Afrikaanse Talen en Culturen Academiejaar 2008-2009 De Betekenis en Hedendaagse Gebruiksvormen van Adinkrasymbolen en hun bijhorende Spreekwoorden Wose fa, na woamfa a, wonnhumu. Wohwehwe mu a, na wohu mu; wopusu mu a na wote ne pampan “You miss the chance of knowing the context of a thing, when you refuse to take it upon a request. When you examine it, its content will be known. You know the smell only when you shake it.” Promotor: Prof. Ngo kabuta Masterproef, voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de Afrikaanse Talen en Culturen door MEUL RAGNA.
78
Embed
De Betekenis en Hedendaagse Gebruiksvormen van ...
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Afrikaanse Talen en Culturen
Academiejaar 2008-2009
De Betekenis en Hedendaagse Gebruiksvormen van
Adinkrasymbolen en hun bijhorende Spreekwoorden
Wose fa, na woamfa a, wonnhumu.
Wohwehwe mu a, na wohu mu;
wopusu mu a na wote ne pampan
“You miss the chance of knowing the context of a thing, when you refuse to take it upon a request. When you
examine it, its content will be known. You know the smell only when you shake it.”
Promotor: Prof. Ngo kabuta
Masterproef, voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de
GEÏNTERVIE DEN & CONTACTPERSONEN ............................................................................. 74
B
1
1 INLEIDING
1.1 Toelichting over het onderwerp
In zowat alle kunst- en gebruiksvoorwerpen van de Ashanti schuilt een zekere symboliek.
Soms is die te vinden in de aard van het voorwerp, soms in de betekenis van de gebruikte
decoratieve elementen (APPIAH 1979, DOMOWITZ 1992). Meestal wordt de betekenis gegeven
door een associatie met een historische gebeurtenis of een gezegde.
“there are few types of Akan art that do not have proverb associations.” (DOMOWITZ 1992:82)
Bepaalde ontwerpen komen terug in verschillende kunstvormen. Aan de hand van de
bestaande literatuur zou ik willen uitzoeken of de symbolen die traditioneel voorkomen op de
gestempelde adinkradoeken vergelijkbaar zijn met de decoratieve figuren op ‘traditionele’
architectuur, parasols, kammen, meubels, goudgewichtjes en andere kunstvormen - zoals de
inleiding van APPIAH (1979) doet vermoeden. Hierbij wil ik niet enkel kijken naar hun vorm
maar zeker ook naar hun betekenis, aangezien betekenis vaak het belangrijkste gegeven is
van een symbool. Tevens wil ik onderzoeken of de spreekwoorden die mee de betekenis van
de symbolen bepalen, dezelfde zijn als die van de vergelijkbare decoratieve elementen, en of
deze spreekwoorden ook op andere manieren worden verwoord of verbeeld, in poëzie en
liedteksten bijvoorbeeld.
De centrale vraag die ik wens te beantwoorden in dit onderzoek, is die naar wat de
hedendaagse gebruikswijzen van adinkrasymbolen zijn. Tijdens mijn veldwerk in Ghana
(februari en maart 2009) wou ik daarom nagaan of het gebruik van adinkrasymbolen en hun
varianten in de loop der jaren veranderd is.
De structuur van deze paper is als volgt:
Ik begin met een inleiding over de gebruikte methodes en methodologie (1.2), waarna er een
hoofdstuk volgt over het belang van spreekwoorden en metaforisch taalgebruik, in Afrika
(2.1) en meer specifiek bij de Akan in Ghana (2.2). Daarbij vindt u ook een situering van dit
volk en hun taal (met kaartjes in bijlage). In hoofdstuk 3 vindt u een bespreking van de
verschillende spreekwoordelijke kunstvormen van de Akan, in vormelijke en betekenis-
vergelijking met de adinkra’s die de kern van dit onderzoek vormen. Vanaf hoofdstuk 4 wijdt
de tekst zich hoofdzakelijk aan deze symboolspreekwoorden. Zo zult u kunnen lezen over hun
vermoedelijke oorsprong (4.2), traditionele gebruiksvormen (4.3), de betekenis en de
morfologie van de symbolen (4.4). Waarna ook de hedendaagse gebruikswijzen van de
traditionele tekens (hoofdstuk 5) en de creatieve omgang met symboliek en spreekwoorden
(hoofdstuk 6) aangehaald worden.
2
1.2 Onderzoeks
methodes
ss oor haar studie van symbolische voorwerpen in
art Afrika in 1992 (pp. 111-120) twee methodologische benaderingen:
De eerste is een taalkundige benadering, waarbij ze een linguïstische analyse geeft van de
Ik opteerde voor een derde weg, namelijk een “functioneel-decoratieve” benadering. Naast
een het
concrete gebruik van deze tekens:
n
ten zijn, én of de betekenis voor de mensen die ze nu gebruiken
nog even belangrijk is als voor diegenen die ze enkele eeuwen geleden gebruikten.
e
un hedendaags gebruik in de Ghanese
literatuur, poëzie en liedteksten. Dergelijke studie vereist echter een grote competentie van
helaas te beperkt voor gebleken. Hoewel de
Profe or Clémentine FAÏK-NZUJI beschrijft v
zw
terminologie die wordt gebruikt om symbolen en voorwerpen met een zekere symbolische
waarde te benoemen (in het Cilubà). De andere is een socio-religieuze benadering, die
veeleer een beschrijving is van de symboliek van deze voorwerpen.
beschrijving van de symboliek van de adinkra’s die ik wil bespreken, onderzocht ik
Is er een specifieke ondergrond waarop de symbolen worden aangebracht?
Wordt het gebruik van deze tekens beperkt tot een specifieke context?
En hoe is dit veranderd in de loop van de geschiedenis?
De meeste onderzoekers schrijven over het oorspronkelijke gebruik van adinkrasymbolen en
halen slechts kort hun hedendaagse gebruiksmogelijkheden aan. Net deze ‘nieuwe’
gebruiksvormen en contexten lijken mij uitermate interessant. Daarom zou ik willen
bestuderen op welke manieren adinkra’s tegenwoordig gebruikt worden, in welke contexte
ze heden ten dage te spot
Oorspronkelijk had ik gepland om de vele verschillende gebruiken van Adinkrasymbolen t
onderzoeken, waarbij ik naast het bekende decoratieve gebruik van de symbolen ook op zoek
zou gaan naar de bijhorende spreekwoorden en h
het Twi, en mijn eigen basiskennis is daar
spreekwoorden die bij deze symbolen horen ontzettend interessant zijn voor een diepere
studie naar hun hedendaagse gebruiksvormen en betekenis, zal ik me tijdens het verdere
verloop van dit onderzoek dus eerder toespitsen op het grafische aspect van de
adinkrasymbolen.
Omdat de meeste adinkrasymbolen hun betekenis krijgen van een spreekwoord of gezegde
zal een onderzoek naar de bijhorende spreekwoorden niet helemaal ontbreken, hoewel dit
beperkt zal blijven tot het achterhalen en verklaren van die zegswijzen die de betekenis
vormen van de belangrijkste adinkra’s.
3
Via een combinatie van veldwerk en
o
een studie van de bestaande literatuur probeerde ik te
ntdekken op welke manieren deze tekens worden gebruikt in het hedendaagse Ghana. Het
resultaat hiervan leest u hieronder.
ngsstudent. Later
r
en.
op observatie en deed ik
een twintigtal interviews met verschillende “adinkragebruikers”. Ik sprak met traditionele
unstenaars uit Sunyani, Kumasi en Accra; een
decorontwerper bij de commerciële zender TV Africa; een drumsnijder; en de uitbaatster van
e “adi n door te
emen oplage.
er ple rkracht Engels is en een
drummer van het cultureel centrum van Sunyani.1
In 2001-2002 verbleef ik een tiental maanden in Sunyani als AFS uitwisseli
keerde ik enkele keren, telkens voor ongeveer een maand: in 2004, 2005 en 2006. In kade
van dit onderzoek vertrok ik in februari 2009 opnieuw naar Ghana, ditmaal voor zeven wek
In deze periode van veldwerkstudie heb ik me vooral geconcentreerd
chiefs uit de Brong Ahafo regio; een professor adinkra symbolism aan de universiteit van
Kumasi (de Kwame Nkrumah University of Science and Technology, afgekort K.N.U.S.T.);
een adinkrastempelaar uit Ntonso; k
d nkra bar” in Sunyani. Tevens kreeg ik de kans om nieuwe geschreven bronne
n , zoals thesissen van de K.N.U.S.T. en Ghanese boeken met een beperkte
T kke werd ik begeleid door Awaar Martin Kennedey, die lee
1 De namen van mijn contactpersonen vindt u achter de bibliografie. Wanneer in de tekst naar hen verwezen
wordt, gebeurt dit op dezelfde wijze als auteursverwijzingen.
4
2 SPREEKWOORDEN
Ondanks de moeilijkheid om een algemene definitie te geven van het begrip ‘spreekwoord’
die wereldwijd van toepassing is (YANKAH 1989:247), wil ik beginnen met het bekijken van de
verklaringen die we in VAN DALE vinden voor de verschillende taaluitingen van metaforische
aard die we in het Nederlands kennen, zoals het spreekwoord, de zegswijze en de spreuk:
spreek·woord het; o -en uitspraak die een algemene levenservaring of wijze les bevat
ge·zeg·de het; o -n, -s 1 (taalk) werkwoord en de daarbij horende woorden
2 zegswijze, spreuk
zegs·wij·ze de; v(m) -n min of meer vaste manier van zeggen; uitdrukking
spreuk de; v(m) -en zegswijze met diepere betekenis
Het Engels “proverb” wordt door de Encarta English Dictionary op dezelfde manier uitgelegd
als het Nederlandse “spreekwoord”, maar er wordt geen verder onderscheid gegeven tussen
“gezegdes”, “uitdrukkingen”, “axioma’s” etcetera. Volgende worden als synoniemen
beschouwd, ondanks hun subtiele betekenis- en fun
ctieverschillen: maxim, axiom, adage,
saying, aphorism, saw, truism en epigram.
Ik ben gedwongen op te merken dat er in de westerse traditie meer onderscheid bestaat
tussen deze categorieën dan in de Afrikaanse. Elke term bezit voor ons een aantal specifieke
definitiecriteria. In de Afrikaanse orale traditie daarentegen bestaat in de meeste talen2
slechts een enkele term (MAALU-BUNGI 2006:41). Dit is ook zo bij de Akan, waarop deze studie
zich specifiek wil focussen. Omdat de Akan met hun term “mbε” of “mbεbusεm” (ABBIW
s.d.:31, DSEAGU 1976:82) geen onderscheid maken in soort van uitdrukking of wijsheid3, zal
ik in het verdere verloop van deze tekst de verschillende Nederlandse benamingen als
evenwaardige begrippen behandelen. Ook in onze taal is het verschil tussen spreekwoorden
en gezegden namelijk niet uitermate groot, zoals u hoger kunt zien, waardoor ze in vele
gevallen door elkaar gebruikt kunnen worden.4
“Proverbs vary from simple statements in the form of similes which anybody at all can learn to say, to
metaphorical sayings exclusive to community members.” (DSEAGU 1976:82)
2 Er kunnen drie talen worden gepresenteerd als uitzondering op deze regel: Swahili, Yoruba en Fon hebben
als enige Afrikaanse talen meerdere termen die, net als in de westerse traditie, een onderscheid aanduiden in het type van expressie (MAALU-BUNGI 2006:43).
3 Naast spreuken, spreekwoorden en gezegdes worden ook raadsels en andere wijsheden met deze term
een verhaal. Het is dus onhoudbaar om eenzelfde typeclassificatie te forceren als in de
wes sche
ver .:3 e vraag stellen of
men best kan classificeren vo e woorden en metaforen, of volgens de
dome te thematische
spreekwoordenlijsten opteren voor het eerste. Dit is ook zo in spreekwoordenboeken van
westerse talen.5 Daarnaast zou men kunnen opteren voor een functionele opdeling. Het is
rden.
989:28), zelfs hun vorm kan veranderen.
MAALU-BUNGI (2006:232-237) beschrijft vier algemene functies van spreekwoorden in Afrika:
e
lisch
n zich te
n
hun belerende karakter. Ze weerspiegelen de
traditionele filosofieën van een samenleving, oude gewoontes, en de ideeën die bestonden
over waa K BISSATH 2004:VI).
Nochtans kunnen de spreuken net zo goed gebruikt worden zonder evaluatieve bedoeling
(YANKAH 1989:252).
Een uitbreiding komt van MAALU-BUNGI (2006). Hij onderscheidt drie soorten normen waarop
spreekwoorden kunnen gebouwd worden: imperatieve, indicatieve en instructieve. Daarnaast
aa
Zoals ik net al aangaf, is het niet gemakkelijk om een sluitende definitie te geven van
Afrikaanse spreekwoorden (DSEAGU 1976:81). Doordat er vaak maar één term wordt gebruikt,
kan men geen onderscheid uitdrukken tussen korte spreuken met een algemene wijsheid,
symboolspreekwoorden en langere gezegdes die oorspronkelijk dienden als de opening van
terse symboolkunde. Een mogelijke oplossing is het maken van een themati
deling, zoals ABBIW (s.d 2) en anderen. Hierbij moet men zich echter d
lgens voorkomend
inen die worden bestreken door de betekenis van het gezegde. De mees
echter onmogelijk slechts één manier te bepalen waarop een bepaalde spreuk kan worden
gebruikt (DSEAGU 1976:80-81). Vele spreekwoorden zijn op verschillende wijzen te
interpreteren en kunnen mede daardoor in zeer uiteenlopende domeinen gebruikt wo
Eveneens kunnen de meeste Afrikaanse zegswijzen net een andere betekenis krijgen door de
context waarin ze worden gebruikt (YANKAH 1
de recreatieve of ludieke functie, de educatieve functie of initiatie, de sociale functie, en d
politieke of juridische functie. ABBIW (s.d.:31) noemt er vijf, maar hij beperkt zich tot de
praktische gebruiken: het verfraaien van de spraak, verduidelijking (ondanks hun symbo
karakter), verkorting van een uiting, opvallen ten aanzien van de luisteraars, en iemand de
les spellen of moraal bij brengen. Wanneer we meer gedetailleerd gaan kijken naar de
gebruiksmogelijkheden van spreuken in de praktijk, zien we dat deze lijst van ABBIW te
beperkt blijft. Zo zijn er nog: de mogelijkheid om aandacht te trekken, op te vallen e
onderscheiden in metaforisch taalgebruik, het gebruik van spreekwoorden als middel tot
zelfreflectie, en andere (YANKAH 1989:252). De gebruiksmogelijkheden van spreekwoorde
zijn legio. Toch wordt vaak de nadruk gelegd op
rden en aanvaardbaar gedrag (o.a. AGBO 2006:VII, OREM & A
h lt hij aan dat spreuken eveneens gerelateerd zijn aan historische gebeurtenissen en de
5 Voorbeelden hiervan zijn:
WALTERS, Nel. 10.000 Spreekwoorden. Nederlands Spreekwoordenboek. Groningen, TextCase, 1991, 831 p. rdenboekVAN EDEN, Ed. [ed.] Groot spreekwoo . Aartselaar, Zuidnederlandse Uitgeverij, 1947, 249 p.
6
were isie van het volk. CHRISTENSEN
g
ldv (1958:233) voegt nog toe dat hetgene dat wordt
ereflecteerd in spreekwoorden en gezegdes, slechts de norm weergeeft. Het is een spiegel
van de standaard ethiek van een bepaalde samenleving, maar niet van het effectieve gedrag
orden
wee
de
he
el
udie
aan het Volta meer situeren. In bijlage vindt u een gedetailleerde kaart
van Ghana (1), en een taalkaart (2).
l
niet volledig homogeen (ABARRY 1994), maar ze hebben elkaar in de loop van de geschiedenis
van de leden van die samenleving. Daarom kunnen uitdrukkingen eveneens gebruikt w
in de opvoeding van kinderen, het oplossen van conflicten, als aanmoediging of als feedback
(AGBO 2006:VIII).
CHRISTENSEN (1958:233) stelt een eenvoudigere opdeling voor. Hij onderscheidt slechts t
algemene categorieën, waarvan de eerste een algemeen geweten waarheid bevat, en
tweede een meer metaforisch karakter heeft. Dit kunt u lezen in onderstaand citaat.
“West-African proverbs, like those from elsewhere, may be grouped in two general categories: the truism
or ‘proverbial apothegm’, which has limited application because of its literal or definite assertion; and t
‘metaphorical proverb’, which because of the metaphorical use of a simple event or statement has wide
applicability.” (CHRISTENSEN 1958:233)
2.2 Spreekwoorden bij de Akan in Ghana
Een situering van de Akan:
De term Akan heeft in de loop van de geschiedenis heel uiteenlopende invullingen gekend.
In de 16de eeuw werd hij bijvoorbeeldgebruikt om, in de vorm Akani of Akanisten, te
verwijzen naar de goudhandelaars van de toenmalige Goudkust (YANKAH 1989:16, naar
Meyerowitz). Voor een volledige uiteenzetting over de oorsprong van deze naam, en de
verschillende betekenissen die ze heeft gehad, zie MEYEROWITZ 1957.
Door de invloed van de historische taalkunde, heeft de term Akan sinds de 19de eeuw zow
een linguïstische betekenis, als een etnografische. Enerzijds duidt hij de naam van één der
Kwa-talen, met al zijn dialecten aan, anderzijds verwijst hij ook naar de sprekers van die taal.
De Akan leven voornamelijk in de zuidelijke helft van Ghana (ongeveer twee derde van de
groep) en het Zuidoosten van Ivoorkust. De westgrens van het taalgebied is voor deze st
niet echt van belang, aangezien ze zich wil beperken tot de Ghanese Akan. De oostgrens
kunnen we ongeveer
De Akan-sprekende volkeren bestaan uit Ashanti, Fanti, Akwapem, Akim, Bono (of Brong),
Wassa, Agona, Denkyira, Anyi, Assin, Adansi, Kwahu, en andere. Deze groepen zijn culturee
7
sterk beïnvloed, zowel na strijd als door handelscontacten. Er zijn dus wel veel
overeenkomsten, onder andere op het vlak van de orale literatuur.
Eén van de belangrijke culturele gelijkenissen is hun voorliefde voor metaforisch taalgebruik
en symbolische kunstvormen (ABARRY 1994, QUARCOOPOME 1997). Spreekwoorden spelen een
belangrijke rol in het alledaagse taalgebruik van niet enkel de Akan, maar ook van de vele
anderstalige Ghanezen. ABBIW (s.d.:31) noemt daarom enkele van de verschillende
“Our languages have beautiful proverbs which cover all aspects of our lives. They are drawn from careful
et totale aantal Twi moedertaalsprekers wordt geschat op twee miljoen in de jaren 1950
(CHRISTENSEN 1958:232). In 2004 schat men een zeven miljoen moedertaalsprekers.6
rstalige Ghanezen een Akan-dialect als
eede taal (YANKAH 1989:20).
bolen en metaforisch taalgebruik kennen ze veel mogelijke
gebruiksdomeinen voor uitdrukkingen en gezegdes. Zo worden ze bijvoorbeeld vaak
ze dit
het
eren
st, zijn jongeren niet
altijd geïnteresseerd in het poëtische taalgebruik van hun ouders en grootouders. Enkel
us
I). Om deze redenen, hopen schrijvers zoals ABARRY
benamingen die in Ghana worden gebruikt om te verwijzen naar spreekwoorden en andere
wijze uitspraken.
observations of social events, the lives of people and animals. Some are also drawn from experiences in
occupations such as farming, fishing, hunting and weaving. We have proverbs that talk about family and
human relations, good and evil, poverty and riches, joy and sorrow.” (ABBIW s.d.:31)
H
Daarnaast spreekt ook een groot deel van de ande
tw
Door hun voorliefde voor sym
aangehaald in alledaagse conversaties tussen oudere mensen. Veel van heb hebben een
uitgebreid spreekwoordrepertoire en gebruiken dit in alle mogelijke situaties. Vaak doen
in de vorm van een citaat van de voorouders (MAALU-BUNGI 2006:145). Steeds meer zijn
echter enkel nog de ouderen die dit repertoire echt onder de knie hebben. Omdat de kind
bij de Akan niet traditioneel worden geïnitieerd in de spreekwoordkun
diegenen die opgroeien in de dichte buurt van taalvaardige ouderen of de kans hebben om
traditionele zittingen bij te wonen, lijken zich zelf te kunnen initiëren.7 De anderen pleiten
vaak voor vereenvoudiging, omdat ze de betekenis niet altijd begrijpen wanneer ze op een
symbolische manier worden toegesproken (Kingsford NYAME). Metaforisch taalgebruik lijkt d
voornamelijk het domein van de volwassenen (MAALU-BUNGI 2006:148), maar ook een deel
van hen heeft geen toegang meer tot het kleurrijke taalaanbod van het Akan. Veel
hoogopgeleide Ghanezen blijken zich namelijk niet meer uit de slag te kunnen trekken met
spreekwoorden (KOREM & ABISSATH 2004:VI
(1994), KOREM & ABISSATH (2004), en andere, met hun werk bij te dragen aan een algemenere
verspreiding van spreekwoordelijke kennis.
6 http://www.vreemdetalen.nl/Talen/Niger-Congo/Twi.html 7 Een voorbeeld hiervan is Kwesi YANKAH, die als kind al af en toe zittingen bijwoonde aan het hof van Agona
Duaka, waar zijn oom chief was (YANKAH 1989:10). Het is door deze, en niet door de rechtstreekse input van zijn ouders, dat deze man een vloeiend spreekwoordgebruiker (en onderzoeker) is geworden.
8
“By using African proverbs in our daily life, we can greatly enhance the beauty and quality
exercise a more positive influence on the environment around us.” (KOREM
of our life and
& ABISSATH 2004:IX)
et slechts
n over symboliek. Het enige advies dat aan iedereen
wordt meegegeven, hoorde ik van Kingsford NYAME: wanneer je een symbool of een gezegde
nie
Een
ver teriaal en een
bredere verspreiding van de lessen over traditionele symboliek over de schoolcarrière van
p.
et alledaa
HRISTENSEN
gebruik van spreekwoorden door één van de partijen de uitkomst van het proces kan
t
zakelijk
ready
zijn:
de situatie aan het (gerechts)hof zelf. Het is
belangrijk op te merken dat spreekwoorden vaak niet in een vaste vorm worden gebruikt,
ast worden (YANKAH 1989:243). Dit is
nie
In verband met de kennis van grafische symbolen bestaat een vergelijkbaar ‘probleem’.
Kinderen worden er niet in geïnitieerd, en op school krijgen ze slechts een beperkte inleiding
die in hun verdere studies meestal niet wordt uitgebreid. Het boek van ABBIW (s.d.) kan dit
illustreren. Als handboek voor het derde jaar Junior Secondary School (JSS), geeft h
heel kort aan wat symbolen zijn en bespreekt het maar een tiental adinkra’s. Toch wilt het
kinderen stimuleren om na te denke
t begrijpt, “you have to sit down and think, until you’ve been able to interpret”.
groot aantal van de kunstenaars die ik heb gesproken naar aanleiding van dit werk, liet
staan dat er een noodzaak was aan een betere uitwerking van het schoolma
Ghanese jongeren. Ook DJAMPIM (1992), MONAK (1997) en TURKSON (2005) doen deze uitroe
Naast h gse gebruik bij ouderen, hebben spreekwoorden bij de Akan ook een functie
in de traditionele rechtspraak. Hoewel velen (o.a. C ) beweren dat het frequente
beïnvloeden, benadrukt YANKAH (1986,1989) dat het aantal gebruikte maximes er niet ech
toe doet, maar dat ze vooral op een correcte manier moeten gebruikt worden en nood
samengaan met bewijsmateriaal. Wel is het zo dat sommige spreuken het vaakst gebruikt
worden in een juridische context, omdat ze op een duidelijke manier verwijzen naar conflicten
en/of de oplossing ervan. Deze kunnen echter niet benoemd worden als “gerechtelijke
maximes”, zoals CHRISTENSEN (1958:234) probeert, omdat ze ook in andere situaties en soms
zelfs met een andere betekenis gebruikt kunnen worden.
“Like proverb users in several societies, the Akan use the proverb essentially, to embellish opinions al
formed in discourse; proverbs do not guide the speaker’s judgement or opinion; neither do they take over
his faculties of reasoning. The proverb validates and augments a trend of augmentation affirming to the
speaker that his viewpoint has the blessing of an unquestionable truth” (YANKAH 1989:221)
Tijdens gerechtelijke procedures kunnen gezegdes voor verschillende doeleinden ingezet
worden. YANKAH (1989:226-227) onderscheidt er vier, die niet erg strikt afgebakend
Cause Corrobation, Denounciation, Verdict Ratification en Meta-Judical. In de eerste twee
gevallen wordt een spreekwoord gebruikt in het pleidooi van de aanklager of de beklaagde.
Het volgende duidt op een gezegde in een uitspraak van de rechter of de jury. En het laatste
is wanneer iemand metaforisch verwijst naar
maar naar believen en naar noodzaak kunnen aangep
t enkel zo in juridische context, maar algemeen in het taalgebruik van de Akan.
9
Ora
lied n
andere sociaal-politieke context te reflecteren (Q 1997:337).
”
,
werpen
worden samen aan een touw of net gehangen, dat min of meer dient als ‘archiefkast’ voor
tevens hun verzameling “tentoonstellen” voor een publiek. De toeschouwers kunnen op die
momenten (tegen betaling) een voorwerp kiezen waarvan ze het spreekwoord willen horen,
gezegde. Dit soort performances zouden voornamelijk voorkomen in de Ashanti, Eastern en
Brong Ahafo regio’s (die allen Akan-sprekend zijn) (Y 1989:192-193). Zelf ben ik echter
tijdens geen van mijn verblijven zo’n spreekwoorddemonstratie tegengekomen, en heb ik er
ook nooit iemand over horen vertellen... Zou dit kunnen betekenen dat het gebruik van de
spreekwoordenkoord in onbruik is geraakt? Of meer verdoken dan voorheen? Het zou
nochtans nog een jonge traditie zijn, volgens Y (1989:201) is men hier pas mee
begonnen in 1949.
Doo
Met k
pag ord-
g. While
le tradities zoals deze zijn in constante evolutie. Het gebruik van gezegdes, verhalen en
eren kan veranderen, maar ook hun betekenis past zich aan om nieuwe ideeën of ee
UARCOOPOME
Daarnaast worden er regelmatig nieuwe spreekwoorden gecreëerd tijdens conversaties.
De auteurs hiervan kunnen hun eigen spreuken laten registreren bij een “Proverb Custodian
of “spreekwoordbewaarder” (YANKAH 1989:188). Deze persoon legt een verzameling aan van
alle nieuwe spreekwoorden nadat die door hun auteurs verbeeld worden in/met een artefact
object of een eigen visuele creatie. Een voorwaarde is er slechts voor deze visuele
voorstellingen, hun bewaarder moet er op een deductieve manier de oorspronkelijke
spreekwoorden uit kunnen afleiden wanneer hij ze bekijkt. Alle binnengekomen voor
nieuw geregistreerde spreuken.
YANKAH (1989: 188-212) lijkt de nadruk te leggen op het verzamelen van nieuwe
spreekwoorden (ook de naam van de persoon die zich hiermee bezig houdt, spreekt eigenlijk
voor zich), maar laat ook weten dat de spreekwoordverzamelaars naast hun archiefwerk
en de Custodian vertelt hen dan de naam van de auteur en de ontstaanscontext van het
ANKAH
ANKAH
r hun grote liefde voor spreuken, gebruiken de Akan ze ook in spelcontexten.
“spel” wil ik niet enkel verwijzen naar gezelschapsspellen zoals ɔware of dammen (zie oo
ina 28), maar eveneens naar kinderspel, taalspelletjes en bovenal ook spreekwo
wedstrijden. Bij deze laatste is het de bedoeling om voor een publiek je tegenstander te
overtreffen in het opnoemen van algemeen erkende gezegdes. Spelers A en B lossen elkaar af
en noemen elk om beurt een spreekwoord. Degene die het langste kan doorgaan is de
winnaar van het spel (ABARRY 1994:313). Bij dit soort wedstrijden tonen de deelnemers enkel
hun “spreekwoordenboekkennis”, niet hun “spreekwoordvaardigheid”, terwijl die laatste juist
het belangrijkste is in hofcontext en bij alledaagse conversaties. Hieronder een citaat van
YANKAH ter verduidelijking.
“[...] the interaction subsists on proverb display, and exegetical comments made by participants are often
in the form of challenges or defence pleas, in respect of a formula’s proverbial status or meanin
10
such games drive the proverb to the core of interaction, they nevertheless do not present an adequate te
for proverb competence since the proverbs chosen do not have to be addressed to pertinent demands i
the rhetorical situation.” (Yankah 1989:251)
st
n
bij de Akan vaak een spreekwoordelijke gezel. Dit hoeft echter niet gesproken te zijn. Zo
t symboolsp
(1979) en D (1992) lieten bijvoorbeeld weten dat in Ghana en Ivoorkust vaak
t-
interessant, maar zou me hier waarschijnlijk te ver leiden.
recent development among the Akan. In the days before these
commercially printed textiles were widely available, all the various patterns of traditional handwoven cloth
d or could not
8
er
Bij de bespreking van dit soort symbolische kunstvormen is het volgens mij belangrijk een
- verbeelde spreekwoorden (RM1)
- beelden met een spreekwoordelijke of metaforische betekenis (RM2)
- abstractere beeldvormen met een spreekwoord als betekenis (RM3).
en,
waardoor ze niet altijd even gemakkelijk zijn te definiëren. Het eerste type verbeeldt duidelijk
en op een figuratieve manier de kernwoorden, of de hele zin van een spreuk, zoals sommige
Gezegdes vergezellen niet enkel conversaties en spelen, ook alledaagse voorwerpen hebben
kunnen dingen worden versierd me reekwoorden zoals adinkra, of met andere
metaforische decoraties. Daarnaast kunnen ze ook worden benoemd met een gezegde. APPIAH
OMOWITZ
spreekwoordelijke namen worden gegeven aan gedrukte stoffen met zeer kleurrijke, nie
adinkra motieven. Een gedetailleerde vergelijking met echt adinkratextiel lijkt me ontzettend
“Proverb names for cloth are not a
had names derived from proverbs, individuals, or events. The names often denoted who coul
wear a specific pattern.” (DOMOWITZ 1992:82)
Andere symbolisch-spreekwoordelijke decoraties en kunstvormen zijn de alom bekende
goudgewichtjes, de beeldjes bovenop de staven van chefs en hun raadsmannen (Okyeame),
de afwerking op parasols, en zo meer. Enkele hiervan zullen in het volgende hoofdstuk me
in detail besproken worden. Vanaf dit punt zal ik eveneens sterker focussen op de voor mij
belangrijkste spreekwoordsymbolen, namelijk de adinkra’s.
onderscheid te maken tussen drie types spreekwoordrepresentaties:
De lijnen van deze categorieën vallen niet samen met de grenzen van de kunstvorm
van de figuratieve goudgewichten en de meeste Linguist staffs. Beelden met een
spreekwoordelijke betekenis, ofte het tweede type dat ik hier onderscheid, hebben een
symboolbetekenis, die minder duidelijk te onderscheiden is, maar verwijzen niet rechtstreeks
naar een bepaald gezegde. Het derde en laatste type doet dit wel, maar niet op een
figuratieve wijze zoals de beelden van het eerste type.
8 De
verwijzen naar de staf van de Okyeame.
Okyeame, of raadsman van de chef, wordt vaak verkeerdelijk Linguist genoemd. Hij heeft namelijk ook deels een juridische functie en soms zelfs een religieuze. Hoewel bewust van dit feit zal ik in het verdere verloop van deze tekst soms nog spreken over de Linguist Staffs, in deze verwoording, wanneer ik wil
11
3
1) als
Zijn de decoratieve elementen op de gevels, goudgewichtjes, forowa9 en andere kunst- en
geb
De
een
merken chts een gelijkenis en zou de betekenis niet
st. In veel
soms
kruiste
t
ditzelfde
1.A). Gestempeld op een
adinkradoek lijkt het eerder te verwijzen naar eenheid, solidariteit en verdraagzaamheid, al
dan niet tussen familieleden (zoals voorgesteld op afb. 3.1.C en u kunt lezen op pagina 47).
KUNST- & GEBRUIKSVOORWERPEN MET SYMBOLEN ZOALS ADINKRA’S
Omdat zowat alle kunst- en gebruiksvoorwerpen van de Akan een symboolwaarde of
metaforische betekenis hebben, is het interessant een vergelijking te maken tussen enkele
van de bekendste hiervan. Hoewel de plaats hiervoor beperkt is in dit artikel, wil ik u er niet
van onthouden. Hieronder vindt u een aanzet van zowel een vormelijke vergelijking (3.
één volgens betekenis (3.3). Daarnaast poog ik ook een korte historische schets te maken
van de vormelijke evolutie van de meest voorkomende symboolelementen (3.2).
ruiksvoorwerpen van de Ashanti varianten van de symbolen op adinkradoeken?
verschillende bronnen die ik heb kunnen raadplegen, zijn het daarover niet met elkaar
s. Hoewel er in bepaalde gevallen een overduidelijke vormovereenkomst valt op te
, blijft het voor sommige onderzoekers sle
steeds dezelfde zijn. Zo bestaat er bijvoorbeeld grote onenigheid over het al dan niet dragen
van betekenis van de ornamenten op tempelmuren, en de graad van bekendheid hiervan bij
de bevolking. Slechts enkele van de door WOUTERS (1993:136-134) aangehaalde auteurs zijn
overtuigd van het belang van de betekenis en geven een lijstje met de meest voorkomende
symbolen en hun mogelijke verklaring.
3.1 Voorwerpen met Vormelijke Overeenkomsten
Vormovereenkomsten betekenen niet noodzakelijk ook betekenisovereenkom
gevallen is een teken op verschillende manieren te interpreteren, soms door de context,
door de mogelijke toekenning van meerdere spreekwoorden. In haar vergelijkende studie
tussen de symbolen op goudgewichtjes, adinkradoeken en ‘traditionele’ architectuur, geeft
WOUTERS (1993:143) een mogelijke verklaring voor de afbeelding van een paar ge
krokodillen op een tempelmuur. Dit symbool, dat in uiteenlopende situaties als ornamen
terugkeert, zou hier verwijzen naar de “onafhankelijkheid van de leden van de familie” of de
“gemeenschap tussen man en vrouw”. De verklaring die APPIAH (1979:66) geeft voor
symbool gebruikt als goudgewicht sluit hier bij aan (afb. 3.
r
9 forowa zijn cilindervormige potjes van messing (geel koper), die voornamelijk gekend zijn voor hun gebruik als zalfcontainers. Hun hoogte varieert van 4 tot 24 centimeter. Deze potjes zijn versierd met zeeuiteenlopende motieven, die in vele gevallen geassocieerd kunnen worden met spreekwoorden. (ROSS 1974:40)
12
Toch wil dit niet zeggen dat het daarom om een compleet ander symbool gaat. Zoals
1
(ROSS
974:47) bevestigt, kunnen aan de meeste tekens/symbolen meerdere spreekwoorden
verbonden zijn, die soms door verschillende mensen ook anders geïnterpreteerd kunnen
rschilt
laggen
(LABI 2002). De boodschappen die worden overgebracht naar de rivaliserende Asafo’s toe zijn
van
ok
kenis breidt hij uit naar harmonie en een
gezamenlijk streven. MCLEOD (1971:15) weigert een inhoudelijke bespreking, maar hij ziet dit
teken naast het Gye Nyame symbool ook terugkomen in meubeldecoratie, voornamelijk op
en uitvoering als interpretatie, zoals
kunt zien op de afbeeldingen hieronder.
worden. Ook zij geeft een mogelijke betekenis voor de siamese krokodillen, die weer ve
van bovenstaande, maar wel van hetzelfde spreekwoord werd afgeleid. Het motief van de
gekruiste krokodillen wordt in veel teksten over Ghanese kunst aangehaald als
voorbeeldornament, en lijkt bijna universeel toepasbaar. Eén van de weinige kunstwerken
waarop het krokodillensymbool slechts uitzonderlijk zal voorkomen, zijn de Fanti Asafo-
vlaggen. De Asafo zijn rivaliserende politiek-militaire organisaties die hun kracht op een
spreekwoordelijke manier verkondigen aan de hand van appliqué-figuren op hun v
vaak vurig en ietwat provocerend. Een symbool van broederschap en eenheid zoals
Funtunfunafu is hier dus niet echt op zijn plaats. Hoewel ook bij zwaarden het thema
militaire superioriteit centraal staat in de versiering (ROSS 1977:19), kunnen er daarnaast o
andere thema’s worden uitgebeeld. ASIEDU (2005:86) toont een voorbeeld van een
zwaardornament met deze siamese krokodillen dat ik helaas niet heb mogen overnemen.
Antiri (1974:35) bespreekt eveneens een kam met ditzelfde symbool, waarop de betekenis
eveneens door menselijke figuren wordt uitgebeeld (afb. 1.3.B). Verder vond QUARCOOPOME
(1997:141) het symbool ook samen met enkele andere dierenprenten, de maan en een ster,
en de omkijkende vogel Sankɔfa geborduurd op een Akunitan-doek, een wikkeldoek voor
belangrijke mannen (afb. 3.1.D). De bete
stoel en krukjes. Er is dus veel variatie mogelijk, zowel in
u
Afbeelding 3.1 - Funtunfunafu Denkyemfunafu in verschillende representaties.
(a) goudgewichtjes (boven: eigen foto, onder: APPIAH 1979:65)
(b) kam (ANTIRI 1974:35)
(c) twee variaties van het symbool zoals het wordt gestempeld op adinkratextiel
(d) Akunitan (Quarcoopome 1997:141)
13
De schrijver van het pamflet van het Rotterdams Museum voor Land- en Volkenkunde (1954
merkt eveneens gelijkenissen tussen de patronen op hun nieuwe aanwinst, een adinkrad
en de tekens op goudgewichten maar gaat hier niet dieper op in. Wel probeert hij een
algemeen beeld te scheppen van het symbolische gedachtegoed van de Ashanti, waarbij de
betekenis van de symbolen zou aansluiten. Daarmee suggereert hij dat de symbolen op be
voorwerpen niet enkel op elkaar lijken, maar dat het effectief dezelfde zijn.
DEMEY (1999:99) ziet de tekens tevens terugkeren in de motieven op kuduo10 en forowa.
ANTIRI (1974:34) vermeldt er enkele als typische kamdecoraties. En ook OWUSU (2002:2
meldt, net als de adinkra-gerelateerde website 1, een toepassing van adinkrasymbolen in
plastische kunst, en als decoratie op muren en stoffen.
Het ene symbool is echter universeler in gebruik dan het andere. Het net besproken
Funtunfunafu en de omkijkende vogel Sankɔfa, zijn terug te vinden in zowat alle domeinen
van de Akan kunst. Andere spreekwoorden worden traditioneel enkel verbeeld op één
bepaalde ondergrond, maar kunnen door hedendaagse kunstenaars ook in alternatie
creaties worden toegepast.
3.2 Welke variant was er het eerst?
Zowel WOUTERS (1993) als APPIAH (1979) schrijven de verschillen tussen adinkra’s en andere
decoratieve motieven van de Ashanti toe aan de chronologie waarin de voorwerpen die diene
als ondergrond voor de symbolen populair waren.
G
)
oek,
ide
05)
de
ve
n
oudgewichtjes, bijvoorbeeld, werden gebruikt toen er in Ghana nog betaalde met goudstof.
Iedereen bezat minstens één gewichtje, om zo de juiste prijs te kunnen bepalen. Van
goudgewichtjes bestonden er twee visuele categorieën, de figuratieve en de geometrische
(QUARCOOPOME 1997:144, MCLEOD 1971, e.a.). Het zijn de gewichtjes van de laatste categorie
die de meeste overeenkomsten vertonen met adinkrasymbolen en de bas-reliëfs op
tempelmuren, hoewel er ook gewichtjes bestaan zonder enige gelijkenis met de andere
kunstvormen. De iets jongere figuratieve gewichtjes zijn vaak verbeelde spreekwoorden die
eerder zijn te vergelijken met de afwerking van linguist staffs. In veel gevallen kunnen ze
naar meerdere spreuken of wijsheden verwijzen.
Bij de vergelijking van de decoraties op geom trische goudgewichtjes, traditionele tempels en
radoeken stelt W t i e symbolen.
es vertonen eenvoudigere vormen dan die op de
e
adink OUTERS (1993:375-379) een evolutie vas n de vorm van d
De ornamenten op de oudere goudgewichtj
10 kuduo zijn eveneens cilindervormige potjes van messing,
forowa gemaakt zijn uit bladmetaal. Ook de functie verschimet dat verschil dat deze gegoten zijn, terwijl de lt: kuduo worden geassocieerd met specifieke
riten, zoals bijvoorbeeld het “wassen van de ziel” (ROSS 1974:42).
14
recentere adinkradoeken, en tempelornamenten zouden een overgang tussen beiden kunnen
vormen. Zij ziet een verband tussen deze evolutie en de politieke en economische situatie van
het land. Opmerkelijk is dat het gebruik van de decoratieve motieven op tempels en
goudgewichten enorm is afgenomen na de komst van de Britten in 1974. Enkel de
adinkrasymbolen zijn in gebruik gebleven, en hebben zich verder kunnen uitspreiden over de
verschillende kunstvormen van de Akan.
“Er zijn duidelijke gelijkenissen merkbaar tussen ornamenten op textiel en architectuur. Men kan zelfs
stellen dat, de vorm van de versieringen in kwestie geheel behouden blijft. De gelijkenissen tussen die op
textiel en goudgewichten zijn al iets minder expliciet: soms treedt vereenvoudiging op of de oriëntatie
verandert. [...] Er zijn gelijkenissen tussen de ornamenten op
textiel en op goudgewichten, maar deze zijn
niet zo expliciet. Soms is zelfs enige verbeeldingskracht vereist om ze op te merken. Hieruit kunnen we
ar
rtonen op
ROSS (1974) voegt hieraan toe dat de producenten van forowa’s zich laten inspireren door alle
oorgaande motieven uit het Akan-repertoire. De decoratie op deze doosjes lijkt vaak afgeleid
te zijn van die op goudgewichtjes, kuduo, de staven van chefs en/of adinkradoeken. Hierbij
RO alom bekende tekens vaak gebruiken
nder symbolische bedoelingen, terwijl de kopers van de kunstige gebruiksvoorwerpen zich
vaak wel laten leiden door de symbolische waarde. Persoonlijk viel mij op dat ook veel kopers
ten. Het woord “adinkrasymbolen”
heeft zich intussen omgevormd naar een containerterm, waarmee verwezen wordt naar het
is
adinkrasymbolen op te representeren, waardoor je ze in zowat alle mogelijke contexten kunt
.
concluderen dat de mogelijkheid bestaat - wat de chronologie betreft - dat ze enigszins van meka
verwijderd kunnen zijn. [...] Hieruit kunnen we besluiten dat architecturale ornamenten een verdere
evolutie zijn - zowel in tijd als in vorm - van die op de goudgewichten. De adinkra-versieringen ve
morfologisch vlak de minste gelijkenis met de goudgewichten en zijn er chronologisch het verste van
verwijderd.” (WOUTERS 1993:375-377)
v
stelt SS ook dat hedendaagse kunstenaars deze
zo
afgaan op de esthetiek van de motieven omdat ze de betekenis niet meer kennen. De
hedendaagse Akan lijken hun eigen symbolen te verge
hele arsenaal Akan symbolen met een spreekwoordelijke betekenis. Toch komen adinkra’s
vaker voor in hedendaagse situaties dan andere oude motieven. Een alternatieve term
“Gye Nyame symbolen”, waarmee wordt verwezen naar alle adinkra’s met de naam van het
ene teken dat vooral bij Christenen zeer populair is geworden, Gye Nyame (zie ook p.31).
Op dit moment gebruiken artiesten een uitgebreid gamma aan ondergronden om
tegenkomen, traditioneel of modern. Voorbeelden van hun hedendaagse
gebruiksmogelijkheden vindt u in de hoofdstukken 5 en 6
15
3.3 Voorwerpen met Spreekwoordovereenkomsten
Bij een vergelijking van de verschillende Akan kunstvormen met een metaforische be
valt het op dat de spreuken waarnaar verwezen wordt niet steeds dezelfde zijn. Wanneer we
de voorwerpen met dezelfde spreekwoord
tekenis,
betekenis vergelijken, zien we dat de uitwerking van
het gezegde niet altijd op dezelfde manier werd gerepresenteerd.
Op
figu rd
geto
gedeta .B)
en e
spr
Ash ),
die dinkrasymbool.
l.
De visuele uitwerking van nieuwe spreekwoorden, zoals die aan het spreekwoordenkoord van
ANKAH
sols of linguist staffs, noch
worden ze uitgevoerd als goudgewichtjes of uitgekerfd in houten kammen. Desondanks
unnen hedendaagse kunstenaars er eventueel wel inspiratie uit putten voor hun werk, zeker
als ze de auteur van het gerepresenteerde spreekwoord persoonlijk zouden kennen. In zo’n
geval kunnen ze gecombineerd worden met de traditionele symbolen die traditionele spreuken
verbeelden, of kunnen ze worden omgevormd tot een geheel nieuw spreekwoordsymbool.
Regelmatig worden er frisse motieven gecreëerd uit het bestaande symboolrepertoire. Over
deze en andere vormen van creativiteit met traditionele tekens leest u meer in hoofdstuk 7.
pagina 13 zag u enkele uitvoeringen van de siamese krokodillen. Het goudgewicht op
ur 3.1.A werd zeer naturalistisch en in 3D uitgevoerd. Ook het zwaardornament dat we
ond door ASIEDU (2005:86) heeft dezelfde artistieke kwaliteiten. Wanneer we deze fijn
illeerde voorstellingen vergelijken met de meer gestileerde versies op de kam (3.1
de stoffen (3.1.C), is de gelijkenis toch nog duidelijk zichtbaar. Anders is dat bij ander
eekwoord-representaties. Zo toont ASIEDU (2005:101) een hoofdversiering van de
antihene die werd gevormd naar de uitdrukking “Obi nka obi” (letterlijk: Bijt elkaar niet
sterk afwijkt van het gelijknamige a
Een ander duidelijk voorbeeld is de verbeelding van “Akokɔ nan tia ba, na ennkum ba.” (De
hen trapt op haar kuikens maar doodt ze niet.), wat zowel kan worden uitgewerkt als een
levensechte kip, haar schaduw of profiel, of als een abstracte “pootafdruk” van deze voge
Afbeelding 3.2 - Verschillende representaties van Akokɔ Nan.
(a) figuratief uitgebeelde hen met kuikens,
gepresenteerd als standbeeld (eigen foto)
(b) gestileerde poot zoals die voorkomt op kammen (ANTIRI 1984:34)
(c) adinkrasymbool
de Proverb Custodian, kennen geen tegenhangers in de andere kunstvormen (Y
1989:188). Ze worden nooit gebruikt als afwerking van para
k
16
4 ADINKRASYMBOLEN EN HUN GEBRUIK
dded in them. Many attempts
are being made today, to educate and inform on the importance of these symbols.” (TURKSON 2005:1)
gdes.
elde spreekwoorden (type RM1).
Andere hebben een zeer abstract ontwerp, waardoor ze eerder aansluiten bij het tweede en
l
Het Akan woord ‘adinkra’ betekent zoveel als ‘vaarwel zeggen’, en verwijst naar de dubbele
gevoelens die men ervaart bij heid nemen. Langs de ene kant is er verdriet omdat
men van elkaar gescheiden w n
(ANTUBAM 1963:157, GLOVER 1 an het Rotterdamse
museum voor volkenkunde (195
a- = prefix voor een abstract substantief of een onbepaalde wijs van een werkwoord
di = gebruik maken van
nkra = de boodschap die iedere ziel (“kra”) meeneemt van God wanneer zij naar de aarde komen
dinkra = (bijgevolg) “afsc d nemen”
nkra [nkrá] = boodschap, maar ook: “vaarwel”
“Adinkra symbolism has been used in a number of ways to reflect and depict the believes and philosophies
of traditional ‘Asante’ culture in our contemporary Ghanaian culture. Although these symbols and their
importance are a reflection of the indigenous culture, not many people including artists are aware of their
meanings and the wealth of information and design concepts that are embe
4.1 Definitie
Adinkra’s zijn tweedimensionale motieven met een duidelijke symbolische waarde voor de
Akan (o.a. DJAMPIM 1992:18). De meeste tekens verwijzen naar één of meerdere geze
Sommigen lijken zeer representatief, hoewel ze op een gestileerde wijze worden
weergegeven, en kunnen geclassificeerd worden als verbe
het derde type, afhankelijk of hun betekenis samenvalt met een gezegde (type RM3) dan we
of het gewoon een niet-iconische symbool betekenis heeft (type RM2).
het afsc
ordt, aan de andere kant is er hoop op een spoedig weerzie
992, OWUSU 2002:205). In het artikel v
4) wordt een taalkundige analyse gegeven:
hei
Wanneer we deze vergelijken met de verklaringen in het woordenboek Twi-Engels van KOTEY
(1996) komen we tot een gelijkaardige analyse:
di [dì] = eten, consumeren (gebruik maken van)
kra [krá] = weggaan, vaarwel zeggen
di nkra [dì n krá] = vaarwel zeggen
17
4.2 Oorsprong
Over de ouderdom van de adinkrasymbolen en de manier waarop ze eigen zijn geworden aan
de
mo
Vel
Bon
18de eeuw, mogelijk aan het begin van de 19de eeuw, zou de vorst van dit gebied (die de
poging hebben ondernomen om het machtssymbool van de Ashanti
reproduceren, namelijk de ‘gouden stoel’. Dit meubel zou tijdens de regeringsperiode van
Osei Tutu, de vierde Ashantikoning, uit de hemel neergedaald zijn als een machtig geschenk
27:264,
d zou op
mogen zitten (RATTRAY 1923:290). De strijd van de Ashanti met het volk van Gyaman
n
Eén versie be ze zou in
ruil voor zijn vaders symbolen hebben doorgegeven.
In een ander r
ongeve u hebben uitgez kte hoofd van koning Adinkra, zijn kleed
(adinkratextiel), een houten ‘stoel’ (die later ook als symbool is gaan dienen), en een aantal
werd opdat ze hun talenten ten dienste
zouden stellen van de Ashantihene en hun kunsten zouden aanleren aan de craftsmen van het
hof. Het vervaardigen vaardigheden. De motieven die
late krasymbo iet enkel die van het meegebrachte textiel,
maar evene el’ (DJAMPIM 1992:18).
Ashanti zijn de meningen verdeeld. Zoals Nana OWUSU-ANSAH (1992:71) ons meedeelt,
et de exacte oorsprong van de symbolen nog verder worden nagegaan in onderzoek.
en vertellen dat ze werden overgenomen uit Gyaman, de streek rond het huidige
doukou in Ivoorkust (o.a. GLOVER 1992, BAKER 1978:15 en SEKYERE). In de loop van de
naam Adinkra droeg) een
te
van God (Nyame). Het zou de ziel (sunsum) van het Ashantirijk in zich dragen (RATTRAY
1923:288-290), en is nog steeds het belangrijkste symbool voor de Ashanti. De
Ashantihene11 in de tijd van koning Adinkra, Nana Kwame Bonsu Panyin (RATTRAY 19
OWUSU-ANSAH 1992:72), zag de reproductie van de ‘stoel’ bijgevolg als goede reden om een
oorlog te beginnen. Osei Tutu, had namelijk meteen na het ontvangen van dit spirituele
geschenk een decreet uitgevaardigd waarin een oorlog gerechtvaardigd werd om deze reden
(OWUSU-ANSAH 1992:72). De regelgeving was zelfs zo streng dat er nooit ieman
eindigde met de dood van koning Adinkra.
Tot zo ver komen alle geschiedenissen overeen. Over de oorlogsbuit en de exacte manier
waarop de symbolen van Adinkra juist bekend raakten aan de Ashanti ambachtslui bestaa
verschillende verhalen:
schrijft het krijgsgevangenschap van Adinkra’s zoon (GLOVER 1992). De
leven het geheim van zijn
e versie van de geschiedenis (OWUSU-ANSAH 1992:72) wordt vertelt hoe de buit e
er zo ien: het afgeha
krijgsgevangenen. De belangrijkste gevangenen waren bekwame ambachtslieden en
kunstenaars uit Gyaman, van wie het leven gespaard
van adinkratextiel was één van deze
r de ‘adin len’ zijn geworden, zijn n
ens de versieringen van Adinkra’s houten ‘sto
11 Het woord ɔhene betekent ‘koning’ of ‘chef’. De titel Ashanti ɔhene of Ashantihene verwijst dus naar de
koning van de Ashanti. De koning van Gyaman kan worden aangeduid met de titel Gyamanhene. Eveneens het hoofd van een vereniging en personen met verantwoordelijke functies kunnen met het woord ɔhene benoemd worden. Zo is er een safoahene (‘sleutelverantwoordelijke’, maar ook de leider van een Asafo), een okyeamehene (‘hoofdraadsman’), en zo verder.
18
De motieven werden genoemd naar de gestorven koning en werden gebruikt om hem te
herdenken (o.a. HAIZEL 2001, NYAME en SEKYERE). Want ondanks alles werd hij ook door de
RATTRAY (1927:264-265) haalt deze geschiedenis wel aan, maar vervolgt met de mogelijkheid
erdere
re
.
beide
oegere koning van Gyaman. Als we deze stelling voor waar aannemen,
lijkt het makkelijker te verklaren waarom er heden ten dage nog nieuwe maar vergelijkbare
r
ver leest u in hoofdstuk 7 (over “creativiteit”).
e-
estellen
[...] Zeer interessant zijn de patronen, die alle een naam hebben. Waarschijnlijk zijn vele van deze figuren
Ashanti gezien als een groot en diplomatisch leider (OWUSU-ANSAH 1992:72). Later dienden ze
ook als vaarwelgroet bij het afscheid nemen van andere overledenen.
dat de symbolen werden overgenomen van minder verwante bevolkingsgroepen, uit v
oorden dan Gyaman, zoals de Moslims die meer noordelijk leefden. De Ashanti zouden de
tekens dan later zelf benoemd hebben en er eigen betekenissen aan hebben gegeven. Ande
onderzoekers leggen eveneens nadruk op de mogelijke invloed van de Mohammedaanse
iconografie en kalligrafie in de decoratieve stijl van de Ashanti. PRUSSIN (1980) is één van hen
Omdat ze hierbij opmerkt dat de invloedssfeer van de Islam zich tot ver in het zuiden
uitstrekte en dus zowel in Gyaman als het Ashantirijk was te zien, combineert ze echter
stellingen. Ook OWUSU-ANSAH (1994:71), prins van Ashanti & professor aan de universiteit van
Kumasi, ziet bepaalde vormovereenkomsten en plaatst deze mogelijkheid naast de andere.
Hoewel hij met deze uitspraak heel wat anderen tegenspreekt, beweert Kingsford NYAME dat
de tekens pas ná de dood van koning Adinkra zijn ontworpen, als rouwsymbolen. Hij vertelt
dat er nu nog steeds nieuwe adinkrasymbolen worden gecreëerd die design-technisch in
dezelfde lijn liggen als de oude symbolen en zich manifesteren als een hedendaagse
herdenking van de vr
symbolen worden uitgewerkt. Dit gebeurt niet enkel door kunstenaars, maar eveneens doo
leden van de Koninklijke familie, zoals Nana OWUSU-ANSAH, en met goedkeuring van de
Ashantihene. Meer hiero
4.3 Adinkradoeken
Ghana heeft een lange geschiedenis van textielproductie, waarvan de oudste producti
processen lokaal en in verschillende gemeenschappen zijn tot stand gekomen (MOSES
2004:78). Zo is er de kleurrijke geweven Kente, en een heel arsenaal in effen katoen
geweven doeken die met plantaardige inkt gekleurd of beschilderd worden. Adinkra,
Kuntunkuni, Kobine en Birisi zijn hier slechts enkele voorbeelden van (MOSES 2004:79).
“Adinkradoeken zijn oorspronkelijk weefsels van inheems katoen, geweven op inheemse weefto
van elders overgenomen, waarna de Asjanti (sic) er zelf een naam aan hebben gegeven.”
ROTTERDAMS MUSEUM VOOR LAND- EN VOLKENKUNDE - verder in de tekst vermeldt als RMLV - 1954
19
Adinkradoeken zijn met de hand bestempelde doeken waarvan (bijna) alle motieven een
spreekwoordelijke betekenis hebben. Door de keuze van de motieven en de kleur van het
doek brengt de drager ervan een specifiek bericht over naar de buitenwereld (DEMEY
1999:33). Aangezien de naam ‘adinkra’ verwijst naar afscheid nemen, is het niet
verwonderlijk dat adinkradoeken traditioneel worden gedragen bij begrafenissen en
de
woorden: “Indien gij ooit mijn vijand wordt, mogen de Goden u doden”. Na de dood van een
U
,
AH 1989).
Oorspronkelijk was het dragen van adinkra voorbehouden voor mensen van Ashanti afkomst
ge status, zoals koningen en dorpshoofden (DEMEY 1999:33). In
de loop der jaren is dit veranderd en is het gebruik van de doeken wijder verspreid geraakt.
Bij sommige gelegenheden wordt zelfs door andere Ghanese bevolkingsgroepen adinkratextiel
al
leed.
er
t
eveneens een onderscheid in gebruik naargelang de kleur van de doeken. Alle scharkeringen
tus n
wor
voorbe e dat in
de w en
zilv verwijzen naar de queen-mother, en bruin wijst op oorlog en/of serieuze
herdenkingsceremonies (o.a. GILLOW 2003:88). DEMEY (1999:33) merkt hierbij op dat het
meestal niet de naaste familieleden van de overledene zijn die adinkratextiel dragen, maar
voornamelijk andere gasten. Volgens mij is dit sterk afhankelijk van de achtergrondkleur
Naaste familieleden worden namelijk verwacht om rood te dragen als teken van diepe rouw.
Zowel de stof als sommige symbolen zijn als een “schakel tussen de levenden en de doden,
het heden en het verleden, het nu en het hiernamaals” (RMLV 1954). Daarom werden
doeken ook gebruikt bij andere gelegenheden die via de oude culturele gewoontes van de
Ashanti in verband te brengen zijn met dood of afscheid nemen. Een voorbeeld hiervan is de
eedaflegging van een chef aan de Ashantihene. Daarbij sprak de koning namelijk volgende
Ashantikoning is de hele bevolking verplicht zich te hullen in rouwkledij, traditioneel is dit
zwart, bruin of rood adinkratextiel of Kuntunkuni. De troonopvolger zal bij zijn kroning
adinkratextiel dragen. Omdat het hier over een vreugdevolle gebeurtenis gaat, kiest men
gewoonlijk voor Adinkra-fufua, handgestempeld textiel met een witte achtergrond (ASIED
2005:41). Ook in de traditionele rechtspraak was de aanwezige leider vaak gekleed in
adinkratextiel, in vele gevallen zou immers één van beide partijen moeten sterven (RMLV
1954). In recente tijden, nu er geen doodsvonnis meer wordt uitgesproken in de rechtbanken
wordt nog steeds verwacht dat de getuigen en andere aanwezigen zich houden aan de
traditionele kledingsvoorschriften, en zich dus hullen in rouwkledij (YANK
en voor mensen met een ho
gedragen. Iedereen die het kan betalen, mag zich een adinkradoek aanschaffen (BAKER
1978:15). Niet enkel de dragers van het textiel zijn veranderd, er zijn tevens een aant
functies bijgekomen. WOUTERS (1993:294) meldt zelfs het gebruik als bedsprei of tafelk
Bij het bepalen van de functie en/of de gepaste gelegenheid om het te dragen, hangt
natuurlijk veel af van de betekenis van de stempels op het doek. GILLOW (2003:88) maak
sen rood en zwart worden gebruikt als begrafeniskledij, maar de witte en de lichte kleure
den ook gedragen bij andere, feestelijke gelegenheden, waarvan hierboven al een
eld werd gegeven. APPIAH (1979:64) gaat hiermee akkoord en voegt er aan to
algemene kleurensymboliek van de Ashanti goud meestal staat voor rijkdom, blau
er
20
aangelegenheden. Volgens BAKER (1978:15) zouden de doeken met een witte achtergrond
hoofdzakelijk door mannen en die met gekleurde achtergrond voornamelijk door vrouwen
worden gedragen. Ze is echter de enige die dit onderscheid maakt, de meeste onderz
linken de kleur van het doek aan de gelegenheid en/of de boodschap die men wilt
Het is belangrijk een onderscheid te maken tuss
de handgestempelde adinkradoeken en de
recentere geprinte stoffen waar vaak ook
adinkrasymbolen op staan afgebeeld. De
oekers
uitdragen.
en
gestempelde doeken kunnen beschouwd worden als
p
een
an
t
en
n
afgebeeld en de fabricageplaats -
,
lt
oek
en
t zeefdruk.
de voorlopers van het industrieel geprinte textiel
(ABBAN 1992). Hoewel de motieven op beide
dezelfde betekenis verbeelden, heeft het textiel o
zich een heel andere uitstraling. De geprinte versies
worden daarom meestal niet aangeduid met de
naam “adinkratextiel” (DEMEY 1999:99). De originele
gestempelde exemplaren blijven in zekere mate
statussymbool. Omdat het belangrijkste deel v
het fabricageproces (namelijk het stempelen) me
de hand gebeurt, vindt men van een doek nooit e
identiek dubbel, zelfs niet wanneer het patroo
volledig overeenstemt. De waarde
wordt bepaald door het gewicht van
het doek, de kwaliteit van de afdruk,
het aantal symbolen dat erop is
Afbeelding 4.1 - Handgeprint adinkratextiel.
een doek dat werd gestempeld in
een bekend adinkradorp, zoals
Ntonso of Asonkwa, heeft een groter
aanzien (DEMEY 1999:97).
In tegenstelling tot de geprinte versies, mag een ‘echt’ adinkradoek niet worden gewassen
http://www.welltempered.net/adinkra/htmls/adinkra_index.htm (Laatst bezocht op 18 januari 2009) → in de tekst wordt hiernaar verwezen als “website (1)”
s.n. 2003 “Adinkra symbols. A philosophical writing system”.
→ in de tekst wordt hiernaar verwezen als “website (2)”
ABARRY, Nana.
1992 The promotion of Ghanaian Textile Prints on Contemporary market. K.N.U.S.T.
Bigshy designs and publications, 112 p.
ANT197 ANT196 r & Amelang, 221 p. APPIAH, Edward. 1994 Developments in design and uses of the Ashanti goldweights. K.N.U.S.T. (thesis),
117 p.
(Laatst bezocht op 21 januari 2009)
1994 “Teaching Akan oral literature in Ghanaian schools”. Journal of Black Studies, XXIV, 3, pp. 308-328.
ABBAN, Thomas Rawson.
(thesis), 165 p.
ABBIW, M.K. and all s.d. Cultural Studies for Junior Secondary Schools. Pupil’s Book 3. Ghana Education
Service, Curriculum Research and Development Division, 138 p. ADU-AKWABOA, Samuel. 1992 The use of Printed and Dyed Textiles and their socio-cultural effects on the Ghanaian
Society. K.N.U.S.T. (thesis), 146 p. AGBO, Adolph Hilary. 2006 Values of Adinkra & Agama symbols. Kumasi,
UBAM, Kofi. 3 Ghana’s heritage of culture. Leipzig, Koehle
70
APPIAH, Peggy. 1979 “Akan Symbolism”. African Arts, XIII, 1, pp. 64-67. ASHONG, Josiah Ralph. 1983 Form and function of Sculptural expressions in African Architecture. K.N.U.
(thesis), 167 p. ASIEDU, Nana Kwaku. 2005 African Art and Cultur
(thesis), 159 p. BAKER, Patricia. 1978 African Art. Adinkra Cl
University, 19
S.T.
oth. p.
CHRISTENSEN, James Boyd. 1958 “The Role of Proverbs in
Institute, XXVIII, 3, pp. DANQUAH, J. B. 1952 “The Culture of Akan”. Africa: Journal of the International African Institute, XXII, 4,
360-366.
DEMEY, Ellen.
1992 “Wearing Proverbs. Anyi Names for Printed Factory Cloth”. African Arts, XXV, 3,
na. Owerri, Conch Magazine, 184 p.
rts
e: the mainspring of Asante’s greatness and glory. K.N.U.S.T.
An Instructional unit for 7th-9th grade art. Illinois
Fante Culture”. Africa: Journal of the International African 232-243.
pp.
1999 Als stempels spreken... Betekenis van de motieven op adinkra-textiel van de Asante uit Ghana. R.U.G. (Licentiaatsverhandeling etnische kunst), s.p. (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte)
DJAMPIM, Josephine Kraah. 1992 The use of Traditional Ghanaian Graphic Symbols by contemporary Ghanaian artists.
Case study in Kumasi. K.N.U.S.T. (thesis), 88 p. DOMOWITZ, Susan.
pp. 82-104.
DSEAGU, S. A. 1976 “Proverbs and Folktales of Ghana: Their form and uses”.
In: ASSIMENG, J. M. Traditional life, culture and literature in Gha
FAÏK-NZUJI, Clémentine M. 1992 Symboles graphiques en Afrique noire. Louvain-la-Neuve, Citade, 190 p. 1996a La beauté des signes. Pistes et clés pour la pratique des symboles. Louvain-la-
Neuve, Citade, 256 p. 1996b Le Dit des signes. Repertoire de symboles graphiques dans les cultures et les a
africains. Québec, Musée canadien des civilisations, 211 p.
HAIZEL, Maureen. 2001 Reflections of Ghanaian life and symbolism in Appliqué. K.N.U.S.T. (thes
HESS, Janet Berry. 2006 Art and Architecture in Postcolonial Africa. Jefferson N.C., McFarlan
STEN, Christine.
SIEDU, Kwaku Boafo.
0 Idiomatic Painting with Adinkra Duro and Ahyensodeɛ. K.N.U.S.T. (thesis), 103 p
EM, Albin Kweku & Mawutodzi Kodzo ABISSATH.
KOTEY, Pau1
LABI, Kwame A. 2002 “Fante Asafo Flags of Abandze and Kormantse. A discourse between rivals”. African
Arts, XXXV, 4, pp MAALU-BUNGI, Crispin. 2006 Littérature orale africaine. Brussel, P.I.E. Peter Lang, 255 p.
. M1 MEYER ITZ, Eva L. R.
“Some Gold, Bronze and Brass Objects from Ashanti”. The Burlington Magazine for C oisseurs, LXXXIX, 526, pp. 18-21. “T Akan and Ghana”. Man, LVII, pp. 83-88. 1
K, MMONA ichael H. O. S. 1997 Adinkra symbols in National Development. K.N.U.S.T. (thesis), pp. 82-108.
(College of Art)
S, AMOSE krofi. 2004 The role of the textiles artist in the AGOA Initiative. K.N.U.S.T. (thesis), 123 p.
72
OWUSU, Heike. en van Afrika. Hoevelaken, Uitgeverij Verba, 319 p.
WUSU-ANSAH, Nana J. V. 994 [1992] New versions of the traditional motifs. Kumasi, Payless Printing Press, 75 p.
in Africa: students’ research-work (volume A). K.N.U.S.T.
Studies)
kunor. m Studies, XXIII, 2, pp.135-147.
924 “Arts and Crafts of Ashanti”. Journal of the African Society, XXIII, 92, pp. 265-270. 927 Religion and Art in Ashanti. London, Oxford University Press, pp. 264-268.
can Child in Proverb, Folk-lore and Fact”. Africa: Journal of the International
ROSS, Doran H. 1974 “Ghanaian Forowa”. African Arts, VIII, 1, pp. 40-88. 1977 “The Iconography of Asante Sword Ornaments”. African Arts, XI, 1, pp. 16-25. SMITH, Edwin W. 1952 “African Symbolism”. The Journal of the Royal Anthropological Institute of Great
Britain and Ireland, LIII, 1, pp. 13-37. TURKSON, Kingsley E. 2005 Expanded dimensions of Adinkra symbolism and their New Applications in the Socio-
Cultural Milieu. K.N.U.S.T. (thesis), 87 p. WOUTERS, Katelijne. 1993 Ornamenten op tempels, adinkra-doeken en geometrische goudgewichten bij de
Ashanti : een vergelijkend onderzoek. R.U.G. (Licentiaatsverhandeling etnische kunst), 381 p. (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte)
YANKAH, Kwesi. 1989 The proverb in the Context of Akan Rhetoric. A theory of Proverb Praxis. New York,
Peter Lang Publishing, 313 p.
2002 Symbol
O12006 Symbolism
(verzamelde resultaten van ontwerpopdracht), s.p. (Centre for Cultural and African
PRUSSIN, Labelle. 1980 “Traditional Asante Architecture”. African Arts, XIII, 2, pp. 57-87. QUARCOOPOME, Nii Oto1997 “Art of the Akan”. Art institute of Chicago Museu RATTRAY, R. S. 1923 Ashanti. London, Oxford University Press, 348 p. 111933 “The Afri
African Institute, VI, 4, pp. 456-471.
73
GEÏNT VIEWDEN & CONTACTPERSONEN ER
AGYEMAN na.
oud-student K.N.U.S.T.
rica
SAMOA, Shahannon. [a.k.a. HIV]
it Tewobaabi/Ntonso.
lp
exporterend kunstenaar, werkzaam in het CC Kumasi.