1 Belleman Bellebus Afscheid 02 Welkom 02 Schrijf over onze school 02 Directie en Co 03-04 Onder de loep Kleuters op de paardenmolen 05 3L en 4L: Joris en de geheimzinnige… 06-07 Prehistorisch dorp 08 December 2018 Verkiezingen 3LC 09 Wapenstilstand 6LA 10-12 Zeeklassen 5L en 6L 13-14 Jobke en Zwarte Piet op bezoek 15 Groeimee: vriendschap bij kinderen 16-19 Hiep hiep hoera 20 Grappige uitspraken 21 Kalender 22-23 Vrije basisschool “De Putse Knipoog”
23
Embed
Belleman - d2c6iiuvxv7bxb.cloudfront.net€¦ · Zeeklassen 5l en 6l Een greep uit de vele foto’s op de website. 14 . 15 Jobke en Zwarte Piet op bezoek . 16 Groeimee :Vriendschap
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
1
Bellema n
Bellebus
Afscheid 02
Welkom 02
Schrijf over onze school 02
Directie en Co 03-04
Onder de loep Kleuters op de paardenmolen 05 3L en 4L: Joris en de geheimzinnige… 06-07 Prehistorisch dorp 08
December 2018
Verkiezingen 3LC 09 Wapenstilstand 6LA 10-12 Zeeklassen 5L en 6L 13-14 Jobke en Zwarte Piet op bezoek 15 Groeimee: vriendschap bij kinderen 16-19 Hiep hiep hoera 20
Grappige uitspraken 21
Kalender 22-23
Vrije basisschool “De Putse Knipoog”
2
DE BELLEBUS over familie en vrienden
Afscheid
† 11-12-2018 Lucien Pauwel. Overgrootvader van Lore (2LC) en Kato Van de Voorde (OKF) en Lucas
(1LB) en Wout (JKA) Hendrickx.
Wil je het afscheid van een dierbare eren? Bezorg ons de gegevens en we plaatsen het in onze Belleman.
Welkom
Een gezinslid erbij? Laat ons mee genieten van deze blije gebeurtenis en bezorg ons een geboortekaartje en jouw
kleintje krijgt een plaatsje in de Belleman.
Schrijf over onze school!!! Op uitstap geweest, komen helpen, leuke klasactiviteit gedaan?
Schrijf er iets over (moet niet veel zijn) of
Maak een tekening (moet niet groot zijn) of
Heb je een leuke foto van de activiteit?
Geef je kunstwerk aan je leerkracht, het secretariaat of
Wij zijn goed bezig !!! - Zijn we goed bezig ? - Is het goed ? heel goed ?? of kan het nog beter ???
Beste ouders,
STILSTAAN = ACHTERUITGAAN ! Een spreekwoord dat we allen wel kennen. Een gezegde dat meer dan ooit ook geldt voor het basisonderwijs!
Waarom ? Er is de laatste jaren een enorme vooruitgang in technologie (van krijtbord naar digitaal bord); Er is de laatste jaren een enorme vooruitgang in technologische toepassingen. (Met het platform BINGEL
krijgen onze kinderen op basis van door de computer gemaakte analyses oefenmateriaal OP MAAT voorgeschoteld); Er is de laatste jaren een enorme switch in verwachtingspatroon t.a.v. de school (van ieder kind wordt
verwacht dat …); Er is de laatste jaren een enorme verscheidenheid van instroom van kinderen; mede door het M-decreet. En zo kan ik gerust nog een heel tijdje verder gaan.
Dit betekent dat we als school een massa aan vernieuwingen als uitdagingen krijgen voorgeschoteld. Als school krijg je dus niet van boven uit (van de overheid uit) opgelegd
waaraan je eerst moet werken. Het is de pedagogische autonomie van elke school om vanuit haar context te oordelen wat ? wanneer ? en hoe ? wordt gewerkt aan al deze implementatieprocessen.
Daarom gaat de inspectie sinds dit jaar ook heel anders tewerk in haar beoordelingsproces van scholen. Want zoals u weet is de naam van onze school : GVBS De Putse
Knipoog. Waarbij de G staat voor “gesubsidieerd” of nog anders gesteld … als de inspectie oordeelt dat de kwaliteit van onze school in orde is, krijgen wij van de overheid geld om goed onderwijs te kunnen geven.
De inspectie komt dus niet meer af met een afpuntlijstje over wat in orde moet zijn. De inspectie vraagt – uitgaande van de autonomie en de eigenheid van elke school – wat de school op dit ogenblik als
vernieuwingsproces aanpakt en vooral … Hoe de school dit realiseert !? Met een mooie slagzin : “Van elke school wordt verwacht dat zij aan zelfevaluatie doet” (in mensentaal : Zichzelf de vraag stelt : “Zijn we goed bezig of kan het nog beter ?”)
Wel … hiermee is ons team met bijzonder grote betrokkenheid en beroepsernst mee bezig. We nemen onze school onder de loep op vele vele vele domeinen en doen dit vanuit bevragingen individueel, per leeftijdsgroep
en in heterogene groepen om zo te komen tot een bij grote meerderheid of consensus gedragen visie. Meer concreet, de onderwerpen waar we op dit moment mee bezig zijn. Eentje ervan is reeds afgewerkt m.n. “proefwerken”.
Volgen nog verder : zorgwerk naar kinderen met mindere maar tevens ook met hogere intelligentie – differentiatie – gebruik van hulpmiddelen – leeftijdsdoorbrekende vorderingen maken – co-teaching – taak van de
zorgcoördinator - … We bekijken dit alles vanuit verschillende brillen o.a. : 1. Het aanbod moet kindvriendelijk zijn - 2. Het aanbod moet het totale kind doen ontwikkelen
(niet alleen de grijze hersenmassa volproppen met leerstof maar tevens oog hebben voor muzische en motorische aspecten en dit zeker met steeds het welbevinden van het kind altijd voor ogen) - 3. Wij worden aanzien als een
school van niveau en willen dit niveau behouden.
4
Alleen … hoe wordt gekeken naar “niveau” ? Is een school goed bezig wanneer zij enkel kinderen doet zweten en zwoegen om uren en uren te studeren om leerstof te verwerken ?? Met het resultaat van vele kinderen schoolmoe te krijgen op 12-jarige leeftijd ??? Besef dat vanuit leerpsychologie geweten is dat
zuivere feitenkennis voor 90 % op het einde van het jaar terug vergeten is. Moeten we dan niet meer inzetten op leren ? Moeten kinderen niets meer kennen ? Mogen ze niet meer van buiten leren ? Jawel !!! Zeer zeker ! Wij willen nog steeds kinderen die goed, zelfs zeer goed, of nog beter dan vroeger worden
voorbereid op het secundair. Alleen … kan het misschien anders , gespreider , kindvriendelijker en met meer aandacht voor inzichten en attitudes t.a.v. loutere feitenkennis. En met een duidelijke opbouw van 1L naar 6L want hier inderdaad moeten leerlingen worden klaargemaakt om ook over grotere gehelen
meerdere proefwerken op korte tijd te kunnen plannen. Zo ziet u maar … we denken na en gaan niet over 1 nacht ijs. Wij zijn bekommerd om uw kind nu … maar ook in de toekomst. Wij willen uw kind opvoeden tot slimme jongens en meisjes maar tevens tot
hartelijke, gelukkige , sportieve , muzische , spirituele leerlingen die we willen zien groeien met Hoofd, Hart en Handen. U bent steeds welkom mocht u vragen hebben. En laat ook de inspectie maar komen.
Mvg, Sabbe Marc (schooldirectie)
5
ONDER DE LOEP in woord en beeld
Kleuters op de paardemolen tijdens de Putse kermisweek
6
3L en 4L: Joris en de geheimzinnige toverdrank
7
8
prehistorisch dorp
9
Verkiezingen 3LC
10
Voor Wapenstilstand maakten de kinderen van 6LA een oorlogselfje op een achtergrond van houtskool.
Wapenstilstand
11
12
13
Zeeklassen 5l en 6l
Een greep uit de vele foto’s op de website.
14
15
Jobke en Zwarte Piet op bezoek
16
Groeimee :Vriendschap bij kinderen
Samen lachen, ervaringen delen, elkaar helpen en troosten, op uitstap gaan, … Vrienden vormen een ongelooflijke bron van plezier en steun doorheen ons leven. Ook voor kinderen is vriendschap belangrijk. Bij jonge kinderen hebben vrienden een andere
betekenis dan bij pubers. Hier kom je meer te weten over hoe vriendschap ontwikkelt, wat je als ouder kan doen wanneer je kind verlegen is, moeilijk vrienden maakt, met de ‘foute’ vrienden optrekt, …
W at i s v r i endsc hap? Bij jonge kinderen zijn vriendschappen eerder oppervlakkig en tijdelijk. Hoe ouder een kind wordt, hoe belangrijker vrienden worden. Voor jongeren is een vriend/vriendin iemand met wie je alles kan delen, op wie je kan rekenen, en voor wie je ‘door het vuur gaat’. Hieronder lees je per leeftijdscategorie wat vriendschap voor een kind betekent.
K leu te rs
Vanaf de kleuterleeftijd kunnen we voorzichtig spreken van ‘vriendschappen’. Die zijn vooral gebaseerd op aantrekkingskracht: kleuters kiezen speelgenootjes uit bij wie ze zich veilig en comfortabel voelen. Een vriend is iemand die aardig tegen je is en met wie je leuk kunt spelen. Dat kan vandaag Anke zijn, maar volgende week misschien Milan. Kleutervriendschappen zijn eerder van korte duur. Kleuters zullen dan ook weinig of geen verdriet hebben als een vriendje naar een andere klas gaat of verhuist.
De blijft eerder beperkt tot ‘samen dingen doen’ en ontstaat vaak door praktische omstandigheden: kinderen ontmoeten elkaar in de klas, in de speeltuin of op de bus. Kleuters maken ook vaak de afweging of het andere kind hen iets kan bieden, bijvoorbeeld een stuk speelgoed of een lekker koekje.
Lager e schoo lk i nderen
In de lagere schoolleeftijd gaan kinderen leeftijdsgenoten opzoeken die op hen gelijken. Kinderen die bijvoorbeeld tegen alle regels ingaan, zoeken elkaar als het ware op. Hetzelfde geldt voor kinderen die bijvoorbeeld eerder rustig van aard zijn. Maar ook het omgekeerde kan waar zijn: tegenpolen trekken elkaar soms aan. Ook ‘gedeelde interesses’ worden steeds belangrijker. Heel wat lagere schoolkinderen zullen daarom vaker optrekken met leeftijdsgenoten van hetzelfde geslacht. Meisjes willen graag vriendinnen met wie ze kunnen praten en geheimen delen. Elkaar kunnen vertrouwen en troosten is belangrijk. Jongens willen eerder in grotere groep spelen en willen actief dingen ‘doen’. Ze zoeken competitie op en willen zich tegen elkaar meten in uitdagingen als ‘wie kan het snelste rennen’ of ‘wie kent het meeste scheldwoorden’. Maar natuurlijk zijn er ook meisjes die liever met jongens spelen, en andersom. Tijdens de lagere schoolperiode worden vrienden een teken van ‘erbij horen’ en ‘aanvaard worden’. Vriendschap wordt exclusiever: je bent niet zomaar met iedereen vrienden. Naast ‘samen dingen doen’ houdt vriendschap nu ook een emotionele band in. Roddelen, afwijzing en snel wisselende ‘beste vrienden’ kunnen dan ook hevige gevoelens met zich meebrengen, zeker bij meisjes. Tegen het einde van de lagere school is meestal duidelijk ‘wie bij wie hoort’. Vrienden worden een belangrijke motivatie om naar school te gaan.
17
Hoe be l a ngr i j k z i j n v r i ende n?
Bas i sbehoef te
Elk kind beleeft vriendschap op een andere manier. Wel heeft ieder kind de basisbehoefte om iets te delen of om zichzelf terug te vinden in een ander. Vriendschap bevordert ons welbevinden: uit hersenonderzoek blijkt dat we van vrienden blij worden. Kinderen die vrienden hebben, kunnen beter om met belangrijke veranderingen in hun leven zoals een scheiding of een verhuis. Uit onderzoek in Nederland blijkt dat kinderen die minstens één vriend hebben in de klas, minder stress ervaren dan kinderen die geen vriendjes hebben in de klas. Vriendschap is dus naast een bron van plezier, ook een ideale buffer tegen minder prettige ervaringen.
Soc ia le leersc hoo l
Hoewel kindervriendschappen vaak nog erg tijdelijk zijn en snel wisselen, zijn ze wel belangrijk. Door vriendschappen aan te gaan, komt een kind in contact met verschillende karakters en leert het hoe het met anderen kan omgaan. Vriendschappen vormen als het ware een ‘sociale leerschool’ waar kinderen samen regels en normen aftasten en heel wat vaardigheden oefenen: delen, een eigen plekje veroveren, gevoelens leren herkennen en hanteren, compromissen sluiten, zich aanpassen aan anderen, grenzen leren trekken, … Kinderen kunnen uitproberen hoe ze vrienden maken, en ook hoe ze die houden. Want als je met iemand vrienden wil blijven, dan kan je best even hulpvaardig, eerlijk en lief zijn als die ander.
P lezie r en t roos t
Maar vriendschap moet zeker niet enkel gezien worden als een oefening voor later. Vrienden vormen voor kinderen een bron van ongelooflijk plezier. Vrienden zijn speelkameraadjes met wie je samen lacht, leuke dingen doet, ondeugendheden uitsteekt, ervaringen deelt,… En vrienden steunen je of bieden troost als je het moeilijk hebt.
W at kan j e doe n?
A ls j e k i nd we in ig v r i enden heef t
Maak je geen zorgen wanneer je kind een keertje alleen staat, bijvoorbeeld op de speelplaats. Sommige kinderen willen liever eerst de kat wat uit de boom kijken voor ze actief meedoen. Andere kinderen willen soms gewoon een moment uitblazen of rustig op zichzelf zijn. Heeft je kind maar één of een paar vrienden? Wees gerust: het gaat niet alleen om hoeveel vrienden, maar zeker ook om de kwaliteit van de vriendschap. Waar het ene kind een groot aantal oppervlakkige vriendschappen heeft, kiest het andere kind voor één of twee echte boezemvrienden. Meestal geeft je kind zelf heel goed aan of het de behoefte heeft aan vrienden of niet. Merk je dat je kind helemaal geen vrienden heeft, en maak jij je daar zorgen over? Praat er dan over met je kind. Hoe voelt hij/zij zich hierbij? Vindt hij dat jammer, voelt hij zich eenzaam? Of is het voor je kind best oké en is hij graag op zichzelf? Als je kind er zich slecht bij voelt en graag een vriend(in) wilt, dan is het belangrijk om na te gaan wat er moeilijk loopt. Heeft hij schrik om anderen aan te spreken, wordt ze gepest, voelt hij zich niet goed in z’n vel, wordt ze snel kwaad of agressief, …?
18
A ls j e k i nd v er legen i s
Sommige kinderen maken gemakkelijker vrienden dan andere. Als je
kind verlegen is, durft hij/zij misschien niet aan leeftijdsgenoten vragen of
ze samen willen spelen of afspreken. Het is belangrijk dat je je kind niet
dwingt om vrienden te maken. Je helpt je kind niet wanneer je hem/haar
naar andere kinderen duwt. Probeer in plaats daarvan je kind aan te
moedigen en zijn/haar zelfvertrouwen te stimuleren, net zolang tot hij/zij
zelf genoeg moed heeft verzameld.
Toon begrip dat iemand aanspreken die je (nog) niet goed kent, niet altijd gemakkelijk is. Het is best spannend. Soms loopt het niet zoals je zou willen. De ander is misschien niet geïnteresseerd of je komt toch niet zo goed overeen als gedacht, … Stel je kind gerust door uit te leggen dat iedereen dat weleens voorheeft. Toon je kind dat er heel wat momenten en plaatsen zijn om andere kinderen te leren kennen: in de klas, in de speeltuin, op straat, op kamp, … Je kan je kind helpen door vooraf samen te bekijken met wie het graag zou spelen/afspreken, wat ze zoals samen zouden kunnen doen, en met welk zinnetje hij/zij die persoon kan aanspreken. Bij jonge kinderen kan je eventueel zelf ouders van leeftijdsgenootjes aanspreken en een speelafspraakje maken om je kind op weg te helpen. Jongeren vinden het fijn als ze van jou vertrouwen krijgen en bijvoorbeeld de woonkamer eens mogen omtoveren tot een cinemazaal voor hun vrienden op een avond waarop jij de deur uit bent.
A ls j e k i nd soc iaa l m inder v lo t i s
Sommige kinderen zijn minder vlot in de omgang en missen een aantal sociale vaardigheden. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet goed inleven of zien niet wat hun gedrag bij anderen teweegbrengt. Er zijn heel wat manieren om de sociale vaardigheden van je kind te stimuleren: via boeken, een cursus, samen rollenspellen oefenen,... Je kan bijvoorbeeld een verhaal vertellen/voorlezen over een sociale situatie (vb. een ruzie) en nadien met je kind bespreken wat de verschillende personages volgens hem denken/voelen/willen, en hoe jouw kind de situatie zou oplossen. Geef je kind leer- en groeikansen, maar maak ook duidelijk dat je vertrouwen hebt in zijn/haar kunnen.
A ls j e k i nd een eers t e spee la f s p raak heef t
Gaat je kind ergens anders spelen of komt een vriendje voor het eerst bij jullie thuis spelen? Blijf even in de buurt totdat de eerste nieuwigheid eraf is. Hoewel de kinderen elkaar misschien kennen, zijn het huis, het speelgoed en eventuele broertjes of zusjes nieuw. Het werkt doorgaans het best als speelafspraakjes niet te lang duren en gepland zijn op een rustige dag. Met elkaar spelen kost immers veel energie. Komt er ruzie van, tranen of verveling? Dat kan best en vormt ook een leermoment voor de kinderen. Praat samen over wat er mis ging en hoe ze het weer kunnen goedmaken.
19
A ls j e k i nd met ‘ f ou te v r i enden ’ omgaat
Misschien maak je je zorgen over de negatieve invloed die bepaalde vrienden kunnen hebben op je kind. Als je kind kiest voor ‘foute vrienden’, dan kan je daar als ouder eigenlijk weinig aan veranderen. Straffen, verbieden of preken gaat waarschijnlijk een averechts effect hebben, zeker bij pubers. Je kan je kind enkel stimuleren en op weg helpen. Je kind kiest zijn vriend(en) ook niet zomaar: er is duidelijk iets aan die persoon dat je kind aantrekt. Probeer daar interesse voor te tonen: waarom vindt je kind die jongen/dat meisje leuk? Misschien is het de ideale kompaan om grenzen mee uit te testen, om zichzelf te ontdekken? Door die vriend(in) ook eens thuis uit te nodigen, leer jij hem/haar beter kennen en zie je hoe jouw kind omgaat met die ‘foute invloed’. Misschien is je kind daar beter tegen bestand dan je dacht?
En als je toch bezorgdheden hebt, dan heb je door interesse te tonen alvast de kans vergroot dat je kind voor jouw bedenkingen openstaat.
A ls j e k i nd v ee l on l i ne v r i enden heef t
De meeste kinderen en jongeren vandaag beleven een stuk van hun vriendschappen digitaal: sms’en, WhatsApp, facebook, gamen… Hoewel digitale vrienden natuurlijk niet hetzelfde zijn als ‘echte’ vriendschappen, hebben ze toch wat te bieden. In een online omgeving kan iedereen, ook wie wat minder zelfvertrouwen heeft, naar hartenlust contacten leggen. Je omzeilt er immers een aantal uitdagingen: je moet de ander niet in de ogen kijken, je hebt meer tijd om een antwoord te bedenken, je uiterlijk speelt geen rol, … Op die manier vormt de digitale wereld een gemakkelijkere en veiligere plaats om te experimenteren met sociaal gedrag. Het is niet vreemd dat kinderen en jongeren die kansen met beide handen grijpen. Wel is het belangrijk dat een kind naast digitale vrienden ook in het 'echte leven' contact blijft maken met leeftijdsgenoten. Op de website van Child Focus kan je zoon/dochter zelf lezen wat de verschillen zijn tussen ‘online’ en ‘offline’ vrienden.
Jij als voorbeeld Onbewust pikt je kind erg veel op van hoe jij als ouder omgaat met vriendschap. Een open huis waar vrienden en familie welkom zijn, respectvol omgaan met elkaar en er zijn als iemand je nodig heeft, zijn waarden die je kind (later) vaak van je overneemt. Je kind heeft ook veel deugd van een thuis als veilige, warme haven waar het zichzelf mag zijn. Met eigen grapjes en gevoeligheden, met talenten en onhebbelijkheden, met emoties en interesses.