Studiedag OSBJ VZW: ‘Nieuwe media: een uitdaging voor jongeren en begeleiders’ Cyberpesten: Cyberpesten: stand van zaken & advies stand van zaken & advies Prof. dr. Michel Walrave & Wannes Heirman Onderzoeksgroep Strategische Communicatie (OSC) – Universiteit Antwerpen
32
Embed
Cyberpesten: stand van zaken & advies Studiedag OSBJ VZW: ‘Nieuwe media: een uitdaging voor jongeren en begeleiders ’ Cyberpesten: stand van zaken & advies.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Studiedag OSBJ VZW:
‘Nieuwe media: een uitdaging voor jongeren en begeleiders’
Cyberpesten: Cyberpesten: stand van zaken & adviesstand van zaken & advies
Prof. dr. Michel Walrave & Wannes Heirman Onderzoeksgroep Strategische Communicatie
(OSC) – Universiteit Antwerpen
Helft twaalfjarigen is cyberpester (De Morgen 28-04-2006)
Cyberpesten wordt plaag onder kinderen (De Morgen 28-02-2006)
Pesten gaat door op Cyberspace (De Standaard 25-01-2008)
Pestkoppen gebruiken nieuwe technologieën (GVA 28-04-2006)
Pestkoppen ontdekken gsm en pc (Het Volk 16-02-2006)
Politie pakt cyberpesten aan (HBVL 09-02-2008)
Scholen in strijd tegen cyberpesten (Het Nieuwsblad 28-02-2006)
In de media
Agenda
1.1. Overzicht onderzoek naar cyberpestenOverzicht onderzoek naar cyberpesten
2.2. Concrete tips voor praktijkConcrete tips voor praktijk
3.3. VragenrondeVragenronde
Cyberpesten
OSC – Universiteit Antwerpen • Ontstaan: 2004• Prof. dr. Michel Walrave & prof. dr. Heidi
Vandebosch• 5 leden binnen dep. CW 40 leden
• Missie: onderzoek over het strategisch inzetten van ICT en
massamediavoor interne en externe communicatieprocessenen evaluatie van de beoogde effecten op de doelgroepen
Gevolgen van cyberpesten (2):• Rechtstreeks voelbaar in de klascontext• Schadelijk voor alle partijen • Weekt kettingreacties los (‘Cyberpestcultuur’)
Perceptie van cyberpesten: • Enorm verschil tussen perceptie slachtoffer en dader: wat
dader als grappig bedoelt, heeft een eerder kwetsende uitwerking op het slachtoffer
Reactie op cyberpesten?• Slachtoffers (en andere partijen) zwijgen vaak uit schaamte of
angst (VL: 55,1% slachtoffers vertelt het tegen niemand)• Meerderheid onderneemt wel één of andere vorm van actie
(VL: Blokkeren (67,4%), Verzoek aan dader om te stoppen (57,6%), Terugpesten (50,6%), Hoop dat probleem vanzelf overwaait (57,3%))
Cyberpesten
2Cyberpesten – tips voor de
praktijk
Cyberpesten
‘Triggers’ voor cyberpesten:
»Anonimiteit
»24/7 –effect
»Cock-pit –effect
»Beperkte mogelijkheid tot supervisie
»Mogelijkheid tot enorme schade
»‘Digital knowledge’-gap
Zeven tips
Cyberpesten
• Perceptieverschil: dat wat daders van cyberpesten als grappig bedoelen, heeft vaak een kwetsende uitwerking op slachtoffers
• Het ontbreken van emotionele feed-back door slachtoffers leidt tot ‘cock-pit’-effect bij de dader
• Kinderen kunnen de gevolgen van hun online gedragingen niet altijd even goed inschatten. Dit heeft in het verleden al geleid tot voorbeelden van cyberpesten die de hele wereld zijn rondgegaan
Mogelijke oplossingen:
- Programma’s rond mediageletterdheid (meer dan ICT-vaardigheden…)
- Praten met kinderen over ICT en risico’s (o.a. cyberpesten...)
- Reflectie stimuleren over gevolgen online gedrag
Tip 1: Bewustmaking
Cyberpesten
• ‘Digital knowledge gap’
• Jongeren zelf ook vaak overtuigd dat ze meer van ICT afweten dan hun ouders
• Kennis nochtans voorwaarde voor aanpak cyberpesten
Mogelijke oplossingen:
- Zelf vertrouwd maken met technologie
- Ouders aanmoedigen om zich te informeren alvorens nieuw mediaproduct aan te kopen
Tip 2: Technologische bijscholing
Cyberpesten
• Slachtoffers van cyberpesten kampen met verlaagd zelfbeeld en depressieve gevoelens (cf. slide gevolgen cyberpesten)
• Getroffen op internet of per gsm, media die cruciaal zijn bij identiteitsvorming jongeren (=zeer belangrijk proces)
• Littekens kunnen voor het leven zijn
Mogelijke oplossingen:
- Jongeren duidelijk maken dat ze als slachtoffer van cyberpesten geen alleenstaand geval zijn
- Jongeren aanmoedigen om over hun gevoelens te praten
- Bij verdere gesprekken anticiperen op die gevoelens door bijvoorbeeld complimenten te geven en positieve eigenschappen te benadrukken
Tip 3: Gevoel van eigenwaarde opbouwen
Cyberpesten
Kinderen weten niet altijd hoe ze moeten reageren op pestgedrag
– Enerzijds: blijven zwijgen en niets doen kan het probleem uit de hand doen lopen.
– Anderzijds: te snel en woedend reageren kan verder pestgedrag aanwakkeren
Mogelijke oplossingen:
- Bewustmaken dat niet reageren kan helpen bij beginnend pestgedrag
- Duidelijk maken dat driftbuien het pesten verder aanwakkeren
- Aanmoedigen om te praten als het pestgedrag al een tijd bezig is
- Via rolspel laten zien hoe kinderen best reageren op pestsituaties
Tip 4: Prosociale rolmodellen inbouwen
Cyberpesten
• Slachtoffers (en andere partijen) zwijgen vaak uit schaamte of angst (vb. voor boze reactie ouders; voor afname internetprivileges...)
• Neiging om te zwijgen groter in de puberteit (door toenemend belang ‘peer pressure’)
• Jongeren niet altijd gehoord
Mogelijke oplossingen:
- Vertrouwenspersoon
- Centraal meldpunt
- Oren spitsen wanneer kinderen/tieners over negatieve online ervaringen vertellen
Tip 5: Drempels verlagen en luisteren
Cyberpesten
• Ouderlijk toezicht neigt naar de minimale kant bij cyberpesten
• Daders hebben vaak een eigen goed voorziene mediakamer
• Deze mediakamer is ‘een private geconnecteerde ruimte’. Ver buiten het zicht van ouders hebben kinderen een (te?) grote vrijheid om te bepalen wat ze met het internet of gsm doen...
Mogelijke oplossingen:
- Verhoging toezicht door leerkrachten en begeleiders
- Ouders bewustmaken dat plaats van pc in het gezin een weloverwogen keuze moet zijn
Tip 6: Verhoogde supervisie
Cyberpesten
• “Bullies are made, not born”
• Pestgedrag is er vaak niet zo maar gekomen:
– Cyberpesters liggen vaak in de knoop met zichzelf
– De emotionele band met de ouders is vaak slecht
Mogelijke oplossingen:
NIET: een pleidooi voor ‘soft policy’ of grenzeloos begrip voor de dader
WEL: preventief werken om pesten te voorkomen of tegen te gaan blijkt efficiënter dan een repressief schoolbeleid inzake pesten
MAAR: In ernstige gevallen kunnen zware sancties conform het reglement worden toegepast. Daarbij moet men steeds overwegen:
- wat achterliggende redenen zijn van het pestgedrag
- of de pester zelf niet problemen kampt
In dergelijke omstandigheden al te zware straffen opleggen,
kan op lange termijn nog ernstigere problemen veroorzaken
Tip 7: Niet te snel te zwaar straffen
Cyberpesten
Deze tips integreren in een holistische schoolaanpak (‘Whole School
Policy’)
• De gehele schoolgemeenschap wordt betrokken bij het pestprobleem (directie, leerkrachten, leerlingen, ouders)
• De Anti-Pestcommissie: plannen en organiseren van anti-pestactiviteiten• De Hulpgroep: leerlingen als vertrouwenspersoon voor slachtoffers van pesten• De Sprekersgroep: leden van de Anti-Pestcommissie houden toespraak op
schoolvergaderingen en stafbijeenkomsten• De Affichegroep: aanwending van creatief talent om posters tegen pesten te
ontwerpen• De Toneelgroep: aanwending van creatief talent om prosociale rolmodellen
inzake pesten uit te beelden
• Andere activiteiten: niet specifiek bedoeld tegen pestgedrag• Welkomstgroep: voor nieuwe leerlingen (sociaal isolement is “trigger” van
pestgedrag)• Steungroep: voor leerlingen die zich niet goed voelen
• PRQ (opnieuw, nu als evaluatie-instrument)
Cyberpesten
Besluit: drie kerngedachten
1. Probleem onderkennen en ernstig nemen
2. Combinatie van luisteren, controle en sanctioneren
3. Gedeelde verantwoordelijkheid van tieners, leerkrachten en ouders