FMT Gezondheidszorg 8 MEDISCHE GASSEN Certificaat voor Maasstad Ziekenhuis ‘Het is ons ernst met kwaliteit en veiligheid’ Onlangs kreeg het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam door Dräger het certificaat uitgereikt voor het conform NEN-EN- ISO 7396/1 laten installeren van het medische gassendis- tributiesysteem in het nieuw gebouwde ziekenhuis. “Naar buiten en naar binnen een markering van het belang dat wij als ziekenhuis hechten aan kwaliteit en veiligheid”, aldus ziekenhuisapotheker Henk Spijker. T ijdens de ontwerpfase voor het toen nog nieuw te bouwen Maasstad Ziekenhuis, was de oude norm NEN-EN-ISO 737 nog van kracht. Echter, bij aanvang van de bouwwerkzaamheden had een aanscherping van deze norm plaats ge- vonden (NEN-EN-ISO 7396/1). “Wij hebben toen de risico-inventarisatie rond de technische punten van deze medische installatie conform de nieuwe norm uitgevoerd en naar aanleiding daar- van enkele aanpassingen in het ontwerp gemaakt. Zo werd voldaan aan de nieuwe norm”, vertelt Spijker. DE EERSTEN De NEN-EN-ISO 7396/1 was de maatstaf gewor- den voor leidingsystemen voor medische gas- sen. “We konden de laatsten zijn die volgens de norm 737 bouwden, maar we wilden de eersten zijn die de nieuwe norm hanteerden”, verklaart Spijker. Om de risicoanalyse vorm en inhoud te geven, werd een commissie Medische Gassen in het leven geroepen, waarin alle betrokkenen bij medische gassen in het ziekenhuis vertegenwoor- digd waren. “Samen met de mensen van Gebouw & Techniek, Medische Instrumentatie en het projectbureau Bouw, hebben we het hele traject doorlopen en gekeken naar de risico’s van de af- zonderlijke onderdelen. De nieuwbouw gaf ons de kans het helemaal goed te regelen.” Vragen die in de commissie aan de orde kwamen, waren bijvoorbeeld: waar projecteer je de cen- trale opslag? Volgens welk tracé leg je de leidin- gen op het buitenterrein aan? “Niet op een plek waar vrachtwagens overheen rijden, met het oog op verzakking, wat weer tot lekkage kan leiden. Dus hebben we de leidingen dicht langs het ge- bouw gepland”, aldus Spijker. “En verder hebben we de compartimentering van het gebouw en de posities van de gasafsluiterkasten bepaald, in re- latie met hoe afhankelijk afdelingen zijn van het gas op dat punt in het gebouw. OK en IC zijn ui- teraard hoogafhankelijk, daarna volgen bijvoor- beeld de longafdeling, interventiekamers cardio- logie en functieafdelingen. Bij verpleegafdelingen is het meer een voorzorgsmaatregel.” GASSENDISTRIBUTIESYSTEEM Belangrijk onderdeel van de nieuwbouw is het gassendistributiesysteem. Bij de aanleg hiervan koos het Maasstad Ziekenhuis voor de vertrouw- de partners Linde en Dräger. Geen automatisme, volgens Spijker: “In het offertetraject hebben we de vraag breed uitgezet en gekeken naar het to- taal. En toen kwamen we weer bij hen uit, het is DOOR: WILMA SCHREIBER; FOTOGRAFIE D-PICS Henk Spijker, ziekenhuisapotheker in het Maasstad Ziekenhuis (rechts) wordt gefeliciteerd en krijgt het cer- tificaat overhandigd door Theo Ypma, Manager Business Unit Infrastructure Projects bij Dräger.
2
Embed
Certificaat voor Maasstad Ziekenhuis ‘Het is ons ernst met ......citeit voor 3 uur. Daarmee houd je het ziekenhuis niet volledig in de lucht, maar kun je wel de lo-pende operaties
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
FMT Gezondheidszorg8
M E D I S C H E G A S S E N
Certificaat voor Maasstad Ziekenhuis
‘Het is ons ernst met kwaliteit en veiligheid’Onlangs kreeg het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam door Dräger het certificaat uitgereikt voor het conform NEN-EN-ISO 7396/1 laten installeren van het medische gassendis-tributiesysteem in het nieuw gebouwde ziekenhuis. “Naar buiten en naar binnen een markering van het belang dat wij als ziekenhuis hechten aan kwaliteit en veiligheid”, aldus ziekenhuisapotheker Henk Spijker.
Tijdens de ontwerpfase voor het toen nog
nieuw te bouwen Maasstad Ziekenhuis, was
de oude norm NEN-EN-ISO 737 nog van kracht.
Echter, bij aanvang van de bouwwerkzaamheden
had een aanscherping van deze norm plaats ge-
vonden (NEN-EN-ISO 7396/1). “Wij hebben
toen de risico-inventarisatie rond de technische
punten van deze medische installatie conform de
nieuwe norm uitgevoerd en naar aanleiding daar-
van enkele aanpassingen in het ontwerp gemaakt.
Zo werd voldaan aan de nieuwe norm”, vertelt
Spijker.
De eersten
De NEN-EN-ISO 7396/1 was de maatstaf gewor-
den voor leidingsystemen voor medische gas-
sen. “We konden de laatsten zijn die volgens de
norm 737 bouwden, maar we wilden de eersten
zijn die de nieuwe norm hanteerden”, verklaart
Spijker. Om de risicoanalyse vorm en inhoud te
geven, werd een commissie Medische Gassen in
het leven geroepen, waarin alle betrokkenen bij
medische gassen in het ziekenhuis vertegenwoor-
digd waren. “Samen met de mensen van Gebouw
& Techniek, Medische Instrumentatie en het
projectbureau Bouw, hebben we het hele traject
doorlopen en gekeken naar de risico’s van de af-
zonderlijke onderdelen. De nieuwbouw gaf ons
de kans het helemaal goed te regelen.”
Vragen die in de commissie aan de orde kwamen,
waren bijvoorbeeld: waar projecteer je de cen-
trale opslag? Volgens welk tracé leg je de leidin-
gen op het buitenterrein aan? “Niet op een plek
waar vrachtwagens overheen rijden, met het oog
op verzakking, wat weer tot lekkage kan leiden.
Dus hebben we de leidingen dicht langs het ge-
bouw gepland”, aldus Spijker. “En verder hebben
we de compartimentering van het gebouw en de
posities van de gasafsluiterkasten bepaald, in re-
latie met hoe afhankelijk afdelingen zijn van het
gas op dat punt in het gebouw. OK en IC zijn ui-
teraard hoogafhankelijk, daarna volgen bijvoor-
beeld de longafdeling, interventiekamers cardio-
logie en functieafdelingen. Bij verpleegafdelingen
is het meer een voorzorgsmaatregel.”
GassenDistributiesysteem
Belangrijk onderdeel van de nieuwbouw is het
gassendistributiesysteem. Bij de aanleg hiervan
koos het Maasstad Ziekenhuis voor de vertrouw-
de partners Linde en Dräger. Geen automatisme,
volgens Spijker: “In het offertetraject hebben we
de vraag breed uitgezet en gekeken naar het to-
taal. En toen kwamen we weer bij hen uit, het is
Door: WIlMA SCHrEIbEr; FoToGrAFIE D-pICS
Henk Spijker, ziekenhuisapotheker in het Maasstad Ziekenhuis (rechts) wordt gefeliciteerd en krijgt het cer-tificaat overhandigd door Theo Ypma, Manager business Unit Infrastructure projects bij Dräger.
FMT Gezondheidszorg 9
toch een sterke Duitse combinatie.” Een doorslag-
gevend argument was dat Dräger als enige instal-
lateur in Nederland beschikt over een gecertifi-
ceerd kwaliteitswaarborgsysteem om complete
gasdistributiesystemen te ontwerpen, samen te
stellen met eigen producten en te installeren en
op te leveren volgens de vigerende NEN-EN-ISO
7396/1.
“Appendages en de leidingen waardoor medische
gassen worden gedistribueerd, moeten voldoen
aan hoge eisen. Alle componenten voldoen aan
de criteria voor toepassing in een medisch gas-
sendistributiesysteem. Daar komt bij dat we stan-
daard voor alle onderdelen en het hele samenstel
van de installatie een risicoanalyse uitvoeren”,
vertelt Theo Ypma, Manager Business Unit In-
frastructure Projects binnen Dräger. “Nog niet
alle ziekenhuizen zijn doordrongen van het be-
lang van het naleven en implementeren van nor-
men en richtlijnen bij installaties van medische
gassendistributiesystemen. Het Maasstad Zieken-
huis is wat dat betreft vooruitstrevend geweest.
Dat onderstreept ook hoe belangrijk het is dat
de ziekenhuisapotheker bij het opstellen van het
plan van eisen vooraan staat.”
monitorinGsproGramma
Na de installatie nam het Maasstad Ziekenhuis
een extern bureau (Xendo) in de arm voor de
validatie/kwalificatie, om te controleren of alle
waarden overeenkwamen met de NEN-norm.
“Zij hebben alle meetrapporten van Dräger door-
gespit, daar kwamen wat restpuntjes uit om het
traject netjes af te ronden”, zegt Spijker. “We heb-
ben nu een fantastisch systeem dat voldoet aan
de normen.” Het beheer en onderhoud van het
gassendistributiesysteem heeft het Maasstad Zie-
kenhuis vanwege de zware verantwoordelijkheid
over meerdere schijven verdeeld. “Dräger kent de
installatie het beste en mag het onderhoud doen.
Daarnaast hebben we een monitoringsprogram-
ma waarbij jaarlijks controlemetingen uitgevoerd
worden om te zien of er gas van goede kwaliteit
uit de punten komt. Ook al is het systeem kort-
geleden geïnstalleerd, je wilt zeker weten dat het
goed is en het zag er allemaal keurig uit.”
overDracht aan De technische Dienst
De eerste missie van Spijker - van begin af aan
als commissie Medische Gassen bij de projector-
ganisatie (inkoop en selectie van de leveranciers
en de risico-inventarisatie) betrokken zijn - is ge-
slaagd. Dat stelt hem meteen voor een volgende
uitdaging: overdracht van een goed systeem vol-
gens NEN 7396 aan de toekomstige eigenaar, het
ziekenhuis en meer specifiek het personeel van de
technische dienst. “Alle installaties worden in één
keer opgeleverd: verwarming, luchtbehandeling,
gassendistributiesysteem, dat is een kritisch mo-
ment. De gebruikers moeten de installaties leren
kennen en leren denken op het nieuwe kwaliteits-
niveau.”
Met andere woorden, alleen het regelen van de
technische kant volstaat niet. Scholing en edu-
catie aan de gebruikerskant zijn eveneens essen-
tieel. “Een goed ontworpen en geïnstalleerd sys-
teem verdient goed opgeleide gebruikers, zodat
zij de gassen goed bij patiënten kunnen toepas-
sen. Daarom heeft het Maasstad Ziekenhuis een
e-learning module ontwikkeld zodat iedereen
- van technici tot brancardiers tot verpleegkun-
digen - het systeem leren kennen en er een be-
heerste omgeving ontstaat”, stelt Spijker. Kennis
van zaken is al van belang onder normale om-
standigheden, maar des te meer in geval van sys-
teemfalen of calamiteiten. “Het reguliere proces
is uitstekend te trainen. Een volgende stap is dat
het personeel in geval van een systeemfout goed
reageert. Weten waar de afsluiter zit, of, en zo ja
waar, er een branddeken bij de hand is. Mensen
moeten blind weten wat ze moeten doen in geval
van een calamiteit, anders wordt de calamiteit al-
leen maar groter.”
WaarborG
Omdat het beademingssysteem het altijd moet
doen in het ziekenhuis, eist de regelgeving dat het
ziekenhuis beschikt over een driebronnensysteem
voor zuurstof en beademing. “De opslagtank met
vloeibaar gas is bron 1, daar kunnen we drie we-
ken mee vooruit. Als die in geval van nood on-
voldoende capaciteit kan leveren, wordt deze taak
automatisch overgenomen door bron 2, een cilin-
derbatterij met een capaciteit voor drie dagen. En
in uiterste gevallen is er een derde bron met capa-
citeit voor 3 uur. Daarmee houd je het ziekenhuis
niet volledig in de lucht, maar kun je wel de lo-
pende operaties afmaken.” Het gassendistributie-
systeem van Dräger is overigens zo gebouwd dat
het systeem bij calamiteiten, zoals een brand in
de technische ruimte, nog een uur blijft werken.
Een ander belangrijk onderdeel binnen de ca-
lamiteitenorganisatie is de verdeling van de be-
voegdheden. Spijker illustreert dit aan de hand
van een actueel voorbeeld. “Neem de recente
brand in Moerdijk, waarbij een roetwolk met
verbrandingslucht opstijgt en zich verspreidt. Als
die over je ziekenhuis trekt, wie is dan bevoegd
om te zeggen: de compressor gaat uit en we scha-
kelen over op zuurstof? Pendels, afnamepunten,
afsluiterkasten: wie is bevoegd die te bedienen?”
Dergelijke calamiteiten versterken het bewustzijn
van het belang van kwaliteit binnen het Maasstad
Ziekenhuis, stelt Spijker. “Met het certificaat voor
ons gassendistributiesysteem dat we van Dräger
mochten ontvangen, tonen we naar binnen en
naar buiten aan dat het ons ernst is als het om
kwaliteit en veiligheid gaat. Die zijn in dit systeem
goed geregeld.”
Inmiddels heeft Dräger nog vier ziekenhuizen
weten te interesseren. “Een hoopvol teken dat zie-
kenhuizen meer en meer beseffen hoe belangrijk
het volgen en doorvoeren van normen en richt-
lijnen van installaties van medische gassendistri-
butiesystemen is. Het vormt een waarborg voor
de veiligheid van patiënt én organisatie”, besluit