te Luik (1568)20
, verheft Le Cherwir in 158121
, tr. Marie de
Poilvache, genaamd de Jupprelle, dr. van Oger.
Uit dit huwelijk22
:
1. Jean du Chateau.
2. Jacques du Chateau, waarschijnlijk brouwer te Luik, vermeld in de registers van het
hof van Fexe Slins 31 juli 1589, + voor of in 1612.
Zijn zoon Jean du Chateau wordt als zoon van wijlen Jacques du Chateau in het
Luiks brouwersregister vermeld in 1612.
3. Bastin du Chateau.
4. Stas du Chateau, nog minderjarig in 1592.
5. Olivier du Chateau, volgt VIb.
6. Oger du Chateau, volgt VIc.
VIb Olivier du Chateau, w.s overleden voor 18 nov. 1616, tr. Jeanne d'Almailhe.
Uit dit huwelijk: 23
1. Louis du Chateau de Slins, volgt VIIb.
2. Olivier du Chateau, tr. Marie de Jupprelle, dr van Oger en Marguerite de Malache.24
Uit dit huwelijk o.a.:
1. Cathérine du Chateau de Slins, tr. Jean de Merlement, heer van Opleeuw, zoon van
Guillaume en Marie van der Wouden. 25
VIIb Louis du Chateau genaamd de Labbie a Lijers26
, hij en zijn broer Oger sluiten met hun
neven de jonkers Guillaume en Olivier de Chesteau een overeenkomst in 161627
, tr.
Marie de Selle.
Uit dit huwelijk:
1. Rolland du Chateau de Slins, volgt VIII.
VIII Roland du Chateau de Slins, + (begr. in het klooster van de Redemptoristen) St. Truiden
13 juni 1649, tr. Elisabeth de Bovigniester. Zij liggen begraven in Steijnar te St. Truiden
onder een rijk versierde grafsteen met hun 8 kwartierwapens 28
.
Uit dit huwelijk:
1. Jonker29
Louis du Chateau de Slins, verdeling tussen hem zijn broer en zijn zwager
in 165830
, tr. Ernestine de Donceel
Uit dit huwelijk o.a.:
Roland du Chateau de Bouvignestier.
20
Vermelding in brouwersregister. 21
Voor het hof te Luik. 22
Op 8 jan. 1592 worden zijn zes zonen vermeld in (door mij niet te begrijpen, daarom letterlijk citaat:) "Renom
d'Humiers d'Icelle erante vefue". 23
Het tweede kind en zijn nageslacht en nog enige details omtrent het geslacht du Chateau staan vermeld in L.
De Herckenrode, p. 86. 24
R.A. Luik, Archief de Groutars. De aantekeningen zijn zelden voorzien van jaartallen. 25
L. De Herckenrode, p. 86, hun kleinzoon is Jean de Merlement , heer van Cortils, Veroux, Herck St-Lambert
etc. burgemeester van Luik in 1609. 26
Le Fort p. 100v 27
Le Fort 100v, extract van het Hof van Fexhe-Slins, not. Jean de Fraisne, 18 nov. 1616, Jonker Guilheaume de
Chesteau de Slins, heer van Xhenement mede namens zijn broer jonker Olivier de Chesteau enerzijds en
seigneur Lois de Chesteau genaamd de Labbie a Lijers en Ogier de Chesteau hun neven anderzijds.
N.B.: verder niets. Let op het verschil in titulatuur. De neven beide jonker. Louis is heer en Oger nihil !. 28
Du Chateau de Slins, Aimailhe, Selle, Fumale, Bovigniester, Royer, Melotte en Hannosset. 29
Le Fort p. 100v, Noble seigneur. 30
Le Fort, pag. 100v. , not. Jean Garitte 7 juni 1658.
2. Catherine du Chateau de Slins, Jonker31
Hubert Grumselle, heer van Hemricourt,
raadsheer aan het prins-bisschoppelijke hof te Luik32
.
3. Arnold du Chateau, vermeld in 1658,
VIc Oger du Chateau, woonde te Anixhe, sluit met zijn neef Lois een overeenkomst met zijn
neven de jonkers Guillaume en Olivier du Chateau de Slins in 1616. Hij draagt hier als
enige geen titel33
, huwde in 1609 een dochter van Gillet Libotte "allod."(?), verdeling
nalatenschap onder hun hierna genoemde kinderen in 1628 34
.
Uit dit huwelijk:
1. Gillet du Chateau, volgt VIIb.
2. Isabeau du Chateau, tr. Conrard Lambrecht, beiden vermeld in 1628, 27 april 1648.
3. Jehenne du Chateau, + ongehuwd.
4. Marie du Chateau, tr. Jean Bastin.
5. Catherine du Chateau, tr. Piron Guitte.
6. Oger, + (gesneuveld) voor 1628.
7. Olivier du Chateau, vermeld 5 juli 1627.
VIIb Gillet du Chateau, vermeld 27 april 1648, tr. 5 juli 1627 Catherine de Couvernaihle,
vermeld als weduwe 21 maart 1657 en 20 nov. 1660, dr. van Henri Walther.
Uit dit huwelijk:35
1. Oger du Chateau, volgt VIII.
2. Philippe du Chateau, + na 1704.
VIII Oger du Chateau, + voor 27 aug. 1693, tr. Johanna Philipkin. Zij emancipeerde als
weduwe in 1693 haar zoon Ogier en geeft hem voor zijn levensonderhoud een jaarlijkse
rente van 5 pattacons op haar goederen.36
Uit dit huwelijk:
1. Oger du Chateau, volgt IX.
2. Philippe du Chateau, vermeld als inwoner van Anixhe 1704, en pachter van ridder de
Fabry Beckers in 1720.
IX Oger du Chateau, gemancipeerd door zijn moeder in 169337
, woonde te Anixhe, pachter
van ridder de Fabry Beckers in 1720, emancipeerde zijn kinderen uit een onbekende
vrouw waarbij hij hun voor hun levensonderhoud een rente van 5 pattacons doteerde op
zijn huis in 172038
, vestigde zich daarna als pachter van de baron de Rosen39
op de
31
Le Fort p. 100v, Noble seigneur. 32
R.A. Luik, Archief de Groutars. Hier genoemd als raadsheer'. 33
Le Fort 100v, extract van het Hof van Fexhe-Slins, not. Jean de Fraisne, 18 nov. 1616, Jonker Guilheaume de
Chesteau de Slins, heer van Xhenement mede namens zijn broer jonker Olivier de Chesteau enerzijds en
seigneur Lois de Chesteau genaamd de Labbie a Lijrs en Ogier de Chesteau hun neven anderzijds.
N.B.: verder niets. Let op het verschil in titulatuur. De neven beide jonker. Louis is mijnheer en Oger nihil !. 34
Le Fort, 100v : 'Oger du Chasteau 1. Gilet du Chasteau dont Philippe du Chasteau 2. Isabeau ep. Conrard
Lambrecht 3. Jehenne + s.h. 4. Marie epa. Jean Bastin 5. Catherine ep
a. Piron Guitte 6. Oger tué en querre.
Voijez leurs partages fait l'an 1628 l'ultième juillet devant Laminia notaire.
c.q. J'atteste J. Le Fort Roij d'armes. - N.B.: van Gilet du Chateau, VIb, wordt alleen zoon Philippe genoemd !
35
Lefort, p.101. Noemt van Gilet du Chasteau alleen de zoon Philippe. 36
R.A.L: Echevinage Herstal, 80, 127, 27 augustus 1693. 37
R.A.L: Echevinage Herstal, 80, 127, 27 augustus 1693. 38
R.A.L: Echevinage Herstal, 93, 130, 1 augustus 1720. 39
Volgens een geschreven genealogie was dit graaf Edmond à Blisia.
kasteelhof van Opharen 40
.
Kinderen uit een relatie met een onbekende vrouw:
1. Walter Duchateau, volgt Xa. Stam St. Pieter.
2. Oger Duchateau, volgt Xb. Stam Borgharen.
3. Olivier Duchateau, + Itteren 25 Sept. 1741.
4. Philippe Duchateau, volgt Xc. Stam Meerssen.
5. Anne Marie Du Chateau, + Borgharen 15 juli 1772, tr. Borgharen 2 april 1734
Anselmus Ronnen, geb. Itteren 18 nov. 1711, + ald. 22 sept. 1781, zoon van Cornelis
en Catharina Sweelsen..
STAM SINT PIETER
IXa Waltherus Du Château, eigenaar van het goed 'Naerenbergh' te St. Pieter, pachter van de
graven van Schaesberg van hun hoeve 'Lichtenberg' ald, + St. Pieter (begr. bij de
Minderbroeders) 6 febr. 1748, tr. St. Pieter 1 juli. 1727 Marie Agnes Eijsschen41
, geb.
St. Pieter 22 juli 1707, + 21 dec. 1790, dr. van Joannes en Maria Anna Berden.
Uit dit huwelijk:
1. Ogerus Du Château, ged. St. Pieter 4 jan. 1731, R.K. geestelijke, kloosterling in de
orde van de Minderbroeders, + Maastricht 19 juli 1822.
2. Maria Anna Du Château, ged. St. Pieter 10 nov.42
1732, + St. Pieter 12 april 1812, tr.
Maastricht Jean Frissen, + voor 12 april 1812.
3. Waltherus Du chateau, volgt Xa.
4. Marie Agnes Du Château, ged. St. Pieter 15 maart 1738, + St. Pieter 17 okt. 179743
.
5. Maria Johanna Du Château, ged. St. Pieter 6 dec. 1740, kloosterzuster tot de
opheffing van de kloosters, + Maastricht 8 juli 1815.
6. Joannus Lambertus Du Château, ged. St. Pieter 23 juli 1743, + 1822.
7. Philippus Duchateau, ged. St. Pieter 16 okt. 1745, + 12 sept. 1747.
Xa Walterus Du Château, ged. St. Pieter 544
aug. 1735, pachter de hoeve lichtenberg te St.
Pieter, burgemeester van St. Pieter, + ald. 1445
aug. 1828, tr. Schinnen46
24 okt. 1762
Marie Gertrudis Pijls, ged. Schinnen 7 maart 1741, + St. Pieter 16 okt. 1813, dr. van
Joannus en Maria Lienaerts.
Uit dit huwelijk:
1. Walterus Duchateau, volgt XIa.
2. Johannes Henricus Duchateau, ged. St. Pieter 15 dec. 1765, + ald. 2447
nov. 1774.
3. Otgerus Duchateau, volgt XIb.
4. Nicolaas Duchateau, ged. St. Pieter 10 aug. 1770, + ald. 18 nov. 1774.