Creativiteit hoe zo Voor scholen is creativiteit geen aandachts
punt. Misvattingen creativiteit: Je bent creatief of je bent het
niet! Je kunt het niet leren. Je kan dit wel leren, het is een
vaardigheid. Je verbeterd dit door er actief mee bezig te zijn.
Creativiteit, dat is schilderen op zijde of creatief met kruk. Het
is zweverig en voor softies. Creativiteit is een van belangrijkste
aspecten voor ontwikkeling van individuen en organisaties.
Creativiteit en resultaatgerichtheid gaan hand in hand Mijn baas
(omgeving) belet me creatief te zijn. Je bepaalt zelf hoe je je
creatief potentieel zult gebruiken en ontwikkelen. Omgeving kan wel
stimuleren. wees doortastend, maar ook geduldig. Dit soort
veranderingsprocessen vraagt tijd. Als het niet lukt zoek andere
omgeving op. Creativiteit, daar heb ik geen tijd voor . voor
creativiteit is geen tijd nodig, wel intensiteit. Creativiteit
helpt om uit vicieuze cirkel te stappen. Door jezelf vragen te
stellen over de huidige manier van functioneren en magen, komen
nieuwe mogelijkheden binnen bereik. Nieuwe ideen bedenken kost
weinig tijd, wel aandacht. Soms moet je even afstand nemen
Brainstormen en zo, dat doen we al. Dit gebeurt soms heel
amateuristisch, waarbij zelf aan elementaire spelregels als uitstel
van oordeel wordt gedaan. Met oefening en aandacht voor een aantal
basisregels kan dit verbeteren. Oefening baart kunst
Creatief denkenHet menselijk denkenIn de loop van de evolutie
heeft de mens een performant denksysteem ontwikkeld dat in zijn
structuur ongelofelijk gevarieerd en verfijnd is.
Denken = verwerken van informatieWe zijn voortdurend omringd
door allerlei informatieprikkels en via het waarnemingssysteem ( de
zintuigen) kunnen we deze prikkels waar nemen. Ons denksysteem
stelt ons in staat heel simpele tot heel complexe informatie te
verwerken.
Een efficint denksysteem is in staat deze complexe informatie
snel en juist te verwerken we kunnen dit goed herkennen, gebruiken
en indien nodig aanpassen aan ons denksysteem.
Denkpatronen = clusters van gegevens die we als cluster kunnen
herkennen en die we zullen opslaan als we er succes mee hebben. In
een soortgelijke situatie kunnen we dat patroon snel bovenhalen en
opnieuw toepassen. Na verloop van tijd gebeurt dit automatisch
zodat we onze aandacht aan nieuwe of interessantere problemen
kunnen wijden. Denkpatronen zijn gewoonten van denken
Ervaring is het totaal van al de patronen en gewoonten die we
hebben opgebouwd in het verleden zodat we heel efficint en
effectief kunnen handelen in een bepaalde context.
Je beschikt dus over een fantastisch denksysteem dat je in staat
stelt via de stabiliteit van snel opgebouwde patronen heel snel te
leren. Als kind leer je simpele zaken
Als iets niet lukt probeer je het op een andere manier. Een
gewoonte is iets dat je doet zonder er nog bewust over na te
denken.
Zo bouw je ervaring op: een geheel van succesvolle patronen van
denken en handelen die je je eigen hebt gemaakt Dit alles doe je zo
snel en efficint omdat je denken succesvolle patronen herkent, deze
onthoudt en ze op de juiste manier weer gebruiksklaar aanbiedt. Een
denksysteem haalt zijn kracht uit de stabiliteit van patronen en
gewoonten en moet per definitie last hebben met het doorbreken
ervan. Dit patroon doorbrekend denken ( of creatief denken) is dus
van nature niet bevoordeeld. Bovendien is dit soort denken in het
traditioneel onderwijs nauwelijks aan bod gekomen
Toch is creatief denken een geheel van vaardigheden en
technieken die we kunnen leren. De nadruk ligt hierbij op het
bedenken van nieuwe oplossingen, het maken van originele
verbindingen, het ontdekken van nieuwe kansen. En het leren
herkennen waar en wanneer creatief denken ons van niet is in ons
werk, voor onze ontwikkeling, in het dagelijks leven
De menselijke hersenen
Onze hersenen bestaan uit 100 a 125 miljard zenuwcellen
(neuronen) en een nog groter ondersteuningscellen (gliacellen).
Vorm zenuwcel: een bolletje (cellichaam) met ingangen en uitgangen.
De ingangen zijn dunne draadachtige takjes (dendrieten) waarvan een
enken neuron er tot 100.000 van kan hebben. De uitgaande draad,
waarvan er maar 1 is de axon. Dendrieten ontvangen signalen van
buurcellen en geven deze door aan het cellichaam. Vanuit dit
cellichaam kan een nieuw signaal worden opgewekt dat via het axon
weer naar andere cellen wordt doorgegeven. Axonen variren in
lengte. Kortste: gaan enkel tot dichtstbijzijnde cel. Langste:
vanaf hersenen het ruggenmerg in en zijn tot 20.000 keer zo lang
als het cellichaam zelf. Aan het uiteinde splitst het axon in
kleinere takken die het signaal aan dendrieten van andere cellen
kunnen doorgeven. De signalen (een combinatie van elektrisch en
chemisch signaal) worden dus tussen de zenuwcellen doorgeseind die
op duizenden manieren met elkaar in verbinding staan. De snelheid
van signalen kan tot 400 km/h gaan. Elk signaal dat binnenkomt in
een cel lans een dendriet concurreert met tienduizenden andere
signalen die via andere dendrieten zijn binnengekomen. In het
cellichaam worden dezen verwerkt tot 1 uitgaand signaal, dat op
zijn beurt weer een van de tienduizenden signalen wordt richting
het volgende neuron. Een signaal wordt opgebouwd uit een combinatie
van verschillende stoffen (neurotransmitters) die overspringen
tussen cellen. De specifieke combinatie in hoeveelheid en sterkte
van deze neurotransmitters geven elk signaal van de ene naar de
andere cel een ; kwalitatief verschillende kleur, wat de nuancering
van communicatie verhoogt.
Denken is bestaande verbindingen volgen en nieuwe makenHet
denken gebeurt in essentie via het doorgeven van signalen tussen
verschillende hersencellen en hersendelen. Deze signalen kiezen een
genuanceerde weg via bepaalde verbindingen. Ze volgen dus enerzijds
bestaande sporen, maar maken ook nieuwe verbindingen aan. Na onze
geboorte maken we geen nieuwe hersencellen meer aan maar leggen we
wel nieuwe verbindingen. mensen met ongeluk kunnen toch weer
verloren vaardigheden leren. bepaalde functies nemen andere delen
van de hersenen over. Het gebruik verandert in de fysieke vorm van
de hersenen va het bouwen aan nieuwe verbindingen
Denkpatroon: eenmaal een verbinding gevormd, wordt ze versterkte
iedere keer als een volgend signaal hetzelfde spoor volgt.
Creatief denkenAnders denken (software) benvloed de fysieke
structuur (hardware) Creatief denken is een geheel van
denkattitudes, denkvaardigheden, denktechnieken en denkprocessen
die de kans op patroondoorbreking, het leggen van nieuwe
verbindingen in onze hersenen vergroten. Iedereen kan creatief
denken: je kunt het aanleren en ontwikkelen door het te oefenen.
Door het oefenen word je beter in het bedenken van nieuwe
oplossingen, het zien van andere invalshoeken, het ontdekken van
nieuwe kansen. En in het leren herkennen waar en wanneer creatief
denken van nut is in je werk, je persoonlijke ontwikkeling, in het
dagelijks leven.
Creatieve basisvaardighedenBinnen het denken kun je een aantal
heel elementaire vaardigheden onderscheiden die de basis vormen
voor het creatief denken. Deze vaardigheden pas je onbewust en
onbewust toe terwijl je denkt, handelt, problemen oplost, je
ontspant. Je creatief potentieel wordt hierdoor verhoogt. Ook krijg
je meer vertrouwen en motivatie
De 5 basisvaardigheden zijn: Creatief waarnemen Uitstel van
oordeel Flexibel associren Divergeren Verbeeldingskracht
ontwikkelen
Ze hebben een eigen toegevoegde waarde voor het creatief denken,
dus ook voor het denken in het algemeen. Ze overlappen elkaar ook
en maken gebruik van elkaar. Je kan ze wel onderscheiden. Dit is
bedoeld voor de duidelijkheid en vooral voor het oefenen.
Creatief waarnemen We gaan af op onze waarnemingen om de wereld
te verkennen. Via zintuigen ervaren we de werkelijkheid. Zij vormen
de werkelijkheid mee. dit betekent dat de realiteit mee ka
veranderen als de waarneming veranderd, en dat is voor creativiteit
heel belangrijk.
Waarom is waarnemingsverandering niet zo makkelijk? Binnen de
waarneming sluipen patronen mee binnen de waarneming zelf. Patronen
die zich herhalen worden snel dominant.N onze samenleving wordt
veel moeite gedaan om de waarneming te benvloeden. We zien alleen
wat we denken dat er is. We raken dus gewend aan onze eigen visie
van de werkelijkheid. De patronen komen niet van buitenaf (20%
buitenaf 80% hersenen) controversile stelling: dat de buitenwereld
een projectie is die de hersenen crerenWaarneming heeft directe
invloed op het denken. nieuwe visies en concepten hebben tijd nodig
om door te brengen omdat ze oude visies moeten overwinnen
Wat is nu creatief waarnemen? =het herkennen van dominanties in
de eigen waarneming (en die van anderen) en het loskomen van deze
overheersende visies. Als we anders leren waarnemen zijn we in
staat tot fundamentele vernieuwing.
Uitstel van oordeelOordelen is heel belangrijk. Helpt bij
beslissingen. Geleert toen je kind was. Later leer je een complexer
oordeel te vormen. Oordelen: denken en handelen is er grotendeels
door gestuurd en je oefent deze vaardigheid bijna ieder moment
Eigenlijk zijn er 3 niveaus van oordeel, die we niet altijd van
elkaar kunnen onderscheiden.
Oordeel 1 wanneer je iets nieuwst tegenkomt, beoordeel je eerst
f en hoe deze informatie past binnen de bestaande kennis gebeurt
altijd. Lijkt op herkenning gebeurt meestal onbewust Je hebt het
niet gehoord Je hebt het wel gehoord
Oordeel 2 ik verken het nieuwe idee. Ik denk door en schat dan
in.
Oordeel 3 hier ga ik iets mee doen, of niet besluitvorming na
verkenning. Kan snel maar ook uitgebreid.
Vernieuwende ideen hebben altijd het risico dat ze nooit tot een
dergelijke beoordelingsniveau (2) kunnen opklimmen. Soms worden ze
gewoon niet begrepen (1) of soms worden ze direct afgeschoten
(3)
Dit komt omdat nieuwe ideen per definitie niet in de bestaande
denkpatronen passen
Uitstel van oordeel: om verstandig met nieuwe ideen om te gaan
zul je dus eerst een meer genuanceerde oordeel vaardigheid dienen
te ontwikkelen. Je moet voor nieuwe ideen open staan en aanvaarden.
Daarmee creer je de ruimte waardoor het ideepotentieel zich kan
ontplooien. Het gaat om de attitude.
Dit gaat zo:De eerste drie denkactiviteiten gebeuren simultaan.
Daarna ga je oordelen1. Openen: wat wordt hier bedoeld?2.
Aanvaarden: aanvaard de nieuwe gedachten3. Verkennen: verken de
kansen die door dit idee worden gecreerd4. Oordelen: beoordeel wat
je ermee gaat doen
Uitstel van oordeel is geen afstel. In elk creatief proces hoort
een expliciete face van uitstel van oordeel. Een creatieve denker
die makkelijk zijn oordeel kan uitstellen staat automatisch meer
open voor andersdenkende, voor andere visies, voor andere culturen.
Hij is makkelijker in staat meningen te verkennen zonder de eigen
waarde te verloochen en verhoogt zijn capaciteiten om verschillende
facetten van de waarheid te onderkennen.
Flexibel associren. We associren als de ene gedachte de andere
met zich meebrengt. Bij het associren zie je als het ware een
impuls via een kanaal van de ene naar de andere cel gaan en zo voor
zichzelf een weg creren doorheen de hersenstructuur. Deze impuls
heeft telkens meerdere mogelijkheden om zich door de
hersenstructuur te bewegen (via duizenden dendrieten). Vanuit 1
punt zijn er altijd talrijke opties. Er zijn associaties die
dominanter zijn dan andere. Een associatie met een grotere kans
voor realisatie noemen we een sterke verbinding, een associatie met
kleinere kans een zwakke verbinding. Een sterke verbinding heeft
een grotere kans om voor te komen en zal zich bij herhaling telkens
versterken.
Wanneer je herhaalt gaat het ook sneller. Gebeurt in de
hersenen. De kans wordt dan kleiner dat een associatie een andere
weg zal nemen. Hier is het bij creatief denken wel om te doen.
2 fundamentele verschillende manieren om nieuwe verbindingen te
vormen:1. Disociatie, of een patroondoorbreking realiseren2.
Resociatie, of een terugkoppeling makenResociatie
terugkoppelingResocieren: wanneer je een originele terugkoppeling
maakt tussen enerzijds een element dat niet tot je onderwerp
behoord, en anderzijds een element binnen je onderwerp.
Discociren helpt je om bestaande patronen te ontdekken en nieuwe
uitwegen te vinden. Resociren helpt je om verbanden te ontdekken
die andere niet zien en niet voor de hand liggende verbindingen te
maken die je probleem misschien op een heel andere manier oplossen.
Beide zijn goed om te oefenen.
DivergerenEerste ideen zijn gezond verstand ideen. Door meer
ideen te bedenken kan je toch nieuwe invalshoeken zien. =
divergeren
Waarom bevordert divergeren je creativiteit? Als je dirigeert,
kom je automatisch aan de grenzen van wat je spontaan kunt
bedenken. Daar voorbij ligt het interessante materiaal, de
patroondoorbreking, de nieuwe ideen, Want: nieuwe ideen passen per
definitie niet in je bestaande denkpatronen. Het divergeren maakt
gebruik van alle andere creatieve basisvaardigheden: snelheid van
associren, creatief waarnemen, disociren en resociren, het vinden
van nieuwe sporen, verbeelden van nieuwe invalshoeken. De creatieve
denker laat zich leiden door een basisreflex: hoe zou dit anders
kunnen? Hij heeft de overtuiging en het zelfvertrouwen opgebouwd
dat er vroeg of laat een andere oplossing komt.
Verbeeldingskracht ontwikkelenDe vaardigheid verbeelden wordt in
veel omgevingen minder hoog aangeslagen dan het verwoorden. Maar:
geen enkele creatieve oplossing, hoe eenvoudig ook, kan worden
bedacht, vormgegeven en gerealiseerd zonder verbeelding.
Verbeelding = het vermogen zich een voorstelling voor de geest te
maken van iets dat op dit moment niet fysiek waar te nemen is,
beeldenken. Dit gaat niet alleen over visuele beelden. Verbeelding
doet op talloze momenten van het dagelijks leven haar werk, bewust
en onbewust
We kunnen zo specifiek aan onze beeldtaal denken het dit is
belangrijk en nuttig voor creatief denken omdat: geheugenkracht,
informatieverwerking, gevoelskracht, aantrekkingskracht van
wensbeelden, communicatiekracht
GeheugenkrachtWe hebben slechts een beperkt deel van de
werkelijkheid geleerd via de taak. Meer via beeldtaal. Door
beeldtaal aan te scherpen kunnen we veel gebruik maken van deze
informatie
InformatieverwerkingskrachtDe beeldtaak werkt veel holistische
en ook sneller dan woordtaal. Door beelden worden ideen efficinter
verwerkt en vormgegeven. Ze verplichten ons om duidelijker te zijn
bij het vormgeven van de verbeelde werkelijkheid.
GevoelskrachtWanneer je werkt met beelden zit je altijd dicht
bij het je gevoel. Via beelden kom je dichter bij je intutieve
mogelijkheden
Aantrekkingskracht van wensbeeldenVan verbeelding gaat een
sterke mentale aantrekkingskracht uit. Het wekt energie op.
CommunicatiekrachtBeelden hebben een sterke communicatieve
kracht.
Nu snappen we ook waarom verbeeldingskracht voor de creatieve
denker van cruciaal belang is. Voor alle innovatieprocessen is het
ontwikkelen van deze vaardigheid een versnellende factor.
Creatief procesModellen helpen ons om greep te krijgen op de
werkelijkheid, die dikwijls te complex is voor ons
bevattingsvermogen.
Model creatief proces: heeft focus aan je denken en stelt je in
staat om je afzonderlijk te concentreren op de aspecten van het
creatief proces waar je het meest te halen hebt.
In zijn uiterste eenvoud kan je het creatief proces opsplitsen
in 2 fases: De startfase De divergerende fase De convergerende
fase
Startfasesoms ben je al begonnen voor je er erg in hebt. Andere
keren ga je wel doelbewust op zoek naar nieuwe oplossingen voor een
vraagstuk of nieuwe manieren om iets aan te pakken. Prikkel om
nieuwe ideen te vinden door: Kan uit jezelf komen. Je omgeving
Wanneer je wordt geconfronteerd met een onderwerp dat direct je
aandacht trekt
Problemen en kansenProblemen. Je hebt een probleem als: Je niet
tevreden bent met de huidige situatie. : geeft aan dat een probleem
zich aandient vanuit een gevoel van ontevredenheid met de huidige
situatie. Zo wordt een probleem ook wel eens gedefinieerd is het
verschil tussen de bestaande en de gewenste situatie. Het
ontevredenheidsgevoel maakt de nodige energie vrij om het probleem
aan te pakken en op te lossen. Creativiteit kan je daarbij
behulpzaam zijn. En, Als je niet direct een antwoord weet op de
vraag hoe je die situatie tot tevredenheid kunt brengen : maakt
onderscheid tussen een probleem en taak. Je moet veel vragen
oplossen en de meeste ervan zijn taken. Kansen. Zonder
ontevredenheid is onze neiging om verbeteringen aan bestaande
situaties aan te brengen soms heel klein. Kansen beginnen pas te
leven als iemand het ziet.
Kans denkenWe zijn voortdurend omgeven door kansen. Je moet dus
niet wachten tot problemen zich aanbieden maar je moet de kansen
zoeken. Dit is erg belangrijk. Is een attitude. Je kan er een
proces van maken. Problemen en creativiteit kan je creativiteit
stimuleren.
Bewust startenWanneer iets ingewikkeld is moet je langer bij de
startfase stil staan. Verkenningscirkel: voelen denken willen.
Voelen: gaat over je gevoel NU en je relatie met het onderwerp. In
bedrijven vaak ongewaardeerd. Denken: gaat vooral over het
onderwerp soms laat je je teveel leiden door je gevoel. Verwatering
van de analyse verbindt de kwaliteit van het creatief proces. Soms
is dit ook de oorzaak van onrealistische verwachtingen en dus van
onontkoombare teleurstellingen Willen: gaat vooral over jezelf en
de toekomst. In sommige organisaties loopt het fout op dit aspect
omdat er een gebrek aan focus ligt. Men wil te veel en kan geen
prioriteiten stellen. chaos.
Een onderwerp voor creativiteitCreativiteit is een modewoord,
maar je kan er niet alles mee oplossen. Creativiteit maakt een
verschil wanneer: Het onderwerp je ontbreekt aan nieuwe ideen
Wanneer nieuwe ideen het verschil makenIn elke situatie kan
creativiteit een bijdrage leveren. Maar niet altijd in dezelfde
mate
Wanneer maken nieuwe ideen niet het verschil Als we het
onderwerp nog niet echt begrijpen. (missen cruciale informatie, of
het is te complex) Al we het onderwerp niet belangrijk genoeg
vinden, niet echt willen aanpakken (missen motivatie) Als de ideen
al bestaan maar we geen keuze mogen maken ( missen informatie) Als
de ideen al bestaan maar we geen keuze mogen maken (missen
bevoegdheden) Als de ideen al bestaan maar we geen keuze durven
maken (missen motivatie) Als de oplossingsweg reeds duidelijk is,
maar we de consequenties nog niet willen dragen (missen visie / en
of missie) Als de oplossingsweg reeds duidelijk is, maar we niet in
staat zijn de oplossing te realiseren (missen bekwaamheid en of
bevoegdheid) Meestal gaat het om een combinatie.
Dus in plaats van aan nieuwe ideen ontbreekt het soms aan de
nodige: Visie: om toekomstmogelijkheden te verkennen en de
vernieuwede realiteit te verbeelden Informatie: om de omgeving te
begrijpen of gedegen keuzes te kunnen maken Motivatie: om een
probleem echt aan te pakken durf: om noodzakelijk, maar onprettige
beslissingen te nemen bekwaamheden: om een traject tot een
bevredigend resultaat te brengenin deze situatie kan creativiteit
maar een deel oplossen.
Analysevragen:1. is de topic helder? Is dit wel een vraag?
Oplossing komt binnen bereik of probleem kantelt. Via herformuleren
kun je achterhalen hoe duidelijk de problematiek is en of het
probleem wel het probleem is2. beschikken we over relevante
gegevens? Als je informatie mist kan je het verkeerde probleem aan
gaan pakken of in de divergerende fase n niet goed kunnen kiezen
omdat men niet weet of de ideen het probleem oplossen. Oplossing:
je vooraf afvragen welke gegevens noodzakelijk zijn om het probleem
te snappen. 3. Wie is de probleemeigenaar? Een goede
probleemeigenaar bezit over de 4 bs: betrokken, bereid, bevoegd,
bekwaam. 4. beschikken we over voldoende tijd om dit probleem aan
te pakken? Je moet ruimte en tijd maken voor een creatief proces.
Druk deadlines en tijd zijn nodig.
De startformuleringJe eindigt de startfase met de
starformulering voor de divergerende fase. Na het checken van je
gevoel, analyse van de problematiek, bepalen van je motivatie, ben
je klaar om ideen te gaan bedenken. Je formuleert het bet door:
Formuleer het doel in 1 zin ( beknopt + verplicht 1 keuze)
Formuleer het doel niet te breed of te algemeen, maar hou een
concrete focus. Als je een probleem te hoof op de abstractieladder
formuleert, krijg je ook heel algemene niet inspirerende
oplossingen. Soms krijg je deelproblemen die je apart aan moet
pakken. Je kan ook eerst de cruciale doen. Vermeld een
probleemeigenaar in de formulering. Soms meerdere Een raag die
begint met Hoe of BEDENK nodigt uit tot et aanbrengen van ideen de
vragende voornaamwoorden als wie wat waar wanneer waarom ect
nodigen uit tot het verzamelen van gegevens en vinden dus plaat in
de briefing. Hoe: focust op het bedenken van de manier waarop je
iets wilt realiseren Bedenk: focust op eindresultaat Formuleer het
doel uitdagend en aantrekkelijk.
Wilde ganzen: mensen die je uitnodigt omdat ze creatief zijn
maar van het onderwerp niet s afweten. Bij het divergeren zijn ze
dan niet belemmerd.
Creatieve ruimte: ruim, daglicht, daglucht, materialen, buiten
werkomgevingTiming: enkele uren.
Creatieve sessie startfase: Verwelkoming Spelregens en
opwarmingsoefeningen Briefing: de probleemeigenaar legt het
probleem uit. De groep stelt vragen, eventueel aan de hand van de
verkenningscirkel Herformulering: iedere deelnemer maakt een eigen
startformulering. Dit wordt besproken Keuze 1 van de
startformulering voor de divergerende fase Begin van de
divergerende fase
Hoofdstuk 5 Divergerende FaseDivergeren = ideen genereren voor
het doel. Je tracht zo veel mogelijk nieuwe ideen te vinden voor
een probleem of doelstelling.
Eerste ronde, tweede ronde Je kunt het divergeren bij jezelf en
anderen stimuleren door een soort denkruimte te creren waar plaats
is voor spel, experiment en fantasie. Hier kan en mag meer dan in
de realiteit, en dominante logische denkpatronen worden verlaten.
Oordeel wordt uitgesteld In de eerste ronde ga je reeds alle ideen
benomen die je spontaan kunt bedenken. tot je de grens van je
spontane verbeelding bereikt. Daarna begin je de tweede ronde om de
kwantiteit en vernieuwingsgraad van je ideen te verhogen. Door
middel van technieken.
Regels voor creatieve sessie: Stel je oordeel uit Wees open
binnen de creatieve groep Geef extra aandacht aan naeve ideen Geen
hirarchie of arrogantie Lift mee op de ideen van anderen
Divergerende technieken Voorondertellingen Directe analogie De
superheld Persoonlijke analogie Toevalstreffers Vrij incubatie
Geleide fantasie
Alle divergerende technieken magen gebruik van 2 belangrijke
denk activiteiten: verwijderen = je bewuste aandacht gaat niet
langer naar de probleem of doelstelling uit maar je aandacht
verlegt zich naar een element of situatie die vreemd is aan het
probleem resociren. = een bewuste denkactiviteit die vanuit dat
element of die situatie een terugkoppeling forceert naar de
probleem- of doelstelling. Op die manier komen in je hersenen
nieuwe verbindingen tot stand die kunnen leiden tot nieuwe
invalshoeken. Bij technieken: de manier van verwijdering van het
probleem maakt het verschil tussen de technieken uit. Resociren doe
je altijd.
VooronderstellingVooronderstelling: zijn denkpatronen die
automatisch optreden bij een persoon wanneer hij zich met bepaalde
problematiek bezighoudt. Ze worden als vanzelfsprekend meegenomen
in het nadenken over het probleem. Iemands veronderstellingen
kunnen veroorzaakt zijn door de woorden waarin een problematiek is
geformuleerd, door de context waarin het probleem is gesitueerd,
zelf verbonden zijn met zijn ervaringen of de bredere omgeving waar
hij toe behoord. Vooronderstellingen zitten van naturen ingebakken
in de manier waarop het menselijk denken functioneert. Waardevol.
Ze reguleren en vereenvoudigen het dagelijks leven. Ze
vereenvoudigen het communiceren. Maar vooronderstellingen beperken
ook bij het divergeren. Ze vertegenwoordigen een bepaalde visie en
verhinderen zo om op een andere manier naar een probleem te kijken.
Slaag je erin deze belemmerende vooronderstellingen te
identificeren en tijdelijk te elimineren, dan kun je oude patronen
doorbreken en treed er nuttige visieverandering op.
Veronderstellingen kunnen bewust en onbewust aanwezig zijn.
Hoe werkt de techniek. De techniek bestaat erin tijdens de
divergerende fase een moment in te lassen waarin je de (bewuste en
verborgen) vooronderstellingen gaat opsporen om ze nadien, met
uitstel van oordeel, tijdelijk uit te schakelen. Om
vooronderstellingen te identificeren, bestaan er 2 basismethoden1.
Je kijkt naar enkele cruciale termen in de startvorming --? Daarna
zoek je de vooronderstellingen die met deze woorden of context
verbonden zijn. Dan neem je elke vooronderstellig en stel je de
vraag: wat indien deze voorondertelling niet geldig is of wat
indien men de vooronderstelling omkeert? Welke nieuwe ideen komen
dan binnen denkbereik? 2. Je start met de ideen van de eerste
ronde. Je kijkt naar de oplossingen en zoekt gemeenschappelijke
kenmerken van deze ideen. Dit zijn dan de vooronderstellingen. Deze
schrijf je op. dan doe je veronderstelling en stel je dezelfde
vragen als bij methode 1.
Vooronderstelingen leiden tot vernieuwende inzichten en is een
goede starttechniek. Geschikt bij organisatorische en technische
problemen. In een groep moeten deelnemers hun eigen denken kritisch
benaderen, ze hebben discipline nodig. Omwille van de
emotionaliteit is de techniek in groep moeilijker toe te passen in
persoonsgerichte en psychologische context.
Directe analogie2 elementen vertonen analogie als ze (altijd
gezien vanuit onze hersenen) gelijkaardige kenmerken vertonen. Deze
gemeenschappelijke eigenschappen noemt men de analogiebasis. Het
herkennen van analogie is een basiskwaliteit van het menselijk
denken. Het is een deel van het associatief denken waarmee we een
fundamenteel stuk van onze algemene kennis uitbouwen. Telkens als
we iets nieuws waarnemen, maken we bevindingen met onze bestaande
kennis (patronen), anders zouden we het nieuwe wellicht zelfs niet
kunnen herkennen. Bij de creatieve analogie maken we gebruik van
deze basisvaardigheid, maar wel op andere manieren dan gewoonlijk.
We proberen verrassende verbanden te leggen tussen een element
binnen de probleemcontext ( onderwerp) en een element buiten de
probleemcontext (analogon). We resocieren van daar uit naar nieuwe
ideen. Hoe werkt de techniek?Met de directe analogie laat je je
inspireren door een thema (analogon) dat ver van je probleem af
staat. Je gebuikt dit analogon als startpunt voor het resociren
naar jee startformulering. Hoe gaat dit: Je kiest een concrete en
cruciale term uit de startformulering als onderwerp. daarna kies je
een analogon dat als inspiratiebron zal dienenmoet voldoen aan de
volgende voorwaarden:concrete termver weg van het
onderwerpinspirerend Je kunt dit analogon dan op 2 manieren
gebruiken. Resocieren vertrekkend vanuit de analogiebasis Resociren
vertrekkend vanuit de kenmerken specifiek voor het analogon
Resociren.
Directe analogie:1. Startformulering2. Eerste ronde3. Kies een
analogon, kies of je met de verschillen (a) of met de gelijkenissen
werkt (b)a. - 4. Wat is specifiek voor dit analogon? Schrijf de
eigenschappen op- Hanteer elke eigenschap als startpunt bij de
zoektocht naar nieuwe ideen. Resocieerb. 4. Wat zijn de
gelijkenissen tussen het onderwerp en het analogonc. Hanteer elke
gelijkenis als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideen.
Resocieer. = Analogie natuur. Met de natuur wordt dan alles bedoeld
dat een mens omringt of waarvan hij deel uitmaakt. Voor elk
probleem is een oplossing. Bionica= een wetenschap die de
organische systemen bestudeert en die de aangetroffen mechanismen
op concreet technische problemen toepast. Zo vonden tal van
uitvindingen hun oorsprong ergens in de natuur.
Directe analogie is een laagdrempelige techniek, breed
toepasbaar en wordt door de meeste groepen als inspirerend ervaren.
Tips: het analogon moet inspirerend en voldoende goed getekend
zijn. Natuur kan inspirerend zijn.
De superheld De superheldtechniek brengt de helden opnieuw tot
leven in concrete probleemsituaties. = fantastische analogie,
vertoont gelijkenis met directe analogie maar fantastische analogie
beperkt zich niet tot de realiteit. Hierdoor ontstaat een andere
invalshoek om naar een probleem te kijken en kunnen nieuwe ideen
worden gegenereerd.
Hoe werkt de techniek:Heem een heldin in je hoofd waar je ontzag
of bewondering voor koestert. Liefst een originele. Roep nu in
gedachten de gekozen held of heldin tot leven. Eenmaal de heldin
voor ogen vraag je je af hoe zij zou reageren op het probleem.
Superheld 1. Startformulering2. Eerste ronden3. Neem een held of
heldin in gedachten4. Maak de heldin levend. Welke eigenschappen
kun je hem of haar toeschrijven?5. Hoe zou je held of heldin jouw
probleem aanpakken?6. Vertaal de suggesties naar concrete
oplossingen voor het probleem. Resocieer.
Sprookjes etten aan om creatief te durven denken
Creatieve sessie: mensen vinden dit leuk. Meer diversiteit als
iedereen een andere held kiest.
Persoonlijke analogieDeze techniek is ontstaan vanuit de
vaststelling dat technici en uitvinders zich sterk identificeren
met het onderwerp van hun aandacht. De persoonlijke analogie doet
een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding. De nieuwe
ideen ontstaan bij de techniek doordat je je gaat inleven, niet
ineen persoon, maar in een voorwerp van de probleemcontext.
Hoe werkt de techniekje selecteert een cruciaal voorwerp uit de
probleemcontext en vraag je af hoe je je zou voelen als je dit was.
Dan vraag je je af wat je zou doen. Daarna ga je bedenken wat voor
ideen je had.
Persoonlijke analogie1. Startformulering2. Eerst ronde3.
Selecteer een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext4. hoe zou ik
mij voelen als ik dit voorwerp wat in die specifieke situatie?5.
Hoe zou ik reageren vanuit dit gevoel?6. Welke actie zou ik
ondernemen7. Resocieer
Creatieve sessie: Persoonlijke analogie vergt veel
inlevingsvermogen en verbeelding. niet iedereen vind dit leuk.
Ideaal bij technische problemen.
ToevalstreffersDeze techniek vloeit voor uit de overtuiging dat
je alles met alles kan verbinden in je hoofd. En als je dat zelf
ook gelooft, werkt het ook. Vertrekkend van elk willekeurig gegeven
zal je brein met meer of minder moeite dit gegeven kunnen
terugkoppelen naar de probleemsituatie. Techniek is efficint voor
mensen die de basisvaardigheden al onder de knie hebben
Toevalstreffer1. Startformulering2. Eerste ronde3. Kies lukrake
informatie: een beeld, of foto, voorwerp, geluid4. Associeer rond
de lukrake informatie5. Resocieer
Creatieve sessie, Soms komen volgende ragen naar boven: Hoe lang
moet je resociren vanuit een term? Tot je er een aantal ideen uit
hebt gehaald. Hoe minder lukrake term het probleem heeft, hoe
beter. Dan verplicht je je brein echt nieuwe verbindingen te maken
Kan je verschillende woorden na elkaar nemen? Ja, maar maak het
jezelf niet te makkelijk Wat is slechte lukrake informatie? Wanneer
het binnen je probleemgebied valt, want dan brengt dit geen nieuwe
informatie mee kies nieuw woord Wanneer pas je deze techniek toe?
Voor alles soorten problemen. Vaak handig om als laatste te
gebruiken uitsmijter.
Vrije incubatieIncubatie stemt overeen met een verwijdering uit
de logische context van het probleem. De verwijdering kan mentaal
of fysiek zijn. Incubatie slaat op de periode van het proces waarin
je met je aandacht niet bij de problemen bent. Je aandacht is dan
op iets anders gevestigd. Je hersenen zijn echter nog steeds met
het probleem bezig en later de informatie sudderen en rijpen in het
onderbewuste. Dit kan leiden tot een Eureka moment = de hersenen
reiken een oplossing aan voor een probleem waar je op dat moment
niet bewust mee bezig was. Je moet de incubatie de vrije loop laten
en niets forceren. Je moet bewust afstand nemen. Doet kwaliteit
creativiteit ten goede. Vooral bij taaie problemen.
Vrije incubatie1. Startformulering2. Eerste ronden3. (eventueel
tweede ronde)4. Leg het probleem naast je neer, neem afstand
(mentaal fysiek)5. Wacht af
Incubatiemethodes: Je metaal wijden aan een andere werkopdracht
Relaxen. Het brengt de hersenen in een ander ritme dan het
dagritme. Via oosterse Mediatieve en ontspanningstechnieken.
Fysieke inspanning, kan mentale ontspanning bevorderen In nieuwe
omgeving zitten die prikkelt tot anders denken. Beweging. ( zich
voortbewegen, verplaatsing)Je moet je eigen mix van
incubatiemethodes vinden
Creatieve sessie: wanneer je tijdens een creatieve sessie plaats
wilt maken voor incubatie, kun je ook een ludieke tussen brainstorm
houden. Hierbij zoek je oplossingen voor een ludiek probleem. Dit
zorgt niet alleen voor verwijdering maar biedt bovendien de kans om
het groep creatieve denken en de spelregels voor divergentie in te
oefenen. Dankbare opwarmer van 5 minuten. Zorgt voor positieve
sfeer. Bij incubatie moet je wel de opdracht geven terug te komen
met ideen. Notitieboekje.
Geleide fantasieBij geleide fantasie laat je de incubatie niet
langer vrij maar stuur je deze via een scenario. Het scenario zorgt
voor de verwijdering van het probleem, voor elementen van
inspiratie en voor momenten van terugkoppeling. Geleide fantasie
maakt gebruik van beelddenken. . Beelddenken staat hier voor het
denken in geesten beelden die ontstaan uit de diepere lagen van ons
denksysteem. Dit vermogen doet op talloze momenten van het
dagelijks leven zijn werk, veelal onbewust. Zo dromen wij
bijvoorbeeld in beelden. Bij geleide fantasie maken we echter
bewust gebruik van denkbeelden. Je moet je aan dit proces kunnen
overgeven en er op vertrouwen dat je in je brein meer goede dingen
hebt dan waar je vat over hebt. Je hebt hier tijd voor
nodig.Beeldenken kun je op verschillende manieren inzetten. Geleide
fantasie kan je toepassen met onderwerpen als visieontwikkeling en
productontwikkeling. Ook voor korte termijnproblemen werkt geleide
fantasie. Zo kun je het ook inzetten om te bepalen welke richting
je uit wilt rond een bepaald thema.
Geleide fantasie0. Vooraf heb je een scenario geschreven1.
Startformulering2. Eerste ideen3. Ontspanning4. Start scenario5.
Open je voor de innerlijke beelden6. Na de geleide fantasie:
resocieer vanuit de beelden en symbolen
Creatieve sessie: voorzichtigheid is geboden indien je met een
andere persoon of met een groep oefeningen met geleide fantasie
gaat uitvoeren. Bereidt dit goed voor en test vooraf de
scenariosVooronderstellingenDirecte analogieDe
superheldPersoonlijke analogieToevalstreffersVrij incubatieGeleide
fantasie
IncubatietijdSnelSnelSnelSnelHeel snelTraagMedio
DrempelLaagLaagLaagHoogMedioLaagHoog
DiepgangBreedBreedBreedDiepBreedDiepDiep
Specifieke vereistenEigen denken kunnen bevragenMinimun aan
speelsheidMinimum aals speelsheidSterk inlevingsvermogenErvaring
met resocirenVoldoende tijd nemenOpenheid
Wanner wel of beter niet Niet bij heel persoonlijke of
emotionele topicsKan altijd Kan altijdBest bij technische
topicsBest in combinatie met andere techniekenAls je tijd ebtBest
niet met onervaren groepen
. Niet iedereen staat er open voor. Hoge drempel.
Welke techniek?je voorkeur is het meest belangrijk.
Creatieve sessie: Wat je graag doet zal je goed doen.
Incubatietijd: trage techniek omdat hij wacht op oplossing. Ook
andere vormen wenden vorm van incubatie. Ze laten de incubatie
echter niet zijn vrije beloop maar trachten deze in te korten door
op een gestuurde wijze te verwijderen en terug te koppelen.
Geleidde fantasie is een tussenvorm waarbij wel gepoogd wordt de
diepere lagen van het enken te betrekken bij het zoeken naar
oplossingen. De vijf andere zijn eerder snelle technieken waardoor
de incubatie niet dezelfde diepgang zal hebben. Het komt er hier op
aan snelle nieuwe verbindingen te maken, van deze vijf technieken
is vooronderstelling e meest rationeleLaag versus hoogdrempelig
technieken: persoonlijke analogie en geleide fantasie hebben de
hoogste drempel. Ze zijn wel efficint voor de creatieve denkers met
een grote hoeveelheid gevoelsmatige verbeelding en
inlevingsvermogen. De direct analogie is daarentegen voor velen
toegankelijk en is zeer geschikt voor grote groepenToepasbaar De
techniek van de vooronderstellingen is breed toepasbaar en vooral
zinvol bij technische en organisatorische opdrachten. Men kan beter
vermijden deze techniek toe te passen op persoonsgerichte of
psychologische problemen. De directe analogie en de superheld zijn
breed toepasbaar voor een waaier aan opdrachten en groepen. De
persoonlijke analogie is ideaal voor topics met een sterke
technische component en als de deelnemers er open voor staan. Voor
vrij incubatie speelt vooral de tijdsfactor en de betrokkenheid
mee. Geleide fantasie vergt een ervaren begeleider als je deze
techniek succesvol wilt gaan toepassen in een groep Kwaliteit
versus kwantiteit, of diep versus breed. Kwaliteit staat hier niet
voor betere ideen, maar voor meer doorvoelde ideen. Ofwel kies dus
voor een techniek die snel vl ideen beoogt: vanuit de kwantiteit
moet dan de kwaliteit komen. Ofwel kies je voor een techniek die
een beperkt aantal, maar dan ook kwalitatief reeds sterk
doorgevoerde ideen genereert.De techniek van vooronderstellingen
leidt zeer vlug tot nieuwe, doorbrekende inzichten, en gaat
stapsgewijze breed. De directe analogie is zeker de makkelijks
divergerende techniek. De superheld en toevalstreffers kiezen voor
breedte en zullen iets minder ideen geven met onervaren groepen.
Persoonlijke analogie, vrije incubatie en geleide fantasie kiezen
resoluut voor minder kwantiteit maar meer diepgang. Ze leveren meer
doorvoelde, emotioneel gedragen ideen.
Hoofdstuk 6 Convergerende faseBij convergentie inspanning:
selecteren, uitwerken, verfijnen, toetsen, verbeteren, uitvoeren.
Nadelen divergentie: Door vrijheid van denken kan je de focus op
het doel kwijtraken Je komt los van de realiteit en je kan vergeten
dat de ideen gerealiseerd moeten worden Ideen te vaag Je wilt niet
terug naar de werkelijkheidNa e divergerende fase heb je nog niets.
Dit komt in de convergerende fase. Bij convergentie: voel je aan
waar grootste potentie in zit. Je ontwikkelt ideen tot beloftevolle
concepten. Je verbeeld de realisatie en deze verbeelding kun je op
andere overbrengen en daarvoor de gepaste acties ondernemen. Dit
deel van het creatief proces boort andere aspecten van je creatieve
vermogen aan. : focussen, kiezen, concepten bouwen, syntegreren,
activeren
Deze fase valt uit een in kiezen, ontwikkelen en activeren.
KiezenHoe kies je:1. Eerst focussen. Op doel en afvragen waar
het om ging. 2. Ratio en gevoel. Beide kanten zijn belangrijk.
Ratio brengt beperkingen gevoel houdt contact met minder tastbare
aspecten die voor vernieuwende zaken wel een belangrijker kunnen
zijn Het is essentieel te beseffen dat hoe meer radicaal
vernieuwend ver verzonnen ideen zijn, hoe meer de gevoelsmatige
aspecten bij de keuze de doorslag zullen geven. Als het om radicale
innovatie gaat zijn er weinig of geen gegevens voorhanden waarmee
de ratio kan werken. Grondstof. Ideen zijn grondstof voor
oplossing. Kies de ideen op basis van de waarde die ze bijdragen
tot het realiseren van je doelstelling. Pas op voor de valkuil van
de creadox. je wilt iets nieuws, je bedenkt nieuwe ideen, maar je
kiest voor het oude..Niet de haalbaarheid is in deze fase het
eerste criterium, wel de bijdrage die een idee of een groep van
ideen kan leveren ter verwezenlijking van het doel dat je je hebt
vooropgesteld. Loslaten. Van ideen die je niet verder gaat
ontwikkelen. Focus op de verschillen. Mensen zijn geneigd eerder te
kijken naar de gelijkenissen omdat men het nieuwe als wil inpassen
in wat men al kent. Intutie. Gislaine bromberger definieert: een
direct weten waarbij ervaring en gevoel een koppeling maken. Dit
lever geconcentreerde inspiratie op. Volg je intutie.
Keuzetechnieken. Zie later. COCD box helpt je je eigen innovatieve
ideen beter te begrijpen en er doelmatiger over te
communiceren.
Creatieve sessie: Kiezen met groepen kan je verdelen in 2
verschillende soorten keuzeprocessenTijdens creatieve sessies word
je gevraagd als je deelnemer binnen deze groep ten diensten te
stellen van de probleemeigenaar. Via de probleemformulering is er
een doel opgesteld. Je kijkt als groepslid natuurlijk zelf, maar
als het ware vanuit de situatie van de probleemeigenaar naar de
ideen, en kiest en ontwikkelt deze ideen die in dat kader de meeste
toegevoegde waarden hebben.Een heel andere situatie van kiezen met
groepen is die waarbij verschillende partijen binnen een groep een
eigen standpunt innemen (verdedigen), en toch gezamenlijk tot een
gezamenlijk besluit (keuze) moeten komen. Je zou dit onderhandelend
kiezen kunnen noemen. Het doet zich voor in tal van politieke
situaties. Dit proces staat niet in het boek omschrevenKiezen met
groepen heeft diverse procesmatige en psychologische kanten. Bij de
keuze van je keuze model kan je je het best laten leiden door de
volgende overwegingen: De betrokkenheid van de groep Het aantal
ideen waarmee je start, en hoeveel je er wilt overhouden De mate
van innovatie die je nastreeft De gewoontes in de omgeving waarin
je actief bent
Techniek 1: de COCD boxbest in het begin van de convergentie in
creatieve sessies en innovatieprocessen. Je maakt direct selectie
voor beloftevolle ideen, richt de focus op vernieuwing en verhoog
je de emotionele betrokkenheid. De cocd box is ontstaan vanuit
frustratie met de creadox. Hoe kan je vermijden dat bij de eerste
selectie van de beloftevolle ideen weer vervalt in de oude patronen
zodat de innovatiepotentie hierdoor wordt weggesnoeid.
Bij selecteren 2 basiscriteria: Realiseerbaarheid
vernieuwingskracht.
Hoe: iedereen krijgt 8 blauwe 8r rode 8 gele stickers bekijk
idee lijst in stilte schrijf nummers van ideen op iedereen pakt
stickers COCD wordt getekend Meest 6 ideen met bijv. meer dan 3
stippen worden in dominante kleur geplaats Je kan je verdedigen
Ontwikkelfase
Tips coach:1. Jet in stilte kiezen voorkomt dat er gestuurd
wordt door enkele deelnemers2. Verschillende deelnemers kunnen
verschillende kleuren geven dan:a. Meest voorkomende wintb. Gelijke
stippen: blauw wint over rood, rood over geelc. Bij 1 blauw 1 rood
1 geel: rood. Want 2 vinden het haalbaar een 2 origineel.
Techniek 2: hits per doelgroepAls in je team verschillende
subgroepen aanwezig zijn laat je hen stippen zetten. Zo zie je
welke ideen in de smaak liggen bij welke subgroepDit doe je als: de
betrokkenheid van diverse (vertegenwoordigde) groepen heel
belangrijk is bij de verdere uitwerking van een idee. Als bij een
innovatieproject duidelijk is wie het project zal gaan uitvoeren
kun je dit belangrijke aspect meenemen in je
besluitvormingsprocedure.Nigel Maclennan. Slaagkans: Kwaliteit van
idee Kwaliteit van de persoon of team die het idee gaat realiseren
De kwaliteit van de betrokkenheid van deze mensen. Is belangrijkste
factor. Techniek Dr. Love speelt op
Techniek 2. Dr. LoveElk groepslid kiest een idee. Deze keuze
vormt het startpunt van de ontwikkelingsfase waarin je mensen
precies deze ideen laat uitwerken en uitvoeren die ze zelf leuk
vinden. Het kan in verschillende fase van het proces maar is
gebruikelijk bij de realisatie. Is in combinatie met andere
technieken mogelijk.
Je moet je techniek aanpassen aan de groep, het onderwerp en de
specifieke omstandigheden
OntwikkelenNieuwe ideen zijn nooit direct af. Als je er energie
aan toevoegt wordt de waarde verhoogt. Ideen moeten evolueren van
het abstracte, conceptuele niveau naar het concrete, praktische
niveau. Anders blijven het slechts ideen. Dit vereist inspanning en
ontwikkelvaardigheden van de creatieve denker. Er zijn hier veel
technieken voor. De vraag die je stelt is: wat staat er nog tussen
het huidige idee en de realisatie van dit idee in? Waarom is het er
nog niet? Sommige van deze antwoorden hebben rechtstreeks
betrekking op het idee zelf, andere op de context waarbinnen het
idee gerealiseerd zal worden. Bij het ontwikkelen van een idee ga
je eerst kijken naar de idee specifieke elementen. Dit zijn de
aspecten die je moet verbeteren aan het idee zelf. Daarna werk je
aan de omgevingsfactoren.
Alfa, beta, gamma ideen. Ideen heb je in verschillende stadia
van uitwerking. Een idee dat pas is ontstaan, als een spontane
inval tijdens een gesprek, is er slechts in zijn geestelijke vorm,
vluchtelijke vorm. = alfa idee. Je geeft dus de graad aan van
ontwikkeling waar een idee zich bevindt. Wat Wanneer
Alfa ideeKreet, woord, titel, zin schets,Tijdens de divergerende
fase van een creatieve sessie / plotselinge inval / kan op ieder
moment
Beta ideeHet idee heeft een naam, is beschreven, beoordeeld,
verrijkt vb: ideeformulier is ingevuldHalverwege de convergerende
fase
Gamma ideeEr is nagedacht over omgeving en implementatie. Klaar
voor beslissing en actieVlak voor de uitvoering.
V 3 cirkel Je hebt het idee uitgekozen. Je vind het waardevol en
je wilt het idee voeden, sterker maken. V3 is een ontwikkel cirkel,
ook wel een stappenmodel, drietrapsraket, waar je meerdere keren
doorheen gaat. Dit levert sterkere meer levensvatbare ideen.
StapWat doe je Technieken
V1 VormgevenEerst ga je zo goed mogelijk vormgevenIdeeformulier,
moodboard, spiegel, cartoon
V2 Het vonnusJe gaat beoordelenGe Vo Na, prefer, multicriteria-
analyse
V3 VerrijkenVerrijken van ideePMO, schaven, alle zintuigen, usp
ump
Ten slotte ga je het in de verrijkte vorm opnieuw beschrijven
V4=V1Methodes voor het vormgeven van ideen. Voor jezelf en
anderen
Techniek 1 Idee formulierFormulier met krachtlijnen van idee.
Geeft structuur aan de diversiteit van ideen zodat zowel de
beoordeling als ontwikkeling vlotter verloopt. Vaak gebruikt: na de
beste alfa ideen, met de COCD box, om deze beter te
beschrijven.
Techniek 2 Moodboard En collage om de sfeer uit te dragen. Vaak
gebruikt: bij verschrijven van ideen met een hoge gevoelsfactor.
(reclame)
Techniek 3 De spiegelVerwoord je idee tegenover een
gesprekspartner die als enige taak heeft verduidelijkende vragen te
stellen. De toehorende oordeelt niet, maar vraagt door als iets
niet duidelijk is. Dit geeft de bedenker van het idee de kans het
idee verder vorm te geven tijds het gesprek. Dit kan op ieder
moment. Het is ook een methode om het idee te testen.
Techniek 4 cartoonidee vormgeven door eigenaar. Vooral bij:
creatieve sessies met groot budget.
Methodes voor vonnis. Het vonnis moet genuanceerd zijn. Het kan
soms leiden tot een emotioneel conflict: als je een idee zelf hebt
bedacht en vormgegeven, heb je vaan niet veel zin om de nadelen te
bekijken. Je moet dan onderscheid kunnen maken tussen de
gevoelsmatige en de rationele beoordeling. Bij een creatief proces
zijn meestal meerdere uitgewerkte ideen te beoordelen. Een reden te
meer om zorgvuldig je oordeel te vellen maar ook efficint te
handelen. Hoe innovatiever het idee, hoe moeilijker deze
traditionele managementinstrumenten te hanteren zijn. Innovatieve
ideen hebben in dit stadium nog veel onbekende aspecten. Meetel
ontbreken de nodige gegevens om er uitgebreide rationele analyses
op uit te kunnen voeren. Daarom hebben we technieken nodig die
ruimte laten voor verkenning, voor het gevoel voor het zoeken naar
potentieel.
Techniek 1 GeVoNa (gevoel, voordelen, nadelen)Je geeft zowel je
gevoel als je ratio een duidelijke plaats bij het beoordelen Je
begint bij gevoel. Verstand schakel je uit. Geen verklaring nodig
Verstand. Je beschrijft voordelen, eventueel met commentaar
Verstand. Je zoekt nadelen. Je moet de stappen volgen. Je gebruikt
het als je een beoordeling voor je beta ideen wil geven. Kan goed
in groep
Techniek 2 PreferJe beoordeeld de ideen op basis van 4
parameters: potentie, risico, moeite, gevoel (potentiol, risk,
effort, feeling). Je plaatst ze in een schaalverdeling van laag
naar hoog (1-10). Je kunt de parameters met gewogen gemiddelden
laten meespelen in het eindresultaat. Je gebruikt het bij een grote
reeks innovatieve concepten om een snelle selectie te kunnen
maken.
Techniek 2 Multi Criteria analyseEen meer gestructureerde en
planmatige keuzemethode waarbij je eerst de criteria van de
beoordeling uit de briefing haalt, en daarna de belofte volste
ideen uit de ideenlijst naast deze criteria legt. Je gebruikt het
bij complexere en soms meer technisch georinteerde keuzeprocessen,
of wanneer je een groep mensen wil betrekken bij besluitvorming.
Soms vinden mensen het moeilijk waardoor er veel tijd in gaat
zitten. Verrijken V3Als je je idee hebt wil je dat de buitenwereld
het ook goed vind. Je moet de ideen sterker maken, meer facetten
toe voegen en de min punten aanpakken en oplossen. Een verrijkt
idee staat stevig. Een idee kan ook nog afvallen. Je hebt
technieken om de kwaliteit van een idee te verbeteren
Techniek 1 PMO (plus min ontwikkelen)Veel ideen beoordelen en
verrijken. Snelheid is belangrijke factor. Beperk je dus enkel tot
belangrijke opmerkingen Pluswat zijn de 2 a 3 belangrijkste
pluspunten van het idee? MinWat zijn de 2 a 3 belangrijkste min
punten van het idee? Ontwikkelenbedenk manieren om de minpunten aan
te pakken zodat het idee sterker wordtJe gebruikt het wanneer je
weinig tijd hebt (10 min / idee) of je een versterkingsoefening
wilt doen waarna bijvoorbeeld een 2e selectie kan gebeurenTechniek
2 SchavenGefocust naar verschillende elementen van je onderwerp
kijken met telkens de vraag wat je aan het idee zou kunnen
veranderen om het sterken te makenS:substitueren,
vervangenC:CombinerenH:HerschikkenA:AanpassenVv:vergroten,
verkleinenE:EliminerenN:Nut gevenJe gebruikt het als je ka het
beoordelen van het idee niet overtuigd bent van de kracht en je
toch verrijkingspotentieel aanvoelt. Je kunt het verrijken gericht
doen met de minpunten als startpunt, of gewoon intutief en zien
waar je uitkomt
Techniek 3, alle zintuigenAls een idee appelleert aan meerdere
zintuigen tegelijk verhoogt de impactwaarde. Je geeft het idee meer
body en je voegt aspecten toe waar je eerst niet aan had gedacht
wordenZicht, gehoor, smaak, reukzin, tastzin, beweging, orintatie,
levensritmeJe gebruikt het als je een idee beter wil aankleden
Techniek 4 USP UMPBekende marketingtechniek waarbij je bij een
nieuw concept op zoek gaat naar: De unieke reden waarom iemand jouw
product koop ipv die van iemand anders (unique selling proposition)
Het onderscheidende marketingimago waarmee klanten zich zullen
willen identificeren als ze jou idee zullen aankomen (unique
marketing propositions)Je gebruikt dit vooral als je veel
concurrentie hebt.
Bij het verrijken van ideen ontstaat een neiging om ideen steeds
complexer te maken. Dit gebeurt spontaan omdat je idee vaak
vertrekt van een basisgedachte, en je dit uitgangspunt bij het
verrijken zoveel mogelijk intact wil houden. Dit is een
verdedigbare houding. Toch zal blijken dat de basisgedachte niet
sterk genoeg is en dat de obstakels niet zijn op te lossen zonder
heel ingewikkelde constructies. Meestal is dit het signaal om een
idee los te laten. Eenvoud is een eigenschap van de grootste
ideen.
V1 = v4 vormgevenje bent weer vooraan. Een verrijkt idee geef je
ook weer vorm zodat de communicatieve waarde vergroot. Hoe
presenteer je je idee vergroot slaagkansdit kan op verschillende
manier en is afhankelijk van het idee en de context waarin het
wordt gepresenteerd. Je moet presentatie creatief maken
syntegreren op niveau van de ideenlijstsyntegreren = het
combineren van losse ideen van verschillende aard die individueel
niet de oplossing bieden maar in de juiste combinatie wel. Dit is
een cruciale denkactiviteit voor superieure convergentie. Het is
belangrijk en niet makkelijksyntegreren speelt zich af om het
niveau van alle ideen. Het is gelijk aan clusteren. Clusteren is
het samenvoegen van ideen onder dezelfde titel. Bij syntegreren
neem je verschillende soorten ideen en maak je er een nieuw
overkoepelend voorstel tot oplossing van. Hoe: de creatieve denker
heeft het doel voor ogen, overziet de beloftevolle ideen van de
COCP box en maakt combinaties. Hij voegt elementen samen. Kun je
oefenenDit is de moeilijkste fasen. Het mysterie van de
creativiteit behoudt zijn mystiek in het syntegratieproces. Het
bundelen, samenvoegen, combineren van losstaande ideen laat zich
niet zomaar sturen
Techniek: the big 4Is syntegratiemethode. Je vertrekt van de
ideen in de COCD bos. Je geeft jezelf de opdracht om met deze ideen
als basisingredinten 4 verschillende totaaloplossingsvoorstellen te
bedenken. Je doet dit aan het einde van de convergentie van
ideen.
ActiverenRedenen waarom ideen de realisatie niet bereiken: Het
is makkelijker om ideen te bedenken dan er een succes van te maken
Je vind je idee goed en je gaat er van uit dat het zichzelf
realiseertNa het kiezen en ontwikkelen gaan we activeren. Dit
vereist: Goed voelen en nadenken De reacties van de buitenwereld
inschatten Een strategie kiezen Motivatie checken, eventueel
opvoeren Maatjes vinden Argumenten bedenken om collegas, bazen,
klanten te overtuigen En uiteindelijk ageren: doen, lopen praten
ectEr zijn technieken om te activeren
De MBA van het activerenMotivatieje begint bij jezelf. Komt de
hoogte van je motivatie overeen met het te realiseren
doelBuitenwereldhoe reageert de buitenwereld, bedenk oplossingen
voor eventuele weerstandActiepadje gaat na hoe je jezelf en andere
kunt ondersteunen bij het realiseren.
MotivatieAltijd eerst het gevoel. Je kunt blij zin met het idee
maar niet met de realisatie. Motivatie is de belangrijkste factor
om innovatie succesvol te volbrengen.Technieken:
Techniek 1: verken je gevoel. Ga na welke aspecten van dit idee
je energie geven en welke aspecten je als obstakels beschouwt. Het
bedenken van ideen geeft altijd een goed gevoel. Daar schuilt het
gevaar in. Beslis of je er voor gaat. Je doet dit voor je in actie
komt
Techniek 2 visualiseer de realisatie Visualiseer het
eindresultaat. Je bekijkt de aspecten zo gedetailleerd mogelijk.
Visualiseren helpt om sneller bij je echte gevoelens te komen, en
los te komen van de emotie van het moment Visualiseer het actiepad.
je begint bij de gerealiseerde toestand. Dan kun je visualiserend
de weg ernaartoe stelselmatig teruglopen tot je bij het huidige
moment terug bent. Zo zie je welke obstakels je hebt moeten
opruimen om et idee te realiseren.Het is een extra techniek als
motivatiecheck bij het nagaan hoe sterk je je committeert aan de
realisatie van dit idee om de weg naar de realisatie beter in beeld
te krijgen
Techniek 3 vind de kanseigenaar, de productkampioenHeel vaal
zijn de mensen ie een idee bedacht en ontwikkeld hebbe niet degene
die het best gepast zijn om het te realiseren. De kanseigenaar is
de beste persoon in de organisatie of erbuiten om het idee te
realiseren. Je gebruikt deze techniek bij de overgang van de
creatieve fase naar de innovatie of implementatiefase.
MBA buitenwereldElke verandering die je initieert brengt haar
omgeving in beroering. Besef ook dat je wereldbeeld is veranderd
tijdens en door de voorgaande stappen van het creatief proces,
zowel je visie als je emotionaliteit. Je ziet nu mogelijkheden en
oplossingen die je voorheen niet zag. Je dreigt te vergeten dat
voor de buitenwereld nog niet is veranderd. Weerstand is nuttig.
Gebruik je tegenstanders als consultants. Zij vertegenwoordigen
(verdedigen) waarden die (zoals zij ervaren) door de innovatie
worden aangevallen. Tegenstand is altijd een interessant signaal.
Het kan duiden op iets wat je niet goed had ingeschat of geen
aanwijzingen over hoe je anders moet gaan communiceren
Techniek 1: weerstandsanalyse en waarden- antwoord Ga na welke
weerstanden je ervaart. Soms zijn ze heel expliciet en duidelijk,
soms verborgen. Achterhaal welke waarden achter deze weerstanden
schuilgaan Formuleer je antwoorden op basis van de verdedigde
waarden en niet van de weerstandJe doet dit als blijkt dat bij
verandering bepaalde partijen overgevoelig reageren
Techniek 2 Energizers en resistersEnergizers = alles dat je kan
aanwenden om de realisatie te bespoedigenResisters = alle factoren
in de omgeving en in jezelf die de realisatie kunnen
tegenhoudenDivergeer rond alle energizers en resisters voor je
actie. Schrijf ze op. Gebruik ze voor het schrijven van je
actiepad
Techniek 3: de indien techniekEen manier om de voorwaarden voor
succes op een rij te zetten. Zo kom je divergerend achter de
voorwaarden bij de realisatie van je idee. clusteren of
rangschikken actie kiezen. Dit die je voor het schrijven van een
actiepad
MBA ActiepadAls de buitenwereld in kaart is gebracht kan je het
actiepad in kaart brengen. Dit kan je doen op de traditionele
manier via het actie plan. Hier staat minstens in wie wat doet en
wanneer. Er zijn ook andere vormen will doe matrix:DoenWil ik niet
/ doe ikVerminderNeem afscheid DelegeerWil ik / doe
ikBehoudGenietIntensiveer
Niet doenWil ik niet / doe ik nietAccepteerCommuniceerZeg
neenWil ik / doe ik nietCreerOntwikkelinvesteer
Niet willenwillen
Gebrek aan (priori) tijd is de grootste faalfactor voor
vernieuwing. Nieuwe ideen moeten vaak naast andere activiteiten
worden gerealiseerd. Daarnaast vraagt vernieuwing veel moet dat je
het echt moet willen. De will do matrix is een krachtig instrument
om vernieuwing ook werkelijk te realiseren. Voor organisatorisch
vlak naar ook op het niveau van persoonlijke actie. Geeft aan hoe
je je middelen op dit moment benut en geeft inzicht in wat je zult
moeten doen, en vooral ook wat je zult moeten laten om de
verandering te realiseren. Je gebruikt het wanneer je nadenkt over
de realisatie van de oplossing die je wil gaan invoeren (aan het
einde van de convergentie). De matrix geeft je de kans de innovatie
in een breder perspectief te zien en in te passen in de brede
waaier van activiteiten die aan de gang zijn. Bovendien is het een
strategisch instrument dat je kan vertellen welke volop dienen voor
te gaan, en welke afgebouwd of juist verder ontwikkeld moeten
worden.
Techniek 2: buddy checkKan je helpen met innovatie activiteiten.
Kies een persoon die genoeg van je verschilt om een echter sparring
partner te kunnen zijn voor je innovatieambitie. Deze persoon kan
een puur adviserende rol hebben of een meer actieve rol. Je kan dit
op vele momenten gebruiken
Techniek 3: barometerDit is een instrument waarmee je tijdens de
implementatie voeling houdt met de afgelegde weg in verhouding tot
het doel, en het gevoel van het team op de innovatietocht. Je
vraagt elke deelnemer vragen te beantwoorden. Eerst schrijft
iedereen het antwoord voor zichzelf op. Daarna worden ze met de
rest van de groep gedeeld. 1. Als we dit innovatietraject als een
toch beschouwen, wat is dan je huidig gevoel op dot moment van de
reis? Beschrijf je gevoel. Geef dit het liefst weer in een beeld of
een metafoor2. Indien een succesvol gerealiseerde innovatie 100% is
en we gestart waren bij 1% op hoeveel procent van onze relatie zijn
we dan nu aanbeland. Geef weer in 1 tot 100Na het beantwoorden van
de vragen kan er een gesprek ontstaan over de algemene trend of de
specifieke verschillen in appreciatie tussen de deelnemers. Ja kan
dit gebruiken op regelmatige basis tijdens het innovatietraject, of
op cruciale momenten wanneer het gevoel optreedt dat je even moet
checken waar je staat.