Verkeersschool RoAD OP WEG NAAR JE MOTORRIJBEWIJS! LEIDT OP TOT MEER DAN HET RIJBEWIJS ALLEEN!
Verkeersschool RoAD
OP WEG NAAR JE MOTORRIJBEWIJS!
LEIDT OP TOT MEER DAN
HET RIJBEWIJS ALLEEN!
2OP WEG NAAR JE MOTORRIJBEWIJS!
Beste aspirant motorrijder,
In dit boekje geven wij uitleg over de meest relevante examenonderdelen voor het behalen van de 2 praktijkdelen van het motorrijbewijs. Deel 1 betreft de Algemene Voertuig Beheersing (AVB). Het gaat je helpen om de oefeningen onder de knie te krijgen. Zo staan er tips en aanwijzingen in die voor het 2e praktijkdeel, het lessen op de openbare weg, Algemene Verkeers Deelneming (AVD) mede van belang zijn.
Vanwege de veiligheid en de complexiteit van de oefeningen die tijdens het examen met voldoende resultaat moet worden uitgevoerd, gebruiken wij altijd een oefenterrein om je deze bijzondere verrichtingen bij te brengen. Dit oefenterrein is meestal een afgesloten parkeerterrein of een veilige, rustige plek op bijvoorbeeld een industrieterrein.
Deel 2 van je rijopleiding bestaat uit rijlessen op de openbare weg. We geven in dit praktijkbegeleidingsboekje aandacht aan zaken die vaak fout gaan op het rijexamen.Lees het onderstaande dus aandachtig door!
Wij wensen je veel succes en vooral plezier met de lessen op weg naar je motorrijbewijs!
De motorinstructeurs!
Paul Rookhuijzen0644974710
John Stammers0650914718
Wie kan ik bellen als ik in de file sta op weg naar de les?
31. BEGINNEN MET LESSEN 1.1 Categorien(A1, A2, A) 4 1.2 Kledingeisen 4 1.3 Het motoroefenterrein 5 1.4 Kennis van motorfiets 5 1.5 Plaats op de weg 5 1.6 Afslaan 6 1.7 Rijles tips (bekeuringen) 7 2. JE RIJBEWIJS HALEN 2.1 Theorie-examen 8 2.2 Praktijkexamen Voertuigbeheerding (AVB) deel 1 8 2.3 Praktijkexamen Verkeersdeelname (AVD) deel 2 8 3. PRAKTIJKEXAMEN VOERTUIGBEHEERDING (AVB) DEEL 1 3.1 Exameneisen 9 3.2 Bijzondere verrichtingen 11
4. PRAKTIJKEXAMEN VERKEERSDEELNAME (AVD) DEEL 2 4.1 Exameneisen 25 4.2 Voertuigkennis 26
5. VEEL GEMAAKTE FOUTEN TIJDENS HET EXAMEN 28
INHOUDSOPGAVE Verkeersschool RoAD
41.2 Kledingseisen:Op de motor moet je tijdens het lessen en op het motorexamen minimaal de volgende beschermende uitrusting dragen:
Helm Je bent natuurlijk verplicht om een goedgekeurde motorhelm te dragen. Deze hebben wij in de meest voorkomende maten beschikbaar tijdens de lessen en het examen.
Oogbescherming Bij het dragen van een Jet-helm. (= open helm zonder helmvizier)
Schoeisel Je draagt hoge schoenen of laarzen die ook de enkels bedekken. Dit kunnen naast uiteraard motorlaarzen o.a. zijn Timberlands, bergschoenen of werkschoenen.
HandschoenenJe draagt handschoenen die ook zoveel mogelijk het polsgewricht bedekken. Deze hebben wij evt. beschikbaar tijdens de lessen en het examen.
1. BEGINNEN MET LESSEN
1.1 Categorien Sinds 19 januari 2013 zijn er 3 soorten motorrijbewijs: A1, A2 en A. Niet iedereen mag op elke motor stappen, hieronder leggen we het verschil voor je uit.
Categorie A1 is voor motorfietsen tot 125cc en maximaal 11 kW; de minimumleeftijd voor dit rijbewijs is 18 jaar.
Categorie A2 is voor motorfietsen met een vermogen van maximaal 35kW; de minimumleeftijd voor dit rijbewijs is 20 jaar. U moet minimaal 2 jaar rijbewijs A1 hebben. Met ingang van 31 december 2013 kunt u het rijbewijs A2 ook rechtstreeks halen. Dus zonder dat u eerst rijbewijs A1 heeft gehaald. Ook in dat geval is de minimumleeftijd voor rijbewijs A2 20 jaar.
Categorie A is voor motorfietsen met een onbeperkt vermogen; de minimumleeftijd voor dit rijbewijs is 22 jaar. U moet minimaal 2 jaar in het bezit zijn van rijbewijs A2. Het is ook mogelijk dit rijbewijs rechtstreeks te behalen. De minimumleeftijd hiervoor is 24 jaar.
Was u vr 19 januari 2013 al in
het bezit van een rijbewijs A? Dan
blijven voor u de oude regels van
kracht.
51.3 Het motoroefenterreinHet terrein wordt gebruikt tijdens de lessen van deel 1 van jouw motoropleiding. Op dit terrein leer je onder professionele begeleiding alle bijzondere verrichtingen. Het terrein is zoveel mogelijk vrij van verkeer. De lessen worden altijd gecombineerd met rijden op de weg en de oefeningen voor de bijzondere verrichtingen. Afwisseling zorgt voor plezier en behoud van concentratie. Het oefenterrein kan afhankelijk van de gereden route en bv weersomstandigheden varieren van plaats.
1.4 Kennis van de motorfietsVoor een goede bediening is enige kennis van de motorfiets noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan de functie en plaats van diverse bedieningsorganen (controlelampjes, schakelaars, meters en handels).Ook een juiste zithouding is zeer belangrijk om een goede controle over de motorfiets te hebben. Bij een ontspannen zithouding, waarbij je lichaam zoveel mogelijk raakvlakken met de motorfiets heeft (voeten, achterwerk, knieen), geeft een goede controle over de motorfiets. Houd je hoofd ten opzichte van de horizon altijd rechtop, want dan werken je evenwichtsorganen het meest nauwkeurig. Denk ook aan de goede stand van je voeten op de steppen en wanneer je veterschoenen draagt stop je veters dan altijd weg in de schoen.
Kleding De broek moet minimaal een lange spijkerbroek zijn die is voorzien van beschermende stukken bij de knien en heupen. De jas moet het gehele bovenlichaam en armen bedekken. Ook moet dit van stevig materiaal zijn gemaakt. Tot slot moet de kleding je voldoende beschermen tegen de weersomstandigheden tijdens het lessen en het examen. Ook deze kleding hebben wij beschikbaar in de meest voorkomende maten. Bij regen is regenkleding verplicht!
1.5 Plaats op de weg Op de openbare weg moet een motorrijder zich dominant, assertief opstellen. De positie op de rijbaan is heel belangrijk. De plaats op de weg voor de motorrijder is iets links van het midden op de rijstrook en links van het midden in de voorsorteervakken voor recht doorgaand verkeer. Ga je teveel naar links of rechts, dan creer je een opening waar een andere weggebruiker gebruik van zou kunnen maken en zo naast je zou kunnen gaan rijden. In voorsorteervakken voor linksaf rijd je links van het midden, waardoor je rechts een veilige vrije ruimte creeert. Je rijdt ahw. De kop van de pijl er af. Bij rechts afslaan uiteraard gespiegeld. Rij bij voorkeur niet over de lengtepijl, een puntje van de dwarspijI is geen probleem. Daar ontkom je vaak ook niet aan. Rij bij voorkeur niet over putdeksels, zebrapaden en kantlijnen. Deze kunnen nat of in de winterperiode glad zijn! Zijn zij droog, bv in de zomer, is er geen noodzaak deze te vermijden ten koste van alles.
6Tip: de examinator
controleert en beoordeelt telkens je
positie op de rijbaan.
Tip: Bij het rechts afslaan
is het belangrijk dat je niet te ver naar rechts instuurt.
Blijf altijd 1 meter van de stoep af en kijk altijd goed
de bocht door zodat je weet waar je na de bocht
uitkomt.
1.6 Afslaan Voordat je richting aangeeft moet je eerst in de spiegels kijken om je te overtuigen dat er niemand vlak naast je of achter je zit. Je kunt hem/haar dan aan het schrikken maken. Dus niet eerst de richting aangeven!
Rechts afslaan; linkerspiegel, rechterspiegel, dode hoek (naast je)
Links afslaan: rechterspiegel, linkerspiegel, dode hoek.... En dan geef je pas je richting aan!
Afslaan/Bochten Je kunt op 2 manieren een bocht maken: 1. Je kunt afslaan en een andere weg inslaan 2. Je kunt een bocht in het wegverloop blijven
volgen
1. Afslaan en een andere weg inslaan. Als je afslaat is het belangrijk dat je in de spiegels kijkt, richting aangeeft, en dan je plaats op de weg aanpast aan de situatie ter plekke. Bij het rijden van bochten wordt veel de fout gemaakt dat de motorrijder een vraagtekenbocht maakt. Dit is fout en zal op een examen zwaar worden aangerekend.
2. Bochten in het wegverloop blijven volgen. (Het aansnijden van de bocht)Dit is een andere manier van bochten rijden. Het is belangrijk om bij een bocht die in het verloop van de weg ligt 'zicht te halen. Veelal in verband met de hogere snelheid die je op dat moment rijdt. Vaak worden die ook aangegeven door verkeerstekens zoals: borden en strepen. Bij een bocht naar links ga je rechts van de rijstrook rijden waardoor je verder de bocht door kan kijken. Tevens kan je ook eventuele tegenliggers eerder aan zien komen. Technisch voordeel is ook dat je minder scherp hoeft in te sturen, waardoor een correctie makkelijker te maken is indien nodig. Insturen als je het verloop van de weg weer kunt overzien. Zorg dat je niet met de spiegels over de andere weghelft uitkomt. Bij een bocht naar rechts ga je tegen de middenas van de weg rijden, dit met het zelfde doel als een bocht naar links. Ook hier weer insturen als je het verloop van de weg weer kunt overzien. Deze manier van bochten rijden gebruik je voor 95% buiten de bebouwde kom.
71.7 RijlestipsKom altijd op tijd voor een rijles! Probeer ongeveer 10 minuten voor aanvang van de rijles aanwezig te zijn, zodat je genoeg tijd hebt voor het omkleden. Indien je te laat komt wordt er gewoon gewacht, maar gaat het wel van je lestijd af, ook omdat er na jouw les weer een les aansluit.
Bij aankomst op de rijschool kun je gelijk jezelf omkleden. Denk er aan ook een geel markeringshesje aantrekken. Tevens wordt je een ontvanger aangereikt met een oorschelp en deze dien je om je oor te plaatsen. De ontvanger moet je, nadat je gecontroleerd hebt of deze aanstaat, aan de buitenkant van je pak bevestigen, bij voorkeur zo hoog mogelijk.
Voor aanvang van elke les moet je de bandenspanning controleren, de remmen testen, de motor starten om de verlichting te controleren, de tankdop openen en controleren of er voldoende brandstof aanwezig is. De benzinedop met 2 duimen weer dichtdrukken. (pas daarna aan de sleutel draaien!)
Mocht er noodzaak zijn om te stoppen, zoek dan een veilige plaats (zolang je deze niet vind moet je rechtdoor blijven rijden). Haal de instructeur niet in als deze voorrijdt, hij ziet vanzelf wel dat je stopt en komt naar jou toe. Veiligheid voorop!
Als je onderweg een opdracht niet goed verstaan hebt moet je even met je linkerhand tegen je helm tikken dan herhaalt de instructeur de aanwijzing of opdracht.
Houd altijd meer dan voldoende afstand van je voorgangers, dit verhoogt je eigen veiligheid aanzienlijk. Bij een snelheid van 36 km/u leg je 10 meter per seconde af. Bij droog wegdek en voldoende zicht is minimaal 2 seconden afstand normaal. Vuistregel binnen bebouwde kom 15 m, buiten bebouwde kom is 50 m afstand op prov.wegen (afstand tussen 2 witte bermpaaltjes), op snelwegen 100m afstand (afstand tussen 2 hm palen).
Waarschuwing: Eventuele bekeuringen zijn voor eigen risico!Dus als de koploper door een geel verkeerslicht rijdt, is het voor de volger niet vanzelfsprekend om ook door te rijden. We rijden in een kleine groep, maar beschouw je mederijder(s) als gewone weggebruiker(s). Blijf je voorganger volgen, ook als deze per ongeluk een andere route volgt (tenzij dit een overtreding vereist, bv inrij verbod in rijden).
82.3 Praktijkexamen Verkeersdeelname (AVD) deel 2: Na het hebben behaald van je theorie-examen en je voertuigbeheersingsexamen mag je het examen verkeersdeelname doen. Hier laat je in ongeveer 30 minuten zien dat je zelfstandig en veilig kunt rijden tussen de andere weggebruikers.
Lees verder vanaf P. 25
2.2 Het praktijkexamen Voertuigbeheersing (AVB) deel 1: Om op een (les) motor te mogen stappen moet je in het bezit zijn van een (geldig) rijbewijs : B of als je gn rijbewijs hebt, een ( geldig) theorie certificaat voor de motor. Tijdens dit onderdeel laat je in ongeveer 20 minuten zien dat je het voertuig onder controle hebt door een aantal bijzondere verrichtingen te laten zien.
Lees verder vanaf P. 9
2. JE RIJBEWIJS HALEN
2.1 Theorie-examen: Je kan theorie examen doen vanaf 17 jaar. Eenmaal geslaagd, is je examen anderhalf jaar geldig. Je wordt getoetst op de verkeersregels en verkeersinzicht. De vragen zijn afwijkend van de vragen voor het rijbewijs B examen. Ben je al in bezit van een autorijbewijs? Dan is het dus zeker aan te raden je alsnog goed voor te bereiden op dit theorie-examen. Examen duurt ongeveer 30 minuten, wordt dmv desktop met toutch screen individueel afgenomen. ( is nieuw, tot kortgeleden inderdaad klassikaal en 45 minuten). De vragen bestaan uit meerkeuze vragen en vragen die beantwoord kunnen worden met cijfers (snelheden, gewicht etc). Je kan je theorie-examen zelf online aanvragen via het CBR.
93. PRAKTIJKEXAMEN VOERTUIGBEHEERDING (AVB) DEEL 13.1 De exameneisen Je leert in totaal 12 bijzondere verrichtingen. Om te slagen moet je 5 van 7 verschillende bijzondere verrichtingen met een voldoende afronden. 4 oefeningen zijn verplicht namelijk: Lopen met de motorfiets, de Noodstop, Langzame slalom en de Uitwijkoefening. Dus dat betekent dat de overige 3 oefeningen willekeurig worden bepaald door de examinator. Je krijgt voor iedere oefening een herkansing (indien nodig). Er zijn 4 clusters in de bijzondere verrichtingen: lopen met de motorfiets, langzame oefeningen, snelle oefeningen en remoefeningen.
Binnen elk cluster mag slechts 1 onvoldoende worden beoordeeld, dus 2 onvoldoendes binnen 1 cluster betekent gezakt! Echter 1 onvoldoende binnen bv de langzame oefening en 1 onvoldoende binnen de remoefening en de rest is voldoende, betekent geslaagd!
Wat mee te brengen bij het praktijkexamen:
1. Geldig legitimatiebewijs of rijbewijs B.
2. Geldig theoriecertificaat
3. Oproepkaart
10 10
11 11
3.2 De bijzondere verrichtingenCluster 11. Lopend achteruit parkeren in een parkeervak
Cluster 22. Langzame slalom3. Wegrijden uit parkeervak4. Stapvoets rijden5. Halve draai6. Denkbeeldige acht
Cluster 37. Snelle slalom8. Uitwijkoefening9. Vertragingsoefening
Cluster 410. Precisiestop11. Noodstop12. Stopproef
12
1. Lopend achteruit parkeren in een parkeervak
(cluster 1)De motor verplaatsen, zowel in rechte lijn als in gebogen lijn, voor- en achteruit lopend. Ook het gebruik van de standaard wordt hiermee getoetst.
Wijze van uitvoering: De motor afgezet en aan de linkerzijde van de
motor lopen Vooruit lopen = twee handen aan het stuur
houden Voorrem bedienbaar houden en eventueel
gedoseerd bedienen Achteruit lopen = tenminste n hand aan het
stuur en 1 bij zadel/ beugel Vanaf de rechterzijde van de rijbaan lopen de
motor midden in het parkeervak parkeren Op de standaard plaatsen en van de standaard
halen Vooruit het parkeervak uitlopen en naar rechts
afbuigen Langs de rechterzijde van de rijbaan lopend
Beoordelingscriteria: Bediening, balans en stabiliteit moeten continu
onder controle zijn De motor moet midden achteruit in het vak
geplaatst worden
Tips
De midde
nbok, indi
en
aanwezig,
moet me
t 2
steunpunt
en op de
grond sta
an
Zorg
ervo
or da
t je
1 vak
verd
er lo
opt
Zijsta
ndaa
rd = s
tuur
schee
f
zette
n (na
ar lin
ks) en
het
uit de
verin
g hale
n (tre
kken
aan d
e ach
terzij
de)
Op de
bok =
krac
ht
komt
vanu
it de v
oet.
Niet a
an he
t stuu
r
trekk
en
Tijde
ns ui
twijk
en ge
en
gas m
eer g
even
, pas
als
de m
otor
wee
r rec
ht is
Regel in d
e aanloop
je gas (ev
t. licht
slippende
koppelin
g)en voet
rem, zoda
t
je jezelf vo
lledig op
de oefen
ing kan
concentre
ren
10m
10m
2m
3m
13
Wijze van uitvoering: D.m.v. gas, voetrem en slippende koppeling
de snelheid regelen (juiste mix van de drie hulpmiddelen, gas, voetrem en koppeling)
In een rechte lijn voor de eerste pylon aanvangen (rijdens of vanuit stilstand) en na de laatste bocht recht wegrijden
D.m.v. bochten een slalom rijden
Beoordelingscriteria: Recht voor de eerste pylon aanvangen en na de
laatste pylon wegrijden Op juiste wijze met gas, koppeling en voetrem
de snelheid regelen De balans moet continu onder controle
gehouden worden De slalom moet door alle poortjes gaan
2. Langzame slalom
(cluster 2)Door middel van bochten tussen alle pylonen door een slalom rijden
Tips
Regel in d
e aanloop
de
snelheid, d
an hoef je
alleen
maar op d
e oefenin
g te
letten
Sturen vanuit de heupen
Knie
n aan
de ta
nk
houd
en en
rech
t
op de
kege
ls aan
kome
n rijd
en
Niet
naar
de ke
gels
kijke
n, m
aar r
echt
voor
uit ki
jken
2
3m
14
Vanuit stilstand moet worden weggereden. Binnen een beperkte ruimte (3 meter) moet een haakse bocht gemaakt worden, gevolgd door enkele meters rechtuit rijden.
Wijze van uitvoering: De motor positioneren haaks op de rijbaan en
tegen de achterzijde van het vak Als de kandidaat in positie staat geeft
de examinator aan naar welke richting weggereden moet worden
In een gecontroleerde bocht haaks wegrijden gevolgd door enkele meters rechtuit rijden
Beoordelingscriteria: Tijdens stilstand linker of rechter been aan de
grond Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden Naar de aangegeven richting wegrijden binnen
de gemarkeerde rijbaanbreedte blijven
Tips
Zet je stu
ur ook die
kant op
zodra de
motor in b
eweging
komt (als
op de et
s...)
Geef weinig maar
voldoende gasVo
orwi
el mo
et teg
en
de ri
jbaan
aan
staa
n
Houd
t je k
nie
n aan
de ta
nk al
s je
wegr
ijdt
Kijk waar je
heen moet
3
3. Wegrijden uit parkeervak
(cluster 2)
2m
3m
3m
15
Stapvoets rijden in een rechte lijn.
Wijze van uitvoering: Recht aanrijden en ook het stoppen recht voor
de eindpylon Met een constante snelheid met de meelopende
examinator meerijden tot kort voor het richtpunt
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden D.m.v. gas, voetrem en slippende koppeling de
snelheid regelen en tijdens het rijden de voeten op de voetsteunen houden. Ook hier de juiste mix van de drie hulpmiddelen o.a. gas, voetrem en koppeling
2
Tips
Knien aa
n de tank
houden
en strak v
ooruit bli
jven
kijken
Kopp
eling
goed
slipp
end h
oude
n (is
verp
licht
)
4
4. Stapvoets rijden
(cluster 2)
20m
16
Binnen een denkbeeldige rijbaanbreedte(6 meter) een halve draai naar links of rechts maken (keuze examinator).
Wijze van uitvoering: Aan de rechter dan wel linker zijde inrijden Met een lichttrekkende motor rijden (het gas
constant houden, met de voetrem de snelheid regelen)
Naar behoefte en motortype afhankelijk mag met licht slippende koppeling worden gereden. Dit is niet verplicht en meestal niet wenselijk.
In een vloeiende beweging terugrijden in de richting vanwaar gestart is
Beoordelingscriteria: Hij moet binnen de aangegeven (denkbeeldige)
rijbaanbreedte uitgevoerd worden Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden D.m.v. gas, voetrem (en evt. koppeling) de
snelheid regelen. Er moet vlot worden uitgevoerd, dus sneller
inzetten dan bij de langzame slalom. Juist het
afschuinen en tegenleunen worden beoordeeld!
3
Tips
Regel in d
e aanloop
je gas en
voetrem,
dan hoe
f je alleen
maar te le
tten op d
e bocht z
elf
Kijken waar je heen
moet, je stuurt de
motor met je ogen
Afsch
uinen
en
tegen
leune
n. Hi
erdoo
r
kan j
e de b
ocht
straa
l
verkl
einen
.
5
5. Halve draai
(cluster 2)
4m
6m
17
Binnen een rechthoek een complete acht rijden.
Wijze van uitvoering: Aan een van de korte kanten aan de rechterzijde
inrijden Naar het einde van de rechthoek rijden Met een linkerbocht (halve draai) de acht
beginnen Met een lichttrekkende motor rijden, snelheid
regelen met de voetrem. De juiste wijze van afschuinen benutten om de
bochtstraal te verkleinen Een gelijkmatige snelheid aanhouden
Beoordelingscriteria: Er moet een hele acht gereden worden Hij moet binnen de aangegeven rechthoek
uitgevoerd worden Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden D.m.v. gas, voetrem (en koppeling) de snelheid
regelen. Er moet vlot worden uitgevoerd, dus sneller
inzetten dan bij de langzame slalom. Juist het afschuinen en tegenleunen worden beoordeeld!
1
Tips
Afsch
uinen
en
tegen
leune
n. Di
t
ook w
eer o
m de
boch
tstraa
l te
verkl
einen
.
Kijken waar je heen moet,
je stuurt met je ogen
Regel in d
e aanloop
je gas (ev
t. licht
slippende
koppelin
g)en voet
rem, zoda
t
je jezelf vo
lledig op
de oefen
ing kan
concentre
ren
6. Denkbeeldige acht
(cluster 2)
12m
6m
4m
4m
4m
18
Een slalom met een hogere snelheid in tweede versnelling (30 km/u), ter beoordeling van de houding, kijkrichting, balans, stuurtechniek en schakeltechniek.
Wijze van uitvoering: Met een gelijkmatige snelheid van tenminste 30
km in een recht lijn op de eerste pylon aanrijden D.m.v. bochten een slalom rijden
Beoordelingscriteria: Recht op de eerste en recht na de laatste pylon
aan-en wegrijden Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden De slalom moet door alle poortjes gaan De snelheid moet tijdens de gehele slalom
tenminste 30 km zijn Gas los = fout opnieuw
Tips
Niet naar
de kegels
kijken,
maar rech
t vooruit
Sturen vanuit de heupen
Rech
t op d
e oefe
ning
aan k
omen
rijde
n (as
lijn)
8
7. Snelle slalom
(cluster 3)
8m
19
Met een snelheid van 50 km moet een uitwijkmanoeuvre uitgevoerd worden. Ter beoordeling van de houding, kijkrichting, balans, stuur-techniek en schakeltechniek.
Wijze van uitvoering: Met een snelheid van 50 km in een rechte lijn
aanrijden Na het 1e poortje zonder te remmen de
uitwijkbeweging inzetten Daarna weer terug naar de denkbeeldige eigen
weghelft
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden. Er moet door het poortje en om het muurtje
gereden worden, vervolgens de laatste pylon rechts passeren en er mag niet geremd worden.
Tips
Vana
f het
poor
tje ga
s
dich
t en d
an pa
s van
je
lijn
af ga
an
Niet ontkoppelen en
niet remmenTij
dens
uitw
ijken
geen
gas m
eer g
even
, pas
als
de m
otor
wee
r rech
t is
Kijken waar je
heen wilt
(dus eerst naa
r links
kijken en na pa
ssage
obstakel direc
t naar
rechts kijken,
naar het
ontsluitingspo
ortje)
Regel in d
e aanloop
je gas (ev
t. licht
slippende
koppelin
g)en voet
rem, zoda
t
je jezelf vo
lledig op
de oefen
ing kan
concentre
ren
8
8. Uitwijkoefening
(cluster 3)
18m
15m
2m
20
Het doel hiervan is om binnenbeperkte afstand te kunnen versnellen en vertragen.
Wijze van uitvoering: Vertrekken vanuit stilstand Pittig accelereren tot 50 km in de 3e versnelling Krachtig remmen tot iets onder de30 km/u en
tegelijk terugschakelen naar de 2e versnelling (kijk op je snelheidsmeter)
Voor de slalom klaar zijn met alles en koppeling op laten komen en met trekkende motor door de slalom heen rijden. Dus met stabiel gas en ongeveer 30 km slalommen.
Op de aslijn uitkomen
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden Niet remmen en of schakelen tijdens het sturen
Tips
Krachtig a
ccelereren
en
krachtig re
mmen
Recht op de oefening af
komen rijdenVo
or he
t stu
ren m
et
remme
n en s
chak
elen
klaar
zijn.
10
9. Vertragingsoefening
(cluster 3)
55m
20m
8m
8m
21
Deze remoefening heeft ten doel te toetsen of er een gelijkmatige remming uitgevoerd kan worden met een vooraf bepaalde lengte.
Wijze van uitvoering: Recht aanrijden met een constante snelheid van
50 km in 3e versnelling Ter hoogte van het poortje gas dichtdraaien en
direct met beide remmen de remming inzetten Gelijkmatig remmen en terugschakelen van 3e
naar 2e naar 1e versnelling zonder dat grote correcties in remkracht nodig zijn
Tot stilstand komen bij het tweede poortje
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden Beide remmen moeten gebruikt worden De remmen moeten gelijkmatig gedoseerd
worden Op de bij aanvang bepaalde remkracht moet
geen correctie noodzakelijk zijn om bij het 2e poortje tot stilstand te komen
Kort voor stilstand moet in de 1e versnelling! teruggeschakeld zijn
Tips
Teruggesc
hakeld sta
an in
de 1e vers
nelling
Recht vooruit blijven
kijken
Rech
tervo
et aa
n de
gron
d zet
ten
Juist
e rem
volgo
rde:
voor
rem, a
chter
rem,
kopp
eling
10
10. Precisiestop
(cluster 4)
17m
22
Het uitvoeren van maximale remming zonder de controle over de motor te verliezen.
Wijze van uitvoering: Recht aanrijden met een constante snelheid van
50 km Tussen het poortje gas dichtdraaien en direct
met beide remmen de remming inzetten en direct ontkoppelen
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden Het terugschakelen wordt niet vereist Het blokkeren van een wiel wortdt niet negatief
beoordeeld
Indien de motor van ABS is voorzien is het in werking treden van dit systeem geen
negatief beoordelingsaspect.
Tips
Achterwi
el mag blo
kkeren
(het blok
keren van
een wiel
wordt nie
t negatief
beoordee
ld)
Recht vooruit
blijven kijkenJu
iste r
emvo
lgord
e:
voor
rem, a
chter
rem
en ko
ppeli
ng
12
11. Noodstop
(cluster 4)
23
Het uitvoeren van een technische juiste remming met een korte remweg.
Wijze van uitvoering: Recht aanrijden met een constante snelheid van
50 km in 3e versnelling. Ter hoogte van het poortje gas dichtdraaien en
direct met beide remmen de remming inzetten Met een forse technisch goede remming tot
stilstand komen In het laatste deel van de remming vlot
terugschakelen van de 3e naar de 2e en naar de 1e versnelling!
Beoordelingscriteria: Bediening, stabiliteit en balans moeten continu
onder controle gehouden worden Beide remmen moeten gebruikt worden Een wiel dat nmaal geblokkeerd wordt
en daarna hersteld wordt zal niet negatief beoordeeld worden
Kort voor stilstand moet in de 1e versnelling teruggeschakeld zijn
Tips
Rechtervo
et aan de
grond
en in de 1
e versnell
ing!
Recht vooruit blijven kijken
Beide
rem
men
gebr
uiken
(voo
r 75%
,
acht
er 25
%)
Juist
e rem
volgo
rde:
voor
rem, a
chter
rem en
kopp
eling
12
12. Stopproef
(cluster 4)
17m
24 24
25
4. Verkeersdeelname (AVD) deel 2
4.1 ExameneisenHet praktijkexamen vindt plaats bij het CBR en duurt ongeveer 30 minuten. De examenaanvraag regelen wij voor je. De examinator legt bij aanvang uit hoe het examen precies verloopt.
Er wordt je gevraagd een kenteken op te lezen vanaf 25 meter afstand, dit is de ogentest. Dan wordt er aan aantal vragen gesteld over het voertuig, de zogenaamde voertuigcontrole. Vervolgens ga je de weg op. De examinator let op een aantal onderwerpen zoals uw beheersing van de motor, kijkgedrag, voorrang verlenen, en rekening houden met andere weggebruikers.
Je wordt uiteindelijk beoordeeld op examenonderdelen zoals het in- en uitvoegen en het rijden van kruispunten, bochtenwerk en kijkgedrag. Helemaal foutloos hoeft het examen niet te gaan, het gaat om het totaalbeeld van jouw rijvaardigheid.
Wat mee te brengen bij het praktijkexamen:
1. Geldig legitimatiebewijs of rijbewijs.2. Officile uitnodiging voor je
praktijkexamen
26
4.2 VoertuigkennisVan elke motorrijder wordt verwacht dat hij of zij een zekere kennis van de motorfiets bezit om veilig te kunnen rijden. Deze kennis wordt getoetst vlak voor aanvang van het praktijkexamen door de examinator.Je kunt een 5-tal vragen over het hieronder vermelde B.R.A.V.O.K.A. verwachten. Neem dit zelfstandig door en controleer bij de motorfiets waar de genoemde onderdelen zich bevinden. Je instructeur zal ook tijdens de lessen hier aandacht aan besteden.
Banden:De bandenspanning moet goed zijn. Deze spanning is per motorfiets verschillend, maar grofweg is dat ongeveer 2,5 bar voor en 2.7achter bij een normale belasting. Als je met 2 personen of met bagage gaat rijden moet er meer lucht in de achterband zitten namelijk 2,9 bar.- Wettelijk moet de profieldiepte in de hoofdgroeve van de band minimaal 1 mm zijn. Het is echter veiliger om bij 2 mm de band al te wisselen Het profiel dient voor de afvoer van water en vuil. Middels indicatiepunten in het profiel kan deze diepte eenvoudig worden gecheckt.- De band mag niet beschadigd zijn. Controleer regelmatig of er geen scherpe delen in de band zitten (bijv. spijkers).- Het ventieldopje moet aanwezig zijn (ter voorkoming van vuil in het ventiel)
Remmen:Bij de 125 cc motorfiets (8kw) is de voorrem een schijfrem en de achterrem een trommelrem. Bij de 650 cc motoren(25 en 53kw) zijn beide remmen schijfremmen.
Het grote verschil tussen schijf- en trommelrem is: De schijfrem wordt hydraulisch bediend (door
middel van remvloeistof) De trommelrem wordt mechanisch bediend
(door middel van een stang).
Voorrem controle: Remdruk (door de remhandel een keer in te
knijpen) Remvloeistofpeil Lekkage
Als het remvloeistofpeil te laag is, moet je de remblokken controleren. Dit peil zakt namelijk naarmate de remblokken slijten. Te laag vloeistofpeil betekent dus niet altijd dat er een lekkage is.
Achterrem controle: 650 cc (zie voorrem controle), 125 cc: Vrije slag van het rempedaal (ongeveer 3 cm) De slijtindicator (wijzertje) op de rem as mag bij
ingetrapte rem niet voorbij de aanduiding op de ankerplaat komen. Is dit wel het geval dan zijn de remvoeringen versleten.
Accu:De accu zit onder de buddy seat of is gemonteerd in het frame. Dit is een onderhoudsvrije accu. Controleer of de accu goed vastzit en of deze geen sporen van lekkage vertoont (bloemkool effect). Bij een niet onderhoudsvrije accu moet je het vloeistofpeil controleren en eventueel bijvullen met gedestilleerd water.Verlichting: Controleer alle aanwezige verlichting op de motorfiets (remlicht van voor- en achterrem apart controleren). Tip: doe dit vanaf de rechterzijde, dan kun je ook de voetrem bedienen. Achter- en remlicht te controleren
27
door je linkerhand bij het achterlicht te houden en met de rechterhand de handel te bedienen cq de voetrem.
Olie: Controleer het oliepeil via de peilstok aan de rechterzijde van het motorblok. Of indien er een kijkglaasje
aanwezig is het kijkglaasje. Natuurlijk moet je wel eerst de motor rechtzetten. Het oliepeil moet tussen minimaal en maximaal staan. Indien er te weinig olie in de motor zit moet je olie bijvullen. Dit doe je bij de vulopening op de rechterzijde van het motorblok.
Controleer op lekkage
Ketting en tandwielen: De ketting moet goed gesmeerd zijn. De kettingspeling mag maximaal ongeveer 3 cm zijn (meten in onbelaste toestand aan de onderzijde van
de ketting) De ketting en tandwielen controleren op slijtage (geen scherpe of afgebroken tanden) Vervang bij slijtage altijd de ketting en tandwielen tegelijkertijd.
Waarschuwingslampjes De oliedruk De temperatuur van de koelvloeistof ABS controlesysteem (alleen voor de 650cc motoren) Reservebrandstoflampje
Wanneer een van deze lampjes gaat branden bij een in werking zijnde motor, moet je zo spoedig mogelijk op een veilige plaats stoppen en controleren of laten controleren wat er mis is. Als je sneller dan 10 km op een motor met ABS rijdt dan gaat het lampje vanzelf uit. De noodschakelaar (herkenbaar aan de rode kleur) is bedoeld om na een eventuele valpartij de motor te stoppen zonder dat hierbij de verlichting uitgeschakeld wordt.
VeringDe achtervering kun je door middel van een speciale sleutel (in het gereedschapsetje) het veercomfort instellen. Afhankelijk van de belading kun je de juiste stand instellen. Let wel op dat je de linker en rechter achterveer op dezelfde stand zet. Voor alle benodigde informatie over de motorfiets kun je natuurlijk altijd het instructieboekje raadplegen.
KoelingDe lesmotoren zijn 125 cc en 650 cc cilindermotoren met vloeistofkoeling. Een vloeistof gekoelde motor kun je herkennen aan de radiator, die aan de voorzijde van het motorblok is geplaatst. Het peil van de koelvloeistof kun je controleren bij het tankje aan de rechterzijde net achter het motorblok.
28
5. VEEL GEMAAKTE FOUTEN TIJDENS HET RIJEXAMEN
TIP: Ga op het rijexamen niet anders rijden dan dat je anders ook doet. Let goed op de dingen die in het
boekje aan bod zijn gekomen en je zult zien dat het vruchten zal afwerpen.
Remmen: Als je in het verkeer remt, rem altijd met 2 remmen. Voor- en achter. Tweemaal met 1 rem remmen = zakken.
Stopbord: Altijd stoppen bij de stopstreep. Niet laten doorrollen en niet stoppen bij het bord, maar bij de streep.
Snelheid: Ga iets sneller rijden dan de maximum toegestane snelheid, maar probeer de max.toegestane snelheid wel te rijden als het mogelijk is. Zeker niet onnodig langzaam rijden.
Bochten: Kijk de bocht altijd door waar je heen wilt, zo krijg je een mooie vloeiende bocht. Geen hoekige bocht maken.
Een geparkeerde auto voorbijgaan: Zorg altijd dat je eerst in de spiegels en in de dode hoek kijkt voordat je gaat sturen. Niet kijken en sturen tegelijk.
Plaats op de weg: Dit is een constant terugkomend onderdeel in het examen. Let hier altijd op. Belangrijk is dat je ver vooruit kijkt en dingen tijdig signaleert. Weest altijd op zoek naar je veilige vrije ruimte!
Invoegen: Op tijd snelheid maken en kijken naar het overige verkeer op de invoegstrook. Pas richting aangeven als je hebt gekeken en het ook vrij is. Realiseer je dat je een motorrijder bent en niet een buschauffeur (oftewel lekker vlot rijden).
Uitvoegen: Op de auto- of snelweg ca 300 meter van tevoren richting aangeven en pas gas los laten op de uitvoegstrook. Denk aan je plaats op de weg.
29
Ken je nog iemand die het motorrijbewijs wilt halen?
Broer, zus, vriend, vriendin, oom? Knip deze pagina uit en geef door voor een
gratis proefles bij verkeersschool RoAD!
SNEL OP WEG NAAR JE MOTORRIJBEWIJS!
GRATIS PROEFLESTEGEN INLEVERING VAN DEZE PAGINA!
30
TOT ZIENSBIJ ROAD!
Verkeersschool RoAD0644974710
Beurtschipper 2Oudkarspel
Gratis proefles motorrijbewijs bij inlevering van deze pagina.Van te voren melden dat je gebruik wilt maken van deze actie.
Geldig tot 1 januari 2016
31
Deze brochure is met de grootste zorg samengesteld, u kunt hieraan echter geen rechten ontlenen. De publicatiedatum van deze uitgave is 12-2014, houd rekening met eventuele wijzigingen vanuit het CBR na deze datum.
Beurtschipper 21724VH Oudkarspel
www.verkeersschoolRoAD.nl