JAARVERSLAG 31.12.19 CRELAN INVEST BEVEK Openbare Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht met verschillende compartimenten Naamloze Vennootschap ICB die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het prospectus en van het document « De essentiële beleggersinformatie ».
117
Embed
CRELAN INVESTToekomstig beleid 104 7.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator 104 7.1.10. ... Christian Steeno, Verantwoordelijk voor commercieel beleid en marketing bij Crelan
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
JAARVERSLAG
31.12.19
CRELAN INVEST
BEVEKOpenbare Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal
naar Belgisch recht met verschillende compartimentenNaamloze Vennootschap
ICB die geopteerd heeft voor beleggingendie voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG
Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kostelozeoverlegging van het prospectus en van het document « De essentiële beleggersinformatie ».
CRELAN INVEST
2
INHOUDSOPGAVE
6ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP1.ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP1.1. 6BEHEERVERSLAG1.2. 8
Informatie aan de aandeelhouders 81.2.1.Algemeen overzicht van de markten 131.2.2.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OP 31.12.191.3. 14GEGLOBALISEERDE BALANS1.4. 18GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING1.5. 19SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS1.6. 21
Samenvatting van de regels 211.6.1.Wisselkoersen 221.6.2.
23INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EURO EQUITY LOW RISK2.BEHEERVERSLAG2.1. 23
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 232.1.1.Beursnotering 232.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 232.1.3.Financieel portefeuillebeheer 262.1.4.Distributeur 262.1.5.Index en benchmark 262.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 272.1.7.Toekomstig beleid 272.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 272.1.9.
BALANS2.2. 28RESULTATENREKENING2.3. 29SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS2.4. 30
Samenstelling van de activa op 31.12.19 302.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 312.4.2.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 312.4.3.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 312.4.4.Rendementen 322.4.5.Kosten 332.4.6.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 332.4.7.
34INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT LOCK-IN3.BEHEERVERSLAG3.1. 34
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 343.1.1.Beursnotering 343.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 343.1.3.Financieel portefeuillebeheer 373.1.4.Distributeur 373.1.5.Index en benchmark 373.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 373.1.7.Toekomstig beleid 373.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 373.1.9.
CRELAN INVEST
3
BALANS3.2. 38RESULTATENREKENING3.3. 39SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS3.4. 40
Samenstelling van de activa op 31.12.19 403.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 443.4.2.Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 453.4.3.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 453.4.4.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 463.4.5.Rendementen 463.4.6.Kosten 473.4.7.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 473.4.8.
49INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT OPPORTUNITIES4.BEHEERVERSLAG4.1. 49
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 494.1.1.Beursnotering 494.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 494.1.3.Financieel portefeuillebeheer 504.1.4.Distributeur 504.1.5.Index en benchmark 504.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 504.1.7.Toekomstig beleid 514.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 514.1.9.
BALANS4.2. 52RESULTATENREKENING4.3. 53SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS4.4. 54
Samenstelling van de activa op 31.12.19 544.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 554.4.2.Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 554.4.3.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 554.4.4.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 554.4.5.Rendementen 564.4.6.Kosten 574.4.7.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 574.4.8.
58INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT BALANCED5.BEHEERVERSLAG5.1. 58
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 585.1.1.Beursnotering 585.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 585.1.3.Financieel portefeuillebeheer 625.1.4.Distributeur 625.1.5.Index en benchmark 625.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 625.1.7.Toekomstig beleid 625.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 635.1.9.Resultaatverwerking 635.1.10.
BALANS5.2. 64
CRELAN INVEST
4
RESULTATENREKENING5.3. 65SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS5.4. 66
Samenstelling van de activa op 31.12.19 665.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 745.4.2.Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 755.4.3.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 755.4.4.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 775.4.5.Rendementen 775.4.6.Kosten 785.4.7.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 785.4.8.
80INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT CONSERVATIVE6.BEHEERVERSLAG6.1. 80
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 806.1.1.Beursnotering 806.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 806.1.3.Financieel portefeuillebeheer 846.1.4.Distributeur 846.1.5.Index en benchmark 846.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 846.1.7.Toekomstig beleid 846.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 856.1.9.Resultaatverwerking 856.1.10.
BALANS6.2. 86RESULTATENREKENING6.3. 87SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS6.4. 89
Samenstelling van de activa op 31.12.19 896.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 956.4.2.Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 966.4.3.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 966.4.4.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 976.4.5.Rendementen 986.4.6.Kosten 996.4.7.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 996.4.8.
100INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DYNAMIC7.BEHEERVERSLAG7.1. 100
Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 1007.1.1.Beursnotering 1007.1.2.Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 1007.1.3.Financieel portefeuillebeheer 1047.1.4.Distributeur 1047.1.5.Index en benchmark 1047.1.6.Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 1047.1.7.Toekomstig beleid 1047.1.8.Synthetische risico- en opbrengstindicator 1047.1.9.Resultaatverwerking 1057.1.10.
BALANS7.2. 106
CRELAN INVEST
5
RESULTATENREKENING7.3. 107SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS7.4. 109
Samenstelling van de activa op 31.12.19 1097.4.1.Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 1127.4.2.Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 1137.4.3.Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 1137.4.4.Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 1157.4.5.Rendementen 1157.4.6.Kosten 1167.4.7.Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 1167.4.8.
CRELAN INVEST
6
1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP
Maatschappelijke zetel van de BEVEK
Havenlaan, 86C bus 320 - 1000 Brussel
Oprichtingsdatum van de BEVEK
12 oktober 2011
Raad van bestuur van de BEVEK
Dhr. Danny Deceuninck, Product Manager bij Crelan NV, Voorzitter van de Raad van Bestuur, niet-uitvoerend bestuurder ; Dhr. Eric Van Eyken, Algemeen directeur, Amundi Asset Management Belgium, effectieve leider ; Dhr. Bertrand Pujol, Adjunct-directeur Marketing Retail – Verantwoordelijke Klantenmarketing en Innovatie van Amundi Asset Management, effectieve leider ; Dhr. Paul Mestag, onafhankelijk bestuurder ; Dhr. Jan Annaert, professor aan de Universiteit Antwerpen, onafhankelijk bestuurder ; Dhr. Steven De Landtsheer, Verantwoordelijke Procesmanagement Beleggen van Crelan NV ; Dhr. Christian Steeno, Verantwoordelijk voor commercieel beleid en marketing bij Crelan NV.
Natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd
Dhr. Eric Van Eyken, Algemeen directeur, Amundi Asset Management Belgium ; Dhr. Bertrand Pujol, Adjunct-directeur Marketing Retail – Verantwoordelijke Klantenmarketing en Innovatie van Amundi Asset Management.
Beheertype
Zelfbeheerde BEVEK (door haar raad van bestuur, onder voorbehoud van de hieronder genoemde uitbestede taken).
Commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA, vertegenwoordigd door de heer Bernard De Meulemeester, bedrijfsrevisor, Gateway building – Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, 1930 Zaventem.
CACEIS BANK is een naamloze vennootschap naar Frans recht met een aandelenkapitaal van 1.273.376.994,56 euro en met maatschappelijke zetel in 1-3, place Valhubert, 75013 Parijs, Frankrijk, geregistreerd onder het nummer 692 024 722 RCS Paris. In België is CACEIS BANK actief via een Belgisch bijkantoor, CACEIS BANK, Belgium Branch, gevestigd te Havenlaan 86C b315, 1000 Brussel, en ingeschreven in het Rechtspersonenregister Brussel onder het nummer BE0539.791.736. Financieel portefeuillebeheer
Amundi Asset Management, naamloze vennootschap, 90, boulevard Pasteur - 75015 Paris – Frankrijk (hierna de “beheerder” of « Amundi Asset Management»). Administratief en boekhoudkundig beheer
De financiële dienst van de BEVEK en al haar compartimenten wordt verzorgd door CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel.
Distributeur
CRELAN NV, Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel.
CRELAN INVEST
7
Lijst van compartimenten
Euro Equity Low Risk
Lock-In
Opportunities
Conservative
Balanced
Dynamic
CRELAN INVEST
8
1.2. BEHEERVERSLAG
1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders Informatiebronnen De statuten en het laatste jaarverslag zijn aangehecht aan het prospectus. Vóór of na inschrijving op deelbewijzen kunnen deze documenten, alsmede het laatste halfjaarverslag, op aanvraag kosteloos worden verkregen bij CACEIS Belgium of bij de verdelers. De volgende documenten en gegevens kunnen worden geraadpleegd op de website www.crelan.be : het prospectus, de essentiële beleggersinformatie en het laatst verschenen (half)jaarverslag. De lopende kosten en omloopsnelheid van de portefeuille voor eerdere periodes kunnen bekomen worden bij CACEIS Belgium. De betalingen aan de aandeelhouders, de inkopen en de wijzigingen van aandelen gebeuren via de verdelers. Alle informatie met betrekking tot de BEVEK worden in twee Belgische dagbladen gepubliceerd, zijnde, tot tegenbericht, L’Echo en De Tijd.
Algemene vergadering van deelnemers De tweede dinsdag van de maand mei om 11u30 op de maatschappelijke zetel of het adres aangegeven in de bijeenroeping. Bevoegde autoriteit Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel. Het prospectus is gepubliceerd na goedkeuring door de FSMA, in overeenstemming met artikel 60, §1 van de Wet van 2012. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de geschiktheid en de kwaliteit van het aanbod, noch van de situatie van degene die het verwezenlijkt. De officiële tekst van de statuten is neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel. Contactpunt waar zo nodig aanvullende informatie bekomen kan worden Aanvullende informatie over de BEVEK en zijn compartimenten kan zo nodig bekomen worden bij het departement Info en Advies van de verdelers: 03 247 18 00 (van maandag tot vrijdag van 8u30 tot 17u). Verantwoordelijke(n) voor de inhoud van het prospectus en de essentiële beleggersinformatie De Raad van bestuur van de BEVEK. Volgens de Raad van Bestuur van de BEVEK stemmen de gegevens in het prospectus en in de essentiële beleggersinformatie overeen met de werkelijkheid en bevatten zij geen weglatingen die de strekking ervan wijzigen. Informatie die vereist is op grond van artikel 96 van het Wetboek van Vennootschappen Beschrijving van de voornaamste risico’s waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt De voornaamste risico's waaraan de verschillende compartimenten van de bevek zijn blootgesteld, en die niet zijn opgenomen in de risico- en rendementsindicator, zijn de volgende: - gediversifieerde compartimenten (Lock-in, Opportunities, Conservative, Balanced, Dynamic) : liquiditeitsrisico,
tegenpartijrisico, kredietrisico, wisselkoersrisico, inflatierisico; - gestructureerde compartimenten (Euro & Emerging Equity I (ontbonden op 31/10/2019), Euro Equity Select II (ontbonden
op 27/12/2019), Euro Equity Low Risk, World Equity II (ontbonden op 29/11/2019)): kredietrisico, inflatierisico.
CRELAN INVEST
9
De risicofactoren, die eveneens omschreven zijn in het prospectus, kunnen als volgt nader worden omschreven:
Type risico Korte definitie van het risico Euro Equity Low Risk Lock-In Opportunities
Marktrisico
Het risico op een terugval van de markt of van een activaklasse die de prijs en de
waarde van het in portefeuille aangehouden activum kan beïnvloeden
en een daling van de NIW kan veroorzaken
Gemiddeld Gemiddeld Hoog
Kredietrisico Risico dat een emittent of een tegenpartij in gebreke blijft Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
Tegenpartijrisico
Risico dat een tussenpersoon op de markt, anders dan een emittent, in gebreke blijft
waardoor hij zijn verbintenissen ten aanzien van de portefeuille niet kan nakomen.
N.v.t. N.v.t. Gemiddeld
Aandelenrisico
Het risico van de daling van de aandelenkoers van een aandeel. Het
maximumrisico betreft het volledige verlies Gemiddeld van de belegging ingeval van een
faillissement.
N.v.t. N.v.t. Gemiddeld
Afwikkelingsrisico Het risico dat in een bepaald
overdrachtsysteem een transactie niet op de verwachte manier wordt afgewikkeld.
N.v.t. Laag Laag
Liquiditeitsrisico Risico dat een participatie niet op het
juiste moment kan worden verkocht tegen een redelijke prijs
N.v.t. Laag Laag
Wisselkoersrisico Risico dat de waarde van de belegging wordt beïnvloed door N.v.t. Gemiddeld Hoog
Bewaarrisico Het risico van verlies van de activa die een bewaarder of subbewaarder onder
zijn hoede heeft N.v.t. Laag Laag
Concentratierisico Het risico verbonden aan een aanzienlijke concentratie van de beleggingen op één activacategorie of op één bepaalde markt
N.v.t. Laag Laag
Rendementsrisico Het risico voor het rendement N.v.t. Gemiddeld Hoog
Kapitaalrisico Het risico voor het kapitaal Gemiddeld Laag/ Gemiddeld Hoog
Flexibiliteitrisico
Gebrek aan flexibiliteit van het product zelf en de restricties die de mogelijkheid
om naar andere leveranciers over te stappen beperken
N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Inflatierisico Risico verbonden aan de inflatie Gemiddeld Gemiddeld Laag
Het risico in verband met externe factoren
Onzekerheid over de duurzaamheid van bepaalde externe factoren, zoals het
belastingstelsel N.v.t. Laag Laag
CRELAN INVEST
10
Type risico Korte definitie van het risico Conservative Balanced
Dynamic
Aandelenrisico
Als aandelen of indexen waaraan de portefeuille is blootgesteld, dalen (in het geval van een kooppositie) of stijgen (in het geval van een verkooppositie), dan
kan de vereffeningswaarde van het fonds dalen.
Gemiddeld Hoog Hoog
Renterisico
Het betreft het risico op een daling van rente-instrumenten als gevolg van
rentevariaties. Het wordt gemeten door de gevoeligheid.
Gemiddeld Hoog Hoog
Risico verbonden met het gebruik van speculatieve “high yield”-effecten
Dit subfonds moet worden beschouwd als deels speculatief. Het richt zich meer
bepaald op beleggers die zich bewust zijn van de inherente risico’s van beleggingen in effecten met een lage of onbestaande rating. Het gebruik van speculatieve “high yield”-effecten kan leiden tot een groter
risico op daling van de vereffeningswaarde.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
Specifiek risico ABS
Voor ABS (Asset Backed Securities) berust het kredietrisico hoofdzakelijk op de kwaliteit van de onderliggende activa, die van uiteenlopende aard kunnen zijn
(bankvorderingen, schuldpapier …).
Laag Laag Laag
Risico verbonden aan converteerbare obligaties
Het betreft het risico op een daling van converteerbare obligaties naar aanleiding
van rentevariaties, variaties van de onderliggende aandelen, kredietrisico’s
en variaties van de volatiliteit.
Laag Laag Laag
Marktrisico
Risico op een terugval van de markt als geheel of van een activacategorie die een
invloed kan hebben op de prijs en de waarde van het actief in portefeuille en kan leiden tot een daling van de NIW.
Hoog Hoog Hoog
Kredietrisico
Het betreft het risico op een daling van de kredietwaardigheid van een publieke
of private emittent of van een wanbetaling door deze emittent.
Hoog Hoog Gemiddeld
Afwikkelingsrisico Risico dat een operatie niet kan worden
afgewikkeld zoals voorzien in een bepaald transfersysteem.
Laag Laag Laag
Liquiditeitsrisico Risico dat een participatie niet op het
juiste moment kan worden verkocht tegen een redelijke prijs
Gemiddeld Gemiddeld Laag
Wisselkoersrisico
Betreft het risico van een waardevermindering van de
beleggingsvaluta’s in verhouding tot de referentievaluta van de portefeuille, de euro
Gemiddeld Hoog Hoog
Bewaarrisico Het risico van verlies van de activa die een bewaarder of subbewaarder onder
zijn hoede heeft Laag Laag Laag
Concentratierisico Het risico verbonden aan een aanzienlijke concentratie van de beleggingen op een activacategorie of op een bepaalde markt
Laag Laag Laag
Tegenpartijrisico
Dit is het risico op wanbetaling van een tussenkomende partij op de markt,
andere dan de emittent, waardoor deze zijn verbintenissen ten aanzien van uw
portefeuille niet kan voldoen.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
CRELAN INVEST
11
Rendementsrisico
Het risico voor het rendement. Er bestaat een risico dat het subfonds niet op elk
moment op de best presterende markten belegd is. Bovendien kan de NIW van het
subfonds een negatieve prestatie vertonen.
Laag Laag Laag
Risico op kapitaalverlies
De belegger wordt ervan in kennis gesteld dat zijn kapitaal niet is
gewaarborgd en eventueel niet volledig zal worden terugbetaald.
Laag Laag Laag
Het risico in verband met externe factoren
Onzekerheid over de duurzaamheid van bepaalde externe factoren, zoals het
belastingstelsel Laag Laag Laag
Ander risico
Het gebruik van complexe producten zoals derivaten kunnen leiden tot een versterking van de bewegingen in uw
portefeuille.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
De belangrijkste gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden De verspreiding van het coronavirus buiten China heeft de risicovolle activa in de recente handelssessies aan het wankelen gebracht. De beleggers veroorzaakten winstnames op, die in de voorgaande weken historische niveaus hadden bereikt en zelfs psychologische drempels hadden overschreden. De sfeer van angst bleef constant hoog. Beleggers waren op zoek naar "safe heavens": de Amerikaanse dollar, staatsobligaties (V.S. en Duitsland) en goud (hoewel ook het goud sinds begin maart sterk is gedaald). Ons centraal scenario is een tijdelijke verslechtering van de wereldwijde economische situatie in het eerste kwartaal van dit jaar met een (groeiende) kans op overloopeffecten naar het tweede kwartaal, gezien de zwakkere bedrijfsresultaten, die zullen worden beïnvloed door de neerwaarts verwachte groei van de wereldhandel. Daarna zouden we de rest van het jaar een herstel moeten zien. Over het geheel genomen hebben we volgens ons groeiscenario naar beneden bijgesteld. De verergering van de pandemie sinds maart en de ingrepen van de centrale banken hebben de angst van de investeerders versterkt; ze gaan steeds meer op zoek naar veilige havens. Als gevolg hiervan kunnen we verwachten dat de winstnames op korte termijn zullen blijven toenemen, evenals de volatiliteit van de markt. Sinds het begin van deze crisis organiseren de teams van Amundi regelmatig skype-meetings (gezien de pandemie) met de Crelan-teams voor updates over de invloed van het Coronavirus op de verschillende fondsen binnen de Crelan Invest Sicav. De prioriteit van de fondsen binnen de bevek en van alle beheerders is om een hoog niveau van liquiditeit te behouden. De portefeuilles worden ingericht en aangepast aan deze nieuwe behoefte. Omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden In de loop van 2020, zal de Sicav overgaan naar een Manco (Luxcellence) ; anders valt er niets te signaleren. Verloningsbeleid Het beleid van de BEVEK bestaat erin om zijn bestuurders niet te vergoeden, behalve indien het onafhankelijken zijn. De effectieve leiders en alle personen die verantwoordelijk zijn voor de controlefuncties (interne audit, risicobeheer) ontvangen geen enkele vergoeding vanwege de BEVEK. De BEVEK heeft bovendien geen bedienden en vergoed dus niemand van deze aard. De niet- onafhankelijk bestuurders zetelen inderdaad in de raad van bestuur van de BEVEK omwille van de functies die zij uitoefenen in de dienstverlenende ondernemingen van de BEVEK (beheerder of distributeur). De vergoeding van de onafhankelijk bestuurders is vast, om de volledige onafhankelijkheid van deze bestuurders ten opzichte van bv. het volume van de activa van de BEVEK of in verband met de rendementen van de Compartimenten te waarborgen. De vergoeding van de onafhankelijk bestuurders is, zoals alle vergoedingen die de BEVEK betaalt, in overeenstemming met de gangbare praktijken en normen. Deze vergoedingen worden vastgelegd door de raad van bestuur, of voorgesteld door de raad van bestuur voor goedkeuring door de algemene vergadering wanneer dit door de wet wordt vereist. De onafhankelijke bestuurders ontvangen emolumenten van in totaal EUR 9.000 per jaar.
CRELAN INVEST
12
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015: transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik Het compartiment Lock-In kan binnen de limiet van de van toepassing zijnde regelgeving financiële instrumenten uitlenen. De effectenleningen worden uitgevoerd in het kader van een door een 'functionaris' of een 'tussenpersoon' beheerd systeem voor uitlenen van effecten. In het eerste geval heeft het compartiment alleen een relatie met de functionaris van het systeem voor uitlenen van effecten, die optreedt als tegenpartij en aan wie het eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met de tussenpersoon (in zijn hoedanigheid van beheerder van het systeem) en een of meerdere tegenpartijen aan wie het eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De tussenpersoon treedt op als intermediair tussen het compartiment en de tegenpartij(en). In geval van effectenfinancieringstransacties en hergebruik voor de verslagperiode zal de informatie hernomen worden in de betreffende compartimenten Lock-In in het deel “Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens”. Dit is niet van toepassing op de andere compartimenten van de BEVEK. Stemrecht De algemene vergadering stemt en beraadslaagt overeenkomstig de procedure zoals voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen. Behoudens in de gevallen zoals voorzien door de wet, worden de beslissingen genomen bij meerderheid van stemmen, ongeacht het aantal effecten dat vertegenwoordigd is op de vergadering. Elke aandeelhouder kan deelnemen aan de vergaderingen door een andere person schriftelijk of via elk andere telecommunicatiemiddel als volmachthebber aan te duiden. De besluiten betreffende een bepaald compartiment worden, tenzij door de wet of de statuten anders bepaald, genomen op basis van goedkeuring met eenvoudige meerderheid van de door de aanwezige en aan de stemming deelnemende aandeelhouders uitgebrachte stemmen.
CRELAN INVEST
13
Na een 2018 dat beheerst werd door negatieve prestaties en een hoge volatiliteit werd 2019 afgesloten met een reeks positieverecords: de beste prestaties van de voorbije tien jaar voor de meeste activaklassen en een lage marktvolatiliteit.
De beleggersangst van 2018 maakte in 2019 plaats voor een herwonnen beleggersvertrouwen dankzij de hervatting van dehandelsonderhandelingen tussen de Verenigde Staten en China na een lange periode van spierballengerol tussen de tweesupermachten. Tijdens de eerste negen maanden van het jaar verhoogden de twee landen elk om beurten de invoertarieven opproducten van de concurrent alvorens aan het einde van het jaar een zogenaamd 1e fase-akkoord te bereiken dat een einde maakteaan de escalatie.
De belangrijkste positieve factor in 2019 was het bijgestuurde discours van de belangrijkste centrale banken, die nu beloven alles inhet werk te stellen om de economische groei te ondersteunen, die vooral in de productiesector signalen van zwakte vertoonde. DeChinese PBoC verlaagde zijn verplichte reserveratio met 1%, de Amerikaanse Fed voerde 3 renteverlagingen door en hervatte haarbalansopbouw en de ECB voerde een pakket preventieve maatregelen in, waaronder de lancering van een nieuw aankoopprogrammavan activa voor €20 miljard per maand.
Daarbij kwam nog het stimulerende begrotingsbeleid in 2019 ter ondersteuning van de economische activiteit, vooral in landen alsChina, de VS, Frankrijk en Italië. Andere landen, zoals Duitsland, toonden zich bereid tot meer budgettaire stimuli als dat nodig mochtzijn.
Voor risicoactiva hield deze opwaartse dynamiek het hele jaar door aan, met uitzondering van de maanden mei en augustus,voornamelijk omwille van nieuwe koortsaanvallen in de Chinees-Amerikaanse onderhandelingen. De belangrijkste wereldwijdeaandelenindexen leverden uiteindelijk jaarprestaties in de buurt van de 30%: +31,5% voor de S & P500 in de Verenigde Staten,+28,2% voor de Euro Stoxx 50, +30,5% voor de Franse CAC40 en 23,7% voor de MSCI China. Ook overheidsobligaties presteerdenzeer behoorlijk en profiteerden van het accommoderende monetaire beleid dat het hele jaar door werd volgehouden.
Ondanks een nog steeds kwetsbare economische conjunctuur eindigt 2019 in het groen, met beleggers die gerustgesteld zijn door hetgoede geopolitieke nieuws: het handelsakkoord '1e fase' tussen de Verenigde Staten en China, waarvan de ondertekening zou moetenplaatsvinden in januari 2020, en de verkiezingsoverwinning van de Britse conservatieven die zou moeten leiden tot een geordendeBrexit.
Algemeen overzicht van de markten1.2.2.
Crelan Invest NV | 31 december 2019
1
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Crelan InvestNV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 - JaarrekeningIn het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van Crelan Invest NV (de “vennootschap”), leggenwij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de jaarrekening alsook de overige door wet- enregelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 8 mei 2018,overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemenevergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2020. Wij hebben de wettelijkecontrole van de jaarrekening van Crelan Invest NV uitgevoerd gedurende 8 opeenvolgende boekjaren
Verslag over de jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de jaarrekening van de vennootschap, die de balans op31 december 2019 omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en detoelichting, met een balanstotaal van 468 313 450,94 EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met eenwinst van het boekjaar van 39 886 438,19 EUR.
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand vande vennootschap op 31 december 2019 alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum isafgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
Een overzicht van het eigen vermogen en het resultaat per compartiment wordt in onderstaande tabelopgenomen.
Naam Munt Eigen Vermogen Resultaten
Euro Equity Low Risk EUR 4 624 126,76 244 665,55
Lock-In EUR 84 056 622,93 7 039 145,39
Opportunities EUR 117 015 032,52 10 960 110,26
Balanced EUR 162 399 824,85 12 863 746,55
Conservative EUR 40 072 393,33 2 055 951,20
Dynamic EUR 60 145 450,55 6 722 819,24
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals vantoepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaardentoegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onzeverantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie“Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening” van ons verslag. Wij hebbenalle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, metinbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controlevereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onsoordeel.
Crelan Invest NV | 31 december 2019
2
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening die een getrouw beeld geeft inovereenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, alsook voor deinterne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de jaarrekening die geenafwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van demogelijkheid van de vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing,van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van decontinuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de vennootschap te liquiderenof om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de jaarrekeningals geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en hetuitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid iseen hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's isuitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zichvoordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijskan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikersop basis van deze jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat vantoepassing is op de controle van de jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrentde toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheidwaarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe enhandhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgendewerkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevatdie het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die opdeze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voorons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indiendie afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kanzijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, hetopzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doelcontrolewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijngericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap;
het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en hetevalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daaropbetrekking hebbende toelichtingen;
Crelan Invest NV | 31 december 2019
3
het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is,en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieelbelang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doenontstaan over de mogelijkheid van de vennootschap om haar continuïteit te handhaven. Indien wijconcluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandachtin ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de jaarrekening,of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerdop de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstigegebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de vennootschap haar continuïteit nietlanger kan handhaven;
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening, en van de vraag of dejaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot eengetrouw beeld.
Wij communiceren met de met governance belaste personen onder meer over de geplande reikwijdte en timingvan de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingenin de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, voor het nalevenvan de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van deboekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen, het Wetboek vanvennootschappen en verenigingen en van de statuten van de vennootschap.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België vantoepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA’s), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle vanmaterieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag, alsook de naleving van bepaalde verplichtingen uit hetWetboek van vennootschappen, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de statuten teverifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslagovereenstemt met de jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig de artikelen 3:5 en3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, inhet bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag een afwijking vanmaterieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van dewerkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn metde wettelijke controle van de jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaatonafhankelijk gebleven tegenover de vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van dejaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen en in artikel 3:65 van hetWetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bijde jaarrekening.
Crelan Invest NV | 31 december 2019
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’EntreprisesCoöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitéeRegistered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 ZaventemVAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Andere vermeldingen
Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd inovereenstemming met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
De resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met dewettelijke en statutaire bepalingen.
Wij dienen u niets mede te delen over verrichtingen die zijn gedaan of beslissingen die werden genomen endie in overtreding zijn met de statuten of met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Zaventem, 27 maart 2020
De commissaris
_______________________________________Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBAVertegenwoordigd door Bernard De Meulemeester
CRELAN INVEST
18
GEGLOBALISEERDE BALANS1.4.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 468.313.450,94 326.294.157,83
Vaste ActivaI. -8.852,54 -6.924,14Oprichtings- en organisatiekostenA. -8.852,54 -6.924,14
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 454.703.858,68 308.507.607,08Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 172.100.868,16 116.651.594,90Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 64.728.529,41 3.672.576,12Andere effectenD. 1.428,90ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 214.420.793,70 186.348.966,16Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. 228.151,15 157.161,02
Op aandelene.Swapcontracten (+/-)iii. 1.358.442,00 2.282.762,60
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 828.356,33 806.826,02
Op rentek.Termijncontracten (+/-)ii. 19.500,00 573.403,01Swapcontracten (+/-)iii. -197.832,96
Op financiële indexenm.Optiecontracten (+/-)i. 356.568,07 87.588,71Termijncontracten (+/-)ii. 409.472,63 -1.999.974,51
Op financiële derivatenn.Optiecontracten (+/-)i. 99.307,91 124.536,01
Op andere onderliggende waardeno.Swapcontracten (+/-)iii. 152.440,42
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. -7.410.020,88 -1.601.534,55VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 1.527.693,80 322.906,83Fiscale tegoedenb. 2.042,27 562,45Collateralc. 600.000,00
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 468.313.450,94 326.294.157,83KapitaalA. 419.399.814,40 342.093.977,19Deelneming in het resultaatB. 10.839.235,14 -450.661,23Overgedragen resultaatC. -1.812.036,79Resultaat van het boekjaar (halfjaar)D. 39.886.438,19 -15.349.158,13
Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+)II. 124.893.572,15 64.614.802,41Gekochte optiecontracten en warrantsA. 87.217.341,78 38.280.413,77Verkochte optiecontracten en warrantsB. 37.676.230,37 26.334.388,64
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 360.591.668,62 264.541.214,51Gekochte termijncontractenA. 239.038.053,46 195.636.449,77Verkochte termijncontractenB. 121.553.615,16 68.904.764,74
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)IV. 16.790.354,28 13.616.000,00Gekochte swapcontractenA. 16.790.354,28 13.616.000,00
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
CRELAN INVEST
19
GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING1.5.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 41.741.136,77 -13.629.076,09Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 4.713.023,47 -2.247.556,58GeldmarktinstrumentenB. -7.652,82Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 3.371.784,67 -652.868,63Andere effectenD. 1.428,90ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 25.395.665,92 -9.167.535,58Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. 203.399,07 -819.535,31
Op aandelene.Swapcontracteniii. 313.236,24 178.260,95
Op rentej.Termijncontractenii. -100.357,98 1.100.243,53Swapcontracteniii. -361.633,46
Op kredietrisico (creditderivatives)k.Swapcontracteniii. 23.465,49
Op financiële indexenl.Optiecontracteni. 292.379,03 -235.980,91Termijncontractenii. 9.185.369,76 -2.847.364,47
Op financiële derivatenm.Optiecontracteni. -294.258,64 -122.065,11
Op andere onderliggende waardenn.Swapcontracteniii. 152.440,41
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -3.564.755,77 -577.302,36Andere wisselposities en -verrichtingenb. 2.071.781,69 2.108.449,17
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 3.665.616,63 2.131.156,58DividendenA. 519.487,48 46.029,73IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 3.104.010,96 2.167.670,84Deposito's en liquide middelenb. 155.761,29 59.269,37
Van buitenlandse oorsprongb. -63.663,88 -8.381,40Andere opbrengsten van beleggingenF. 119.506,37 169.711,77
Andere opbrengstenIII. 14.744,61 10.369,01Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa,tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten
A. 3.627,45 10.369,01
AndereB. 11.117,16
ExploitatiekostenIV. -5.535.059,82 -3.861.607,63Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -289.929,37 -63.384,41Vergoeding van de bewaarder (-)C. -161.174,51 -90.286,46Vergoeding van de beheerder (-)D.
Administratiekosten (-)E. -9.375,00 -7.901,35Oprichtings- en organisatiekosten (-)F. -37.435,76 -41.927,89Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)G. -9.236,75 -8.499,70Diensten en diverse goederen (-)H. -43.261,09 -30.626,09TaksenJ. -319.395,89 -199.398,22Andere kosten (-)K. -41.928,94 -65.153,44
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) -1.854.698,58 -1.720.082,04Subtotaal II + III + IV
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op hetresultaat
V. 39.886.438,19 -15.349.158,13
VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 39.886.438,19 -15.349.158,13
AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
CRELAN INVEST
20
AFDELING 4: RESULTAATVERWERKINGTe bestemmen winst (te verwerken verlies)I. 48.913.636,54 -15.799.819,36Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaara. -1.812.036,79Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaarb. 39.886.438,19 -15.349.158,13Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in hetresultaat)
c. 10.839.235,14 -450.661,23
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaalII. -44.031.364,82 13.987.782,57
(Over te dragen winst) over te dragen verliesIII. -3.829.458,12 1.812.036,79
(Dividenduitkering)IV. -1.052.813,60
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
CRELAN INVEST
21
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS1.6.
Samenvatting van de regels1.6.1. Onderstaande waarderingsregels zijn opgesteld in navolging van het KB van 10 november 2006 betreffende de boekhouding, dejaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantalrechten van deelneming. Meer bepaald, zijn de bepalingen van Art. 7 t/m 19 van toepassing.
Kosten
Teneinde grote schommelingen in de netto-inventariswaarde te voorkomen op datum van de betaling van de kosten, zijn de kosten meteen recurrent karakter geprovisioneerd prorata temporis. Het zijn voornamelijk de recurrente provisies en kosten zoals weergegeven inhet prospectus (bijvoorbeeld de vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille, de administratie, de bewaarder, decommissaris, …).
De oprichtingskosten worden lineair afgeschreven over een periode van één of meerdere jaren, met een maximum van 5 jaar.
Boeking van aan- en verkopen
De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten dietegen reële waarde worden gewaardeerd, worden bij aanschaffing en vervreemding in de boekhouding respectievelijk geboekt tegende aankoopprijs en verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten, worden onmiddellijk ten lastegebracht van de resultatenrekening.
Vorderingen en schulden
De vorderingen en de schulden op korte termijn evenals de termijnplaatsingen worden in de balans opgenomen onder hun nominalewaarde.
Indien het beleggingsbeleid van het compartiment hoofdzakelijk gericht is op het beleggen van haar/zijn middelen in deposito's, liquidemiddelen of geldmarktinstrumenten, worden de termijnplaatsingen gewaardeerd aan reële waarde.
Effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten
De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) wordengewaardeerd tegen hun reële waarde overeenkomstig de volgende hiërarchie:
- Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen,wordt de biedkoers (activa) en de laatkoers (passiva) weerhouden. In uitzonderlijke situaties, kunnen deze koersen niet beschikbaarzijn voor obligaties en andere schuldinstrumenten. In voorkomend geval, zal gebruik gemaakt worden van de middenkoers en zal dezewerkwijze worden toegelicht in het (half) jaarverslag.
- Voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen, wordtde slotkoers weerhouden.
- Gebruik van de prijs van de meeste recente transactie op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijngewijzigd sinds deze transactie.
- Gebruik van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeenaanvaarde economische methodes en die op regelmatig basis worden geijkt en de validiteit wordt getest.
De waardering van niet op de markt genoteerde rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijkaantal rechten van deelneming wordt gebaseerd op de netto-inventariswaarde van de deelbewijzen.
De waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden voortvloeiend uit de hogervernoemde regels, worden in deresultatenrekening opgenomen onder de desbetreffende subpost van de rubriek « I. Waardeverminderingen, minderwaarden enmeerwaarden ».
De waardeschommelingen ten gevolge de prorata temporis verwerking van de gelopen interesten met betrekking tot obligaties enandere schuldinstrumenten, wordt opgenomen in de resultatenrekening als bestanddeel van de post « II. Opbrengsten en kosten vande beleggingen - B. Interesten ».
De reële waarde van de financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) wordt in de verschillende postenvan de balans opgenomen in functie van het onderliggende instrument.
De onderliggende waarde (optiecontracten en warrants) en de notionele bedragen (termijn- en swapcontracten) worden in de posten
CRELAN INVEST
22
buiten-balanstelling opgenomen onder de respectievelijke rubrieken.
Bij uitoefening van de optiecontracten en warrants worden de premies gevoegd bij of afgetrokken van de aankoop- of verkoopprijs vande onderliggende vermogensbestanddelen. Tussentijdse betalingen en ontvangsten in gevolge swapcontracten worden in resultaatopgenomen onder de subpost « II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - D. Swap-contracten ».
Verrichtingen in deviezen
De in buitenlandse valuta uitgedrukte vermogensbestanddelen worden omgezet in de munt van het compartiment op basis van demiddenkoers op de contantmarkt en het saldo van de positieve en negatieve verschillen die resulteren uit de omzetting van devermogensbestanddelen, wordt in de rubriek « I.H. Wisselposities en -verrichtingen » van de resultatenrekening opgenomen.
2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENTEURO EQUITY LOW RISK
2.1. BEHEERVERSLAG
2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 31 mei 2013, met een initiële inschrijvingskoers van 1.000,00 EUR.
2.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid
Doelstelling van het compartiment
Beschrijving van de doelstelling van het compartiment
De doelstelling van het compartiment is beleggers die hebben ingeschreven tijdens de Periode van Initiële Inschrijving , in staat te stellen om aan het eind van de op 11.06.2021 vastgestelde initiële beleggingshorizon (hierna de “Vervaldatum”) te profiteren van:
- terugbetaling op de Vervaldatum van de initiële inschrijvingsprijs per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000 per aandeel. Deze doelstelling van kapitaalbescherming wordt gewaarborgd door een financieel mechanisme, dat wordt toegelicht onder punt “Doelstelling van kapitaalbescherming“. Deze doelstelling van kapitaalbescherming geldt echter niet voor een aandeelhouder die zijn aandelen vóór de Vervaldatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een niet-meetbaar kapitaalverlies) en houdt geen door een derde gegeven formele garantie in, voor het compartiment noch voor zijn aandeelhouders.
- een potentieel rendement dat wordt gegenereerd door middel van beleggingen in swaps (ruilcontracten). De verschillende soorten swaps waarin het compartiment mag beleggen, worden toegelicht in punt d) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten.
Om het potentiële rendement te kunnen behalen, sluit het compartiment swaps af met één of meerdere tegenpartij(en) in de markt. Gedurende de looptijd van de belegging staat het compartiment een deel van de toekomstige opbrengsten uit zijn beleggingen af aan deze tegenpartij(en). In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich een potentieel rendement te bieden, zoals beschreven in punt e) Vastgestelde strategie.
Doelstelling van Kapitaalbescherming
Het compartiment kent een Doelstelling van Kapitaalbescherming voor het bedrag van de initiële inschrijvingsprijs (exclusief kosten en belastingen) per aandeel, zijnde EUR 1.000,00 per aandeel. Hoewel de verwezenlijking van deze doelstelling het eerste streefdoel is van het compartiment, houdt deze geen onvoorwaardelijke verbintenis tot garantie van het kapitaal in, omdat noch aan het compartiment, noch aan de aandeelhouders enige formele garantie is gegeven door een derde.
De toegepaste beleggingstechniek zou echter wel kapitaalbescherming tot gevolg moeten hebben, behalve in geval van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico of wanbetaling van een emittent of een tegenpartij. In zo’n geval wordt de doelstelling van het compartiment wellicht niet gerealiseerd, met als gevolg een mogelijk kapitaalverlies voor de belegger op de vervaldatum.
De Netto-inventariswaarde (NIW) kan in de loop van de tijd variëren, als gevolg van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico, die tot uitdrukking kan komen in een wijziging van de rating van de beleggingen.
In geval van verslechtering van het kredietrisico, en teneinde het risico van wanbetaling van een emittent of een tegenpartij te beperken, kunnen deze beleggingen worden vervangen door instrumenten met een beter kredietrisico.
Het financiële mechanisme dat bedoeld is om de Doelstelling van Kapitaalbescherming op de Vervaldatum te waarborgen, houdt in dat alle inschrijvingen worden belegd in obligaties en andere schuldbewijzen, mandjes aandelen, deposito's, reverse repo's en/of liquide middelen. Deze beleggingen hebben mogelijk verschillende looptijden en andere data voor couponbetalingen of dividenduitkeringen. Zij worden afgestemd op de einddata van de verbintenissen van het compartiment door middel van de swaps beschreven onder punt d) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten.
EURO EQUITY LOW RISK CRELAN INVEST
24
Deze doelstelling van kapitaalbescherming geldt niet voor een belegger die zijn aandelen vóór de genoemde Vervaldatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een nietmeetbaar kapitaalverlies) of die de belegger koopt na de Periode van Initiële Inschrijving.
Beleggingsbeleid van het compartiment
a) Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te bereiken, kunnen de beleggingen van het compartiment bestaan uit rechtstreeks aangehouden verhandelbare effecten (met name obligaties en andere in aanmerking komende schuldinstrumenten, zoals nader omschreven in paragraaf b) hieronder), geldmarktinstrumenten, deelbewijzen in een instelling voor collectieve belegging in obligaties of geldmarktinstrumenten die rechtstreeks aangehouden en beheerd worden door Amundi of een andere beheervennootschap, uit reverse repo's, deposito's, mandjes aandelen, derivaten (beursgenoteerde futures, renteswaps, performanceswaps, aandelenswaps) en/of liquide middelen. In het algemeen kan het compartiment beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG (“het Koninklijk Besluit 2012”).
Het compartiment zal een of meer swaps afsluiten waardoor het op de Vervaldatum een bedrag kan verkrijgen waarmee het de doelstelling van het compartiment kan verwezenlijken.
De beleggingslimieten en - beperkingen van het Koninklijk Besluit 2012 voor de beleggingsinstellingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG dienen te allen tijde in acht te worden genomen.
De volatiliteit van de NIW van het compartiment kan hoog zijn door de blootstelling van de portefeuille aan rentevoeten en aan derivaten waarvan de ontwikkeling gekoppeld is aan de aandelenmarkten en aan marktparameters zoals de volatiliteit.
b) Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen
De beleggingen in obligaties en schuldbewijzen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
- Type emittent: obligaties uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de OESO, bedrijfsobligaties of obligaties van overheidsbedrijven, al dan niet gegarandeerd, maar niet achtergesteld, schuldinstrumenten uitgegeven door eersterangs instellingen die zijn onderworpen aan een toezichthouder en gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
- Minimumrating: de hierna genoemde ratings zijn de ratings die zijn toegekend door Standard & Poor’s. Het kunnen ook daarmee vergelijkbare ratings van de kredietbeoordelaars Moody’s of Fitch zijn. De minimumrating voor alle hierboven beschreven en gedurende de looptijd van het compartiment in aanmerking komende instrumenten, is investment grade (rating ≥ BBB-). Uitleg over de wijze waarop de ratings van Standard & Poor’s worden toegekend, is te vinden via de volgende links :
- Looptijd: alle looptijden worden in aanmerking genomen bij de selectie van obligaties en andere schuldbewijzen.
c) Kenmerken van de aandelenmandjes
Het compartiment kan beleggen in een mandje aandelen en tegelijkertijd met een tegenpartij een aandelenswap afsluiten om de prestatie en het dividend van het mandje aandelen om te zetten in een variabele rente.
Het compartiment loopt geen rendementsrisico op dit mandje aandelen.
d) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten
De hierna beschreven swaps worden met (een) tegenpartij(en) afgesloten binnen de door de Wet 2012 en het Koninklijk Besluit 2012 gestelde limieten voor de beleggingsinstellingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG. Het gebruik van transacties in afgeleide financiële instrumenten brengt een extra risico met zich mee, dat verband houdt met het risico van wanbetaling door de tegenpartij van de swaps. Dit risico is beperkt tot de marktwaarde van deze swaps.
i. Om een potentieel rendement te bereiken, sluit het compartiment performanceswaps af. In het kader van dezeperformanceswaps staat het compartiment een deel van de toekomstige opbrengsten uit de beleggingen die het doet met het oog op de kapitaalbescherming, af aan deze tegenpartij(en) gedurende de looptijd van het compartiment. In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich het potentieel rendement te bieden, zoals beschreven in punt e) Vastgestelde strategie.
Performanceswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen van het compartiment, omdat door middel van deze financiële instrumenten de doelstelling van het behalen van een potentieel rendement kan worden gerealiseerd.
CRELAN INVEST EURO EQUITY LOW RISK
25
Concurrentie tussen de tegenpartijen: alvorens performanceswaps aan te gaan, organiseert het compartiment een competitie tussen ten minste drie tegenpartijen via een reeks vragen op een uniform document, dat gelijktijdig naar de verschillende ondervraagde tegenpartijen wordt gestuurd. De uiteindelijke antwoorden van de tegenpartijen worden steeds per post bevestigd.
Bij gelijke prestaties wordt de transactie uitgevoerd met de gunstigste bieder, tenzij op grond van verbintenislimieten met meerdere tegenpartijen moet worden gewerkt.
ii. Indien nodig sluit het compartiment renteswaps af:
- om de looptijden van de verbintenissen van het compartiment te laten samenvallen met die van de geldstromen voortvloeiend uit deposito's, obligaties en andere schuldinstrumenten zoals beschreven onder punt b) Kenmerken van obligaties en schuldbewijzen.
Deze renteswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstelling van het compartiment, omdat er onvoldoende obligaties en andere schuldinstrumenten op de markt zijn waarvan de coupons en vervaldata exact samenvallen met de vervaldata van de verbintenissen van het compartiment.
- om de dalingen van de NIW als gevolg van eventuele rentestijgingen gedurende de looptijd van het compartiment te beperken.
Renteswaps dienen ter afdekking van het renterisico.
iii. Het compartiment kan eveneens aandelenswaps afsluiten om de prestatie en het dividend van een mandje aandelen om tezetten in een variabele rente.
e) Vastgestelde strategie
Beschrijving van de beheerdoelstelling
Het compartiment beoogt beleggers die gedurende de Periode van Initiële Inschrijving hebben ingeschreven over een termijn van 8 jaar op 11 juni 2021 te laten profiteren van:
- terugbetaling op de Vervaldatum van de initiële inschrijvingsprijs per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000,00 per aandeel.
- een potentieel rendement gelijk aan 100% van de Gemiddelde Prestatie van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 (Bloomberg-ticker: SXLV5E index) gedefinieerd als de "Weerhouden Prestatie". Indien de prestatie negatief is, zal de opbrengst gelijk zijn aan 0.
Berekeningswijze van de "Gemiddelde Prestatie van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50” en de "Weerhouden Prestatie":
1- Het Initiële Niveau van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index komt overeen met het rekenkundige gemiddelde van de slotkoersen van de index op de volgende drie data: 7 juni 2013, 10 juni 2013 en 11 juni 2013, aangeduid als S0.
2- De slotkoersen van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 worden vastgesteld op de volgende data (de "Jaarlijkse Vaststellingen"), deze vaststellingen worden aangeduid als Si, i = 1 tot 8: 30 mei 2014; 29 mei 2015; 31 mei 2016; 31 mei 2017; 31 mei 2018; 31 mei 2019; 29 mei 2020; 31 mei 2021; of de eerstvolgende beursdag (hierna "Beursdag") in geval van niet-werking of sluiting van de markten, of indien de index op een bepaalde dag niet kon worden berekend of gepubliceerd.
3- Op elke datum van Jaarlijkse Vaststelling wordt de prestatie van de index sinds aanvang als volgt berekend:
[Waarde van de index (op de vaststellingsdatum i) / Initieel Niveau van de index] – 1
4- Zo verkrijgt men 8 Jaarlijkse Vaststellingen van de prestatie, , i = 1 tot 8
5- De “Gemiddelde Prestatie” is gelijk aan het rekenkundige gemiddelde van de 8 Jaarlijkse Vaststellingen van de prestatie.
EURO EQUITY LOW RISK CRELAN INVEST
26
6- De “Weerhouden Prestatie” is gelijk aan het maximum tussen 0% en 100% van de Gemiddelde Prestatie.
Weerhouden Prestatie
Met dien verstande dat:
De berekening van de Uiteindelijke NIW wordt afgerond op twee decimalen. De Uiteindelijke NIW wordt gedefinieerd als de op 11.06.2021 vastgestelde netto-inventariswaarde.
De overige berekeningen in verband met de financiële instrumenten en de Weerhouden Prestatie worden niet afgerond.
Indien een van de data van Jaarlijkse Vaststellingen geen Beursdag is voor de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index, wordt de volgende Beursdag gebruikt.
In geval van verstoring van de markt op een van de hierboven gedefinieerde data van Jaarlijkse Vaststellingen, worden de plaatselijke gebruiken gevolgd voor de waardebepaling van het compartiment.
Beschrijving van de index
De EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index biedt een blootstelling aan de 50 aandelen van de EURO STOXX® met de laagste historische volatiliteit op 12 maanden. De weging van de aandelen wordt bepaald in functie van het omgekeerde van de historische volatiliteit op 12 maanden. Zo hebben de ondernemingen met de laagste volatiliteit de hoogste weging in de index. Het aantal aandelen in de index ligt vast, evenals hun weging, wat de diversificatie van de index garandeert. De index wordt berekend met niet-herbelegde dividenden (samenstelling, berekeningswijze en ontwikkeling van de prestatie van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index op www.stoxx.com).
Index Reuters-code
Bloomberg-code
Geografisch gebied
Publicatieagent Referentiebeur(s)(zen) Afsluiting
EURO STOXX Low
Risk Weighted 50
SXLV5E SXLV5E Index Eurozone STOXX Limited
Elk van de gereglementeerde
markten of noteringssystemen (of
elke daarvoor in de plaats komende markt of systeem) waarop de aandelen in deze index
voornamelijk worden verhandeld.
Uur waarop de Publicatieagent de index voor
het laatst publiceert
Als de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index niet wordt berekend en gepubliceerd door de Publicatieagent, maar door een derde die aanvaardbaar is volgens de lokale gebruiken, of als hij wordt vervangen door een andere index waarvan de kenmerken, volgens de lokale gebruiken, grotendeels vergelijkbaar zijn met die van de index, dan zal de index worden verondersteld de aldus door die derde berekende en gepubliceerde index te zijn, of die vervangende index naargelang het geval.
In geval van wijziging of niet-berekening en -publicatie van de index, en als de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index niet werd vervangen (volgens de voormelde voorwaarden), zal de volgende regel worden toegepast: in geval van ingrijpende wijziging - anders dan een wijziging conform zijn werkingsregels - van de formule of de berekeningswijze ervan of, indien hij niet wordt berekend en/of gepubliceerd, zal er een indexniveau worden bepaald op basis van de laatst geldende berekeningsformule van de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index vóór de gebeurtenis. Alleen de aandelen die waren opgenomen in de EURO STOXX® Low Risk Weighted 50 index vóór de gebeurtenis in kwestie en die verhandeld blijven op de referentiebeur(s)(zen), zullen in aanmerking worden genomen om het niveau van de index te bepalen.
f) Sociale, ethische en milieuaspecten
Behalve wanneer opgelegd door de toepasselijke wetgeving, beantwoordt het beleggingsbeleid van het compartiment aan geen enkele welbepaald beleid op ethisch, sociaal of milieuvlak.
2.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap.
2.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap.
2.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
CRELAN INVEST EURO EQUITY LOW RISK
27
2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid
De belangrijkste transacties voor het subfonds Crelan Invest - Euro Equity Low Risk werden uitgevoerd tijdens de dagen volgend op de datum van oprichting, 31.05.2013.
In een eerste fase ging het subfonds een renteswap- en indexmutatie-transactie aan. Rekening houdend met de effecten in portefeuille is deze transactie gericht op het behalen van de doelstellingen van het subfonds die vermeld staan in het prospectus en wil ze de beleggers die hebben ingeschreven tijdens de periode van eerste inschrijving een potentieel rendement bieden aan het einde van de vastgelegde beleggingshorizon van 11.06.2021.
Bovendien werden de liquide middelen die ingezameld werden op de initiële liquidatiewaarde belegd in rente-instrumenten ter financiering van de vaste stromen van deze renteswap- en indexmutatie-transactie.
2.1.8. Toekomstig beleid
De transacties die werden aangegaan bij de oprichting van het subfonds laten toe om de beheerdoelstelling te behalen en indien zich geen belangrijke gebeurtenissen voordoen aangaande de door het subfonds aangehouden effecten, wordt geen enkele herverdeling voorzien. Met het oog op de toekomstige inschrijvingen of terugkoop en om te zorgen voor de noodzakelijke liquide middelen, zullen gelijksoortige transacties als deze uitgevoerd bij de oprichting, herhaald worden.
2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Euro Equity Low Risk is 3. De huidige risicoklasse is 2.
Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010.
De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment.
De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen.
Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten).
EURO EQUITY LOW RISK CRELAN INVEST
28
BALANS2.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 4.624.126,76 4.742.205,39
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 5.531.618,66 5.718.286,85Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 3.799.837,90 4.560.173,00ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 373.338,76 14.195,75Financiële derivatenF.
Op aandelene.Swapcontracten (+/-)iii. 1.358.442,00 1.143.918,10
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. -978.000,00 -1.056.900,00SchuldenB.
Collateral (-)d. -978.000,00 -1.056.900,00
Deposito's en liquide middelenV. 192,67 489,41Banktegoeden op zichtA. 192,67 489,41
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 4.624.126,76 4.742.205,39KapitaalA. 4.393.434,43 4.901.824,75Deelneming in het resultaatB. -13.973,22 4.946,18Resultaat van het boekjaar (halfjaar)D. 244.665,55 -164.565,54AFDELING 2: POSTEN BUITEN-BALANSTELLINGZakelijke zekerheden (+/-)I. -978.000,00Collateral (+/-)A.
Liquide middelen/deposito'sb. -978.000,00
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)IV. 3.260.000,00 3.523.000,00Gekochte swapcontractenA. 3.260.000,00 3.523.000,00
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
EURO EQUITY LOW RISKCRELAN INVEST
29
RESULTATENREKENING2.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 193.096,19 -212.886,29Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. -119.487,00 -162.061,70ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. -653,05 -210,28Financiële derivatenF.
Op aandelene.Swapcontracteniii. 313.236,24 -50.614,31
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 92.019,06 84.142,94IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 151.484,16 165.359,17Deposito's en liquide middelenb. 17.728,90 3,99
Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -27,31 -122,48Swapcontracten (+/-)D. -77.166,69 -81.097,74
Andere opbrengstenIII. 3.670,37 8.248,47Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa,tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten
A. 3.627,45 8.248,47
AndereB. 42,92
ExploitatiekostenIV. -44.120,07 -44.070,66Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -100,00Vergoeding van de bewaarder (-)C. -1.691,56 -1.827,87Vergoeding van de beheerder (-)D.
Administratiekosten (-)E. -1.500,00 -139,97Oprichtings- en organisatiekosten (-)F. -2.151,86 -1.818,45Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)G. -114,74 -158,30Diensten en diverse goederen (-)H. -4.218,60 -3.172,15TaksenJ. -4.084,51 -4.346,54Andere kosten (-)K. 164,20 -384,63
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 51.569,36 48.320,75Subtotaal II + III + IV
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op hetresultaat
V. 244.665,55 -164.565,54
VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 244.665,55 -164.565,54AFDELING 4: RESULTAATVERWERKINGTe bestemmen winst (te verwerken verlies)I. 230.692,33 -159.619,36Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaarb. 244.665,55 -164.565,54Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in hetresultaat)
c. -13.973,22 4.946,18
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaalII. -230.692,33 159.619,36
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 10 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
2019201820172016201520142013201220112010
18.00%
16.00%
14.00%
12.00%
10.00%
8.00%
6.00%
4.00%
2.00%
0.00%
-2.00%
-4.00%
16.6
10.9
-0.4
7.7
-3.3
5.3
Jaarlijks rendement
1 jaar 3 jaar 5 jaar
5,25%(in EUR)
3,13%(in EUR)
3,92%(in EUR)
Deelbewijs Deelbewijs Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
EURO EQUITY LOW RISKCRELAN INVEST
33
Lopende kosten
- Kapitalisatie-aandeel (BE6251433742) : 0,93%
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten2.4.6.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens2.4.7.
NOTA 1 - Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
De rubriek « II. A. a. Obligaties » van de balans bevat niet alleen obligaties op lange termijn maar ook obligaties op korte termijn diebinnen de 397 dagen vervallen :
Isin Code Benaming VervaldatumDE000CZ302M3 COMMERZBANK AG 4.00 10-20 16/09A 16.09.20
XS0526606537 HSBC BANK 4.00 10-21 15/01A 15.01.21
XS0496481200 RBS 5.50 10-20 23/03A 23.03.20
NOTA 2 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor de aanslagjaaren (2016 en 2017). NOTA 3 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA. Deze rubriek is positief omdat de betaalde bijdrages voor de werkingskosten van de FSMA voor het jaaren 2017 en 2018,lager waren dan de bestaande provisies.
NOTA 4 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
Bezoldiging van de commissaris(sen): 2.280,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.
LOCK-IN CRELAN INVEST
34
3. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT LOCK-IN
3.1. BEHEERVERSLAG
3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 9 maart 2015 met een initiële inschrijvingskoers van 100,00 EUR. 3.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
3.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doelstelling van het compartiment Beschrijving van de doelstelling van het compartiment De doelstelling van het compartiment is beleggers de mogelijkheid bieden deel te nemen in de ontwikkeling van alle markten van het beleggersuniversum (alle soorten internationale aandelen-, obligatie- en geldmarkten, verspreid over alle geografische zones en alle sectoren) en daarbij te allen tijde het maximale verlies voor elk kalenderjaar te beperken tot 10%, ofwel van de hoogste nettoinventariswaarde ("NIW") (vóór kosten en belastingen) van het jaar, ofwel van de laatste in het voorgaande jaar geregistreerde NIW (vóór kosten en belastingen). De voor het betreffende jaar van toepassing zijnde minimale netto-inventariswaarde wordt dan ook als volgt bepaald: - Deze waarde bedraagt minimaal 90% van de in het voorgaande kalenderjaar geregistreerde netto-inventariswaarde de laatst geregistreerde NIW van het voorgaande kalenderjaar; - Tijdens het lopende kalenderjaar wordt deze waarde geherwaardeerd op 90% van de hoogste tijdens het lopende kalenderjaar geregistreerde nettoinventariswaarde (waarbij deze waarde niet lager mag zijn dan 90% van de laatste in het de voorgaande kalenderjaar geregistreerde NIW). Het compartiment biedt geen enkele bescherming of garantie. Beleggingsbeleid van het compartiment a) Categorie toegestane activa Om zijn doelstelling te bereiken, kunnen de beleggingen van het compartiment bestaan uit alle soorten effecten en obligaties (achtergestelde, niet-achtergestelde, hybride, ABS, covered bonds, enz.), uit geldmarktinstrumenten, deelbewijzen in een instelling voor collectieve belegging die rechtstreeks door de beheerder dan wel door een andere beheermaatschappij worden aangehouden en beheerd, alsmede uit reverse repo's, aandelen, deposito's, financiële derivaten, liquide middelen en elk ander instrument dat voldoet aan de van toepassing zijnde regelgeving en binnen het hierboven beschreven punt. In het algemeen kan het compartiment beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan Richtlijn 2009/65/EG ('het Koninklijk Besluit 2012'). Het compartiment kan tot 100% van zijn activa beleggen in deelbewijzen van andere instellingen voor collectieve belegging. b) Beleggingsbeperkingen Het beleggingsbeleid wordt binnen het kader van de regelgeving en van de in punt d) Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen uitgevoerd. c) Vastgestelde strategie De beleggingsstrategie voorziet in het direct of indirect beleggen in euro of andere valuta's uitgegeven aandelen- of obligatiemarkten, geldmarktinstrumenten en/of valuta's en/of aanverwante financiële instrumenten, met als doel de waarde van de portefeuille op middellange termijn te laten groeien. Het compartiment profiteert van een vooral in internationaal opzicht gediversifieerd beleggingsuniversum.
CRELAN INVEST LOCK-IN
35
De doelstelling van het compartiment is deel te nemen in de ontwikkeling van de markten van het beleggersuniversum en daarbij te allen tijde het maximale verlies voor elk kalenderjaar te beperken tot 10%, ofwel de hoogste netto-inventariswaarde (vóór kosten en belastingen) van het jaar, ofwel de laatste in het voorgaande jaar geregistreerde NIW (vóór kosten en belastingen). De voor het betreffende jaar van toepassing zijnde minimale NIW wordt dan ook als volgt bepaald : - Deze waarde is bedraagt minimaal 90% van de in het voorgaande kalenderjaar geregistreerde netto-inventariswaarde; - Tijdens het lopende kalenderjaar wordt deze waarde geherwaardeerd op 90% van de hoogste tijdens het lopende kalenderjaar geregistreerde netto-inventariswaarde (waarbij deze waarde niet lager mag zijn dan 90% van de laatste in het voorgaande kalenderjaar geregistreerde NIW). Dit beschermingsmechanisme en de rendementsdoelstelling resulteren in een actief en gediversifieerd beheer met een strikte risicobeperking. Het compartiment biedt evenwel wat betreft het rendement en de bescherming of het behoud van het vermogen geen enkele garantie. De activa-allocatie bestaat uit het bepalen en beheren van de weging van aandelen en obligaties binnen de portefeuille, alsook de verdeling ervan per land, per valuta of per bedrijfssector. Deze activa-allocatie wordt door het beleggingsteam bepaald op basis van het marktscenario van het team en het risiconiveau waarop de bodemkoers van de NIW niet wordt overschreden. Als de NIW daalt in de richting van de bodemkoers zal het beheerteam ingrijpen door de risicovollere activa (bijv. aandelen en/of aandelen-ICB's) te vervangen door minder risicodragende activa (bijv. obligaties, obligatie-ICB's en/of geldmarktinstrumenten). Als de NIW de bodemkoers bereikt, zal het beheerteam alle activa in geldmarktinstrumenten beleggen. Als daarentegen de NIW voldoende stijgt t.o.v. de bodemkoers, zal het beheerteam ingrijpen en de verdeling van de activa geleidelijk aanpassen door de eerdergenoemde minder risicodragende activa te vervangen door de eerdergenoemde risicovollere activa. De algemene allocatie wordt voltooid met een gedetailleerde allocatie binnen de uit aandelen en obligaties opgebouwde portefeuille. Obligatie-allocatie - Beheer van het renterisico : Een deel van het rendement van de portefeuille is afkomstig van beleggingen in vastrentende obligaties, die zijn blootgesteld aan een renterisico. De modified duration is de maatstaf van dit risico. De beheerstrategie voorziet in het optimaliseren van de renteblootstelling door het algemene niveau ervan en de verdeling per valuta en per looptijd voortdurend aan te passen. - Beheer van het renterisico van bedrijfsobligaties : Een deel van het rendement van de portefeuille is afkomstig van beleggingen in bedrijfsobligaties, die een hoger rendement bieden dan de veiligste staatsobligaties. De beheerstrategie richt zich op het vaststellen van de allocatie op basis van de kredietkwaliteit, de bedrijfssector, de looptijd, de nationaliteit en de emittent. - Beheer van het renterisico van staatsobligaties : Een deel van het rendement van de portefeuille is afkomstig van beleggingen in staatsobligaties. Als de kredietkwaliteit ervan lager is dan die van de veiligste staatsobligaties is het rendement hoger. De beheerstrategie richt zich vooral op het selecteren van de emittenten en de looptijd van de obligaties. Aandelen-allocatie Een deel van het rendement van de portefeuille is afkomstig van beleggingen op de aandelenmarkt, met het doel te profiteren van koersstijgingen op lange termijn van winstgevende bedrijven. De beheerstrategie voorziet in het voortdurend aanpassen van de beleggingsgraad in aandelen van de portefeuille, alsook van de verdeling ervan per geografische zone, per land, per bedrijfssector en per omvang van de marktkapitalisatie. Afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille kan de netto-inventariswaarde een hoge volatiliteit hebben.
LOCK-IN CRELAN INVEST
36
d) Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen De aandelen van de portefeuille worden geselecteerd op basis van het oordeel van het beheerteam en met inachtneming van het interne kredietrisicobeleid van de beheermaatschappij. Het beheerteam maakt bij de aandelenselectie niet uitsluitend of automatisch gebruik van de door de ratingbureaus uitgebrachte ratings, maar baseert zijn overtuiging om een aandeel te kopen of te verkopen op intern uitgevoerde krediet- en marktanalyses. Ter informatie wijzen wij erop dat de beheerder ook gebruik kan maken van effecten met een rating zoals hieronder beschreven. Om de beheerdoelstelling te halen kan het compartiment rechtstreeks of via een ICB beleggen: - in staatsobligaties van de eurozone, in vast- of variabelrentende kortlopende obligaties die in euro zijn uitgegeven of
geconverteerd, evenals in geldmarktinstrumenten (tot 100% van de activa), - in internationale staatsobligaties buiten de eurozone en in converteerbare obligaties (tot 50% van de activa), - in "Investment Grade"-obligaties met een rating van AAA tot BBB- op de schaal van Standard and Poor’s en Fitch en/of
een rating van Aaa tot Baa3 op de schaal van Moody's (tot 80% van de activa), - tot 50% van de activa in obligaties uit opkomende landen en hoogrentende obligaties ("high yield") in euro met een rating
van BBB- tot D op de schaal van Standard and Poor’s en Fitch en/of een rating van Baa3 tot C op de schaal van Moody's. De geselecteerde emittenten kunnen dus afkomstig zijn uit zowel de privé- als de overheidssector (Staten, lagere overheden, enz.). Het is mogelijk dat 100% van de schuldbewijzen uit de privésector afkomstig zijn. e) Kenmerken van de aandelenmandjes De aandelenblootstelling kan variëren van 0% tot 80% van de netto-activa en wordt ofwel direct ofwel via een ICB gerealiseerd. De geselecteerde aandelen staan genoteerd op een georganiseerde markt en kunnen afkomstig zijn uit alle geografische zones, met inbegrip van opkomende landen, en alle sectoren en beheerstijlen. De portefeuille kan worden blootgesteld aan small- en midcaps. De blootstelling aan smallcaps en aandelen uit opkomende landen wordt beperkt tot 30% van de netto-activa. De verdeling tussen large-, mid- en smallcaps wordt niet vooraf bepaald en komt tot stand op basis van de verwachtingen van de beheerder; hierbij gelden geen vooraf bepaalde limieten. f) Effectenlening / financiële instrumenten Het compartiment kan binnen de limiet van de van toepassing zijnde regelgeving financiële instrumenten uitlenen. De effectenleningen worden uitgevoerd in het kader van een door een 'functionaris' of een 'tussenpersoon' beheerd systeem voor uitlenen van effecten. In het eerste geval heeft het compartiment alleen een relatie met de functionaris van het systeem voor uitlenen van effecten, die optreedt als tegenpartij en aan wie het eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met de tussenpersoon (in zijn hoedanigheid van beheerder van het systeem) en een of meerdere tegenpartijen aan wie het eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De tussenpersoon treedt op als intermediair tussen het compartiment en de tegenpartij(en). g) Afdekkingsstrategie van het wisselkoersrisico Alle valuta's van zowel binnen als buiten de OESO kunnen worden gebruikt. Om de keuzemogelijkheid bij het zoeken naar de beste, hierboven vermelde beleggingskansen in aandelen en obligaties uit te breiden, kan er zowel in euro worden belegd als in effecten die in andere valuta's dan de euro zijn uitgegeven. De beleggingen in effecten die in andere valuta's dan de euro zijn uitgegeven, worden al of niet afgedekt. Het actieve risicobeheer dat verbonden is aan de aan- en verkoop van valuta's anders dan de euro,mag maximaal 50% van de netto-activa vertegenwoordigen. h) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten Derivaten worden niet alleen gebruikt om het risico af te dekken, maar ook om de beleggingsdoelstellingen te halen. Het compartiment kan gebruik maken van al of niet beursgenoteerde derivaten om de eerdergenoemde doelstellingen te halen: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps op aandelen, indexen, valuta's of rentevoeten, of andere aan derivaten verbonden transacties. Transacties met niet-beursgenoteerde derivaten worden uitsluitend afgesloten met eersterangs
CRELAN INVEST LOCK-IN
37
financiële instellingen die gespecialiseerd zijn in dit type transacties. Dergelijke derivaten kunnen ook worden ingezet om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het compartiment streeft er voortdurend naar om de transacties zo gericht mogelijk af te sluiten, onder inachtneming van de van toepassing zijnde regelgeving en de statuten. i) Sociale, ethische en milieuaspecten Behalve wanneer opgelegd door de toepasselijke wetgeving, beantwoordt het beleggingsbeleid van het compartiment aan geen enkele welbepaald beleid op ethisch, sociaal of milieuvlak. 3.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 3.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 3.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
3.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Het compartiment Lock-In liet een positieve prestatie van 6,99 % optekenen in 2019 na een tegenvallend 2018 (-4,40%). Het compartiment trok zich in 2019 op aan de prestaties van risicoactiva. In het begin van het jaar profiteerden de hoge blootstellingen van het compartiment aan risicoactiva (25% op aandelen) van de sterke heropleving van de markten. De duration van het compartiment lag dicht bij de 4, zowel voor staats- als kredietobligaties. Via staatsobligaties kon het risico van de portefeuille in evenwicht worden gebracht en kon een gediversifieerde allocatie worden aangehouden. Tijdens de zomer werden de posities afgebouwd naar aanleiding van de escalerende handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten en de publicatie van economische cijfers in de ontwikkelde en opkomende landen, die wezen op een vertraging van de dynamiek van de wereldwijde groei die sterker was dan verwacht. De duration van het compartiment werd afgebouwd om een evenwicht te behouden tussen risicoactiva en afdekkingsactiva. Aan het einde van het jaar bedroeg de globale blootstelling van de portefeuille aan aandelen circa 10 %. Het basisscenario van Amundi blijft gematigd positief voor 2020, maar de zeer sterke prestaties van de markten tijdens het laatste kwartaal werden voorlopig niet gevalideerd door de macro-economische gegevens. Dit pleit voor een voorzichtige en gediversifieerde allocatie op korte termijn. Op het valutafront behouden wij de blootstelling aan de yen als vluchtmunt tegenover de dollar, alsook de blootstelling aan de euro tegenover de USD.
3.1.8. Toekomstig beleid Risico’s die we in 2020 op de voet zullen volgen, zijn in het bijzonder het tempo van de wereldwijde groei waarvan wordt verwacht dat ze rond het niveau van 2019 zal liggen. De onzekerheid over de groei was halfweg 2019 een destabiliserende factor voor de markten. Een ander te volgen element is de evolutie van de handelsoorlog tussen China en de VS na de ondertekening van het zogenaamde 1e Fase-akkoord. 3.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Lock-In is 4. De huidige risicoklasse is 4. Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010. De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment. De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen. Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten).
LOCK-IN CRELAN INVEST
38
BALANS3.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 84.056.622,93 108.976.412,58
Vaste ActivaI. -4.921,62 -4.201,98Oprichtings- en organisatiekostenA. -4.921,62 -4.201,98
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 82.448.031,72 105.424.437,03Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 27.916.518,39 39.466.937,82ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 54.077.102,59 65.455.838,77Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. 195.401,14 74.627,59
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 242.264,12 528.120,63
Op rentek.Termijncontracten (+/-)ii. 326.859,48
Op financiële indexenm.Optiecontracten (+/-)i. 4.259,39Termijncontracten (+/-)ii. 12.486,09 -427.947,26
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. 97.684,35 544.045,62VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 479.343,03 3.036,43Collateralc. 600.000,00
Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+)II. 7.486.202,60Verkochte optiecontracten en warrantsB. 7.486.202,60
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 76.127.617,44 99.730.123,12Gekochte termijncontractenA. 53.033.780,21 83.611.026,53Verkochte termijncontractenB. 23.093.837,23 16.119.096,59
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
LOCK-INCRELAN INVEST
39
RESULTATENREKENING3.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 7.745.597,74 -4.635.019,59Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 1.787.113,35 -1.576.058,44ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 5.833.062,88 -2.984.275,07Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. 427.404,25 -392.701,87
Op rentej.Termijncontractenii. -237.888,35 525.396,88
Op kredietrisico (creditderivatives)k.Swapcontracteniii. 23.465,49
Op financiële indexenl.Optiecontracteni. -147.102,06 73.274,87Termijncontractenii. 747.564,40 -282.242,75
Op financiële derivatenm.Optiecontracteni. -34.552,79 -59.320,75
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -804.456,77 -408.774,58Andere wisselposities en -verrichtingenb. 174.452,83 446.216,63
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 750.160,35 1.063.954,10IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 745.750,47 1.084.737,14Deposito's en liquide middelenb. 25.331,85 10.337,99
Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -20.921,97 -15.954,36Swapcontracten (+/-)D. -15.166,67
Andere opbrengstenIII. 1.399,62AndereB. 1.399,62
ExploitatiekostenIV. -1.458.012,32 -1.723.367,54Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -30.410,71 -26.591,71Vergoeding van de bewaarder (-)C. -54.006,79 -49.646,45Vergoeding van de beheerder (-)D.
Administratiekosten (-)E. -3.000,00 -3.293,31Oprichtings- en organisatiekosten (-)F. -10.928,27 -8.223,14Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)G. -2.386,14 -3.743,52Diensten en diverse goederen (-)H. -7.215,23 -6.524,40TaksenJ. -69.473,98 -69.516,39Andere kosten (-)K. 6.346,26 -10.731,03
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) -706.452,35 -659.413,44Subtotaal II + III + IV
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op hetresultaat
V. 7.039.145,39 -5.294.433,03
VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 7.039.145,39 -5.294.433,03AFDELING 4: RESULTAATVERWERKINGTe bestemmen winst (te verwerken verlies)I. 5.491.618,12 -5.012.707,82Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaarb. 7.039.145,39 -5.294.433,03Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in hetresultaat)
c. -1.547.527,27 281.725,21
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaalII. -5.491.618,12 5.012.707,82
AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
LOCK-IN CRELAN INVEST
40
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS3.4.
SP 500 INDEX JAN 2900.0 17.01.20 PUT 29,00 0,01%USD 0,01%1,65 4.259,390,01% 0,01%4.259,39FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële indexen -
Optiecontracten 4.259,39
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTENTOEGELATEN TOT DE VERHANDELING OP EENGEREGLEMENTEERDE OF HIERMEE GELIJK TESTELLEN MARKT
DJ EURO STOX /202003 -117,00 0,03%EUR 0,03% 21.910,00EURO BOBL FUTURE -56,00 0,05%EUR 0,05% 40.320,00EURO BUND FU /202003 -30,00 0,10%EUR 0,10% 80.400,00EURO BUXL FU /202003 -6,00 0,06%EUR 0,06% 47.280,00EURO E-MINI CME 2003 268,00 0,13%USD 0,13% 110.334,70EURO-SCHATZ FU MAR20 10,00 0,00%EUR 0,00% -750,00FTSE 100 IND /202003 6,00 0,00%GBP 0,00% 1.075,46JPN YEN CURR /202003 80,00 -0,01%USD -0,01% -10.236,78MINI MSCI EMG M 0320 12,00 0,03%USD 0,03% 27.398,97S&P 500 EMINI INDEX -10,00 -0,05%USD -0,05% -37.898,34US ULTRA BD /202003 -20,00 0,14%USD 0,14% 118.501,87US 10YR FU MAR20 67,00 -0,07%USD -0,07% -55.926,77US 10YR ULTR /202003 22,00 -0,04%USD -0,04% -34.423,96
0,37% 0,37%307.985,15FUTURES 307.985,15
AM IS EHYLBI UEC 4.032,00 1,15%EUR 1,13%235,94 951.310,08 0,19%AM IS GBLREIG UEC 8.239,00 2,50%EUR 2,45%249,73 2.057.525,47 0,22%
3,65% 3,58%3.008.835,55Richtlijn 2009/65/EG - Niet geregistreerd bij de FSMA 3.008.835,55
AM IS M EM M UEC 323.800,00 1,75%EUR 1,72%4,46 1.444.730,84 0,03%AM IS S&P500 UEDHEC 57.550,00 5,62%EUR 5,50%80,43 4.628.942,17 0,08%AMUNDI JAPAN TOPIX UCITETFDAILY HDGEUR C 5.956,00 1,63%EUR 1,60%225,68 1.344.154,25 0,14%
12,65% 12,40%10.426.662,81ICB'S MET EEN VERANDERLIJK AANTAL RECHTEN VANDEELNEMING
AMUNDI ABS CAP 62,36 18,50%EUR 18,14%244.520,15 15.248.090,72 0,82%
ANDERE EFFECTEN
PORTFOLIO OBLIG. HAUT RENDEMENT - 3DEC 55.060,26 8,21%EUR 8,05%122,96 6.770.209,08 4,37%26,71% 26,19%22.018.299,80Richtlijn 2009/65/EG - Niet geregistreerd bij de FSMA 22.018.299,80
AF BD GLB EM HARD CUR IE CAP 33,10 1,84%EUR 1,80%45.718,30 1.513.321,45 0,11%AF EMG MARKETS LOCAL CCY BD I EUR H C 2.838,70 3,57%EUR 3,50%1.035,68 2.939.979,64 0,24%AMUNDI BD T HB IEC SHS -IE- CAP 16.045,00 2,47%EUR 2,42%126,98 2.037.394,10 1,65%AMUNDI BOND EURO HIGH YIELD -I- CAP 1.089,00 3,68%EUR 3,61%2.787,41 3.035.489,49 0,30%AMUNDI FUNDS PIONEER US CORP BOND I H C 4.798,14 6,64%EUR 6,52%1.141,20 5.475.641,93 1,01%
BRGF WORLD GOLD FUND -E- CAP 22.180,00 0,73%EUR 0,71%27,01 599.081,80 0,01%4,35% 4,28%3.594.431,94Richtlijn 2009/65/EG - Geregistreerd bij de FSMA 3.594.431,94
AMUNDI EQ EU RP -IE- CAP 20,59 2,66%EUR 2,60%106.299,06 2.189.016,54 0,31%
DANSKE BANK A/S FL.R 19-29 21/06A 100.000,00 0,13%EUR 0,12%104,98% 104.980,00ISS GLOBAL AS 0.875 19-26 18/06A 100.000,00 0,12%EUR 0,12%99,18% 99.183,00
0,25% 0,24%204.163,00Denemarken 204.163,00
OMV AG SUB FL.R 15-XX 09/12A 150.000,00 0,23%EUR 0,23%127,33% 190.995,000,23% 0,23%190.995,00Oostenrijk 190.995,00
ENBW ENERGIE 3.375 16-77 05/04A 100.000,00 0,13%EUR 0,13%105,49% 105.491,00SCHAEFFLER AG 1.8750 19-24 26/03A 50.000,00 0,06%EUR 0,06%104,46% 52.232,00
0,19% 0,19%157.723,00Duitsland 157.723,00
GOODMAN AUST 1.375 17-25 27/09A 100.000,00 0,13%EUR 0,13%103,03% 103.028,00MACQUARIE GROUP FL.R 18-25 05/03A 20.000,00 0,02%EUR 0,02%102,86% 20.571,60
0,15% 0,15%123.599,60Australië 123.599,60
CK HUTCHISON GR 1.1250 19-28 17/10A 120.000,00 0,14%EUR 0,14%99,38% 119.257,200,14% 0,14%119.257,20Kaaiman Eilanden 119.257,20
TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00% 98,09%82.448.031,72 Société Générale 0,54%USD 447.949,77 Société Générale 0,33%EUR 278.587,40 Société Générale 0,02%GBP 20.045,84 Andere 0,89%746.583,01
FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële indexen - Optiecontracten 0,01%USD 0,01%
TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00%
Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR)3.4.3.
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's enliquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat deinschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.
De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis schriftelijk aangevraagd worden bij CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C, b320 - 1000Brussel, die instaat voor de financiële dienst.
Omloopsnelheid
AankopenVerkopenTotaal 1
InschrijvingenTerugbetalingenTotaal 2
Referentiegemiddelde van het totalenetto-vermogen
Omloopsnelheid
22.866.207,8038.618.303,2761.484.511,07
277.088,1714.471.495,9614.748.584,13
106.380.643,26
43,93%
1ste HALFJAAR1ste HALFJAAR
7.525.963,9422.459.927,7729.985.891,71
363.010,0018.127.537,2518.490.547,25
93.427.153,68
12,30%
2de HALFJAAR2de HALFJAAR
30.392.171,7461.078.231,0491.470.402,78
640.098,1732.599.033,2133.239.131,38
99.799.434,84
58,35%
VOLLEDIGBOEKJAAR
Tegenpartij In EUR Evaluatie Realisatiedatum van de transactieSP 500 INDEX JAN 2900.0 17.01.20 PUT -7.486.202,60 4.259,39 20.11.19
Verbintenissen op Opties
Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities3.4.4.
In effecten Valuta In deviezen In EUR Lot-size Realisatiedatum van detransactie
DJ EURO STOX /202003 EUR -4.384.840,00 -4.384.840,00 10,00 16.12.19EURO BOBL FUTURE EUR -7.523.600,00 -7.523.600,00 1.000,00 29.11.19EURO BUND FU /202003 EUR -5.195.100,00 -5.195.100,00 1.000,00 29.11.19EURO BUXL FU /202003 EUR -1.237.560,00 -1.237.560,00 1.000,00 03.12.19EURO E-MINI CME 2003 USD 18.773.400,00 16.711.233,75 62.500,00 12.12.19EURO-SCHATZ FU MAR20 EUR 1.119.800,00 1.119.800,00 1.000,00 29.11.19FTSE 100 IND /202003 GBP 449.025,00 527.767,98 10,00 16.12.19JPN YEN CURR /202003 USD 9.257.000,00 8.240.163,79 1.250,00 11.12.19MINI MSCI EMG M 0320 USD 641.340,00 570.891,94 50,00 13.12.19S&P 500 EMINI INDEX USD -1.572.975,00 -1.400.191,38 50,00 16.12.19US ULTRA BD /202003 USD -3.766.250,00 -3.352.545,84 1.000,00 26.11.19US 10YR FU MAR20 USD 8.667.093,75 7.715.055,86 1.000,00 25.11.19US 10YR ULTR /202003 USD 3.134.140,62 2.789.870,59 1.000,00 27.11.19
Verbintenissen op futures
LOCK-IN CRELAN INVEST
46
Tegenpartij In EUR Evaluatie van de Forward Exchanges Realisatiedatum van detransactie
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 5 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
20192018201720162015
8.00%
6.00%
4.00%
2.00%
0.00%
-2.00%
-4.00%
2.6
0.9
-4.4
7
Jaarlijks rendement
LOCK-INCRELAN INVEST
47
1 jaar 3 jaar
6,99%(in EUR)
1,06%(in EUR)
Deelbewijs Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
Lopende kosten
- Kapitalisatie-aandeel (BE6275677688) : 1,70%
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten3.4.7.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens3.4.8.
NOTA 1 - Deposito's en liquide middelen - Andere
De rubriek « V. C. Andere » van de balans bevat een bedrag verbonden aan beheerde futuresrekeningen.
NOTA 2 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor de aanslagjaaren (2016 en 2017). NOTA 3 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA. Deze rubriek is positief omdat de betaalde bijdrages voor de werkingskosten van de FSMA voor het jaaren 2017 en 2018,lager waren dan de bestaande provisies.
NOTA 4 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
LOCK-IN CRELAN INVEST
48
Bezoldiging van de commissaris(sen): 3.675,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.
CRELAN INVEST OPPORTUNITIES
49
4. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENTOPPORTUNITIES
4.1. BEHEERVERSLAG
4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 23 mei 2016, met een initiële inschrijvingskoers van 100,00 EUR.
4.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
4.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doelstelling van het compartiment
Beschrijving van de doelstelling van het compartiment
De doelstelling van het compartiment is een aantrekkelijk rendement te genereren door te beleggen in aandelenfondsen, obligatiefondsen en gediversifieerde fondsen geselecteerd door Amundi Asset Management volgens een eigen selectiemethodiek die kwantitatieve en kwalitatieve criteria combineert.
Het compartiment geniet van geen enkele bescherming noch waarborg.
Beleggingsbeleid van het compartiment
a) Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te bereiken, zal het compartiment voornamelijk investeren in deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen. Deze beleggingen kunnen 100% vertegenwoordigen van de samenstelling van de portefeuille van het compartiment.
In het algemeen kan het compartiment beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG ('het Koninklijk Besluit 2012').
b) Beleggingsbeperkingen
Het beleggingsbeleid wordt uitgevoerd binnen de door de reglementering voorziene beperkingen.
c) Vastgelegde strategie
Teneinde haar beheersdoelstelling te bereiken zal Amundi Asset Management fondsen selecteren volgens een eigen selectiemethodiek die kwantitatieve en kwalitatieve criteria combineert. Binnen elke activaklasse en in functie van de marktomstandigheden zal Amundi Asset Management de onderliggende fondsen selecteren binnen een beleggingsuniversum van derde fondsen op basis van erkende expertise van beheerders van aandelenfondsen, obligatiefondsen en gediversifieerde fondsen die alle soorten beheer, activiteitensectoren en geografische regio's dekken.
De keuze zal onder meer gesteund zijn op de Morningstar1 rating en enkel fondsen met een minimum rating van 3 sterren tijdens de belegging zullen worden weerhouden.
Op basis daarvan zal Amundi Asset Management een standaard fondsenportefeuille uitwerken die zal evolueren naargelang de verwachtingen van de beheerder en de marktomstandigheden, met naleving van de gebruikte selectiemethodiek.
De oriëntering van het beheer zal afhangen van het feit of de beheerder een defensieve, neutrale of positieve opvatting heeft. Het schema betreffende de blootstelling aan de onderliggende aandelen en obligatieleningen wordt a priori vastgesteld in functie van de opvatting van Amundi Asset Management en kan intern evolueren binnen een bereik van 30% tot 70%.
Bijgevolg zal de verhouding tussen de aandelen en obligaties, in een neutrale positie bijna 50%/50% bedragen.
Wat betreft de onderliggende obligaties, kunnen deze worden samengesteld uit Staatsobligaties en private schulden zonder een verplichting tot notering.
1 De Morningstar rating is een maat voor de prestatie die is aangepast aan het risico van een fonds. Meer informatie kan u vinden op de website www.morningstar.fr
OPPORTUNITIES CRELAN INVEST
50
De aandelen van de portefeuille kunnen worden blootgesteld aan het wisselkoersrisico door de tussenpersoon van de onderliggende fondsen die niet gedekt zullen zijn. De obligatieportefeuille zou eveneens kunnen beleggen in instrumenten in andere valuta dan de euro. Het compartiment biedt geen gegarandeerd rendement, noch bescherming of waarborg van het kapitaal. d) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten Het gebruik van afgeleide producten zal dienen ter dekking van het risico dat verbonden is aan de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen. Het compartiment zal steeds beroep kunnen doen op beursgenoteerde of niet-beursgenoteerde afgeleide instrumenten om haar doelstellingen te verwezenlijken: het kan gaan om futures, termijncontracten, opties of effectenswaps, index-, valuta- of renteswaps of andere transacties op afgeleide instrumenten. Transacties met niet-beursgenoteerde derivaten worden uitsluitend afgesloten met eersterangs financiële instellingen die gespecialiseerd zijn in dit type transacties. Dergelijke derivaten kunnen ook worden ingezet om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het compartiment streeft er voortdurend naar om de transacties zo gericht mogelijk af te sluiten, met inachtneming van de geldende regelgeving en de statuten. e) Sociale, ethische en milieuaspecten Behalve wanneer opgelegd door de toepasselijke wetgeving, beantwoordt het beleggingsbeleid van het compartiment aan geen enkele welbepaald beleid op ethisch, sociaal of milieuvlak. 4.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 4.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 4.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
4.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Economische balans In 2019 vertoonden de economische gegevens overal verontrustende tekenen van zwakte als gevolg van de vertraging van de wereldhandel. Het jaar werd gekenmerkt door talrijke politieke risico’s (Brexit, handelsoorlog, Iran, Noord-Korea …) die constant wogen op het ondernemersklimaat. De centrale banken kwamen in actie om dit klimaat van onzekerheid te compenseren en zowel de Federal Reserve als de ECB kondigden bijkomende versoepelingsmaatregelen aan. Naar het einde van het jaar toe vertoonden de economische gegevens zowel in de VS als Europa een lichte verbetering ten opzichte van maanden tevoren, maar het ging veeleer om een stabilisatie dan een echte heropleving. Ook in politiek opzicht bedaarden de risico’s aan het einde van het jaar, met enerzijds de verpletterende overwinning van Boris Johnson bij de parlementsverkiezingen, die hem vrijgeleide gaf om op 31 januari de Brexit te concretiseren, en anderzijds de aangekondigde ondertekening van het 1e Fase-akkoord in het Chinees-Amerikaanse handelsconflict. Financiële balans Op een contra-intuïtieve manier kenden de aandelenindexen een recordjaar met een progressie van meer dan 20 % voor talrijke indexen in Europa en de Verenigde Staten, waarbij de beleggers de terugkeer van het expansieve monetaire beleid toejuichten. In deze context heeft het fonds kunnen profiteren van deze gunstige omgeving met een prestatie van meer dan 12 % over de periode. In 2019 moest het management het fonds Schroder Japanese Opportunities verkopen omdat het niet langer het vereiste aantal Morningstar-sterren had. Wat de positieve bijdragen betreft, kende het fonds Blackrock World Gold een opmerkelijk jaar 2019 met een prestatie in de buurt van 40 %. Ook de fondsen Pictet Security en Water wonnen gedurende de periode meer dan 30 %.
CRELAN INVEST OPPORTUNITIES
51
De voornamelijk uit obligaties bestaande fondsen BGF Euro Bonds en Ostrum Euro Souverains boekten eveneens goede vooruitgang tijdens het eerste deel van het jaar, maar ze hadden te lijden onder de stijging van de soevereine rentevoeten en lieten tijdens het vierde kwartaal negatieve prestaties optekenen.
4.1.8. Toekomstig beleid
Voor begin 2020 versterkten we de blootstelling aan aandelen van het fonds tot ongeveer 50 % gezien de afgenomen politieke spanningen en het feit dat de Amerikaanse centrale bank haar balans opnieuw in omvang laat toenemen.
4.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Opportunities is 4. De huidige risicoklasse is 4. Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010. De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment. De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen. Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten).
OPPORTUNITIES CRELAN INVEST
52
BALANS4.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 117.015.032,52 81.955.578,26
Vaste ActivaI. -3.930,92 -2.722,16Oprichtings- en organisatiekostenA. -3.930,92 -2.722,16
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 112.611.315,73 76.696.420,68ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 112.733.096,00 76.736.520,68Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. -119.937,24 -40.100,00
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 4.116,97
Op financiële indexenm.Termijncontracten (+/-)ii. -5.960,00
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. 337.399,49 -6.030,12VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 339.606,23 48.480,36SchuldenB.
Te betalen bedragen (-)a. -2.130,74 -54.510,48Ontleningen (-)c. -76,00
Deposito's en liquide middelenV. 4.536.316,52 5.812.299,62Banktegoeden op zichtA. 4.277.477,74 5.647.280,87AndereC. 258.838,78 165.018,75
Overlopende rekeningenVI. -466.068,30 -544.389,76Toe te rekenen kosten (-)C. -466.068,30 -544.389,76
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 117.015.032,52 81.955.578,26KapitaalA. 103.771.579,31 84.202.900,19Deelneming in het resultaatB. 2.283.342,95 20.129,87Resultaat van het boekjaar (halfjaar)D. 10.960.110,26 -2.267.451,80AFDELING 2: POSTEN BUITEN-BALANSTELLINGZakelijke zekerheden (+/-)I. 495.421,04 124.919,14Collateral (+/-)A.
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 23.180.862,52 8.778.100,00Gekochte termijncontractenA. 23.180.862,52Verkochte termijncontractenB. 8.778.100,00
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
OPPORTUNITIESCRELAN INVEST
53
RESULTATENREKENING4.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 12.079.926,16 -1.383.785,52ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 15.183.785,48 -5.071.787,42Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. -1.517.582,41 -529.288,81
Op rentej.Termijncontractenii. 363.987,34
Op financiële indexenl.Termijncontractenii. -2.177.362,72 2.427.126,00
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -35.106,89Andere wisselposities en -verrichtingenb. 626.192,70 1.426.177,37
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 113.001,86 166.175,01IntrestenB.
Deposito's en liquide middelenb. 17.409,26 17.055,34Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -23.913,77 -20.592,10Andere opbrengsten van beleggingenF. 119.506,37 169.711,77
Andere opbrengstenIII. 6.018,25AndereB. 6.018,25
ExploitatiekostenIV. -1.238.836,01 -1.049.841,29Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -9.617,51 -8.004,81Vergoeding van de bewaarder (-)C. -27.080,86 -21.403,74Vergoeding van de beheerder (-)D.
Administratiekosten (-)E. -1.500,00 -2.255,95Oprichtings- en organisatiekosten (-)F. -9.833,52 -9.304,78Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)G. -2.447,50 -2.584,03Diensten en diverse goederen (-)H. -6.056,82 -5.098,92TaksenJ. -3.883,20 -4.749,83Andere kosten (-)K. -1.569,51 -10.711,66
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) -1.119.815,90 -883.666,28Subtotaal II + III + IV
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op hetresultaat
V. 10.960.110,26 -2.267.451,80
VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 10.960.110,26 -2.267.451,80AFDELING 4: RESULTAATVERWERKINGTe bestemmen winst (te verwerken verlies)I. 13.243.453,21 -2.247.321,93Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaarb. 10.960.110,26 -2.267.451,80Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in hetresultaat)
c. 2.283.342,95 20.129,87
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaalII. -13.243.453,21 2.247.321,93
3,41% 3,28%3.842.267,67Richtlijn 2009/65/EG - Geregistreerd bij de FSMA 3.842.267,67
BRGF WORLD GOLD FUND -A2- USD CAP 494.285,77 13,13%USD 12,64%33,61 14.788.093,94 0,30%INVESCO FD VAR PAN EU STRU EQ FD -C- CAP 25.418,39 0,50%EUR 0,48%22,11 562.000,60 0,02%PICTET SICAV SECURITY -I- CAP 25.096,00 6,17%USD 5,93%310,78 6.942.616,06 0,15%PICTET VAR WATER -P- CAPITALISATION 11.231,13 3,67%EUR 3,54%368,34 4.136.875,16 0,07%
26,88% 25,87%30.271.853,43ICB'S MET EEN VERANDERLIJK AANTAL RECHTEN VANDEELNEMING
34,17% 32,88%38.473.763,91Richtlijn 2009/65/EG - Geregistreerd bij de FSMA 38.473.763,91
AB I SEL US EQ I SHS -I 376.202,85 12,35%USD 11,89%41,53 13.907.516,94 0,32%JPMF EU EQ PI JPM -C- PERF CAP 19.065,18 4,01%EUR 3,86%237,06 4.519.592,28 0,19%MFS MERIDIAN SICAV EUR RESEARCH -I1- 27.047,22 6,61%EUR 6,36%275,11 7.440.960,69 0,28%
Verdeling van de activa (in % van de portefeuille)4.4.2.
ICB'S MET EEN VERANDERLIJK AANTAL RECHTEN VAN DEELNEMING 100,11%AANDELEN-ICB'S 46,44%GEMENGDE-ICB'S 16,09%OBLIGATIES-ICB'S 37,58%
FUTURES -0,11%EUR -0,01%USD -0,10%
TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00%
Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR)4.4.3.
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's enliquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat deinschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.
De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis schriftelijk aangevraagd worden bij CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C, b320 - 1000Brussel, die instaat voor de financiële dienst.
Omloopsnelheid
AankopenVerkopenTotaal 1
InschrijvingenTerugbetalingenTotaal 2
Referentiegemiddelde van het totalenetto-vermogen
Omloopsnelheid
9.438.969,323.566.506,53
13.005.475,85
10.748.363,194.042.290,70
14.790.653,89
89.911.726,58
-1,99%
1ste HALFJAAR1ste HALFJAAR
25.644.191,2511.215.726,9336.859.918,18
22.691.450,245.298.178,73
27.989.628,97
105.915.837,30
8,37%
2de HALFJAAR2de HALFJAAR
35.083.160,5714.782.233,4649.865.394,03
33.439.813,439.340.469,43
42.780.282,86
98.046.047,32
7,23%
VOLLEDIGBOEKJAAR
In effecten Valuta In deviezen In EUR Lot-size Realisatiedatum van detransactie
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 5 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
20192018201720162015
14.00%
12.00%
10.00%
8.00%
6.00%
4.00%
2.00%
0.00%
-2.00%
-4.00%
1.6
-2.7
12.8
Jaarlijks rendement
1 jaar 3 jaar
12,76%(in EUR)
3,69%(in EUR)
Deelbewijs Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
OPPORTUNITIESCRELAN INVEST
57
Lopende kosten
- Kapitalisatie-aandeel (BE6284594619) : 2,12%
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten4.4.7.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens4.4.8.
NOTA 1 - Deposito's en liquide middelen - Andere
De rubriek « V. C. Andere » van de balans bevat een bedrag verbonden aan beheerde futuresrekeningen.
NOTA 2 - Opbrengsten en kosten van beleggingen
De rubriek « II. F. Andere opbrengsten van beleggingen » van de resultatenrekening bevat de bedragen van de ontvangen retrocessiesvan de onderliggende portefeuilleposities.
NOTA 3 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor de aanslagjaaren (2017 en 2018). NOTA 4 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA.
NOTA 5 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
Bezoldiging van de commissaris(sen): 3.675,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.
BALANCED CRELAN INVEST
58
5. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT BALANCED
5.1. BEHEERVERSLAG
5.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 31 mei 2018, met een initiële inschrijvingskoers van 100,00 EUR. 5.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
5.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doelstelling van het compartiment Beschrijving van de doelstelling van het compartiment Het beheer van het subfonds is erop gericht de beleggers de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de evolutie van alle markten van het beleggersuniversum (internationale aandelenmarkten, obligatiemarkten en geldmarkten van alle aard, in alle geografische zones en in alle sectoren) vanuit een flexibel beheer van de blootstellingen aan aandelen, rentevoeten en valuta rond een evenwichtige verdeling tussen aandelen en obligaties. Beleggingsbeleid van het compartiment a) Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te behalen, kan het subfonds beleggen in effecten, in obligaties van alle aard (senior obligaties – obligaties met een hoger prioriteitsniveau; achtergestelde obligaties – obligaties met een lager prioriteitsniveau. In geval van insolvabiliteit worden de houders van dergelijke obligaties pas terugbetaald na de volledige terugbetaling van houders van niet-achtergestelde obligaties; covered obligaties – obligaties met onderliggende activa – hypothecaire schuldvorderingen, vorderingen op de openbare sector en andere; converteerbare obligaties – obligaties waaraan een omzettingsrecht is verbonden die de houder de mogelijkheid bieden om zijn obligaties in aandelen om te zetten; ABS (Asset Backed Securities) obligaties met onderliggende activa (vastgoed, bankkaarten, …); enz.), in geldmarktinstrumenten, in deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, die direct aangehouden en beheerd worden door de beheerder of een andere beheermaatschappij, in reverse repo's, in aandelen, in deposito's, in afgeleide financiële instrumenten, liquiditeiten en alle andere instrumenten voor zover toegelaten door de toepasselijke regelgeving en in overeenstemming met de doelstelling vermeld in Doelstelling van het compartiment. In het algemeen kan het subfonds beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de beleggingsinstellingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG (“het Koninklijk Besluit 2012”). Het subfonds mag tot 100 % van zijn activa beleggen in deelbewijzen van andere instellingen voor collectieve belegging. b) Beleggingsbeperkingen
Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de limieten voorzien door de regelgeving en deze bepaald in punt d). c) Vastgelegde strategie De beleggingsstrategie bestaat in het direct of indirect beleggen in in euro of andere valuta's uitgegeven aandelen- of obligatiemarkten, geldmarktinstrumenten en/of valuta's en/of aanverwante financiële instrumenten, met als doel de waarde van de portefeuille op middellange termijn te laten groeien. Het subfonds profiteert van een vooral in internationaal opzicht gediversifieerd beleggingsuniversum. De beleggingsstrategie bestaat erin te beleggen op de aandelen- en obligatiemarkten in euro of in andere valuta, om op middellange termijn een waardevermeerdering van de portefeuille te verkrijgen. Het rendement is in hoofdzaak het resultaat van een structurele blootstelling aan de obligatie- en aandelenmarkten. De beheerder wijzigt in de tijd het blootstellingsniveau en streeft er in het bijzonder naar het effect van marktdalingen op het rendement van de portefeuille te verzachten. Het streven naar rendement sluit aan bij een risicokader dat aangepast is aan het risicoprofiel van het beheer. In de volgende paragrafen worden de onderdelen van deze beleggingsstrategie beschreven. Het beheer moet gericht zijn op een jaarlijkse volatiliteit van maximaal 10%.
CRELAN INVEST BALANCED
59
Algemene activa-allocatie: de activa-allocatie bestaat uit het bepalen en beheren van de weging van aandelen en obligaties binnen de portefeuille, alsook de verdeling ervan per land, per valuta of per economische sector. De beleggingsbeslissingen berusten op de volgende criteria : - Macro-economisch scenario, - Micro-economisch scenario (prognose van winstmarges en de kwaliteit van de balans van ondernemingen), - Analyse van de waardering van effecten (raming van het potentiële toekomstige rendement) - Analyse van het risiconiveau, - Analyse van de kapitaalstromen op de markt. De algemene allocatie wordt aangevuld met een gedetailleerde allocatie binnen aandelen en obligaties. Allocatie van obligaties - Beheer van het renterisico : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in vastrentende obligaties met een renterisico dat gemeten wordt door de gevoeligheid voor de rentekoers. De beleggingsstrategie bestaat erin de blootstelling aan het renterisico te optimaliseren door het globale niveau, alsook de spreiding per valuta en per looptijd te laten evolueren. De totale gevoeligheid van de portefeuille aan de rentevoeten kan variëren van -2 tot 10. - Beheer van het kredietrisico van bedrijfsobligaties : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in bedrijfsobligaties met een hoger rendement dan de veiligste staatsobligaties. De beleggingsstrategie bestaat uit het bepalen van de spreiding per kredietkwaliteit, per economische sector, per looptijd, per nationaliteit en per emittent. - Beheer van het kredietrisico van staatsobligaties : Een deel van het rendement komt voort uit de belegging in staatsobligaties die een hoger rendement bieden door een lagere kredietkwaliteit dan deze van de beste overheidsschulden. De beleggingsstrategie bestaat hoofdzakelijk uit de selectie van de emittenten en de looptijd van de effecten. Allocatie van aandelen : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging op de aandelenmarkt om in te spelen op de tendens dat de koers van deze activa op lange termijn stijgt wanneer de bedrijven winst maken. De beleggingsstrategie bestaat uit het beheren van de beleggingen in aandelen en de spreiding per geografische regio, per land, per economische sector en per beursomvang. De volatiliteit van de netto-inventariswaarde kan hoog zijn door de samenstelling van de portefeuille. d) Kenmerken van de geselecteerde effecten Bij de selectie van obligaties en aandelen in het subfonds wordt rekening gehouden met de ESG-criteria zoals uiteengezet in punt h) Sociale, ethische en milieuaspecten. Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen De effecten in de portefeuille worden geselecteerd volgens het oordeel van het beleggingsteam en met naleving van het interne beleid voor de opvolging van het kredietrisico van de beheermaatschappij. Met het oog op de selectie van effecten doet het team noch exclusief, noch werktuiglijk een beroep op de ratings door ratingbureaus gepubliceerde ratings, maar steunt zijn overtuiging tot kopen of verkopen van effecten op zijn eigen krediet- en marktanalyses. Ter informatie: het beheer kan in het bijzonder kiezen voor effecten met een rating zoals hierna toegelicht. Om zijn beheerdoelstelling te bereiken kan het subfonds direct beleggen of via ICB's die op hun beurt beleggen in: - in staatsobligaties uit de eurozone en in kortlopende obligaties met vaste en variabele rente, uitgegeven in of omgezet naar euro in geldmarkteffecten; - in internationale staatsobligaties buiten de eurozone; - in ABS binnen de limiet van 10%;
BALANCED CRELAN INVEST
60
- in "investment grade"-kredietobligaties met een rating van AAA tot BBB- binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Aaa tot Baa3 binnen de ratingschaal van Moody’s. - binnen de limiet van 30% van de activa in obligaties van opkomende landen en hoogrentende ("high yield") in euro met een rating van BB+ tot D binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Ba1 tot C in de ratingschaal van Moody’s. De geselecteerde emittenten kunnen net zo goed uit de privésector als uit de overheidssector (staten, territoriale gemeenschappen ...) komen, waarbij private schulden meer dan 100 % van de schuldinstrumenten kunnen uitmaken. - in converteerbare obligaties binnen de limiet van 10% - in inflatiegeïndexeerde obligaties Kenmerken van de aandelen die in aanmerking komen De blootstelling aan de activaklasse aandelen kan schommelen van 25% tot 65% van het nettovermogen en de belegging in aandelen kan zowel direct als via een ICB gebeuren. De geselecteerde aandelen zijn genoteerd op een georganiseerde markt en ze kunnen behoren tot alle geografische regio's, inclusief de opkomende landen, allesectoren en alle beheerstijlen. De portefeuille kan beleggen in small caps (met een minimum beurskapitalisatie van 150.000 EUR) en mid caps. De blootstelling aan small caps en aan aandelen van de opkomende markten blijft beperkt tot 30% van het nettovermogen. De spreiding over large, mid en small caps ligt niet op voorhand vast, maar deze zal bepaald worden naargelang de verwachtingen van de beheerder zonder vooraf bepaalde limieten. e) Afdekkingstrategie van het wisselkoersrisico Er kan gebruik worden gemaakt van alle valuta’s. Om te beschikken over meer mogelijkheden bij het zoeken naar de beste beleggingsopportuniteiten in de hierboven vermelde aandelen en obligaties kunnen de beleggingen in euro worden uitgevoerd en in effecten in alle valuta's buiten de euro. Beleggingen in effecten uitgedrukt in andere valuta's dan de euro kunnen al dan niet worden afgedekt. Actief risicobeheer dat gekoppeld is aan de aankoop en verkoop van andere valuta's dan de euro die maximaal 75 % van het nettovermogen vertegenwoordigen. f) Repo’s en Reverse repo's Het compartiment mag transacties aangaan in repo’s en reverse repo’s. Men refereert naar dit onderwerp in het algemeen gedeelte van het prospectus. g)Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten Afgeleide producten worden zowel gebruikt om het risico af te dekken als om de beleggingsdoelstellingen te realiseren. Het subfonds kan beschikken over al dan niet beursgenoteerde afgeleide instrumenten om deze beleggingsdoelstellingen te realiseren: het kan gaan om termijncontracten, optiecontracten of effecten-, index-, valuta-, of rente- of kredietderivatenswaps, of om andere transacties met afgeleide instrumenten. Transacties met niet-beursgenoteerde afgeleide instrumenten worden uitsluitend afgesloten met eersterangs financiële instellingen die zich gespecialiseerd hebben in dit soort transacties. Dergelijke afgeleide instrumenten kunnen ook gebruikt worden om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het subfonds streeft er steeds naar om zo doelgericht mogelijke transacties af te sluiten, die in overeenstemming zijn met de toepasselijke regelgeving en met zijn statuten. Het compartiment kan ook Total Return Swaps afsluiten. Een Total Return Swap komt overeen met een kredietderivaat op de rendementsoverdracht. Het is een contract dat de rendementen en de risico's uitwisselt. De koper ontvangt de totale winst, maar neemt ook het risico om het verschil aan de verkoper te betalen als de prijs van de onderliggende waarde daalt. Het compartiment kan uitwisselingscontracten afsluiten voor twee combinaties van de volgende soorten stromen: - Vastrentend - Variabele rente (geindexeerd op de Eonia, Euribor of een andere marktreferentie) - Prestaties gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen, beursindexen of beursgenoteerde effecten, ICB's of beleggingsfondsen - Optioneel gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen of beursgenoteerde effecten, ICB's of beleggingsfondsen; - Dividenden (netto of bruto)
CRELAN INVEST BALANCED
61
h) Sociale, ethische en milieuaspecten Voor de selectie van de effecten die in aanmerking komen voor het subfonds, baseert het beheerteam zich op een financiële analyse in combinatie met een extra-financiële analyse op basis van de ESG-criteria (Environment, Social, Governance). De extra-financiële analyse levert een ESG-notering op gaande van A (beste score) tot G (slechtste score). De noteringen van de activa worden maandelijkse herzien. Indien bij een herziening een effect in de portefeuille wordt gedegradeerd en niet langer voldoet aan de ESG-criteria, moet het binnen 90 dagen verkocht worden. Deze termijn voor het in overeenstemming brengen is voorzien om te vermijden dat een effect onmiddellijk zou moeten worden verkocht in zeer nadelige marktomstandigheden, wat zou wegen op het rendement van het subfonds. Aard van de ESG-criteria : Voor de analyse van privé-emittenten wordt een referentiekader gehanteerd met criteria op basis van teksten met een universele draagwijdte (Global Compact, Internationale Arbeidsorganisatie, Rechten van de Mens, ISO-normen …). Dit referentiekader omvat een geheel van algemene criteria voor alle emittenten en een aantal specifieke criteria voor elke sector. Onder de algemene criteria volgt het team van extra-financiële analisten onder meer: - voor het ecologische luik: het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen, de bescherming van de biodiversiteit en het water; - voor het sociale luik: de ontwikkeling van het menselijk kapitaal, het beheer van het werk en de herstructureringen, gezondheid en veiligheid, de sociale dialoog, de relaties met klanten en leveranciers, de lokale gemeenschappen en het respect voor de rechten van de Mens; - voor het governance-luik: de onafhankelijkheid van het advies, de kwaliteit van de audit en de controles, het vergoedingsbeleid, de rechten van aandeelhouders, de globale ethiek en de ESG-strategie. Deze analyse is erop gericht het geheel van regels in te schatten die maken dat aandeelhouders er zeker van kunnen zijn dat de bedrijven waarvan ze aandelen bezitten, geleid worden in overeenstemming met hun eigen belangen. Afhankelijk van de sectoren kunnen bijkomende evaluaties plaatsvinden van specifieke criteria voor de ecologische en sociale dimensie. In het kader van een maatschappelijk verantwoord beheer (SRI), is de ESG-analyse van het beleggingsuniversum gericht op een meer globale evaluatie van de sectorale risico’s en opportuniteiten voor elke emittent. Geselecteerde SRI-benaderingen: Om het streven naar rendement te verzoenen met de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoorde praktijken, worden de ESG-criteria beschouwd als een combinatie van de benaderingen van het type normatief, Best-in-Class en betrokkenheid. Het subfonds leeft de volgende SRI-regels na: - uitsluiting van de emittenten met scores E, F en G bij de aankoop; - in geval van verlaging van de notering van de emittenten onder E of evenwaardig, zal de beheersmaatschappij
beslissen om de effecten zo spoedig mogelijk en in het belang van de houders te verkopen; - de gemiddelde ESG-score moet hoger zijn dan of gelijk aan score C en dit om een minimale drempel voor de ESG-
criteria te garanderen; - met ten minste 90 % van de effecten in portefeuille met een ESG-notering. Overeenkomstig de wet zijn ook bedrijven die betrokken zijn bij de productie of verspreiding van antipersoonsmijnen of clustermunitie, verboden door de conventies van Ottawa en Oslo, eveneens uitgesloten. Het subfonds belegt niet in effecten van emittenten die gevoelig meer dan 50 % van hun omzet realiseren in de ontginning van steenkool. Het subfonds sluit ook landen uit die systematisch en moedwillig de mensenrechten schenden en zich schuldig maken aan de zwaarste misdrijven (oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid). De “Best-in-Class”-benadering is erop gericht emittenten te selecteren en te behouden die toonaangevend zijn in hun activiteitensector volgens de door het team van extra-financiële analisten vastgelegde ESG-criteria. Daarnaast wordt er een beleid van actieve betrokkenheid gevoerd om de dialoog met de emittenten te bevorderen en hen te begeleiden in de verbetering van hun maatschappelijk verantwoorde praktijk. Wanneer de ingezamelde gegevens enkele onvolkomenheden vertonen, of zelfs tegenstrijdigheden tussen de verschillende bijdragers (extra-financiële ratingagentschappen), verruimen de
BALANCED CRELAN INVEST
62
extra-financiële analisten hun informatiebronnen en baseren ze zich met name op de door de bedrijven uitgebrachte rapporten, die onontbeerlijk blijven om hen te beoordelen. Er wordt ook rechtstreeks contact opgenomen met het bedrijf voor een grondiger onderzoek. Deze informatie wordt aangevuld met die van andere stakeholders: media, ngo’s, sociale en verenigingspartners enz. Opeenvolging van de etappes in het beleggingsproces : Het beleggingsproces verloopt in twee opeenvolgende etappes : - De eerste etappe bestaat erin het beleggingsuniversum vooraf te verkleinen door een extra-financiële analyse. - De tweede etappe is de opbouw van de portefeuille met de selectie van de effecten op basis van financiële en extra-financiële criteria.
5.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 5.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 5.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
5.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid In het begin van het jaar vertegenwoordigde de aandelenblootstelling ongeveer 45% van de portefeuille. Tijdens de maanden juli en augustus werd deze blootstelling verlaagd tot ongeveer 30% wegens de escalatie van de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten, alsook de publicatie van economische cijfers in de ontwikkelde en opkomende landen die wezen op een vertraging van de dynamiek van de wereldwijde groei die sterker was dan verwacht. Ook de duration van het compartiment werd afgebouwd om een evenwichtig profiel te behouden tussen de risicoactiva en de afdekkingsactiva. Eind augustus en begin september werd deze blootstelling aan aandelen opnieuw opgetrokken tot ongeveer 45% en op 31/12/2019 was het compartiment voor 44% blootgesteld aan de aandelenmarkten, met name ongeveer 18% aan de Amerikaanse markt, 14% aan de Europese markten en 12% aan de rest van de wereld, voornamelijk Japan en de opkomende markten. Wat obligaties betreft, vertegenwoordigde de blootstelling aan obligaties van de privésector ongeveer 22% van de portefeuille in het begin van het jaar. Dit percentage werd snel opgetrokken en bedroeg aan het einde van het jaar ongeveer 30%. De rest bestond uit staatsobligaties of quasi-staatsobligaties van de eurozone en de Verenigde Staten.
Het rendement over het jaar 2019 is positief met +13,71%, voornamelijk getrokken door de prestatie van de aandelen, alsook door de prestatie van de obligaties van de privésector en van de overheidsobligaties, die profiteerden van de rentedaling en van de verstrakking van de kredietpremies.
5.1.8. Toekomstig beleid Voor 2020 verwachten we een stabilisatie van de wereldwijde groei of zelfs een lichte heropleving, in het bijzonder in de eurozone. Deze omgeving van lage rentevoeten blijft in het voordeel spelen van de bedrijven. Gezien de afgenomen politieke onzekerheden verwachten wij dan ook dat zij de ‘wait and see’-periode achter zich zullen laten om opnieuw het pad van de investeringen op te gaan. De dooiperiode in de handelsoorlog zou eveneens gunstig moeten zijn voor de opkomende landen en in het bijzonder voor de Chinese economie. Gezien de economische context en de inflatieniveaus die onder de doelstelling van de centrale banken blijven, verwachten wij dat de centrale banken op middellange termijn zullen vasthouden aan hun accommoderend monetair beleid. Deze economische cyclus, die al meer dan 10 jaar in expansie is, zou dus een vervolg kunnen krijgen. We verwachten echter dat we te maken zullen krijgen met een gevorderde fase van de cyclus, waarin de belangrijkste groeibevorderende factoren achter ons liggen (rentedaling, reeds laag werkloosheidsniveau …). Vandaar dat we voor 2020 uitgaan van een meer gematigde, veeleer eencijferige bedrijfswinstgroei.
Op korte termijn zullen we bijzondere aandacht blijven besteden aan de factoren die volatiliteit kunnen teweegbrengen op de financiële markten, namelijk de Amerikaanse verkiezingen, de Chinees-Amerikaanse handelsonderhandelingen, de verdere afhandeling van de Brexit en de overgangsperiode, of nog de mogelijke uitrol van ondersteunende fiscale maatregelen.
CRELAN INVEST BALANCED
63
5.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator
De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Conservative is 4. De huidige risicoklasse is 4. Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010. De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment. De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen. Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten). 5.1.10. Resultaatverwerking
De Raad van Bestuur zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorstellen om het volgende bruto-dividend uit te keren : 2,00 EUR betaalbaar op 1 juni 2020.
BALANCED CRELAN INVEST
64
BALANS5.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 162.399.824,85 73.163.925,55
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 155.914.223,14 66.489.585,93Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 93.989.417,78 43.943.061,65Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 61.043.520,36 2.105.646,82ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 20.856.948,12Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. 100.415,38 93.420,96
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 440.920,64 164.174,85
Op rentek.Termijncontracten (+/-)ii. 12.240,00 115.450,57
Op financiële indexenm.Optiecontracten (+/-)i. 213.801,13 52.903,51Termijncontracten (+/-)ii. -39.248,02 -914.236,70
Op financiële derivatenn.Optiecontracten (+/-)i. 61.476,32 72.216,15
Op andere onderliggende waardeno.Swapcontracten (+/-)iii. 91.679,55
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. 538.436,52 131.817,09VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 543.436,06 165.758,19Fiscale tegoedenb. 1.485,58 320,02
Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+)II. 71.752.593,82 37.171.781,66Gekochte optiecontracten en warrantsA. 53.274.544,91 21.898.002,19Verkochte optiecontracten en warrantsB. 18.478.048,91 15.273.779,47
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 158.972.487,58 92.680.506,57Gekochte termijncontractenA. 103.290.437,67 65.402.049,65Verkochte termijncontractenB. 55.682.049,91 27.278.456,92
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)IV. 8.100.409,47Gekochte swapcontractenA. 8.100.409,47
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
BALANCEDCRELAN INVEST
65
RESULTATENREKENING5.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 12.508.549,14 -4.166.831,32Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 2.252.106,56 -306.345,29GeldmarktinstrumentenB. -4.061,33Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 3.099.739,98 -376.310,54ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 1.904.633,66 -618.536,54Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. 874.287,75 95.507,31
Op rentej.Termijncontractenii. 56.919,74 85.874,98
Op financiële indexenl.Optiecontracteni. 265.088,13 -170.703,02Termijncontractenii. 5.116.082,47 -2.870.971,65
Op financiële derivatenm.Optiecontracteni. -155.565,67 -36.766,25
Op andere onderliggende waardenn.Swapcontracteniii. 91.679,55
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -1.919.209,42 -87.196,98Andere wisselposities en -verrichtingenb. 922.786,39 122.677,99
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 2.054.715,35 494.450,86DividendenA. 496.793,68 26.515,17IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 1.595.371,01 467.304,39Deposito's en liquide middelenb. 49.029,02 16.110,80
Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -25.790,48 -10.629,49Roerende voorheffingen (-)E.
Van buitenlandse oorsprongb. -60.687,88 -4.850,01
Andere opbrengstenIII. 2.132,58AndereB. 2.132,58
ExploitatiekostenIV. -1.701.650,52 -549.849,98Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -173.907,11 -16.704,94Vergoeding van de bewaarder (-)C. -46.980,01 -8.768,84Vergoeding van de beheerder (-)D.
Administratiekosten (-)E. -1.125,00 -1.177,06Oprichtings- en organisatiekosten (-)F. -8.653,81 -6.063,94Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)G. -2.590,03 -1.048,79Diensten en diverse goederen (-)H. -8.939,63 -2.933,83TaksenJ. -149.511,54 -67.684,41Andere kosten (-)K. -30.556,85 -25.159,24
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 355.197,41 -55.399,12Subtotaal II + III + IV
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op hetresultaat
V. 12.863.746,55 -4.222.230,44
VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 12.863.746,55 -4.222.230,44AFDELING 4: RESULTAATVERWERKINGTe bestemmen winst (te verwerken verlies)I. 18.510.641,08 -4.701.573,15Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaara. -1.061.847,29Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaarb. 12.863.746,55 -4.222.230,44Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in hetresultaat)
c. 6.708.741,82 -479.342,71
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaalII. -15.381.935,44 3.639.725,86
(Over te dragen winst) over te dragen verliesIII. -2.477.810,60 1.061.847,29
JERONIMO MARTINS SGPS SA 5.008,00 0,05%EUR 0,05%14,67 73.442,32
39,15% 37,59%61.043.520,36AANDELEN 61.043.520,36
0,05% 0,05%73.442,32Portugal 73.442,32
USD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 260,00 0,04%USD 0,04%0,27 61.476,320,04% 0,04%61.476,32FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële derivaten -
Optiecontracten61.476,32
DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT 50,00 0,01%EUR 0,01%17,40 8.700,00DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT 163,00 0,03%EUR 0,03%29,20 47.596,00DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 133,00 0,02%EUR 0,02%19,40 25.802,00DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 266,00 0,02%EUR 0,02%10,60 28.196,00EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 1.658,00 0,03%EUR 0,02%0,60 49.740,00SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT 21,00 0,02%USD 0,02%18,43 34.451,66SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT 7,00 0,00%USD 0,00%10,70 6.667,26SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT 13,00 0,01%USD 0,01%10,93 12.648,21
0,14% 0,13%213.801,13FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële indexen -Optiecontracten
213.801,13
DJ EURO STOX /202003 170,00 -0,03%EUR -0,02% -39.269,97
ABN AMRO BANK NV 0.5 19-26 15/04A 120.000,00 0,08%EUR 0,07%101,25% 121.500,00ING GROEP NV 2.125 19-26 10/01A 200.000,00 0,15%EUR 0,14%109,61% 219.212,00INTERTRUST GROUP BV 3.375 18-25 15/11S 200.000,00 0,13%EUR 0,13%104,97% 209.944,00TELEFONICA EUROPE BV 3.00 18-XX XX/XXA 200.000,00 0,13%EUR 0,13%104,45% 208.894,00
0,49% 0,47%759.550,00Nederland 759.550,00
ERSTE GROUP BANK AG FL.R 19-99 31/12S 200.000,00 0,14%EUR 0,14%110,88% 221.768,00OMV AG SUB FL.R 15-XX 09/12A 400.000,00 0,33%EUR 0,31%127,33% 509.320,00
0,47% 0,45%731.088,00Oostenrijk 731.088,00
DANSKE BANK A/S FL.R 19-29 21/06A 300.000,00 0,20%EUR 0,19%104,98% 314.940,00ISS GLOBAL AS 0.875 19-26 18/06A 400.000,00 0,26%EUR 0,25%99,18% 396.732,00
0,46% 0,44%711.672,00Denemarken 711.672,00
ABERTIS INFRAESTRUCT SA 1.5 19-24 27/06A 200.000,00 0,13%EUR 0,13%103,41% 206.826,00BANCO BILBAO FL.R 19-XX XX/XXQ 400.000,00 0,29%EUR 0,27%111,31% 445.252,00
FINANCIËLE DERIVATEN 0,06% 0,06%91.679,55 TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00% 96,01%155.914.223,14 Société Générale 0,21%EUR 341.189,27 Société Générale 0,19%USD 297.998,74 Société Générale 0,10%JPY 169.401,34 Société Générale 0,04%SEK 62.024,35 Société Générale 0,04%GBP 58.410,51 Société Générale 0,03%CAD 54.093,71 Andere 0,61%983.117,92
Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR)5.4.3.
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's enliquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat deinschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.
De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis schriftelijk aangevraagd worden bij CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C, b320 - 1000Brussel, die instaat voor de financiële dienst.
Omloopsnelheid
AankopenVerkopenTotaal 1
InschrijvingenTerugbetalingenTotaal 2
Referentiegemiddelde van het totalenetto-vermogen
Omloopsnelheid
66.346.673,6533.826.001,50
100.172.675,15
25.179.903,902.013.251,79
27.193.155,69
87.437.833,57
83,46%
1ste HALFJAAR1ste HALFJAAR
139.373.794,6391.343.803,73
230.717.598,36
56.217.672,683.012.172,04
59.229.844,72
128.866.520,17
133,07%
2de HALFJAAR2de HALFJAAR
205.720.468,28125.169.805,23330.890.273,51
81.397.576,585.025.423,83
86.423.000,41
108.401.747,27
225,52%
VOLLEDIGBOEKJAAR
Tegenpartij In EUR Evaluatie Realisatiedatum van de transactieUSD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 29.855.794,91 61.476,32 20.12.19DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT -173.750.000,00 8.700,00 08.11.19DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT -5.827.250,00 47.596,00 16.12.19DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 5.020.750,00 25.802,00 06.11.19DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 10.108.000,00 28.196,00 07.11.19EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 8.290.000,00 49.740,00 28.11.19SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT -5.682.748,80 34.451,66 16.12.19SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT -1.822.592,13 6.667,26 12.11.19SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT -3.407.957,98 12.648,21 07.11.19
Verbintenissen op Opties
Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities5.4.4.
BALANCED CRELAN INVEST
76
In effecten Valuta In deviezen In EUR Lot-size Realisatiedatum van detransactie
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 5 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
20192018201720162015
14.00%
12.00%
10.00%
8.00%
6.00%
4.00%
2.00%
0.00%
13.7
Jaarlijks rendement
BALANCED CRELAN INVEST
78
1 jaar
13,71%(in EUR)
Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten5.4.7.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens5.4.8.
NOTA 1 - Deposito's en liquide middelen - Andere
De rubriek « V. C. Andere » van de balans bevat een bedrag verbonden aan beheerde futuresrekeningen.
NOTA 2 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor het aanslagjaar (2017). NOTA 3 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA.
NOTA 4 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
BALANCEDCRELAN INVEST
79
Bezoldiging van de commissaris(sen): 3.675,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.
CONSERVATIVE CRELAN INVEST
80
6. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT CONSERVATIVE
6.1. BEHEERVERSLAG
6.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 31 mei 2018, met een initiële inschrijvingskoers van 100,00 EUR. 6.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
6.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doelstelling van het compartiment Beschrijving van de doelstelling van het compartiment Het beheer van het subfonds is erop gericht de beleggers de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de evolutie van alle markten van het beleggersuniversum (internationale aandelenmarkten, obligatiemarkten en geldmarkten van alle aard, in alle geografische zones en in alle sectoren), in het kader van een beheerst risico, vanuit een flexibel beheer dat zich in hoofdzaak op obligaties richt met een diversificatie op de activaklassen aandelen en valuta. Het subfonds geniet geen enkele bescherming of garantie. Beleggingsbeleid van het compartiment a) Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te behalen, kan het subfonds beleggen in effecten, in obligaties van alle aard (senior obligaties – obligaties met een hoger prioriteitsniveau; achtergestelde obligaties – obligaties met een lager prioriteitsniveau. In geval van insolvabiliteit worden de houders van dergelijke obligaties pas terugbetaald na de volledige terugbetaling van houders van niet-achtergestelde obligaties; covered obligaties – obligaties met onderliggende activa – hypothecaire schuldvorderingen, vorderingen op de openbare sector en andere; converteerbare obligaties – obligaties waaraan een omzettingsrecht is verbonden die de houder de mogelijkheid bieden om zijn obligaties in aandelen om te zetten; ABS (Asset Backed Securities) obligaties met onderliggende activa (vastgoed, bankkaarten, …); enz.), in geldmarktinstrumenten, in deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, die direct aangehouden en beheerd worden door de beheerder of een andere beheermaatschappij, in reverse repo's, in aandelen, in deposito's, in afgeleide financiële instrumenten, liquiditeiten en alle andere instrumenten voor zover toegelaten door de toepasselijke regelgeving en in overeenstemming met de doelstelling vermeld in punt “doelstelling van het compartiment”. In het algemeen kan het subfonds beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de beleggingsinstellingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG (“het Koninklijk Besluit 2012”). Het subfonds mag tot 100 % van zijn activa beleggen in deelbewijzen van andere instellingen voor collectieve belegging. b) Beleggingsbeperkingen
Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de limieten voorzien door de regelgeving en deze bepaald in punt d). c) Vastgelegde strategie De beleggingsstrategie bestaat in het direct of indirect beleggen in in euro of andere valuta's uitgegeven aandelen- of obligatiemarkten, geldmarktinstrumenten en/of valuta's en/of aanverwante financiële instrumenten, met als doel de waarde van de portefeuille op middellange termijn te laten groeien. Het subfonds profiteert van een vooral in internationaal opzicht gediversifieerd beleggingsuniversum. De beleggingsstrategie bestaat erin te beleggen op de aandelen- en obligatiemarkten in euro of in andere valuta, om op middellange termijn een waardevermeerdering van de portefeuille te verkrijgen. Het rendement is in hoofdzaak het resultaat van een structurele blootstelling aan de obligatie- en aandelenmarkten. De beheerder wijzigt in de tijd het blootstellingsniveau en streeft er in het bijzonder naar het effect van marktdalingen op het rendement van de portefeuille te verzachten.
CRELAN INVEST CONSERVATIVE
81
Het streven naar rendement sluit aan bij een risicokader dat aangepast is aan het risicoprofiel van het beheer. In de volgende paragrafen worden de onderdelen van deze beleggingsstrategie beschreven. Het beheer moet gericht zijn op een jaarlijkse volatiliteit van maximaal 5%. Algemene activa-allocatie: de activa-allocatie bestaat uit het bepalen en beheren van de weging van aandelen en obligaties binnen de portefeuille, alsook de verdeling ervan per land, per valuta of per economische sector. De beleggingsbeslissingen berusten op de volgende criteria: - Macro-economisch scenario, - Micro-economisch scenario (prognose van winstmarges en de kwaliteit van de balans van ondernemingen), - Analyse van de waardering van effecten (raming van het potentiële toekomstige rendement) - Analyse van het risiconiveau, - Analyse van de kapitaalstromen op de markt. De algemene allocatie wordt aangevuld met een gedetailleerde allocatie binnen aandelen en obligaties. Allocatie van obligaties - Beheer van het renterisico : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in vastrentende obligaties met een renterisico dat gemeten wordt door de gevoeligheid voor de rentekoers. De beleggingsstrategie bestaat erin de blootstelling aan het renterisico te optimaliseren door het globale niveau, alsook de spreiding per valuta en per looptijd te laten evolueren. De totale gevoeligheid van de portefeuille aan de rentevoeten kan variëren van -2 tot 8. - Beheer van het kredietrisico van bedrijfsobligaties : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in bedrijfsobligaties met een hoger rendement dan de veiligste staatsobligaties. De beleggingsstrategie bestaat uit het bepalen van de spreiding per kredietkwaliteit, per economische sector, per looptijd, per nationaliteit en per emittent. - Beheer van het kredietrisico van staatsobligaties : Een deel van het rendement komt voort uit de belegging in staatsobligaties die een hoger rendement bieden door een lagere kredietkwaliteit dan deze van de beste overheidsschulden. De beleggingsstrategie bestaat hoofdzakelijk uit de selectie van de emittenten en de looptijd van de effecten. Allocatie van aandelen Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging op de aandelenmarkt om in te spelen op de tendens dat de koers van deze activa op lange termijn stijgt wanneer de bedrijven winst maken. De beleggingsstrategie bestaat uit het beheren van de beleggingen in aandelen en de spreiding per geografische regio, per land, per economische sector en per beursomvang. De volatiliteit van de netto-inventariswaarde kan hoog zijn door de samenstelling van de portefeuille. d) Kenmerken van de geselecteerde effecten Bij de selectie van obligaties en aandelen in het subfonds wordt rekening gehouden met de ESG-criteria zoals uiteengezet in punt h) Sociale, ethische en milieuaspecten. Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen. De effecten in de portefeuille worden geselecteerd volgens het oordeel van het beleggingsteam en met naleving van het interne beleid voor de opvolging van het kredietrisico van de beheermaatschappij. Met het oog op de selectie van effecten doet het team noch exclusief, noch werktuiglijk een beroep op de ratings door ratingbureaus gepubliceerde ratings, maar steunt zijn overtuiging tot kopen of verkopen van effecten op zijn eigen krediet- en marktanalyses. Ter informatie: het beheer kan in het bijzonder kiezen voor effecten met een rating zoals hierna toegelicht. Om zijn beheerdoelstelling te bereiken kan het subfonds direct beleggen of via ICB's die op hun beurt beleggen in: - in staatsobligaties uit de eurozone en in kortlopende obligaties met vaste en variabele rente, uitgegeven in of omgezet naar euro in geldmarkteffecten;
CONSERVATIVE CRELAN INVEST
82
- in internationale staatsobligaties buiten de eurozone; - in ABS binnen de limiet van 10%; - in "investment grade"-kredietobligaties met een rating van AAA tot BBB- binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Aaa tot Baa3 binnen de ratingschaal van Moody’s - binnen de limiet van 30% van de activa in obligaties van opkomende landen en hoogrentende ("high yield") in euro met een rating van BB+ tot D binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Ba1 tot C in de ratingschaal van Moody’s. De geselecteerde emittenten kunnen net zo goed uit de privésector als uit de overheidssector (staten, territoriale gemeenschappen ...) komen, waarbij private schulden meer dan 100% van de schuldinstrumenten kunnen uitmaken. - in converteerbare obligaties binnen de limiet van 10% - in inflatiegeïndexeerde obligaties Kenmerken van de aandelen die in aanmerking komen De blootstelling aan de activaklasse aandelen kan schommelen van 0% tot 40% van het nettovermogen en de belegging in aandelen kan zowel direct als via een ICB gebeuren. De geselecteerde aandelen zijn genoteerd op een georganiseerde markt en ze kunnen behoren tot alle geografische regio's, inclusief de opkomende landen, alle sectoren en alle beheerstijlen. De portefeuille kan beleggen in small caps (met een minimum beurskapitalisatie van 150.000 EUR) en mid caps. De blootstelling aan small caps en aan aandelen van de opkomende markten blijft beperkt tot 30% van het nettovermogen. De spreiding over large, mid en small caps ligt niet op voorhand vast, maar deze zal bepaald worden naargelang de verwachtingen van de beheerder zonder vooraf bepaalde limieten. e) Kenmerken van reverse repo's Het compartiment mag transacties aangaan in repo’s en reverse repo’s. Men refereert naar dit onderwerp in het algemeen gedeelte van het prospectus. f) Afdekkingstrategie van het wisselkoersrisico Er kan gebruik worden gemaakt van alle valuta’s. Om te beschikken over meer mogelijkheden bij het zoeken naar de beste beleggingsopportuniteiten in de hierboven vermelde aandelen en obligaties kunnen de beleggingen in euro worden uitgevoerd en in effecten in alle valuta's buiten de euro. Beleggingen in effecten uitgedrukt in andere valuta's dan de euro kunnen al dan niet worden afgedekt. Actief risicobeheer dat gekoppeld is aan de aankoop en verkoop van andere valuta's dan de euro die maximaal 50% van het nettovermogen vertegenwoordigen. g)Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten Afgeleide producten worden zowel gebruikt om het risico af te dekken als om de beleggingsdoelstellingen te realiseren. Het subfonds kan beschikken over al dan niet beursgenoteerde afgeleide instrumenten om deze beleggingsdoelstellingen te realiseren: het kan gaan om termijncontracten, optiecontracten of effecten-, index-, valuta-, of rente- of kredietderivatenswaps, of om andere transacties met afgeleide instrumenten. Transacties met niet-beursgenoteerde afgeleide instrumenten worden uitsluitend afgesloten met eersterangs financiële instellingen die zich gespecialiseerd hebben in dit soort transacties. Dergelijke afgeleide instrumenten kunnen ook gebruikt worden om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het subfonds streeft er steeds naar om zo doelgericht mogelijke transacties af te sluiten, die in overeenstemming zijn met de toepasselijke regelgeving en met zijn statuten. Het compartiment kan ook Total Return Swaps afsluiten. Een Total Return Swap komt overeen met een kredietderivaat op de rendementsoverdracht. Het is een contract dat de rendementen en de risico's uitwisselt. De koper ontvangt de totale winst, maar neemt ook het risico om het verschil aan de verkoper te betalen als de prijs van de onderliggende waarde daalt. Het compartiment kan uitwisselingscontracten afsluiten voor twee combinaties van de volgende soorten stromen: - Vastrentend - Variabele rente (geindexeerd op de Eonia, Euribor of een andere marktreferentie)
CRELAN INVEST CONSERVATIVE
83
- Prestaties gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen, beursindexen of beursgenoteerde effecten, ICB’s of beleggingsfondsen - Optioneel gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen of beursgenoteerde effecten, ICB's of beleggingsfondsen; - Dividenden (netto of bruto) h) Sociale, ethische en milieuaspecten Voor de selectie van de effecten die in aanmerking komen voor het subfonds, baseert het beheerteam zich op een financiële analyse in combinatie met een extra-financiële analyse op basis van de ESG-criteria (Environment, Social, Governance). De extra-financiële analyse levert een ESG-notering op gaande van A (beste score) tot G (slechtste score). De noteringen van de activa worden maandelijkse herzien. Indien bij een herziening een effect in de portefeuille wordt gedegradeerd en niet langer voldoet aan de ESG-criteria, moet het binnen 90 dagen verkocht worden. Deze termijn voor het in overeenstemming brengen is voorzien om te vermijden dat een effect onmiddellijk zou moeten worden verkocht in zeer nadelige marktomstandigheden, wat zou wegen op het rendement van het subfonds. Aard van de ESG-criteria : Voor de analyse van privé-emittenten wordt een referentiekader gehanteerd met criteria op basis van teksten met een universele draagwijdte (Global Compact, Internationale Arbeidsorganisatie, Rechten van de Mens, ISO-normen …). Dit referentiekader omvat een geheel van algemene criteria voor alle emittenten en een aantal specifieke criteria voor elke sector. Onder de algemene criteria volgt het team van extra-financiële analisten onder meer: - voor het ecologische luik: het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen, de bescherming van de biodiversiteit en het water; - voor het sociale luik: de ontwikkeling van het menselijk kapitaal, het beheer van het werk en de herstructureringen, gezondheid en veiligheid, de sociale dialoog, de relaties met klanten en leveranciers, de lokale gemeenschappen en het respect voor de rechten van de Mens; - voor het governance-luik: de onafhankelijkheid van het advies, de kwaliteit van de audit en de controles, het vergoedingsbeleid, de rechten van aandeelhouders, de globale ethiek en de ESG-strategie. Deze analyse is erop gericht het geheel van regels in te schatten die maken dat aandeelhouders er zeker van kunnen zijn dat de bedrijven waarvan ze aandelen bezitten, geleid worden in overeenstemming met hun eigen belangen. Afhankelijk van de sectoren kunnen bijkomende evaluaties plaatsvinden van specifieke criteria voor de ecologische en sociale dimensie. In het kader van een maatschappelijk verantwoord beheer (SRI), is de ESG-analyse van het beleggingsuniversum gericht op een meer globale evaluatie van de sectorale risico’s en opportuniteiten voor elke emittent. Geselecteerde SRI-benaderingen: Om het streven naar rendement te verzoenen met de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoorde praktijken, worden de ESG-criteria beschouwd als een combinatie van de benaderingen van het type normatief, Best-in-Class en betrokkenheid. Het subfonds leeft de volgende SRI-regels na: - uitsluiting van de emittenten met scores E, F en G bij de aankoop; - in geval van verlaging van de notering van de emittenten onder E of evenwaardig, zal de beheersmaatschappij beslissen om de effecten zo spoedig mogelijk en in het belang van de houders te verkopen; - de gemiddelde ESG-score moet hoger zijn dan of gelijk aan score C en dit om een minimale drempel voor de ESG-criteria te garanderen; - met ten minste 90% van de effecten in portefeuille met een ESG-notering. Overeenkomstig de wet zijn ook bedrijven die betrokken zijn bij de productie of verspreiding van antipersoonsmijnen of clustermunitie, verboden door de conventies van Ottawa en Oslo, eveneens uitgesloten. Het subfonds belegt niet in effecten van emittenten die gevoelig meer dan 50% van hun omzet realiseren in de ontginning van steenkool. Het subfonds sluit ook landen uit die systematisch en moedwillig de mensenrechten schenden en zich schuldig maken aan de zwaarste misdrijven (oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid). De “Best-in-Class”-benadering is erop gericht emittenten te selecteren en te behouden die toonaangevend zijn in hun activiteitensector volgens de door het team van extra-financiële analisten vastgelegde ESG-criteria. Daarnaast wordt er een
CONSERVATIVE CRELAN INVEST
84
beleid van actieve betrokkenheid gevoerd om de dialoog met de emittenten te bevorderen en hen te begeleiden in de verbetering van hun maatschappelijk verantwoorde praktijk. Wanneer de ingezamelde gegevens enkele onvolkomenheden vertonen, of zelfs tegenstrijdigheden tussen de verschillende bijdragers (extra-financiële ratingagentschappen), verruimen de extra-financiële analisten hun informatiebronnen en baseren ze zich met name op de door de bedrijven uitgebrachte rapporten, die onontbeerlijk blijven om hen te beoordelen. Er wordt ook rechtstreeks contact opgenomen met het bedrijf voor een grondiger onderzoek. Deze informatie wordt aangevuld met die van andere stakeholders: media, ngo’s, sociale en verenigingspartners enz. Opeenvolging van de etappes in het beleggingsproces : Het beleggingsproces verloopt in twee opeenvolgende etappes : - De eerste etappe bestaat erin het beleggingsuniversum vooraf te verkleinen door een extra-financiële analyse. - De tweede etappe is de opbouw van de portefeuille met de selectie van de effecten op basis van financiële en extra-financiële criteria.
6.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap.
6.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap. 6.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
6.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid In het begin van het jaar vertegenwoordigde de aandelenblootstelling ongeveer 25% van de portefeuille. Tijdens de maanden juli en augustus werd deze blootstelling verlaagd tot ongeveer 15% wegens de escalatie van de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten, alsook de publicatie van economische cijfers in de ontwikkelde en opkomende landen die wezen op een vertraging van de dynamiek van de wereldwijde groei die sterker was dan verwacht. Ook de duration van het compartiment werd afgebouwd om een evenwicht te behouden tussen de risicoactiva en de afdekkingsactiva. Eind augustus en begin september werd deze blootstelling aan aandelen opnieuw opgetrokken tot ongeveer 25% en op 31/12/2019 was het compartiment voor 24% blootgesteld aan de aandelenmarkten, met name ongeveer 10% aan de Amerikaanse markt, 8% aan de Europese markten en 6% aan de rest van de wereld, voornamelijk Japan en de opkomende markten. De blootstelling aan obligaties van de privésector vertegenwoordigde ongeveer 20% van de portefeuille tijdens het eerste halfjaar. Dit percentage werd vervolgens opgetrokken en bedroeg aan het einde van het jaar ongeveer 35%. De rest bestond uit staatsobligaties of quasi-staatsobligaties van de eurozone en de Verenigde Staten. Het rendement over het jaar 2019 is positief met +8,26%, voornamelijk getrokken door de prestatie van de aandelen, alsook door de prestatie van de obligaties van de privésector en van de overheidsobligaties, die profiteerden van de rentedaling en van de verstrakking van de kredietpremies.
6.1.8. Toekomstig beleid Voor 2020 verwachten we een stabilisatie van de wereldwijde groei of zelfs een lichte heropleving, in het bijzonder in de eurozone. Deze omgeving van lage rentevoeten blijft in het voordeel spelen van de bedrijven. Gezien de afgenomen politieke onzekerheden verwachten wij dan ook dat zij de ‘wait and see’-periode achter zich zullen laten om opnieuw het pad van de investeringen op te gaan. De dooiperiode in de handelsoorlog zou eveneens gunstig moeten zijn voor de opkomende landen en in het bijzonder voor de Chinese economie. Gezien de economische context en de inflatieniveaus die onder de doelstelling van de centrale banken blijven, verwachten wij dat de centrale banken op middellange termijn zullen vasthouden aan hun accommoderend monetair beleid. Deze economische cyclus, die al meer dan 10 jaar in expansie is, zou dus een vervolg kunnen krijgen. We verwachten echter dat we te maken zullen krijgen met een gevorderde fase van de cyclus, waarin de belangrijkste groeibevorderende factoren achter ons liggen (rentedaling, reeds laag werkloosheidsniveau …). Vandaar dat we voor 2020 uitgaan van een meer gematigde, veeleer eencijferige bedrijfswinstgroei.
Op korte termijn zullen we bijzondere aandacht blijven besteden aan de factoren die volatiliteit kunnen teweegbrengen op de financiële markten, namelijk de Amerikaanse verkiezingen, de Chinees-Amerikaanse handelsonderhandelingen, de verdere afhandeling van de Brexit en de overgangsperiode, of nog de mogelijke uitrol van ondersteunende fiscale maatregelen.
CRELAN INVEST CONSERVATIVE
85
6.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator
De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Conservative is 3. De huidige risicoklasse is 3. Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010. De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment. De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen. Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten). 6.1.10. Resultaatverwerking
De Raad van Bestuur zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorstellen om het volgende bruto-dividend uit te keren : 1,00 EUR betaalbaar op 1 juni 2020.
CONSERVATIVE CRELAN INVEST
86
BALANS6.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 40.072.393,33 21.151.537,67
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 39.335.109,30 19.220.090,75Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 25.736.542,89 7.346.786,36Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 747.700,10 337.299,67Andere effectenD. 291,45ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 12.647.498,47 11.571.353,96Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. 17.859,00 -605,20
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 74.830,07 33.810,83
Op rentek.Termijncontracten (+/-)ii. 3.660,00 42.474,22
Op financiële indexenm.Optiecontracten (+/-)i. 29.520,02 6.668,30Termijncontracten (+/-)ii. 57.435,13 -136.119,87
Op financiële derivatenn.Optiecontracten (+/-)i. 9.457,90 18.422,48
Op andere onderliggende waardeno.Swapcontracten (+/-)iii. 10.314,27
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. -2.971.813,50 35.731,61VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 55.764,84 36.168,83Fiscale tegoedenb. 126,95 63,03
Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+)II. 10.391.942,01 8.216.800,22Gekochte optiecontracten en warrantsA. 7.765.699,22 4.797.363,54Verkochte optiecontracten en warrantsB. 2.626.242,79 3.419.436,68
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 32.756.850,05 19.601.366,69Gekochte termijncontractenA. 16.455.421,96 13.709.020,02Verkochte termijncontractenB. 16.301.428,09 5.892.346,67
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)IV. 979.170,38Gekochte swapcontractenA. 979.170,38
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
CONSERVATIVECRELAN INVEST
87
RESULTATENREKENING6.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 2.191.871,60 -688.607,27Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 285.049,21 9.062,34GeldmarktinstrumentenB. -1.651,53Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 56.814,75 -64.236,50Andere effectenD. 291,45ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 729.859,03 -148.510,92Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. 89.989,59 -11.893,07
Op rentej.Termijncontractenii. 9.765,37 39.238,23
Op financiële indexenl.Optiecontracteni. 34.043,27 -36.628,74Termijncontractenii. 1.183.000,93 -449.416,32
Op financiële derivatenm.Optiecontracteni. -30.745,87 -8.526,83
Op andere onderliggende waardenn.Swapcontracteniii. 10.314,27
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -305.470,90 -59.797,02Andere wisselposities en -verrichtingenb. 128.960,50 43.753,09
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 250.474,24 96.671,52DividendenA. 4.579,62 4.505,54IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 241.497,38 89.560,26Deposito's en liquide middelenb. 14.291,82 6.967,25
Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -9.409,79 -3.539,65Roerende voorheffingen (-)E.
Van buitenlandse oorsprongb. -484,79 -821,88
Andere opbrengstenIII. 610,17AndereB. 610,17
ExploitatiekostenIV. -387.004,81 -151.431,87Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -27.362,46 -3.049,41Vergoeding van de bewaarder (-)C. -12.386,85 -2.594,29Vergoeding van de beheerder (-)D.
REPSOL SA 31.12.2019 RIGHT 689,00 0,00%EUR 0,00%0,42 291,45
0,00% 0,00%291,45ANDERE EFFECTEN 291,45
0,00% 0,00%291,45Spanje 291,45
USD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 40,00 0,02%USD 0,02%0,27 9.457,900,02% 0,02%9.457,90FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële derivaten -
Optiecontracten 9.457,90
DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT 7,00 0,00%EUR 0,00%17,40 1.218,00DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT 22,00 0,02%EUR 0,02%29,20 6.424,00DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 18,00 0,01%EUR 0,01%19,40 3.492,00DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 36,00 0,01%EUR 0,01%10,60 3.816,00EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 225,00 0,03%EUR 0,02%0,60 6.750,00SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT 3,00 0,01%USD 0,01%18,43 4.921,67SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT 1,00 0,00%USD 0,00%10,70 952,47SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT 2,00 0,00%USD 0,00%10,93 1.945,88
0,08% 0,07%29.520,02FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële indexen -Optiecontracten
FINANCIËLE DERIVATEN 0,03% 0,03%10.314,27 TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00% 98,16%39.335.109,30 Société Générale 0,23%EUR 92.888,80 Société Générale 0,21%USD 80.808,04 Société Générale 0,10%GBP 38.135,59 Société Générale 0,07%JPY 30.018,45 Société Générale 0,01%AUD 5.627,38 Société Générale 0,01%CAD 4.274,56 Société Générale 0,00%SEK 1.540,47 Andere 0,63%253.293,29
FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële derivaten - Optiecontracten 0,02%USD 0,02%
ANDERE EFFECTEN 0,00%Spanje 0,00%
TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00%
CONSERVATIVE CRELAN INVEST
96
Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR)6.4.3.
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's enliquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat deinschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.
De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis schriftelijk aangevraagd worden bij CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C, b320 - 1000Brussel, die instaat voor de financiële dienst.
Omloopsnelheid
AankopenVerkopenTotaal 1
InschrijvingenTerugbetalingenTotaal 2
Referentiegemiddelde van het totalenetto-vermogen
Omloopsnelheid
16.778.354,0413.546.319,9530.324.673,99
4.365.952,03986.507,66
5.352.459,69
23.380.974,58
106,81%
1ste HALFJAAR1ste HALFJAAR
35.199.466,0819.656.318,4454.855.784,52
15.202.580,401.717.120,31
16.919.700,71
31.377.292,45
120,90%
2de HALFJAAR2de HALFJAAR
51.977.820,1233.202.638,3985.180.458,51
19.568.532,432.703.627,97
22.272.160,40
27.459.417,83
229,10%
VOLLEDIGBOEKJAAR
Tegenpartij In EUR Evaluatie Realisatiedatum van de transactieUSD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 4.593.199,22 9.457,90 20.12.19DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT -243.250,00 1.218,00 08.11.19DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT -786.500,00 6.424,00 16.12.19DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 679.500,00 3.492,00 06.11.19DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 1.368.000,00 3.816,00 07.11.19EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 1.125.000,00 6.750,00 28.11.19SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT -811.821,26 4.921,67 16.12.19SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT -260.370,30 952,47 12.11.19SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT -524.301,23 1.945,88 08.11.19
Verbintenissen op Opties
Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities6.4.4.
CONSERVATIVECRELAN INVEST
97
In effecten Valuta In deviezen In EUR Lot-size Realisatiedatum van detransactie
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 5 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
20192018201720162015
9.00%
8.00%
7.00%
6.00%
5.00%
4.00%
3.00%
2.00%
1.00%
0.00%
8.3
Jaarlijks rendement
1 jaar
8,26%(in EUR)
Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten6.4.7.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens6.4.8.
NOTA 1 - Deposito's en liquide middelen - Andere
De rubriek « V. C. Andere » van de balans bevat een bedrag verbonden aan beheerde futuresrekeningen.
NOTA 2 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor het aanslagjaar (2017). NOTA 3 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA.
NOTA 4 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
Bezoldiging van de commissaris(sen): 3.675,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.
DYNAMIC CRELAN INVEST
100
7. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DYNAMIC
7.1. BEHEERVERSLAG
7.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Datum van oprichting 31 mei 2018, met een initiële inschrijvingskoers van 100,00 EUR. 7.1.2. Beursnotering Niet van toepassing. 7.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doelstelling van het compartiment Beschrijving van de doelstelling van het compartiment Het beheer van het subfonds is erop gericht de beleggers de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de evolutie van alle markten van het beleggersuniversum (internationale aandelenmarkten, obligatiemarkten en geldmarkten van alle aard, in alle geografische zones en in alle sectoren), vanuit een flexibel beheer van de blootstellingen aan aandelen, rentevoeten en valuta, met een overwicht voor aandelen. Beleggingsbeleid van het compartiment a) Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te behalen, kan het subfonds beleggen in effecten, in obligaties van alle aard (senior obligaties – obligaties met een hoger prioriteitsniveau; achtergestelde obligaties – obligaties met een lager prioriteitsniveau. In geval van insolvabiliteit worden de houders van dergelijke obligaties pas terugbetaald na de volledige terugbetaling van houders van niet-achtergestelde obligaties; covered obligaties – obligaties met onderliggende activa – hypothecaire schuldvorderingen, vorderingen op de openbare sector en andere; converteerbare obligaties – obligaties waaraan een omzettingsrecht is verbonden die de houder de mogelijkheid bieden om zijn obligaties in aandelen om te zetten; ABS (Asset Backed Securities) obligaties met onderliggende activa (vastgoed, bankkaarten, …); enz.), in geldmarktinstrumenten, in deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, die direct aangehouden en beheerd worden door de beheerder of een andere beheermaatschappij, in reverse repo's, in aandelen, in deposito's, in afgeleide financiële instrumenten, liquiditeiten en alle andere instrumenten voor zover toegelaten door de toepasselijke regelgeving en in overeenstemming met de doelstelling vermeld in punt “doelstelling van het compartiment“. In het algemeen kan het subfonds beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de beleggingsinstellingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG (“het Koninklijk Besluit 2012”). Het subfonds mag tot 100% van zijn activa beleggen in deelbewijzen van andere instellingen voor collectieve belegging. b) Beleggingsbeperkingen
Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de limieten voorzien door de regelgeving en deze bepaald in punt d). c) Vastgelegde strategie De beleggingsstrategie bestaat in het direct of indirect beleggen in in euro of andere valuta's uitgegeven aandelen- of obligatiemarkten, geldmarktinstrumenten en/of valuta's en/of aanverwante financiële instrumenten, met als doel de waarde van de portefeuille op middellange termijn te laten groeien. Het subfonds profiteert van een vooral in internationaal opzicht gediversifieerd beleggingsuniversum. De beleggingsstrategie bestaat erin te beleggen op de aandelen- en obligatiemarkten in euro of in andere valuta, om op middellange termijn een waardevermeerdering van de portefeuille te verkrijgen. Het rendement is in hoofdzaak het resultaat van een structurele blootstelling aan de obligatie- en aandelenmarkten. De beheerder wijzigt in de tijd het blootstellingsniveau en streeft er in het bijzonder naar het effect van marktdalingen op het rendement van de portefeuille te verzachten. Het streven naar rendement sluit aan bij een risicokader dat aangepast is aan het risicoprofiel van het beheer. In de volgende paragrafen worden de onderdelen van deze beleggingsstrategie beschreven. Het beheer moet gericht zijn op een jaarlijkse volatiliteit van maximaal 15 %.
CRELAN INVEST DYNAMIC
101
Algemene activa-allocatie: de activa-allocatie bestaat uit het bepalen en beheren van de weging van aandelen en obligaties binnen de portefeuille, alsook de verdeling ervan per land, per valuta of per economische sector. De beleggingsbeslissingen berusten op de volgende criteria: - Macro-economisch scenario, - Micro-economisch scenario (prognose van winstmarges en de kwaliteit van de balans van ondernemingen), - Analyse van de waardering van effecten (raming van het potentiële toekomstige rendement) - Analyse van het risiconiveau, - Analyse van de kapitaalstromen op de markt. De algemene allocatie wordt aangevuld met een gedetailleerde allocatie binnen aandelen en obligaties. Allocatie van obligaties - Beheer van het renterisico : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in vastrentende obligaties met een renterisico dat gemeten wordt door de gevoeligheid voor de rentekoers. De beleggingsstrategie bestaat erin de blootstelling aan het renterisico te optimaliseren door het globale niveau, alsook de spreiding per valuta en per looptijd te laten evolueren. De totale gevoeligheid van de portefeuille aan de rentevoeten kan variëren van -2 tot 8. - Beheer van het kredietrisico van bedrijfsobligaties : Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging in bedrijfsobligaties met een hoger rendement dan de veiligste staatsobligaties. De beleggingsstrategie bestaat uit het bepalen van de spreiding per kredietkwaliteit, per economische sector, per looptijd, per nationaliteit en per emittent. - Beheer van het kredietrisico van staatsobligaties : Een deel van het rendement komt voort uit de belegging in staatsobligaties die een hoger rendement bieden door een lagere kredietkwaliteit dan deze van de beste overheidsschulden. De beleggingsstrategie bestaat hoofdzakelijk uit de selectie van de emittenten en de looptijd van de effecten. Allocatie van aandelen Een deel van het rendement van de portefeuille komt voort uit de belegging op de aandelenmarkt om in te spelen op de tendens dat de koers van deze activa op lange termijn stijgt wanneer de bedrijven winst maken. De beleggingsstrategie bestaat uit het beheren van de beleggingen in aandelen en de spreiding per geografische regio, per land, per economische sector en per beursomvang. De volatiliteit van de netto-inventariswaarde kan hoog zijn door de samenstelling van de portefeuille. d) Kenmerken van de geselecteerde effecten Bij de selectie van obligaties en aandelen in het subfonds wordt rekening gehouden met de ESG-criteria zoals uiteengezet in punt h) Sociale, ethische en milieuaspecten. Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen De effecten in de portefeuille worden geselecteerd volgens het oordeel van het beleggingsteam en met naleving van het interne beleid voor de opvolging van het kredietrisico van de beheermaatschappij. Met het oog op de selectie van effecten doet het team noch exclusief, noch werktuiglijk een beroep op de ratings door ratingbureaus gepubliceerde ratings, maar steunt zijn overtuiging tot kopen of verkopen van effecten op zijn eigen krediet- en marktanalyses. Ter informatie: het beheer kan in het bijzonder kiezen voor effecten met een rating zoals hierna toegelicht. Om zijn beheerdoelstelling te bereiken kan het subfonds direct beleggen of via ICB's die op hun beurt beleggen in: - in staatsobligaties uit de eurozone en in kortlopende obligaties met vaste en variabele rente, uitgegeven in of omgezet naar euro in geldmarkteffecten; - in internationale staatsobligaties buiten de eurozone; - in ABS binnen de limiet van 10%;
DYNAMIC CRELAN INVEST
102
- in "investment grade"-kredietobligaties met een rating van AAA tot BBB- binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Aaa tot Baa3 binnen de ratingschaal van Moody’s (tot 50% van de activa); - binnen de limiet van 30% van de activa in obligaties van opkomende landen en hoogrentende ("high yield") in euro met een rating van BB+ tot D binnen de ratingschalen van Standard & Poor’s, van Fitch en/of van Ba1 tot C in de ratingschaal van Moody’s. De geselecteerde emittenten kunnen net zo goed uit de privésector als uit de overheidssector (staten, territoriale gemeenschappen ...) komen, waarbij private schulden meer dan 100 % van de schuldinstrumenten kunnen uitmaken; - in converteerbare obligaties binnen de limiet van 10%; - in inflatiegeïndexeerde obligaties. Kenmerken van de aandelen die in aanmerking komen De blootstelling aan de activaklasse aandelen kan schommelen van 40% tot 80% van het nettovermogen en de belegging in aandelen kan zowel direct als via een ICB gebeuren. De geselecteerde aandelen zijn genoteerd op een georganiseerde markt en ze kunnen behoren tot alle geografische regio's, inclusief de opkomende landen, allesectoren en alle beheerstijlen. De portefeuille kan beleggen in small caps (met een minimum beurskapitalisatie van 150.000 EUR) en mid caps. De blootstelling aan small caps en aan aandelen van de opkomende markten blijft beperkt tot 30% van het nettovermogen. De spreiding over large, mid en small caps ligt niet op voorhand vast, maar deze zal bepaald worden naargelang de verwachtingen van de beheerder zonder vooraf bepaalde limieten. e) Kenmerken van reverse repo's Het compartiment mag transacties aangaan in repo’s en reverse repo’s. Men refereert naar dit onderwerp in het algemeen gedeelte van het prospectus. f) Afdekkingstrategie van het wisselkoersrisico Er kan gebruik worden gemaakt van alle valuta’s. Om te beschikken over meer mogelijkheden bij het zoeken naar de beste beleggingsopportuniteiten in de hierboven vermelde aandelen en obligaties kunnen de beleggingen in euro worden uitgevoerd en in effecten in alle valuta's buiten de euro. Beleggingen in effecten uitgedrukt in andere valuta's dan de euro kunnen al dan niet worden afgedekt. Actief risicobeheer dat gekoppeld is aan de aankoop en verkoop van andere valuta's dan de euro die maximaal 75% van het nettovermogen vertegenwoordigen. g) Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten Afgeleide producten worden zowel gebruikt om het risico af te dekken als om de beleggingsdoelstellingen te realiseren. Het subfonds kan beschikken over al dan niet beursgenoteerde afgeleide instrumenten om deze beleggingsdoelstellingen te realiseren: het kan gaan om termijncontracten, optiecontracten of effecten-, index-, valuta-, of rente- of kredietderivatenswaps, of om andere transacties met afgeleide instrumenten. Transacties met niet-beursgenoteerde afgeleide instrumenten worden uitsluitend afgesloten met eersterangs financiële instellingen die zich gespecialiseerd hebben in dit soort transacties. Dergelijke afgeleide instrumenten kunnen ook gebruikt worden om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het subfonds streeft er steeds naar om zo doelgericht mogelijke transacties af te sluiten, die in overeenstemming zijn met de toepasselijke regelgeving en met zijn statuten. Het compartiment kan ook Total Return Swaps afsluiten. Een Total Return Swap komt overeen met een kredietderivaat op de rendementsoverdracht. Het is een contract dat de rendementen en de risico's uitwisselt. De koper ontvangt de totale winst, maar neemt ook het risico om het verschil aan de verkoper te betalen als de prijs van de onderliggende waarde daalt. Het compartiment kan uitwisselingscontracten afsluiten voor twee combinaties van de volgende soorten stromen : - Vastrentend - Variabele rente (geindexeerd op de Eonia, Euribor of een andere marktreferentie) - Prestaties gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen, beursindexen of beursgenoteerde effecten, ICB's of beleggingsfondsen - Optioneel gekoppeld aan een of meer valuta's, aandelen of beursgenoteerde effecten, ICB's of beleggingsfondsen; - Dividenden (netto of bruto)
CRELAN INVEST DYNAMIC
103
h) Sociale, ethische en milieuaspecten Voor de selectie van de effecten die in aanmerking komen voor het subfonds, baseert het beheerteam zich op een financiële analyse in combinatie met een extra-financiële analyse op basis van de ESG-criteria (Environment, Social, Governance). De extra-financiële analyse levert een ESG-notering op gaande van A (beste score) tot G (slechtste score). De noteringen van de activa worden maandelijkse herzien. Indien bij een herziening een effect in de portefeuille wordt gedegradeerd en niet langer voldoet aan de ESG-criteria, moet het binnen 90 dagen verkocht worden. Deze termijn voor het in overeenstemming brengen is voorzien om te vermijden dat een effect onmiddellijk zou moeten worden verkocht in zeer nadelige marktomstandigheden, wat zou wegen op het rendement van het subfonds. Aard van de ESG-criteria : Voor de analyse van privé-emittenten wordt een referentiekader gehanteerd met criteria op basis van teksten met een universele draagwijdte (Global Compact, Internationale Arbeidsorganisatie, Rechten van de Mens, ISO-normen …). Dit referentiekader omvat een geheel van algemene criteria voor alle emittenten en een aantal specifieke criteria voor elke sector. Onder de algemene criteria volgt het team van extra-financiële analisten onder meer: - voor het ecologische luik: het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen, de bescherming van de biodiversiteit en het water; - voor het sociale luik: de ontwikkeling van het menselijk kapitaal, het beheer van het werk en de herstructureringen, gezondheid en veiligheid, de sociale dialoog, de relaties met klanten en leveranciers, de lokale gemeenschappen en het respect voor de rechten van de Mens; - voor het governance-luik: de onafhankelijkheid van het advies, de kwaliteit van de audit en de controles, het vergoedingsbeleid, de rechten van aandeelhouders, de globale ethiek en de ESG-strategie. Deze analyse is erop gericht het geheel van regels in te schatten die maken dat aandeelhouders er zeker van kunnen zijn dat de bedrijven waarvan ze aandelen bezitten, geleid worden in overeenstemming met hun eigen belangen. Afhankelijk van de sectoren kunnen bijkomende evaluaties plaatsvinden van specifieke criteria voor de ecologische en sociale dimensie. In het kader van een maatschappelijk verantwoord beheer (SRI), is de ESG-analyse van het beleggingsuniversum gericht op een meer globale evaluatie van de sectorale risico’s en opportuniteiten voor elke emittent. Geselecteerde SRI-benaderingen: Om het streven naar rendement te verzoenen met de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoorde praktijken, worden de ESG-criteria beschouwd als een combinatie van de benaderingen van het type normatief, Best-in-Class en betrokkenheid. Het subfonds leeft de volgende SRI-regels na: - uitsluiting van de emittenten met scores E, F en G bij de aankoop; - in geval van verlaging van de notering van de emittenten onder E of evenwaardig, zal de beheersmaatschappij beslissen om
de effecten zo spoedig mogelijk en in het belang van de houders te verkopen; - de gemiddelde ESG-score moet hoger zijn dan of gelijk aan score C en dit om een minimale drempel voor de ESG-criteria te
garanderen; - met ten minste 90% van de effecten in portefeuille met een ESG-notering. Overeenkomstig de wet zijn ook bedrijven die betrokken zijn bij de productie of verspreiding van antipersoonsmijnen of clustermunitie, verboden door de conventies van Ottawa en Oslo, eveneens uitgesloten. Het subfonds belegt niet in effecten van emittenten die gevoelig meer dan 50% van hun omzet realiseren in de ontginning van steenkool. Het subfonds sluit ook landen uit die systematisch en moedwillig de mensenrechten schenden en zich schuldig maken aan de zwaarste misdrijven (oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid). De “Best-in-Class”-benadering is erop gericht emittenten te selecteren en te behouden die toonaangevend zijn in hun activiteitensector volgens de door het team van extra-financiële analisten vastgelegde ESG-criteria. Daarnaast wordter een beleid van actieve betrokkenheid gevoerd om de dialoog met de emittenten te bevorderen en hen te begeleiden in de verbetering van hun maatschappelijk verantwoorde praktijk. Wanneer de ingezamelde gegevens enkele onvolkomenheden vertonen, of zelfs tegenstrijdigheden tussen de verschillende bijdragers (extra-financiële ratingagentschappen), verruimen de extra-financiële analisten hun informatiebronnen en baseren ze zich met name op de door de bedrijven uitgebrachte rapporten, die onontbeerlijk blijven om hen te beoordelen.
DYNAMIC CRELAN INVEST
104
Er wordt ook rechtstreeks contact opgenomen met het bedrijf voor een grondiger onderzoek. Deze informatie wordt aangevuld met die van andere stakeholders: media, ngo’s, sociale en verenigingspartners enz. Opeenvolging van de etappes in het beleggingsproces : Het beleggingsproces verloopt in twee opeenvolgende etappes : - De eerste etappe bestaat erin het beleggingsuniversum vooraf te verkleinen door een extra-financiële analyse. - De tweede etappe is de opbouw van de portefeuille met de selectie van de effecten op basis van financiële en extra-financiële criteria.
7.1.4. Financieel portefeuillebeheer Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap.
7.1.5. Distributeur Zie 1. Algemene informatie over de beleggingsvennootschap, 1.1. Organisatie van de beleggingsvennootschap.
7.1.6. Index en benchmark Niet van toepassing.
7.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid In het begin van het jaar vertegenwoordigde de aandelenblootstelling ongeveer 60% van de portefeuille. Tijdens de maanden juli en augustus werd deze blootstelling verlaagd tot ongeveer 40% wegens de escalatie van de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten, alsook de publicatie van economische cijfers in de ontwikkelde en opkomende landen die wezen op een vertraging van de dynamiek van de wereldwijde groei die sterker was dan verwacht. Ook de duration van het compartiment werd afgebouwd om een evenwichtig profiel te behouden tussen de risicoactiva en afdekkingsactiva. Eind augustus en begin september werd deze blootstelling aan aandelen opnieuw opgetrokken tot ongeveer 25% en op 31/12/2019 was het compartiment voor 59% blootgesteld aan de aandelenmarkten, met name ongeveer 22% aan de Amerikaanse markt, 20% aan de Europese markten en 17% aan de rest van de wereld, voornamelijk Japan en de opkomende markten. De blootstelling aan obligaties van de privésector vertegenwoordigde ongeveer 22% van de portefeuille aan het einde van het jaar, waarvan bijna de helft high yield obligaties. De rest bestond uit staatsobligaties of quasi-staatsobligaties van de eurozone en de Verenigde Staten.
Het rendement over het jaar 2019 is positief met +17,89%, voornamelijk getrokken door de prestatie van de aandelen, alsook door de prestatie van de obligaties van de privésector en van de overheidsobligaties, die profiteerden van de rentedaling en van de verstrakking van de kredietpremies.
7.1.8. Toekomstig beleid Voor 2020 verwachten we een stabilisatie van de wereldwijde groei of zelfs een lichte heropleving, in het bijzonder in de eurozone. Deze omgeving van lage rentevoeten blijft in het voordeel spelen van de bedrijven. Gezien de afgenomen politieke onzekerheden verwachten wij dan ook dat zij de ‘wait and see’-periode achter zich zullen laten om opnieuw het pad van de investeringen op te gaan. De dooiperiode in de handelsoorlog zou eveneens gunstig moeten zijn voor de opkomende landen en in het bijzonder voor de Chinese economie. Gezien de economische context en de inflatieniveaus die onder de doelstelling van de centrale banken blijven, verwachten wij dat de centrale banken op middellange termijn zullen vasthouden aan hun accommoderend monetair beleid. Deze economische cyclus, die al meer dan 10 jaar in expansie is, zou dus een vervolg kunnen krijgen. We verwachten echter dat we te maken zullen krijgen met een gevorderde fase van de cyclus, waarin de belangrijkste groeibevorderende factoren achter ons liggen (rentedaling, reeds laag werkloosheidsniveau …). Vandaar dat we voor 2020 uitgaan van een meer gematigde, veeleer eencijferige bedrijfswinstgroei. Op korte termijn zullen we bijzondere aandacht blijven besteden aan de factoren die volatiliteit kunnen teweegbrengen op de financiële markten, namelijk de Amerikaanse verkiezingen, de Chinees-Amerikaanse handelsonderhandelingen, de verdere afhandeling van de Brexit en de overgangsperiode, of nog de mogelijke uitrol van ondersteunende fiscale maatregelen.
7.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator
De risicoklasse bij de oprichting van het compartiment Conservative is 5. De huidige risicoklasse is 5. Een synthetische risico- en opbrengstindicator (afgekort in het Engels “SRRI“) wordt berekend conform de bepalingen van Verordening nr. 583/2010/UE van de Europese Commissie van 1 juli 2010.
CRELAN INVEST DYNAMIC
105
De meest recente indicator is beschikbaar in de essentiele beleggersinformatie van elk compartiment. De synthetische risico- en opbrengstindicator geeft een indicatie van het risico- en opbrengstprofiel van elk compartiment. Het wordt bepaald op basis van historische gegevens. Historische gegevens vormen niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige rendements- en risicoprofiel. De indicator wordt regelmatig opnieuw geevalueerd en dit cijfers kan dus zowel stijgen als dalen. Het laagste cijfer betekent niet dat geen enkel risico verbonden is aan het compartiment, maar dat in vergelijking met hogere categorieen, dit product in principe een lager, maar ook meer voorspelbaar rendement oplevert. Dit cijfer geeft zowel een indicatie van het potentiele rendement van het compartiment als van het risico dat met dit rendement gepaard gaat. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het potentiele rendement, maar hoe moeilijker het ook is om dit rendement te voorspellen. Ook verliezen zijn immers mogelijk. Het cijfer wordt voor de belegger berekend in euro. Het wordt weergegeven op een schaal gaande van een (lager risico, potentieel lagere opbrengsten) tot zeven (hoger risico, potentieel hogere opbrengsten). 7.1.10. Resultaatverwerking
De Raad van Bestuur zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorstellen om het volgende bruto-dividend uit te keren : 3,00 EUR betaalbaar op 1 juni 2020.
DYNAMIC CRELAN INVEST
106
BALANS7.2.
TOTAAL NETTO-ACTIEF 60.145.450,55 30.518.664,53
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivatenII. 58.863.560,13 28.064.780,34Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 20.658.551,20 15.587.116,57Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 2.937.308,95 1.229.629,63Andere effectenD. 1.137,45ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 34.589.757,88 11.508.634,42Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontracten (+/-)ii. 34.412,87 29.817,67
Op deviezenj.Termijncontracten (+/-)ii. 66.224,53 80.719,71
Op rentek.Termijncontracten (+/-)ii. 3.600,00 88.618,74
Op financiële indexenm.Optiecontracten (+/-)i. 108.987,53 28.016,90Termijncontracten (+/-)ii. 384.759,43 -521.670,68
Op financiële derivatenn.Optiecontracten (+/-)i. 28.373,69 33.897,38
Op andere onderliggende waardeno.Swapcontracten (+/-)iii. 50.446,60
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaarIV. -4.433.727,74 55.901,25VorderingenA.
Te ontvangen bedragena. 109.543,64 69.463,02Fiscale tegoedenb. 429,74 179,40
Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+)II. 35.262.833,72 19.226.220,53Gekochte optiecontracten en warrantsA. 26.177.097,65 11.585.048,04Verkochte optiecontracten en warrantsB. 9.085.736,07 7.641.172,49
Notionele bedragen van de termijncontracten (+)III. 69.553.851,03 43.751.118,13Gekochte termijncontractenA. 43.077.551,10 32.914.353,57Verkochte termijncontractenB. 26.476.299,93 10.836.764,56
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)IV. 4.450.774,43Gekochte swapcontractenA. 4.450.774,43
AFDELING 1: BALANSSCHEMA
Op 31.12.19(in EUR)
Op 31.12.18(in EUR)
DYNAMICCRELAN INVEST
107
RESULTATENREKENING7.3.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaardenI. 7.022.095,94 -2.175.921,45Obligaties en andere schuldinstrumentenA.
Obligatiesa. 508.241,35 19.947,01GeldmarktinstrumentenB. -1.939,96Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapierenC.
Aandelena. 215.229,94 -212.321,59Andere effectenD. 1.137,45ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingE. 1.744.977,92 -343.049,40Financiële derivatenF.
Op obligatiesa.Termijncontractenii. 329.299,89 18.841,13
Op rentej.Termijncontractenii. 70.845,26 85.746,10
Op financiële indexenl.Optiecontracteni. 140.349,69 -101.924,02Termijncontractenii. 4.316.084,68 -1.671.859,75
Op financiële derivatenm.Optiecontracteni. -73.394,31 -17.451,28
Op andere onderliggende waardenn.Swapcontracteniii. 50.446,59
Wisselposities en -verrichtingenH.Financiële derivatena.
Termijncontractenii. -500.511,79 -21.533,78Andere wisselposities en -verrichtingenb. 219.389,27 69.624,09
Opbrengsten en kosten van beleggingenII. 405.245,77 168.940,59DividendenA. 18.114,18 15.009,02IntrestenB.
Effecten/geldmarktinstrumentena. 369.907,94 152.135,13Deposito's en liquide middelenb. 31.970,44 8.791,85
Intresten in gevolge ontleningen (-)C. -12.255,58 -4.285,90Roerende voorheffingen (-)E.
Van buitenlandse oorsprongb. -2.491,21 -2.709,51
Andere opbrengstenIII. 913,62AndereB. 913,62
ExploitatiekostenIV. -705.436,09 -256.058,00Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)A. -48.531,58 -9.033,54Vergoeding van de bewaarder (-)C. -19.028,44 -3.740,89Vergoeding van de beheerder (-)D.
REPSOL SA 31.12.2019 RIGHT 2.689,00 0,00%EUR 0,00%0,42 1.137,45
0,00% 0,00%1.137,45ANDERE EFFECTEN 1.137,45
0,00% 0,00%1.137,45Spanje 1.137,45
USD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 120,00 0,05%USD 0,05%0,27 28.373,690,05% 0,05%28.373,69FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële derivaten -
Optiecontracten 28.373,69
DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT 26,00 0,01%EUR 0,01%17,40 4.524,00DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT 80,00 0,04%EUR 0,04%29,20 23.360,00DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 70,00 0,02%EUR 0,02%19,40 13.580,00DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 140,00 0,03%EUR 0,02%10,60 14.840,00EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 887,00 0,05%EUR 0,05%0,60 26.610,00SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT 10,00 0,03%USD 0,03%18,43 16.405,55SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT 3,00 0,00%USD 0,00%10,70 2.857,40SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT 7,00 0,01%USD 0,01%10,93 6.810,58
0,19% 0,18%108.987,53FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële indexen -Optiecontracten
FINANCIËLE DERIVATEN 0,09% 0,08%50.446,60 TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00% 97,87%58.863.560,13 Société Générale 0,40%EUR 241.050,70 Société Générale 0,37%USD 225.688,61 Société Générale 0,26%GBP 155.021,81 Société Générale 0,21%JPY 129.030,26 Société Générale 0,04%SEK 26.188,02 Société Générale 0,04%AUD 22.509,53 Société Générale 0,04%CAD 21.372,79 Andere 1,36%820.861,72
FINANCIËLE DERIVATEN - Op financiële derivaten - Optiecontracten 0,05%USD 0,05%
ANDERE EFFECTEN 0,00%Spanje 0,00%
TOTAAL PORTEFEUILLE 100,00%
Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR)7.4.3.
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's enliquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat deinschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.
De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis schriftelijk aangevraagd worden bij CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C, b320 - 1000Brussel, die instaat voor de financiële dienst.
Omloopsnelheid
AankopenVerkopenTotaal 1
InschrijvingenTerugbetalingenTotaal 2
Referentiegemiddelde van het totalenetto-vermogen
Omloopsnelheid
27.855.148,9020.997.232,9448.852.381,84
9.386.887,90823.943,45
10.210.831,35
36.266.984,19
106,55%
1ste HALFJAAR1ste HALFJAAR
32.944.750,9812.510.080,5445.454.831,52
16.312.475,251.971.452,92
18.283.928,17
50.405.753,89
53,90%
2de HALFJAAR2de HALFJAAR
60.799.899,8833.507.313,4894.307.213,36
25.699.363,152.795.396,37
28.494.759,52
43.478.324,56
151,37%
VOLLEDIGBOEKJAAR
Tegenpartij In EUR Evaluatie Realisatiedatum van de transactieUSD 10Y TREASU FEB 129.00 24.01.20 CALL 13.779.597,65 28.373,69 20.12.19DJ EURO STOXX FEB 3475.0 21.02.20 PUT -903.500,00 4.524,00 08.11.19DJ EURO STOXX FEB 3575.0 21.02.20 PUT -2.860.000,00 23.360,00 16.12.19DJ EURO STOXX JAN 3775.0 17.01.20 CALL 2.642.500,00 13.580,00 06.11.19DJ EURO STOXX JAN 3800.0 17.01.20 CALL 5.320.000,00 14.840,00 07.11.19EURO STOXX BANK JAN 100.00 17.01.20 CALL 4.435.000,00 26.610,00 28.11.19SP 500 FEB 3040.0 21.02.20 PUT -2.706.070,86 16.405,55 16.12.19SP 500 INDEX FEB 2925.0 21.02.20 PUT -781.110,91 2.857,40 12.11.19SP 500 INDEX FEB 2945.0 21.02.20 PUT -1.835.054,30 6.810,58 08.11.19
Verbintenissen op Opties
Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities7.4.4.
DYNAMIC CRELAN INVEST
114
In effecten Valuta In deviezen In EUR Lot-size Realisatiedatum van detransactie
* Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening meteventuele herstructureringen.
* De rendementscijfers worden vastgesteld op het einde van het boekjaar.
* Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
* Staafdiagram met jaarlijks rollend rendement over de laatste 5 jaar (in % en berekend in EUR) :
Kapitalisatie
20192018201720162015
18.00%
16.00%
14.00%
12.00%
10.00%
8.00%
6.00%
4.00%
2.00%
0.00%
17.9
Jaarlijks rendement
DYNAMIC CRELAN INVEST
116
1 jaar
17,89%(in EUR)
Deelbewijs
Kapitalisatie* Tabel met de historische rendementen (actuariële rendementen) :
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften eninkopen van rechten van deelneming.
* Het betreft de rendementscijfers van kapitalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de handvan volgende formule berekend:
P (t; t+n) = ([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1metP (t; t+n) de prestatie van t tot t+nNIW t+n de netto-inventariswaarde per aandeel op t+nNIW t de netto-inventariswaarde per aandeel op tn de huidige periode
* Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten over de laatste 12 maanden.
* Het percentage kan van jaar tot jaar variëren. Het omvat niet de bemiddelingskosten, met uitzondering van de instap- enuitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het rechten van deelneming van een ander Fonds koopt of verkoopt.
Bestaan van bepaalde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen
Niet van toepassing.
Bestaan van fee sharing agreements
Niet van toepassing.
Kosten7.4.7.
Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens7.4.8.
NOTA 1 - Deposito's en liquide middelen - Andere
De rubriek « V. C. Andere » van de balans bevat een bedrag verbonden aan beheerde futuresrekeningen.
NOTA 2 - Andere opbrengsten
De rubriek « III. B. Andere » van de resultatenrekening bevat de terugbetaling van de FSMA voor het aanslagjaar (2017). NOTA 3 - Andere kosten
De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk de betaalde bijdrages in de werkingskosten vande FSMA.
NOTA 4 - Bezoldigingen van de commissaris
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hijprofessioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld hieronder:
DYNAMICCRELAN INVEST
117
Bezoldiging van de commissaris(sen): 3.675,00 EUR Excl. BTW.
Er is geen bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door decommissaris of door personen met wie de commissaris verbonden is.