DE INVLOED VAN EEN KWALITEITSLABEL OP DE NETTO RENTABILITEIT IN DE VLAAMSE KINESECTOR Aantal woorden: 8 699 Lander Lisabeth 01403946 Promotor: Prof. dr. Philippe Van Cauwenberge Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master of Science in Business Economics Afstudeerrichting Accountancy Academiejaar: 2017 - 2018
40
Embed
DE INVLOED VAN EEN KWALITEITSLABEL OP DE NETTO … · 1.3 Verloning Kenmerkend voor de sector en vaak onderwerp van discussie is de verloning van de kinesitherapeut. De fysiotherapeut
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
DE INVLOED VAN EEN
KWALITEITSLABEL OP DE NETTO
RENTABILITEIT IN DE VLAAMSE
KINESECTOR
Aantal woorden: 8 699
Lander Lisabeth 01403946
Promotor: Prof. dr. Philippe Van Cauwenberge
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van:
Master of Science in Business Economics
Afstudeerrichting Accountancy
Academiejaar: 2017 - 2018
VERTROUWELIJKHEIDSCLAUSULE
Een A-4 met één van volgende clausules dient opgenomen te worden in de masterproef.
Add one of the following clauses in the master’s dissertation.
PERMISSION
Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of
gereproduceerd worden, mits bronvermelding.
I declare that the content of this Master’s Dissertation may be consulted and/or reproduced,
provided that the source is referenced.
Naam student: Lander Lisabeth
I
Voorwoord
Om mijn masterdiploma in de bedrijfseconomie met als afstudeerrichting accountancy te behalen
diende ik aan het begin van het academiejaar een onderwerp te kiezen om een thesis over te schrijven.
Na enkele onderwerpen tegen elkaar afgewogen te hebben, heb ik gekozen voor datgene waarmee ik
de meeste affiniteit heb ‘rentabiliteit in de Vlaamse kinesector’. Met mijn achtergrond in de sport en
twee familieleden die als kinesitherapeut werkzaam zijn, was de link met het onderwerp snel gelegd.
Verder wil graag iedereen bedanken die mij heeft bijgestaan tijdens mijn opleiding aan de Universiteit
Gent en het schrijven van mijn masterproef. In het bijzonder wil ik mijn promotor Prof. Dr. Philippe
Van Cauwenberge en zijn assistent Peter Beyne bedanken voor de ondersteuning en de begeleiding bij
het schrijven van deze thesis.
II
Abstract
Deze masterproef onderzoekt het verband tussen de netto rentabiliteit in de Oost- en West-Vlaamse
kinesitherapiesector en verschillende variabelen die vaak van toepassing zijn in andere
rentabiliteitsstudies, met daarbovenop twee sector specifieke variabelen die dienst zullen doen als
verklarende variabelen. Na een uitgebreide literatuurstudie werd er gekozen voor de volgende
variabelen: de afhankelijke variabele netto rentabiliteit; de controlevariabelen: de leeftijd, de omvang,
de kapitaalstructuur en de liquiditeit van een kinesitherapiepraktijk en als laatste de verklarende
variabelen: conventiekeuze en indicatie van kwaliteit, beide zijn als dummy variabelen
geïmplementeerd in de regressies.
De gegevens met betrekking tot de gebruikte variabelen werden uit de database Bel-First 2017
gehaald. Voor de gegevens met betrekking tot de dummy variabelen werden de praktijken
gecontacteerd via e-mail. Op deze manier kon een onderscheid gemaakt worden tussen praktijken met
geregistreerde en niet-geregistreerde kinesisten en tussen praktijken met geconventioneerde en/of
ongeconventioneerde kinesisten.
De resultaten van de regressievergelijkingen geven aan dat er geen verschil is tussen praktijken met of
zonder geregistreerde kinesisten, wel is er een verschil naargelang de conventiekeuze van de
kinesisten die in een praktijk werkzaam zijn. Zo heeft de keuze zich te conventioneren een negatieve
impact op de netto rentabiliteit. Verder zijn zowel leeftijd als de kapitaalstructuur (gemeten als het
vreemd vermogen gedeeld door het totaal vermogen) significante variabelen die eveneens een
negatieve impact hebben op de netto rentabiliteit.
III
Inhoudstafel
Voorwoord ............................................................................................................................................... I
Abstract ................................................................................................................................................... II
Inhoudstafel ........................................................................................................................................... III
Lijst van tabellen en figuren .................................................................................................................... V
Bijlagen ..................................................................................................................................................... i
1 Rondzend-e-mail ............................................................................................................................... i
3 Verdeling praktijken ......................................................................................................................... iii
4 Residuals ........................................................................................................................................... iv
IV
5 Histogrammen ................................................................................................................................... v
5.1 Netto rentabiliteit ....................................................................................................................... v
5.2 Leeftijd ....................................................................................................................................... vi
5.3 Omvang ..................................................................................................................................... vi
5.4 Kapitaalstructuur ...................................................................................................................... vii
5.5 Current ratio ............................................................................................................................. vii
In dit onderdeel volgt een bespreking van het gedane onderzoek. Allereerst was de doelstelling om te
onderzoeken of er al dan niet een verband bestaat tussen de rentabiliteit en een indicatie van kwaliteit,
en onderzoeken of er tussen de rentabiliteit en de conventiekeuze een verband bestaat. Dit werd
aangevuld door verscheidene controlevariabelen die mogelijks een invloed zouden hebben op de
afhankelijke variabele. Het eerste deel dat besproken wordt zijn de resultaten van het onderzoek en
hoe die geïnterpreteerd kunnen worden. Dit wordt opgevolgd door enkele beperkingen waarmee het
onderzoek te maken kreeg. Als laatste worden er enkele voorstellen gedaan voor verder onderzoek in
deze sector.
1 Bespreking resultaten
In de resultaten van de beide regressies werden significante variabelen gevonden. Ondanks dat de
regressie die hypothese één test significant is, kan de nulhypothese dat er geen verschil is in netto
rentabiliteit tussen praktijken met geregistreerde kinesisten en praktijken met enkele of geen
geregistreerde kinesisten niet verworpen worden. De resultaten tonen duidelijk aan dat de dummy
variabelen DKW1 en DKW2 niet significant zijn. Een mogelijke verklaring kan zijn dat 2016 het eerste
jaar was dat dit register online stond en dus nog niet heel bekend was bij het grote publiek.
De regressie die de tweede hypothese test is ook significant, maar hier kan de nulhypothese dat er
geen verschil is in netto rentabiliteit tussen praktijken met enkel geconventioneerde kinesisten en
praktijken met enkele of alleen maar ongeconventioneerde kinesisten wel verworpen worden. De
resultaten tonen aan dat DCON1 en DCON2 significante variabelen zijn met een negatieve impact op
de netto rentabiliteit. Aangezien DCON1 staat voor praktijken waarvan enkele kinesisten
geconventioneerd zijn en bij DCON2 zijn alle kinesisten van een praktijk geconventioneerd, kan men
stellen dat de keuze om met geconventioneerde kinesisten te werken een negatieve impact heeft op
het resultaat. Een verklaring voor het rendabeler zijn van een praktijk met ongeconventioneerde
kinesisten kan zijn dat zij er in slagen een hogere prijs te vragen zonder patiënten te verliezen.
In beide regressie kwamen leeftijd en kapitaalstructuur naar voor als significante variabelen met
beiden een negatieve impact op de netto rentabiliteit. Voor leeftijd ligt dit in lijn met de conclusies van
Loderer & Waelchli (2010) en Kaya (2015), hoe ouder de praktijken hoe lager de netto rentabiliteit.
Het negatieve teken van kapitaalstructuur duidt erop dat praktijken een betere netto rentabiliteit
zullen hebben wanneer zij zich minder met vreemd vermogen financieren.
19
2 Beperkingen
Verschillende vaststellingen werden gedaan in verband met beperkingen van het onderzoek tijdens
het schrijven van deze thesis. Dit heeft grotendeels te maken met de data en de manier waarop deze
verzameld is. Ook zijn er enkele beperkingen betreffende het generaliseren van de gevonden
resultaten.
Wat de beperking van de data betreft was er een eerste obstakel doordat er niet tot op de correcte
NACE-BEL-code (8690501) gezocht kon worden maar slecht tot (869050) waardoor er manueel
gefilterd moest worden in de dataset. Aangezien het hier om een beperkte grootte gaat van 642
ondernemingen voor het filteren en er slechts 394 na het filteren overblijven, kan dit tot problemen
leiden wanneer ondernemingen foutief verwijderd worden, zeker als men dit op grotere schaal wil
doen. Wanneer men het onderzoek zou uitbreiden naar bijvoorbeeld Vlaanderen zit men al aan 1608
ondernemingen en zal de validiteit hiervan verminderen. Een tweede probleem stelt zich bij het feit
dat de ondernemingen gecontacteerd moesten worden om informatie te verkrijgen die niet
gepubliceerd is. Hiervoor werd er gezocht naar de e-mailadressen van de ondernemingen wat in 75%
van de gevallen gelukt is. De kans bestaat echter dat er een verkeerd e-mailadres gevonden werd of
dat het een verouderd e-mailadres betreft. Opnieuw zal dit probleem groeien naarmate men het
onderzoek op grotere schaal wil uitvoeren. De resultaten van dit onderzoek zijn ook slechts toepasbaar
voor 2016 aangezien er gebruikt werd gemaakt van een cross-sectionele dataset. De reden hiervoor is
dat het publieke register van geregisteerde kinesisten slechts vanaf 01/01/2016 online staat. Doordat
de dataset slechts uit 74 ondernemingen bestaat is het mogelijk dat er een vertekening is in de
resultaten, zo zijn er weinig praktijken gevonden waar ongeconventioneerde kinesisten werkzaam zijn.
Het gevoerde onderzoek heeft enkel betrekking op Oost- en West-Vlaanderen, men kan dus niet
zomaar het resultaat aannemen voor de volledige Vlaamse kinesector.
3 Voorstellen voor verder onderzoek
Aangezien 2016 het eerste jaar was dat het kwaliteitsregister beschikbaar was voor het publiek is het
een interessant optie om soortgelijk onderzoek uit te voeren in de toekomst en daarbij gebruik te
maken van paneldata. Bovendien is verder gelijkaardig onderzoek aan te raden aangezien deze sector
nog volop in ontwikkeling is en uit de antwoorden gebleken is dat veel meer kinesisten tegenwoordig
niet meer geconventioneerd zijn wat een betere database zal opleveren.
Gezien er slechts twee controlevariabelen significant zijn, kan er ook onderzoek gedaan worden naar
andere variabelen die een mogelijke invloed hebben op de netto rentabiliteit. Het onderzoek voeren
op basis van een grotere dataset zal waarschijnlijk ook een beter model opleveren.
20
Een interessante piste is ook het peilen naar de bekendheid van het kwaliteitsregister bij patiënten en
doorverwijzende artsen en op welke manier dit hun keuze van kinesist beïnvloedt.
21
Conclusie
Dit onderzoek heeft als voornaamste doelstelling het achterhalen van de variabelen die een invloed
kunnen hebben op de netto rentabiliteit van de kinesitherapiepraktijken in Oost- en West-Vlaanderen.
Er is hiervoor enerzijds gebruik gemaakt van variabelen die specifiek zijn voor de sector zoals de beide
dummy variabelen en anderzijds zijn variabelen gebruikt die in verschillende andere onderzoeken naar
de netto rentabiliteit ook werden toegepast. De afhankelijke variabele die deel uitmaakt van dit
onderzoek was de netto rentabiliteit, de onafhankelijke (controle)variabelen zijn de leeftijd, omvang,
kapitaalstructuur en liquiditeit van de praktijken. Deze variabelen zijn aangevuld met twee dummy
variabelen (verklarende variabelen) die specifiek zijn voor de kinesitherapie, namelijk aanwezigheid
van geregistreerde kinesisten in het kwaliteitsregister opgestart door vzw Pro-Q-Kine en de
aanwezigheid van geconventioneerde of ongeconventioneerde kinesisten.
Er kan besloten worden dat er geen verschil is tussen praktijken met of zonder geregistreerde
kinesisten, wel is er een verschil naargelang de conventiekeuze van de kinesisten die in een praktijk
werkzaam zijn. Zo heeft de keuze zich te conventioneren een negatieve impact op de netto
rentabiliteit. Verder zijn zowel leeftijd als de kapitaalstructuur (gemeten als het vreemd vermogen
gedeeld door het totaal vermogen) significante variabelen die eveneens een negatieve impact hebben
op de netto rentabiliteit. Door het aantal beperkingen is het aangeraden deze resultaten met een
kritische blik te aanschouwen.
22
Bibliografie
Abor, J. (2005). The effect of capital structure on profitability: an empirical analysis of listed firms in
Ghana. The journal of risk finance, Vol. 6, PP. 438-445.
Akben-Selcuk, E. (2016). Does firma age affect profitability? Evidence from Turkey. International
journal of Economic Sciences: DOI: 10.20472/ES.2016.5.3.001.
Anderson, E. W., Fornell, C., & Lehmann, D. R. (1994). Customer satisfaction, market share, and
profitability: Findings from Sweden. The journal of marketing, Vol. 58, pp. 53-66.
Alipour, M., Mohammadi, M. F. S., & Derkahshan, H. (2015). Determinants of capital structure: an
empirical study of firms in Iran. International journal of law and management, Vol. 57, pp. 53-83.
Athanasoglou, P. P., Brissimis S. N., & Delis, M. D. (2008). Bank-specific, industry-specific an
macroeconomic determinants of bank profitability. The journal of international financial markets,
institutions and money, Vol. 18, PP. 121-136.
Baumol, W. J. (1959). Business Behavior, Value, and Growth (New York: MacMillan, 1959).
Carvalho, P. G., Serrasqueiro, Z., & Maçãs Nunes, P. J. (2013). Profitability determinants of fitness
SMEs: Empirical evidence from Portugal using panel data. The Amfiteatru Economic journal, Vol.
15(34), pp.417 – 430.
Coad, A., Segarra, A., & Teruel, M. (2012). Like milk or wine: Does firm performance improve with
age? Structural change and Economic Dynamics 24 (2013) 173-189.
Deloof, M. (2003). Does working capital management affect profitability of Belgian firms? The journal
of business finance & accounting, Vol. 30, pp. 573-588.
Deloof, M., Manigart, S., Ooghe, H., Van Hulle, C. (2012). Handboek Bedrijfsfinanciering. Antwerpen:
Intersentia.
Doğan, M. (2013). Does firm size affect the firm profitability? Evidence from Turkey. Research journal
of finance and accounting Vol. 4, No.4 pp. 53-59.
Eljelly, A. M.A. (2004). Liquidity – profitability tradeoff: An empirical investigation in an emerging
market. The international journal of commerce and management, Vol. 12, pp. 48-61.
Evans, D.S. (1987). The relationship between firm growth, size, and age: estimates for 100
manufacturing industries. The journal of industrial Economics, Vol. 35, No. 4, The empirical
renaissance in industrial economics pp. 567-581.
Garcia-Teruel, P. J. & Martinez-Solano, P. (2007). Effects of working capital management on SME
profitability. The international journal of managerial finance, Vol. 3, pp. 164-177.
Gill, A. & Birger, N. (2010). The relationship between working capital management and profitability:
evidence from the United States. The journal of Business and Economics Journal, pp.1-9.
Glancey, K. (1998). Determinants of growth and profitability in small entrepreneurial firms.
International journal of Entrepreneurial behaviour & research, Vol. 4 No. 1, pp. 18-27.
Goddard, J., Tavakoli, M., & Wilson, J.O.S. (2005). Determinants of profitability in European manufacturing and services: evidence from a dynamic panel model. Applied Financial Economics,
23
15(18), 1269-1282.
Gravelle, H., Santos R., Siciliani, L., & Goudie, R. (2012). Hospital quality competition under fixed
prices. York: University of York.
Gujarati, D. N. & Parter D. C. (2009). Basic econometrics (5th edition). New York: McGraw-Hill
Education.
Hall, M. & Weiss, L. (1967). Firm size and profitability. The review of economics and statistics, Vol. 49,
pp. 319-331.
Hassan, M. K. & Bashir, A-H. M. (2005). Determinants of Islamic banking profitability. DOI:
10.3366/edinburgh/9780748621002.003.0008.
Hurdle, G. J. (1974). Leverage, Risk, Market structure and profitability. The review of economics and
statistics, Vol. 56, pp. 478-485.
Kaya, ö. (2015). The effects of firm-specific factors on the profitability of non-life insurance
companies in Turkey. The international journal of financial studies, Vol. 3, pp. 510-529.
Kine8. (z.d.). Dry needling. Geraadpleegd via http://www.kine8.be/fr/plus/therapie/dry-
needling.aspx
Lazaridis, I. & Tryfonidis D. (2006) The relationship between working capital management and
profitability of listed companies in the Athens Stock Exchange. The journal of Financial management
an analysis. Geraadpleegd via SSRN website: http://ssrn.com/abstract=931591
Loderer, C. & Waelchli, U. (2010). Firma age and performance. Geraadpleegd via SSRN
website: https://ssrn.com/abstract=1342248
Maçãs Nunes, P. J., Viveiros, A., & Serrasqueiro, Z. (2012). Are the determinants of young SME
profitability different? Empirical evidence using dynamic estimators. The journal of business
economics and management, Vol. 13, pp.443-470.
Majumdar, S.K. (1997). The impact of size and age on firm-level performance: Some evidence from
India. Review of Industrial organization 12: 231-241.
Marcus, M. (1969). Profitabilitiy and size of firm: Some further evidence. The review of economics
and statistics, Vol. 51, pp. 104-107.
Nationale Raad voor de Kinesitherapie (2010). Beroeps-en competentieprofiel van de kinesitherapeut
in België. Brussel: FOD volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Nelson, E. C., Rust, R. T., Zahorik, R. L. R., Batalden, P., & Siemanski B. A. (1992). Do patient
perceptions of quality relate to hospital financial performance? The journal of health care marketing,
Vol. 12.
Niresh, A. & Thirunavukkarasu, V. (2014). Firm size and profitability: A study of listed manufacturing
firms in Sri Lanka. The international journal of business and management, Vol. 9. Geraadpleegd via
SSRN website: https://ssrn.com/abstract=2422441
Nunes, P.M., Serrasqueiro, Z.M., & Sequeira, T. N. (2009). Profitability in Portuguese service industries: a panel data approach. The Service Industries Journal, 29(5), 693-707.