Top Banner
NL 1 NL Jaarverslag en definitief uitvoeringsverslag voor de doelstelling "Investeren in groei en werkgelegenheid" DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET JAARVERSLAG/DEFINITIEVE UITVOERINGSVERSLAG CCI 2014BE05SFOP002 Titel Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014- 2020 Versie 2016.2 Datum van goedkeuring van het verslag door het Comité van toezicht
203

DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

Jun 28, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 1 NL

Jaarverslag en definitief uitvoeringsverslag voor de doelstelling "Investeren in groei en werkgelegenheid"

DEEL A

IDENTIFICATIE VAN HET JAARVERSLAG/DEFINITIEVE UITVOERINGSVERSLAG

CCI 2014BE05SFOP002

Titel Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014-2020

Versie 2016.2

Datum van goedkeuring van het verslag door het Comité van toezicht

Page 2: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 2 NL

2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

2.1. Essentiële informatie over de uitvoering van het operationele programma voor het betrokken jaar, met inbegrip van financieringsinstrumenten, met betrekking tot de financiële en indicatorgegevens.Het Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014-2020 werd opgestart in het jaar 2015 met de lancering van 25 oproepen binnen de 6 verschillende prioritaire assen, verdeeld over diverse investeringsprioriteiten. In de loop van 2016 werden nog 15 nieuwe oproepen gelanceerd.

Het Comité van Toezicht dat instaat voor het algemeen toezicht op de uitvoering van het programma kwam in 2016 twee keer bijeen. Op deze vergaderingen werden de voortgang en monitoring van het OP besproken, werden de evaluatie van het communicatieplan van het afgelopen jaar en de bijstelling van het communicatieplan voor het volgende jaar behandeld, werd het jaarverslag van het OP goedgekeurd en werd een update van het evaluatieplan gemaakt. Daarnaast werd ook een nieuwe wijziging van het OP onderzocht en goedgekeurd.

De wijziging van het OP, die op 6 september 2016 werd goedgekeurd door de Europese Commissie, hield volgende aanpassingen in:

Herdefiniëring van prioriteit 4 als ‘partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ met de overheveling van 5 miljoen euro van investeringsprioriteit 8.5 naar een nieuwe investeringsprioriteit 8.7.

Verschuiving van budgetten in prioriteit 1 (12,5 miljoen euro van 8.1 naar 8.2) en prioriteit 2 (7 miljoen euro van 10.3 naar 10.1) voor een versterkte jongerenwerking via performanter duaal leren.

Uitbreiding van de keuzemogelijkheid uit investeringsprioriteiten onder prioriteit 5.

Het beslissingsproces van de ESF-projecten wordt behandeld in het Managementcomité. Dit comité werd opgericht als adviescommissie voor de Managementautoriteit en kwam in 2016 maandelijks bijeen om advies te geven over de inhoud, criteria en budget van de oproepen, het selectieproces en de financiering van de projecten.

De 15 gelanceerde oproepen in 2016 waren als volgt verdeeld over de prioritaire assen en investeringsprioriteiten (volgens de boordtabel van 2 januari 2017).

Onder de eerste prioritaire as ‘Loopbaanbeleid curatief’ werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’, m.n. de oproepen 358 en 373 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’. Hierbij werd 1 project goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 599.999,53 euro. Samen met de goedgekeurde projecten in 2015 betekent dit in totaal - sinds de start van het OP - voor de eerste prioritaire as: 9 projecten voor een ESF-bedrag van 59.687.459,90 euro.

De projecten in de investeringsprioriteit 8i ‘Toegang tot de werkgelegenheid’ hadden in totaal al 45.720 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 120.000 eind 2023. Voor de projecten in de investeringsprioriteit 8ii

Page 3: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 3 NL

‘Duurzame integratie’ zijn dat er in totaal 2.962 tegenover het vooropgestelde aantal van 11.000. Voor de investeringsprioriteit 8.iii ‘Ondernemerschap’ zijn dit er 853 tegenover de vooropgestelde output van 3.800, terwijl het aantal kwetsbare groepen al 603 bedraagt t.o.v. de vooropgestelde output van 760 tegen eind 2023.

Onder de tweede prioritaire as ‘Loopbaanbeleid curatief’ werd 1 nieuwe oproep gelanceerd binnen de investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’, m.n. de oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’. De goedkeuring van de ingediende projecten valt in 2017. Sinds de start van het OP waren er binnen deze prioritaire as al 155 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 12.678.218,72 euro.

Voor de projecten in de investeringsprioriteit 10.i Vermindering schooluitval’ zijn er dusver al 2.578 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 8.300 eind 2023. Voor de projecten in de investeringsprioriteit 10.iii ‘Leven lang leren’ zijn dat er in totaal 36.089 tegenover het vooropgestelde aantal van 61.000, terwijl het aantal al kwetsbare groepen 16.238 bedraagt t.o.v. de vooropgestelde output van 20.130 tegen eind 2023.

Onder de derde prioritaire as ‘Sociale inclusie en armoedebestrijding’ werden 6 nieuwe oproepen gelanceerd binnen verschillende investeringsprioriteiten.

Binnen de investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’ waren er oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’, oproep 360 ‘Armoede’, oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ en oproep 379 ‘GTI Kempen’.

Binnen de investeringsprioriteit 9ii ‘Sociaaleconomische integratie’ was er de oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’

Binnen de investeringsprioriteit 9v ‘Bevordering sociaal ondernemerschap’ was er een eerste oproep, nl. de oproep 366 ‘Doorstroom LDE’.

In 2016 werden voor deze oproepen onder de derde prioritaire as in totaal 35 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.897.277,86 euro. Samen met de goedgekeurde projecten van 2015 betekent dit een totaal van 93 projecten voor een ESF-bedrag van 22.514.149,19 euro.

Voor de projecten in de investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’ zijn er dusver al 8.467 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 25.000 eind 2023.

Onder de vierde prioritaire as ‘Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ werden 4 nieuwe oproepen gelanceerd binnen investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’, m.n. oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’, oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’, oproep 371 ‘Focus op talent’, oproep 375 ‘Duurzaam loopbaanbeleid’ en oproep 376 ‘Anders organiseren’. Voor oproepen 375 en 376 valt de beslissing over de ingediende projecten in 2017.

Voor al deze oproepen werden in 2016 in totaal 11 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 110.000 euro ESF. Samen met de goedgekeurde projecten van 2015 betekent dit een totaal van 72 projecten voor een ESF-bedrag van 2.055.792,91 euro.

Onder de vijfde prioritaire as ‘Innovatie en transnationaliteit’ werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd, m.n. een eerste oproep ‘Transnationaliteit’ (oproep 357) en een nieuwe oproep voor innovatie: oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’. Voor deze oproepen werden in 2016 in totaal 23 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van

Page 4: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 4 NL

4.572.739,00 euro. Samen met de goedgekeurde projecten in 2015 betekent dit een totaal van 65 projecten voor een ESF-bedrag van 7.222.058,78 euro. De projecten zijn gesitueerd binnen diverse investeringsprioriteiten.

De zesde prioritaire as is de ‘Technische bijstand’. Hiervoor werden de oproepen al in 2015 gelanceerd en beslist. Er werd een totaal ESF-bedrag van 15.756.119 euro toegewezen.

Dit brengt het Operationeel Programma 2014-2020 op een totaal toegewezen ESF-bedrag van 119.913.798,50 euro (dd. 2 januari 2017).

Page 5: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL5 NL

3. UITVOERING VAN DE PRIORITAIRE AS (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

3.1. Overzicht van de uitvoering

ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen

1 Loopbaanbeleid curatief In 2016 werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 1.Investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’:- Oproep 358 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’:1 project werd ingediend en negatief beslist.- Oproep 373 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’:1 project werd ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 599.999,53 euro ESF

Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 1 dus 9 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 59.687.459,90 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 8i ‘Toegang tot werkgelegenheid’:- Oproep 345 ‘VDAB actor’- Oproep 347 ‘VDAB Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 8.1’Investeringsprioriteit 8ii ‘Duurzame integratie’:- Oproep 346 ‘Onderwijs Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 8.2’Investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’:- Oproep 314 ‘Werkzoekenden naar ondernemerschap’ - Oproep 358-373 ‘Vluchtelingen en ondernemerschap’ (zie hoger)

2 Loopbaanbeleid preventief In 2016 werd 1 nieuwe oproep gelanceerd binnen de prioritaire as 2.Investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’:- Oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’: 9 projecten werden ingediend, beslissing in 2017

Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 2 dus 155 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 12.678.218,72 euro ESF in volgende oproepen.

Page 6: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL6 NL

ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossenInvesteringsprioriteit 10i ‘Vermindering schooluitval’:- Oproep 330 ‘Innovatieve projecten Duaal leren’- Oproep 350 ‘Onderwijs Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 10.1’Investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’:- Oproep 307-322 ‘Opleidingen in bedrijven’- Oproep 330 ‘Innovatieve projecten Duaal Leren’- Oproep 353 ‘EVC II’- Oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’ (zie hoger)

3 Sociale inclusie en armoedebestrijding

In 2016 werden 6 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 3.Investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’:- Oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’: 2 projecten ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 799.988,39 euro ESF- Oproep 360 ‘Armoede’: 16 projecten ingediend waarvan 11 goedgekeurd voor een bedrag van 909.679,15 euro ESF- Oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’: 4 projecten ingediend waarvan 3 goedgekeurd voor een bedrag van 457.784,33 euro ESF- Oproep 379 ‘GTI Kempen’: 2 projecten ingediend en negatief beslistInvesteringsprioriteit 9ii ‘Sociaaleconomische integratie’:- Oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’: 7 projecten ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 528.225,99 euro ESFInvesteringsprioriteit 9v ‘Bevordering sociaal ondernemerschap’:- Oproep 366 ‘Doorstroom LDE’: 14 projecten ingediend waarvan 12 goedgekeurd voor een bedrag van 201.600 euro

Sinds de start van het OP werden onder pr.3 dus 93 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 22.514.149,19 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’:

Page 7: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL7 NL

ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen- Oproep 308 ‘Begeleiding Artikel 60’- Oproep 312 ‘WerkInleving voor Jongeren – WIJ!’- Oproep 325 ‘Begeleiding Artikel 60 bis’- Oproep 332 ‘Kind en Taal – SALK’- Oproep 348 ‘VDAB Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 9.1’- Oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’ (zie hoger)- Oproep 360 ‘Armoede’ (zie hoger)- Oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ (zie hoger)- Oproep 379 ‘GTI Kempen’ (zie hoger)Investeringsprioriteit 9ii Sociaaleconomische integratie:- Oproep 313-337 ‘Begeleiding Roma’ + herkansing- Oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’ (zie hoger)Investeringsprioriteit 9v ‘Bevordering soc. ondernemerschap:- Oproep 366 'Doorstr. LDE' (zie hoger)

4 Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

In 2016 werden 4 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 4.Investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’:- Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’: 3 projecten werden ingediend waarvan 1 goedgekeurd voor een bedrag van 30.000 euro ESF- Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’: 6 projecten werden ingediend waarvan 2 goedgekeurd voor een bedrag van 80.000 euro ESF- Oproep 371 ‘Focus op talent’: 20 projecten werden ingediend waarvan 8 goedgekeurd- Oproep 375 ‘Duurzaam Loopbaanbeleid’: 12 projecten werden ingediend, beslissing in 2017- Oproep 376 ‘Anders organiseren’: 4 projecten werden ingediend, beslissing in 2017

Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 4 dus 72 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 2.055.792,91 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’:- Oproep 309-317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’

Page 8: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL8 NL

ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen- Oproep 310-318 ‘Anders organiseren’- Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’ (zie hoger)- Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’ (zie hoger)- Oproep 371 ‘Focus op talent’ (zie hoger)- Oproep 375 ‘Duurzaam Loopbaanbeleid’ (zie hoger)- Oproep 376 ‘Anders organiseren’ (zie hoger)

5 Innovatie en transnationaliteit

In 2016 werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 5:- Oproep 357 ‘Transnationaliteit’: 50 projecten werden ingediend, waarvan 22 goedgekeurd voor een bedrag van 3.938.534 euro ESF.Deze projecten zijn gesitueerd binnen de investeringsprioriteiten 8i, 8ii, 8iii, 8v, 9i, 9ii, 9v, 10iii- Oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’: 1 project werd ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 634.205 euro ESF. Dit project is ingediend binnen investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’.

Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 5 dus 65 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 7.222.058,78 euro ESF in volgende oproepen.- Oproep 311 ‘Innovatie’- Oproep 315 ‘Innovatie door adaptatie’- Oproep 316 ‘Innovatie door exploratie’- Oproep 329 ‘Werkplek 21’- Oproep 357 ‘Transnationaliteit’ (zie hoger)- Oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’ (zie hoger)

6 Technische Bijstand In 2016 werd geen nieuwe oproep meer gelanceerd binnen de prioritaire as 6.

Sinds de start van het OP werden in totaal binnen de prioritaire as 6 dus 10 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 15.756.119 euro ESF in volgende oproep: - Oproep 349 ‘Technische Bijstand’

Page 9: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL9 NL

ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen

Page 10: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL10 NL

3.2. Gemeenschappelijke en programmaspecifieke indicatoren (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Prioritaire assen, uitgezonderd technische bijstand

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 154,00 117,00 37,00 117,00 37,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 6.509,00 5.469,00 1.040,00 5.469,00 1.040,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 17.824,00 11.202,00 6.622,00 11.202,00 6.622,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 6.501,00 4.580,00 1.921,00 4.580,00 1.921,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 6.145,00 4.177,00 1.968,00 4.177,00 1.968,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 115,00 92,00 23,00 92,00 23,00

Page 11: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL11 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 2.060,00 1.426,00 634,00 1.426,00 634,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 12: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL12 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

70 Aandeel deelnemers uitgestroomd naar werk, zes maanden na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

45,00% 91,18 41,03% 0,00% 0,00% 41,03% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

70 Aandeel deelnemers uitgestroomd naar werk, zes maanden na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 13: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL13 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 41.779,00 28.200,00 13.579,00 38.188,00 26.241,00 11.947,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 17.455,00 12.070,00 5.385,00 15.822,00 11.126,00 4.696,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 3.941,00 2.426,00 1.515,00 3.697,00 2.306,00 1.391,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 1.549,00 882,00 667,00 1.311,00 763,00 548,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 14.284,00 9.684,00 4.600,00 13.042,00 9.006,00 4.036,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 1.122,00 856,00 266,00 1.097,00 841,00 256,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 817,00 617,00 200,00 794,00 603,00 191,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 16.090,00 11.960,00 4.130,00 14.811,00 11.181,00 3.630,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 21.765,00 14.472,00 7.293,00 19.914,00 13.481,00 6.433,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 7.865,00 4.194,00 3.671,00 7.160,00 3.885,00 3.275,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 11.641,00 7.751,00 3.890,00 10.580,00 7.157,00 3.423,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 2.705,00 1.985,00 720,00 2.561,00 1.896,00 665,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 14: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL14 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 4.003,00 2.665,00 1.338,00 3.736,00 2.528,00 1.208,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 5,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 45.720,00 41.885,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 3.590,00 1.958,00 1.632,00 1,00 1,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 1.633,00 944,00 689,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 244,00 120,00 124,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 238,00 119,00 119,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.242,00 678,00 564,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 25,00 15,00 10,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 23,00 14,00 9,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 1.279,00 779,00 500,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 1.850,00 990,00 860,00 1,00 1,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 705,00 309,00 396,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 1.060,00 593,00 467,00 1,00 1,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 144,00 89,00 55,00 0,00 0,00 0,00

Page 15: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL15 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 267,00 137,00 130,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 5,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 3.834,00 1,00

Page 16: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL16 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

140 Aantal deelnemers (= acties) eind 2023 in prioriteit 1, investeringsprioriteit 8.1

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers 120.000,00 45.720,00 30.626,00 15.094,00 0,38 41.885,00 28.547,00 13.338,00

241 Aandeel migranten Meer ontwikkeld Aantal deelnemer (= acties)

24.000,00 11.641,00 7.751,00 3.890,00 0,49 10.580,00 7.157,00 3.423,00

341 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

8.400,00 4.019,00 2.796,00 1.223,00 0,48 3.756,00 2.653,00 1.103,00

541 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

48.000,00 37.874,00 25.992,00 11.882,00 0,79 34.593,00 24.159,00 10.434,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

140 Aantal deelnemers (= acties) eind 2023 in prioriteit 1, investeringsprioriteit 8.1

Meer ontwikkeld 3.834,00 2.078,00 1.756,00 1,00 1,00 0,00

241 Aandeel migranten Meer ontwikkeld 1.060,00 593,00 467,00 1,00 1,00 0,00

341 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld 262,00 142,00 120,00 1,00 1,00 0,00

541 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld 3.280,00 1.832,00 1.448,00 1,00 1,00 0,00

Page 17: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL17 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 28,00 22,00 6,00 22,00 6,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 1.219,00 808,00 411,00 801,00 409,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 715,00 459,00 256,00 457,00 256,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 738,00 467,00 271,00 463,00 269,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 541,00 341,00 200,00 338,00 198,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 680,00 433,00 247,00 429,00 246,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 346,00 209,00 137,00 208,00 136,00

Page 18: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL18 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 7,00 2,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 2,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 4,00 2,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 3,00 2,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 4,00 1,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00

Page 19: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL19 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

71 aandeel deelnemers aan het werk, in opleiding of in onderwijs, na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

15,00% 531,73 79,76% 0,00% 0,00% 79,64% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

71 aandeel deelnemers aan het werk, in opleiding of in onderwijs, na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

100,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 20: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL20 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 2.962,00 1.935,00 1.027,00 2.093,00 1.352,00 741,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 14,00 8,00 6,00 11,00 7,00 4,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 2.962,00 1.935,00 1.027,00 2.093,00 1.352,00 741,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 2.861,00 1.875,00 986,00 2.024,00 1.312,00 712,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 101,00 60,00 41,00 69,00 40,00 29,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 394,00 258,00 136,00 280,00 178,00 102,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 294,00 185,00 109,00 197,00 118,00 79,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 650,00 432,00 218,00 450,00 294,00 156,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 581,00 341,00 240,00 469,00 282,00 187,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 121,00 79,00 42,00 88,00 57,00 31,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 316,00 191,00 125,00 316,00 191,00 125,00

Page 21: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL21 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 275,00 186,00 89,00 182,00 116,00 66,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 2,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 23,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 2.962,00 2.093,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 869,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 869,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 837,00 563,00 274,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 32,00 20,00 12,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 114,00 80,00 34,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 97,00 67,00 30,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 200,00 138,00 62,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de

Meer ontwikkeld 112,00 59,00 53,00 0,00 0,00 0,00

Page 22: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL22 NL

Roma)

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 33,00 22,00 11,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 93,00 70,00 23,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 2,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 23,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 869,00 0,00

Page 23: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL23 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

142 Aantal deelnemers (= acties) eind 2023 in prioriteit 1, investeringsprioriteit 8.2

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

11.000,00 2.676,00 1.935,00 1.027,00 0,24 2.093,00 1.352,00 741,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

142 Aantal deelnemers (= acties) eind 2023 in prioriteit 1, investeringsprioriteit 8.2

Meer ontwikkeld 583,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00

Page 24: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL24 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 4,00 2,00 2,00 2,00 2,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 4,00 2,00 2,00 2,00 2,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 191,00 110,00 81,00 107,00 78,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 168,00 82,00 86,00 76,00 78,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 130,00 80,00 50,00 76,00 47,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 272,00 139,00 133,00 133,00 124,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 58,00 30,00 28,00 28,00 28,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 8,00 5,00 3,00 4,00 3,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 112,00 68,00 44,00 65,00 42,00

Page 25: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL25 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 3,00 3,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 6,00 8,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 4,00 3,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 6,00 9,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 2,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 3,00 2,00 0,00 0,00

Page 26: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL26 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

172 Deelnemer wordt ondernemer

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

20,00% 247,00 49,40% 0,00% 0,00% 48,78% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

172 Deelnemer wordt ondernemer

Meer ontwikkeld

80,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 27: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL27 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 622,00 321,00 301,00 479,00 249,00 230,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 213,00 121,00 92,00 170,00 100,00 70,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 59,00 28,00 31,00 43,00 20,00 23,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 58,00 27,00 31,00 42,00 19,00 23,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 172,00 73,00 99,00 129,00 54,00 75,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 63,00 32,00 31,00 47,00 26,00 21,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 38,00 25,00 13,00 31,00 19,00 12,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 38,00 25,00 13,00 31,00 19,00 12,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 154,00 104,00 50,00 113,00 73,00 40,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 325,00 169,00 156,00 254,00 134,00 120,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 367,00 143,00 224,00 278,00 111,00 167,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 143,00 79,00 64,00 112,00 61,00 51,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 40,00 19,00 21,00 34,00 16,00 18,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 24,00 6,00 18,00 21,00 5,00 16,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 97,00 55,00 42,00 71,00 40,00 31,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 76,00 38,00 38,00 63,00 32,00 31,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 218,00 135,00 83,00 166,00 98,00 68,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 28: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL28 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 82,00 47,00 35,00 65,00 36,00 29,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 2,00 1,00

Eindtotaal van de deelnemers 853,00 651,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 143,00 72,00 71,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 43,00 21,00 22,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 16,00 8,00 8,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 16,00 8,00 8,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 43,00 19,00 24,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 16,00 6,00 10,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 7,00 6,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 7,00 6,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 41,00 31,00 10,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 71,00 35,00 36,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 89,00 32,00 57,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 31,00 18,00 13,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 6,00 3,00 3,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 26,00 15,00 11,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 13,00 6,00 7,00 0,00 0,00 0,00

Page 29: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL29 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 52,00 37,00 15,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 17,00 11,00 6,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 202,00 0,00

Page 30: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL30 NL

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

143 Aantal deelnemers (= acties) aan de as voor de ondersteuning van start-ups en voor opleiding

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

3.800,00 853,00 422,00 431,00 0,22 651,00 323,00 328,00

244 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

760,00 603,00 325,00 278,00 0,79 463,00 252,00 211,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

143 Aantal deelnemers (= acties) aan de as voor de ondersteuning van start-ups en voor opleiding

Meer ontwikkeld 202,00 99,00 103,00 0,00 0,00 0,00

244 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld 140,00 73,00 67,00 0,00 0,00 0,00

Page 31: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL31 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 18,00 12,00 6,00 10,00 4,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 1.468,00 936,00 532,00 811,00 486,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 393,00 227,00 166,00 201,00 152,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 587,00 373,00 214,00 311,00 191,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 487,00 299,00 188,00 253,00 171,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 620,00 394,00 226,00 335,00 198,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 276,00 177,00 99,00 147,00 85,00

Page 32: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL32 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 2,00 2,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 125,00 46,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 26,00 14,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 62,00 23,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 46,00 17,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 59,00 28,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 30,00 14,00 0,00 0,00

Page 33: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL33 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

73 jongeren stromen door na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

15,00% 135,00 20,25% 0,00% 0,00% 23,11% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

73 jongeren stromen door na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 34: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL34 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 7,00 5,00 2,00 5,00 4,00 1,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 5,00 5,00 0,00 4,00 4,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 2.571,00 1.663,00 908,00 1.685,00 1.097,00 588,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 24,00 14,00 10,00 21,00 13,00 8,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 2.578,00 1.668,00 910,00 1.690,00 1.101,00 589,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 2.539,00 1.645,00 894,00 1.664,00 1.085,00 579,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 39,00 23,00 16,00 26,00 16,00 10,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 477,00 275,00 202,00 277,00 166,00 111,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 377,00 205,00 172,00 215,00 120,00 95,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 182,00 99,00 83,00 114,00 65,00 49,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 516,00 332,00 184,00 349,00 231,00 118,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 196,00 130,00 66,00 196,00 130,00 66,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 35: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL35 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 150,00 94,00 56,00 96,00 59,00 37,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 11,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 3,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 12,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 2.578,00 1.690,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 2,00 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 886,00 566,00 320,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 888,00 567,00 321,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 875,00 560,00 315,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 13,00 7,00 6,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 200,00 109,00 91,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 162,00 85,00 77,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 68,00 34,00 34,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 167,00 101,00 66,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00

Page 36: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL36 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 54,00 35,00 19,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 11,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 3,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 12,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 888,00 0,00

Page 37: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL37 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

44 doel aantal deelnemers (= acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10,1

Meer ontwikkeld aantal deelnemers (= acties)

8.300,00 2.578,00 1.668,00 910,00 0,31 1.690,00 1.101,00 589,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

44 doel aantal deelnemers (= acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10,1

Meer ontwikkeld 888,00 567,00 321,00 0,00 0,00 0,00

Page 38: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL38 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 3,00 0,00 3,00 0,00 3,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 119,00 55,00 64,00 53,00 60,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 14.424,00 6.681,00 7.743,00 5.559,00 6.427,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 811,00 348,00 463,00 311,00 408,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 152,00 89,00 63,00 89,00 63,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 4.019,00 2.469,00 1.550,00 2.029,00 1.263,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 14,00 11,00 3,00 11,00 3,00

CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 97,00 65,00 32,00 65,00 32,00

Page 39: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL39 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 2,00 4,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 1.122,00 1.316,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 37,00 55,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 440,00 287,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 40: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL40 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

74 Aandeel deelnemers met een leerbewijs na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

70,00% 57,31 40,12% 0,00% 0,00% 38,60% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

74 Aandeel deelnemers met een leerbewijs na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

49,74% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 41: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL41 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 748,00 417,00 331,00 748,00 417,00 331,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 461,00 246,00 215,00 461,00 246,00 215,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 74,00 42,00 32,00 74,00 42,00 32,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 65,00 39,00 26,00 65,00 39,00 26,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 35.267,00 18.199,00 17.068,00 21.241,00 11.170,00 10.071,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 4.083,00 1.988,00 2.095,00 2.476,00 1.156,00 1.320,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 2.675,00 1.329,00 1.346,00 1.526,00 828,00 698,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 204,00 120,00 84,00 159,00 92,00 67,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 5.759,00 3.812,00 1.947,00 3.730,00 2.340,00 1.390,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 13.309,00 7.484,00 5.825,00 8.756,00 4.811,00 3.945,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 17.013,00 7.358,00 9.655,00 9.576,00 4.477,00 5.099,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 153,00 109,00 44,00 153,00 109,00 44,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 65,00 44,00 21,00 65,00 44,00 21,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 1.039,00 322,00 717,00 636,00 177,00 459,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 1.499,00 830,00 669,00 1.121,00 612,00 509,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 583,00 318,00 265,00 390,00 205,00 185,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 304,00 294,00 10,00 304,00 294,00 10,00

Page 42: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL42 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 5.242,00 2.398,00 2.844,00 3.314,00 1.610,00 1.704,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 14.026,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 4,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 105,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 36.889,00 22.863,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 14.026,00 7.029,00 6.997,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.607,00 832,00 775,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 1.149,00 501,00 648,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 45,00 28,00 17,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 2.029,00 1.472,00 557,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 4.553,00 2.673,00 1.880,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 7.437,00 2.881,00 4.556,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 403,00 145,00 258,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de

Meer ontwikkeld 378,00 218,00 160,00 0,00 0,00 0,00

Page 43: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL43 NL

Roma)

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 193,00 113,00 80,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1.928,00 788,00 1.140,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 14.026,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 4,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 105,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 14.026,00 0,00

Page 44: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL44 NL

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

247 Aandeel migranten Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

4.270,00 1.499,00 830,00 669,00 0,35 1.121,00 612,00 509,00

347 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

12.000,00 6.770,00 3.445,00 3.325,00 0,56 3.978,00 2.117,00 1.861,00

447 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

20.130,00 16.238,00 8.673,00 7.565,00 0,81 10.053,00 5.357,00 4.696,00

46 Aantal deelnemers (=acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10.3

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (=acties)

61.000,00 36.089,00 18.658,00 17.431,00 0,59 22.063,00 11.629,00 10.434,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

247 Aandeel migranten Meer ontwikkeld 378,00 218,00 160,00 0,00 0,00 0,00

347 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld 2.792,00 1.328,00 1.464,00 0,00 0,00 0,00

447 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld 6.185,00 3.316,00 2.869,00 0,00 0,00 0,00

46 Aantal deelnemers (=acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10.3

Meer ontwikkeld 14.026,00 7.029,00 6.997,00 0,00 0,00 0,00

Page 45: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL45 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 4,00 3,00 1,00 3,00 1,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 82,00 46,00 36,00 45,00 36,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 153,00 68,00 85,00 67,00 85,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 439,00 289,00 150,00 270,00 142,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 510,00 316,00 194,00 299,00 190,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 983,00 632,00 351,00 620,00 345,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 744,00 481,00 263,00 470,00 259,00

Page 46: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL46 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 19,00 8,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 17,00 4,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 12,00 6,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 11,00 4,00 0,00 0,00

Page 47: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL47 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

75 Aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

15,00% 403,27 60,49% 0,00% 0,00% 59,84% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

75 Aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

93,02% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 48: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL48 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 7.129,00 4.394,00 2.735,00 5.174,00 3.244,00 1.930,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 4.679,00 2.960,00 1.719,00 3.589,00 2.304,00 1.285,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 1.289,00 938,00 351,00 1.118,00 831,00 287,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 1.153,00 828,00 325,00 987,00 722,00 265,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 49,00 1,00 48,00 5,00 0,00 5,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 4.400,00 2.801,00 1.599,00 2.753,00 1.812,00 941,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 123,00 78,00 45,00 106,00 67,00 39,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 117,00 75,00 42,00 101,00 64,00 37,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 5.490,00 3.581,00 1.909,00 3.831,00 2.576,00 1.255,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 2.256,00 1.337,00 919,00 1.802,00 1.111,00 691,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 721,00 415,00 306,00 664,00 388,00 276,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 1.805,00 1.193,00 612,00 1.130,00 785,00 345,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 761,00 365,00 396,00 444,00 218,00 226,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 324,00 106,00 218,00 185,00 57,00 128,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 3.388,00 2.223,00 1.165,00 2.588,00 1.759,00 829,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 816,00 501,00 315,00 592,00 361,00 231,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 1.392,00 886,00 506,00 980,00 645,00 335,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 49: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL49 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 598,00 361,00 237,00 411,00 259,00 152,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 24,00 4,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 37,00 13,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 20,00 3,00

Eindtotaal van de deelnemers 8.467,00 6.297,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 1.952,00 1.147,00 805,00 3,00 3,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 1.087,00 653,00 434,00 3,00 3,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 171,00 107,00 64,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 166,00 106,00 60,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 44,00 1,00 43,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.647,00 989,00 658,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 17,00 11,00 6,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 16,00 11,00 5,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 1.658,00 1.004,00 654,00 1,00 1,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 454,00 226,00 228,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 55,00 25,00 30,00 2,00 2,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 673,00 406,00 267,00 2,00 2,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 316,00 146,00 170,00 1,00 1,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 139,00 49,00 90,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 799,00 463,00 336,00 1,00 1,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 224,00 140,00 84,00 0,00 0,00 0,00

Page 50: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL50 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 412,00 241,00 171,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 187,00 102,00 85,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 20,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 24,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 17,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 2.167,00 3,00

Page 51: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL51 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

249 Aandeel migranten Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

5.000,00 3.388,00 2.223,00 1.165,00 0,68 2.588,00 1.759,00 829,00

349 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

1.750,00 752,00 500,00 252,00 0,43 710,00 473,00 237,00

449 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (= acties)

25.000,00 8.341,00 5.267,00 3.074,00 0,33 6.186,00 4.012,00 2.174,00

48 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.1

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (=acties)

25.000,00 8.467,00 5.333,00 3.134,00 0,34 6.297,00 4.075,00 2.222,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

249 Aandeel migranten Meer ontwikkeld 799,00 463,00 336,00 1,00 1,00 0,00

349 Aandeel ouderen (50+) Meer ontwikkeld 42,00 27,00 15,00 0,00 0,00 0,00

449 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)

Meer ontwikkeld 2.152,00 1.252,00 900,00 3,00 3,00 0,00

48 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.1

Meer ontwikkeld 2.167,00 1.255,00 912,00 3,00 3,00 0,00

Page 52: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL52 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 1,00 0,00 1,00 0,00 1,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 5,00 5,00 0,00 5,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 92,00 53,00 39,00 48,00 35,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 41,00 21,00 20,00 19,00 19,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 107,00 60,00 47,00 55,00 43,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 59,00 36,00 23,00 35,00 20,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 1,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 59,00 36,00 23,00 35,00 20,00

Page 53: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL53 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 1,00 4,00 4,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 1,00 1,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 4,00 4,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 3,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 1,00 3,00 0,00 0,00

Page 54: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL54 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

76 Aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

15,00% 390,33 58,55% 0,00% 0,00% 57,45% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

76 Aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie

Meer ontwikkeld

100,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 55: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL55 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 135,00 72,00 63,00 108,00 58,00 50,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 77,00 44,00 33,00 67,00 39,00 28,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 337,00 161,00 176,00 243,00 118,00 125,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 278,00 137,00 141,00 211,00 103,00 108,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 161,00 85,00 76,00 121,00 66,00 55,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 11,00 7,00 4,00 8,00 5,00 3,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 11,00 7,00 4,00 8,00 5,00 3,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 376,00 180,00 196,00 281,00 136,00 145,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 81,00 45,00 36,00 59,00 33,00 26,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 15,00 8,00 7,00 11,00 7,00 4,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 200,00 93,00 107,00 153,00 74,00 79,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 82,00 29,00 53,00 60,00 23,00 37,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 54,00 24,00 30,00 40,00 18,00 22,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 472,00 233,00 239,00 351,00 176,00 175,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 24,00 16,00 8,00 17,00 11,00 6,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 18,00 10,00 8,00 18,00 10,00 8,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 56: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL56 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 4,00 2,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 14,00 7,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 623,00 502,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 27,00 14,00 13,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 10,00 5,00 5,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 94,00 43,00 51,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 67,00 34,00 33,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 40,00 19,00 21,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 95,00 44,00 51,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 22,00 12,00 10,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 4,00 1,00 3,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 47,00 19,00 28,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 22,00 6,00 16,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 14,00 6,00 8,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 121,00 57,00 64,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 7,00 5,00 2,00 0,00 0,00 0,00

Page 57: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL57 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 2,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 7,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers 121,00 0,00

Page 58: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL58 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

49 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.2

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (=acties)

2.250,00 175,00 408,00 240,00 0,08 0,00 351,00 176,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

49 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.2

Meer ontwikkeld 175,00 57,00 64,00 0,00 0,00 0,00

Page 59: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL59 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 60: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL60 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 61: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL61 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

177 Aandeel werkenden uit de sociale economie dat uitstroomt naar het Normaal Economisch Circuit

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

5,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

177 Aandeel werkenden uit de sociale economie dat uitstroomt naar het Normaal Economisch Circuit

Meer ontwikkeld

0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Page 62: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL62 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 63: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL63 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 10,00 10,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 10,00 10,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 64: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL64 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 65: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL65 NL

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

50 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.5

Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (=acties)

3.850,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

50 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.5

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 66: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL66 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 67: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL67 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 68: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL68 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

78 Mate waarin de werkbaarheid van het werk is verbeterd

Meer ontwikkeld

Kwalitatief verslag

beschikbaar en bijgesloten in

jaarverslag (onder 11.1)

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

78 Mate waarin de werkbaarheid van het werk is verbeterd

Meer ontwikkeld

Kwalitatieve analyse:

nulmeting 'Geïntegreerd

strategisch loopbaanbeleid'

en 'Anders organiseren'

Page 69: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL69 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 70: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL70 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 20,00 7,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 57,00 11,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 71: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL71 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 13,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 46,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 72: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL72 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

52 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.5

Meer ontwikkeld Aantal organisaties 645,00 72,00 0,00 0,00 0,11 11,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

52 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.5

Meer ontwikkeld 61,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 73: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL73 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 74: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL74 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 75: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL75 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

85 Mate waarin de regionale en thematische samenwerkingsverbanden op de Vlaamse arbeidsmarkt zijn vernieuwd en verbeterd

Meer ontwikkeld

Kwalitatief verslag

(regelmatige verslaggeving aan

CvT)

0

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

85 Mate waarin de regionale en thematische samenwerkingsverbanden op de Vlaamse arbeidsmarkt zijn vernieuwd en verbeterd

Meer ontwikkeld

0 0

Page 76: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL76 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 77: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL77 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 78: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL78 NL

Roma)

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 79: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL79 NL

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

68 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.7

Meer ontwikkeld Aantal organisaties 25,00 0,00 0,00 0,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

68 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.7

Meer ontwikkeld 0,00

Page 80: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL80 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 81: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL81 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 82: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL82 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

379 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 66,67% % %

179 Uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 35,29% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

379 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

179 Uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 83: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL83 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 84: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL84 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 10,00 2,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 6,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 10,00 2,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 85: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL85 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 8,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 1,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 5,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 8,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 86: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL86 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

54 Aantal projecten in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.1

Meer ontwikkeld Aantal projecten 55,00 17,00 0,00 0,00 0,31 3,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

54 Aantal projecten in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.1

Meer ontwikkeld 14,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 87: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL87 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 88: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL88 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 89: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL89 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

95 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

195 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

95 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

195 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 90: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL90 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 91: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL91 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 92: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL92 NL

Roma)

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 93: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL93 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

62 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.2

Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 1,00 0,07 1,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

62 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.2

Meer ontwikkeld 0,00

Page 94: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL94 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 95: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL95 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 96: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL96 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

96 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

196 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

96 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

196 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 97: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL97 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 98: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL98 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 99: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL99 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 100: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL100 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

63 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.3

Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 2,00 0,13 2,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

63 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.3

Meer ontwikkeld 0,00

Page 101: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL101 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 102: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL102 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 103: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL103 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

97 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

197 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

97 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

197 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 104: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL104 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 105: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL105 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 2,00 2,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 106: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL106 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 107: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL107 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

64 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.5

Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 3,00 0,20 3,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

64 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.5

Meer ontwikkeld 0,00

Page 108: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL108 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 109: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL109 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 110: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL110 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

380 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 75,00% % %

180 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 20,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

380 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

180 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 111: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL111 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 112: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL112 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 9,00 3,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 5,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 14,00 4,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 113: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL113 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 6,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 4,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 10,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 114: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL114 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

55 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.1

Meer ontwikkeld Aantal projecten 22,00 20,00 0,00 0,00 0,91 6,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

55 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.1

Meer ontwikkeld 14,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 115: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL115 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 116: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL116 NL

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 117: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL117 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

98 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

198 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

98 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

198 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 118: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL118 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 119: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL119 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 1,00 1,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 120: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL120 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 121: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL121 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

65 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.2

Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 1,00 0,14 1,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

65 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.2

Meer ontwikkeld 0,00

Page 122: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL122 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 123: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL123 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 124: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL124 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

99 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

199 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

99 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

199 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 125: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL125 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 126: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL126 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 127: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL127 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 128: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL128 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

66 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.5

Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 0,00 0,00 0,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

66 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.5

Meer ontwikkeld 0,00

Page 129: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL129 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 130: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL130 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 131: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL131 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

100 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 0,00% % %

200 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 0,00% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

100 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

200 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 132: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL132 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 133: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL133 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 134: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL134 NL

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 135: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL135 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

67 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.1

Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 0,00 0,00 0,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

67 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.1

Meer ontwikkeld 0,00

Page 136: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL136 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 137: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL137 NL

ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 138: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL138 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

381 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

25,00% % % % 100,00% % %

181 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

Verhouding

Verhouding

80,00% % % % 4,76% % %

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

381 Succesratio validering

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

181 Aandeel uitgevoerde valideringen

Meer ontwikkeld

% % % % % % % % % % % %

Page 139: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL139 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 140: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL140 NL

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 4,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 6,00 1,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 14,00 5,00

Eindtotaal van de deelnemers

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO02 langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 141: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL141 NL

Roma)

CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn

Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd

Meer ontwikkeld 4,00 0,00

CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt

Meer ontwikkeld 0,00 0,00

CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

Meer ontwikkeld 5,00 0,00

CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

Meer ontwikkeld 9,00 0,00

Eindtotaal van de deelnemers

Page 142: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL142 NL

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

56 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.3

Meer ontwikkeld Aantal projecten 30,00 21,00 0,00 0,00 0,70 7,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

56 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.3

Meer ontwikkeld 14,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 143: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL143 NL

Prioritaire assen voor technische bijstand

Prioritaire as 6 - Technische Bijstand

Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

Page 144: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL144 NL

Prioritaire as 6 - Technische Bijstand

Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

156 Aantal controles ter plaatse Aantal 12,00 0,00 0,00 12,00

157 Aantal werknemers in opleiding Aantal 93,00 0,00 0,00 40,00

158 Aantal medewerkers wiens loon via Technische Bijstand wordt betaald

Aantal medewerkers 108,00 0,00 0,00 51,00

159 Aantal evaluaties, studies, onderzoekingen, rapporten, ...

Aantal 2,00 0,00 0,00 2,00

160 Follow-up van de toepassing van de modus operandi voor doelgroep en gebiedsgerichtheid

Aantal omgevingsanalyses en gevolggevingen tov # oproepen

178,95 0,00 0,00 78,95

161 Aantal publieke informatie-events Aantal events 89,00 0,00 0,00 43,00

ID Indicator Regiocategorie 2015 2014

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

156 Aantal controles ter plaatse 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

157 Aantal werknemers in opleiding 53,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

158 Aantal medewerkers wiens loon via Technische Bijstand wordt betaald

57,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

159 Aantal evaluaties, studies, onderzoekingen, rapporten, ...

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

160 Follow-up van de toepassing van de modus operandi voor doelgroep en gebiedsgerichtheid

100,00 0,00 0,00 0,00

161 Aantal publieke informatie-events 46,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 145: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL145 NL

Prioritaire as 6 - Technische Bijstand

Specifieke doelstelling TB - het ESF-programma is goed beheerd

Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI

ID Indicator Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Streefwaarde (2023) Prestatieverhouding 2016

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

82 N+3 Verhouding

Verhouding

100,00% % % % 0,00% % %

83 Performan-tiekader Verhouding

Verhouding

85,00% % % % 0,00% % %

84 Auditscore systeemaudits

2 2 (aanwijzing autoriteiten)

ID Indicator Regiocategorie

2015 2014

Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief Cumulatief Jaarlijkse totaal Kwalitatief

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

82 N+3 % % % % % % % % % % % %

83 Performan-tiekader % % % % % % % % % % % %

84 Auditscore systeemaudits

Page 146: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL146 NL

Tabel 3B: Aantal ondernemingen dat steun ontvangt uit het operationele programma zonder de meervoudige steun aan dezelfde ondernemingen

Indicator Aantal ondernemingen ondersteund door OP zonder meervoudige ondersteuning

Page 147: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL147 NL

Tabel 5: Informatie over de mijlpalen en doelstellingen die zijn omschreven in het prestatiekader

Prioritaire as

Ind type

ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region 2016 Cum total 2016 Cum men 2016 Cum women 2016 Annual total 2016 Annual total men 2016 Annual total women

1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00

1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 49.535,00 44.629,00

2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00

2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 38.667,00 23.753,00

3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00

3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 8.939,00 6.648,00

4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00

4 O 51 indicator aantal organisaties

ESF Meer ontwikkeld 72,00 11,00

5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00

5 O 53 indicator aantal projecten ESF Meer ontwikkeld 65,00 23,00

Prioritaire as

Ind type

ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region 2015 Cum total 2014 Cum total Observations

1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00

1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 4.905,00 1,00

2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00

2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 14.914,00 0,00

3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00

3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 2.288,00 3,00

4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00

4 O 51 indicator aantal organisaties

ESF Meer ontwikkeld 61,00 0,00

5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00

5 O 53 indicator aantal projecten

ESF Meer ontwikkeld 42,00 0,00

Page 148: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL148 NL

Prioritaire as

Ind type

ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region Milestone for 2018 total Milestone for 2018 men Milestone for 2018 women Final target (2023) total Final target (2023) men Final target (2023) women

1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 108.700.000,00 405.812.834,00

1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 45.750 120.000,00

2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 54.183.000 202.025.030,00

2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 21.800,00 61.000,00

3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 54.450.000 203.318.058,00

3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)

ESF Meer ontwikkeld 9.000,00 25.000,00

4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 29.375.000 109.587.491,00

4 O 51 indicator aantal organisaties

ESF Meer ontwikkeld 235 645,00

5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 15.727.000 58.749.358,00

5 O 53 indicator aantal projecten ESF Meer ontwikkeld 35,00 100,00

Page 149: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL149 NL

3.4 Financiële gegevens (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Tabel 6: Financiële informatie op het niveau van de prioritaire as en het operationele programma

(zoals uiteengezet in tabel 1 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1011/2014 van de Commissie (Model voor de indiening van financiële gegevens))

Prioritaire as

Fonds Regiocategorie Berekeningsgrondslag

Totaal fonds Cofinancieringspercentage

Totale subsidiabele kosten van de

concrete acties die voor steun zijn

geselecteerd

Deel van de totale toewijzing besteed

aan de geselecteerde

concrete acties

Publieke subsidiabele kosten van de operaties die voor steun zijn geselecteerd

Totale subsidiabele kosten die door de begunstigden bij de beheerautoriteit zijn gedeclareerd

Deel van de totale toewijzing besteed aan door de begunstigden gedeclareerde subsidiabele uitgaven

Aantal geselecteerde concrete acties

1 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 405.812.834,00 40,00 152.125.949,74 37,49% 152.125.949,74 330.386,12 0,08% 9

2 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 202.025.030,00 33,22 39.297.983,03 19,45% 29.581.676,49 730.172,12 0,36% 155

3 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 203.318.058,00 40,00 63.562.502,92 31,26% 62.401.383,57 2.555.058,96 1,26% 93

4 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 109.587.491,00 32,00 6.875.726,62 6,27% 4.038.546,46 63.351,69 0,06% 72

5 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 58.749.358,00 55,00 13.294.659,97 22,63% 13.179.099,72 915.593,26 1,56% 65

6 ESF Meer ontwikkeld

Totaal 31.512.238,00 50,00 31.512.238,00 100,00% 31.512.238,00 0,00 0,00% 10

Totaal ESF Meer ontwikkeld

1.011.005.009,00 38,96 306.669.060,28 30,33% 292.838.893,98 4.594.562,15 0,45% 404

Algemeen totaal

1.011.005.009,00 38,96 306.669.060,28 30,33% 292.838.893,98 4.594.562,15 0,45% 404

Page 150: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL150 NL

Tabel 7: Uitsplitsing van de cumulatieve financiële gegevens naar steunverleningscategorie voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds (artikel 112, lid 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1304/2013)

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

1 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE1 4.365.535,00 4.365.535,00 0,00 2

1 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 124.401.765,00 124.401.765,00 0,00 3

1 ESF Meer ontwikkeld 103 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE1 650.000,00 650.000,00 0,00 1

1 ESF Meer ontwikkeld 103 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 19.600.000,00 19.600.000,00 0,00 1

1 ESF Meer ontwikkeld 104 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 1.608.650,91 1.608.650,91 330.386,12 1

1 ESF Meer ontwikkeld 104 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

21 BE2 1.499.998,83 1.499.998,83 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 212.953,07 212.953,07 75.096,60 2

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE1 817.282,85 777.833,88 0,00 3

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 16.968.392,78 16.763.145,51 305.967,97 11

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 99.988,60 84.990,31 9.314,76 1

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

21 BE2 387.456,49 320.442,84 91.285,59 4

2 ESF Meer ontwikkeld 115 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 298.386,05 267.854,22 106.081,75 3

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

02 BE2 182.076,00 91.038,00 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

03 BE2 266.052,89 146.081,44 0,00 2

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

04 BE2 188.475,00 94.237,50 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

07 BE2 2.823.609,50 1.481.176,26 86.703,55 18

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

08 BE2 1.834.450,97 910.464,80 0,00 11

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

12 BE2 865.345,96 425.878,22 0,00 5

Page 151: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL151 NL

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

13 BE2 1.327.003,31 682.791,10 0,00 8

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

14 BE2 296.310,00 100.000,00 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

14 BE2 3.557.539,14 1.752.083,70 0,00 20

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

15 BE2 161.875,00 80.937,50 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

16 BE2 690.494,51 361.445,72 0,00 6

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

17 BE2 76.650,00 53.655,00 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

17 BE2 2.044.786,22 976.402,70 19.649,84 15

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 556.900,00 556.900,00 0,00 2

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 1.075.830,00 1.068.469,29 0,00 8

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 1.670.880,23 911.101,25 36.072,06 14

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

21 BE2 207.410,49 100.000,00 0,00 1

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

23 BE2 161.654,34 84.707,52 0,00 2

2 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 2.526.179,63 1.277.086,66 0,00 14

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 01 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 162.364,78 162.364,78 0,00 2

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 01 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 983.715,24 983.715,24 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

17 BE2 12.420.415,16 12.406.533,43 118.695,60 4

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 01, 01, 03, 01, 01, 01, 01, 01

18 BE2 2.311.751,78 2.311.751,78 0,00 6

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 9.476.078,00 9.256.277,04 1.157.072,17 19

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

19 BE2 3.730.882,50 3.730.882,50 1.048.880,43 5

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 844.669,80 714.295,58 81.629,90 6

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 01, 01, 01, 01, 21 BE2 995.311,81 995.311,81 148.780,86 8

Page 152: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL152 NL

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

01, 01, 01, 01

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

21 BE2 1.006.955,07 1.006.955,07 0,00 3

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

24 BE2 132.921,01 132.921,01 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 579.101,45 579.067,57 0,00 7

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 03 09 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01, 01

21 BE2 5.885.793,47 5.198.100,00 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE1 1.875.000,00 1.875.000,00 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 20.374.971,00 20.374.971,00 0,00 3

3 ESF Meer ontwikkeld 110 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 954.901,37 954.901,37 0,00 10

3 ESF Meer ontwikkeld 110 01 07 02 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 1.323.670,48 1.214.335,39 0,00 4

3 ESF Meer ontwikkeld 113 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 42.000,00 42.000,00 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 113 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 210.000,00 210.000,00 0,00 5

3 ESF Meer ontwikkeld 113 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 42.000,00 42.000,00 0,00 1

3 ESF Meer ontwikkeld 113 01 07 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

21 BE2 210.000,00 210.000,00 0,00 5

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 03 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 204.657,89 110.000,00 0,00 3

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

03 BE2 139.047,84 86.609,62 0,00 2

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

07 BE2 812.855,08 496.583,84 0,00 7

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

08 BE2 630.134,79 383.563,98 0,00 6

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

12 BE2 365.404,33 197.779,92 0,00 3

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

13 BE2 123.327,33 80.000,00 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

14 BE2 359.617,26 236.802,66 0,00 4

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

16 BE2 214.726,71 110.029,38 0,00 3

Page 153: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL153 NL

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

17 BE2 563.489,34 331.107,36 0,00 6

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 07, 08, 08, 08, 08

18 BE2 57.578,29 40.304,80 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

19 BE2 0,00 0,00 0,00 2

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 114.636,58 80.000,00 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

20 BE2 0,00 0,00 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 2.761.534,53 1.551.492,76 7.000,33 22

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

23 BE2 0,00 0,00 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

23 BE2 306.186,97 214.272,14 56.351,36 3

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

24 BE2 0,00 0,00 0,00 2

4 ESF Meer ontwikkeld 106 01 07 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 222.529,68 120.000,00 0,00 2

4 ESF Meer ontwikkeld 108 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

19 BE2 0,00 0,00 0,00 1

4 ESF Meer ontwikkeld 108 01 07 07 08 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06, 06

24 BE2 0,00 0,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 600.000,00 600.000,00 30.000,00 2

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 06 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

20 BE2 300.000,00 300.000,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

17 BE2 199.414,52 199.414,52 65.689,43 1

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 438.692,11 438.692,11 35.644,59 4

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

20 BE2 965.324,02 954.639,88 111.448,63 6

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 02, 02, 02, 03, 02, 02, 02, 03

23 BE2 79.989,12 79.989,12 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 102 01 07 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 399.972,84 392.339,45 49.993,76 2

5 ESF Meer ontwikkeld 103 01 06 07 08 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 104 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 19 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

Page 154: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL154 NL

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

02, 02, 02, 02

5 ESF Meer ontwikkeld 104 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 106 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 03, 02, 02

13 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 106 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 106 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

21 BE2 274.224,00 231.824,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 106 01 06 07 08 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 300.000,00 300.000,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 06 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 1.200.000,00 1.200.000,00 45.000,00 4

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 06 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 06 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 01 10 04, 04, 04, 04, 04, 04, 04, 04

19 BE22 1.328.465,95 1.298.437,98 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 03, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

13 BE2 0,00 0,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

16 BE2 200.274,10 200.000,00 67.730,67 1

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 793.967,70 787.760,78 43.646,39 4

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

20 BE2 319.092,09 319.051,88 0,00 2

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

23 BE2 215.589,72 200.000,00 74.821,29 2

5 ESF Meer ontwikkeld 109 01 07 07 09 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 356.877,94 356.877,94 0,00 4

5 ESF Meer ontwikkeld 110 01 06 07 09 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

13 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 06 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

13 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 06 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

18 BE2 300.000,00 300.000,00 15.000,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 06 07 10 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

19 BE2 895.000,00 895.000,00 30.000,00 3

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

13 BE2 200.468,11 200.000,00 56.646,46 1

Page 155: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL155 NL

Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens

Fonds Regiocategorie Steunverleningsgebied

Financieringsvorm

Territoriale dimensie

Territoriale uitvoeringsmec

hanismen

Dimensie thematische doelstelling

Secundair thema ESF

Economische dimensie

Dimensie plaats van uitvoering

Totale subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Publieke subsidiabele

kosten van de concrete acties die voor steun

zijn geselecteerd

Totale subsidiabele uitgaven die

door de begunstigden

bij de beheersautorite

it zijn gedeclareerd

Aantal geselecteerde

concrete acties

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

17 BE2 199.943,11 199.943,11 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

18 BE2 0,00 0,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

19 BE2 241.789,84 239.919,51 0,00 5

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

23 BE2 0,00 0,00 0,00 1

5 ESF Meer ontwikkeld 117 01 07 07 10 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02, 02

24 BE2 785.574,80 785.209,44 139.972,04 5

6 ESF Meer ontwikkeld 121 01 07 07 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE1 705.080,70 705.080,70 0,00 1

6 ESF Meer ontwikkeld 121 01 07 07 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 28.286.177,30 28.286.177,30 0,00 4

6 ESF Meer ontwikkeld 122 01 07 07 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE1 61.311,38 61.311,38 0,00 1

6 ESF Meer ontwikkeld 122 01 07 07 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08, 08

24 BE2 2.459.668,62 2.459.668,62 0,00 4

Page 156: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL156 NL

Tabel 8: Het gebruik van kruisfinanciering

1 2 3 4 5 6

Het gebruik van kruisfinanciering

Prioritaire as

Het bedrag aan EU-steun dat naar verwachting zal worden gebruikt voor kruisfinanciering op basis van geselecteerde concrete acties (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing van de EU aan de prioritaire as (%) (3/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)

Subsidiabele uitgaven die uit hoofde van kruisfinanciering zijn gebruikt en die door de begunstigde zijn gedeclareerd bij de managementautoriteit (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (5/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

1 0,00 0,00

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

2 0,00 0,00

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

3 0,00 0,00

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

4 0,00 0,00

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader

5 0,00 0,00

Page 157: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL157 NL

van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF

6 0,00 0,00

Page 158: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL158 NL

Tabel 9: Kosten van concrete acties die buiten het programmagebied worden uitgevoerd (het EFRO en het Cohesiefonds uit hoofde van de doelstelling "Investeringen voor groei en werkgelegenheid")

1 2 3 4 5

Prioritaire as

Het bedrag aan steun dat naar verwachting zal worden gebruikt voor concrete acties die op basis van geselecteerde concrete acties buiten het programmagebied worden uitgevoerd (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (3/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)

Subsidiabele uitgaven die zijn gedaan voor concrete acties buiten het programmagebied en die door de begunstigde bij de managementautoriteit zijn gedeclareerd (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (5/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)

Page 159: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL159 NL

Tabel 10: Uitgaven die buiten de Unie zijn gedaan (ESF)

Het geplande bedrag aan uitgaven buiten de Unie op basis van

geselecteerde concrete acties in het kader van thematische

doelstellingen 8 en 10 (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing (bijdrage van de Unie en

nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-deel van een

programma dat door meerdere fondsen gefinancierd wordt (%) (1/totale financiële toewijzing

(Uniebijdrage en nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-

deel van een programma dat door meerdere fondsen gefinancierd

wordt*100)

Subsidiabele uitgaven die buiten de EU zijn gedaan en door de

begunstigde zijn gedeclareerd bij de beheersautoriteit (EUR)

Aandeel van de totale financiële toewijzing (bijdrage van de Unie en

nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-deel van een

programma dat door meerdere fondsen gefinancierd wordt (%) (3/totale financiële toewijzing

(Uniebijdrage en nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-

deel van een programma dat door meerdere fondsen gefinancierd

wordt*100)

0,00 0,00

Page 160: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL160 NL

4. SAMENVATTIING VAN DE EVALUATIES

Samenvatting van de resultaten van alle evaluaties van het programma die beschikbaar zijn gekomen tijdens het vorige begrotingsjaar, met verwijzingen naar de naam en de referentieperiode van de gebruikte evaluatieverslagen

Er werden nog geen evaluaties gelanceerd in 2016.

Page 161: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 161 NL

6. KWESTIES DIE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE PRESTATIES VAN HET PROGRAMMA EN DE GENOMEN MAATREGELEN (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

a) Kwesties die gevolgen hebben voor de prestaties van het programma en de genomen maatregelen

a) Vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma en de genomen maatregelen maxlength=7000

Bij de uitvoering van het OP kwamen verschillende knelpunten naar voren, waardoor wijzigingen van het Operationeel Programma nodig bleken.

De eerste wijziging werd - na goedkeuring door het CvT op 15 december 2015- op 1 februari 2016 officeel ingediend bij de Europese Commissie. Het OP werd gewijzigd om volgende redenen:

De noodzaak tot functiescheiding tussen de Managementautoriteit en het CvT.

De noodzaak tot verbreding van de toegang tot gemeenschapsacties door Brusselse actoren naar alle investeringsprioriteiten. Hierdoor werden ook acties mogelijk gemaakt waaraan behoefte was in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bijvoorbeeld acties gericht op de integratie van Roma.

Met het uitvoeringsbesluit van 8 maart 2016 gaf de Commissie haar goedkeuring aan deze wijziging van het OP (versie 2).

In de loop van 2016 drongen zich verdere aanpassingen aan het OP op. Deze aanpassingen werd besproken en goedgekeurd door het CvT op 26 mei 2016. Het ging om volgende principiële wijzigingen:

Herdefiniëring van prioriteit 4 als ‘partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ met de overheveling van 5 miljoen euro van investeringsprioriteit 8.5 naar een nieuwe investeringsprioriteit 8.7.

Verschuiving van budgetten in prioriteit 1 (12,5 miljoen euro van 8.1 naar 8.2) en prioriteit 2 (7 miljoen euro van 10.3 naar 10.1) voor een versterkte jongerenwerking via performanter duaal leren.

Uitbreiding van de keuzemogelijkheid uit investeringsprioriteiten onder prioriteit 5.

In opvolging van de beslissing van het CvT maakte de Managementautoriteit de praktische vertaling van deze wijzigingen in het programmadocument. De gewijzigde versie werd vervolgens via schriftelijke procedure voorgelegd en goedgekeurd door het CvT, en op 24 juni 2016 officieel ingediend bij de Europese Commissie. Met het uitvoeringsbesluit van 6 september 2016 gaf de Commissie haar formele goedkeuring aan het gewijzigde Operationele Programma (versie 3.1).

Voor beide wijzigingen van het OP was er geen noodzaak tot wijziging van de

Page 162: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 162 NL

partnerschapsovereenkomst Tussen België en de EC.

Page 163: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL163 NL

b) Een beoordeling of de vorderingen die zijn gemaakt in de richting van de doelstellingen voldoende zijn om deze doelstellingen te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen, voor zover van toepassing.

FACULTATIEF VOOR LICHTE VERSLAGEN, anders zal het worden opgenomen bij punt 11.1 van het model (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013): Een beoordeling of de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen voldoende is om deze doelstellingen te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen, voor zover van toepassing. maxlength=3500

Zie punt 11.1

Page 164: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL164 NL

7. PUBLIEKSSAMENVATTING

Er dient een publiekssamenvatting van de inhoud van het jaarverslag en het definitieve uitvoeringsverslag worden openbaar gemaakt en geüpload als een afzonderlijk bestand in de vorm van een bijlage bij het jaarverslag en het definitieve uitvoeringsverslag

De publiekssamenvatting kan worden geüpload/gevonden onder Algemeen > Documenten in de SFC2014-applicatie

Page 165: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL165 NL

8. VERSLAG INZAKE DE UITVOERING VAN FINANCIERINGSINSTRUMENTEN

Page 166: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL166 NL

9. OPTIONEEL VOOR HET VERSLAG DAT IN 2016 MOET WORDEN INGEDIEND, NIET VAN TOEPASSING OP ANDERE LICHTE VERSLAGEN: MAATREGELEN DIE ZIJN GENOMEN OM TE VOLDOEN AAN DE EX-ANTEVOORWAARDEN

Tabel 14: Maatregelen die zijn genomen om te voldoen aan de toepasselijke algemene ex-antevoorwaardenAlgemene ex-antevoorwaarde Criteria waaraan niet wordt voldaan Genomen

maatregelen

Uiterste datum

Verantwoordelijke organen

Maatregel voltooid voor uiterste datum

Aan criteria voldaan

Verwachte datum voor volledige uitvoering van resterende maatregelen

Commentaar

Page 167: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL167 NL

Tabel 15: Maatregelen die zijn genomen om te voldoen aan de toepasselijke thematische ex-antevoorwaardenAlgemene ex-antevoorwaarde Criteria waaraan niet wordt voldaan Genomen

maatregelen

Uiterste datum

Verantwoordelijke organen

Maatregel voltooid voor uiterste datum

Aan criteria voldaan

Verwachte datum voor volledige uitvoering van resterende maatregelen

Commentaar

Page 168: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL168 NL

10. DE VORDERINGEN BIJ DE VOORBEREIDING EN UITVOERING VAN GROTE PROJECTEN EN GEZAMENLIJKE ACTIEPLANNEN (ARTIKEL 101, ONDER H, EN 111, LID 3, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

10.1. Grote projecten

Tabel 12: Grote projectenProject CCI Status van het

grote projectTotale

investeringenTotale subsidiabele

kostenGeplande datum van kennisgeving / indiening

Datum van de stilzwijgende toestemming/goedkeuring door de Commissie

Geplande start van de uitvoering (jaar, kwartaal)

Geplande voltooiingsdatum

Prioritaire as / Investeringsprioriteiten

Huidige stand van uitvoering — financiële vorderingen (% van de uitgaven die zijn gecertificeerd tegenover de Commissie ten opzichte van de totale subsidiabele kosten)

Huidige stand van uitvoering — materiële vorderingen Belangrijkste uitvoeringsfase van het project

Belangrijkste outputs Datum van ondertekening van de eerste opdracht voor werken

Opmerkingen

Page 169: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL169 NL

Belangrijke problemen bij de uitvoering van grote projecten en maatregelen die zijn genomen om deze te verhelpen

Page 170: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL170 NL

Geplande wijzigingen in de lijst met grote projecten in het operationele programma

Page 171: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL171 NL

10.2. Gezamenlijke actieplannen

De vorderingen bij de uitvoering van de verschillende fasen van de gezamenlijke actieplannen

Page 172: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL172 NL

Tabel 13: Gezamenlijke actieplannen (JAP)

Titel van het JAP CCI Uitvoering van de fasen van het JAP

Totale subsidiabele kosten

Totale overheidssteun

OP-bijdrage aan het JAP

Prioritaire as

Soort JAP [Geplande] indiening bij de Commissie

[Geplande] start van de uitvoering

[Geplande] voltooiing

Belangrijkste outputs en resultaten

Totale subsidiabele uitgaven die zijn gecertificeerd tegenover de Commissie

Opmerkingen

Page 173: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL173 NL

Aanzienlijke problemen en genomen maatregelen om deze te verhelpen

Page 174: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 174 NL

DEEL BIN 2017 EN 2019 IN TE DIENEN VERSLAG EN EINDVERSLAG OVER DE UITVOERING(artikel 50, lid 4, en artikel 111, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

11. BEOORDELING VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKELEN 50, LID 4 EN 111, LID 4, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

11.1. Informatie in Deel A en verwezenlijking van de doelstellingen van het programma (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief

Algemene opmerkingen

De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.

Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.

Zoals afgesproken met de EC, werden in prioriteit 1 in deze versie alle deelnemers gerapporteerd, en dit zowel in de gemeenschappelijke als in de programmaspecifieke indicatoren.

De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de hierboven vermelde onderrapportering kan opgevangen worden.

Indicatoren prioriteit 1

Voor prioriteit 1 zit het programma ruim op schema om de outputdoelstellingen van de prestatiereserve te behalen. Het aantal deelnemers in prioriteit 1 bedraagt in totaal 49.535 (streefwaarde 45.750 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 9 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 59.687.459,90 euro ESF.

Prioriteit 1 geeft volgende resultaat- en outputindicatoren:

Investeringsprioriteit 8i 'Toegang tot werkgelegenheid' oResultaat: 41,03% uitstroom na zes maanden (streefwaarde 45% in 2023)oOutput:

45.720 deelnemers (streefwaarde 120.000) 11.641 migranten (streefwaarde 24.000) 4.019 ouderen 50+ (streefwaarde 8.400)

Page 175: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 175 NL

37.874 kwetsbare groepen (streefwaarde 48.000) Investeringsprioriteit 8ii 'Duurzame integratie'

oResultaat: 79,76% aandeel deelnemers aan het werk, in opleiding of in onderwijs, na afloop van de actie (streefwaarde 15% in 2023)

oOutput: 2.962 deelnemers (streefwaarde 11.000)

Investeringsprioriteit 8iii 'Ondernemerschap' oResultaat: 49,40%l wordt ondernemer (streefwaarde 20% in 2023)oOuput:

853 deelnemers (streefwaarde 3.800) 603 kwetsbare groepen (streefwaarde 760)

Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief

Algemene opmerkingen

De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.

Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.

De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de onderrapportering kan opgevangen worden.

De programmering van deze bestanden is een continu proces, waar – op basis van kwaliteitscontroles en opportuniteiten inzake gegevensoverdracht van andere instanties – bijsturingen gebeuren met het oog op continue kwaliteitsverbetering.

Indicatoren prioriteit 2

Voor prioriteit 2 heeft het programma de outputdoelstellingen van de prestatiereserve al ruim behaald. Het aantal deelnemers in prioriteit 2 bedraagt in totaal 39.469 (streefwaarde 21.800 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 155 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 12.678.218,72 euro ESF.

Prioriteit 2 geeft voorlopig volgende resultaat- en ouputindicatoren:

Investeringsprioriteit 10i 'Vermindering schooluitval' oResultaat: 20,25% doorstroom na afloop van de actie (streefwaarde 15%

Page 176: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 176 NL

in 2023) (noot: er lopen gesprekken om deze indicator te vervolledigen via datauitwisseling)

oOutput: 2.578 deelnemers (streefwaarde: 8.300)

Investeringsprioriteit 10iii 'Leven lang leren' oResultaat: 40,12% deelnemers met een leerbewijs (streefwaarde 70% in

2023) (noot: er zullen bijkomende bevragingen volgen om de antwoordratio op deze indicator te vervolledigen)

oOutput: 36.089 deelnemers (streefwaarde: 61.000) 1.499 migranten (streefwaarde 4.270) 6.770 ouderen 50+ (streefwaarde 12.000) 16.238 kwetsbare groepen (streefwaarde 20.130)

Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding

Algemene opmerkingen

De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.

Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.

Zoals afgesproken, werden in prioriteit 3 ditmaal alle deelnemers zowel in de gemeenschappelijke als in de programmaspecifieke indicatoren gerapporteerd.

De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de hierboven vermelde onderrapportering kan opgevangen worden.

De programmering van deze bestanden is een continu proces, waar – op basis van kwaliteitscontroles en opportuniteiten inzake gegevensoverdracht van andere instanties – bijsturingen gebeuren met het oog op continue kwaliteitsverbetering.

Indicatoren prioriteit 3

Voor prioriteit 3 zit het programma ruim op schema om de outputdoelstellingen van de prestatiereserve te behalen. Het aantal deelnemers in prioriteit 3 bedraagt in totaal 8.467 (streefwaarde 9.000 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 93

Page 177: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 177 NL

projecten goedgekeurd voor een bedrag van 22.514.149,19 euro ESF.

Prioriteit 3 geeft volgende resultaat- en outputindicatoren:

Investeringsprioriteit 9i 'Actieve inclusie' oResultaat: 60,49% aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding

volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie (streefwaarde 15% in 2023)

oOutput: 8.467 deelnemers (streefwaarde 25.000) 3.388 migranten (streefwaarde 5.000) 752 ouderen 50+ (streefwaarde 1.750) 8.341 kwetsbare groepen (streefwaarde 25.000)

Investeringsprioriteit 9ii 'Sociaaleconomische integratie' oResultaat: 58,55% deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een

kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie (streefwaarde 15% in 2023)

oOutput: 472 deelnemers (streefwaarde 2.250)

Investeringsprioriteit 9v 'Bevordering sociaal ondernemerschap' oResultaat: 0% uitstroom naar NEC na afloop van de actie (streefwaarde

5% in 2023)oOutput:

0 deelnemers (streefwaarde 3.850)

Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen

Voor prioriteit 4 zal een inhaalbeweging nodig zijn om de vereiste aantallen op de teller te hebben. De financiële mijlpalen zijn een uitdaging voor het werkjaar 2017.

Sinds de start van het OP werden in totaal onder deze prioriteit 72 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 2.055.792,91 euro ESF.

Indicatoren oproep 309 en 317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’

Binnen de oproepen 309 en 317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ wordt een organisatiebevraging georganiseerd door ESF Vlaanderen. De indicatoren meten vrijwillig verloop, verzuimpercentage, de graad van implementatie van competentiebeleid, interne functionele mobiliteitsratio en de ontwikkeling van de interne arbeidsmarkt. Deze indicatoren moeten een eerste maal opgeleverd worden binnen de drie maanden na de start van het project en een tweede maal bij de eindrapportering. De indicatoren moeten ingevuld worden in een onlinesurvey.

De nulmeting van deze bevraging werd binnen de oproepen 309 en 317 door 29 van de 29 organisaties ingevuld. De eindmeting werd door 23 organisaties ingevuld. De analyse en het trekken van conclusies van deze data is nog maar beperkt gebeurd. Volgende

Page 178: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 178 NL

samenvattende statistieken kunnen wel al meegegeven worden. Deze zijn getrokken over alle organisaties heen in oproep 309 en 317 samen.

Voor oproep 375 ‘Duurzaam loopbaanbeleid’ kunnen nog geen cijfers gegeven worden aangezien deze projecten gestart zijn op 1 april 2017.

Vrijwillig verloop op tijdstip T0 (start) en T1 (einde project)

T0 T1

GEM: 8,24% GEM: 7,90%

MIN: 1,23% MIN: 1,28%

MAX: 28,57% MAX: 26,92%

Verzuimpercentage op T0 en T1

T0 T1

GEM: 6,70% GEM: 5,61%

MIN: 0,40% MIN: 0,01%

Max: 19,02% Max: 15,32%

Aantal HR gebieden waar op dit moment competentieprofielen gebruikt worden op T0 en T1

T0 T1

GEM: 3 GEM: 5

MIN: 0 MIN: 2

MAX: 5 MAX: 7

Interne functionele mobiliteitsratio (=percentage medewerkers dat in de voorbije periode van functie veranderde) op T0 en T1

T0 T1

GEM: 8% GEM: 9,20%

MIN: 0% MIN: 0,00%

MAX: 34% MAX: 37,29%

Indicatoren Oproep 310 en 318 ‘Anders organiseren’

Binnen de oproepen 310 en 318 Anders Organiseren wordt zowel een organisatiebevraging als een werknemersbevraging georganiseerd. De organisatiebevraging wordt een eerste maal afgenomen binnen de drie maanden na de start van het project, een tweede maal bij de eindrapportering. De indicatoren zijn: vrijwillig verloop, verzuimpercentage, omzet en klachten. De indicatoren op

Page 179: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 179 NL

organisatieniveau moeten ingevuld worden in een onlinesurvey.

De nulmeting van deze organisatiebevraging werd binnen oproep 310 ingevuld door 19 van de 20 organisaties en binnen oproep 318 ingevuld door 9 van de 11 organisaties. De analyse van deze data en het trekken eventuele conclusies is nog maar beperkt gebeurd. Volgende samenvattende statistiek kan wel al worden meegegeven: vrijwillig verlooppercentage over alle organisaties in beide oproepen anders organiseren:

Vrijwillig verloop:

Gem: 5,76%

Min: 0%

Max: 25,74%

De werknemersbevraging wordt twee maal georganiseerd: een eerste maal binnen de drie maanden na de start van het project en een tweede maal na afloop van het project. De bevraging meet risico- en werkbaarheidsindicatoren en gevolgen hiervan op individueel niveau. Het conceptueel model hiervoor evenals de vragenlijst vindt u als bijlage. Deze enquête werd online ingevuld. De afdeling ESF organiseert en analyseert deze bevraging en geeft daarover feedback aan de betrokken organisaties.

De nulmeting van de werknemersbevraging werd binnen oproep 310 ingevuld door 1129 werknemers uit 18 organisaties en binnen oproep 318 door 692 werknemers uit 11 organisaties. In totaal beschikken we met deze nulmeting nu dus over een dataset van 1821 werknemers uit 29 organisaties. De indicatoren op werknemersniveau meten volgende items:

Risico-indicatoren:

Interne regelmogelijkheden

Externe regelmogelijkheden

Taakvariatie Werkdruk

Ondersteuning leiding

Informatievoorziening

Werbaarheidsindicatoren:

Welbevinden Haalbaarheid pensioenleeftijd Verloopintentie

Gevolgen:

Betrokkenheid Haalbaarheid pensioenleeftijd Verloopintentie

Page 180: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 180 NL

Controlevariabelen:

Organisatie Sector Leeftijd Geslacht Leidinggevend al dan niet

Elke organisatie kreeg ondertussen een fiche terug met daarop de gemiddelde scores binnen de organisatie afgezet tegenover het gemiddelde van alle organisaties. Daarnaast wordt telkens een spreidingsmaat weergeven die aangeeft hoe ver de scores zowel binnen de organisatie als tussen de verschillende organisaties uit mekaar liggen.

Het is het opzet om na 21 maanden (deadline eindrapport) een analyse te kunnen maken op basis van de gegevens uit nulmeting en eindmeting. De data van de eindmeting komen binnen in mei 2017. We trachten om de analyses hiervan te doen in de zomer van 2017. De data van werknemersbevraging en organisatiebevraging uit nul- en eindmeting zullen dan aan elkaar gekoppeld worden. We verwachten dan een (kleine) evolutie waar te nemen.

Voor oproep 376 ‘Anders organiseren’ zijn nog geen gegevens beschikbaar aangezien deze projecten pas opgestart zijn op 1 april 2017.

Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit

Innovatie

In 2015 en 2016 werden 5 oproepen voor innovatieve projecten gelanceerd, nl. oproep 311 ‘Innovatie’ gevolgd door oproep 315 ‘Innovatie door exploratie’ en 316 ‘Innovatie door adaptatie’. Deze oproepen hebben als doel werkenden en/of werkzoekenden op de Vlaamse arbeidsmarkt te versterken door het ontwikkelen van een nieuwe dienstverlening die iteratief door middel van prototypes getest wordt. Vervolgens wordt de dienstverlening uitgevoerd in de vorm van een piloot die op impact geëvalueerd wordt.

Daarnaast werd ook de oproep 329 ‘Werkplek 21’ gelanceerd, met als doel instrumenten, tools en methodieken te ontwikkelen om de werkplek te versterken in het concept van Duaal Leren. Tot slot werd ook de oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’ gelanceerd.

Voor deze 5 innovatieve oproepen samen werden 43 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag 3.283.524,78 euro.

Transnationaliteit

Eind januari 2016 heeft ESF Vlaanderen een oproep transnationale samenwerking binnen het common framework gelanceerd (oproep 357). Dit gebeurde zo vroeg omdat men aan de Vlaamse promotoren een voorbereidende fase van vier maanden wou aanbieden (met een lump sum van 15.000 euro). Tijdens de voorbereidende fase

Page 181: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 181 NL

moesten drie dingen gebeuren:

opstarten van een Vlaams partnerschap

uitwerken van een transnationaal partnerschap (met een ondertekend TCA)

uitdiepen van het projectidee

In totaal werden 22 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 3.938.534 euro. Eind 2016 waren er 13 promotoren die een definitief project (met een ondertekend TCA) hebben ingediend. In de loop van 2017 hebben nog verschillende promotoren hun definitief project ingediend en er wordt verwacht dat 21 van de 22 promotoren effectief met hun project van start zullen gaan.

Gedurende dit traject zijn er heel wat problemen gerezen met de oproep transnationale samenwerking:

De Vlaamse promotoren mochten aan hun voorbereidende fase beginnen op 1 juni 2016 en om hen daarbij te helpen werd een partner search platform opgericht door de ondersteuningsstructuur aangesteld door de Europese Commissie. Maar dit platform is pas in juli/augustus operationeel geworden waardoor onze promotoren heel wat problemen ondervonden om een transnationale partner te vinden.

Ondanks het feit dat transnationale samenwerking verplicht is en heel wat lidstaten oorspronkelijk hadden aangegeven dat ze binnen het common framework zouden werken hebben slechts vier lidstaten een oproep gelanceerd binnen het common framework, namelijk Vlaanderen, Zweden, Finland en Polen. Dit beperkte de keuze nog meer voor onze promotoren.

Bovendien zijn de oproepen in deze lidstaten niet altijd even breed als in Vlaanderen. Enkel Zweden heeft ook voor alle thema’s opgeroepen terwijl andere lidstaten maar voor een beperkt aantal thema’s een oproep heeft gelanceerd.

ESF Vlaanderen heeft daarom alle projectvoorstellen doorgestuurd naar de transnational contactpoints (zijn in leven geroepen door de EC) en naar de verschillende Europese netwerken met de vraag tot hulp en verspreiding van de projectvoorstellen. Dit heeft tot een aantal positieve resultaten geleid (in Duitsland en Nederland) maar verschillende landen hebben weinig of niet gereageerd.

We merken dat sommige lidstaten wel beginnen na te denken over een oproep maar er is duidelijk een gebrek aan knowhow over hoe men een oproep moet starten en deze oproepen kwamen sowieso te laat voor de Vlaamse promotoren.

De verschillende lidstaten geven hun eigen interpretatie aan de verschillende documenten, bijvoorbeeld de TCA, waardoor dat dit leidt tot nog meer verwarring en frustraties bij de Vlaamse promotoren.

Last but not least is de ondersteuning vanuit de Europese Commissie niet diegene die verwacht was en de Europese thematische netwerken zijn een meerwaarde voor mutual learning maar minder voor de ondersteuning van de

Page 182: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 182 NL

gecoördineerde oproepen omdat er heel wat verwarring bestaat bij de lidstaten.

Daarom zal ESF Vlaanderen in 2017 naast een oproep binnen het common framework ook een oproep binnen de flexible approach opstarten en dit om de volgende redenen:

De flexible approach geeft meer vrijheid om bepaalde thema’s te bepalen.

We kunnen sterker gaan onderhandelen met bepaalde landen

Verschillende lidstaten zijn eindelijk van start gegaan met het schrijven van oproepen transnationale werking waardoor de kans groter is om een succesvolle oproep te ontwikkelen.

Prioritaire as 6 - Technische Bijstand

In prioriteit 6 werd in 2015 de oproep 349 'Technische bijstand' gelanceerd. De projecten werden goedgekeurd voor een totaal ESF-bedrag van 15.756.119 euro.

De resultaatsindicator N+3 staat nog op 0% aangezien er in 2016 nog geen betaalaanvraag werd ingediend. De auditscore systeemaudits bedraagt 2% zoals vooropgesteld. Het gaat om de audit m.b.t. de aanwijzing van de autoriteiten.

Wat de outputindicatoren betreft werden er 12 controles ter plaatse uitgevoerd in 2016 en werden er 2 evaluaties uitgevoerd. Deze evaluaties zijn procesevaluaties en behoren niet tot het evaluatieplan van het OP, waar impactevaluaties zijn voorzien.

11.2. Specifieke acties die zijn uitgevoerd om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en discriminatie te voorkomen, met name de bevordering van de toegankelijkheid voor mensen met een handicap, en de regelingen die zijn getroffen om de integratie van het genderperspectief in het operationele programma en in concrete acties te waarborgen (artikelen 50, lid 4 en 111, lid 4, tweede alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Zoals vermeld in het Operationeel Programma, heeft Vlaanderen ervoor gekozen om - op basis van de omgevingsanalyse en omwille van de noodzaak tot thematische concentratie - de investeringsprioriteiten rond gender en diversiteit (non discriminatie) als een algemeen horizontaal principe te implementeren.

Deze themata worden - samen met de thema’s regionale verschillen en stedelijke invalshoeken - vervat in de “modus operandi”.

In de oproepen 2015 en 2016 werd de analyse van de modus operandi overwegend opgenomen in de nota aan het Managementcomité; soms werd ze ook in de oproepfiche vermeld.

Deze analyse gebeurde op basis van verschillende bronnen en gaf aanleiding tot diverse

Page 183: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 183 NL

maatregelen.

Enkele voorbeelden :

Een analyse op basis van cijfers voor de oproepen ‘Mensgericht Ondernemen’ wees uit dat er verschillen in werkbaarheid zijn naargelang geslacht en leeftijd. Bij de beoordeling van projectvoorstellen werd hieraan dan ook aandacht besteed.

In de oproep ‘Begeleiding van Roma’ werd op basis van geschatte aantallen Roma in diverse steden een indicatieve verdeling opgegeven. Bij de beoordeling van projectvoorstellen werd daarenboven ook aandacht geschonken aan het genderaspect.

Een analyse op basis van cijfers voor de oproep ‘Opleiding in bedrijven’ toonde aan dat er verschillen zijn in opleidingsparticipatie voor diverse groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt. Bij de beoordeling werd het aandeel kansengroepen bevraagd en werd gepeild naar de acties die zullen ondernomen worden om hen te bereiken alsook de mate waarin opleidingen worden aangepast aan kansengroepen.

In de oproep ‘Doorstroom sociale economie’ - waarbij de finale doelgroep reeds bestaat uit kansengroepen - werd bij de beoordeling specifieke aandacht besteed aan gender-gerelateerde aspecten in de begeleiding (kinderopvang, mobiliteit, eenoudergezinnen).

In de oproep voor jongeren en voor artikel-60-werknemers werd een verdeling per regio (Resoc) opgenomen.

Alhoewel we constateren dat de modus operandi voor nagenoeg elke oproep werd bekeken, kan de uitwerking ervan nog verbeteren. Het is de bedoeling om voor de volgende oproepen nog meer aandacht te besteden aan de analyse van de thematiek in de oproep en de implicaties van deze analyse. Zeker de concrete ‘vertaling’ van de analyse naar de oproepen zal verder uitgewerkt worden met o.a. voorstellen van gendervriendelijke acties, voorstellen van streefcijfers ….

De projecten van de institutionele organisaties - VDAB en onderwijs - kaderen uiteraard binnen het beleid van de Vlaamse regering. Zo spitst het Vlaams werk0gelegenheidsbeleid zich qua doelgroepen toe op jongeren, ouderen en mensen met een arbeidsbeperking. De VDAB wil zich inzetten om tot een beter genderevenwicht te komen in de beroepsaspiraties en opleidingen van werkzoekenden. Daarom wordt erop gelet dat in alle beroepenfilms en foto’s in de online infosessies zowel mannen als vrouwen aan bod komen. In het onderwijsbeleid wordt aandacht geschonken aan een gendersensitieve studiekeuze; zo wordt bijvoorbeeld geijverd voor een grotere instroom van meisjes in de STEM-richtingen.

Belangrijk is ook om te vermelden dat ESF Vlaanderen er ook voor zorgt dat alle indicatoren voorhanden zijn om de resultaten op te volgen. De indicatoren zijn intersectioneel waarbij het geslacht gerelateerd wordt aan andere kenmerken. Dit maakt het mogelijk dat bij de evaluatie het genderaspect mee in rekening gehouden wordt.

Page 184: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 184 NL

11.3. Duurzame ontwikkeling (artikelen 50, lid 4 en 111, lid 4, tweede alinea, onder f), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Een beoordeling van de uitvoering van acties teneinde rekening te houden met de beginselen van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ten aanzien van duurzame ontwikkeling, met inbegrip van, afhankelijk van de inhoud en de doelstellingen van het operationele programma, een overzicht van de acties die zijn uitgevoerd ter bevordering van duurzame ontwikkeling overeenkomstig dat artikel. maxlength=3500

Het OP stelt een indicatief bedrag van 4,2 miljoen euro voorop om bij te dragen tot een koolstofarme economie. In de Mededeling van de Commissie van 2 juli 2014 over Groene Jobs COM(201)2014final vonden we de meest aangewezen thema’s om in een ESF-programma op in te zetten, nl. het oplossen van competentiegaps en het anticiperen op verandering, het creëren van een veilig kader om van baan te veranderen en het bevorderen van mobiliteit. Uit de fact sheet ‘How to assess the mainstreaming of climate action in Operational Programmes – ESF’ blijkt vervolgens dat deze acties op een directe manier of op een indirecte manier kunnen gebeuren. Directe acties verwijzen naar opleidingen van werkzoekenden of werkenden in zogenaamde groene jobs. Indirecte acties verwijzen naar initiatieven die ESF-promotoren doen om bijvoorbeeld om energie te besparen of gebouwen milieuvriendelijker te maken.

Organisaties die een project indienen kunnen in aanvraagfase aangeven of ze inzetten op een koolstofarme economie. Uit analyse van deze data blijkt dat het niet mogelijk is de exacte bijdrage van deze projecten af te splitsen. Vaak is koolstofarme economie louter een horizontaal aandachtspunt van de promotor, of wanneer het gaat om opleidingen kan doorgaans niet precies worden afgebakend welke onderdelen of modules van een opleiding wel of niet onder koolstofarme economie vallen.

Om toch te kunnen rapporteren over de inspanningen van dit OP om bij te dragen tot een koolstofarme economie, heeft ESF Vlaanderen zijn grootste promotor VDAB-actor bevraagd over dit thema. VDAB heeft een overzicht bezorgd van relevante initiatieven. Zo bevatten hun bestekken voor aankopen nu telkens een milieuclausule. De opleidingscentra voor houtbewerking werken enkel met FSC-gelabeld hout. In de opleidingen voortuig- en scheepvaarttechniek werd geïnvesteerd in een CNG en een elektrisch voertuig. In de bouwopleidingen worden opleidingen ontwikkeld die inspelen op de verduurzaming binnen de bouwsector. In de transportopleidingen wordt gebruik gemaakt van voertuigen die aan de Euro 6-norm beantwoorden en die rijden met brandstof die tot de minst vervuilende behoort.

We kregen van VDAB-actor eveneens een overzicht van de opleidingen die in 2016 werden gegeven en die tot de categorie ‘groene economie’ worden gerekend. De totale kost van deze opleidingen bedraagt 13.900.843,60 euro. Daarvan werd 5.560.337,44 euro gefinancierd door het ESF. De resterende financiering (8.340.506,16 euro) komt voor rekening van de VDAB. Hiermee werd het indicatieve bedrag voor de volledige programmaperiode reeds overtroffen.

11.4. Verslaglegging van de steun die is gebruikt voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Page 185: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 185 NL

Prioritaire as Amount of support to be used for climate change objectives (EUR)

Proportion of total allocation to the operational programme (%)

2 123.900,34 0,18%

3 10.190.830,27 12,53%

Totaal 10.314.730,60 2,62%

Zie punt 11.3

11.5. Rol van partners bij de uitvoering van het programmaHet Comité van Toezicht voor het OP ESF Vlaanderen 2014-2020 (CvT) is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse regering, bevoegde departementen en agentschappen, sociale partners, ngo’s en lokale besturen. De Europese Commissie, de Certificeringsautoriteit en de Auditautoriteit nemen deel met raadgevende stem. Het CvT wordt voorgezeten door de Managementautoriteit.

Het CvT heeft een Evaluatiecommissie opgericht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de planning en opvolging van de externe evaluatie van het programma en adviseert het CvT inzake oplevering van de evaluaties.

In overeenstemming met het principe van partnerschap heeft de Managementautoriteit ook twee commissies opgericht met een aantal adviesbevoegdheden: het Managementcomité en de Beroepscommissie.

Het Managementcomité geeft advies aan de Managementautoriteit over de taken zoals het bepalen van de oproepspecifieke criteria betreffende ontvankelijkheid, inhoud, financiën en prioriteiten, de selectie van projecten en de toewijzing van financiële middelen, waarna de Managementautoriteit een gemotiveerde beslissing neemt. De Beroepscommissie staat in voor de finale besluitvorming na afhandeling van de procedure van bezwaar.

Elk lid van het CvT kreeg de gelegenheid om te zetelen in elk van de andere commissies. De Managementautoriteit zit deze commissies voor.

Naast de betrokkenheid van alle partners in de diverse comités, nemen de partners ook op andere manieren deel door hun betrokkenheid bij het opmaken van oproepen (via gerichte bevraging van vertegenwoordigers, via publicatie op de website) of doordat zij optreden als medelezer van projecten (vb. steden ikv oproep kwetsbare groepen Antwerpen en Gent).

Page 186: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 186 NL

12. VERPLICHTE INFORMATIE EN BEOORDELING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 111, LID 4, EERSTE ALINEA, ONDER A) EN B), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/201312.1. De vorderingen bij de uitvoering van het evaluatieplan en het vervolg dat aan de bevindingen van evaluaties is gegevenEr werden nog geen evaluaties gelanceerd in 2016.

Het evaluatieplan werd in 2016 geüpdatet. De eerste evaluatieacties worden opgestart in 2017.

12.2. De resultaten van de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen voor de fondsen die zijn uitgevoerd in het kader van de communicatiestrategieIn deze evaluatie worden alle communicatieacties geëvalueerd die in 2016 vooropgesteld zijn geweest. Het gaat hier om volgende acties:

Dag van Europa

ESF in de pers

Product-o-theek

Thematische fora

Nieuwsbrief en infoflash

Website

KIK-werking

Sociale media

In 2016 hebben we voornamelijk gecommuniceerd via 7 hoofdkanalen: (aantal op 09/01/2017)

Nieuwsbrief: 6 672 abonnees Projecten: 651 projectaanvragen (OP’s 2014-2020) Oproepen: 54 oproepen (OP’s 2014-2020) Events: 11 800 aanwezigen Website: 12 545 pagina's Twitter: 58 tweets (zonder retweets of paginalikes) Persberichten: 30 keren in de pers + 3 Kanaal Z reportages

Dag van Europa

In 2016 werd er geopteerd om in verschillende treinstations in Vlaanderen een flyer- en pepermuntactie te gaan voeren. Daarbij deelden we een folder uit waarop de verschillende Europese structuurfondsen werden toegelicht vergezeld van een pepermuntdoosje met meer informatie over onze wedstrijd. Er werd in de week van 9-13 mei promotie gevoerd. arnaast werd de website Europa in je Buurt geüpdatet en

Page 187: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 187 NL

werden voorbeeldprojecten toegevoegd: www.europainjebuurt.be.

Via de flyer- en pepermuntactie in de treinstations hebben we ongeveer 10 000 mensen bereikt door flyers en doosjes met muntjes uit te delen.

Via de website hebben we van 09.05.2016 tot 15.05.2016 een totaal van 1161 bezoekers gehad.Daarnaast hebben er 262 mensen deelgenomen aan onze wedstrijd waarvan er uiteindelijk 220 waren die alles correct hadden ingevuld en +18 jaar waren.

ESF in de pers

Door een actieve persberichtencampagne die we zijn beginnen voeren medio 2016 na de goedkeuring van ESF-projecten, hebben we ook dit jaar op genoeg persaandacht mogen rekenen. Ook onze Kanaal Z-reportages hebben voor de nodige media-aandacht gezorgd voor ons doelpubliek. In totaal zijn we 30 keer in de pers geweest, waaronder de 3 Kanaal Z-reportages rond ‘Werkbaar werk’ (oktober 2016), ‘Wie is ESF’ (november 2016) en ‘Wat doet het ESF?’ (december 2016) De reportages zijn allemaal terug te vinden op ons Youtube-kanaal.

Product-o-theek

Gezien de inkanteling in 2016 in het Departement Werk en Sociale Economie zijn we erin geslaagd om de fysieke productotheek volledig af te bouwen en deze zo goed mogelijk digitaal te integreren in onze projectenkaart.

Nieuwjaarsforum

Op dit event werden partners, potentiële promotoren, promotoren, stakeholders en beleidsmakers uitgenodigd en werd er een forum aangeboden om te netwerken. Het forum is ook telkens een ideale aanleiding om de nieuwe ESF-ambassadeurs van dat jaar voor te stellen. Voor 2016 waren dit:

"Connect2Work" van HIVA-KULeuven in samenwerking met Atlas vzw en VDAB

'STEMsters" van Karel de Grote Hogeschool in samenwerking met Universiteit Antwerpen, Agoria vzw en VDAB

''Morele stress in de (ouderen)zorg" van Hogeschool West-Vlaanderen in samenwerking met Woonzorggroep GVO

Het nieuwjaarsforum vond plaats op vrijdagnamiddag 29 januari in ‘Les ateliers des tanneurs’. Op dit forum heeft Louis Vervloet de resultaten van 2015 voorgesteld en werden de ESF-ambassadeurs van 2016 bekend gemaakt. Als randactiviteit hadden we een fototentoonstelling voorzien van één van onze partners, deden ook Jeanne en Jeanine hun rondvraag bij de deelnemers m.b.t. het genderthema en was er een photobooth aanwezig. In deze photobooth kon men dan een (leuke) foto laten nemen en werd deze ter plaatse afgedrukt met een bedankingstekst.

We haalden een opkomst van 250 deelnemers.

Thematische fora

In 2016 werd er vooral ingezet op kennisuitwisseling met de promotoren. In totaal

Page 188: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 188 NL

werden er 43 evenementen georganiseerd in 2016 en hebben we 11 800 deelnemers kunnen bereiken:

19 infosessies: 868 deelnemers

startsessies: 20 deelnemers

19 themawerkingen en individuele contactmomenten: 514 deelnemers

andere events: 10 375 deelnemers

De nieuwsbrief en infoflash

De nieuwsbrief werd zoals in de vorige jaren verzonden naar alle begunstigden en relevante stakeholders uit het ESF-programma (inzonderheid promotoren en partners, leden van de onderscheiden sturingsorganen, beleidsinstanties, geïnteresseerde burgers). In 2016 waren er 6 672 geïnteresseerden.

Eenmaal per kwartaal hebben we een nieuwsbrief uitgestuurd en hebben we dit aangevuld met maandelijkse infoflashes. Het doel van de nieuwsbrief is om algemeen te informeren, terwijl de nieuwsflashes moeten aanzetten tot actie.

Website

De website werd in 2016 inhoudelijk verder aangevuld, met zowel de digitale producten, als de integratie van de websites mv-united.com en careerandage.com. Er werd ook voor een vertaling naar het Engels van de website gezorgd.

Van 1 januari tot en met 9 januari kunnen we volgende analyses maken:

Iedere maand zitten we met een 5000-tal sessies die men op onze website gebruikt. Dit schommelt naargelang de oproepen die gelanceerd worden.

Globaal is de ratio tussen nieuwe gebruikers en terugkerende gebruikers evenredig verdeeld.

De website wordt in 88% van de sessies geopend via een desktop computer of laptop.

De grootste piek vond plaats op woensdag 20 januari, waarbij er die dag 709 sessies plaatsvonden.

De minste bezoeken vonden plaats in de maand augustus alsook in het weekend, wat wel normaal is gezien de verlofperiode dan.

Gemiddeld blijven mensen 2 minuten op onze website.

KIK-werking

De KIK-werking werd voorbereid op de nieuwe huisstijl. Verder zijn er geen verdere stappen voorzien behalve opvolging en bijsturing. In totaal waren er 800 aanvragen, onderverdeeld in volgende thema’s:

Aantal ESF-support: 632

Page 189: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 189 NL

Aantal contacten: 74 Aantal klachten: 12

Sociale media

Op de twitteraccount van ESF hebben we momenteel 1 358 volgers, wat wil zeggen dat we nu op een jaar tijd een 260 volgers extra gekregen hebben.

In 2016 werd er ook een contentstrategie en contentplanning opgesteld, die iedere maand afgetoetst wordt bij het management. Uiteindelijk is het ook de bedoeling om dit bij de medewerkers af te toetsen. Dit jaar hebben we 58 tweets de wereld in gestuurd en gaan we dagelijks 3 tot 10 interacties aan met onze volgers. We merken dat dit wel door onze klanten gewaardeerd wordt door de retweets of de ‘likes’.

Begin 2016 hebben we ook onze medewerkers gesensibiliseerd om de sociale media te gebruiken en we merken dat dit gestaag gebeurt bij evenementen. Experten hebben hierover in het voorjaar een workshop gegeven aan de medewerkers om aan te leren hoe ze in hun eigen naam kunnen twitteren ten voordele van het ESF.

Het succes van de sociale mediakanalen waarop ESF Vlaanderen aanwezig is, wordt gemeten via het door RCA aangereikte dashboard in het kader van het Strategisch Communicatieplan 2014-2020. Dit werd afgesloten in augustus, maar werd in november vervangen door een ander dashboard (gelijkaardig).

Page 190: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL190 NL

13. MAATREGELEN DIE ZIJN GENOMEN OM TE VOLDOEN AAN EX-ANTEVOORWAARDEN (ARTIKEL 50, LID 4, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013) (KAN WORDEN OPGENOMEN IN HET IN 2016 IN TE DIENEN VERSLAG) (ZIE PUNT 9). VERPLICHT IN HET IN 2017 IN TE DIENEN VERSLAG) OPTIE: VOORTGANGSVERSLAG

Page 191: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 191 NL

14. AANVULLENDE INFORMATIE DIE KAN WORDEN TOEGEVOEGD, AFHANKELIJK VAN DE INHOUD EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 111, LID 4, TWEEDE ALINEA, ONDER A), B), C), D), G) EN H), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

14.1. De vorderingen bij de uitvoering van de geïntegreerde aanpak voor territoriale ontwikkeling, met inbegrip van de ontwikkeling van regio's met demografische uitdagingen en permanente of natuurlijke belemmeringen, duurzame stedelijke ontwikkeling, en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling in het kader van het operationele programma

Op programmaniveau zet ESF expliciet in op regionale en stedelijke investeringen:

Het OP participeert in de geïntegreerde territoriale investeringen voor Limburg, West-Vlaanderen en de Kempen.

Het OP voorziet expliciet middelen voor stedenbeleid. Het gaat hierbij om 8.790.967 euro voor de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout. Met een deel van deze middelen treedt ESF in in de GTI’s van West-Vlaanderen en Kempen (resp. 2.817.617,83 en 338.114,14 euro). Het programma voorziet 9.579.901 euro voor Brussel.

Op oproepniveau bouwt het programma voort op de verworvenheden van 2007-2013 via de modus operandi voor territorialiteit en stedenbeleid. Deze zorgt ervoor dat de middelen terechtkomen bij die regio's of steden die er het meeste nood aan hebben. De modus operandi zorgt ervoor dat voor elke oproep een analyse van de territoriale problematiek wordt gemaakt. De volgende acties werden reeds ondernomen:

De middelen voor oproepen gericht op bepaalde doelgroepen worden perceelsgewijs verdeeld volgens de regionale aanwezigheid van deze doelgroepen.

Steden worden als regisseur betrokken bij de opmaak van de oproepen, bij de voorbereiding van de projecten, bij de samenstelling van de partnerschappen in prioriteit 2.

Vertegenwoordigers van regio's en lokale besturen worden mee opgenomen in het Comité van Toezicht van het OP via vertegenwoordiging door het VVSG. Dit stelt hen in staat om bij de lancering van oproepen na te kijken of inderdaad de best mogelijke regionale verankering gekozen wordt.

GTI Limburg:

Via overleg tussen de provincie, de provinciale actoren, actoren uit de omgeving Genk, de VDAB, SYNTRA Limburg en ESF Vlaanderen werden binnen GTI Limburg in totaal 5 oproepen gelanceerd:

Oproep 332 ‘Kind en Taal – SALK’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 1.863.240 euro (gestart in 2015)

Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 30.000 euro (start in 2017)

Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’: 2 projecten werden goedgekeurd voor

Page 192: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 192 NL

een ESF-bedrag van 80.000 euro (start in 2017)

Oproep 347 ‘VDAB Intermediaire Instantie - VAK 1 – Investeringsprioriteit 8.1’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.944.000 euro (gestart in 2016)

Oproep 381-‘Innovatie T2: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 634.205 euro (start in 2017).

GTI Kempen:

Het overleg met de provincie en stad Turnhout resulteerde in de lancering van de oproep 379 ‘GTI-Kempen’. Het ingediende projectvoorstel dat aanvankelijk goedkeuring zou kunnen krijgen werd uiteindelijk afgekeurd omwille van een te grote overlap met het nieuwe decreet Tijdelijke Werkervaring dat eveneens per 1 januari 2017 in voege trad. De vooropgestelde activiteiten zouden op basis van dit decreet reeds worden gefinancierd. Midden 2017 wordt een nieuwe oproep ‘kwetsbare groepen’ opengesteld.

GTI West-Vlaanderen:

Door overleg tussen de provincie, de 4 steden en ESF Vlaanderen werd in de loop van 2016 de oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ gelanceerd. De acties binnen deze oproep richten zich op de realisatie van concrete tewerkstellingsbevorderende initiatieven, met focus op instroom naar en retentie in de speerpuntsectoren van de West-Vlaamse economie. Er werden 3 projecten goedgekeurd voor een totaal ESF-bedrag van 457.784,33 euro. Stad Brugge heeft als centrumstad beslist niet in te tekenen op deze oproep.

14.2. De vorderingen bij de uitvoering van acties ter vergroting van de capaciteit van de autoriteiten van de lidstaten en van de begunstigden om de fondsen administratief te beheren en te gebruiken

Er werden diverse acties ondernomen om de autoriteiten en begunstigden te ondersteunen bij het administratief beheer en gebruik van het ESF. Deze acties bestonden onder meer uit het toelichten van de regelgeving en procedures via infosessies, opleidingen, kennisuitwisseling, individuele coaching en begeleiding.

Voor het programma 2014-2020 nam ESF Vlaanderen intensief actie naar coaching van promotoren. Aanleiding hiertoe waren expliciete vragen van begunstigden naar aanleiding van het initiatief ‘ESF stapt af’, waarbij alle medewerkers van het toenmalige ESF-Agentschap bij promotoren langsgingen met de vraag hoe zij hun dienstverlening konden optimaliseren.

De coaching gebeurt zowel n.a.v. de opstelling van de projectvoorstellen als kort na de opstart van de projecten. De coachingactiviteiten zijn meer dan voorheen individueel toegespitst op de begunstigde en specifiek voor het project. Deze activiteiten worden verhaald op de budgetten van de technische bijstand. Vooral voor prioriteit 5 worden intensieve coachingtrajecten inzake service design opgezet. De intensifiëring van de coachingactiviteiten leidt ertoe dat de managementautoriteit kort op de bal kan spelen in geval van problemen.

Page 193: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 193 NL

14.3. De vorderingen bij de uitvoering van interregionale en transnationale acties

Vlaanderen heeft in het OP 2014-2020 zowel het common framework als de flexible approach naar voor geschoven en kan dus van beide strategieën gebruik maken.

Op 15/12/2015 heeft het CvT een aantal basisprincipes voor het common framework goedgekeurd. Men kan voor verschillende thema’s een oproep lanceren:

Employment

Social inclusion

Youth employment

Learning and skills

Social economy

Migrants (voor Vlaanderen enkel refugees)

Men kan kiezen om op te roepen voor alle thema’s of voor een beperkt aantal thema’s. De deadline van indiening in heel Europa was 30 september 2016. Na de bekrachtiging van deze principes werd door Vlaanderen onmiddellijk de oproep transnationale samenwerking gelanceerd eind januari 2016. Er werd beslist om voor alle thema’s op te roepen om zoveel mogelijk vrijheid te geven aan potentiële promotoren en inspirerende ideeën te genereren.

De reden waarom de oproep in Vlaanderen onmiddellijk werd gelanceerd is omdat men aan de Vlaamse promotoren een voorbereidende fase van vier maanden wou aanbieden (met een lump sum van 15.000 euro). Er werd in februari 2016 een infosessie georganiseerd waar een 100-tal geïnteresseerden zijn op afgekomen. Uiteindelijk hebben 50 promotoren een projectidee ingediend. Deze projectideeën werden geëvalueerd en uiteindelijk mochten 22 projectpromotoren starten met een voorbereidende fase. Eind 2016 waren er 13 promotoren die een definitief project (met een ondertekend TCA) hebben ingediend. In de loop van 2017 hebben nog verschillende promotoren hun definitief project ingediend en er wordt verwacht dat 21 van de 22 promotoren effectief met hun project van start zullen gaan.

Ondanks de grote inspanningen die zijn geleverd door ESF Vlaanderen heeft de oproep transnationale samenwerking binnen het common framework niet het verhoopte succes gekend. Er rezen heel wat problemen (meer informatie hierover is te vinden onder punt 11.1).

Daarom zal ESF Vlaanderen in 2017 een oproep binnen de flexible approach opstarten en dit om de volgende redenen:

De flexible approach geeft meer vrijheid om bepaalde thema’s te bepalen.

We kunnen sterker gaan onderhandelen met bepaalde landen

Verschillende lidstaten zijn eindelijk van start gegaan met het schrijven van oproepen transnationale werking waardoor de kans groter is om een succesvolle oproep te ontwikkelen.

ESF Vlaanderen zal echter ook nog blijven kiezen voor het common framework en zal

Page 194: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 194 NL

in 2017 dan ook de voorbereiding opstarten van de tweede oproep binnen het common framework. Om deze tweede oproep tot een goed einde te brengen werkt ESF Vlaanderen actief mee binnen een Europese taskforce die de tweede oproep binnen het common framework voorbereidt.

Tot slot neemt ESF Vlaanderen ook deel aan de thematische netwerken die vanuit de Europese Commissie opgestart werden. Bovendien heeft ESF Vlaanderen het voorzitterschap opgenomen van twee van deze netwerken, namelijk employment en simplification. Employment omwille van de grote know how die is opgebouwd in een vroeger netwerk “Career and age” en simplification omwille van het feit dat ESF Vlaanderen in heel Europa als rolmodel wordt gezien als het gaat over simplified cost options (SCO’s).

14.4. In voorkomend geval, de bijdrage aan macro-regionale en zeebekkenstrategieën

As stipulated by the Regulation (EU) No 1303/2013, article 27(3) on the "content of programmes", article 96(3)(e) on the "content, adoption and amendment of operational programmes under the Investment for growth and jobs goal", article 111(3), article (4)(d) on "implementation reports for the Investment for growth and jobs goal", and Annex 1, section 7.3 on "contribution of mainstream programmes to macro-regional and sea-basin strategies, this programme contributes to MRS(s) and/or SBS:

Niet van toepassing

EU-strategie voor het Oostzeegebied (EUSBSR) EU-strategie voor het Donaugebied (EUSDR) EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische regio (EUSAIR) EU-strategie voor het Alpengebied (EUSALP) Strategie voor het Atlantische Zeegebied (ATLSBS)

Page 195: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL195 NL

14.5. De vorderingen bij de uitvoering van eventuele acties op het gebied van sociale innovatie

Binnen prioriteit 5 werden diverse oproepen voor innovatieve projecten gelanceerd waaronder de oproepen ‘Innovatie door exploratie’ en ‘Innovatie door adaptatie’. Deze oproepen hebben als doel werkenden en/of werkzoekenden op de Vlaamse arbeidsmarkt te versterken door het ontwikkelen van een nieuwe dienstverlening.

In de oproep ‘Innovatie door exploratie’ krijgen organisaties in een eerste fase de kans om een maatschappelijke uitdaging, waar vandaag geen passend antwoord voor bestaat, te onderzoeken en een antwoord op deze uitdaging te definiëren. Projecten binnen de oproep ‘Innovatie door adaptatie’ daarentegen vertrekken van een reeds ontwikkeld concept van dienstverlening. In de tweede fase is het de bedoeling dat de innovatieve oplossing in de vorm van een nieuwe dienstverlening ontwikkeld wordt en iteratief door middel van prototypes getest wordt. Vervolgens wordt de dienstverlening uitgevoerd in de vorm van een piloot die op impact geëvalueerd wordt.

In het kader van prioriteit 4 werden verschillende oproepen gelanceerd om de werkbaarheid van de jobs op de Vlaamse arbeidsmarkt te verbeteren.

Met de oproepen ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ gebeurt dit door het introduceren van een duurzaam loopbaanbeleid op organisatieniveau. Projecten doen dit door het opzetten van acties binnen de actiedomeinen werving & selectie, onthaal, work-life, loopbaanbeleid, competentiebeleid, leiderschap, jobinhoud en uitstroom. Binnen ieder actiedomein kunnen promotoren kiezen voor acties op de korte termijn - zogenaamde quick wins - of acties op de middellange termijn - gesitueerd op een hoger strategisch niveau. Dit laat projecten toe om zowel te werken aan de fundamentele bouwstenen van het loopbaanbeleid als aan de strategische integratie ervan in een duurzaam geheel. Hoewel het mogelijk is voor projecten om acties op te zetten binnen elk van onderstaande actiedomeinen is dit geen vereiste. Essentieel is dat de organisatie kan aantonen dat de gekozen acties op maat van de onderneming zijn en in verhouding staan tot de fase waarin het loopbaanbeleid zich momenteel bevindt.

De oproepen ‘Anders organiseren’ willen bijdragen aan de werkbaarheid door het aanpassen van hun organisatiestructuur door het uitvoeren van een procesanalyse, het opmaken van een herontwerp, het doorvoeren van de organisatiekanteling in zowel de productiestructuur als de besturingsstructuur en het uitwerken van een systeem ter ondersteuning van de eerstelijnsleidinggevenden in deze nieuwe situatie. Men moet binnen dit project beide structuren herinrichten naar de context en specificaties van de organisatie. In een laatste fase van het project kan optioneel ook ingezet worden op het bepalen van de fijnstructuur met het teamontwerp.

Voor al deze oproepen worden er indicatoren gemeten. Binnen de oproep ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ wordt een organisatiebevraging georganiseerd door ESF Vlaanderen. Binnen de oproepen “ Anders Organiseren” wordt zowel een organisatiebevraging als een werknemersbevraging georganiseerd. Deze bevragingen gebeuren telkens zowel binnen de 3 maanden na de start (nulmeting) als na afloop van het project. De resultaten hiervan zijn te vinden onder punt 11.1.

Page 196: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 196 NL

14.6. De vorderingen bij de uitvoering van maatregelen om te voorzien in de specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen of van doelgroepen die het grootste risico lopen te worden gediscrimineerd in verband met armoede of sociaal uitgesloten te worden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan gemarginaliseerde gemeenschappen en personen met een handicap, langdurig werklozen en werkloze jongeren, met vermelding van de gebruikte financiële middelen, in voorkomend geval

Met de analyse van de modus operandi gaat het ESF Vlaanderen na of en in hoeverre een oproep rekening moet houden met bepaalde doelgroepen en territorialiteit. Dit was het geval bij de onderstaande oproepen.

Oproep 308 en 325 ‘Begeleiding artikel 60’

De finale doelgroep zijn leefloners of begunstigden van gelijkwaardige maatschappelijke hulp die tijdens het project zullen worden tewerkgesteld op basis van artikel 60 §7 van de OCMW-wetgeving van 8 juli 1976.

Het aantal mogelijk gemaakte begeleidingen werd verdeeld over de RESOC-gebieden o.b.v. de ratio: aantal leefloners in één RESOC ten opzichte van het totaal aantal leefloners in Vlaanderen.

Aansluitend bij de Vlaamse Armoedemonitor en de armoede-indicator op Europees niveau, werd aan de promotoren gevraagd extra aandacht te besteden aan volgende punten:

randvoorwaarden (mobiliteit, kinderopvang) en/of rolmodellen binnen het gezin

werken rond flexibele arbeidsvormen

de vrouwelijke ‘working poor’

migranten--gezinnen

In totaal werden 23 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.239.156,43 euro.

Oproep 313 en 367 Begeleiding Roma

De doelgroep van deze oproepen zijn Roma met een afstand tot de arbeidsmarkt. De projecten richten zich tot personen die tegelijkertijd:

uit de Romagemeenschap komen;

15 jaar of ouder zijn.

Er moet sprake zijn van een duidelijke nood aan ondersteuning bij potentiële deelnemers.

De projecten tekenden in per perceel. Onderstaande tabel geeft het door deze steden geschat aantal Roma en de verhoudingsgewijze indicatieve verdeling van het oproepbudget om een goede spreiding mogelijk te maken.

Stad/gemeente: geschat aantal Roma + indicatieve verdeling:

Antwerpen: o5.000

Page 197: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 197 NL

282 Gent 6.468 364 Sint-Niklaas 900 51 Heusden-Zolder 168 30 Diest 230-250 30 Tienen NA - Temse

o300-400 30 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10.000 563

In totaal werden 13 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 864.542,28 euro.

Oproep 359 Vluchtelingen en werk Antwerpen en Gent

Deze oproep richt zich uitsluitend tot een subgroep van migrantenbevolking in Vlaanderen. De finale doelgroep zijn immers asielzoekers, erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden.

De oproep richt zich tot de grootsteden Antwerpen en Gent. Er wordt naar gestreefd om de opgebouwde ervaring vanuit deze steden te vertalen naar een versterking van de professionele inschakeling van vluchtelingen naar de overige steden en over het volledige grondgebied van Vlaanderen.

Aan de promotor werd gevraagd om de noden en behoeften van de doelgroep in kaart te brengen en te objectiveren. In het projectvoorstel wordt gepeild naar de mate waarin er rekening gehouden wordt met de heterogeniteit van de doelgroep. In totaal werden 2 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 799.988,39 euro.

Oproep 360 Begeleiding personen met armoedeproblematiek

De finale doelgroep van de oproep zijn beroepsactieve personen uit huishoudens met een zeer lage werkintensiteit. Promotoren moesten de link maken tussen hun werkingsgebied en de lokale statistieken van kansarmoede en de armoedekernen van Kind & Gezin.

We vroegen een beschrijving van de doelgroep waarvoor de promotor een project indiende en het volgende:

Duid aan voor welk werkingsgebied u een project indient. Link dit aan bijvoorbeeld de armoedekernen van Kind & Gezin en de Lokale Statistieken.

Page 198: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 198 NL

Geef het aantal personen in armoede in het gekozen gebied en beschrijf de voornaamste problematieken voor de doelgroep om in uw regio werk te vinden.

In totaal werden 11 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 909.679,15 euro.

Page 199: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 199 NL

15. FINANCIELE INFORMATIE OP HET NIVEAU VAN DE PRIORITAIRE AS EN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKELEN 21, LID 2, EN 22, LID 7, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

Page 200: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 200 NL

16. SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI (OPTIE VOORTGANGSVERSLAG)SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI (OPTIE VOORTGANGSVERSLAG)

Informatie over en beoordeling van de programmabijdrage tot het verwezenlijken van de strategie van de Unie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei.Informatie over en beoordeling van de programmabijdrage tot het verwezenlijken van de strategie van de Unie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei.

Page 201: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL 201 NL

17. KWESTIES DIE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE PRESTATIES VAN HET PROGRAMMA EN DE GENOMEN MAATREGELEN — PRESTATIEKADER (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)

Wanneer de beoordeling van de geboekte voortgang met betrekking tot de mijlpalen en doelstellingen zoals vastgesteld in het prestatiekader laat zien dat bepaalde mijlpalen en doelstellingen niet zijn bereikt, moeten lidstaten aangeven wat de redenen zijn voor het niet realiseren van deze mijlpalen in het verslag van 2019 (voor mijlpalen) en in het definitieve uitvoeringsverslag (voor de doelstellingen).

Page 202: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL202 NL

Documenten

Documenttitel Documenttype Datum van het document

Lokale verwijzing

Verwijzing van de Commissie Bestanden Verzenddatum Verzonden

door

Nieuwe versie jaarverslag 2016

Publiekssamenvatting 6-nov-2017 Ares(2017)5479624

Nieuwe versie jaarverslag 2016 10-nov-2017 nmaebehe

Page 203: DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER

NL203 NL

Latest validation results

Severity Code Message

Info Versie van het uitvoeringsverslag is gevalideerd