-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 1/ 35
De revolutie van 1783-1799 en wat daarna kwam tot en met
1813
Hein van Tongeren, November, 2012. 1. Inleiding Het beeld dat
heb ik meegekregen van mijn geschiedenislessen op school is dat na
het einde van de 80-jarige oorlog in 1648 er in de Noordelijke
Nederlanden geen echte opstanden of grote omwentelingen zijn
geweest. Er zijn wel kleine staatsgrepen en pogingen om de macht te
grijpen geweest. Voorbeelden hiervan zijn: de paleisrevolutie van
Maurits waar van Oldenbarnevelt het slachtoffer van werd (1619), de
paleisrevolutie van Willem III waarbij de gebroeders de Witt de
slachtoffers waren (1672), de omwenteling ten gunste van Willem IV
(1747), en de poging van Troelstra tot een machtsgreep (1918).
Verder was er de poging van Mussert met zijn NSB in de periode
1933-1940 om via verkiezingen een omwenteling te veroorzaken.
Nederland was natuurlijk betrokken bij de opstand in de Zuidelijke
Nederlanden (1830), de opstand in Nederlands Indië (1947-1949),
heeft de bezettingen doorgemaakt van de Fransen (1794-1813), en de
Duitsers (1940-1945). Echter, er is wel degelijk een echte
revolutie geweest door de Patriotten in het einde van de 18e-eeuw.
Het beeld dat bij mij leefde van de Patriotten in de ongemakkelijke
periode van de Nederlandse geschiedenis 1783-1813, is dat het
Nederlanders waren die, beïnvloed waren door de ideeën van de
Franse revolutie, om vrijheidsbomen dansten en eigenlijk een soort
landverraders waren. Dit bleek bij de inval in 1794/95 waarbij het
Franse leger met open armen ontvangen werd door de Patriotten in
Nederland en er zelfs Patriotten in het Franse invasieleger
opgenomen waren. In dit beeld past niet het standbeeld van de
Patriot van Hooff op de Eindhovense markt en het sigarenmerk en
restaurant genoemd naar de Patriot Schimmelpenninck. Daendels was
een Patriot die met de Franse legers Nederland binnen trok als
brigadegeneraal, hij staat echter niet bekend als een verrader.
Koning Willem I benoemde hem zelfs in 1815 tot gouverneur-generaal
van de Nederlandse bezittingen in Ghana. Verder hebben we aan de
Fransen onder andere de huidige maten en gewichten, het Burgerlijk
Wetboek, het Wetboek van Strafrecht, de Piramide van Austerlitz, en
het liedje ‘Hup Marjanneke Stroop in het Kanneke’ te danken (zie
Appendix A voor een verrassende variant van dit liedje). Het beeld
van Patriotten die het land hebben verraden* en Fransen hielpen die
Nederland onder de knoet brachten verdient bijstelling. Hierover
gaat dit verhaal. De inhoud van dit verhaal is voornamelijk
gebaseerd op de twee boeken van Rosendaal Refs.1 & 2, twee
korte artikelen van zijn hand Refs. 3 & 4 en verder deel III
van Geschiedenis van de Nederlandse Stam van Geyl, Ref.5. De
biografie van Daendels geschreven door Van ’t Veer, Ref.6, is een
andere goed leesbare bron over de periode. Naar Refs.1-6 zal verder
niet expliciet gerefereerd worden. Rosendaal verdeelt de
Nederlandse Patriotten-revolutie in 3 perioden: i) 1783-1787
* De historicus Geyl was een van de gijzelaars tijdens de 2e
wereldoorlog in Sint- Michielsgestel en heeft daar een voordracht
over de Patriotten gehouden. Zijn oordeel was dat de Patriotten
democraten waren en vaderlanders. Een de vergelijking met de NSB
werd als niet ter zake beoordeeld.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 2/ 35
Revolutie van de Patriotten, ii) 1787-1795 Contrarevolutie,
ballingschap, restauratie, en iii) 1795-1799 Bataafse Revolutie.
Deze indeling wordt hier gevolgd en uitgebreid met: iv) 1799-1813
Verlies van zelfstandigheid en restauratie. In Appendix B worden de
termen stadhouder, pensionaris en landsadvocaat verklaard,
begrippen die in de loop van dit verhaal ter sprake komen. 2.
Revolutie van de Patriotten 1783-1787 2.1 Proloog De 18e eeuw was
voor de Republiek een eeuw van stagnatie. Nederland werd
voorbijgestreefd door het grotere Engeland en Frankrijk, op zich
niet zo verwonderlijk. De gevestigde oligarchie van de regenten was
passief en zelfingenomen, Fig.1 kan als tijdsbeeld dienen. Op het
eind van de 18e-eeuw was er het idee van verval in de Nederlanden
bij de burgers. De elite investeerde in het
Fig.1, portret van de zoon van de Amsterdamse burgemeester
Bickers. Figuur overgenomen van Ref.7, p.106. buitenland en
rentenierde. Er werd gebrek een daadkracht, ondernemerschap, en
vaderlandsliefde geconstateerd. In 1780 brak de 4e Engelse oorlog
uit (1780-1784), het verloop leidde tot onvrede en frustratie. De
directe aanleiding voor de oorlog was de kaping van een Amerikaans
schip door een Engels oorlogsschip. Er werden documenten
aangetroffen met een handelsovereenkomst (of ontwerpen daar voor)
van Amsterdam met de Amerikaanse opstandelingen en afspraken over
wapenleveranties. In 1781 kwam het tot een treffen bij de
Doggersbank, 7
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 3/ 35
oorlogsschepen die 70 koopvaders begeleidden op een reis naar de
Oostzee troffen 7 Engelse oorlogsschepen die Engelse schepen
begeleidden. De strijd bleef onbeslist maar Schout bij Nacht
Zoutman werd in Nederland als overwinnaar beschouwd. Echter de
Engelsen bleken op zee oppermachtig en vele honderden koopvaarders
werden opgebracht naar Engelse† havens. De opperbevelhebber van
leger en vloot, stadhouder Willem V, en zijn adviseurs, Bentinck en
de Hertog van Braunschweig-Wolfenbüttel (aan het hof bekend als
Brunswijk) werden de zondebokken. Alhoewel Zoutman dus nog een
beetje van de eer redde verliep de oorlog slecht, de glorietijd van
de Republiek was over. In 1781 verschijnt er een anoniem pamflet
‘Aan het Volk van Nederland’ (later bleek dit Joan Van der Capellen
tot den Pol te zijn), Fig.2, waarin gesteld wordt dat het
Fig.2, het anonieme pamflet van Joan van der Capellen tot den
Pol en en zijn portret. Figuren overgenomen van Ref.8, p.347 en
p.349. politieke systeem niet deugt en corrupt is. De erfstadhouder
Willem V wordt in het pamflet verdacht van een complot om een
monarchie te stichten en krijgt de schuld van de slecht verlopende
oorlog met de Engelsen. Het pamflet, dat in het hele land verspreid
werd, bevatte een oproep voor een gekozen volksregering en een
oproep aan de burgers om zich te bewapenen naar het voorbeeld van
het Amerikaanse
† Het NRC kwam een paar jaar terug met een bloemlezing uit
brieven van en aan zeelui die waren buitgemaakt en bewaard gebleven
in Engeland.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 4/ 35
volk‡. In Ref.9, p.541-565 wordt het pamflet uitgebreider
besproken en de betekenis van Van der Capellen voor Nederland
behandeld. Er ging wat veranderen, regenten zagen de bui hangen en
sloten zich aan bij de anti-Orangisten die zich Patriotten§
noemden. Het leger was een beroepsleger met veel vreemdelingen.
Veel officieren waren benoemd door de stadhouder die het opperbevel
voerde. De angst bij de Patriotten was dat het leger het
persoonlijke belang van de stadhouder diende en niet het algemeen
belang. Vandaar dat, met toestemming van de regenten, gewapende
vrijkorpsen werden opgericht waarin Orangisten geweerd konden
worden. Dit was niet mogelijk in de al bestaande schutterijen
omdat, volgens de wet, alle burgers van de stad hiertoe behoorden.
De invloed van stadhouder op de verkiezing van de regenten werd
beperkt, hij mocht nog wel kiezen maar de invloed op de
samenstelling van de lijst was verdwenen. Alkmaar ging nog verder
en schoof de aanbeveling van de stadhouder terzijde en stopte later
zelfs met het sturen van voordrachten. Er kwamen eisen voor een
democratische verkiezing van regenten, in 1785 werd die verkiezing
daadwerkelijk gehouden in Utrecht. Van der Capellen en Patriotse
Amsterdamse kooplui probeerden geldleningen aan de Amerikanen
geplaatst te krijgen. De relatie met Frankrijk, dat de opstand in
Amerika steunde met geld maar ook met militaire steun, verbeterde
(de vijand van mijn vijand is mijn vriend). In 1783 kwam er een
echte landelijke organisatie van Patriotse regenten. Op een
feestelijk diner** in Amsterdam werd de kern van het Patriotse
programma vastgelegd (herstel van de vrijheid in de Republiek,
eerbetoon aan Oldebarnevelt, vrije zee, verbintenis met Amerika, en
het overwinnen van de dwingelandij). De groep zou later vaker
bijeenkomen om hun acties te coördineren. Volgens Rosendaal werden
de vlaggen gehesen op de schepen op het IJ en vreugdeschoten
afgevuurd als eerbetoon. Hij beschouwt dit als de start van de
Nederlandse revolutie 2.2 De Revolutie In 1784 was er een rel met
Hertog van Braunschweig-Wolfenbüttel de adviseur van Willem V toen
hij nog minderjarig was. De hertog was veldmaarschalk in het leger,
mede verantwoordelijk voor de rampzalige situatie, en zou slecht
gereageerd hebben op de dreiging van Josef II van Oostenrijk
(hierover hieronder meer). De situatie werd voor hem onhoudbaar
toen de geheime Acte van Consulentschap†† ‡ De Amerikaanse staten
in opstand begonnen in Boston met de Tea Party van 1773, werden
staatrechtelijk erkend door de Republiek in 1782. Dit zal wel
gestimuleerd zijn door de oorlog met Engeland. In 1783 wonnen de
Amerikanen formeel hun vrijheidsoorlog door de erkenning van
Engeland. § Patriot is een algemene term voor een vaderlandslievend
persoon maar in de periode 1783-1813 had de naam een bijzondere
betekenis. Een Orangist is hier iemand die de stadhouder Willem V
van het huis van Oranje steunde. Om deze betekenissen aan te geven
worden Patriot en Orangist in de text met hoofdletters geschreven.
** Een diner gelegenheid van eerherstel van Van der Capelle die
weer toegelaten was tot de Ridderschap van Overijssel. Hij was uit
de Ridderschap verwijderd vanwege zijn stellingname aangaande de
drostendiensten, de gedwongen arbeid van landarbeiders voor de
Drost. †† De vraag is waarom de afspraak zo formeel gesloten is en
wat er zo erg aan was.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 5/ 35
uitlekte: de Hertog zou de Prins blijven adviseren na zijn
meerderjarigheid. Dit was in strijd met de afspraak, hij zou zich
dienen te beperken tot militaire zaken. Zijn positie werd
onhoudbaar, hij legde eind 1784 zijn functies neer en vertrok naar
Duitsland. Willem V, Fig.3, verloor zijn belangrijkste adviseur en
vriend. De val was een opsteker voor de Patriotten in hun strijd
tegen corruptie en vriendjespolitiek.
Fig. 3, erfstadhouder Willem V. Figuur overgenomen van Ref.8,
p.352. Na de vrede met de Engelsen kwam er eind 1784 een nieuwe
dreiging voor de Republiek door de Oostenrijkse keizer Josef II. Na
een incident bij fort Lillo (beschieting van een schip van de
Zuidelijke Nederlanden dat de blokkade testte van de Westerschelde)
stelde de keizer een aantal eisen. De belangrijkste eis was het
openstellen van de Westerschelde voor scheepvaart vanuit Antwerpen.
De keizer stuurde 40.000 man troepen om de eisen kracht bij te
zetten naar zijn Zuidelijke Nederlanden. Er werd een beroep gedaan
op het Frankrijk van Lodewijk XVI voor bemiddeling, het leger van
de Republiek werd uitgebreid, en er kwam een soort mobilisatie.
Door loting zou 1 op de 3 inwoners van het land buiten de steden,
de steden hadden al schutterijen en vrijkorpsen, zich in de
wapening moeten oefenen in een burgerkorps. Enerzijds was er verzet
met rellen, de wapening werd gezien als een ondermijning van de
positie van de stadhouder. Er was lokaal ook een ‘burger blijf bij
je leest’ stemming en waarschijnlijk ook verzet tegen het
tijdsbeslag van de oefeningen. Anderzijds was er op andere plaatsen
enthousiasme voor de paramilitaire burgerkorpsen. Met de
burgerkorpsen en vrijkorpsen kregen de
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 6/ 35
Patriotten een partijkader. Deze korpsen werden door de
Patriotten gezien als middel om politieke voornemens te steunen en
te handhaven. Er kwamen provinciale vergaderingen van vrijkorpsen
uit de steden en de burgerkorpsen in het land. Nationale
bijeenkomsten waren lastig te organiseren vanwege de afstanden en
de verschillende gewestelijke opvattingen. Pro-oranje manifestaties
werden beschouwd als verstoringen van de publieke orde. In
Rotterdam leidde dit tot een incident waarbij geschoten werd, door
de in het nauw gebrachte burgercompagnie, met doden en gewonden.
Ook in andere plaatsen waren incidenten en rellen. Figuur 4 toont
de uitgebeelde scheldnamen voor Orangisten en Patriotten.
Fig. 4, de scheldnamen voor de Orangisten, ‘Ezels’, en de
Patriotten, ‘Kezen’. Figuren overgenomen van Ref.7, p.107. Er
ontstond een competentiestrijd over de patrouilles op straat in Den
Haag. De stadhouder‡‡ was opperbevelhebber van het leger echter de
staten van Holland stelden dat het dagelijks bestuur, de
Gecommitteerde Raden, het bevel voerden in Den Haag. Zelfs koning
Frederik de Grote van Pruisen, de oom van de vrouw van Willem V,
ging zich er mee bemoeien. Allerlei symbolen van de stadhouder
werden verwijderd. De stadhouderspoort werd toegankelijk voor de
leden van de staten. Dit leidde tot een rel in 1786 waarbij de
Dortse vertegenwoordiger in de Staten van Holland vergezeld van de
raadspensionares, Cornelis (Kees) de Gijselaar§§, bijna gelyncht
werden door Orangisten. Toen in 1784 bij een inspectie van troepen
op het Binnenhof rellen uitbraken tussen Orangisten en Patriotten
vertrok Willem V boos uit den Haag en nam uiteindelijk zijn intrek
in het Valkhof in Nijmegen.
‡‡ De gewestelijke staten zijn soeverein en hebben de wetgevende
macht, De stadhouder is de uitvoerende macht. §§ De geuzennaam
‘Kezen’ voor Patriotten komt van dit incident.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 7/ 35
De aanhang van de Patriotten bestond voornamelijk uit burgers
uit de middenstand. Democratie betekende veelal stemrecht voor het
deel van de bevolking dat enige ‘gegoedheid’ bezat. Patriotten
hechtten aan de traditionele rechten van de provincies wat hun zaak
niet ten goede kwam. Het gewone volk was veelal Orangistisch. Van
de provincies was het dominerende Holland en Overijssel
Patriottisch terwijl Zeeland en Gelderland Orangistisch waren.
Gezanten van Frankrijk, Engeland, en Pruisen bemoeiden zich
openlijk met de interne aangelegenheden van de Republiek.
Aanvankelijk steunden de aristocraten de Patriotten om de macht en
invloed van de prins terug te dringen, Van der Capellen was hier
een voorbeeld van. Echter toen de Patriotten aan hun positie begon
te tornen begon de toenadering tot de Orangisten. Dit leidde er toe
dat in sommige gewesten de Patriotten de meerderheid in de Staten
verloren. In Friesland leidde dit tot beperkingen zoals beperking
van de vrijheid van meningsuiting. Het werd voor de Patriotten
duidelijk dat acties voor democratie, gegarandeerd door de
bewapende burgers, gecoördineerd moesten worden. De Staten van
Gelderland, met een oranjegezinde meerderheid, deden een formeel
verzoek aan de stadhouder in 1786 om een garnizoen naar Hattem en
Elburg te sturen. Daar hadden democratisch besturen de plaats
ingenomen van de oude stadsbesturen. Vanuit Nijmegen dirigeerde hij
troepen naar Elburg en Hattem Ingrijpen van de Staten van
Gelderland was ook ingegeven doordat Harderwijk en
Fig.5, beschieting van Hattem door troepen van Willem V. Figuur
overgenomen uit Ref,8, p.350. Doetinchem het voorbeeld van Hattem
en Elburg dreigden te volgen.Ter verdediging kwamen honderden
Patriotten te hulp. Hattem werd beschoten door de troepen van
Willem V, bezet, en geplunderd, Fig.5. Een deel van de inwoners van
Elburg vluchtten. Er kwam geen treffen met de Patriotten,
aanvoerder Daendels en zijn vrijkorpsen vluchtten. De Staten van
Holland boden bescherming en geldelijke steun aan de vluchtelingen
en schorsten de stadhouder in zijn functie van kapitein-generaal.
Troepen die door Holland werden betaald moesten terug naar Holland
onder een nieuwe bevelhebber met als argument om een burgeroorlog
te vermijden. In Holland denderde de omwenteling door met Patriotse
machtgrepen in Amsterdam en Rotterdam. In de stad Utrecht namen
Patriotten het bestuur over. De Staten van Utrecht verplaatsten
zich naar Amersfoort en gaven opdracht aan een regiment om op te
trekken naar de stad Utrecht. Echter het Utrechtse vrijkorps bracht
de troepen tot staan in Vreeswijk, zuidelijk van de stad Utrecht.
De kern van de opstand bestond
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 8/ 35
in 1787 uit Holland, Overijssel en de stad Utrecht. Gewapende
burgers van Overijssel overrompelden de Ommerschans bij Zwolle en
kwamen zo aan zware wapens. Ook Overijssel had de stadhouder
geschorst in zijn functie van kapitein-generaal. 2.3 Voorzichtige
contrarevolutie en Goejanverwellesluis In April 1787 was er in een
oproer in Amsterdam van de timmerlui van de werven, de
‘bijltjes’***. Ze hielden een maand stand tegen de Patriotten op de
eilanden van de werven. Er vallen doden bij het heroveren van de
werven, Fig.6. In Gelderland had de contrarevolutie wel succes, de
Patriotse minderheid werd uitgeschakeld en in Arnhem kwam het tot
een confrontatie waarbij met kanonnen en geweren geschoten werd. Na
de Pattriotische nederlaag volgden plunderingen. Plunderingen van
Patriotse huizen deden zich ook voor in Zaltbommel en Tiel. De
contrarevolutie leidde tot radicalisering in Holland.
Fig.6, Patriotten vallen de werven aan die bezet zijn door de
'bijltjes'. Figuur overgenomen van Ref.8, p.356. In Holland
organiseerde graaf Bentinck van Rhoon een serie sociëteiten en een
petitionnement voor het herstel van de stadhouder in zijn oude
waardigheden. Rosendaal suggereert dat op het Valkhof, waar de
stadhouder sinds 1786 verbleef, een contrarevolutie werd gepland.
De daadkrachtige Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van de aarzelende
Willem V, zou het startsein moeten geven. Zij ging op weg van
Nijmegen naar Den Haag, waar zij bemiddeling aan de Staten-Generaal
zou aanbieden ter voorkoming van een burgeroorlog. In feite werd
verwacht dat de Orangisten in actie zouden komen bij haar
verschijnen in Den Haag. Tijdens de reis werd Wilhelmina en haar
gevolg opgevangen aan de Vlist, tussen Schoonhoven en Haastrecht,
door gewapende Patriotten, Ref.10. Het gezelschap wordt opgebracht
naar een huis nabij Goejanverwellesluis en na een oponthoud
teruggestuurd, Fig.7. Meddens-van Borselen, Ref.11, betoogt dat de
aanhouding van Wilhelmina uitgelokt is. In Holland was de situatie
na Goejanverwellesluis dat vliegende legertjes een rol speelden bij
stedelijke omwentelingen zodat Holland stevig in handen was van de
Patriotten. De situatie was verder: Overijssel Patriots, Stad
Utrecht Patriots en de
*** De uitdrukking ‘Bijltjesdag’ is in WO II opgekomen voor de
dag waarop de Nederlanders wraak zouden nemen op de collaborateurs
en NSB’ers.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 9/ 35
rest van de provincie was Orangist, Groningen stad Patriots en
Ommelanden Orangist, Zeeland en Gelderland Orangist, Friesland
verdeeld, Drenthe en generaliteitslanden neutraal.
Fig.7, boven een beeld van de korte internering van Wihelmina in
een boerderij in de buurt van de Goejanverwellesluis en onder de
sluis zoals die er nu uitziet. De figuur boven is overgenomen van
Ref.12, deel 9, p.147 en de figuur onder van Ref,8, p.355. 3.
Contrarevolutie, ballingschap 1787-1795 3.1 Pruisen grijpt in Voor
de Orangisten was het zaak hulp te halen in het buitenland. Het
reguliere leger was gehalveerd door de actie van Holland om de door
haar betaalde troepen te onttrekken aan het bevel van de
stadhouder. Het voorwendsel voor ingrijpen door de Pruisen was de
belediging van de aanhouding en terugsturen van Wilhelmina in Juni
1787. In September 1787 was er een eis van genoegdoening die
geweigerd werd en gevolgd door een militair ingrijpen door haar
‘grote broer’ Frederik Willem II de koning
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 10/ 35
van Pruisen††† met 20.000man. In October is de zaak bekeken en
zijn de Patriotten verslagen, Fig.7 toont de Pruisische intocht in
Amsterdam dat nauwelijks verzet bood. In 1785 had Frankrijk al een
alliantie gesloten met de Republiek waarbij
Fig.7, Intocht van de Pruisen in Amsterdam. Figuur overgenomen
van Ref.12, deel 9, p.147 hulp zou worden geboden indien de
Republiek van buiten zou worden aangevallen. Bovendien had de
Franse koning te kennen gegeven dat de Patriotten op steun en
protectie konden rekenen. De Staten van Holland hadden bij de
dreigende inval van Pruisen gevraagd om hulp in de vorm van
bemiddeling en later bij de inval om militaire steun. De Fransen
trokken een leger samen in Noord-Frankrijk. Engeland, dat de
Pruisen steunde, mobiliseerde ook troepen Er was onenigheid in de
Franse regering. De verwachting in Frankrijk was dat de Engelsen
zouden ingrijpen bij Franse hulp en een oorlog met Pruisen was niet
opportuun. De Franse besluiteloosheid loste het probleem voor de
Fransen op: de gevraagde militaire steun werd ingetrokken door de
Staten van Holland die door het Pruisische ingrijpen nu
Orangistisch waren. De gevraagde hulp van de Patriotten aan
Frankrijk kwam er dan ook niet‡‡‡ en aan de revolutie van de
Patriotten kwam voorlopig tot een einde. Een deel van de Patriotten
vluchtten naar België en Frankrijk. Overleg tussen Frankrijk en
Engeland eind 1787 over het Pruisische ingrijpen wendde een oorlog
af. De Pruisische koning eiste een hoog bedrag voor de interventie.
Hiermee werd de bouw van de ‘Tor des Friedens’ in Berlijn betaald:
de Brandenburger Tor. Na de omwenteling werd er op grote schaal
geplunderd met soms molestatie. Gewestelijke en locale overheden
werden gezuiverd. De anarchie duurde een half jaar. Soldaten van
het Patriottisch leger werden geïnterneerd in de Pruisische
garnizoensstad Wesel aan de Rijn. Na de ‘volksrechtspraak’ begonnen
de officiële
††† In 1786 was koning Frederik de Grote van Pruisen opgevolgd
door zijn neef Frederik Willem II. ‡‡‡ Het uitblijven van hulp werd
door de Fransen wel beschouwd als een ereschuld, de Patriotse
vluchtelingen profiteerden daar later van.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 11/ 35
vervolgingen. Bentinck komt aan het hoofd van een commissie voor
wetverzetting. Er kwamen ingrijpende zettingen uit ambten. De elite
van Holland werd zo vervreemd van de stadhouder. Ook ambtenaren
werden gezuiverd. Er waren ook op grote schaal amnestieregelingen,
soms met betalingen,verbanningen, zelfs geselingen. De burgemeester
van Bolsward werd onderworpen aan een symbolische executie met het
zwaard gevolgd door 20jaar verbanning. Samengevat: duizenden huizen
geplunderd, vele duizenden vluchtelingen (een waarschijnlijk
overdreven schatting is 40.000), en honderden processen tegen
Patriotten. De revolutie beweging leefde ondergronds voort. Het
leeuwendeel van de vluchtelingen ging naar verloop van tijd terug
naar de Republiek, de rest ging voornamelijk naar naar de
Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Aanvankelijk waren de
vluchtelingen welkom in de Zuidelijke Nederlanden. De verwachting
van de keizer Josef II was dat de rijke Patriotten de economie
zouden stimuleren maar dit bleek tegen te vallen. De vluchtelingen
mengden zich in de politiek wat niet in dank werd afgenomen door
hetzij de Oostenrijkers, hetzij de opstandige bewegingen in de
Zuidelijke Nederlanden. Uiteindelijk belandden de meeste gevluchte
patriotten in Frankrijk. 3.2 Patriotten in Frankrijk Ook Frankrijk
verwachtte economische voordelen van de opvang van Patriotten.
Koning Lodewijk XVI drong aan op asiel voor de vluchtende
patriotten, hij had ook wat recht te zetten in verband met
uitgebleven steun bij de inval van Pruisen. Zo kregen duizenden§§§
onderdak en financiële ondersteuning in Frankrijk in 1787. Er
ontstond ook beleid vanaf begin 1788. St Omer was een van de
plaatsen waar vluchtelingen werden opgevangen, hier in een kazerne.
Veel vluchtelingen, al dan niet met hun gezin, werden geldelijk
ondersteund overigens met grote verschillen. De maatschappelijke
status speelde een grote rol. Er is een hoop gekrakeel tussen de
vluchtelingen onderling geweest. Er ontstonden drie groepen: i)
kolonisten, zij die zich min of meer wilden vestigen omdat zij op
korte termijn geen terugkeer verwachtten met als voorman
Valckenaer, ii) zij die herstel van de Patriotse zaak op korte
termijn wilden blijven nastreven met Van Beyma als voorman, en iii)
een groep die zich wilden verzoenen met de Orangisten. De
Patriotten van de Van Beyma groep, inmiddels omgedoopt tot Bataven,
bleven lobbyen voor een Frans ingrijpen zowel bij het Franse hof
als bij radicale burgers. Op initiatief van de Van Beyma groep werd
een Comité Revolutionair der Bataven opgericht in 1792 dat met de
officiële en geldelijke steun van Frankrijk de revolutie in de
Republiek wilde voorbereiden. De Bataven verwierven een plaats in
het revolutionaire mileu van de Franse revolutie van 1789. Op
initiatief van waarschijnlijk Daendels werd een Bataafs legioen****
opgericht door koning Lodewijk XVI. De officiële naam was echter
Légion Franche Etrangère om de Engelsen niet te
§§§ Rosendaal noemt een getal van 5000 in Frankrijk,
voornamelijk jonge mannen. De rijkere vluchtelingen bleven in
Brussel. **** Het legioen was van gemengde samenstelling: het
aantal Bataven is niet groter geweest dan een driehonderd van de
beoogde 2800man. Overigens bestond het vooral uit Zwitsers (die
dienst hadden gedaan bij het koninklijke paleis de Tuilerieën) en
Zuid-Nederlanders (Luikenaars en Brabanders). Onder de officieren
echter trof men verscheidene Nederlanders aan zoals Chassé, De
Winter, en natuurlijk Daendels.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 12/ 35
provoceren die zich garant hadden gesteld tegen buitenlands
ingrijpen in de nu Orangistische Nederlandse republiek. Aan de
uniformen van het legioen werd aandacht geschonken zoals blijkt uit
Fig.8.
Fig.8, uniformen van het Légion Franche Etrangère. Links boven:
jager te voet en infantrist, links onder: kanonnier en jager te
paard, rechts: muzikant en pontonnier. Figuren overgenomen uit
Ref.2, p.338 en 339. De Franse monarchie viel eind 1792 en de
nieuwe machthebbers met revolutionair elan bleken steun te willen
verlenen aan revolutionaire groepen buiten Frankrijk. In Januari
1793 werd door het Comité Revolutionair der Bataven op grote schaal
een pamflet ‘Aan het volk van Nederland’ verspreid, de naam
refereerde naar het pamflet van Van der Capellen in 1781. De Franse
republiek was in oorlog met Pruisen en Oostenrijk en beschikte over
een groot leger na een volksmobilisatie. Kort na de onthoofding van
‘burger Louis Capet’ in 1793 wordt door de Fransen de oorlog
verklaard aan de koning van Engeland en de Nederlandse stadhouder.
Het Comité Revolutionair der Bataven heeft zich met een blauwdruk
voorbereid op een machtsovername in de Nederlanden. Alle mannelijk
burgers van 18jaar en ouder zouden stemrecht krijgen om voor iedere
plaats een bestuur te kiezen en een Nationale Vergadering. Er zou
een ‘Garde National’ komen in iedere plaats en de Franse troepen
zouden betaald dienen te worden. Het Franse leger, met het
geïntegreerde ‘Bataafse Legioen’, trekt door de Oostenrijkse
Nederlanden op naar de grote rivieren. Hier loopt de opmars vast op
de
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 13/ 35
inundaties van de waterlinie. De Franse opperbevelhebber
Dumouriez†††† liep zelfs over naar de vijand. Oostenrijk zette een
tegenaanval in, het Franse leger in Brabant dreigde geïsoleerd te
worden en trok zich chaotisch terug op de Franse grens na een
nederlaag bij Terwinden in Maart 1793 . Daendels onderzocht de
mogelijkheid van een revolutie van binnenuit. Van Irhoven van Dam,
een Amsterdams advocaat, achtte dit een onmogelijke zaak en
betoogde: ‘De Hollandse Patriot, verneemende dat zijne verlossers
in aantogt en nabij onze grenzen zijn, trekt rimpels in zijn
voorhoofd, zugt, steekt een pijp tabak aan en gaat dezelfde
vreedzaam in zijn agterkamer uitrooken’. De val van Robespierre
bood nieuwe kansen, Nederlandse vluchtelingen beloofden veel geld
aan de failliete Franse Republiek voor een bevrijding van de
Republiek van de stadhouder Willem V. In 1794 drong de Franse
generaal Jourdan de Oostenrijkers tot over de Rijn, Keulen, Bonn,
en Koblenz worden bezet. Pichegru (in de volksmond ‘Pietje Kru’)
bezette Staats Brabant en veroverde Den Bosch. Daendels was nu
brigadegeneraal in het Franse leger. Weer stuitten de legers op de
rivieren en de waterlinie. Alles beneden de Maas en Merwede werd
beschouwd als veroverd gebied komt onder Frans bestuur. In de
Zuidelijke Nederlanden werden de Oostenrijkers werden definitief
verslagen in 1794 en het gebied inclusief Luik‡‡‡‡ werden ingelijfd
bij Frankrijk. De elite verfranste en er ontstond de eerste moderne
industrie in Luik en de Bourinage. Voor de lagere klassen was de
Franse bezetting uiteindelijk een ramp. Ook de kerk was een
slachtoffer, kloosterorden werden opgeheven en de bezittingen
verkocht. Priesters die een loyaliteitsverklaring niet wilden
tekenen werden vervolgd. Er kwam dienstplicht voor Belgen. In de
Noordelijke Nederlanden zou de Franse bezetting milder uitpakken.
Zie verder Ref.13, p.67-78. 4. De Bataafse Omwenteling
1795-1799
Fig.9, Franse troepen trekken over de bevroren rivieren. Figuur
overgenomen van Ref.3, p.465.
†††† Het verraad van Doumouriez kwam na grote meningsverschillen
met de vertegenwoordigers van het bewind in Parijs hoe de oorlog
gevoerd moest worden en de bezette gebieden moesten worden
behandeld. Na weigeringen de aanwijzingen op te volgen kwam een
bevel zich in Parijs te verantwoorden. Doumouriez volgde dat bevel
niet op. ‡‡‡‡ Het Prins-bisdom Luik was tot 1795 een zelfstandige
staat met veel versnipperde enclaves.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 14/ 35
De strenge winter van 1794-1795 komt de Frans-Bataafse legers te
hulp, Fig.9. Blunders in de verdediging, slechte communicatie
tussen de Orangisten, Hessen en Engelsen verzwakken de verdediging
Het Nederlandse leger bood nauwelijks weerstand, Engelse
hulptroepen onder York trokken plunderend en zonder strijd naar
Duitsland. Patriotten en katholieken verwelkomden de Fransen.
Daendels weet de revolutionairen in Nederland te activeren tot een
bescheiden tweede front. Het draagvlak voor het Oranjehuis was
onvoldoende en Nederland wordt zonder veel bloedvergieten bezet.
Willem V vlucht naar Engeland in Januari 1795, Fig.10.
Fig.10, vlucht van Willem V vanaf het strand van Scheveningen.
Figuur overgenomen van Ref.8. Revolutionaire Comités nemen het
bestuur over en voorlopige representanten van de gewesten worden
gekozen voor de Staten-Generaal. Al begin 1795 worden de Rechten
van de Mens en van de Burger voor alle gewesten bindend verklaard.
De uitgangspunten zijn: vrijheid, gelijkheid, vrijheid van
meningsuiting, garantie van eigendom. Dit betekent dus vrijheid van
godsdienst maar pas in Augustus 1796 werd de scheiding tussen kerk
en staat formeel afgekondigd. Met de Franse troepen trokken de
Representanten van de Franse regering mee die geacht werden de
politieke aspecten van de oorlog te behartigen. In de Republiek
werden hun uitspraken serieus genomen en als toezeggingen
geïnterpreteerd. Echter er bleken wel de nodige verschillen van
mening te zijn met Parijs dat uiteindelijk natuurlijk wel de
doorslag gaf. In de Zuidelijke Nederlanden waren de Representanten
berucht vanwege hun roofpartijen en corruptie. In de Republiek
bleef de roof van de Franse Representanten, Fig.11, voornamelijk
beperkt tot de bezittingen van de de stadhouder waaraan de oorlog
was verklaard. In Mei 1795 werd met het Traktaat van Den Haag de
Bataafse Republiek§§§§ erkend door Frankrijk. De eerste jaren
traden de Fransen terughoudend op zodat de Patriotten hun gang
konden gaan met een Nederlandse revolutie. Al te radicale
veranderingen werden door de Fransen niet gesteund, de Fransen
waren geïnteresseerd in Nederlands kapitaal (een vlucht van
kapitaal en goederen per schip is een optie van een zeevarende
natie). Echter Staats-Vlaanderen, Venlo en Maastricht werden Frans,
maar het aanvankelijk §§§§ De naam Bataafse Republiek is gekozen
naar analogie van de mythische Bataafse opstand tegen de
Romeinen.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 15/ 35
Fig.11, een Franse Representant. De figuur is overgenomen van
Ref.5, p.279. geclaimde Staats-Brabant bleef Nederlands. Ook
Vlissingen werd Frans zodat de opening van de Westerschelde
gegarandeerd was. Inmiddels waren Drenthe en Noord Brabant
toegelaten tot de Staten Generaal. De beloofde miljoenen, zo’n 100
miljoen, werden uitbetaald aan de Fransen en de ook kosten van de
Franse troepen werd betaald door de Bataafse Republiek. Begin 1795
werd, op initiatief van Holland, de Statenvergadering, de
Ridderschap, en de funkties van stadhouder en raadspensionaris
afgeschaft. De Staten-Generaal bestond in Maart 1795 al uit
Patriotse vertegenwoordigers en besliste dat de Raad van State
vervangen wordt door een Comité tot Algemene Zaken van het
Bondgenootschap te Lande dat onder andere als taak krijgt om een
plan te ontwerpen voor het bijeenroepen van een Nationale
Vergadering. Volgens het uiteindelijk vastgestelde plan zou een
volkstelling worden gehouden, per 500 stemmers werden een kiezer en
plaatsvervanger gekozen. Zij kozen per 15.000 inwoners één
volks-vertegenwoordiger, dit kwam neer op ongeveer 130
vertegenwoordigers voor een bevolking van 2miljoen. Van stemming
werden gevangenen, mensen onder curatele vanwege wangedrag of
verkwisting, door de rechter aangemerkten als eerloos, en armen die
leefden van de armenzorg uitgesloten. Verder werd geëist dat het
beginsel van de volkssoevereiniteit zou moeten worden onderschreven
en dat de regering berustte op de macht van het volk. De stemmers
dienden 20jaar of ouder te zijn, vrouwen mochten niet stemmen. De
opening vond plaats in Maart 1796 in de balzaal van het Binnenhof
die voor iedereen toegankelijk was (de inmiddels oude zaal van de
latere 2e kamer), Fig.12. De belangrijkste taak is het ontwerpen
van een grondwet, hiervoor werd een commissie ingesteld. De
tegenstellingen tussen de voorstanders van een federale en een
unitaire staatvorm kwamen al snel aan het licht. Er zijn 3 niet
strak georganiseerde facties:
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 16/ 35
democraten (revolutionair en unitarist) , aristocraten
(federalisten met een regenten- achtergrond, zonder Oranje), en
moderaten (geneigd tot verzoening en compromissen). Het eindrapport
over de grondwet van de sterk verdeelde commissie was doordrongen
van de federale gedachte. Niettemin werd het rapport als
uitgangspunt voor debat geaccepteerd. Echter de in de discussies
wisten de democraten te bereiken dat de Republiek ondeelbaar was
als basis voor de constitutie. In Mei 1797 was het debat afgerond
maar het resultaat dat van compromissen aan elkaar hing was alleen
voor de moderaten bevredigend. Eerst werden nieuwe verkiezingen
gehouden omdat het mandaat van de vergadering afliep en kort daarop
het referendum over de grondwet. Het voorstel over de grondwet werd
met 80% van de 137.000 stemmers verworpen*****.
Fig. 12, de Nationale Vergadering in 1796 in de voormalige
balzaal van het stadhouderlijke hof. Figuur overgenomen uit
Ref.12,deel 11 ,p.166. De Nationale Vergadering kwam in September
1797 weer bijeen, de tegenstellingen in de vergadering bleken niet
te overbruggen. Frankrijk wilde snel een grondwet omdat aan haar
noordgrens een stabiele Bataafse Republiek gewenst werd. Na een
staatsgreep in Frankrijk, gesteund door het leger, vond een
zuivering plaats en de revolutionaire democraten kregen de overhand
in de Franse ***** De bevolking was ongeveer 2miljoen, de betekent
dus ongeveer 1miljoen mannen. Stel dat ⅔ van de mannen aan de
leeftijdseisen voldeed, de opkomst was dan 23% (geen rekening
houdend met uitsluitingen van kiezers).
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 17/ 35
volksvertegenwoordiging. Het Directoire (de Franse uitvoerende
macht) werd omgekocht door Bataafse democraten (onder andere met
jenever en linnen) om hen te steunen. De nieuw benoemde Franse
gezant kreeg als opdracht een radicale grondwet te bevorderen. Ook
de commandant van het Franse leger werd vervangen. In Frankrijk
werd een concept voor de grondwet van Bataafse Republiek opgesteld
met als basis de Franse grondwet en Nederlandse ideeën. De
democraten organiseerden een coup In Januari 1798. Van de 126 leden
van de Nationale Vergadering werden 28 leden weggezuiverd. De
resterende groep werd hartelijk begroet door de bevelhebber
Daendels en de Franse legercommandant in de wachtkamer van de
vergaderzaal. In de vergadering werden de leden gedwongen om onder
andere het federalisme af te zweren, 11 leden weigerden en werden
weggezuiverd. Dit bleek te helpen en in Maart 1798††††† werd de
nieuwe grondwet geaccepteerd. In een referendum op April 1798 werd
de grondwet aangenomen met 154.000 voor en 11.600 tegen. De opkomst
was ongeveer 40% van de stemgerechtigden, dit levert een totaal
aantal stemgerechtigden van ongeveer 415.000 mannen. Indien van de
1miljoen mannen er ⅔ aan de leeftijdseis voldeed dan had maar
ongeveer 60% van die mannen stemrecht. In Mei werd de grondwet
gepresenteerd. Omdat de nieuwe democratische leden van het
Uitvoerende Bewind zich niet aan de eigen grondwet hielden werd na
zes weken in Juni weer een staatsgreep uitgevoerd door de
moderaten. Echter de grondwet bleef intact. Daendels, nu
opperbevelbebber van het leger, steunde de staatsgreep militair,
Fig.13.
Fig.13, de staatsgreep van Daendels, arrestatie van een lid van
het uitvoerend bewind . Figuur overgenomen van Ref.12, deel 11,
p.172. Engeland opende eind Augustus 1799 een noordelijk front
tegen Frankrijk, in Noord-Holland landde een Engels-Russisch leger.
Dit was tevens conform een oude belofte
††††† Volgens Von der Dunk, Ref.14, was de grondwet van 1798
moderner dan die van Thorbecke in 1848. .
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 18/ 35
aan de Prins van Oranje. Het schamele restant‡‡‡‡‡ van de
Bataafse vloot viel in handen van de Engelse vloot doordat de
matrozen aan het muiten sloegen bij het zien van de oranjevlaggen
op de Engelse schepen. Aanvankelijk verliep de invasie voorspoedig,
het Bataafse leger onder Daendels trok zich voornamelijk terug en
gaf Den Helder prijs met delen van Noord-Holland. De erfprins kwam
zelfs aan wal en probeerde een contrarevolutie te ontketenen. Dit
leidde tot niets. Uiteindelijk werd de invasiemacht vernietigend
verslagen bij Castricum. Een Franse generaal had inmiddels het
opperbevel overgenomen van een met Fransen versterkte
Frans-Bataafse strijdmacht. De Republiek was zwak gebleken tijdens
de invasie. De Bataafse Republiek was in naam onafhankelijk maar
werd gaandeweg gedomineerd door de Franse Republiek. Vooral na 1799
toen Napoleon consul werd
Fig.14, landing van een Engels-Russisch leger in Noord-Holland.
Figuur overgenomen uit Ref.12, deel 11, p.175. met een staatsgreep
in November 1799, werd de druk op de Bataafse Republiek opgevoerd
om een Frans gezind beleid te voeren. Dus de Bataafse revolutie
heeft slechts 3jaar geduurd. Het kwam tot een verzoening tussen
Orangisten en de gematigde Patriotten van de Bataafse republiek.
Dit werd in 1801 gesanctioneerd door de Prins van Oranje in de
zogeheten brief van Oraniënstein. 5. Verlies van zelfstandigheid en
restauratie 1799-1813 In September vond met de steun van Franse
troepen in September 1801 een derde staatsgreep plaats waarna een
nieuwe behoudende constitutie werd
‡‡‡‡‡ Al in October 1797 had de Bataafse vloot een dramatische
nederlaag geleden bij Camperduin.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 19/ 35
ingevoerd. In 1805 werd de grondwet weer veranderd in verband
met een sterk eenhoofdig bestuur van raadspensionaris
Schimmelpenninck. De oude titel raadspensionaris werd gehanteerd
als een aanduiding voor president. Het bestuur van Schimmelpenninck
voldeed niet en Napoleon§§§§§ benoemde zijn broer tot koning van
Nederland in 1806 met de opdracht het Continentaal Stelsel uit te
voeren. Dit handelsembargo was een gevolg van de Engelse
overwinning op de Franse vloot bij Trafalgar waardoor Engelse vloot
oppermachtig werd. Sinds 1568 (Filips II) had Nederland weer een
koning en weer een katholieke. Strikt genomen is Lodewijk Napoleon
de eerste koning van het Nederland met de min of meer huidige
grenzen.
Fig.15, Schimmelpenninck in ambtskostuum van raadspensionaris,
links, en Lodewijk Napoleon, rechts. Figuren overgenomen van
Ref.12, deel 11, p.178 en 183. Holland werd een van de diaree van
nieuwe koninkrijken zoals: Saksen, Beieren, Württemberg, Spanje,
Napels, en Westfalen. Lodewijk Napoleon koos Amsterdam als zetel,
met wat druk werd hem het stadhuis aangeboden als paleis. In 1808
verhuisde hij. Zijn vrouw, de koningin, waarmee hij een slechte
relatie had laat zich nauwelijks zien in Nederland. Lodewijk
Napoleon heeft zich gaandeweg geïdentificeerd met Nederland. Hij
deed zijn best om Nederlands te leren: ‘Ik ben konijn van Olland’.
Lodewijk Napoleon was geen imposante man, hij had een lidteken
boven zijn oog, een verlamde rechterhand, een kreupele loop ten
gevolge van een ongeluk, en later bleek dat hij ook nog aan syfilis
leed. Hij maakte zich populair onder meer bij de kruitramp in
Leiden en overstromingen, waar hij zandzakken zou hebben gevuld.
Hij greep niet in tegen
§§§§§ Napoleon was op zijn 24e al generaal, onderdrukte een
royalistische opstand in Parijs in 1795 en werd beroemd door een
veldtocht in Italië. Hij pleegde een staatsgreep in 1799 (hij was
toen 30jaar).
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 20/ 35
blokkadebrekers, maar keek weg. Tot in 1809 was er nog handel
met Engeland, ongeveer 10% van de Nederlandse export (via Noord
Duitsland of door smokkel). Lodewijk Napoleon was pronkzuchtig maar
stimuleerde wetenschap en kunsten. Al met al een wat omstreden maar
toch populaire koning, echter zijn broer was niet tevreden over
zijn optreden. In 1810 hield hij de eer aan zichzelf en deed
afstand ten behoeve van zijn 5jarig zoontje en vluchtte naar
Bohemen. Napoleon lijfde de republiek in bij Frankrijk. Na 1810
zakte de handel met Engeland in door het nu beter nageleefde
Continentaal Stelsel.
Fig.16, intocht van keizer Napoleon in Amsterdam in 1811. Figuur
overgenomen van Ref.12, deel 12, p.186. Nadat Napoleon verslagen is
in Leipzig in 1813 trokken geallieerden Nederland binnen. In 1813
bood Lodewijk Napoleon zelfs opnieuw zijn diensten aan. Door het
driemanschap Van Hogendorp, Van Duyn van Maasdam, en Van Limburg
Stirum werd een Algemeen Bestuur ingesteld in naam van de prins en
meldden de Franse autoriteiten dat de bezetting ten einde was. Dit
alerte ingrijpen van vooral van Van Hogendorp, voorkwam mogelijke
claims van Pruisen en Rusland in een bestuurlijk vacuum. Zij
vestigden een militair gezag, hielden de zaak draaiend en inden
zelfs belastingen. Het driemanschap zocht contact met de erfprins
in Engeland en boden hem aan om als ’souverein vorst’ terug te
komen. Een ontwerp grondwet was al eerder gemaakt door Van
Hogendorp, de verdiensten van deze politicus worden beschreven in
Ref.9, p.593-618. Willem Frederik, zoon van Willem V en erfprins,
had een besmette reputatie, Ref.7, p.113. Hij diende in 1795
(23jaar oud) als kapitein generaal en maakte bij het Staatse leger,
dat wegsmolt onder de Franse opmars, geen goede indruk. Hij
stimuleerde in 1799 de inval in Noord-Holland, dit werd een fiasco
omdat de bevolking niet reageerde. In 1801 probeerde hij een
schadevergoedingseis gehonoreerd te krijgen van de Republiek.
Vanuit Berlijn probeerde hij verzet tegen de Patriotten te
ontketenen, dit mislukte. Hij wilde daarna een deal met Napoleon
die bereid was 5 miljoen gulden te betalen voor zijn rechten op de
Republiek . Dit werd weer niks omdat hij weigerde toe te treden tot
de Rijnbond****** met zijn Duitse bezittingen. Dit ****** Een
confederatie van Duitse staten die ondergeschikt was aan
Napoleon.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 21/ 35
koste hem zijn erfgoederen die Napoleon hem afnam††††††. Zo werd
hij weer een tegenstrever van Napoleon. Twee Engelse fregatten
arriveerden op 30 November voor Scheveningen en de erfprins Willem
Frederik werd in stijl aan land gezet om een uur of vijf in de
middag door een barkas geroeid door Engelse matrozen met korte
grijze pruiken en hoge hoeden, Ref.16, p.60-71. Daarna ging de reis
naar Den Haag. Het beeld dat een soort volksfeest uitbrak is
waarschijnlijk onzin, het was donker (er was geen volle maan) en
langs de route was nauwelijks verlichting. De prins trad
voorzichtig en
Fig.17, Napoleontische rijk van 1812, de pijl wijst naar het
geconfisqueerde Nassau . Figuur overgenomen van Ref.15, p.186
schuchter op. Uiteindelijk bleek de verklaring dat de prins als
soeverein vorst der Nederlanden zou optreden met een constitutie,
acceptabel in brede kringen. De
†††††† In een artikel in het NRC van 25 April, 2013, p.16 wordt
de toewijzing door Napoleon in 1802 van het bisdom Fulda aan de
Oranjes genoemd ter compensatie van het verlies van de
Republiek.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 22/ 35
constitutie kwam er in 1814 maar dan wel voor België èn
Nederland en Willem werd Koning Willem I, de tweede koning van
Nederland na de 80-jarige oorlog.
Fig.18, de landing van Willem Frederik in Scheveningen. Figuur
overgenomen van Ref.8, p.360.
Fig.19.,Koning Willem I. Figuur overgenomen van Ref. 7, p.114..
6. Conclusie Rosendaal doet in zijn boeken Refs. 1 en 2 moeite om
de typische Nederlandse aspecten van de revolutie naar voren te
halen. Hij stelt dat de Bataafse revolutie was geïnspireerd door
een niet dogmatisch Christendom en gebaseerd op de Nederlandse
Verlichting. Het optreden van de revolutionairen was mild. In de
Franse
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 23/ 35
revolutie echter hoorde de dominante katholieke kerk bij de oude
orde en het optreden van de revolutionairen was extreem. Mij lijkt
dat Rosendaal het eigen Nederlandse karakter overdrijft. Er is van
een echte Nederlandse revolutie sprake in de periode 1781-1784.
Aansprekende nieuwe ideeën met wervende leiders waren er echter
niet. Van der Capellen kwam in de buurt maar uit bijvoorbeeld zijn
pamflet ‘Aan het Volk van Nederland’ bleek geen toekomstvisie. Na
de inval in 1794/1795 lieten de Fransen de Nederlandse politiek een
paar jaar met rust, maar die politiek werd wel sterk beïnvloed door
Franse ideeën. De ‘hulp’ van de Fransen aan de Patriotten was
aangemoedigd door de rijkdom van Nederland, zij vermeden onrust
onder de bevolking en extreme maatregelen om een kapitaalvlucht te
vermijden. De Franse bemoeienis nam toe tot er na 1799 geen sprake
meer is van een zelfstandig Nederland. Van Hogendorp is voor mij in
de periode 1781-1813 de zich ontwikkelende staatman die evolueert
van een Orangist tot een liberaal die op tijd in actie kwam in
1813. Hij had toen zijn ideeën voor de toekomst van Nederland op
een rijtje compleet met een ontwerpgrondwet. Al met al is de hier
beschreven periode, 1783-1813, geen stuk Nederlandse historie om
met trots op terug te kijken. De oude Republiek was aanvankelijk
verdeeld tot op het bot. De veranderingen werden ingeleid door Van
der Capellen en de eerste Patriotten. De Patriotten konden
uiteindelijk hun revolutie uitvoeren binnen de grenzen die door de
Fransen bepaald werden. Nadat de Fransen in 1813 verslagen waren
stond Van Hogendorp klaar om het nieuwe Nederland, dat sterk was
beïnvloed door de Fransen, te stabiliseren. Referenties 1) J.
Rosendaal, ‘De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, Volk en
Vaderland,1783-1799’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2005. 2)
J.G.M.M. Rosendaal, ‘Bataven ! Nederlandse Vluchtelingen in
Frankrijk 1787-1795’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2003. 3) J.
Rosendaal, ‘Zaltbommel: de Waal. De ‘Franse Winter’ van 1795’, in
M. Prak, ed., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de
Zeventiende en Achttiende Eeuw’, p.461-471, Uitgeverij Bert Bakker,
Amsterdam, 2006. 4) J. Rosendaal, ‘Den Haag: Binnenhof. Nederlands
Eerste Grondwet, 1798’, in M. Prak, ed., ‘Plaatsen van Herinnering,
Nederland in de Zeventiende en Achttiende Eeuw’, p.485-494,
Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006. 5) P. Geyl, ‘Geschiedenis
van de Nederlandse Stam. Deel III (1751-1798)’, Wereld-Bibliotheek
N.V., Amsterdam-Antwerpen, 1959. 6) P. van ’t Veer, ‘Daendels,
Maarschalk van Holland’, W. de Haan, Zeist, 1963. 7) G. Graddesz
Hellinga, ‘Geschiedenis van Nederland. De Canon van Ons Vaderlands
Verleden’, Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, Zutphen, 2007.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 24/ 35
8) P. Brood, R. Kok, J. Krom, G. Mak, E. Somers, B. Speet en R.
van Stipriaan, ‘Beslissende Momenten Uit de Vaderlandse
Geschiedenis. De 25 Dagen Van Nederland’, Waanders Uitgevers,
Zwolle, 2005. 9) J. & A. Romein, ‘Erflaters van Onze
Beschaving. Nederlandse Gestalten Uit Zes Eeuwen’, Querido’s
Uitgeverij B.V., Amsterdam, 1979. 10) S.Klein, ‘Hekendorp: de
Goejanverwellesluis. Hollands Drama aan de IJssel’, in M. Prak,
ed., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Zeventiende en
Achttiende Eeuw’,p.449-459, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam,
2006. 11) A.Meddens-van Borselen,’De aanhouding van Wilhelmina van
Pruisen door de Commissie van Defensie te Woerden in 1787’.
Internetpublicatie als Appendix C toegevoegd. 12) ‘De Algemene
Geschiedenis der Nederlanden’, 15 delen, Fibula-Van Dishoek,
Haarlem 1980. 13) E.H. Kossman, ‘De Lage Landen 1780/1980. Twee
Eeuwen Nederland en België, Deel I , 1780-1914’, Elsevier,
Amsterdam/Brussel, 1986. 14) T. von der Dunk, ‘Amsterdam: Paleis op
de Dam’, p.22-35, in J. Bank en M. Mathijsen, eds., ‘Plaatsen van
Herinnering, Nederland in de Negentiende Eeuw’, Uitgeverij Bert
Bakker, Amsterdam, 2006. 15) K. Santon & L. MacKay, ‘Grote
Atlas van de Wereldgeschiedenis’, vertaling uit het Engels,
Parragon Books Ltd., Bath, 2006. 16) J. van Zanten, ‘Het Strand van
Scheveningen. De Aankomst van Koning Willem I op 30 November’,
p.60-71 in, J. Bank en M. Mathijsen, eds., ‘Plaatsen van
Herinnering, Nederland in de Negentiende Eeuw’, Uitgeverij Bert
Bakker, Amsterdam, 2006.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 25/ 35
Appendix A
A1)
Geschiedenis: Wat onze kinderen zingen woensdag 19 maart 2008
14:18
Internetpublicatie van Elsevier Weekblad.: elsevier.nl.
Marjanneke en de Bataafse Republiek Hop Marjanneke Hop
Marjanneke, stroop in het kanneke, Laat de poppetjes dansen. Eerst
was
hier de prins (pruis) in het land, En nu die kale Fransen.
In 1794, vijf jaar na de Franse revolutie, verjagen Nederlandse
patriotten met hulp van Franse troepen het orangistische bewind
onder stadhouder Willem V (1748-1806). In 1795 neemt hij de benen
naar Engeland en roepen de patriotten de Bataafse Republiek uit.
Hiernaar verwijst
Hop Marjanneke . Marjanneke zou komen van Marianne, symbool voor
Frankrijk, en de prins was de prins van Oranje: Willem V.
In plaats van ‘prins’ wordt ook weleens ‘pruis’ gezongen. Ook
dat is te verklaren: de koning van Pruisen was de zwager van Willem
V. In 1787 had Willem met hulp van een Pruisisch leger de
patriotten verjaagd. Met ‘kale Fransen’ werden de Franse troepen
bedoeld die de
Bataafse Republiek opnieuw moest uitrusten – als vergoeding voor
de Franse hulp. Neerlandica Heleen van den Bos liet in haar
scriptie zien dat bij sommige varianten het versje
geen politieke, maar sociale satire is op de brave huisman: ‘hij
roert de pap/hij wiegt ‘t kind/en laat zijn vrouwtje dansen’
A2)
Gastenboek voor de subdomeinen kinderliedjes, volksliedjes en
songteksten van de website In de Overtuin
'op Mari'anneke str'op in't han(d)eke l'aat 'e pop'etjes
dan'se'! Eerst was er de Pruu's in 't land en nu die k'ale
Franse.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 26/ 35
APPENDIX B, Stadhouders, pensionarissen, en landsadvocaten.
Onder Philips II was een stadhouder de vertegenwoordiger van de
koning. Ieder van de gewesten kon een aparte stadhouder hebben maar
combinaties kwamen voor. Bijvoorbeeld: Willem van Oranje was
benoemd als stadhouder voor Holland, Zeeland en Utrecht. In de
Republiek werden stadhouders in de praktijk door de gewesten
benoemd en eventueel bevestigd door de Staten-Generaal. De
stadhouder had een stem in de benoeming van stadsbesturen en trad
op als legeraanvoerder. De gewesten konden ook zonder stadhouder
functioneren. Naarmate de opstand vorderde gaven de gewesten de
voorkeur aan dezelfde persoon, de prins van Oranje. Er zijn
constant spanningen geweest tussen de soevereine gewesten en de
prins die er van werd verwacht naar soeverein (alleen heersend)
gezag te streven. Bij het overlijden van Willem II gaven
verschillende gewesten de voorkeur aan het zonder een stadhouder te
doen. Echter in 1672 toen de Republiek van alle kanten werd
aangevallen herstelden de Staten het stadhouderschap. Na de
kinderloze dood van Willem III hadden de gewesten Holland, Zeeland,
Utrecht, en Overijssel geen stadhouder. Een oorlog met Frankrijk in
1747 was aanleiding het stadhouderschap te herstellen. De Friese
stadhouder Willem IV werd erfstadhouder van alle gewesten. Na zijn
dood volgende de minderjarige zoon Willem V hem op. Huwelijken met
koninklijke families in Engeland en Pruisen en door uitgebreide
hofhoudingen verraadden ambities om als vorsten te regeren. Door
Willem III en Willem IV zijn regeringsreglementen afgedwongen met
onder vergaande invloed van de stadhouder omtrent de benoeming van
regenten. Een pensionaris was een juridisch raadsman van een stad
en afgevaardigde naar de Statenvergadering. Hij was een permanent
ambtenaar en kon dus grote invloed hebben bij de wisseling van het
bestuur. Oldenbarnevelt was pensionaris van Rotterdam en werd
landsadvocaat van Holland en trad dus op voor Holland en gezien de
positie van Holland meestal ook voor de gehele Republiek.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 27/ 35
APPENDIX C, Internetpublicatie van A. Meddens-van Borselen
De aanhouding van Wilhelmina van Pruisen door de Commissie van
Defensie te Woerden in 1787.
"Ik zal dit in uwe ogen doen druipen"
Inleiding
De politieke tegenstelling tussen Oranjegezinden en patriotten
in de Republiek leidde in 1787 tot een burgeroorlog. Terwijl de
Oranjegezinden in de provincies Gelderland en Utrecht in de
meerderheid waren, hadden de patriotten in het gewest Holland en de
stad Utrecht de overhand. De patriotten richtten in juni 1787 een
speciale commissie op om Holland in staat van verdediging te
brengen. In dit artikel zullen de ideeën en de samenstelling van
beide groeperingen niet aan de orde komen, maar zal de geschiedenis
van de Hollandse Commissie van Defensie te Woerden en de aanhouding
van Wilhelmina van Pruisen door deze Commissie centraal
staan.(1)
De oprichting van de Commissie
In de tweede helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw
maakten de patriotten zich meester van het bestuur in de provincie
Holland. Zij probeerden de macht van Willem V te verzwakken door
hem een aantal belangrijke functies te ontnemen. Zo verloor hij in
1785 naar aanleiding van het Oranjeoproer in 's-Gravenhage het
commando over het garnizoen aldaar. De prins reageerde hierop door
met zijn gezin Den Haag te verlaten en zich met hen in Nijmegen te
vestigen. Een jaar later werd hem door de Staten van Holland de
functie van kapitein-generaal ontnomen naar aanleiding van de
aanval van de Oranjegezinde troepen op de Gelderse stadjes Hattem
en Elbrug.
In mei 1787 vond een gebeurtenis plaats in de provincie Utrecht,
die voor de Hollandse patriotten aanleiding was om een speciale
defensiecommissie op te richten. In opdracht van de Staten van
Utrecht voerde het leger van generaal F.A. van Efferen in mei 1787
een aanval uit op de plaatsen Vreeswijk, Harmelen en Maarsen met de
bedoeling de stad Utrecht van haar bondgenoot Holland te isoleren
door de wegen naar Amsterdam en Den Haag te bezetten.(2) Deze
aanval mislukte doordat de troepen van de stad Utrecht met steun
van Hollandse soldaten erin slaagden de invallers te verjagen en
had tot gevolg dat de vroedschap van Utrecht op 7 juni 1787 kolonel
Frederik rijngraaf van Salm aanstelde tot generaal en bevelhebber
van de troepen van de stad.(3) De Amsterdamse afgevaardigden in de
vergadering van de Staten van Holland stelden voor om een commissie
van defensie op te richten, die de provincie Holland en de stad
Utrecht moest verdedigen tegen de in de provincies Utrecht en
Gelderland gelegerde troepen van de stadhouder Willem V.(4) Op 12
juni 1787 nam de patriottische meerderheid in de Statenvergadering
van
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_1_#N_1_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_2_#N_2_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_3_#N_3_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_4_#N_4_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 28/ 35
Holland het voorstel voor het oprichten van een commissie van
defensie aan. In deze commissie werden benoemd: Daniël J. Canter
Camerlingh (1754-1816),(5) lid van de vroedschap van Haarlem en
hoofd van het vrijcorps aldaar, Franciscus G. Blok (1749-1812), lid
van de vroedschap van Leiden,(6) Martinus van Toulon (1736-1818),
burgemeester en lid van de vroedschap van Gouda,(7) Cornelis van
Foreest (1756-1825), lid van de vroedschap van Alkmaar (8) en Jan
de Witt (1755-1809), lid van de vroedschap van Amsterdam.(9)
Hendrik Costerus, zoon van de burgemeester van Woerden werd tot
secretaris benoemd. De Commissie koos als standplaats Woerden uit
en verbleef in het kasteel aldaar.
De troepen die door de provincie Holland betaald moesten worden,
waren sinds 1786 in Woerden gelegerd. Zij stonden onder het bevel
van de generaal-majoor A.van Rijssel.(10) Tevens werd in dat jaar
op initiatief van de stadspensionarissen C.de Gijselaar uit
Dordrecht, E. van Berckel uit Amsterdam en A. Zeebergh uit Haarlem
getracht om uit de stedelijke vrijcorpsen een behoorlijk leger
samen te stellen, dat aan de oost- en zuidgrens van Holland zou
moeten worden gelegerd.(11)
De werkzaamheden van de Commissie
De taak van de Commissie was niet eenvoudig. Het leger was sterk
verwaarloosd en veel militairen waren gedeserteerd.(12) Franciscus
Blok, zoals gezegd lid van de Commissie, schreef dat de Commissie
ter verdediging van de provincie slechts over 5500 man beschikte en
dat de troepen half bewapend en "ongedresseerd" waren.(13) Om het
tekort aan troepen op te vangen liet de Commissie een aantal
inundaties voorbereiden, waaronder die in de Alblasserwaard en de
omgeving rond Gorinchem en het gebied tussen Muiden en Naarden.(14)
In augustus 1787 stelde de Amsterdamse patriot Balthasar Elias
Abbema, lid van het Defensiewezen van de stad Amsterdam: "Het is
buiten twijfel dat onze magt niet bestant is tegen die van de
Prins, wanneer die door eenige duizenden buitenlandsche troupen
ondersteund zoude worden. Dus hangt de zaak enkel hier van af, dat
wij ons door het water beveiligen. Deze lijn van verdediging is
precies dezelve als die in het jaar 1629, toen Prins Frederik
Hendrik 's-Hertogenbosch beleggende, tegen de Spaanschen".(15) In
aller ijl wierf de Commissie troepen voor de bestaande compagnieën
en werden nieuwe regimenten opgericht. Voor de verdediging op de
rivieren stelde zij de Rotterdamse makelaar Nicolaas Montauban van
Zwijndrecht aan tot commissaris, die in opdracht van de Commissie
schepen aankocht en deze tot oorlogsschepen liet ombouwen.(16)
Tevens fungeerde hij als intermediair tussen de commandanten van de
oorlogsschepen en de Commissie te Woerden.(17) De schepen lagen op
de rivieren voor de plaatsen IJsselmonde, Hellevoetsluis,
Dordrecht, Vianen, het slot Loevestein en in de Zuiderzee. Voorts
trad de Commissie op tegen Oranjegezinden die oranje bloemen
(goudsbloemen) en linten droegen en trachtte de leden van
vrijcorpsen tegen aanvallen van leden van Oranjesociëteiten te
beschermen. Aanvoerders van Oranjeoproeren werden gearresteerd en
voor het gerecht gebracht.(18)
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_5_#N_5_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_6_#N_6_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_7_#N_7_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_8_#N_8_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_9_#N_9_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_10_#N_10_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_11_#N_11_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_12_#N_12_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_13_#N_13_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_14_#N_14_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_15_#N_15_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_16_#N_16_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_17_#N_17_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_18_#N_18_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 29/ 35
De aanhouding van Wilhelmina van Pruisen
De aanhangers van Oranje wilden zich niet bij de situatie
neerleggen. Zij vonden dat de stadhouder het zich niet langer kon
permitteren in Gelderland te blijven. James Harris, de Engelse
gezant, en Gijsbert Karel van Hogendorp, beiden raadslieden van
Willem V, bereidden daarom de terugreis van de stadhouder naar Den
Haag voor en hoopten hiermee zijn machtsherstel te bespoedigen.
Willem V was echter niet bereid te gaan tenzij de Staten van
Holland hem daartoe zouden uitnodigen.(19) Zijn echtgenote prinses
Wilhelmina besloot toen om zelf naar Den Haag te gaan. Zij schreef
later in een brief aan de raadpensionaris Pieter van Bleiswijk, dat
het doel van haar reis was om mee te werken aan het herstel van de
rust en vrede teneinde een burgeroorlog te voorkomen.(20) De reis
werd goed voorbereid. Op 28 juni 1787 ging prinses Wilhelmina via
Nijmegen, Tiel, Nieuwpoort en Schoonhoven op weg naar de vroegere
residentie.(21)
Cornelis de Lange van Wijngaarden, schepen en lid van de
vroedschap van Gouda en commandant van het vrijcorps van Gouda, was
inmiddels door twee leden van dit genootschap op de hoogte gesteld
van de voorgenomen reis van de Prinses. Vlak voor het schrijven van
dit artikel verkreeg het Rijksarchief in Zuid-Holland een
aanvulling op het archief van De Lange van Wijngaarden. In deze
aanvulling op het archief bevindt zich een handgeschreven document
getiteld "Anecdotes historiques et politiques" waarmee nu -bij mijn
weten voor het eerst- kan worden aangetoond dat de patriotten op de
hoogte waren gebracht van de komst van de prinses. In de
"Anecdotes" schreef De Lange hierover dat enkele leden van de
Oranjesociëteit te Haastrecht, die ingelicht waren over de reis,
hun mond voorbijgepraat hadden: ... "mais la commission des états
pour la défense de Hollande et la ville d' Utrecht... ce n'est pas
elle qui a découvert ni moi meme l'entreprise du voyage de la
princesse. Ce sont les Orangistes Anson et Muscaput, bourgeois de
Haastrecht, qui l'ont dévolé par imprudence a quelques citoyens
patriotes".(22) Op verzoek van de Commissie van Defensie ging De
Lange van Wijngaarden met zijn manschappen naar de
Goejanverwellesluis, aangezien deze door desertie van troepen
onbewaakt was. Hij schreef later: "Si j'avais refusé il est très
possible que la Princesse aurait fait son chemin sans obstacle
puisque'un autre officier qui aurait en la meme audace n'aurait
peut etre pas été bien informé, de ce qui se passait."(23)
Voor de komst van de prinses waarschuwden enkele leden van het
vrijcorps hem, dat er in Haastrecht vijftien paarden waren besteld.
Dit aantal kon alleen voor een buitenlandse vorst of voor de
stadhouder of zijn familie bestemd zijn. Het vrijcorps van Gouda
kreeg de opdracht om naar Bonrepas te gaan en daar deze personen
aan te houden en hun identiteit te achterhalen. Zo gebeurde het dat
Wilhelmina met haar gevolg aan het riviertje de Vlist tussen
Schoonhoven en Haastrecht werd aangehouden. Zij werd naar de
vlakbij de Goejanverwellesluis gelegen boerderij van Adriaan
Leeuwenhoek gebracht, waar De Lange van Wijngaarden, als commandant
van het vrijcorps van Gouda, ingekwartierd was. Inmiddels was ook
de Commissie van Defensie te Woerden ingelicht. In afwachting van
de komst van de Commissie van Defensie bewaakte Daniël van Genderen
met getrokken sabel het gezelschap .(24) Tijdens het eten en
drinken ging deze Van Genderen bij het gezelschap aan tafel zitten.
"Hij kende de vormen zo weinig, dat hij zich bij de Prinses
neerzette; een vergrijp dat zij hem van harte vergaf, wel ziende
dat het geen kwade kerel was".(25)
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_19_#N_19_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_20_#N_20_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_21_#N_21_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_22_#N_22_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_23_#N_23_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_24_#N_24_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_25_#N_25_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 30/ 35
's-Avonds arriveerde de Commissie van Defensie. Zij weigerde de
Prinses doorgang te verlenen zonder goedkeuring van de Staten van
Holland en stelde haar voor om de nacht op het kasteel van Woerden
door te brengen. De Prinses besloot om de beslissing in Schoonhoven
af te wachten, waarheen zij door twee leden van de Commissie werd
begeleid. Bij het verlaten van de boerderij zei zij in het
voorbijgaan tegen het commissielid Daniël Canter Camerlingh " Ik
zal dit in uwe ogen doen druipen", waarop zij als antwoord kreeg:
"daar zijt gij niet in staat toe mevrouw".(26) De volgende dag
keerde zij naar Nijmegen terug en schreef haar broer, Frederik
Willem II, koning van Pruisen, om hem over deze gebeurtenissen in
te lichten.
De patriotten bleven op hun hoede en hielden er rekening mee,
dat Wilhelmina nog eens een poging zou wagen om naar de voormalige
residentie te reizen. Op 6 september 1787 meldde Daniël van
Genderen vanuit Goejanverwellesluis, dat er een gerucht ging, dat
de Prinses wederom in aantocht was. Zij zou dit maal bij Nieuwpoort
voor een lijkkoets paarden besteld hebben en meende men, "onder het
voorwendsel eener afgestorvenen naar Delft te brengen, eene
doortogt zoude trachten te baanen".(27)
Het document "Anecdotes historiques et politiques" van de Lange
van Wijngaarden werpt mijns inziens een nieuw licht op de reis en
de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen. Zoals gezegd schreef
Cornelis de Lange dat men door onvoorzichtigheid van twee
Oranjeaanhangers, van wie hij de namen kende, op de hoogte was
gesteld van de reis van de prinses. Het is zeer aannemelijk dat zij
met opzet deze informatie lieten uitlekken. Door bestelling van
vijftien verse paarden bij Haastrecht gaven de Oranjegezinden
tevens aan waar Wilhelmina de grens van Holland zou oversteken.
Alleen een buitenlandse vorst of de stadhouder gebruikte zo'n groot
aantal paarden. Zo zorgde de Oranjepartij dat de komst van de
prinses niet onopgemerkt bleef.
Indien een incident met de patriotten was uitgebleven dan was
zij naar 's-Gravenhage doorgereisd in de hoop dat zij door haar
komst een opstand van de aanhangers van Oranje tegen het
patriottenbewind kon provoceren. Na haar aanhouding vond de prinses
het ook niet noodzakelijk de beslissing van de Staten van Holland
af te wachten en keerde de volgende dag naar Nijmegen terug. Zij
had met de aanhouding door de patriotten haar doel bereikt. Door
het incident bij de Goejanverwellesluis kon haar broer in Pruisen
haar niet langer zijn hulp weigeren.
De komst van de Pruisen
Frederik Willem II, koning van Pruisen, beschouwde de aanhouding
van zijn zuster als een belediging en eiste genoegdoening van de
Staten van Holland. De Pruisische gezant F.W.von Thulemeier
overhandigde op 9 september een ultimatum van zijn koning aan de
Hollandse raadpensionaris Pieter van Bleiswijk.(28) Op 13 september
trok een leger van 20.000 Pruisische soldaten onder aanvoering van
K.W.F. hertog van Brunswijk (een neef van Lodewijk van Brunswijk
"de dikke hertog") de Republiek binnen. Het rukte met drie colonnes
tegelijk op en zij bereikte op 15 september reeds de eerste
belangrijke vesting Vianen, die echter ontruimd bleek. Alleen vanaf
het water ondervond men enige tegenstand van de patriotten. Op de
rivier lag het fregatschip "De Waakzaamheid", dat door de Commissie
van Defensie voor de verdediging van Vianen was aangekocht. Door de
lage waterstand lag het vast,
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_26_#N_26_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_27_#N_27_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_28_#N_28_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 31/ 35
zodat het slechts onder één hoek op de naderende Pruisische
troepen kon vuren. Om diezelfde reden was de inundatie daar
eveneens mislukt.(29) Ook in Vreeswijk en Leerdam ondervonden de
Pruisen weinig of geen tegenstand van de patriotten.
De verdediging door de patriotten
De voorbereidingen voor de verdediging door de Commissie van
Defensie waren half september nog niet gereed. Veel inundaties
waren nog niet uitgevoerd.
De rijngraaf Frederik van Salm deelde de Commissie mee, dat hij
niet in staat was om de stad Utrecht te verdedigen. Daarom gaf de
Commissie hem op 14 september het bevel om in uiterste nood de stad
te verlaten en zijn troepen naar Holland terug te trekken. In de
nacht van 15 op 16 september besloot hij reeds, met achterlating
van munitie en geschut, om met zijn manschappen de stad te verlaten
en naar Amsterdam te vluchten. Later schreef F.G.Blok dat de
rijngraaf het bevel van de Commissie had gebruikt tot voorwendsel
om de stad te verlaten. Door het vroegtijdig vertrek en de
achterlating van munitie en geschut hadden de inwoners van Utrecht,
die de munitie en geschut hadden bekostigd, veel schade geleden. De
Pruisen konden zonder slag of stoot de stad binnentrekken. Volgens
F.G. Blok, had de terugkeer van de stadhouder geenszins van die
ontruiming afgehangen, maar was deze er alleen enige dagen door
vervroegd.(30)
In de rest van het gewest Holland ging het met de verdediging
niet veel beter. Kolonel A.Ph. van der Capellen, commandant te
Gorinchem, meldde op 16 september aan de Commissie dat de situatie
aldaar ellendig was, aangezien er niet een soldaat was, die een
kanon kon bedienen.(31) Vlak voor de komst van de Pruisische
troepen deed zich een incident voor op het oorlogsschip "De Spion",
dat voor Loevestein lag. De commandant, Witte van Dam, werd door de
luitenant-ter-zee, H.W. Smith, overgehaald om naar de stadhouder
over te lopen en het schip naar de Gelderse wateren te varen. De
tweede luitenant-ter-zee, P. van Aardenburg, wist dit echter op het
laatste moment te voorkomen. De overlopers werden gearresteerd.
Toen de Pruisen een week later dit gebied veroverden, werden Witte
van Dam en H.W. Smit bevrijd en als helden geëerd. P. van
Aardenburg werd gearresteerd en verbannen.(32)
Toen Daniël Canter Camerlingh en Martinus van Toulon, op 17
september in Woerden arriveerden van een reis uit Rotterdam, waar
ze de manschappen op de oorlogsschepen de eed van trouw hadden
afgenomen, bleken Jan de Witt, Cornelis van Foreest en Franciscus
Blok, de andere leden van de Commissie, de dag daarvoor al naar
Amsterdam te zijn gevlucht. Later schreef Van Toulon in zijn korte
autobiografie dat zij Woerden heimelijk "als particuliere
reizigers" hadden moeten verlaten, aangezien het volk vanwege de
evacuatie van Utrecht, zeer ontevreden over de Commissie was.(33)
Zij voegden zich bij de andere leden van de Commissie in Amsterdam.
Daar bood Jan de Witt in zijn woning de Commissieleden een maaltijd
aan "waarop zij elkanderen aandoenlijk bedanken voor de zoo goede
harmonie, vriendschap, hulp en adsistentie onderling betoond en
nemen van elkanderen niet zonder 't storten van tranen afscheid,
onder toewensching van de goddelijke bewaring en bijstand in deze
zoo netelige en critique omstandigheden".
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_29_#N_29_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_30_#N_30_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_31_#N_31_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_32_#N_32_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_33_#N_33_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 32/ 35
Intussen leidde de ontevredenheid over de Commissie en andere
patriotten tot uitbarstingen; onder andere werden op 17 september
in Gouda het huis van Martinus van Toulon op de Turfmarkt en het
huis van De Lange van Wijngaarden op de Haven geplunderd en
vernield. In het huis van Martinus van Toulon werd de wijnvoorraad
door de plunderaars duchtig aangesproken. Van het huis van Daniël
van Genderen op de Tiendeweg te Gouda werden de ruiten
ingegooid.(34)
De terugkeer van Willem V naar 's-Gravenhage
Op 18 september herstelden de Staten van Holland Willem V in
zijn functies van kapitein-generaal en commandant van het garnizoen
te 's-Gravenhage. Twee dagen later keerde hij op hun verzoek terug
naar Den Haag en werd de Commissie van Defensie ontslagen. In
verband daarmee kreeg zij de opdracht een verantwoording van de
werkzaamheden te schrijven.(35) Tevens werden de leden van de
Commissie en De Lange van Wijngaarden te zamen met tien andere
patriotten op verzoek van prinses Wilhelmina voor "althoos" uit hun
ambten ontzet.(36) Dit "althoos" bleek van korte duur te zijn. Na
de inval van de Fransen in 1795 voelde Willem V zich genoodzaakt om
met zijn gezin naar Engeland te vluchten en keerden de leden en de
andere patriotten die in 1787 uit hun ambt waren gezet, terug naar
de Republiek, om nieuwe bestuursfuncties te vervullen.
De patriotten vluchten het land uit
De rijngraaf van Salm werd op 20 september voor het laatst
gezien op de Overtoom bij Amsterdam. In december 1788 werd hij
wegens desertie bij verstek door het Hof van Holland veroordeeld en
uit de provincie Holland verbannen.(37) Waarschijnlijk is hij naar
Frankrijk uitgeweken. Jan de Witt emigreerde eind september 1787
naar Frankrijk en keerde met de komst van de Fransen in 1795 terug
in Holland, om weer een ambt in het stadsbestuur van Amsterdam te
vervullen.(38) Franciscus G.Blok vluchtte in dezelfde tijd uit
Holland. Hij verbleef korte tijd in Brabant om zich daarna
tijdelijk in Antwerpen te vestigen.(39) In 1788 keerde hij terug in
Leiden waar hij een advocatenpraktijk uitoefende,en hij in 1798 tot
baljuw werd benoemd.(40) Martinus van Toulon en Daniël Canter
Camerlingh durfden eind 1787 niet naar hun woonplaats terug te
keren en waren ondergedoken in Amsterdam. In november 1787 gelastte
het stadsbestuur hen de stad binnen 48 uur te verlaten. Van Toulon
week uit naar Haarlem om vervolgens in december van dat jaar terug
te keren in zijn huis te Gouda. Aangezien hij in zijn tuin werd
uitgescholden en met stenen en dakpannen werd bekogeld, keerde hij
in januari 1788 opnieuw "op bedekte wijze" terug naar Haarlem. In
maart vertoonde hij zich weer in zijn woonplaats op straat en in de
kerk. In mei 1788 vluchtten Canter Camerlingh, Van Foreest en Van
Toulon incognito alsnog naar Brussel, aangezien zij door het Hof
van Holland gedagvaard werden. In Brussel ontmoetten zij vele
andere uitgeweken patriotten. Pas in september 1788 keerde Van
Toulon definitief in zijn woonplaats terug, nadat zijn vrouw hem
had bericht dat men wat gunstiger over de Commissie begon te denken
"en mogelijk het verzoek van de procureur-generaal van het Hof van
Holland tegen dezelve wel aan de spijker zou blijven hangen".(41)
Martinus van Toulon oefende zijn ambt van ontvanger van de
convooien en licenten van de Admiraliteit op de Maze tot 1811
uit.
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_34_#N_34_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_35_#N_35_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_36_#N_36_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_37_#N_37_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_38_#N_38_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_39_#N_39_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_40_#N_40_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_41_#N_41_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 33/ 35
Daniël Canter Camerlingh werd in 1795 lid van de municipaliteit
en werd later tot schout van Haarlem benoemd.(42) Ook Cornelis van
Foreest bekleedde na de revolutie in 1795 tot aan zijn dood in 1825
verschillende bestuursfuncties.(43)
De eindverantwoording van de Commissie Zoals reeds werd vermeld
had de Commissie in 1787 van de Staten van Holland de opdracht
gekregen om een rapport samen te stellen, waarin zij verantwoording
voor hun werkzaamheden moesten afleggen. In oktober 1787 kwam de
financiële verantwoording gereed.(44) Met de bestuursverandering in
1795 verviel de verplichting om het verslag af te ronden. Toch
meenden de leden van de voormalige Commissie dat zij zich in een
uitgebreid verslag moesten verdedigen. Zij voltooiden dit
'Omstandig Verslag', waarin zij de gebeurtenissen van 1787
verwerkten, echter pas in 1803.(45) Referenties 1. A.Meddens-van
Borselen, Inventaris van het archief van de Commissie van Defensie
te Woerden, 1787 (inleiding) ('s-Gravenhage 1984)
2. H.T. Colenbrander, De patriottentijd, hoofdzakelijk naar
buitenlandse bescheiden III ('s-Gravenhage 1899) 188-189.
3. A. van Hulzen, Utrecht in de patriottentijd (Zaltbommel 1966)
232-273.
4. Rijksarchief in Zuid-Holland (RAZH) Archief Commissie van
Defensie, nr.12.
5. P.C. Molhuijsen en P.J. Blok, Nieuw Nederlands Biografisch
Woordenboek VII (NNBW) (Leiden 1911) 269.
6. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad III De
Republiek ('s Gravenhage 1916) 142, 342-375.
7. NNBW V, (Leiden 1921) 957.
8. NNBW I, (Leiden 1911) 877.
9. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 578-1795 II
(Amsterdam 1947) 985.
10. R. Fruin en H.T. Colenbrander, Geschiedenis der
Staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek
('s-Gravenhage 1980) 353.
11. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad , De
Republiek III ('s-Gravenhage 1916) 365.
12. J.S. Bartstra, Vlootherstel en legeraugmentatie 1770-1780
(Assen 1952) 1-196.
13. brief van F.G.Blok in: P.Ph.J. Quint Ondaatje, Bijdrage tot
de geschiedenis van de omwenteling van 1787 (Duinkerken 1791) 19
.
14. RAZH, Commissie van Defensie, nrs. 302-317.
http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_42_#N_42_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_43_#N_43_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_44_#N_44_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_45_#N_45_
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 34/ 35
15. Algemeen Rijksarchief (ARA), Tweede afdeling, archief Dumont
Pigalle, nr. 92.
16. W.F. Lichtenauer, "Parallelle levens in de nieuwe
geschiedenis. Twee Rotterdamse makelaars als amateurs in politiek
en krijgskunde: de twee achterneven N. Montauban van Zwijndrecht en
L.Zwijndrecht" Rotterdamse jaarboekje (1956) 91-164.
17. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 210-247.
18. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 209, 201 en
208.
19. C.H.E. de Wit, De Nederlandse revolutie van de achttiende
eeuw 1780-1787, oligarchie en proletariaat (Oirsbeek 1974) 99.
20. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden nrs. 280 en
452-455.
21. H.T. Colenbrander, De Patriottentijd III 220-227.
22. RAZH, De Lange van Wijngaarden "Anecdotes historiques et
poltiques" nr. 51 f.4v.
23. RAZH, De Lange van Wijngaarden: in "Anecdotes historiques et
politiques" nr.51 f5.
24. RAZH, Commissie van Defensie te woerden nrs. 183 en
284-285.
25. H.T. Colenbrander III De Patriottentijd III 226.
26. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog nr.168
Levensbeschrijving van Martinus van Toulon, lid van de Commissie
van Defensie te Woerden.
27. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr. 184.
28. RAZH, Staten van Holland na 1572, nr.1169.
29. P.Kroeger, "Zuid-Holland en de Pruisische inval",
Tijdschrift Zuid-Holland 7 (1961) 1-23 en RAZH, Commissie van
Defensie te Woerden, nr.238.
30. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr.6 en
P.Ph.J.Quint Ondaatje, Bijdrage tot de geschiedenis der omwenteling
van 1787 (Duinkerken 1791) 12-39 o.a. brief van F.G.Blok, voormalig
lid van de Commissie van Defensie te Woerden, dd 21 december 1787
geschreven vanuit Antwerpen.
31. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr.320.
32. W.F. Lichtenauer, "Parallelle levens in de nieuwe
geschiedenis. Twee Rotterdamse makelaars als amateurs in politiek
en krijgskunde: de twee achterneven N. Montauban van Zwijndrecht en
L.Zwijndrecht" Rotterdamse jaarboekje (1956) 91-164.
-
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799
blz. 35/ 35
33. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog, nr. 168.
34. J.Smit, Een regentendagboek uit de 18de eeuw Bijdrage
oudheidkundige kring Die Goude 10 (1957), 822-823.
35. H.T Colenbrander, De Patriottentijd III 269-272.
36. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 249-250.
37. RAZH, Hof van Holland, nr. 5539-6.
38. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795 II
985.
39. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog, nr. 168.
40. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad III 345-378
en IV 39 en 76.
41. ARA, Tweede afdeling , Toulon van der Koog, nr. 168.
42. NNBW VII, 269.
43. NNBW I 877.
44. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr. 254.
45. Het verslag bevindt zich in het Rijksarchief in Zuid-Holland
in het archief van de Commissie van Defensie te Woerden,
nr.280.
Appendix AA1)Geschiedenis: Wat onze kinderen zingenInleidingDe
oprichting van de CommissieDe werkzaamheden van de CommissieDe
aanhouding van Wilhelmina van PruisenDe komst van de PruisenDe
verdediging door de patriottenDe terugkeer van Willem V naar
's-GravenhageDe patriotten vluchten het land uitDe
eindverantwoording van de Commissie