Bemefa 2002 1 Monstername in Monstername in praktijk praktijk Bemefa-Apfaca
Bemefa 2002 1
Monstername in praktijkMonstername in praktijk
Bemefa-Apfaca
Bemefa 2002 2
InhoudInhoud
Inleiding Verantwoordelijkheid Bemonsteringsschema’s Bemonsteringsmateriaal Monsterreductie Monsternameplan Monsterverzegeling, labeling, registratie en
bewaring
Bemefa 2002 3
1.1. InleidingInleiding
Diverse redenen voor monstername– Selectie van een ingrediënt– Selectie van een leverancier– Aanvaarding of weigering van een levering– Bijsturen van het proces– Waarborgen van de specificaties van een product– Borgen van de voederveiligheid– Hygiënecontrole
Bemefa 2002 4
2.2. VerantwoordelijkheidVerantwoordelijkheid
Management is verantwoordelijk voor monsternameplan– Handhaven van het kwaliteitssysteem– Implementatie van HACCP– Autocontrole
Management ziet toe op:– Het tot stand komen en volgen van procedures– De aanwezigheid en uitvoering van instructies
Bemefa 2002 5
3.3. Bemonsteringsschema’sBemonsteringsschema’s
Eenvoudige random sampling
Gelaagde (gestratifieerde) sampling
Systematische monstername
Bemefa 2002 6
3.1. Eenvoudige random– N willekeurige monsters – At random voor elke monstername op de totale
hoeveelheid
3.2. Gelaagde sampling– Totale hoeveelheid verdelen in x aantal
onafhankelijke straten (lagen) en per laag random sampling
– Bvb. Verschillende compartimenten met een zelfde grondstof bemonsteren door elk compartiment als laag te beschouwen
Bemefa 2002 7
3.3. Systematische sampling– Eerste monstername at random– Gevolgd door een repetitieve monstername op
gelijke intervallen– Vb. lossen van een bulkwagen
3.4. Bemonstering van niet uniforme ladingen
Bemefa 2002 8
drie bemonsteringen - bepaal de grenzen van de beschadigde fractie
door repetitieve monstername en beoordeling
- eens men de grenzen heeft bepaald worden van goede, beschadigde en totale fractie een staal verzameld
- schat de hoeveelheid materiaal dat een staal vertegenwoordigt en duidt de plaats aan van beschadigde delen in het lot
Bemefa 2002 9
Algemene regelAlgemene regel
een partij van een grondstof of eindproduct wordt bemonsterd door het nemen van discrete monsters of ondermonsters, verdeeld over de ganse hoeveelheid
Het aantal wordt bepaald door de grootte van de partij
De ondermonsters worden verzameld in 1 verzamelmonster
Bemefa 2002 10
StatistiekStatistiek
Totale variantie (St²)=
– Variantie op monstername S²s
– + variantie op monsterbereiding = S²sp
– + variantie van de analyse S²a
S²s daalt bij toename aantal stalen
S²sp daalt bij toenemende voorbereiding
S²a daalt met toenemende aantal stalen
Bemefa 2002 11
Onverpakte voeders MinimumMax 2.5 ton 7
Groter dan 2.5 ton (20 n) ½ tot maximum 40
Verzamelmonsters Minimum 4 kg
Verpakkingen met inhoud groter dan 1 kg
Aantal 1 tot 4 Alle
Aantal 4 tot 16 4
Aantal meer dan 16 N ½ tot maximum 20
Verzamelmonster 4 kg
Bemefa 2002 12
4. Bemonsteringsmateriaal 4. Bemonsteringsmateriaal voor manuele bemonsteringvoor manuele bemonstering
4.1. Manueel versus automatisch
4.2. Eisen gesteld aan bemonsteringsmateriaal
4.3. Droge grondstoffen/eindproducten– In bulk– Zakgoed– In transportstroom
4.4.Vloeibare producten
Bemefa 2002 13
4.1. Manueel versus automatischAutomatische bemonstering is duurReinheid en betrouwbaarheid van
apparatuur is belangrijkMeeste monsternames zijn manueelMateriaal moet aan een aantal eisen
voldoenMankracht vs. InvesteringAutomatisch: representatief ?
Bemefa 2002 14
4.2. Eisen aan bemonsteringsmateriaal– juiste dimensie en vorm– Minimale contaminatie mogelijkheid– Geen discriminatie van deeltjesgroottes of-
vorm– Aanraking met de hand moet voorkomen
worden (hygiëneanalyse)
Bemefa 2002 15
4.3. Droge grondstoffen/ eindproducten- in bulk- in de transportstroom- in zak
Bemefa 2002 16
Monstername in transportstroom, systematische bemonstering van de grondstof bij storten in de transportput
Bemefa 2002 17
Pneumatisch lossen van een schip, monstername in de transportstroom
Bemefa 2002 18
Staalname grijpt plaats op daartoe voorziene (gemaakte) controlepunten, waar men met weinig problemen noch risico de transportstroom kan onderbreken
Bemefa 2002 19
4.4. Vloeistoffen
Bom of zone samplers worden gebruikt voor het bemonsteren van vloeibare ingrediënten uit bulkwagens.
Afmetingen: ongeveer 30-40 cm lang en 5-7,5 cm diameter, inhoud variërend van ongeveer 0,5 tot 2 liter.
Een klep kan op welbepaalde hoogte manueel dmv een touw geopend worden.
Bemefa 2002 20
Meest voorkomende vloeistofleveringen:– Melasse– Vet
bemonsteren in de losleiding via kraantje
bemonsteren in het mangat bij storting in de tank
Bemefa 2002 21
4.5. Bemonstering van vochtrijke voedermiddelen
• Cfr. Protocol voor bemonstering van vloeibare voeders en steekvaste producten ikv MINAS• Duidelijke beschrijving van plaats van
bemonstering nl bij het laden van vrachtwagen• Geen restlading aanwezig• Eventueel roeren om homogeniteit te
bevorderen
Bemefa 2002 22
vervolgvervolg
• Ondermonsters – verzamelmonsters - eindmonsters
• Tijdens laden verdeeld over de laadtijd• Via de aftapkraan (oppassen voor discriminatie)• Van steekvaste producten op verschillende plaatsen
verspreid over de partij
• Duidelijke richtlijnen mbt het coderen en administreren van de monsters (cfr. P.11)
Bemefa 2002 23
5. Monsterverdeling5. Monsterverdeling
Riffler
Boerner
Bemefa 2002 24
“vierendelen” of “quartering”
Bemefa 2002 25
6. Intern monsternameplan6. Intern monsternameplan
Diverse redenen (nutritioneel, traceerbaarheid,..)
– Bepalen de methode– Bepalen de frekwentie
Bemefa 2002 26
Controle op productspecifcaties-nutritioneel– Belang van goede monstername– Belang van uniformiteit– Kennis van mogelijke toleranties op de labo-
analysen t.o.v. de berekende gehaltes– Afwijkingen kunnen een gevolg zijn van onjuiste
technische afstellingen– Nood aan representatieve monsters die
verzamelmonsters zijn
Bemefa 2002 27
Kritische grondstoffen– Ifv de aard van de grondstof een
bemonsteringsfrekwentie
PCB’s en dioxine– Basismonsters op verschillende plaatsen met
een minimaal gewicht van 100 gram– Verzamelmonsters met minimum gewicht van
1kg– Eindmonster of labomonster moet in duplo-
analyse kunnen uitgevoerd worden
Bemefa 2002 28
Bemonstering voor de bepaling van aflatoxine– Monsternameprocedure houdt rekening met:
Type product Grootte van het lot Aangeven grootte ondermonsters Aangeven minimum aantal ondermonsters
– Drie mogelijke monsternamemethoden
Bemefa 2002 29
Bemonstering met het oog op aflatoxine bepaling– Uniforme monstername over ganse partij– Selectieve monstername op contaminatie– At random monstername
Bemefa 2002 30
Productiestalen– Vb na de menger mengefficiëntie-homogeniteit
Door het nemen van bvb 10 monsters op 5 ton tijdens het ledigen van de menger
– Na de pers: korrelkwaliteit
Bemefa 2002 31
Bemonstering ifv hygiëneplan– Bijzondere aandacht– Hygiënisch nemen– Ander bewaarprotocol (zie bijlage)
Traceerbaarheid– Opslag gedurende bepaalde periode,
afhankelijk van grondstof/eindprod./gemedicineerd
Bemefa 2002 32
7. Verzegeling en bewaring7. Verzegeling en bewaring
Loden kan, andere varianten
Labeling duidelijk en ondubbelzinnig
Registratie met oog op opsturen of opvragen
Correcte bewaring
Bemefa 2002 33
ReferentiesReferenties
Zie tekstInteressante webpagina:
– Ibelgique.ifrance.com/analysemycotoxinfabolje/chap3