NL 1 NL Jaarverslag en definitief uitvoeringsverslag voor de doelstelling "Investeren in groei en werkgelegenheid" DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET JAARVERSLAG/DEFINITIEVE UITVOERINGSVERSLAG CCI 2014BE05SFOP002 Titel Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014- 2020 Versie 2016.2 Datum van goedkeuring van het verslag door het Comité van toezicht
203
Embed
DEEL A IDENTIFICATIE VAN HET …...verslag door het Comité van toezicht NL2NL 2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
NL 1 NL
Jaarverslag en definitief uitvoeringsverslag voor de doelstelling "Investeren in groei en werkgelegenheid"
DEEL A
IDENTIFICATIE VAN HET JAARVERSLAG/DEFINITIEVE UITVOERINGSVERSLAG
CCI 2014BE05SFOP002
Titel Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014-2020
Versie 2016.2
Datum van goedkeuring van het verslag door het Comité van toezicht
NL 2 NL
2. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 50, LID 2 EN 111, LID 3, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
2.1. Essentiële informatie over de uitvoering van het operationele programma voor het betrokken jaar, met inbegrip van financieringsinstrumenten, met betrekking tot de financiële en indicatorgegevens.Het Operationeel Programma ESF Vlaanderen 2014-2020 werd opgestart in het jaar 2015 met de lancering van 25 oproepen binnen de 6 verschillende prioritaire assen, verdeeld over diverse investeringsprioriteiten. In de loop van 2016 werden nog 15 nieuwe oproepen gelanceerd.
Het Comité van Toezicht dat instaat voor het algemeen toezicht op de uitvoering van het programma kwam in 2016 twee keer bijeen. Op deze vergaderingen werden de voortgang en monitoring van het OP besproken, werden de evaluatie van het communicatieplan van het afgelopen jaar en de bijstelling van het communicatieplan voor het volgende jaar behandeld, werd het jaarverslag van het OP goedgekeurd en werd een update van het evaluatieplan gemaakt. Daarnaast werd ook een nieuwe wijziging van het OP onderzocht en goedgekeurd.
De wijziging van het OP, die op 6 september 2016 werd goedgekeurd door de Europese Commissie, hield volgende aanpassingen in:
Herdefiniëring van prioriteit 4 als ‘partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ met de overheveling van 5 miljoen euro van investeringsprioriteit 8.5 naar een nieuwe investeringsprioriteit 8.7.
Verschuiving van budgetten in prioriteit 1 (12,5 miljoen euro van 8.1 naar 8.2) en prioriteit 2 (7 miljoen euro van 10.3 naar 10.1) voor een versterkte jongerenwerking via performanter duaal leren.
Uitbreiding van de keuzemogelijkheid uit investeringsprioriteiten onder prioriteit 5.
Het beslissingsproces van de ESF-projecten wordt behandeld in het Managementcomité. Dit comité werd opgericht als adviescommissie voor de Managementautoriteit en kwam in 2016 maandelijks bijeen om advies te geven over de inhoud, criteria en budget van de oproepen, het selectieproces en de financiering van de projecten.
De 15 gelanceerde oproepen in 2016 waren als volgt verdeeld over de prioritaire assen en investeringsprioriteiten (volgens de boordtabel van 2 januari 2017).
Onder de eerste prioritaire as ‘Loopbaanbeleid curatief’ werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’, m.n. de oproepen 358 en 373 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’. Hierbij werd 1 project goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 599.999,53 euro. Samen met de goedgekeurde projecten in 2015 betekent dit in totaal - sinds de start van het OP - voor de eerste prioritaire as: 9 projecten voor een ESF-bedrag van 59.687.459,90 euro.
De projecten in de investeringsprioriteit 8i ‘Toegang tot de werkgelegenheid’ hadden in totaal al 45.720 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 120.000 eind 2023. Voor de projecten in de investeringsprioriteit 8ii
NL 3 NL
‘Duurzame integratie’ zijn dat er in totaal 2.962 tegenover het vooropgestelde aantal van 11.000. Voor de investeringsprioriteit 8.iii ‘Ondernemerschap’ zijn dit er 853 tegenover de vooropgestelde output van 3.800, terwijl het aantal kwetsbare groepen al 603 bedraagt t.o.v. de vooropgestelde output van 760 tegen eind 2023.
Onder de tweede prioritaire as ‘Loopbaanbeleid curatief’ werd 1 nieuwe oproep gelanceerd binnen de investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’, m.n. de oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’. De goedkeuring van de ingediende projecten valt in 2017. Sinds de start van het OP waren er binnen deze prioritaire as al 155 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 12.678.218,72 euro.
Voor de projecten in de investeringsprioriteit 10.i Vermindering schooluitval’ zijn er dusver al 2.578 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 8.300 eind 2023. Voor de projecten in de investeringsprioriteit 10.iii ‘Leven lang leren’ zijn dat er in totaal 36.089 tegenover het vooropgestelde aantal van 61.000, terwijl het aantal al kwetsbare groepen 16.238 bedraagt t.o.v. de vooropgestelde output van 20.130 tegen eind 2023.
Onder de derde prioritaire as ‘Sociale inclusie en armoedebestrijding’ werden 6 nieuwe oproepen gelanceerd binnen verschillende investeringsprioriteiten.
Binnen de investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’ waren er oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’, oproep 360 ‘Armoede’, oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ en oproep 379 ‘GTI Kempen’.
Binnen de investeringsprioriteit 9ii ‘Sociaaleconomische integratie’ was er de oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’
Binnen de investeringsprioriteit 9v ‘Bevordering sociaal ondernemerschap’ was er een eerste oproep, nl. de oproep 366 ‘Doorstroom LDE’.
In 2016 werden voor deze oproepen onder de derde prioritaire as in totaal 35 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.897.277,86 euro. Samen met de goedgekeurde projecten van 2015 betekent dit een totaal van 93 projecten voor een ESF-bedrag van 22.514.149,19 euro.
Voor de projecten in de investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’ zijn er dusver al 8.467 deelnemers (uitgedrukt in aantal acties), tegenover de vooropgestelde output van 25.000 eind 2023.
Onder de vierde prioritaire as ‘Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ werden 4 nieuwe oproepen gelanceerd binnen investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’, m.n. oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’, oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’, oproep 371 ‘Focus op talent’, oproep 375 ‘Duurzaam loopbaanbeleid’ en oproep 376 ‘Anders organiseren’. Voor oproepen 375 en 376 valt de beslissing over de ingediende projecten in 2017.
Voor al deze oproepen werden in 2016 in totaal 11 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 110.000 euro ESF. Samen met de goedgekeurde projecten van 2015 betekent dit een totaal van 72 projecten voor een ESF-bedrag van 2.055.792,91 euro.
Onder de vijfde prioritaire as ‘Innovatie en transnationaliteit’ werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd, m.n. een eerste oproep ‘Transnationaliteit’ (oproep 357) en een nieuwe oproep voor innovatie: oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’. Voor deze oproepen werden in 2016 in totaal 23 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van
NL 4 NL
4.572.739,00 euro. Samen met de goedgekeurde projecten in 2015 betekent dit een totaal van 65 projecten voor een ESF-bedrag van 7.222.058,78 euro. De projecten zijn gesitueerd binnen diverse investeringsprioriteiten.
De zesde prioritaire as is de ‘Technische bijstand’. Hiervoor werden de oproepen al in 2015 gelanceerd en beslist. Er werd een totaal ESF-bedrag van 15.756.119 euro toegewezen.
Dit brengt het Operationeel Programma 2014-2020 op een totaal toegewezen ESF-bedrag van 119.913.798,50 euro (dd. 2 januari 2017).
NL5 NL
3. UITVOERING VAN DE PRIORITAIRE AS (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
3.1. Overzicht van de uitvoering
ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen
1 Loopbaanbeleid curatief In 2016 werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 1.Investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’:- Oproep 358 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’:1 project werd ingediend en negatief beslist.- Oproep 373 ‘Vluchtelingen en Ondernemerschap’:1 project werd ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 599.999,53 euro ESF
Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 1 dus 9 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 59.687.459,90 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 8i ‘Toegang tot werkgelegenheid’:- Oproep 345 ‘VDAB actor’- Oproep 347 ‘VDAB Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 8.1’Investeringsprioriteit 8ii ‘Duurzame integratie’:- Oproep 346 ‘Onderwijs Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 8.2’Investeringsprioriteit 8iii ‘Ondernemerschap’:- Oproep 314 ‘Werkzoekenden naar ondernemerschap’ - Oproep 358-373 ‘Vluchtelingen en ondernemerschap’ (zie hoger)
2 Loopbaanbeleid preventief In 2016 werd 1 nieuwe oproep gelanceerd binnen de prioritaire as 2.Investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’:- Oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’: 9 projecten werden ingediend, beslissing in 2017
Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 2 dus 155 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 12.678.218,72 euro ESF in volgende oproepen.
NL6 NL
ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossenInvesteringsprioriteit 10i ‘Vermindering schooluitval’:- Oproep 330 ‘Innovatieve projecten Duaal leren’- Oproep 350 ‘Onderwijs Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 10.1’Investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’:- Oproep 307-322 ‘Opleidingen in bedrijven’- Oproep 330 ‘Innovatieve projecten Duaal Leren’- Oproep 353 ‘EVC II’- Oproep 377 ‘Opleidingen in bedrijven’ (zie hoger)
3 Sociale inclusie en armoedebestrijding
In 2016 werden 6 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 3.Investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’:- Oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’: 2 projecten ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 799.988,39 euro ESF- Oproep 360 ‘Armoede’: 16 projecten ingediend waarvan 11 goedgekeurd voor een bedrag van 909.679,15 euro ESF- Oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’: 4 projecten ingediend waarvan 3 goedgekeurd voor een bedrag van 457.784,33 euro ESF- Oproep 379 ‘GTI Kempen’: 2 projecten ingediend en negatief beslistInvesteringsprioriteit 9ii ‘Sociaaleconomische integratie’:- Oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’: 7 projecten ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 528.225,99 euro ESFInvesteringsprioriteit 9v ‘Bevordering sociaal ondernemerschap’:- Oproep 366 ‘Doorstroom LDE’: 14 projecten ingediend waarvan 12 goedgekeurd voor een bedrag van 201.600 euro
Sinds de start van het OP werden onder pr.3 dus 93 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 22.514.149,19 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 9i ‘Actieve inclusie’:
NL7 NL
ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen- Oproep 308 ‘Begeleiding Artikel 60’- Oproep 312 ‘WerkInleving voor Jongeren – WIJ!’- Oproep 325 ‘Begeleiding Artikel 60 bis’- Oproep 332 ‘Kind en Taal – SALK’- Oproep 348 ‘VDAB Intermediaire Instantie – VAK 1 – IP 9.1’- Oproep 359 ‘Vluchtelingen en Werk Antwerpen Gent’ (zie hoger)- Oproep 360 ‘Armoede’ (zie hoger)- Oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ (zie hoger)- Oproep 379 ‘GTI Kempen’ (zie hoger)Investeringsprioriteit 9ii Sociaaleconomische integratie:- Oproep 313-337 ‘Begeleiding Roma’ + herkansing- Oproep 367 ‘Begeleiding Roma II’ (zie hoger)Investeringsprioriteit 9v ‘Bevordering soc. ondernemerschap:- Oproep 366 'Doorstr. LDE' (zie hoger)
4 Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
In 2016 werden 4 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 4.Investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’:- Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’: 3 projecten werden ingediend waarvan 1 goedgekeurd voor een bedrag van 30.000 euro ESF- Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’: 6 projecten werden ingediend waarvan 2 goedgekeurd voor een bedrag van 80.000 euro ESF- Oproep 371 ‘Focus op talent’: 20 projecten werden ingediend waarvan 8 goedgekeurd- Oproep 375 ‘Duurzaam Loopbaanbeleid’: 12 projecten werden ingediend, beslissing in 2017- Oproep 376 ‘Anders organiseren’: 4 projecten werden ingediend, beslissing in 2017
Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 4 dus 72 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 2.055.792,91 euro ESF in volgende oproepen.Investeringsprioriteit 8v ‘Aanpassing aan veranderingen’:- Oproep 309-317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’
NL8 NL
ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen- Oproep 310-318 ‘Anders organiseren’- Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’ (zie hoger)- Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’ (zie hoger)- Oproep 371 ‘Focus op talent’ (zie hoger)- Oproep 375 ‘Duurzaam Loopbaanbeleid’ (zie hoger)- Oproep 376 ‘Anders organiseren’ (zie hoger)
5 Innovatie en transnationaliteit
In 2016 werden 2 nieuwe oproepen gelanceerd binnen de prioritaire as 5:- Oproep 357 ‘Transnationaliteit’: 50 projecten werden ingediend, waarvan 22 goedgekeurd voor een bedrag van 3.938.534 euro ESF.Deze projecten zijn gesitueerd binnen de investeringsprioriteiten 8i, 8ii, 8iii, 8v, 9i, 9ii, 9v, 10iii- Oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’: 1 project werd ingediend en goedgekeurd voor een bedrag van 634.205 euro ESF. Dit project is ingediend binnen investeringsprioriteit 10iii ‘Leven lang leren’.
Sinds de start van het OP werden in totaal onder de prioritaire as 5 dus 65 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 7.222.058,78 euro ESF in volgende oproepen.- Oproep 311 ‘Innovatie’- Oproep 315 ‘Innovatie door adaptatie’- Oproep 316 ‘Innovatie door exploratie’- Oproep 329 ‘Werkplek 21’- Oproep 357 ‘Transnationaliteit’ (zie hoger)- Oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’ (zie hoger)
6 Technische Bijstand In 2016 werd geen nieuwe oproep meer gelanceerd binnen de prioritaire as 6.
Sinds de start van het OP werden in totaal binnen de prioritaire as 6 dus 10 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 15.756.119 euro ESF in volgende oproep: - Oproep 349 ‘Technische Bijstand’
NL9 NL
ID Prioritaire as Essentiële informatie over de uitvoering van de prioritaire as onder verwijzing naar de belangrijkste ontwikkelingen, aanzienlijke problemen en de stappen die zijn ondernomen om deze problemen op te lossen
NL10 NL
3.2. Gemeenschappelijke en programmaspecifieke indicatoren (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 154,00 117,00 37,00 117,00 37,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 6.509,00 5.469,00 1.040,00 5.469,00 1.040,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 17.824,00 11.202,00 6.622,00 11.202,00 6.622,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 6.501,00 4.580,00 1.921,00 4.580,00 1.921,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 6.145,00 4.177,00 1.968,00 4.177,00 1.968,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 115,00 92,00 23,00 92,00 23,00
NL11 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 2.060,00 1.426,00 634,00 1.426,00 634,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL12 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 4.003,00 2.665,00 1.338,00 3.736,00 2.528,00 1.208,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 5,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 45.720,00 41.885,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 3.590,00 1.958,00 1.632,00 1,00 1,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 244,00 120,00 124,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 238,00 119,00 119,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.242,00 678,00 564,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 25,00 15,00 10,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 23,00 14,00 9,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 1.279,00 779,00 500,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 1.850,00 990,00 860,00 1,00 1,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 705,00 309,00 396,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 1.060,00 593,00 467,00 1,00 1,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 144,00 89,00 55,00 0,00 0,00 0,00
NL15 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 267,00 137,00 130,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 5,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 3.834,00 1,00
NL16 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
541 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)
Meer ontwikkeld 3.280,00 1.832,00 1.448,00 1,00 1,00 0,00
NL17 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 28,00 22,00 6,00 22,00 6,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 1.219,00 808,00 411,00 801,00 409,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 715,00 459,00 256,00 457,00 256,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 738,00 467,00 271,00 463,00 269,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 541,00 341,00 200,00 338,00 198,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 680,00 433,00 247,00 429,00 246,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 346,00 209,00 137,00 208,00 136,00
NL18 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 7,00 2,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 2,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 4,00 2,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 3,00 2,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 4,00 1,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00
NL19 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 275,00 186,00 89,00 182,00 116,00 66,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 2,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 23,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 2.962,00 2.093,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 869,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 869,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 837,00 563,00 274,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 32,00 20,00 12,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 114,00 80,00 34,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 97,00 67,00 30,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 200,00 138,00 62,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de
Meer ontwikkeld 112,00 59,00 53,00 0,00 0,00 0,00
NL22 NL
Roma)
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 33,00 22,00 11,00 0,00 0,00 0,00
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 93,00 70,00 23,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 2,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 23,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 869,00 0,00
NL23 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
142 Aantal deelnemers (= acties) eind 2023 in prioriteit 1, investeringsprioriteit 8.2
Meer ontwikkeld 583,00 583,00 286,00 0,00 0,00 0,00
NL24 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 4,00 2,00 2,00 2,00 2,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 4,00 2,00 2,00 2,00 2,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 191,00 110,00 81,00 107,00 78,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 168,00 82,00 86,00 76,00 78,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 130,00 80,00 50,00 76,00 47,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 272,00 139,00 133,00 133,00 124,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 58,00 30,00 28,00 28,00 28,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 8,00 5,00 3,00 4,00 3,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 112,00 68,00 44,00 65,00 42,00
NL25 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 3,00 3,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 6,00 8,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 4,00 3,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 6,00 9,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 2,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 3,00 2,00 0,00 0,00
NL26 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 82,00 47,00 35,00 65,00 36,00 29,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 2,00 1,00
Eindtotaal van de deelnemers 853,00 651,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 143,00 72,00 71,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 16,00 8,00 8,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 16,00 8,00 8,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 43,00 19,00 24,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 16,00 6,00 10,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 7,00 6,00 1,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 7,00 6,00 1,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 41,00 31,00 10,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 71,00 35,00 36,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 89,00 32,00 57,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 31,00 18,00 13,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 6,00 3,00 3,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 26,00 15,00 11,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 13,00 6,00 7,00 0,00 0,00 0,00
NL29 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 52,00 37,00 15,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 17,00 11,00 6,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 202,00 0,00
NL30 NL
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
143 Aantal deelnemers (= acties) aan de as voor de ondersteuning van start-ups en voor opleiding
Meer ontwikkeld 202,00 99,00 103,00 0,00 0,00 0,00
244 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)
Meer ontwikkeld 140,00 73,00 67,00 0,00 0,00 0,00
NL31 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 18,00 12,00 6,00 10,00 4,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 1.468,00 936,00 532,00 811,00 486,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 393,00 227,00 166,00 201,00 152,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 587,00 373,00 214,00 311,00 191,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 487,00 299,00 188,00 253,00 171,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 620,00 394,00 226,00 335,00 198,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 276,00 177,00 99,00 147,00 85,00
NL32 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 2,00 2,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 125,00 46,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 26,00 14,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 62,00 23,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 46,00 17,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 59,00 28,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 30,00 14,00 0,00 0,00
NL33 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 150,00 94,00 56,00 96,00 59,00 37,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 11,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 3,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 12,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 2.578,00 1.690,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 2,00 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 886,00 566,00 320,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 3,00 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 888,00 567,00 321,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 875,00 560,00 315,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 13,00 7,00 6,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 200,00 109,00 91,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 162,00 85,00 77,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 68,00 34,00 34,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 167,00 101,00 66,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00
NL36 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 54,00 35,00 19,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 11,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 3,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 12,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 888,00 0,00
NL37 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
44 doel aantal deelnemers (= acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10,1
Meer ontwikkeld 888,00 567,00 321,00 0,00 0,00 0,00
NL38 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 3,00 0,00 3,00 0,00 3,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 119,00 55,00 64,00 53,00 60,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 14.424,00 6.681,00 7.743,00 5.559,00 6.427,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 811,00 348,00 463,00 311,00 408,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 152,00 89,00 63,00 89,00 63,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 4.019,00 2.469,00 1.550,00 2.029,00 1.263,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 14,00 11,00 3,00 11,00 3,00
CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 97,00 65,00 32,00 65,00 32,00
NL39 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 2,00 4,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 1.122,00 1.316,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 37,00 55,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 440,00 287,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL40 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 5.242,00 2.398,00 2.844,00 3.314,00 1.610,00 1.704,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 14.026,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 4,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 105,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 36.889,00 22.863,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 14.026,00 7.029,00 6.997,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.607,00 832,00 775,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 1.149,00 501,00 648,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 45,00 28,00 17,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 2.029,00 1.472,00 557,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 4.553,00 2.673,00 1.880,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 7.437,00 2.881,00 4.556,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 403,00 145,00 258,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de
Meer ontwikkeld 378,00 218,00 160,00 0,00 0,00 0,00
NL43 NL
Roma)
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 193,00 113,00 80,00 0,00 0,00 0,00
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1.928,00 788,00 1.140,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 14.026,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 4,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 105,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 14.026,00 0,00
NL44 NL
Prioritaire as 2 - Loopbaanbeleid preventief
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
447 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)
Meer ontwikkeld 6.185,00 3.316,00 2.869,00 0,00 0,00 0,00
46 Aantal deelnemers (=acties) 2023 in prioriteit 2, investeringsprioriteit 10.3
Meer ontwikkeld 14.026,00 7.029,00 6.997,00 0,00 0,00 0,00
NL45 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 4,00 3,00 1,00 3,00 1,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 82,00 46,00 36,00 45,00 36,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 153,00 68,00 85,00 67,00 85,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 439,00 289,00 150,00 270,00 142,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 510,00 316,00 194,00 299,00 190,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 983,00 632,00 351,00 620,00 345,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 744,00 481,00 263,00 470,00 259,00
NL46 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 1,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 19,00 8,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 17,00 4,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 12,00 6,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 11,00 4,00 0,00 0,00
NL47 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 598,00 361,00 237,00 411,00 259,00 152,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 24,00 4,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 37,00 13,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 20,00 3,00
Eindtotaal van de deelnemers 8.467,00 6.297,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 1.952,00 1.147,00 805,00 3,00 3,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 171,00 107,00 64,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 166,00 106,00 60,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 44,00 1,00 43,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 1.647,00 989,00 658,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 17,00 11,00 6,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 16,00 11,00 5,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 1.658,00 1.004,00 654,00 1,00 1,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 454,00 226,00 228,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 55,00 25,00 30,00 2,00 2,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 673,00 406,00 267,00 2,00 2,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 316,00 146,00 170,00 1,00 1,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 139,00 49,00 90,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 799,00 463,00 336,00 1,00 1,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 224,00 140,00 84,00 0,00 0,00 0,00
NL50 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 412,00 241,00 171,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 187,00 102,00 85,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 20,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 24,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 17,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 2.167,00 3,00
NL51 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
449 Aantal kwetsbare groepen (o.a. ouderen, migranten, jongeren, laaggeschoolden, kansarmen en langdurig werkzoekenden)
Meer ontwikkeld 2.152,00 1.252,00 900,00 3,00 3,00 0,00
48 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.1
Meer ontwikkeld 2.167,00 1.255,00 912,00 3,00 3,00 0,00
NL52 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 1,00 0,00 1,00 0,00 1,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 5,00 5,00 0,00 5,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 92,00 53,00 39,00 48,00 35,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 41,00 21,00 20,00 19,00 19,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 107,00 60,00 47,00 55,00 43,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 59,00 36,00 23,00 35,00 20,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 1,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 59,00 36,00 23,00 35,00 20,00
NL53 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 1,00 4,00 4,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 1,00 1,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 4,00 4,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 3,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 1,00 3,00 0,00 0,00
NL54 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 4,00 2,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 14,00 7,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 623,00 502,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 27,00 14,00 13,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 94,00 43,00 51,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 67,00 34,00 33,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 40,00 19,00 21,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 3,00 2,00 1,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 95,00 44,00 51,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 22,00 12,00 10,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 4,00 1,00 3,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 47,00 19,00 28,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 22,00 6,00 16,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 14,00 6,00 8,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 121,00 57,00 64,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 7,00 5,00 2,00 0,00 0,00 0,00
NL57 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 2,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 7,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers 121,00 0,00
NL58 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
49 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.2
Meer ontwikkeld 175,00 57,00 64,00 0,00 0,00 0,00
NL59 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL60 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL61 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 10,00 10,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 10,00 10,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL64 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL65 NL
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
50 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.5
Meer ontwikkeld Aantal deelnemers (=acties)
3.850,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
50 Aantal deelnemers (=acties) eind 2023 in prioriteit 3, investeringsprioriteit 9.5
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL66 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL67 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL68 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 20,00 7,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 57,00 11,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL71 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 13,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 46,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL72 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
52 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.5
Meer ontwikkeld Aantal organisaties 645,00 72,00 0,00 0,00 0,11 11,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
52 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.5
Meer ontwikkeld 61,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL73 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL74 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL75 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
85 Mate waarin de regionale en thematische samenwerkingsverbanden op de Vlaamse arbeidsmarkt zijn vernieuwd en verbeterd
Meer ontwikkeld
0 0
NL76 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL78 NL
Roma)
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL79 NL
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Investeringsprioriteit 8vii - Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen, zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, en het verbeteren van de afstemming van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van diepgaande maatregelen die de transnationale arbeidsmobiliteit verbeteren, en ook via mobiliteitsprogramma's en een betere samenwerking tussen instellingen en belanghebbenden
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
68 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.7
Meer ontwikkeld Aantal organisaties 25,00 0,00 0,00 0,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
68 Aantal organisaties eind 2023 in prioriteit 4, investeringsprioriteit 8.7
Meer ontwikkeld 0,00
NL80 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL81 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL82 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 10,00 2,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 6,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 10,00 2,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL85 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 8,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 1,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 5,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 8,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL86 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8i - Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
54 Aantal projecten in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.1
Meer ontwikkeld Aantal projecten 55,00 17,00 0,00 0,00 0,31 3,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
54 Aantal projecten in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.1
Meer ontwikkeld 14,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL87 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL88 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL89 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL92 NL
Roma)
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL93 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8ii - Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
62 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.2
Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 1,00 0,07 1,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
62 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.2
Meer ontwikkeld 0,00
NL94 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL95 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL96 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL99 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL100 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8iii - Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
63 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.3
Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 2,00 0,13 2,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
63 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.3
Meer ontwikkeld 0,00
NL101 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL102 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL103 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 2,00 2,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL106 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL107 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 8v - Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
64 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.5
Meer ontwikkeld Aantal projecten 15,00 3,00 0,20 3,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
64 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 8.5
Meer ontwikkeld 0,00
NL108 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL109 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL110 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 9,00 3,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 5,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 14,00 4,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL113 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 6,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 4,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 10,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL114 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9i - Actieve integratie, mede met het oog op de bevordering van gelijke kansen en actieve participatie en verbetering van de inzetbaarheid
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
55 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.1
Meer ontwikkeld Aantal projecten 22,00 20,00 0,00 0,00 0,91 6,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
55 Aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.1
Meer ontwikkeld 14,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL115 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL116 NL
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL117 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 1,00 1,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL120 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL121 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9ii - Sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
65 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.2
Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 1,00 0,14 1,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
65 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.2
Meer ontwikkeld 0,00
NL122 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL123 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL124 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL127 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL128 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 9v - Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot werk te vergemakkelijken
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
66 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.5
Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 0,00 0,00 0,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
66 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 9.5
Meer ontwikkeld 0,00
NL129 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL130 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL131 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL134 NL
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL135 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10i - Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs, waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
67 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.1
Meer ontwikkeld Aantal projecten 7,00 0,00 0,00 0,00
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
67 Indicatief aantal projecten eind 2023 in prioriteit 5, investeringsprioriteit 10.1
Meer ontwikkeld 0,00
NL136 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 2A : Gemeenschappelijke resultaatindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, investeringsprioriteit, en per regiocategorie). Gegevens over alle gemeenschappelijke ESF-resultaatindicatoren (met en zonder streefdoel) moeten uitgesplitst naar geslacht worden gerapporteerd. Voor een prioritaire as voor technische bijstand hoeven alleen die gemeenschappelijke indicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld te worden gerapporteerd
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL137 NL
ID Indicator Regiocategorie Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt
maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
CR01 inactieve deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR02 deelnemers die na de deelname onderwijs/opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR03 deelnemers die na de deelname een kwalificatie hebben behaald
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR04 deelnemers die na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR05 kansarme deelnemers die na de deelname op zoek gaan naar werk, onderwijs/opleiding volgen, een kwalificatie hebben behaald, aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR06 deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR07 deelnemers wier arbeidsmarktsituatie zes maanden na de deelname verbeterd was
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR08 deelnemers ouder dan 54 jaar die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
CR09 kansarme deelnemers die zes maanden na de deelname aan het werk zijn, met inbegrip van werk als zelfstandige
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00
NL138 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 2C : Programmaspecifieke resultaatindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie
Meeteenheid voor indicator
Outputindicator op grond waarvan de streefwaarde wordt vastgesteld
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 4 A : Gemeenschappelijke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 4,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 6,00 1,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 14,00 5,00
Eindtotaal van de deelnemers
ID Indicator Regiocategorie 2015 2014
Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen
CO01 werklozen, onder wie langdurig werklozen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO03 inactieven Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO04 inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO05 werkenden, onder wie zelfstandigen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO06 jonger dan 25 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO07 ouder dan 54 jaar Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO08 ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO09 met primair (ISCED 1) of lager voortgezet onderwijs (ISCED 2)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO10 met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4)
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO11 met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO12 deelnemers uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO13 deelnemers met afhankelijke kinderen uit huishoudens waarin niemand werk heeft
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO14 deelnemers met afhankelijke kinderen in eenouderhuishoudens
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO15 migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
NL141 NL
Roma)
CO16 deelnemers met een handicap Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO17 andere kansarmen Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO18 daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn
Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO19 van het platteland Meer ontwikkeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
CO20 aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of niet-gouvernementele organisaties wordt uitgevoerd
Meer ontwikkeld 4,00 0,00
CO21 aantal projecten dat is gericht op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt
Meer ontwikkeld 0,00 0,00
CO22 aantal projecten dat is gericht op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau
Meer ontwikkeld 5,00 0,00
CO23 aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)
Meer ontwikkeld 9,00 0,00
Eindtotaal van de deelnemers
NL142 NL
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Investeringsprioriteit 10iii - Vergroting van de gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdsgroepen in formele, non-formele en informele opzet, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking, en het bevorderen van flexibele leertrajecten onder meer via loopbaanbegeleiding en validering van verworven vaardigheden en kennis
Tabel 4B: Programmaspecifieke outputindicatoren voor ESF en YEI
ID Indicator Regiocategorie Meeteenheid Streefwaarde (2023) Cumulatieve waarde Prestatieverhouding 2016
Tabel 3B: Aantal ondernemingen dat steun ontvangt uit het operationele programma zonder de meervoudige steun aan dezelfde ondernemingen
Indicator Aantal ondernemingen ondersteund door OP zonder meervoudige ondersteuning
NL147 NL
Tabel 5: Informatie over de mijlpalen en doelstellingen die zijn omschreven in het prestatiekader
Prioritaire as
Ind type
ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region 2016 Cum total 2016 Cum men 2016 Cum women 2016 Annual total 2016 Annual total men 2016 Annual total women
1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00
1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 49.535,00 44.629,00
2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00
2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 38.667,00 23.753,00
3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00
3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 8.939,00 6.648,00
4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00
4 O 51 indicator aantal organisaties
ESF Meer ontwikkeld 72,00 11,00
5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00
5 O 53 indicator aantal projecten ESF Meer ontwikkeld 65,00 23,00
Prioritaire as
Ind type
ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region 2015 Cum total 2014 Cum total Observations
1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00
1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 4.905,00 1,00
2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00
2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 14.914,00 0,00
3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00
3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 2.288,00 3,00
4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00
4 O 51 indicator aantal organisaties
ESF Meer ontwikkeld 61,00 0,00
5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 0,00 0,00
5 O 53 indicator aantal projecten
ESF Meer ontwikkeld 42,00 0,00
NL148 NL
Prioritaire as
Ind type
ID Indicator Meeteenheid Fund Category of region Milestone for 2018 total Milestone for 2018 men Milestone for 2018 women Final target (2023) total Final target (2023) men Final target (2023) women
1 F 190 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 108.700.000,00 405.812.834,00
1 O 40 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 45.750 120.000,00
2 F 191 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 54.183.000 202.025.030,00
2 O 45 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 21.800,00 61.000,00
3 F 192 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 54.450.000 203.318.058,00
3 O 47 indicator aantal deelnemers (= acties)
ESF Meer ontwikkeld 9.000,00 25.000,00
4 F 193 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 29.375.000 109.587.491,00
4 O 51 indicator aantal organisaties
ESF Meer ontwikkeld 235 645,00
5 F 194 Opvolging N+3 euro ESF Meer ontwikkeld 15.727.000 58.749.358,00
5 O 53 indicator aantal projecten ESF Meer ontwikkeld 35,00 100,00
NL149 NL
3.4 Financiële gegevens (artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Tabel 6: Financiële informatie op het niveau van de prioritaire as en het operationele programma
(zoals uiteengezet in tabel 1 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1011/2014 van de Commissie (Model voor de indiening van financiële gegevens))
Prioritaire as
Fonds Regiocategorie Berekeningsgrondslag
Totaal fonds Cofinancieringspercentage
Totale subsidiabele kosten van de
concrete acties die voor steun zijn
geselecteerd
Deel van de totale toewijzing besteed
aan de geselecteerde
concrete acties
Publieke subsidiabele kosten van de operaties die voor steun zijn geselecteerd
Totale subsidiabele kosten die door de begunstigden bij de beheerautoriteit zijn gedeclareerd
Deel van de totale toewijzing besteed aan door de begunstigden gedeclareerde subsidiabele uitgaven
Tabel 7: Uitsplitsing van de cumulatieve financiële gegevens naar steunverleningscategorie voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds (artikel 112, lid 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1304/2013)
Prioritaire as Kenmerken van de uitgaven Indeling dimensies Financiële gegevens
Het bedrag aan EU-steun dat naar verwachting zal worden gebruikt voor kruisfinanciering op basis van geselecteerde concrete acties (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing van de EU aan de prioritaire as (%) (3/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)
Subsidiabele uitgaven die uit hoofde van kruisfinanciering zijn gebruikt en die door de begunstigde zijn gedeclareerd bij de managementautoriteit (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (5/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
1 0,00 0,00
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
2 0,00 0,00
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
3 0,00 0,00
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
4 0,00 0,00
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader
5 0,00 0,00
NL157 NL
van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
Kosten die in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFRO, maar waarvoor steun wordt verleend vanuit het ESF
6 0,00 0,00
NL158 NL
Tabel 9: Kosten van concrete acties die buiten het programmagebied worden uitgevoerd (het EFRO en het Cohesiefonds uit hoofde van de doelstelling "Investeringen voor groei en werkgelegenheid")
1 2 3 4 5
Prioritaire as
Het bedrag aan steun dat naar verwachting zal worden gebruikt voor concrete acties die op basis van geselecteerde concrete acties buiten het programmagebied worden uitgevoerd (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (3/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)
Subsidiabele uitgaven die zijn gedaan voor concrete acties buiten het programmagebied en die door de begunstigde bij de managementautoriteit zijn gedeclareerd (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing aan de prioritaire as (%) (5/totale financiële toewijzing aan de prioritaire as*100)
NL159 NL
Tabel 10: Uitgaven die buiten de Unie zijn gedaan (ESF)
Het geplande bedrag aan uitgaven buiten de Unie op basis van
geselecteerde concrete acties in het kader van thematische
doelstellingen 8 en 10 (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing (bijdrage van de Unie en
nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-deel van een
programma dat door meerdere fondsen gefinancierd wordt (%) (1/totale financiële toewijzing
(Uniebijdrage en nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-
deel van een programma dat door meerdere fondsen gefinancierd
wordt*100)
Subsidiabele uitgaven die buiten de EU zijn gedaan en door de
begunstigde zijn gedeclareerd bij de beheersautoriteit (EUR)
Aandeel van de totale financiële toewijzing (bijdrage van de Unie en
nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-deel van een
programma dat door meerdere fondsen gefinancierd wordt (%) (3/totale financiële toewijzing
(Uniebijdrage en nationale bijdrage) aan het ESF-programma of het ESF-
deel van een programma dat door meerdere fondsen gefinancierd
wordt*100)
0,00 0,00
NL160 NL
4. SAMENVATTIING VAN DE EVALUATIES
Samenvatting van de resultaten van alle evaluaties van het programma die beschikbaar zijn gekomen tijdens het vorige begrotingsjaar, met verwijzingen naar de naam en de referentieperiode van de gebruikte evaluatieverslagen
Er werden nog geen evaluaties gelanceerd in 2016.
NL 161 NL
6. KWESTIES DIE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE PRESTATIES VAN HET PROGRAMMA EN DE GENOMEN MAATREGELEN (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
a) Kwesties die gevolgen hebben voor de prestaties van het programma en de genomen maatregelen
a) Vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma en de genomen maatregelen maxlength=7000
Bij de uitvoering van het OP kwamen verschillende knelpunten naar voren, waardoor wijzigingen van het Operationeel Programma nodig bleken.
De eerste wijziging werd - na goedkeuring door het CvT op 15 december 2015- op 1 februari 2016 officeel ingediend bij de Europese Commissie. Het OP werd gewijzigd om volgende redenen:
De noodzaak tot functiescheiding tussen de Managementautoriteit en het CvT.
De noodzaak tot verbreding van de toegang tot gemeenschapsacties door Brusselse actoren naar alle investeringsprioriteiten. Hierdoor werden ook acties mogelijk gemaakt waaraan behoefte was in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bijvoorbeeld acties gericht op de integratie van Roma.
Met het uitvoeringsbesluit van 8 maart 2016 gaf de Commissie haar goedkeuring aan deze wijziging van het OP (versie 2).
In de loop van 2016 drongen zich verdere aanpassingen aan het OP op. Deze aanpassingen werd besproken en goedgekeurd door het CvT op 26 mei 2016. Het ging om volgende principiële wijzigingen:
Herdefiniëring van prioriteit 4 als ‘partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen’ met de overheveling van 5 miljoen euro van investeringsprioriteit 8.5 naar een nieuwe investeringsprioriteit 8.7.
Verschuiving van budgetten in prioriteit 1 (12,5 miljoen euro van 8.1 naar 8.2) en prioriteit 2 (7 miljoen euro van 10.3 naar 10.1) voor een versterkte jongerenwerking via performanter duaal leren.
Uitbreiding van de keuzemogelijkheid uit investeringsprioriteiten onder prioriteit 5.
In opvolging van de beslissing van het CvT maakte de Managementautoriteit de praktische vertaling van deze wijzigingen in het programmadocument. De gewijzigde versie werd vervolgens via schriftelijke procedure voorgelegd en goedgekeurd door het CvT, en op 24 juni 2016 officieel ingediend bij de Europese Commissie. Met het uitvoeringsbesluit van 6 september 2016 gaf de Commissie haar formele goedkeuring aan het gewijzigde Operationele Programma (versie 3.1).
Voor beide wijzigingen van het OP was er geen noodzaak tot wijziging van de
NL 162 NL
partnerschapsovereenkomst Tussen België en de EC.
NL163 NL
b) Een beoordeling of de vorderingen die zijn gemaakt in de richting van de doelstellingen voldoende zijn om deze doelstellingen te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen, voor zover van toepassing.
FACULTATIEF VOOR LICHTE VERSLAGEN, anders zal het worden opgenomen bij punt 11.1 van het model (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013): Een beoordeling of de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen voldoende is om deze doelstellingen te bereiken, met vermelding van eventuele genomen of geplande corrigerende maatregelen, voor zover van toepassing. maxlength=3500
Zie punt 11.1
NL164 NL
7. PUBLIEKSSAMENVATTING
Er dient een publiekssamenvatting van de inhoud van het jaarverslag en het definitieve uitvoeringsverslag worden openbaar gemaakt en geüpload als een afzonderlijk bestand in de vorm van een bijlage bij het jaarverslag en het definitieve uitvoeringsverslag
De publiekssamenvatting kan worden geüpload/gevonden onder Algemeen > Documenten in de SFC2014-applicatie
NL165 NL
8. VERSLAG INZAKE DE UITVOERING VAN FINANCIERINGSINSTRUMENTEN
NL166 NL
9. OPTIONEEL VOOR HET VERSLAG DAT IN 2016 MOET WORDEN INGEDIEND, NIET VAN TOEPASSING OP ANDERE LICHTE VERSLAGEN: MAATREGELEN DIE ZIJN GENOMEN OM TE VOLDOEN AAN DE EX-ANTEVOORWAARDEN
Tabel 14: Maatregelen die zijn genomen om te voldoen aan de toepasselijke algemene ex-antevoorwaardenAlgemene ex-antevoorwaarde Criteria waaraan niet wordt voldaan Genomen
maatregelen
Uiterste datum
Verantwoordelijke organen
Maatregel voltooid voor uiterste datum
Aan criteria voldaan
Verwachte datum voor volledige uitvoering van resterende maatregelen
Commentaar
NL167 NL
Tabel 15: Maatregelen die zijn genomen om te voldoen aan de toepasselijke thematische ex-antevoorwaardenAlgemene ex-antevoorwaarde Criteria waaraan niet wordt voldaan Genomen
maatregelen
Uiterste datum
Verantwoordelijke organen
Maatregel voltooid voor uiterste datum
Aan criteria voldaan
Verwachte datum voor volledige uitvoering van resterende maatregelen
Commentaar
NL168 NL
10. DE VORDERINGEN BIJ DE VOORBEREIDING EN UITVOERING VAN GROTE PROJECTEN EN GEZAMENLIJKE ACTIEPLANNEN (ARTIKEL 101, ONDER H, EN 111, LID 3, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
10.1. Grote projecten
Tabel 12: Grote projectenProject CCI Status van het
grote projectTotale
investeringenTotale subsidiabele
kostenGeplande datum van kennisgeving / indiening
Datum van de stilzwijgende toestemming/goedkeuring door de Commissie
Geplande start van de uitvoering (jaar, kwartaal)
Geplande voltooiingsdatum
Prioritaire as / Investeringsprioriteiten
Huidige stand van uitvoering — financiële vorderingen (% van de uitgaven die zijn gecertificeerd tegenover de Commissie ten opzichte van de totale subsidiabele kosten)
Huidige stand van uitvoering — materiële vorderingen Belangrijkste uitvoeringsfase van het project
Belangrijkste outputs Datum van ondertekening van de eerste opdracht voor werken
Opmerkingen
NL169 NL
Belangrijke problemen bij de uitvoering van grote projecten en maatregelen die zijn genomen om deze te verhelpen
NL170 NL
Geplande wijzigingen in de lijst met grote projecten in het operationele programma
NL171 NL
10.2. Gezamenlijke actieplannen
De vorderingen bij de uitvoering van de verschillende fasen van de gezamenlijke actieplannen
NL172 NL
Tabel 13: Gezamenlijke actieplannen (JAP)
Titel van het JAP CCI Uitvoering van de fasen van het JAP
Totale subsidiabele kosten
Totale overheidssteun
OP-bijdrage aan het JAP
Prioritaire as
Soort JAP [Geplande] indiening bij de Commissie
[Geplande] start van de uitvoering
[Geplande] voltooiing
Belangrijkste outputs en resultaten
Totale subsidiabele uitgaven die zijn gecertificeerd tegenover de Commissie
Opmerkingen
NL173 NL
Aanzienlijke problemen en genomen maatregelen om deze te verhelpen
NL 174 NL
DEEL BIN 2017 EN 2019 IN TE DIENEN VERSLAG EN EINDVERSLAG OVER DE UITVOERING(artikel 50, lid 4, en artikel 111, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
11. BEOORDELING VAN DE UITVOERING VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKELEN 50, LID 4 EN 111, LID 4, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
11.1. Informatie in Deel A en verwezenlijking van de doelstellingen van het programma (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Prioritaire as 1 - Loopbaanbeleid curatief
Algemene opmerkingen
De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.
Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.
Zoals afgesproken met de EC, werden in prioriteit 1 in deze versie alle deelnemers gerapporteerd, en dit zowel in de gemeenschappelijke als in de programmaspecifieke indicatoren.
De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de hierboven vermelde onderrapportering kan opgevangen worden.
Indicatoren prioriteit 1
Voor prioriteit 1 zit het programma ruim op schema om de outputdoelstellingen van de prestatiereserve te behalen. Het aantal deelnemers in prioriteit 1 bedraagt in totaal 49.535 (streefwaarde 45.750 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 9 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 59.687.459,90 euro ESF.
Prioriteit 1 geeft volgende resultaat- en outputindicatoren:
Investeringsprioriteit 8i 'Toegang tot werkgelegenheid' oResultaat: 41,03% uitstroom na zes maanden (streefwaarde 45% in 2023)oOutput:
De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.
Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.
De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de onderrapportering kan opgevangen worden.
De programmering van deze bestanden is een continu proces, waar – op basis van kwaliteitscontroles en opportuniteiten inzake gegevensoverdracht van andere instanties – bijsturingen gebeuren met het oog op continue kwaliteitsverbetering.
Indicatoren prioriteit 2
Voor prioriteit 2 heeft het programma de outputdoelstellingen van de prestatiereserve al ruim behaald. Het aantal deelnemers in prioriteit 2 bedraagt in totaal 39.469 (streefwaarde 21.800 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 155 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 12.678.218,72 euro ESF.
Prioriteit 2 geeft voorlopig volgende resultaat- en ouputindicatoren:
Investeringsprioriteit 10i 'Vermindering schooluitval' oResultaat: 20,25% doorstroom na afloop van de actie (streefwaarde 15%
NL 176 NL
in 2023) (noot: er lopen gesprekken om deze indicator te vervolledigen via datauitwisseling)
oOutput: 2.578 deelnemers (streefwaarde: 8.300)
Investeringsprioriteit 10iii 'Leven lang leren' oResultaat: 40,12% deelnemers met een leerbewijs (streefwaarde 70% in
2023) (noot: er zullen bijkomende bevragingen volgen om de antwoordratio op deze indicator te vervolledigen)
Prioritaire as 3 - Sociale inclusie en armoedebestrijding
Algemene opmerkingen
De lijsten met gemeenschappelijke indicatoren en programmaspecifieke indicatoren vergen toelichting. Alle lijsten over deelnemers bevatten, naast volledig geïmplementeerde acties, ook deels geïmplementeerde acties. De unieke sleutel is de ansq. Dit is de unieke actie zoals gedefinieerd in MLP.
Dit jaarverslag bevat ook een update van de gegevens 2015. Een oorzaak hiervan is dat betalingen gebeuren op standaardkosten die worden afgerekend op het einde van de actie. Op dit moment wordt ook de start van de actie meegegeven.
Zoals afgesproken, werden in prioriteit 3 ditmaal alle deelnemers zowel in de gemeenschappelijke als in de programmaspecifieke indicatoren gerapporteerd.
De indicator i.v.m. daklozen (indicator 18) werd in de rapportering op 0 gezet. Er werd voor deze indicator en voor de indicatoren i.v.m. huishoudens een enquête afgenomen. De indicator i.v.m. daklozen bedraagt 108 daklozen op een respons van 2.333 personen. Dit komt neer op een aandeel daklozen van 4,6%. Detailgegevens over de enquête zijn beschikbaar. De bevraging i.v.m. de huishoudens loopt momenteel voor alle oproepen, met uitzondering van de oproepen VDAB. Toch worden in parallel met de bevraging ook nu enquêteringen opgezet, zodat deze – na eventuele goedkeuring van de omnibuswijzigingen – kunnen toegepast worden en de hierboven vermelde onderrapportering kan opgevangen worden.
De programmering van deze bestanden is een continu proces, waar – op basis van kwaliteitscontroles en opportuniteiten inzake gegevensoverdracht van andere instanties – bijsturingen gebeuren met het oog op continue kwaliteitsverbetering.
Indicatoren prioriteit 3
Voor prioriteit 3 zit het programma ruim op schema om de outputdoelstellingen van de prestatiereserve te behalen. Het aantal deelnemers in prioriteit 3 bedraagt in totaal 8.467 (streefwaarde 9.000 in 2018). Sinds de start van het OP werden in totaal 93
NL 177 NL
projecten goedgekeurd voor een bedrag van 22.514.149,19 euro ESF.
Prioriteit 3 geeft volgende resultaat- en outputindicatoren:
Investeringsprioriteit 9i 'Actieve inclusie' oResultaat: 60,49% aandeel deelnemers dat werk zoekt, een opleiding
volgt, een kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie (streefwaarde 15% in 2023)
Investeringsprioriteit 9ii 'Sociaaleconomische integratie' oResultaat: 58,55% deelnemers dat werk zoekt, een opleiding volgt, een
kwalificatie behaalt of aan het werk is na afloop van de actie (streefwaarde 15% in 2023)
oOutput: 472 deelnemers (streefwaarde 2.250)
Investeringsprioriteit 9v 'Bevordering sociaal ondernemerschap' oResultaat: 0% uitstroom naar NEC na afloop van de actie (streefwaarde
5% in 2023)oOutput:
0 deelnemers (streefwaarde 3.850)
Prioritaire as 4 - Partnerschapsontwikkeling en mensgericht ondernemen
Voor prioriteit 4 zal een inhaalbeweging nodig zijn om de vereiste aantallen op de teller te hebben. De financiële mijlpalen zijn een uitdaging voor het werkjaar 2017.
Sinds de start van het OP werden in totaal onder deze prioriteit 72 projecten goedgekeurd voor een bedrag van 2.055.792,91 euro ESF.
Indicatoren oproep 309 en 317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’
Binnen de oproepen 309 en 317 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ wordt een organisatiebevraging georganiseerd door ESF Vlaanderen. De indicatoren meten vrijwillig verloop, verzuimpercentage, de graad van implementatie van competentiebeleid, interne functionele mobiliteitsratio en de ontwikkeling van de interne arbeidsmarkt. Deze indicatoren moeten een eerste maal opgeleverd worden binnen de drie maanden na de start van het project en een tweede maal bij de eindrapportering. De indicatoren moeten ingevuld worden in een onlinesurvey.
De nulmeting van deze bevraging werd binnen de oproepen 309 en 317 door 29 van de 29 organisaties ingevuld. De eindmeting werd door 23 organisaties ingevuld. De analyse en het trekken van conclusies van deze data is nog maar beperkt gebeurd. Volgende
NL 178 NL
samenvattende statistieken kunnen wel al meegegeven worden. Deze zijn getrokken over alle organisaties heen in oproep 309 en 317 samen.
Voor oproep 375 ‘Duurzaam loopbaanbeleid’ kunnen nog geen cijfers gegeven worden aangezien deze projecten gestart zijn op 1 april 2017.
Vrijwillig verloop op tijdstip T0 (start) en T1 (einde project)
T0 T1
GEM: 8,24% GEM: 7,90%
MIN: 1,23% MIN: 1,28%
MAX: 28,57% MAX: 26,92%
Verzuimpercentage op T0 en T1
T0 T1
GEM: 6,70% GEM: 5,61%
MIN: 0,40% MIN: 0,01%
Max: 19,02% Max: 15,32%
Aantal HR gebieden waar op dit moment competentieprofielen gebruikt worden op T0 en T1
T0 T1
GEM: 3 GEM: 5
MIN: 0 MIN: 2
MAX: 5 MAX: 7
Interne functionele mobiliteitsratio (=percentage medewerkers dat in de voorbije periode van functie veranderde) op T0 en T1
T0 T1
GEM: 8% GEM: 9,20%
MIN: 0% MIN: 0,00%
MAX: 34% MAX: 37,29%
Indicatoren Oproep 310 en 318 ‘Anders organiseren’
Binnen de oproepen 310 en 318 Anders Organiseren wordt zowel een organisatiebevraging als een werknemersbevraging georganiseerd. De organisatiebevraging wordt een eerste maal afgenomen binnen de drie maanden na de start van het project, een tweede maal bij de eindrapportering. De indicatoren zijn: vrijwillig verloop, verzuimpercentage, omzet en klachten. De indicatoren op
NL 179 NL
organisatieniveau moeten ingevuld worden in een onlinesurvey.
De nulmeting van deze organisatiebevraging werd binnen oproep 310 ingevuld door 19 van de 20 organisaties en binnen oproep 318 ingevuld door 9 van de 11 organisaties. De analyse van deze data en het trekken eventuele conclusies is nog maar beperkt gebeurd. Volgende samenvattende statistiek kan wel al worden meegegeven: vrijwillig verlooppercentage over alle organisaties in beide oproepen anders organiseren:
Vrijwillig verloop:
Gem: 5,76%
Min: 0%
Max: 25,74%
De werknemersbevraging wordt twee maal georganiseerd: een eerste maal binnen de drie maanden na de start van het project en een tweede maal na afloop van het project. De bevraging meet risico- en werkbaarheidsindicatoren en gevolgen hiervan op individueel niveau. Het conceptueel model hiervoor evenals de vragenlijst vindt u als bijlage. Deze enquête werd online ingevuld. De afdeling ESF organiseert en analyseert deze bevraging en geeft daarover feedback aan de betrokken organisaties.
De nulmeting van de werknemersbevraging werd binnen oproep 310 ingevuld door 1129 werknemers uit 18 organisaties en binnen oproep 318 door 692 werknemers uit 11 organisaties. In totaal beschikken we met deze nulmeting nu dus over een dataset van 1821 werknemers uit 29 organisaties. De indicatoren op werknemersniveau meten volgende items:
Organisatie Sector Leeftijd Geslacht Leidinggevend al dan niet
Elke organisatie kreeg ondertussen een fiche terug met daarop de gemiddelde scores binnen de organisatie afgezet tegenover het gemiddelde van alle organisaties. Daarnaast wordt telkens een spreidingsmaat weergeven die aangeeft hoe ver de scores zowel binnen de organisatie als tussen de verschillende organisaties uit mekaar liggen.
Het is het opzet om na 21 maanden (deadline eindrapport) een analyse te kunnen maken op basis van de gegevens uit nulmeting en eindmeting. De data van de eindmeting komen binnen in mei 2017. We trachten om de analyses hiervan te doen in de zomer van 2017. De data van werknemersbevraging en organisatiebevraging uit nul- en eindmeting zullen dan aan elkaar gekoppeld worden. We verwachten dan een (kleine) evolutie waar te nemen.
Voor oproep 376 ‘Anders organiseren’ zijn nog geen gegevens beschikbaar aangezien deze projecten pas opgestart zijn op 1 april 2017.
Prioritaire as 5 - Innovatie en transnationaliteit
Innovatie
In 2015 en 2016 werden 5 oproepen voor innovatieve projecten gelanceerd, nl. oproep 311 ‘Innovatie’ gevolgd door oproep 315 ‘Innovatie door exploratie’ en 316 ‘Innovatie door adaptatie’. Deze oproepen hebben als doel werkenden en/of werkzoekenden op de Vlaamse arbeidsmarkt te versterken door het ontwikkelen van een nieuwe dienstverlening die iteratief door middel van prototypes getest wordt. Vervolgens wordt de dienstverlening uitgevoerd in de vorm van een piloot die op impact geëvalueerd wordt.
Daarnaast werd ook de oproep 329 ‘Werkplek 21’ gelanceerd, met als doel instrumenten, tools en methodieken te ontwikkelen om de werkplek te versterken in het concept van Duaal Leren. Tot slot werd ook de oproep 381 ‘Innovatie T2 Limburg’ gelanceerd.
Voor deze 5 innovatieve oproepen samen werden 43 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag 3.283.524,78 euro.
Transnationaliteit
Eind januari 2016 heeft ESF Vlaanderen een oproep transnationale samenwerking binnen het common framework gelanceerd (oproep 357). Dit gebeurde zo vroeg omdat men aan de Vlaamse promotoren een voorbereidende fase van vier maanden wou aanbieden (met een lump sum van 15.000 euro). Tijdens de voorbereidende fase
NL 181 NL
moesten drie dingen gebeuren:
opstarten van een Vlaams partnerschap
uitwerken van een transnationaal partnerschap (met een ondertekend TCA)
uitdiepen van het projectidee
In totaal werden 22 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 3.938.534 euro. Eind 2016 waren er 13 promotoren die een definitief project (met een ondertekend TCA) hebben ingediend. In de loop van 2017 hebben nog verschillende promotoren hun definitief project ingediend en er wordt verwacht dat 21 van de 22 promotoren effectief met hun project van start zullen gaan.
Gedurende dit traject zijn er heel wat problemen gerezen met de oproep transnationale samenwerking:
De Vlaamse promotoren mochten aan hun voorbereidende fase beginnen op 1 juni 2016 en om hen daarbij te helpen werd een partner search platform opgericht door de ondersteuningsstructuur aangesteld door de Europese Commissie. Maar dit platform is pas in juli/augustus operationeel geworden waardoor onze promotoren heel wat problemen ondervonden om een transnationale partner te vinden.
Ondanks het feit dat transnationale samenwerking verplicht is en heel wat lidstaten oorspronkelijk hadden aangegeven dat ze binnen het common framework zouden werken hebben slechts vier lidstaten een oproep gelanceerd binnen het common framework, namelijk Vlaanderen, Zweden, Finland en Polen. Dit beperkte de keuze nog meer voor onze promotoren.
Bovendien zijn de oproepen in deze lidstaten niet altijd even breed als in Vlaanderen. Enkel Zweden heeft ook voor alle thema’s opgeroepen terwijl andere lidstaten maar voor een beperkt aantal thema’s een oproep heeft gelanceerd.
ESF Vlaanderen heeft daarom alle projectvoorstellen doorgestuurd naar de transnational contactpoints (zijn in leven geroepen door de EC) en naar de verschillende Europese netwerken met de vraag tot hulp en verspreiding van de projectvoorstellen. Dit heeft tot een aantal positieve resultaten geleid (in Duitsland en Nederland) maar verschillende landen hebben weinig of niet gereageerd.
We merken dat sommige lidstaten wel beginnen na te denken over een oproep maar er is duidelijk een gebrek aan knowhow over hoe men een oproep moet starten en deze oproepen kwamen sowieso te laat voor de Vlaamse promotoren.
De verschillende lidstaten geven hun eigen interpretatie aan de verschillende documenten, bijvoorbeeld de TCA, waardoor dat dit leidt tot nog meer verwarring en frustraties bij de Vlaamse promotoren.
Last but not least is de ondersteuning vanuit de Europese Commissie niet diegene die verwacht was en de Europese thematische netwerken zijn een meerwaarde voor mutual learning maar minder voor de ondersteuning van de
NL 182 NL
gecoördineerde oproepen omdat er heel wat verwarring bestaat bij de lidstaten.
Daarom zal ESF Vlaanderen in 2017 naast een oproep binnen het common framework ook een oproep binnen de flexible approach opstarten en dit om de volgende redenen:
De flexible approach geeft meer vrijheid om bepaalde thema’s te bepalen.
We kunnen sterker gaan onderhandelen met bepaalde landen
Verschillende lidstaten zijn eindelijk van start gegaan met het schrijven van oproepen transnationale werking waardoor de kans groter is om een succesvolle oproep te ontwikkelen.
Prioritaire as 6 - Technische Bijstand
In prioriteit 6 werd in 2015 de oproep 349 'Technische bijstand' gelanceerd. De projecten werden goedgekeurd voor een totaal ESF-bedrag van 15.756.119 euro.
De resultaatsindicator N+3 staat nog op 0% aangezien er in 2016 nog geen betaalaanvraag werd ingediend. De auditscore systeemaudits bedraagt 2% zoals vooropgesteld. Het gaat om de audit m.b.t. de aanwijzing van de autoriteiten.
Wat de outputindicatoren betreft werden er 12 controles ter plaatse uitgevoerd in 2016 en werden er 2 evaluaties uitgevoerd. Deze evaluaties zijn procesevaluaties en behoren niet tot het evaluatieplan van het OP, waar impactevaluaties zijn voorzien.
11.2. Specifieke acties die zijn uitgevoerd om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en discriminatie te voorkomen, met name de bevordering van de toegankelijkheid voor mensen met een handicap, en de regelingen die zijn getroffen om de integratie van het genderperspectief in het operationele programma en in concrete acties te waarborgen (artikelen 50, lid 4 en 111, lid 4, tweede alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Zoals vermeld in het Operationeel Programma, heeft Vlaanderen ervoor gekozen om - op basis van de omgevingsanalyse en omwille van de noodzaak tot thematische concentratie - de investeringsprioriteiten rond gender en diversiteit (non discriminatie) als een algemeen horizontaal principe te implementeren.
Deze themata worden - samen met de thema’s regionale verschillen en stedelijke invalshoeken - vervat in de “modus operandi”.
In de oproepen 2015 en 2016 werd de analyse van de modus operandi overwegend opgenomen in de nota aan het Managementcomité; soms werd ze ook in de oproepfiche vermeld.
Deze analyse gebeurde op basis van verschillende bronnen en gaf aanleiding tot diverse
NL 183 NL
maatregelen.
Enkele voorbeelden :
Een analyse op basis van cijfers voor de oproepen ‘Mensgericht Ondernemen’ wees uit dat er verschillen in werkbaarheid zijn naargelang geslacht en leeftijd. Bij de beoordeling van projectvoorstellen werd hieraan dan ook aandacht besteed.
In de oproep ‘Begeleiding van Roma’ werd op basis van geschatte aantallen Roma in diverse steden een indicatieve verdeling opgegeven. Bij de beoordeling van projectvoorstellen werd daarenboven ook aandacht geschonken aan het genderaspect.
Een analyse op basis van cijfers voor de oproep ‘Opleiding in bedrijven’ toonde aan dat er verschillen zijn in opleidingsparticipatie voor diverse groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt. Bij de beoordeling werd het aandeel kansengroepen bevraagd en werd gepeild naar de acties die zullen ondernomen worden om hen te bereiken alsook de mate waarin opleidingen worden aangepast aan kansengroepen.
In de oproep ‘Doorstroom sociale economie’ - waarbij de finale doelgroep reeds bestaat uit kansengroepen - werd bij de beoordeling specifieke aandacht besteed aan gender-gerelateerde aspecten in de begeleiding (kinderopvang, mobiliteit, eenoudergezinnen).
In de oproep voor jongeren en voor artikel-60-werknemers werd een verdeling per regio (Resoc) opgenomen.
Alhoewel we constateren dat de modus operandi voor nagenoeg elke oproep werd bekeken, kan de uitwerking ervan nog verbeteren. Het is de bedoeling om voor de volgende oproepen nog meer aandacht te besteden aan de analyse van de thematiek in de oproep en de implicaties van deze analyse. Zeker de concrete ‘vertaling’ van de analyse naar de oproepen zal verder uitgewerkt worden met o.a. voorstellen van gendervriendelijke acties, voorstellen van streefcijfers ….
De projecten van de institutionele organisaties - VDAB en onderwijs - kaderen uiteraard binnen het beleid van de Vlaamse regering. Zo spitst het Vlaams werk0gelegenheidsbeleid zich qua doelgroepen toe op jongeren, ouderen en mensen met een arbeidsbeperking. De VDAB wil zich inzetten om tot een beter genderevenwicht te komen in de beroepsaspiraties en opleidingen van werkzoekenden. Daarom wordt erop gelet dat in alle beroepenfilms en foto’s in de online infosessies zowel mannen als vrouwen aan bod komen. In het onderwijsbeleid wordt aandacht geschonken aan een gendersensitieve studiekeuze; zo wordt bijvoorbeeld geijverd voor een grotere instroom van meisjes in de STEM-richtingen.
Belangrijk is ook om te vermelden dat ESF Vlaanderen er ook voor zorgt dat alle indicatoren voorhanden zijn om de resultaten op te volgen. De indicatoren zijn intersectioneel waarbij het geslacht gerelateerd wordt aan andere kenmerken. Dit maakt het mogelijk dat bij de evaluatie het genderaspect mee in rekening gehouden wordt.
NL 184 NL
11.3. Duurzame ontwikkeling (artikelen 50, lid 4 en 111, lid 4, tweede alinea, onder f), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Een beoordeling van de uitvoering van acties teneinde rekening te houden met de beginselen van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ten aanzien van duurzame ontwikkeling, met inbegrip van, afhankelijk van de inhoud en de doelstellingen van het operationele programma, een overzicht van de acties die zijn uitgevoerd ter bevordering van duurzame ontwikkeling overeenkomstig dat artikel. maxlength=3500
Het OP stelt een indicatief bedrag van 4,2 miljoen euro voorop om bij te dragen tot een koolstofarme economie. In de Mededeling van de Commissie van 2 juli 2014 over Groene Jobs COM(201)2014final vonden we de meest aangewezen thema’s om in een ESF-programma op in te zetten, nl. het oplossen van competentiegaps en het anticiperen op verandering, het creëren van een veilig kader om van baan te veranderen en het bevorderen van mobiliteit. Uit de fact sheet ‘How to assess the mainstreaming of climate action in Operational Programmes – ESF’ blijkt vervolgens dat deze acties op een directe manier of op een indirecte manier kunnen gebeuren. Directe acties verwijzen naar opleidingen van werkzoekenden of werkenden in zogenaamde groene jobs. Indirecte acties verwijzen naar initiatieven die ESF-promotoren doen om bijvoorbeeld om energie te besparen of gebouwen milieuvriendelijker te maken.
Organisaties die een project indienen kunnen in aanvraagfase aangeven of ze inzetten op een koolstofarme economie. Uit analyse van deze data blijkt dat het niet mogelijk is de exacte bijdrage van deze projecten af te splitsen. Vaak is koolstofarme economie louter een horizontaal aandachtspunt van de promotor, of wanneer het gaat om opleidingen kan doorgaans niet precies worden afgebakend welke onderdelen of modules van een opleiding wel of niet onder koolstofarme economie vallen.
Om toch te kunnen rapporteren over de inspanningen van dit OP om bij te dragen tot een koolstofarme economie, heeft ESF Vlaanderen zijn grootste promotor VDAB-actor bevraagd over dit thema. VDAB heeft een overzicht bezorgd van relevante initiatieven. Zo bevatten hun bestekken voor aankopen nu telkens een milieuclausule. De opleidingscentra voor houtbewerking werken enkel met FSC-gelabeld hout. In de opleidingen voortuig- en scheepvaarttechniek werd geïnvesteerd in een CNG en een elektrisch voertuig. In de bouwopleidingen worden opleidingen ontwikkeld die inspelen op de verduurzaming binnen de bouwsector. In de transportopleidingen wordt gebruik gemaakt van voertuigen die aan de Euro 6-norm beantwoorden en die rijden met brandstof die tot de minst vervuilende behoort.
We kregen van VDAB-actor eveneens een overzicht van de opleidingen die in 2016 werden gegeven en die tot de categorie ‘groene economie’ worden gerekend. De totale kost van deze opleidingen bedraagt 13.900.843,60 euro. Daarvan werd 5.560.337,44 euro gefinancierd door het ESF. De resterende financiering (8.340.506,16 euro) komt voor rekening van de VDAB. Hiermee werd het indicatieve bedrag voor de volledige programmaperiode reeds overtroffen.
11.4. Verslaglegging van de steun die is gebruikt voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering (artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
NL 185 NL
Prioritaire as Amount of support to be used for climate change objectives (EUR)
Proportion of total allocation to the operational programme (%)
2 123.900,34 0,18%
3 10.190.830,27 12,53%
Totaal 10.314.730,60 2,62%
Zie punt 11.3
11.5. Rol van partners bij de uitvoering van het programmaHet Comité van Toezicht voor het OP ESF Vlaanderen 2014-2020 (CvT) is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse regering, bevoegde departementen en agentschappen, sociale partners, ngo’s en lokale besturen. De Europese Commissie, de Certificeringsautoriteit en de Auditautoriteit nemen deel met raadgevende stem. Het CvT wordt voorgezeten door de Managementautoriteit.
Het CvT heeft een Evaluatiecommissie opgericht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de planning en opvolging van de externe evaluatie van het programma en adviseert het CvT inzake oplevering van de evaluaties.
In overeenstemming met het principe van partnerschap heeft de Managementautoriteit ook twee commissies opgericht met een aantal adviesbevoegdheden: het Managementcomité en de Beroepscommissie.
Het Managementcomité geeft advies aan de Managementautoriteit over de taken zoals het bepalen van de oproepspecifieke criteria betreffende ontvankelijkheid, inhoud, financiën en prioriteiten, de selectie van projecten en de toewijzing van financiële middelen, waarna de Managementautoriteit een gemotiveerde beslissing neemt. De Beroepscommissie staat in voor de finale besluitvorming na afhandeling van de procedure van bezwaar.
Elk lid van het CvT kreeg de gelegenheid om te zetelen in elk van de andere commissies. De Managementautoriteit zit deze commissies voor.
Naast de betrokkenheid van alle partners in de diverse comités, nemen de partners ook op andere manieren deel door hun betrokkenheid bij het opmaken van oproepen (via gerichte bevraging van vertegenwoordigers, via publicatie op de website) of doordat zij optreden als medelezer van projecten (vb. steden ikv oproep kwetsbare groepen Antwerpen en Gent).
NL 186 NL
12. VERPLICHTE INFORMATIE EN BEOORDELING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 111, LID 4, EERSTE ALINEA, ONDER A) EN B), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/201312.1. De vorderingen bij de uitvoering van het evaluatieplan en het vervolg dat aan de bevindingen van evaluaties is gegevenEr werden nog geen evaluaties gelanceerd in 2016.
Het evaluatieplan werd in 2016 geüpdatet. De eerste evaluatieacties worden opgestart in 2017.
12.2. De resultaten van de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen voor de fondsen die zijn uitgevoerd in het kader van de communicatiestrategieIn deze evaluatie worden alle communicatieacties geëvalueerd die in 2016 vooropgesteld zijn geweest. Het gaat hier om volgende acties:
Dag van Europa
ESF in de pers
Product-o-theek
Thematische fora
Nieuwsbrief en infoflash
Website
KIK-werking
Sociale media
In 2016 hebben we voornamelijk gecommuniceerd via 7 hoofdkanalen: (aantal op 09/01/2017)
Nieuwsbrief: 6 672 abonnees Projecten: 651 projectaanvragen (OP’s 2014-2020) Oproepen: 54 oproepen (OP’s 2014-2020) Events: 11 800 aanwezigen Website: 12 545 pagina's Twitter: 58 tweets (zonder retweets of paginalikes) Persberichten: 30 keren in de pers + 3 Kanaal Z reportages
Dag van Europa
In 2016 werd er geopteerd om in verschillende treinstations in Vlaanderen een flyer- en pepermuntactie te gaan voeren. Daarbij deelden we een folder uit waarop de verschillende Europese structuurfondsen werden toegelicht vergezeld van een pepermuntdoosje met meer informatie over onze wedstrijd. Er werd in de week van 9-13 mei promotie gevoerd. arnaast werd de website Europa in je Buurt geüpdatet en
NL 187 NL
werden voorbeeldprojecten toegevoegd: www.europainjebuurt.be.
Via de flyer- en pepermuntactie in de treinstations hebben we ongeveer 10 000 mensen bereikt door flyers en doosjes met muntjes uit te delen.
Via de website hebben we van 09.05.2016 tot 15.05.2016 een totaal van 1161 bezoekers gehad.Daarnaast hebben er 262 mensen deelgenomen aan onze wedstrijd waarvan er uiteindelijk 220 waren die alles correct hadden ingevuld en +18 jaar waren.
ESF in de pers
Door een actieve persberichtencampagne die we zijn beginnen voeren medio 2016 na de goedkeuring van ESF-projecten, hebben we ook dit jaar op genoeg persaandacht mogen rekenen. Ook onze Kanaal Z-reportages hebben voor de nodige media-aandacht gezorgd voor ons doelpubliek. In totaal zijn we 30 keer in de pers geweest, waaronder de 3 Kanaal Z-reportages rond ‘Werkbaar werk’ (oktober 2016), ‘Wie is ESF’ (november 2016) en ‘Wat doet het ESF?’ (december 2016) De reportages zijn allemaal terug te vinden op ons Youtube-kanaal.
Product-o-theek
Gezien de inkanteling in 2016 in het Departement Werk en Sociale Economie zijn we erin geslaagd om de fysieke productotheek volledig af te bouwen en deze zo goed mogelijk digitaal te integreren in onze projectenkaart.
Nieuwjaarsforum
Op dit event werden partners, potentiële promotoren, promotoren, stakeholders en beleidsmakers uitgenodigd en werd er een forum aangeboden om te netwerken. Het forum is ook telkens een ideale aanleiding om de nieuwe ESF-ambassadeurs van dat jaar voor te stellen. Voor 2016 waren dit:
"Connect2Work" van HIVA-KULeuven in samenwerking met Atlas vzw en VDAB
'STEMsters" van Karel de Grote Hogeschool in samenwerking met Universiteit Antwerpen, Agoria vzw en VDAB
''Morele stress in de (ouderen)zorg" van Hogeschool West-Vlaanderen in samenwerking met Woonzorggroep GVO
Het nieuwjaarsforum vond plaats op vrijdagnamiddag 29 januari in ‘Les ateliers des tanneurs’. Op dit forum heeft Louis Vervloet de resultaten van 2015 voorgesteld en werden de ESF-ambassadeurs van 2016 bekend gemaakt. Als randactiviteit hadden we een fototentoonstelling voorzien van één van onze partners, deden ook Jeanne en Jeanine hun rondvraag bij de deelnemers m.b.t. het genderthema en was er een photobooth aanwezig. In deze photobooth kon men dan een (leuke) foto laten nemen en werd deze ter plaatse afgedrukt met een bedankingstekst.
We haalden een opkomst van 250 deelnemers.
Thematische fora
In 2016 werd er vooral ingezet op kennisuitwisseling met de promotoren. In totaal
NL 188 NL
werden er 43 evenementen georganiseerd in 2016 en hebben we 11 800 deelnemers kunnen bereiken:
19 infosessies: 868 deelnemers
startsessies: 20 deelnemers
19 themawerkingen en individuele contactmomenten: 514 deelnemers
andere events: 10 375 deelnemers
De nieuwsbrief en infoflash
De nieuwsbrief werd zoals in de vorige jaren verzonden naar alle begunstigden en relevante stakeholders uit het ESF-programma (inzonderheid promotoren en partners, leden van de onderscheiden sturingsorganen, beleidsinstanties, geïnteresseerde burgers). In 2016 waren er 6 672 geïnteresseerden.
Eenmaal per kwartaal hebben we een nieuwsbrief uitgestuurd en hebben we dit aangevuld met maandelijkse infoflashes. Het doel van de nieuwsbrief is om algemeen te informeren, terwijl de nieuwsflashes moeten aanzetten tot actie.
Website
De website werd in 2016 inhoudelijk verder aangevuld, met zowel de digitale producten, als de integratie van de websites mv-united.com en careerandage.com. Er werd ook voor een vertaling naar het Engels van de website gezorgd.
Van 1 januari tot en met 9 januari kunnen we volgende analyses maken:
Iedere maand zitten we met een 5000-tal sessies die men op onze website gebruikt. Dit schommelt naargelang de oproepen die gelanceerd worden.
Globaal is de ratio tussen nieuwe gebruikers en terugkerende gebruikers evenredig verdeeld.
De website wordt in 88% van de sessies geopend via een desktop computer of laptop.
De grootste piek vond plaats op woensdag 20 januari, waarbij er die dag 709 sessies plaatsvonden.
De minste bezoeken vonden plaats in de maand augustus alsook in het weekend, wat wel normaal is gezien de verlofperiode dan.
Gemiddeld blijven mensen 2 minuten op onze website.
KIK-werking
De KIK-werking werd voorbereid op de nieuwe huisstijl. Verder zijn er geen verdere stappen voorzien behalve opvolging en bijsturing. In totaal waren er 800 aanvragen, onderverdeeld in volgende thema’s:
Aantal ESF-support: 632
NL 189 NL
Aantal contacten: 74 Aantal klachten: 12
Sociale media
Op de twitteraccount van ESF hebben we momenteel 1 358 volgers, wat wil zeggen dat we nu op een jaar tijd een 260 volgers extra gekregen hebben.
In 2016 werd er ook een contentstrategie en contentplanning opgesteld, die iedere maand afgetoetst wordt bij het management. Uiteindelijk is het ook de bedoeling om dit bij de medewerkers af te toetsen. Dit jaar hebben we 58 tweets de wereld in gestuurd en gaan we dagelijks 3 tot 10 interacties aan met onze volgers. We merken dat dit wel door onze klanten gewaardeerd wordt door de retweets of de ‘likes’.
Begin 2016 hebben we ook onze medewerkers gesensibiliseerd om de sociale media te gebruiken en we merken dat dit gestaag gebeurt bij evenementen. Experten hebben hierover in het voorjaar een workshop gegeven aan de medewerkers om aan te leren hoe ze in hun eigen naam kunnen twitteren ten voordele van het ESF.
Het succes van de sociale mediakanalen waarop ESF Vlaanderen aanwezig is, wordt gemeten via het door RCA aangereikte dashboard in het kader van het Strategisch Communicatieplan 2014-2020. Dit werd afgesloten in augustus, maar werd in november vervangen door een ander dashboard (gelijkaardig).
NL190 NL
13. MAATREGELEN DIE ZIJN GENOMEN OM TE VOLDOEN AAN EX-ANTEVOORWAARDEN (ARTIKEL 50, LID 4, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013) (KAN WORDEN OPGENOMEN IN HET IN 2016 IN TE DIENEN VERSLAG) (ZIE PUNT 9). VERPLICHT IN HET IN 2017 IN TE DIENEN VERSLAG) OPTIE: VOORTGANGSVERSLAG
NL 191 NL
14. AANVULLENDE INFORMATIE DIE KAN WORDEN TOEGEVOEGD, AFHANKELIJK VAN DE INHOUD EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKEL 111, LID 4, TWEEDE ALINEA, ONDER A), B), C), D), G) EN H), VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
14.1. De vorderingen bij de uitvoering van de geïntegreerde aanpak voor territoriale ontwikkeling, met inbegrip van de ontwikkeling van regio's met demografische uitdagingen en permanente of natuurlijke belemmeringen, duurzame stedelijke ontwikkeling, en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling in het kader van het operationele programma
Op programmaniveau zet ESF expliciet in op regionale en stedelijke investeringen:
Het OP participeert in de geïntegreerde territoriale investeringen voor Limburg, West-Vlaanderen en de Kempen.
Het OP voorziet expliciet middelen voor stedenbeleid. Het gaat hierbij om 8.790.967 euro voor de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout. Met een deel van deze middelen treedt ESF in in de GTI’s van West-Vlaanderen en Kempen (resp. 2.817.617,83 en 338.114,14 euro). Het programma voorziet 9.579.901 euro voor Brussel.
Op oproepniveau bouwt het programma voort op de verworvenheden van 2007-2013 via de modus operandi voor territorialiteit en stedenbeleid. Deze zorgt ervoor dat de middelen terechtkomen bij die regio's of steden die er het meeste nood aan hebben. De modus operandi zorgt ervoor dat voor elke oproep een analyse van de territoriale problematiek wordt gemaakt. De volgende acties werden reeds ondernomen:
De middelen voor oproepen gericht op bepaalde doelgroepen worden perceelsgewijs verdeeld volgens de regionale aanwezigheid van deze doelgroepen.
Steden worden als regisseur betrokken bij de opmaak van de oproepen, bij de voorbereiding van de projecten, bij de samenstelling van de partnerschappen in prioriteit 2.
Vertegenwoordigers van regio's en lokale besturen worden mee opgenomen in het Comité van Toezicht van het OP via vertegenwoordiging door het VVSG. Dit stelt hen in staat om bij de lancering van oproepen na te kijken of inderdaad de best mogelijke regionale verankering gekozen wordt.
GTI Limburg:
Via overleg tussen de provincie, de provinciale actoren, actoren uit de omgeving Genk, de VDAB, SYNTRA Limburg en ESF Vlaanderen werden binnen GTI Limburg in totaal 5 oproepen gelanceerd:
Oproep 332 ‘Kind en Taal – SALK’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 1.863.240 euro (gestart in 2015)
Oproep 342 ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid SALK’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 30.000 euro (start in 2017)
Oproep 343 ‘Anders organiseren SALK’: 2 projecten werden goedgekeurd voor
NL 192 NL
een ESF-bedrag van 80.000 euro (start in 2017)
Oproep 347 ‘VDAB Intermediaire Instantie - VAK 1 – Investeringsprioriteit 8.1’: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.944.000 euro (gestart in 2016)
Oproep 381-‘Innovatie T2: 1 project werd goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 634.205 euro (start in 2017).
GTI Kempen:
Het overleg met de provincie en stad Turnhout resulteerde in de lancering van de oproep 379 ‘GTI-Kempen’. Het ingediende projectvoorstel dat aanvankelijk goedkeuring zou kunnen krijgen werd uiteindelijk afgekeurd omwille van een te grote overlap met het nieuwe decreet Tijdelijke Werkervaring dat eveneens per 1 januari 2017 in voege trad. De vooropgestelde activiteiten zouden op basis van dit decreet reeds worden gefinancierd. Midden 2017 wordt een nieuwe oproep ‘kwetsbare groepen’ opengesteld.
GTI West-Vlaanderen:
Door overleg tussen de provincie, de 4 steden en ESF Vlaanderen werd in de loop van 2016 de oproep 365 ‘GTI West-Vlaanderen’ gelanceerd. De acties binnen deze oproep richten zich op de realisatie van concrete tewerkstellingsbevorderende initiatieven, met focus op instroom naar en retentie in de speerpuntsectoren van de West-Vlaamse economie. Er werden 3 projecten goedgekeurd voor een totaal ESF-bedrag van 457.784,33 euro. Stad Brugge heeft als centrumstad beslist niet in te tekenen op deze oproep.
14.2. De vorderingen bij de uitvoering van acties ter vergroting van de capaciteit van de autoriteiten van de lidstaten en van de begunstigden om de fondsen administratief te beheren en te gebruiken
Er werden diverse acties ondernomen om de autoriteiten en begunstigden te ondersteunen bij het administratief beheer en gebruik van het ESF. Deze acties bestonden onder meer uit het toelichten van de regelgeving en procedures via infosessies, opleidingen, kennisuitwisseling, individuele coaching en begeleiding.
Voor het programma 2014-2020 nam ESF Vlaanderen intensief actie naar coaching van promotoren. Aanleiding hiertoe waren expliciete vragen van begunstigden naar aanleiding van het initiatief ‘ESF stapt af’, waarbij alle medewerkers van het toenmalige ESF-Agentschap bij promotoren langsgingen met de vraag hoe zij hun dienstverlening konden optimaliseren.
De coaching gebeurt zowel n.a.v. de opstelling van de projectvoorstellen als kort na de opstart van de projecten. De coachingactiviteiten zijn meer dan voorheen individueel toegespitst op de begunstigde en specifiek voor het project. Deze activiteiten worden verhaald op de budgetten van de technische bijstand. Vooral voor prioriteit 5 worden intensieve coachingtrajecten inzake service design opgezet. De intensifiëring van de coachingactiviteiten leidt ertoe dat de managementautoriteit kort op de bal kan spelen in geval van problemen.
NL 193 NL
14.3. De vorderingen bij de uitvoering van interregionale en transnationale acties
Vlaanderen heeft in het OP 2014-2020 zowel het common framework als de flexible approach naar voor geschoven en kan dus van beide strategieën gebruik maken.
Op 15/12/2015 heeft het CvT een aantal basisprincipes voor het common framework goedgekeurd. Men kan voor verschillende thema’s een oproep lanceren:
Employment
Social inclusion
Youth employment
Learning and skills
Social economy
Migrants (voor Vlaanderen enkel refugees)
Men kan kiezen om op te roepen voor alle thema’s of voor een beperkt aantal thema’s. De deadline van indiening in heel Europa was 30 september 2016. Na de bekrachtiging van deze principes werd door Vlaanderen onmiddellijk de oproep transnationale samenwerking gelanceerd eind januari 2016. Er werd beslist om voor alle thema’s op te roepen om zoveel mogelijk vrijheid te geven aan potentiële promotoren en inspirerende ideeën te genereren.
De reden waarom de oproep in Vlaanderen onmiddellijk werd gelanceerd is omdat men aan de Vlaamse promotoren een voorbereidende fase van vier maanden wou aanbieden (met een lump sum van 15.000 euro). Er werd in februari 2016 een infosessie georganiseerd waar een 100-tal geïnteresseerden zijn op afgekomen. Uiteindelijk hebben 50 promotoren een projectidee ingediend. Deze projectideeën werden geëvalueerd en uiteindelijk mochten 22 projectpromotoren starten met een voorbereidende fase. Eind 2016 waren er 13 promotoren die een definitief project (met een ondertekend TCA) hebben ingediend. In de loop van 2017 hebben nog verschillende promotoren hun definitief project ingediend en er wordt verwacht dat 21 van de 22 promotoren effectief met hun project van start zullen gaan.
Ondanks de grote inspanningen die zijn geleverd door ESF Vlaanderen heeft de oproep transnationale samenwerking binnen het common framework niet het verhoopte succes gekend. Er rezen heel wat problemen (meer informatie hierover is te vinden onder punt 11.1).
Daarom zal ESF Vlaanderen in 2017 een oproep binnen de flexible approach opstarten en dit om de volgende redenen:
De flexible approach geeft meer vrijheid om bepaalde thema’s te bepalen.
We kunnen sterker gaan onderhandelen met bepaalde landen
Verschillende lidstaten zijn eindelijk van start gegaan met het schrijven van oproepen transnationale werking waardoor de kans groter is om een succesvolle oproep te ontwikkelen.
ESF Vlaanderen zal echter ook nog blijven kiezen voor het common framework en zal
NL 194 NL
in 2017 dan ook de voorbereiding opstarten van de tweede oproep binnen het common framework. Om deze tweede oproep tot een goed einde te brengen werkt ESF Vlaanderen actief mee binnen een Europese taskforce die de tweede oproep binnen het common framework voorbereidt.
Tot slot neemt ESF Vlaanderen ook deel aan de thematische netwerken die vanuit de Europese Commissie opgestart werden. Bovendien heeft ESF Vlaanderen het voorzitterschap opgenomen van twee van deze netwerken, namelijk employment en simplification. Employment omwille van de grote know how die is opgebouwd in een vroeger netwerk “Career and age” en simplification omwille van het feit dat ESF Vlaanderen in heel Europa als rolmodel wordt gezien als het gaat over simplified cost options (SCO’s).
14.4. In voorkomend geval, de bijdrage aan macro-regionale en zeebekkenstrategieën
As stipulated by the Regulation (EU) No 1303/2013, article 27(3) on the "content of programmes", article 96(3)(e) on the "content, adoption and amendment of operational programmes under the Investment for growth and jobs goal", article 111(3), article (4)(d) on "implementation reports for the Investment for growth and jobs goal", and Annex 1, section 7.3 on "contribution of mainstream programmes to macro-regional and sea-basin strategies, this programme contributes to MRS(s) and/or SBS:
Niet van toepassing
EU-strategie voor het Oostzeegebied (EUSBSR) EU-strategie voor het Donaugebied (EUSDR) EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische regio (EUSAIR) EU-strategie voor het Alpengebied (EUSALP) Strategie voor het Atlantische Zeegebied (ATLSBS)
NL195 NL
14.5. De vorderingen bij de uitvoering van eventuele acties op het gebied van sociale innovatie
Binnen prioriteit 5 werden diverse oproepen voor innovatieve projecten gelanceerd waaronder de oproepen ‘Innovatie door exploratie’ en ‘Innovatie door adaptatie’. Deze oproepen hebben als doel werkenden en/of werkzoekenden op de Vlaamse arbeidsmarkt te versterken door het ontwikkelen van een nieuwe dienstverlening.
In de oproep ‘Innovatie door exploratie’ krijgen organisaties in een eerste fase de kans om een maatschappelijke uitdaging, waar vandaag geen passend antwoord voor bestaat, te onderzoeken en een antwoord op deze uitdaging te definiëren. Projecten binnen de oproep ‘Innovatie door adaptatie’ daarentegen vertrekken van een reeds ontwikkeld concept van dienstverlening. In de tweede fase is het de bedoeling dat de innovatieve oplossing in de vorm van een nieuwe dienstverlening ontwikkeld wordt en iteratief door middel van prototypes getest wordt. Vervolgens wordt de dienstverlening uitgevoerd in de vorm van een piloot die op impact geëvalueerd wordt.
In het kader van prioriteit 4 werden verschillende oproepen gelanceerd om de werkbaarheid van de jobs op de Vlaamse arbeidsmarkt te verbeteren.
Met de oproepen ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ gebeurt dit door het introduceren van een duurzaam loopbaanbeleid op organisatieniveau. Projecten doen dit door het opzetten van acties binnen de actiedomeinen werving & selectie, onthaal, work-life, loopbaanbeleid, competentiebeleid, leiderschap, jobinhoud en uitstroom. Binnen ieder actiedomein kunnen promotoren kiezen voor acties op de korte termijn - zogenaamde quick wins - of acties op de middellange termijn - gesitueerd op een hoger strategisch niveau. Dit laat projecten toe om zowel te werken aan de fundamentele bouwstenen van het loopbaanbeleid als aan de strategische integratie ervan in een duurzaam geheel. Hoewel het mogelijk is voor projecten om acties op te zetten binnen elk van onderstaande actiedomeinen is dit geen vereiste. Essentieel is dat de organisatie kan aantonen dat de gekozen acties op maat van de onderneming zijn en in verhouding staan tot de fase waarin het loopbaanbeleid zich momenteel bevindt.
De oproepen ‘Anders organiseren’ willen bijdragen aan de werkbaarheid door het aanpassen van hun organisatiestructuur door het uitvoeren van een procesanalyse, het opmaken van een herontwerp, het doorvoeren van de organisatiekanteling in zowel de productiestructuur als de besturingsstructuur en het uitwerken van een systeem ter ondersteuning van de eerstelijnsleidinggevenden in deze nieuwe situatie. Men moet binnen dit project beide structuren herinrichten naar de context en specificaties van de organisatie. In een laatste fase van het project kan optioneel ook ingezet worden op het bepalen van de fijnstructuur met het teamontwerp.
Voor al deze oproepen worden er indicatoren gemeten. Binnen de oproep ‘Geïntegreerd strategisch loopbaanbeleid’/’Duurzaam loopbaanbeleid’ wordt een organisatiebevraging georganiseerd door ESF Vlaanderen. Binnen de oproepen “ Anders Organiseren” wordt zowel een organisatiebevraging als een werknemersbevraging georganiseerd. Deze bevragingen gebeuren telkens zowel binnen de 3 maanden na de start (nulmeting) als na afloop van het project. De resultaten hiervan zijn te vinden onder punt 11.1.
NL 196 NL
14.6. De vorderingen bij de uitvoering van maatregelen om te voorzien in de specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen of van doelgroepen die het grootste risico lopen te worden gediscrimineerd in verband met armoede of sociaal uitgesloten te worden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan gemarginaliseerde gemeenschappen en personen met een handicap, langdurig werklozen en werkloze jongeren, met vermelding van de gebruikte financiële middelen, in voorkomend geval
Met de analyse van de modus operandi gaat het ESF Vlaanderen na of en in hoeverre een oproep rekening moet houden met bepaalde doelgroepen en territorialiteit. Dit was het geval bij de onderstaande oproepen.
Oproep 308 en 325 ‘Begeleiding artikel 60’
De finale doelgroep zijn leefloners of begunstigden van gelijkwaardige maatschappelijke hulp die tijdens het project zullen worden tewerkgesteld op basis van artikel 60 §7 van de OCMW-wetgeving van 8 juli 1976.
Het aantal mogelijk gemaakte begeleidingen werd verdeeld over de RESOC-gebieden o.b.v. de ratio: aantal leefloners in één RESOC ten opzichte van het totaal aantal leefloners in Vlaanderen.
Aansluitend bij de Vlaamse Armoedemonitor en de armoede-indicator op Europees niveau, werd aan de promotoren gevraagd extra aandacht te besteden aan volgende punten:
randvoorwaarden (mobiliteit, kinderopvang) en/of rolmodellen binnen het gezin
werken rond flexibele arbeidsvormen
de vrouwelijke ‘working poor’
migranten--gezinnen
In totaal werden 23 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 2.239.156,43 euro.
Oproep 313 en 367 Begeleiding Roma
De doelgroep van deze oproepen zijn Roma met een afstand tot de arbeidsmarkt. De projecten richten zich tot personen die tegelijkertijd:
uit de Romagemeenschap komen;
15 jaar of ouder zijn.
Er moet sprake zijn van een duidelijke nood aan ondersteuning bij potentiële deelnemers.
De projecten tekenden in per perceel. Onderstaande tabel geeft het door deze steden geschat aantal Roma en de verhoudingsgewijze indicatieve verdeling van het oproepbudget om een goede spreiding mogelijk te maken.
Stad/gemeente: geschat aantal Roma + indicatieve verdeling:
Antwerpen: o5.000
NL 197 NL
282 Gent 6.468 364 Sint-Niklaas 900 51 Heusden-Zolder 168 30 Diest 230-250 30 Tienen NA - Temse
In totaal werden 13 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 864.542,28 euro.
Oproep 359 Vluchtelingen en werk Antwerpen en Gent
Deze oproep richt zich uitsluitend tot een subgroep van migrantenbevolking in Vlaanderen. De finale doelgroep zijn immers asielzoekers, erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden.
De oproep richt zich tot de grootsteden Antwerpen en Gent. Er wordt naar gestreefd om de opgebouwde ervaring vanuit deze steden te vertalen naar een versterking van de professionele inschakeling van vluchtelingen naar de overige steden en over het volledige grondgebied van Vlaanderen.
Aan de promotor werd gevraagd om de noden en behoeften van de doelgroep in kaart te brengen en te objectiveren. In het projectvoorstel wordt gepeild naar de mate waarin er rekening gehouden wordt met de heterogeniteit van de doelgroep. In totaal werden 2 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 799.988,39 euro.
Oproep 360 Begeleiding personen met armoedeproblematiek
De finale doelgroep van de oproep zijn beroepsactieve personen uit huishoudens met een zeer lage werkintensiteit. Promotoren moesten de link maken tussen hun werkingsgebied en de lokale statistieken van kansarmoede en de armoedekernen van Kind & Gezin.
We vroegen een beschrijving van de doelgroep waarvoor de promotor een project indiende en het volgende:
Duid aan voor welk werkingsgebied u een project indient. Link dit aan bijvoorbeeld de armoedekernen van Kind & Gezin en de Lokale Statistieken.
NL 198 NL
Geef het aantal personen in armoede in het gekozen gebied en beschrijf de voornaamste problematieken voor de doelgroep om in uw regio werk te vinden.
In totaal werden 11 projecten goedgekeurd voor een ESF-bedrag van 909.679,15 euro.
NL 199 NL
15. FINANCIELE INFORMATIE OP HET NIVEAU VAN DE PRIORITAIRE AS EN HET OPERATIONELE PROGRAMMA (ARTIKELEN 21, LID 2, EN 22, LID 7, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
NL 200 NL
16. SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI (OPTIE VOORTGANGSVERSLAG)SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI (OPTIE VOORTGANGSVERSLAG)
Informatie over en beoordeling van de programmabijdrage tot het verwezenlijken van de strategie van de Unie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei.Informatie over en beoordeling van de programmabijdrage tot het verwezenlijken van de strategie van de Unie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei.
NL 201 NL
17. KWESTIES DIE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE PRESTATIES VAN HET PROGRAMMA EN DE GENOMEN MAATREGELEN — PRESTATIEKADER (ARTIKEL 50, LID 2, VAN VERORDENING (EU) NR. 1303/2013)
Wanneer de beoordeling van de geboekte voortgang met betrekking tot de mijlpalen en doelstellingen zoals vastgesteld in het prestatiekader laat zien dat bepaalde mijlpalen en doelstellingen niet zijn bereikt, moeten lidstaten aangeven wat de redenen zijn voor het niet realiseren van deze mijlpalen in het verslag van 2019 (voor mijlpalen) en in het definitieve uitvoeringsverslag (voor de doelstellingen).
NL202 NL
Documenten
Documenttitel Documenttype Datum van het document
Lokale verwijzing
Verwijzing van de Commissie Bestanden Verzenddatum Verzonden
door
Nieuwe versie jaarverslag 2016
Publiekssamenvatting 6-nov-2017 Ares(2017)5479624
Nieuwe versie jaarverslag 2016 10-nov-2017 nmaebehe
NL203 NL
Latest validation results
Severity Code Message
Info Versie van het uitvoeringsverslag is gevalideerd