Top Banner
verzendcode: REG stuk ingediend op 1320 (2011-2012) – Nr. 1 25 oktober 2011 (2011-2012) Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012 ingediend door de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel
51

Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Oct 16, 2021

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

verzendcode: REG

stuk ingediend op

1320 (2011-2012) – Nr. 125 oktober 2011 (2011-2012)

Beleidsbrief

Brussel

Beleidsprioriteiten 2011-2012

ingediend door de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel

Page 2: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

2 Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Vlaams Pa r l emen t – 1011 B ru s s e l – 02 / 552 . 11 . 11 – www.v l a amspa r l emen t . b e

Page 3: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1 3

V L A A M S P A R L E M E N T

PASCAL SMET Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel

________________________________________________

BELEIDSBRIEF BRUSSEL 2011 - 2012

________________________________________________

Page 4: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

4 Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

V L A A M S P A R L E M E N T

Page 5: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1 5

V L A A M S P A R L E M E N T

INHOUD

Lijst met afkortingen.......................................................................................... 8

I. Inleiding ........................................................................................................ 9

II. Strategische en operationele doelstellingen .................................................... 9

SD 1 - Vlaanderen voor Brussel: een betrokken partner zijn in de uitdagingen waar Brussel voor staat ...................................................................... 9

OD 1.1 - Het horizontale Brusselbeleid van de Vlaamse Regering coördineren ........................................................................ 10

OD 1.2 - Het verticale Brusselbeleid van de Vlaamse Regering doelgericht ontwikkelen ........................................................................ 10

OD 1.3 - Zorgen voor een wetenschappelijke onderbouw van het beleid 14

OD 1.4 - Een permanente dialoog met het middenveld organiseren .. 15

OD 1.5 - Een sterke partner zijn bij de armoedebestrijding in Brussel 15

SD 2 - Brussel voor Vlaanderen: leren uit de grootstedelijke ervaring en inspelen op de internationale functie ............................................................... 16

SD 3 - Vlaanderen in Brussel: sterk verankerd blijven ................................... 18

OD 3.1 - Het Nederlandstalige netwerk in Brussel als basispartner voor het beleid beschouwen ........................................................ 18

OD 3.2 - “Wonen waar je werkt” in de praktijk omzetten .................. 18

OD 3.3 - Het imago van Vlaanderen en Vlamingen in Brussel verbeteren 20

SD 4 - Brussel in Vlaanderen: de banden aanhalen ....................................... 20

OD 4.1 - Brussel behouden als hoofdstad van Vlaanderen ................ 20

OD 4.2 - De 11-juliviering in Brussel positioneren en vernieuwen ...... 20

OD 4.3 - Het imago van Brussel in Vlaanderen en bij Vlamingen verbeteren ........................................................................... 21

SD 5 - Het Nederlands in Brussel: positief omgaan met taal ......................... 22

OD 5.1 en OD 5.2 - De waardering voor het Nederlands stimuleren en een positief promotiebeleid voeren .................... 22

OD 5.3 - Gratis taallessen Nederlands aanbieden .............................. 25

OD 5.4 - Een correcte toepassing van de taalwetgeving ..................... 26

SD 6 - Samenwerking in Brussel: zoveel mogelijk werken aan synergieën ...... 26

OD 6.1 - Het lokale Brusselbeleid van de Vlaams Gemeenschaps- commissie als prioritaire partner beschouwen .................... 26

OD 6.2 - Een gemeenschappelijk Brusselbeleid via samenwerking tussen overheden mogelijk maken ................................................. 28

SD 7 - Intercultureel Brussel: een intercultureel samenlevingsproject voor Brussel mee mogelijk maken .............................................................. 28

OD 7.1 en 7.2 - Diversiteit en interculturaliteit als horizontaal thema voor het beleid behandelen en kwaliteitsvolle interculturele projecten stimuleren .................................................. 29

Page 6: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

6 Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

V L A A M S P A R L E M E N T

SD 8 - Media, communicatie en city imaging: de actualiteit over, informatie in en het imago van Brussel kenbaar maken .......................................... 29

OD 8.1 - Synergieën ontwikkelen tussen de Vlaams-Brusselse media . 29

OD 8.2 - Muntpunt uitbouwen als hedendaagse verblijfsbibliotheek en hoofdstedelijk informatiecentrum ....................................... 32

OD 8.3 - Een efficiënte cultuurcommunicatie bewerkstelligen voor het Brusselse culturele aanbod ................................................. 34

OD 8.4 - Selectief promotiecampagnes voeren ter ondersteuning van het Vlaams Brusselbeleid .......................................................... 35

SD 9 - Welzijn en gezondheid: een zorgaanbod verzekeren met aandacht voor Nederlandskundige voorzieningen ..................................................... 36

OD 9.1 - Welzijn en gezondheid: een zorgaanbod verzekeren met aandacht voor Nederlandskundige voorzieningen ............................. 36

OD 9.2 - Meer aandacht hebben voor personen met een handicap .... 37

OD 9.3 - Zorg voor senioren blijven vernieuwen ................................ 37

OD 9.4 - Gezondheidsvoorzieningen structureel laten samenwerken . 39

SD 10 - Onderwijs en jeugd: de slagkracht en omkadering van het onderwijs verhogen om kinderen en jongeren in de stad maximale ontplooiingskansen te geven .............................................................................................. 41

OD 10.1 - Het Brusselse luik van het GOK-decreet ........................... 42

OD 10.2 - Gerichte uitbreiding van het onderwijsaanbod .................. 43

OD 10.3 - Initiatieven brede school ondersteunen .............................. 43

OD 10.4 - Mondiale, interculturele en burgerschapvorming versterken 44

OD 10.5 - Brussel als studentenstad promoten .................................. 45

OD 10.6 - Zorgen dat kinderen en jongeren zich thuis of kind aan huis voelen in Brussel ................................................................. 47

SD 11 - Cultuur en creativiteit: de sterke troeven van de culturele sector blijven uitspelen ............................................................................................ 48

OD 11.1 - Samenwerking ondersteunen ............................................. 48

OD 11.2 en OD 11.3 - Vernieuwende culturele en creatieve initiatieven kansen geven en Participatiebevorderende initiatieven ondersteunen ............................... 48

III. Uitvoering moties en resoluties van het Vlaams Parlement ......................... 49

Actualiteitsmotie tot besluit van het op 13 oktober 2010 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de conclusies uit het Brussels Armoederapport 2010 en het beleid van de Vlaamse Regering inzake armoedebestrijding in Brussel (stuk 703 (2010-2011) – Nr. 2) ..................................................................... 49

Motie van aanbeveling tot besluit van de in commissie besproken beleidsbrief Brussel 2010-2011 (stuk 748 (2010-2011) – Nr. 5) ........................................ 49

Actualiteitsmotie tot besluit van het op 2 februari 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over het acute plaatstekort in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel (stuk 935 (2010-2011) – Nr. 2) ..................................... 50

Page 7: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1 7

V L A A M S P A R L E M E N T

IV. Regelgevingsagenda .................................................................................... 51

V. Stand van de uitvoering van de decreten ..................................................... 51

Page 8: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Lijst met afkortingen AMVB = Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel BHAK = Brusselse Huisartsenkring BISC = Brussels International Student Centre BBL = Bond Beter Leefmilieu BON = Brussels Onthaal Nieuwkomers BOT = Brussels Overleg Thuiszorg Br(ik = Brussel & Ik BRIO = Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum BWR = Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad CEMESO = Centre for Studies on Media and Culture CLIL = Content and Language Integrated Learning COCOF = Commission communautaire Française (Franse Gemeenschapscommissie) CPVI = Contacpunt Vlaamse Infolijn DKO = Deeltijds Kunstonderwijs FUSL = Facultés Universitaires Saint-Louis GGC = Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie GOK = Gelijke Onderwijskansen HOB = Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek HUB = Hogeschool-Universiteit Brussel IKG = inkomensgerelateerde kinderopvang IMID = Ik moest iets doen KVS = Koninklijke Vlaamse Schouwburg LOGO = Lokaal Gezondheidsoverleg Brussel MIVB = Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel NT2 = Nederlands als tweede taal OD = operationele doelstelling OD XXII = Onderwijsdecreet 22 OPB = Onthaal en Promotie Brussel PMB = Pro Medicis Brussel QLB = Quartier Latin Brussel RIA = reguleringsimpactanalyse SD = strategische doelstelling SEL = samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg SOKA = Sociale Kaart ULB = Université Libre de Bruxelles UNIZO = Unie van Zelfstandige Ondernemers VAPA = Vlaams Actieplan Armoedebestrijding VDAB = Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling VGC = Vlaamse Gemeenschapscommissie ViA = Vlaanderen in Actie VLOPHOB = Vlaams Overlegplatform Hoger Onderwijs Brussel VUB = Vrije Universiteit Brussel VRT = Vlaamse Radio en Televisie VRIND = Vlaamse Regionale Indicatoren W&K = Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 18

Page 9: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

I. Inleiding Deze Beleidsbrief Brussel 2011-2012 beschrijft de acties van het Vlaamse Brusselbeleid in 2012 met een terugblik op de realisaties in 2011. Deze brief concretiseert de strategische en operationele doelstellingen zoals bepaald in de Beleidsnota Brussel 2009-2014. Het Vlaamse Brusselbeleid ontwikkelt zich rond zeven “labels”. Die zeven uitgangspunten zijn als een rode draad aanwezig in het Vlaamse Brusselbeleid:

- Vlaanderen voor Brussel - Brussel voor Vlaanderen - Vlaanderen in Brussel - Brussel in Vlaanderen - Nederlands in Brussel - Samenwerking in Brussel - Intercultureel Brussel

Organisaties, projecten en initiatieven die vanuit het Vlaamse Brusselbeleid worden ondersteund dragen expliciet of impliciet in hun werking meerdere van deze labels. De hieraan verbonden strategische doelstellingen hebben een horizontaal karakter. Ze realiseren zich eveneens binnen de verderop vermelde verticale, thematische beleidsdomeinen waarin het specifieke Vlaamse beleid in Brussel actief is (media, communicatie en city imaging; welzijn en gezondheid; onderwijs en jeugd; cultuur en creativiteit). Het beleid dat ik als Vlaams minister voor Brussel voer zal in 2012 focussen op vier grote inhoudelijke werven:

- Het politieke kerntakendebat met de VGC opstarten (zie OD 6.1) - De uitbouw van Muntpunt (zie OD 8.2) - Een organisatiemodel voor de Vlaams-Brusselse mediapartners uittekenen (zie OD 8.1) - De invulling van het Brede School-concept in Brussel (zie OD 10.3)

In het licht van de demografische groei waar Brussel de komende decennia mee geconfronteerd zal worden blijven afstemming, samenwerking en betrokkenheid belangrijke onderliggende begrippen in het Vlaamse Brusselbeleid, zowel tussen de regio’s onderling als tussen het Vlaamse Gemeenschapsbeleid in Brussel en in de Vlaamse Rand. De Vlaamse Gemeenschap stelt zich binnen het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad op als een positieve partner. De Vlaamse aanwezigheid in Brussel moet zich bovenal realiseren als een grote betrokkenheid in de uitdagingen waar Brussel voor staat.

II. Strategische en operationele doelstellingen

SD 1 - Vlaanderen voor Brussel: een betrokken partner zijn in de uitdagingen waar Brussel voor staat Het Vlaamse beleid in Brussel bestaat uit een regulier beleid (vanuit de verschillende sectorale en thematische beleidsdomeinen), een specifiek beleid (het beleidsdomein Brusselse Aangelegenheden) en een lokaal beleid (via de Vlaamse Gemeenschapscommissie). Het verticale beleid vult er dus aan

V L A A M S P A R L E M E N T

9Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 10: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

op een horizontaal beleid. En een hoofdstedelijk, bovenlokaal beleid co-existeert in Brussel met een regionaal, lokaal beleid. OD 1.1 - Het horizontale Brusselbeleid van de Vlaamse Regering coördineren Realisaties 2011 Om een integraal beleid voor Brussel mogelijk te maken, is een aangepast beleidsinstrumentarium nodig. De Brusselnorm en de Brusseltoets zijn daarbij geschikte middelen. Beiden vormen ze een sleutelproject dat in het kader van de monitoring van het regeerakkoord en ViA uitdrukkelijke aandacht krijgt. De Task Force Brussel (zie verder onder OD 6.1) kreeg in 2010 de opdracht een voorstel uit te werken voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke meet- en weetinstrumenten en voor de implementatie van de Brusselnorm en de Brusseltoets. Wat de Brusseltoets betreft, volg ik eveneens de ontwikkelingen op inzake het strategisch beleidskader voor kwaliteitsvolle regelgeving en administratieve vereenvoudiging 2009-2014. De Vlaamse Regering heeft immers herbevestigd dat RIA het centraal beoordelingsinstrument is voor effectbeoordelingen, en dat de diverse wetgevingstoetsen in deze RIA moeten worden geïntegreerd. Vertegenwoordigers van de verschillende beleidsdomeinen, die verantwoordelijkheid dragen voor een bepaalde wetgevingstoets, werken momenteel aan een voorstel voor een werkbare en eenvormige procedure om voorstellen van regelgeving te onderwerpen aan een impactanalyse. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Het eindrapport van de Task Force Brussel zal eind 2011 klaar zijn, zodat ik inzake de Brusselnorm en -toets een voorstel van aanpak aan de Vlaamse Regering kan doen. Daarbij wil ik ook feedback verzamelen van het middenveld en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in het kader van het politieke overleg dat in 2012 wordt opgestart. Het is immers belangrijk dat de Brusselnorm en –toets, in haar belang en vorm, gedragen worden door interne en externe stakeholders. Daarnaast zal ik er uiteraard voor zorgen dat de concrete uitwerking van de Brusseltoets maximaal aansluit bij de voorstellen om de verschillende toetsen te integreren in één impactanalyse. OD 1.2 - Het verticale Brusselbeleid van de Vlaamse Regering doelgericht ontwikkelen Het Vlaams Brusselfonds Realisaties 2011 Het Vlaams Brusselfonds werd in 2011 ingezet voor ondermeer de financiering van investeringen aan het gebouwencomplex van Muntpunt, het Huis van het Nederlands, studieopdrachten, de werking van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel,... In september 2011 opende op het Muntplein het nieuwe Vlaams-Marokkaans huis Daarkom. In de verbouwing van Daarkom werd de voorbije jaren 1.500.000 euro geïnvesteerd vanuit het Vlaams Brusselfonds. De rapportering over de werking van het fonds gebeurt via een afzonderlijk jaarverslag. Het jaarverslag 2010 werd in juli 2011 ingediend bij het Vlaams Parlement en is tevens beschikbaar op de website http://brussel.vlaanderen.be. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Om het dagelijks beheer van het Vlaams Brusselfonds in lijn te brengen met de algemene delegatieregelingen die gelden binnen de Vlaamse overheid, zal de beheersbevoegdheid van de Leidend Ambtenaar van het Fonds worden verduidelijkt. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 tot regeling van het beheer en de werking van het Vlaams Brusselfonds zal in die zin worden aangepast.

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 110

Page 11: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

In 2012 wens ik het operationele kader van het Vlaams Brusselfonds te herdefiniëren. Zowel de ontstaansredenen, als de aanwending van de middelen van het fonds, zijn achterhaald, en lopen vaak parallel met andere financieringsvormen. Het fonds is intussen volgestort, en vormt een communicerend vat met andere basisallocaties. Het kerntakendebat zal ook hier in 2012, na het eindrapport van de Task Force Brussel, een antwoord moeten geven of het in stand houden van het Vlaams Brusselfonds als afzonderlijk beleidsinstrument nodig en efficiënt is, en dit gekaderd in een geïntegreerde langetermijnvisie voor het Vlaamse Brusselbeleid. Budgettaire weerslag De middelen van het Vlaams Brusselfonds bedragen in 2012 4.832.000 euro (AB0/1AG-I-5/IS). Convenanten met nominatieve organisaties Realisaties 2011 Zoals in de beleidsbrief van vorig jaar aangekondigd, sloot ik begin 2011 convenanten af met drie nominatieve organisaties op basis van het meerjarenplan 2011-2015. In de convenanten zijn de strategische en operationele doelstellingen, voorbeeldacties en procesindicatoren opgenomen. De convenant met het Huis voor Gezondheid werd mee ondertekend door de VGC omdat we samen de werking financieren. De convenanten met BRIO (VGC geeft geen subsidie voor de werking) en met het Huis van het Nederlands (VGC subsidieert een andere deelwerking) zijn tweepartijen-overeenkomsten. In de convenanten wordt gestipuleerd dat één keer per jaar – in mei of juni – een grondig evaluatiegesprek tussen de Vlaamse overheid (kabinet en administratie) en de gesubsidieerde organisatie plaatsvindt, zodat bepaalde doelstellingen kunnen worden verduidelijkt en zo nodig bijgestuurd. Voor het Huis voor Gezondheid wordt ook de VGC bij dat gesprek betrokken. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Met de Vlaams-Brusselse mediapartners werden nog geen convenanten afgesloten, omdat ik eerst het nieuwe organisatiemodel wil implementeren. Als alles naar wens verloopt, kan in 2012 alsnog een convenant worden afgesloten. In 2012 zullen ook convenanten worden afgesloten met het Kenniscentrum Woonzorg Brussel en met Br(ik, de rechtsopvolger van Quartier Latin. Subsidielijn “Projecten voor Brussel” Realisaties 2011 Binnen het begrotingsprogramma Coördinatie Brussel worden subsidies verleend aan “Initiatieven in het kader van de versterking van de Vlaamse inbreng in Brussel en van de versterking van de band tussen Brussel en de rest van Vlaanderen”. In 2011 werd het subsidiekader vernieuwd, wat resulteerde in een nieuwe subsidiegids “Projecten voor Brussel”. De vernieuwde subsidiegids vormt een belangrijke hefboom om tal van beleidsvoorstellen op de sporen te zetten die ik op het vlak van de ondersteuning van de Vlaamse aanwezigheid en betrokkenheid in Brussel heb aangekondigd in mijn beleidsnota. Het invoeren van de nieuwe subsidiegids werd bij het werkveld bekendgemaakt via een nieuwsbrief en een advertentiecampagne (kostprijs 32.000 euro). In mijn Beleidsbrief Brussel 2010-2011 werd de implementatie van de nieuwe subsidiegids naar voren geschoven als één van de vijf grote inhoudelijke werven. In die beleidsbrief schetste ik ook uitgebreid de nieuwe klemtonen. De heroriëntering van de subsidielijn “Projecten voor Brussel” heeft tot een aantal andersoortige projecten geleid. Zo werden bijvoorbeeld belangrijke culturele evenementen in Vlaanderen gesubsidieerd, zoals Theater aan Zee en Freestate, waarvan de programma’s inhoudelijk en vormelijk aandacht aan Brussel besteedden.

V L A A M S P A R L E M E N T

11Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 12: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Beleidsopties en –initiatieven 2012 Het is uiteraard te vroeg om nu reeds een globale evaluatie te maken van de impact van de nieuwe subsidiegids, maar we monitoren dit permanent. In ieder geval zal ik in 2012 deze koers verder aanhouden. Ik reken ook op bijkomende initiatieven van Brusselse en Vlaamse middenveldorganisaties om uitwisselingsprojecten op te zetten tussen Brussel en Vlaanderen (zie verder categorie 1). De ondersteuning van projecten via de subsidiegids “Projecten voor Brussel” draagt bij tot de realisatie van één of verschillende operationele doelstellingen uit de beleidsnota, zoals onder andere:

- OD 1.4 - Een permanente dialoog met het middenveld organiseren - OD 3.1 - Het Nederlandstalige netwerk in Brussel als basispartner voor het beleid beschouwen - OD 3.3 - Het imago van Vlaanderen en Vlamingen in Brussel verbeteren - OD 4.3 - Het imago van Brussel in Vlaanderen en bij Vlamingen verbeteren - OD 7.1 - Diversiteit en interculturaliteit als horizontaal thema voor het beleid behandelen - OD 7.2 - Kwaliteitsvolle interculturele projecten stimuleren - OD 10.4 - Mondiale, interculturele en burgerschapsvorming versterken - OD 10.6 - Zorgen dat kinderen en jongeren zich thuis of kind aan huis voelen in Brussel - OD 11.1 - (Culturele) samenwerking ondersteunen - OD 11.2 - Vernieuwende culturele en creatieve initiatieven kansen geven - OD 11.3 - Participatiebevorderende initiatieven ondersteunen

Ik overloop kort de nieuwe klemtonen en haal enkele projectvoorbeelden aan. De subsidiegids bestaat uit drie categorieën, waarvan twee nieuwe. De eerste (nieuwe) categorie speelt in op het belang dat in mijn Beleidsnota Brussel 2009-2014 (p.15) aan reële uitwisselingsprojecten tussen Brussel en Vlaanderen wordt gehecht. Die categorie laat ook volop toe Brusselprojecten in Vlaanderen op te zetten. In september 2011 is het grote uitwisselingsproject “Brussel op ’t spoor” van vtbKultuur van start gegaan, dat tot 2013 zal lopen. De Brusselse literaire vereniging Het beschrijf start in het najaar 2011 in vijf Vlaamse steden met Tour de Flandre (meer toelichting bij beide projecten bij OD 4.3). Tot deze categorie kan ook het project “Diep in het Bos” worden gerekend waarin de synergieën tussen Brussel en de Vlaamse Rand tot uitdrukking komen. Vijf Vlaams-Brusselse gemeenschapcentra en drie gemeenschaps- en cultuurcentra uit de Rand organiseerden samen tijdens de laatste vakantieweek van augustus 2011 Diep in het Bos, een meerdaags, hoogstaand en toegankelijk kinder- en jongerenkunstenfestival in het Laarbeekbos, aan de rand van de hoofdstad. In 2012 zal de tweede editie plaatsvinden. Ik vermeld ook het project “Proef gastronomisch Vlaanderen in Sociale Brusselse Restaurants” van Atelier Groot Eiland. Vanuit de vaststelling dat het publiek van Brusselse sociale restaurants vaak een nogal stereotiep beeld van Vlaanderen heeft, gaan drie sociale restaurants rond het thema “Vlaanderen” aan het werk. In het sociaal restaurant van Atelier Groot Eiland zullen gedurende een week alle Vlaamse provincies één dag in de kijker worden geplaatst. De tweede categorie behelst “hoofd- en grootstedelijke projecten waardoor alle Vlamingen zich thuis en welkom voelen in de hoofdstad”. Hier vormen de zomerfestivals een goed voorbeeld van. Ik benadruk hier nogmaals dat de finaliteit van de subsidie die ik als minister bevoegd voor Brussel verleen aan grote evenementen zoals het Klarafestival, Brosella of Bruksellive, niet cultureel van aard is: het gaat om een gemeenschapsvormende doelstelling waarbij de banden tussen Brussel en Vlaanderen worden aangehaald, Vlaamse Brusselaars zich thuis voelen in de stad en Vlamingen hun weg naar Brussel vinden. De derde (nieuwe) categorie speelt in op het belang dat in de Beleidsnota (p.32) wordt gehecht aan participatiebevorderende initiatieven die inspelen op de maatschappelijke labofunctie van Brussel. In dit plaatje past bijvoorbeeld steun aan de burgerbeweging Platform Kanal, die in het najaar van 2012 de tweede editie van Festival Kanal zal organiseren, dat de rijkdom, het potentieel en de troeven van de kanaalzone onder de aandacht brengt (zie toelichting bij OD 11.2 en 11.3). Daarnaast is er de

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 112

Page 13: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

tweejaarlijkse Zinnekeparade, die in 2012 zal draaien rond het thema “Désordre/Wanorde”. Binnen deze categorie subsidieer ik ook het project IMID van Curieus, dat erop gericht is de burgerzin in Brussel te versterken (zie toelichting bij OD 10.4). Ik vermeld ten slotte het project “Brussel aan de Rand” van vzw Bral, een Nederlandstalige Brusselse vereniging van bewonersgroepen, organisaties en Brusselaars met als engagement een leefbare stad. Bral heeft als uitgangspunt dat bewoners van Brussel en de Rand tot dezelfde belangengemeenschap behoren als het om mobiliteit of de kwaliteit van de leefomgeving gaat. De organisatie stelt vast dat een structureel intergewestelijk contact ontbreekt op alle niveaus, ook bij het middenveld. Op die laatste lacune speelt het project “Brussel aan de Rand” in. Door het samenbrengen en laten samenwerken van een aantal bewonersgroepen en middenveldorganisaties uit Brussel en de Vlaamse Rand rond een aantal gemeenschappelijke thema’s wil Bral een gemeenschappelijke discussieruimte creëren en elementen aanreiken die het debat aanzwengelen en die het beleid kunnen voeden. Daarnaast wil dit project ook de contacten tussen de Brusselse en Vlaamse middenveldorganisaties verbeteren (UNIZO, de vakbonden, BBL…). Naast die drie verticale categorieën, worden twee horizontale invalshoeken gehanteerd. Op inhoudelijk vlak vallen deze initiatieven onder één van de drie vermelde projectcategorieën. Er worden subsidies voor gemeenschapsoverschrijdende projecten van tweetalige organisaties verleend (Zinneke, Couleur Café, Passa Porta, Bozar, Platform Kanal, Recyclart…). Ik waak er zorgvuldig over dat de Nederlandstalige inbreng in de organisatie, de programmering, de uitvoering en de communicatie van die projecten volwaardig is. Impulssubsidies willen initiatieven met een experimenteel en vernieuwend karakter tijdelijk ondersteunen. Beloftevolle initiatieven kunnen ten hoogste drie (opeenvolgende) keren een subsidie ontvangen, zodat ze de mogelijkheid krijgen hun levensvatbaarheid te bewijzen in afwachting van een solide structurele financieringsbasis. Initiatieven die een impulssubsidie ontvangen, worden op een intensievere wijze begeleid, zodat de middelen maximaal renderen. Ze vergen vaak niet enkel een goede inhoudelijke begeleiding, maar ook de nodige administratieve en politieke contacten. Impulssubsidies kunnen uitmonden in vier “soorten” verankeringen:

- Sommige impulssubsidies zijn eenmalig van aard en leiden ertoe dat een project zelfbedruipend kan worden. Voorbeeld hiervan vormt de subsidie aan de kunstenaarsmarkt MicroMarché (zie ook OD 11.2 en 11.3).

- Andere impulssubsidies worden verleend aan initiatieven die later binnen het bevoegdheidsdomein Brussel zelf worden opgevangen. Indien Kuumba – het Vlaams-Afrikaans Huis in Elsene – op inhoudelijk en zakelijk vlak in 2012 de nodige stappen vooruit zet, zal ik - samen met de VGC - naar een structurele oplossing zoeken voor dit Huis (zie OD 7.1 en 7.2).

- Nog andere impulssubsidies worden toegekend in afwachting van een verankering binnen andere bevoegdheidsdomeinen of binnen andere overheden. Het exemplarische project School in de Buurt van het gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek zou zo na drie impulssubsidies vanaf 2013 bij de VGC moeten kunnen worden opgevangen.

- Ten slotte worden er impulssubsidies verleend voor nieuwe deelwerkingen van structureel gesubsidieerde organisaties, op voorwaarde dat die na max. drie jaar in de gewone werking worden geïntegreerd. Voorbeelden hiervan vormen de projecten “Gazet van de Vrijwilliger” van Het Punt en “Naar een digitale duurzaamheid voor miniorganisaties” van het AMVB (zie ook SD 2).

Ik heb in mijn vorige beleidsbrief beloofd projecten met een louter lokale of gemeentelijke dynamiek (buurtfeesten, kleine festivals) niet langer voor subsidiëring in aanmerking te nemen omdat ze thuishoren op het lokale gemeentelijke niveau of bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In 2011 werd die intentie waargemaakt en dat zal ook in 2012 gebeuren.

V L A A M S P A R L E M E N T

13Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 14: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Voor de subsidielijn “Projecten voor Brussel” is in 2012 een bedrag van 1.710.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTA). OD 1.3 – Zorgen voor een wetenschappelijke onderbouw van het beleid De prioritaire partner voor de wetenschappelijke onderbouw van het Vlaamse Brusselbeleid is BRIO, het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum. Realisaties 2011 Begin 2011 sloot ik met BRIO een convenant af op basis van het meerjarenplan 2011-2015, waarin de strategische en operationele doelstellingen, voorbeeldacties en procesindicatoren zijn opgenomen. De basisdoelstelling van BRIO is de kennis over Brussel en de Rand te verruimen door het uitvoeren en verspreiden van wetenschappelijk, interdisciplinair en beleidsondersteunend onderzoek. BRIO schenkt in toenemende mate aandacht aan de verwevenheid en wisselwerking tussen Brussel en de Rand. Daartoe wordt oorspronkelijk wetenschappelijk onderzoek opgezet rond vier centrale onderzoeksassen: taal(politiek) en integratie; onderwijs en diversiteit; politiek en bestuur en meertalige steden. Bij de uitvoering van het onderzoek wordt een nauwe samenwerking en uitwisseling met andere binnen- en buitenlandse onderzoekscentra, opdrachtgevers en partners van het middenveld nagestreefd. Binnen de academische wereld is BRIO actief in verschillende samenwerkingsverbanden, onder meer in het Brussels Studies Institute (FUSL, ULB en VUB). Beleidsopties en –initiatieven 2012 De BRIO-website verzamelt en ontsluit wetenschappelijke literatuur, beleidsdocumenten en andere relevante publicaties. In het kader van de verdere uitbouw van www.briobrussel.be krijgen in 2012 twee nieuwe werkinstrumenten prioritaire aandacht: er is de operationalisering van de cijferbank, die belangrijke en recente cijfers ook in kaartvorm zal weergeven en er is het Brussel-ABC, waarin Brusselgerelateerde thema’s bondig en toegankelijk worden uitgelegd. In 2012 zullen de resultaten van de derde Taalbarometer worden gepresenteerd. De bevraging van 2500 respondenten vond reeds plaats in 2011. Dat vijfjaarlijkse representatieve onderzoek naar taalgebruik in Brussel geeft een beeld van de Brusselse taalsituatie en laat toe om taalverschuivingsprocessen over een langere periode in kaart te brengen en te duiden (zie ook OD 5.1 en 5.2). Tijdens het tweede werkingsjaar van het meerjarenplan wordt naar analogie van het Brusselse taalbarometeronderzoek, op initiatief van mijn collega bevoegd voor de Vlaamse Rand, ook een taalbarometer voor de Vlaamse Rand opgestart. Vergelijkend onderzoeksmateriaal over de situatie van de Brusselse gemeenten en de Vlaamse gemeenten grenzend aan het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest is schaars, terwijl de impact van de effecten van de grootstad zich vanzelfsprekend ook buiten de taal- en administratieve grenzen doet voelen. In april 2012 wordt er door mijn collega bevoegd voor de Vlaamse Rand een colloquium over ‘de internationalisering van de Rand’ georganiseerd, waar demografische, economische, culturele, sociale, ruimtelijke, politieke, taalkundige en identiteitsaspecten aan bod zullen komen. Het spanningsveld tussen en de samenwerking van wereldsteden met hun omringende regio vormen een internationaal gegeven. Daarom zullen ook buitenlandse cases aan bod komen, in het bijzonder de andere Europese hoofdzetels. In 2012 worden een aantal interessante ad hoc onderzoeksprojecten (met externe financiering) opgezet met een grote beleidsmatige relevantie:

- het taalgebruik van jongeren in een meertalige omgeving en eentalige onderwijsstructuren; - ‘Linguistic Landscapes’ of de impact van het taalbeleid op het visuele taalbeeld in de publieke

ruimte; - het taalbeleid in de drie ‘hoofdsteden’ van de Europese Unie: Straatsburg, Luxemburg en

Brussel.

V L A A M S P A R L E M E N T

Budgettaire weerslag

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 114

Page 15: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Budgettaire weerslag BRIO wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 152.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB). OD 1.4 – Een permanente dialoog met het middenveld organiseren Realisaties 2011 Ook in 2011 heb ik als Vlaams Minister van Brussel, maar eveneens vanuit mijn andere bevoegdheden Onderwijs, Jeugd en Gelijke Kansen, regelmatig contact gehad met een diverse groep van actoren uit het middenveld in Brussel. Dit gebeurde in het kader van concrete dossiers, gaande van subsidieaanvragen tot werkbezoeken of via deelname aan congressen en dergelijke meer. Zo kan ik permanent de vinger aan de pols houden van wat er leeft in Brussel. In 2010 heb ik aan de Task Force Brussel de opdracht gegeven voorstellen uit te werken om organisaties uit het brede middenveld op een meer gestructureerde manier over het Brusselbeleid te consulteren. Gezien de timing van de Task Force Brussel is opgeschoven (zie verder onder OD 6.1), en de voorstellen pas eind 2011 zullen beschikbaar zijn, heb ik nog geen concreet initiatief kunnen nemen. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Op basis van de aanbevelingen van de Task Force Brussel zal ik in 2012 een initiatief nemen om organisaties uit het brede middenveld die in Brussel actief zijn uit te nodigen tot een vorm van gestructureerde dialoog met als doel om de beleidsplanning te verrijken en te optimaliseren. Budgettaire weerslag Eventuele kosten die voortvloeien uit het organiseren van deze dialoog zullen worden gefinancierd via de algemene werkingskosten voor de versterking van de Vlaamse inbreng in Brussel (AB0/1AG-I-2/WTA). OD 1.5 – Een sterke partner zijn bij de armoedebestrijding in Brussel Realisaties 2011 De coördinatie van het Vlaamse armoedebeleid en bijgevolg de afstemming met het armoedebeleid en overleg met de armoedeorganisaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Armoedebestrijding. Vlaams minister Ingrid Lieten zal als coördinerend minister de in 2011 opgestarte permanente interkabinettenwerkgroep over armoede in Brussel opvolgen, waarin naast het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de drie Brusselse Gemeenschapscommissies ook de Vlaamse en de Franse Gemeenschap worden uitgenodigd. Op die manier is een permanent armoedeoverleg geïnstalleerd, zoals vooropgesteld in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) (actie 38). Op 15 juni 2011 gaf minister Lieten in de Commissie Brussel en de Vlaamse Rand van het Vlaams Parlement toelichting bij het Voortgangsrapport 2010 van het VAPA. Als Vlaams minister voor Brussel nodigde ik op 14 september 2011, in samenwerking met het Seniorencentrum, de Brusselse dienstencentra en HOBO, Brusselse thuislozen en personen in armoede uit op een klassiek concert in Bozar in het kader van het Klarafestival. Daarnaast werden ook Brusselse senioren uitgenodigd. Dit zijn doelgroepen die via de vele evenementen die vanuit het

V L A A M S P A R L E M E N T

15Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 16: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

beleidsdomein Brussel worden ondersteund, zoals bijvoorbeeld de zomerfestivals, niet of nauwelijks worden bereikt. Een extra en specifieke inspanning om deze mensen te laten meegenieten van het Brusselse culturele aanbod is dus zeker op zijn plaats. Ik wens dit initiatief de komende jaren verder uit te bouwen. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Mijn rol als Vlaams minister bevoegd voor Brussel in de problematiek van de armoedebestrijding is ondersteunend. Ik signaleer opportuniteiten en moeilijkheden, vooral op het domein van de gemeenschapsaangelegenheden (onderwijs, welzijn, …). Ik blijf dit belangrijke thema met de nodige aandacht volgen door regelmatig overleg met de Vlaamse Minister van Armoedebestrijding en via de jaarlijkse voortgangsrapporten van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding. In mijn hoedanigheid van Vlaams minister van Onderwijs vermeld ik hier ook het project dat vanaf september 2012 wordt opgestart in 9 basisscholen met een hoog % GOK-leerlingen, waarvan 3 in Brussel, om een aangepast onderwijsmodel te initiëren. Dit project wordt toegelicht in SD 10 ‘Onderwijs en jeugd’ van deze beleidsbrief. Budgettaire weerslag Voor het project om maatschappelijk kwetsbare doelgroepen sterker te betrekken bij het culturele aanbod werd op AG000 een budget vrijgemaakt van 15.520 euro. Het proefproject voor de initiatie van een nieuw onderwijsmodel in concentratiescholen wordt gefinancierd vanuit de onderwijsbegroting van de Vlaamse overheid.

SD 2 - Brussel voor Vlaanderen: leren uit de grootstedelijke ervaring en inspelen op de internationale functie Door haar investeringen in de Brusselse samenleving zorgt de Vlaamse Overheid voor een expertise-opbouw die ook in de rest van Vlaanderen kan worden toegepast en grijpt ze kansen om Vlaanderen in dit kruispunt van Europa internationaal te verknopen en te profileren. Brussel dus als laboratorium en als internationaal knooppunt voor Vlaanderen. Het zijn twee effecten van het Vlaamse Brusselbeleid die in het verleden nog te weinig werden gedetecteerd, geanalyseerd, gestimuleerd en belicht. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Een goed voorbeeld van de labo-functie is de taalpromotionele werking van het Huis van het Nederlands in Brussel. De expertise en instrumenten die in Brussel (en de Vlaamse Rand) ontwikkeld zijn in het kader van taalpromotie, zijn inzetbaar en transponeerbaar naar Vlaanderen. In mijn Beleidsbrief Brussel 2010-2011 gaf ik het Huis van het Nederlands Brussel de opdracht om de goede praktijkvoorbeelden inzake Taalpromotie in de kijker te plaatsen en waar mogelijk over te dragen naar Vlaanderen. Het Huis van het Nederlands Brussel heeft hier meteen op ingespeeld door reeds een deel van haar expertise inzake Taalpromotie over te dragen naar de Huizen in Vlaanderen. Een gevolg daarvan is dat een project zoals “Bijt in …” al heeft plaatsgevonden in onder meer Kortrijk, Gent, Genk en Leuven. Ook het project Patati Patata is al actief in Vlaanderen, met name dan in Oost-Vlaanderen onder de noemer Taalmix. Om deze overdracht meer zichtbaarheid te geven organiseerde ik samen met mijn collega bevoegd voor de Vlaamse Rand op 27 oktober 2011 met het Huis van het Nederlands Brussel en vzw ‘de Rand’ de Dag van de Taalpromotie. Die dag startte ook de website www.taalboulevard.be, waar organisaties, instellingen en overheden terecht kunnen op zoek naar oplossingen voor de eigen taalproblematiek. In 2012 zal het Huis van het Nederlands de Brusselse expertise in verband met taalpromotie zodoende op een structurele wijze naar Vlaanderen overdragen (zie ook OD 5.2).

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 116

Page 17: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Een tweede voorbeeld vormt van de oprichting en werking van het Brusselse Huis voor Gezondheid, dat ondersteuning biedt aan zorgverleners en organisaties van zorgverleners die in de context van een multiculturele hoofdstad toegankelijke en kwalitatieve zorg willen bieden, gesteund op de globale benadering van de patiënt/cliënt. Dat gezondheidshuis heeft een sensibiliserende, ondersteunende, structurerende en recruterende taak. De databank Zorgzoeker verzamelt de Nederlandskundige zorgverleners in Brussel en de Vlaamse Rand en vormt een belangrijk informatieplatform. Bij de oprichting van de SEL’s (Samenwerkingsinitiatieven EersteLijnsgezondheidszorg) begin 2010 op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor gezondheid, kregen zij de opdracht om het gezondheidsaanbod uit hun regio te inventariseren en ontsluiten. De Brusselse SEL, het Brussels Overleg Thuiszorg, sloot hiervoor een overeenkomst af met het Huis voor Gezondheid dat Zorgzoeker beheert en deze opdracht vervult. Zorgzoeker ontsluit niet alleen het gezondheidsaanbod, ook de sociale kaart (SOKA) wordt via Zorgzoeker laagdrempelig ontsloten. Die combinatie van gegevens uit de gezondheids- en welzijnssector binnen de (Vlaams-)Brusselse context is uniek en wordt met grote aandacht gevolgd in de rest van Vlaanderen. In 2011 werd Zorgzoeker vergeleken met andere elektronische inventarisatie- en ontsluitingsinstrumenten. Het Huis voor Gezondheid zit in een werkgroep met de SEL’s, de SOKA, Domus Medica en de Vlaamse Overheid om indien mogelijk tot een éénvormig en nuttig instrument voor gans Vlaanderen te komen, vertrekkende van de expertise die met de Zorgzoeker-databank werd opgedaan (zie ook OD 9.4). Ook op wetenschappelijk vlak komt expertise-opbouw in Brussel van pas voor Vlaanderen. Het taalbarometeronderzoek dat BRIO vijfjaarlijks in Brussel uitvoert schetst op basis van een representatieve steekproef van de bevolking een taalbeeld van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Taalbarometer wordt concreter toegelicht in OD 5.1. De derde Taalbarometer over Brussel zal in 2012 verschijnen. Mijn collega bevoegd voor de Vlaamse Rand heeft BRIO intussen de opdracht gegeven een vergelijkbare Taalbarometer in de Rand op te zetten. Het confronteren van de resultaten van beide onderzoeken, kan zorgen voor een grotere coherentie in het Vlaams beleid voor Brussel en de Rand. Ik vermeld nog twee kleinere projecten die in Brussel zijn ontstaan en naar Vlaanderen zullen worden uitgedragen. Het Archief en Museum van Vlaams leven te Brussel (AMVB) zet het project “Naar een digitale duurzaamheid voor miniorganisaties” op dat erop gericht is Vlaams-Brusselse kleinere verenigingen ertoe aan te zetten om hun archieven en documenten op een duurzame wijze te bewaren als representatie van de Vlaamse aanwezigheid in Brussel. De gehanteerde methodiek vindt zijn neerslag in een handleiding, die via bemiddeling van organisaties als FARO en Socius ook in de rest van Vlaanderen worden verspreid Citizenne, het Brusselse Vomingplus-centrum, zet het project “It takes a village to raise a child” op, vertrekkende vanuit de vaststelling dat het in Brussel geen evidentie is dat ouders een eigen plek binnen de school verwerven, verantwoordelijkheid opnemen in een ouderraad en meedenken over het pedagogische project van de school. Via gerichte vormingen wil dit project ouders ertoe aanzetten meer aan het schoolleven te participeren. Er wordt een toolkit samengesteld voor het opzetten van participatieve projecten met ouders, school en buurt. De ervaringen worden publiekelijk gedeeld, gedocumenteerd en geëvalueerd met bijvoorbeeld publicaties in Klasse en Wisselwerk, andere vaktijdschriften, aanwezigheid op internetfora en studiedagen, enzovoort. Op die wijze kan de in de hoofdstad opgedane expertise worden gevaloriseerd in de Vlaamse context. Budgettaire weerslag De Dag van de Taalpromotie kreeg een financiële ondersteuning van 15.407 euro. Het Huis van het Nederlands Brussel en het Huis voor Gezondheid worden ad nominatim gesubsidieerd. Het project “Naar een digitale duurzaamheid voor miniorganisaties” van het AMVB ontvang in 2011 een subsidie van 25.000 euro, en het project “It takes a village to raise a child” van Citizenne een subsidie van 27.775 euro.

V L A A M S P A R L E M E N T

17Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 18: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

SD 3 - Vlaanderen in Brussel: sterk verankerd blijven OD 3.1 – Het Nederlandstalige netwerk in Brussel als basispartner voor het beleid beschouwen Het Nederlandstalige netwerk van instellingen, organisaties en de Nederlandstalige inwoners zijn vanzelfsprekend de basispartner van het Vlaamse beleid in Brussel. Die doelstelling realiseert zich met een permanent karakter via de talloze acties van het Vlaamse Brusselbeleid en de financiële ondersteuning die ze het Nederlandstalige netwerk in Brussel biedt. Voorbeelden hiervan zijn:

- de ontwikkeling van Muntpunt als kruispunt en ontmoetingsplek voor het Nederlandstalige netwerk in Brussel en de Nederlandstalige inwoners van Brussel;

- de driemaandelijke “Brusselbrief”, de digitale nieuwsbrief van de administratie Cel Coördinatie Brussel;

- de subsidielijn “Projecten voor Brussel” waardoor organisaties op basis van de criteria vastgelegd in de gelijknamige subsidiegids projectmatige steun kunnen aanvragen (zie ook OD 1.2);

- de mogelijkheid die in de subsidiegids “Projecten voor Brussel” werd gecreëerd voor het Nederlandstalige netwerk in Brussel om zich met goede projecten in Vlaanderen en aan Vlaanderen te tonen (zoals bijvoorbeeld gebeurde via de culturele manifestaties Theater aan zee en Dansand);

- de nominatieve ondersteuning van verschillende sleutelorganisaties in het Nederlandstalige netwerk in Brussel zoals de Vlaamse-Brusselse media (tvbrussel, fmbrussel, Brussel Deze Week en Brusselnieuws.be), het Huis van het Nederlands, het Huis voor Gezondheid, het Kenniscentrum Woonzorg Brussel en het studentendienstverleningsbureau Br(ik.

Beleidsopties en initiatieven 2012 Voor 2012 kunnen twee specifieke acties worden aangestipt:

- In het kader van het kerntakenoverleg met de Vlaamse Gemeenschapscommissie zal de Task Force Brussel in haar eindrapport een voorstel doen om het brede middenveld dat actief is in Brussel is uit te nodigen tot een vorm van gestructureerde dialoog met als doel de beleidsplanning te verrijken en optimaliseren. Dit voorstel wordt eind dit jaar verwacht, en zal in 2012 geïmplementeerd worden (zie ook OD 1.4)

- In de loop van 2012 wordt, samen met mijn collega van Welzijn en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie een Staten-Generaal Woonzorg Brussel georganiseerd, waarbij het volledige werkveld én de gebruikers bevraagd worden. Ik verwijs hiervoor naar OD 9.3.

OD 3.2 - “Wonen waar je werkt” in de praktijk omzetten Realisaties 2011 Ik blijf aandacht hebben voor het concept ‘wonen waar je werkt’ door na te gaan welk beleid mogelijk is om beroepskrachten in knelpuntberoepen en Vlaamse ambtenaren te stimuleren om in Brussel te komen wonen. Daarbij moet er wel rekening gehouden worden met de financiële, logistieke en praktische haalbaarheid van dergelijke stimuli, en de prioriteiten die daarbij moeten worden gelegd. Momenteel promoot Br(ik Brussel als woonstad voor studenten en pas afgestudeerden (Flats voor jong afgestudeerden), zijn er de woontoers van de VGC in samenwerking met Brukselbinnenstebuiten of gaat het H-team van het Huis voor Gezondheid op pad om het knelpuntberoep van zorgverlener, en dan specifiek in Brussel, in de aandacht te plaatsen.

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 118

Page 19: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Muntpunt wordt ongetwijfeld een belangrijke en zichtbare communicatiepartner om Brussel als woonstad te promoten. In de verdere operationalisering van Muntpunt in 2012 zullen de diverse campagnes inzake wonen tegen het licht worden gehouden en waar mogelijk op elkaar worden afgestemd. Wat de Vlaamse ambtenaren betreft verwacht ik een beleidsmatige input van de bevoegde Minister voor Ambtenarenzaken. Budgettaire weerslag Er is geen afzonderlijk budget voorzien. De bestaande campagnes en projecten worden gefinancierd via de budgetten van de gesubsidieerde of betoelaagde organisaties of instellingen. OD 3.3 – Het imago van Vlaanderen en Vlamingen in Brussel verbeteren Zoals ik in de Beleidsbrief Brussel 2011 schreef, wens ik het imago van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel vooral te verbeteren door het opzetten en versterken van een aantal duurzame initiatieven die tonen dat de Vlaamse Gemeenschap zich als een positieve en slagkrachtige partner opstelt in het hoofdstedelijke verhaal. Rond die concrete initiatieven wordt er natuurlijk gecommuniceerd. Het voeren van een globale offensieve imago- en marketingcampagne rond Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap in Brussel – zoals in het verleden gebeurde – is op dit ogenblik niet aan de orde. In een complexe, meertalige omgeving als Brussel is informatieverspreiding moeilijk, wordt informatie niet algemeen gedeeld en zijn er vele communicatiekanalen. Volgehouden langetermijncommunicatie op basis van concrete verwezenlijkingen heeft meer kans op slagen en is geloofwaardiger.

Sinds mijn aantreden als minister werden er een aantal structurele initiatieven genomen: het Huis voor Gezondheid werd opgericht, het hoofdstedelijk informatiecentrum Muntpunt staat in de steigers, de website brusselnieuws werd vernieuwd, het nieuwe studentendienstverleningsbureau Br(ik werd boven de doopvont gehouden, woonzorgprojecten in Evere (LDC Sint-Jozef), in Sint-Jans-Molenbeek (Zonnelied) en in Schaarbeek (Biloba-huis) werden geïnitieerd… Daarnaast zijn er een aantal exemplarische (jaarlijkse) initiatieven met een grote zichtbaarheid: Feest in Brussel op 11 juli 2011 op de Grote Markt, Bijt in Brussel dat NT2-cursisten toeleidt naar het Vlaamse socio-culturele aanbod, Broodje Brussel dat pendelaars met de stad in contact brengt, het studentenstadsfeest Brussel Brost dat nieuwe studenten het Vlaams-Brusselse netwerk leert kennen, de Zomeragenda’s van Brussel Deze Week verspreid op 156.000 exemplaren, en met een permanent karakter de Vlaams-Brusselse media tvbrussel, FM Brussel en Brussel Deze Week, of bijvoorbeeld ook de gratis lessen Nederlands voor Brusselaars en de succesvolle taalpromotionele werking van het Huis van het Nederlands in Brussel. Ik ben ervan overtuigd dat al die concrete initiatieven meer impact kunnen hebben op de beeldvorming over Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap in Brussel dan dure imagocampagnes. Wel is het dan nodig dat de vele initiatieven die de Vlaamse Gemeenschap en Nederlandstalige organisaties in Brussel nemen als dusdanig herkenbaar zijn. Naar het voorbeeld van het bestaande logo “N” van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wil ik daarom een gemeenschappelijk logo ontwikkelen voor het volledige Nederlandstalige netwerk in Brussel, dat een positieve connotatie realiseert bij de Vlaamse inbreng in Brussel. Ik zal het komende jaar in overleg met communicatie-experten en in samenspraak met de Vlaamse Gemeenschapscommissie bekijken op welke manier deze doelstelling best kan gerealiseerd worden.

V L A A M S P A R L E M E N T

Beleidsopties en –initiatieven 2012

19Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 20: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Realisaties 2011 Brussel is en blijft de hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap, en verdient daarom bijzondere aandacht van de Vlaamse Regering in de vorm van een specifiek Brusselbeleid. Het belang van Brussel voor de Vlaamse Gemeenschap, en ook omgekeerd, werd nogmaals bevestigd door de Minister-President naar aanleiding van een actualiteitsdebat op 6 april 2011. Het vermelden waard is ook de VRIND, het jaarlijkse rapport met Vlaamse Regionale Indicatoren dat onder coördinatie van de Studiedienst van de Vlaamse Regering wordt gerealiseerd. De VRIND 2011 beschrijft de demografische, macro-economische en sociaalmaatschappelijke context waarin de Vlaamse Overheid optreedt en geeft aan de hand van indicatoren een overzicht van de ontwikkelingen in materies waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is. Met het oog op een slagkrachtig, coherent en geïntegreerd Vlaams beleid voor Brussel wordt voortaan in de VRIND meer aandacht geschonken aan Brussel. Voor de gemeenschapsmateries worden consequent ook Brusselse cijfers opgenomen. Waar mogelijk en relevant worden Vlaamse Gewestcijfers vergeleken met cijfers voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (bijvoorbeeld op vlak van demografische ontwikkelingen, ruimtelijke ontwikkelingen, economie en tewerkstelling en sociale aspecten). Beleidsopties en –initiatieven 2012 Uiteraard zal ook in 2012 de rol van Brussel als hoofdstad worden beklemtoond. De activiteiten van Muntpunt zullen de inspanningen van de Vlaamse Gemeenschap nog sterker in de verf zetten. Ook de vernieuwing van de 11 juli-viering in Brussel (zie OD 4.2) zal bijdragen tot dit beeld. In de beheersovereenkomst 2012-2016 met de VRT werd gestipuleerd dat de VRT passende aandacht moet geven aan Brussel als hoofdstad van Vlaanderen. Dat betekent concreet dat de VRT via haar netten ruime aandacht zal besteden aan o.a. de evenementen en de vieringen die in Brussel in het kader van de Vlaamse feestdag worden georganiseerd. Uiteraard heeft de VRT de operationele autonomie om deze bepaling in te vullen, maar de passage in de beheersovereenkomst moet alvast de gepaste aandacht voor Brussel binnen de VRT-programmering garanderen. OD 4.2 – De 11-juliviering in Brussel positioneren en vernieuwen Realisaties 2011 Ook in 2011 werd op 11 juli in Brussel de Gulden Ontsporing georganiseerd door de AB, onder de noemer “Feest in Brussel”.’s Avonds vond op de Grote Markt traditioneel het slotconcert plaats, ditmaal samengesteld door Jean Blaute. ’s Namiddags waren er kleinere optredens in de Steenstraat, het Brussels Parlement en de Goede Bijstandskerk. In de Beleidsbrief Brussel 2010-2011 werd gesteld dat Vlaanderen verschillende 11-juli-evenementen kent, die zelfs in concurrentie met elkaar treden. Ik suggereerde daarom tot een betere afstemming te komen tussen deze initiatieven, en d.m.v. een meer geconcerteerde aanpak 11 juli in Vlaanderen en ook in Brussel duidelijker te positioneren als een groot en breed volksfeest. In dat kader werd in 2010 en 2011 overleg georganiseerd met de VRT en met de vzw Vlaanderen Feest, de AB, OPB, het kabinet van de Minister-President en de Diensten Algemeen Regeringsbeleid - coördinatie Brussel en communicatie. Uit dat overleg concludeerde ik dat er tussen de 11-juli-evenementen in Vlaanderen en de 11 juli-viering in Brussel enkel samenwerking op het vlak van de communicatie tot de mogelijkheden behoort. De meerwaarde hiervan zonder inhoudelijke afstemming lijkt me echter gering.

V L A A M S P A R L E M E N T

SD 4 – Brussel in Vlaanderen: de banden aanhalen OD 4.1 – Brussel behouden als hoofdstad van Vlaanderen

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 120

Page 21: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

In de vergadering van de Commissie Brussel en de Vlaamse Rand van 25 mei 2011 kwam de 11 juliviering in Brussel eveneens aan bod. Meerdere parlementsleden opperden er samen met mij dat de Gulden Ontsporing aan een evaluatie toe is en een vernieuwde en vernieuwende aanpak van de 11 juliviering in Brussel wenselijk is. Het komende jaar wil ik nagaan hoe we de Brusselse viering op een andere leest kunnen schoeien. Als eerste stap daartoe zal ik een brainstorm organiseren met de parlementsleden van de Commissie Brussel en de Vlaamse Rand en vertegenwoordigers van het middenveld om daaruit de politieke krijtlijnen te distilleren voor de toekomstige invulling van de 11 juliviering in Brussel. Op basis daarvan zal ik een beslissing nemen over de inhoudelijke vernieuwing en organisatie van deze festiviteiten. Mogelijk zal via een open oproep op zoek worden gegaan naar een nieuw format. Budgettaire weerslag In 2012 wordt er een bedrag van 445.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTA). OD 4.3 – Het imago van Brussel in Vlaanderen en bij Vlamingen verbeteren Het imago van Vlaanderen in Brussel wordt in belangrijke mate door de actualiteit bepaald. Dat geldt ook in de omgekeerde richting. Het vertrek van de bedrijven BBDO en Mortierbrigade uit Molenbeek omwille van de veiligheidsproblematiek, studenten die in de Kuregemwijk worden aangevallen op weg naar school, geweld tegen homoseksuelen in het centrum van de stad… De berichtgeving rond die gebeurtenissen dringt veel dieper in het collectief bewustzijn van de Vlaming door dan gelijk welke positieve imagocampagne ooit vermag. Ook de huidige politieke context waarbij sommige Vlaamse opiniemakers Brussel simplistisch voorstellen als een geldopslorpende of Vlaamsonvriendelijke stad bemoeilijkt een evenwichtige en genuanceerde beeldvorming over onze hoofdstad.

Het is dus duidelijk dat op dit ogenblik grootscheepse imago- of zichtbaarheidscampagnes niet aan de orde zijn. Concreet wil ik rond vier sporen werken om het imago van Brussel in Vlaanderen en bij Vlamingen te verbeteren. Daarbij besef ik dat de impact van deze acties slechts beperkt kan zijn.

In de eerste plaats is geobjectiveerde, evenwichtige informatieverstrekking over onze hoofdstad noodzakelijk. Daartoe werd in juli 2010 de Brusselbrochure “Brussel voor jou” gepubliceerd, die in drie talen een vlot, overzichtelijk en evenwichtig beeld geeft van Brussel (intussen aan een tweede druk toe). Ook Muntpunt zal een cruciale rol spelen in het bieden van informatie over de hoofdstad en de onderwijs-, welzijns- en culturele netwerken in Brussel. Ook het weekoverzicht van tvbrussel op de televisiezender één geeft wekelijks een andere, meer uitgediepte en dus vaak meer genuanceerde kijk op Brussel.

Daarnaast is het belangrijk Vlamingen in contact te brengen met de stedelijke, Brusselse realiteit. Dat doe ik door het steunen van projecten van stadstoeristische organisaties zoals Korei en Brussels by Water. Meer structureel ondersteun ik de organisatie Brukselbinnenstebuiten, die vooroordelen van Vlamingen tegenover Brussel wil bijsturen, niet door het brengen van een geromantiseerd verhaal, maar door het onder de aandacht brengen van de complexiteit en de problematiek van de grootstad. De organisatie heeft haar algemene doelstellingen sterker afgelijnd en werkt nu rond vier assen: 1. grenzen opzoeken (de stad als aan-elkaar-schakeling van grenzen tussen culturen, mensen, generaties, rassen, sociale klassen, talen…); 2. grootstedelijkheid (binnen een straal van 300 km is Brussel de grootste stad, een spiegel van grootstedelijkheid); 3. Brussel en de Rand (de grens tussen stad en rand ligt gevoelig omwille van politieke, taalkundige en demografische redenen, maar er is een grote nood aan grensoverschrijdende samenwerking inzake mobiliteit, tewerkstelling, woningbouwbeleid, armoede…); 4. Brussel als maatschappelijk laboratorium (grootsteden zijn broeinesten van ideeën, conflicten en oplossingen, wat zich in Brussel afspeelt vormt de voorbode van wat zich over enkele jaren in andere Vlaamse steden zal afspelen). Brukselbinnenstebuiten zal die algemene lijnen voelbaar maken bij de stadswandelingen. In 2012 wordt gestreefd naar 650 à 700 rondleidingen.

V L A A M S P A R L E M E N T

Beleidsopties en –initiatieven 2012

21Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 22: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Ten derde wens ik Brusselse projecten letterlijk uit te dragen naar Vlaanderen. Daarom heb ik beslist om in de nieuwe subsidiegids “Projecten voor Brussel” die begin 2011 van kracht werd, een aparte categorie te voorzien voor projecten die Brussel en Vlaanderen structureel of projectmatig verbinden (zie toelichting bij OD 1.2). Voorbeelden van dergelijke initiatieven in 2011 waren het theaterfestival Theater Aan Zee (subsidie: 117.500 euro) en het kunstenaarsproject Freestate (subsidie: 28.000 euro), die ik beide ondersteunde voor de focus op Brussel in hun programma. In de vorige beleidsbrief kondigde ik twee projecten aan, die inspelen op deze beleidsdoelstelling. Beide projecten lopen vanaf het najaar 2011. De Brusselse organisatie Het beschrijf, met hoofdkwartier in het internationale literatuurhuis Passa Porta, organiseert “Tour de Flandre”, een gevarieerde, tweetalige tournee langs vijf steden (subsidie: 28.000 euro). Nederlandstalige en Franstalige schrijvers en kunstenaars ontmoeten elkaar en het publiek in Gent, Brugge, Leuven, Oostende en Antwerpen: een ideale gelegenheid om de Brusselse geest van meertalige artistieke dialoog en kruisbestuiving concreet onder de aandacht te brengen in Vlaamse cultuurhuizen. Onder het motto ‘Hoe goed kennen we onze buren’ brengt het programma een aantrekkelijke cocktail uit de Brusselse cultuur naar Vlaanderen. Het uitgangspunt is literatuur, maar ook de Brusselse film, strip en performance-scène komen aan bod. vtbKultuur zet – samen met UitinBrussel – het grootscheepse project “Brussel Op ’t Spoor” op (subsidie: 121.000 euro). De organisatoren pakken de uitdaging van de problematische omgang van heel wat Vlamingen met hun hoofdstad omgekeerd aan. In de plaats van het “klassiek” organiseren van kennismakingsmomenten van Vlamingen met hun hoofdstad, brengt “Brussel Op ’t Spoor” op een grootschalige, integrale en diepgaande wijze Brussel naar Vlaanderen. De methode daartoe is uitermate laagdrempelig. vtbKultuur gaat op zoek naar sporen van Brussel in de Vlaamse centrumsteden vanuit verschillende invalshoeken: politiek, erfgoed, cultureel, culinair, populair enzovoort. Dit najaar staan Mechelen en Aalst op het programma. De aanpak is uitgesproken participatief. Per stad wordt een Brusselwerkboek opgesteld dat bij aanvang een aantal passe partout-suggesties bevat, maar dat gaandeweg in samenspraak met lokale actoren wordt ingevuld. Linken met de leefwereld van de stedelingen staan centraal. Het project wordt gespreid over drie jaar met als orgelpunt een groot evenement in 2013 aan het vernieuwde Muntpunt. Het eerste jaar is nog enigszins aftastend, maar vanaf 2012 zit het project op kruissnelheid.

Een vierde en laatste spoor dat ik wil bewandelen vertrekt van de vaak geponeerde premisse dat “de Vlaming niet van zijn hoofdstad houdt”. Een stelling die minstens ook een tegenstelling oproept: er zijn toch ongetwijfeld Vlamingen die wel van Brussel houden. En wellicht meer dan we vermoeden. Ik wil daarom werk maken van een project waarbij we op zoek gaan naar die mensen en waarbij wordt ingespeeld op de linken die vele Vlamingen op een of andere manier toch hebben met Brussel (er werken, familie hebben die er woont of studeert, of er zelf nog hebben gewoond). Op die manier kan een netwerk zichtbaar worden van Vlamingen die een ambassadeur zijn van Brussel in Vlaanderen. Het komende jaar wil ik bepalen welke pistes zinvol en effectief zijn om hier rond te werken.

Budgettaire weerslag Projecten die het imago van Brussel in Vlaanderen en bij Vlamingen verbeteren worden betoelaagd via de subsidielijn “Projecten voor Brussel”, waar in 2012 een totaalbedrag van 1.710.000 euro is voorzien (zie OD 1.2). Brukselbinnenstebuiten wordt nominatim gefinancierd; in 2011 is er een bedrag van 99.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB).

SD 5 – Het Nederlands in Brussel: positief omgaan met taal OD 5.1 en OD 5.2. De waardering voor het Nederlands stimuleren en een positief promotiebeleid voeren Voor het realiseren van deze beleidsdoelstelling is de cruciale partner het Brusselse Huis van het Nederlands. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is de vijfjaarlijkse Taalbarometer een uitermate belangrijk beleidsinstrument.

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 122

Page 23: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Taalbarometer Realisaties 2011 Brussel is officieel tweetalig, maar wordt vooral gekenmerkt door haar meertalige karakter. Na het vastleggen van de taalgrens in 1962 werden de taalvragen uit de censussen geweerd en sindsdien bestaan er geen officiële cijfers meer over de taalachtergrond en/of het taalgebruik van de Belgen. Vooral de Brusselse taalsituatie is erg complex en bij gebrek aan officiële data vormt wetenschappelijk onderzoek de enige manier om informatie over de taalachtergrond van de Brusselaars en hun reële taalgebruik te verzamelen. Om goed te kunnen inspelen op de bestaande realiteiten en taalverhoudingen vind ik het van cruciaal belang om over correcte gegevens over de Brusselse taalverhoudingen te beschikken. Daarom heb ik beslist het vijfjaarlijkse taalbarometeronderzoek structureel te integreren binnen de werking van BRIO (zie OD 1.3). De Taalbarometer schetst op basis van een representatieve steekproef van de bevolking een taalbeeld van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2000 en 2006 werden twee grootschalige surveyonderzoeken, de zogenaamde taalbarometers 1 en 2, gerealiseerd (voor meer informatie zie www.briobrussel.be). Met het oog op de derde Taalbarometer, werden in 2011 via face-to-face interviews 2500 personen ondervraagd. De enquête is ruimer opgevat dan vroeger: naast het peilen naar taalachtergrond en taalgebruik in een aantal concrete situaties, wordt ook gefocust op mediagebruik en de relatie tussen taal en identiteit. Beleidsopties en –initiatieven 2012 De derde Taalbarometer zal in 2012 verschijnen. Mijn collega bevoegd voor de Vlaamse Rand heeft BRIO intussen de opdracht gegeven een vergelijkbare Taalbarometer in de Rand op te zetten. Het confronteren van de resultaten van beide onderzoeken, kan zorgen voor een grotere coherentie in het Vlaams beleid voor Brussel en de Rand. Budgettaire weerslag De enquêtes van de Taalbarometer kosten 180.000 euro en worden gefinancierd via AG000 (budget 2011). De personeelsuitgaven verbonden aan de taalbarometer – geraamd op 55.000 euro - zijn geïntegreerd in de gewone werkingsmiddelen van BRIO. Huis van het Nederlands Realisaties 2011 Begin 2011 sloot ik met het Huis van het Nederlands een convenant af op basis van het meerjarenplan 2011-2015, waarin de strategische en operationele doelstellingen, voorbeeldacties en procesindicatoren zijn opgenomen. Het Nederlands in Brussel is en blijft van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de hoofdstad en haar bevolking. De investeringen van de afgelopen acht jaren in een taalpromotiebeleid van het Nederlands werpen onmiskenbaar meer en meer vruchten af. Door het taalpromotiebeleid in Brussel vinden meer en meer anderstalige Brusselaars de weg naar het Huis van het Nederlands. In 2010 werden 18.000 Brusselaars bediend op hun vraag naar het aanleren of bijschaven van het Nederlands. Die grotere vraag vereist een gepast aanbod. Willen we er naar blijven streven dat het Nederlands in Brussel ook door de doorsnee Brusselaar beschouwd wordt als een onlosmakelijk deel van de identiteit van zijn of haar stad, moeten we als Vlaamse overheid blijven investeren in een gepast NT2-aanbod. Als Vlaams minister voor Brussel neem ik mijn verantwoordelijkheid daartoe op via het Huis van het Nederlands en via het behoeftedekkend aanbod van kosteloze Nederlandse lessen voor de Brusselaars. Ook op infrastructureel vlak doe ik inspanningen. Het hoofdgebouw van het Brusselse Huis van het Nederlands Brussel (Philippe de Champagnestraat 23, 1000 Brussel) werd in de periode 2007-2008 gerenoveerd. Nu breekt een tweede restauratiefase aan. De achterbouw van het Huis van het Nederlands - in zeer slechte staat – wordt volledig gesloopt en er wordt een nieuwe vleugel gerealiseerd. De volledige renovatie van het

V L A A M S P A R L E M E N T

23Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 24: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

gebouwencomplex zal er voor zorgen dat het aantal klaslokalen en intake lokalen NT2 aanzienlijk zal toenemen, zodat het Huis van het Nederlands zijn rol volop kan blijven spelen en aan de toenemende vraag kan voldoen. De werken - geraamd op 1.517.143,84 euro (BTW in) - moeten eind 2012 voltooid zijn. Het Huis van het Nederlands in Brussel vervult meer taken dan de Huizen van het Nederlands in de rest van Vlaanderen. Enerzijds voert het de decretale opdracht van de Huizen van het Nederlands uit zoals overal in Vlaanderen, anderzijds heeft het vanuit de specifieke Brusselse situatie onder meer het taalpromotiebeleid uitgebouwd. De integrale werking van het Huis van het Nederlands in Brussel omvat:

- Het uitvoeren van de decretale opdracht van de Huizen van het Nederlands, met name het doorverwijzen van de kandidaat-cursisten Nederlands als tweede taal (NT2) naar het meest geschikte aanbod en het afstemmen van de vraag op het aanbod in Brussel.

- Het voeren van een taalpromotiebeleid in Brussel. Die opdracht voert het Huis uit onder mijn bevoegdheid als minister voor Brussel. In het Beleidsplan 2011-2015 van het Huis van het Nederlands is het taalpromotiebeleid vervat onder de eerste strategische doelstelling: “Brusselse actoren worden aangezet tot het leren, oefenen of gebruiken van het Nederlands”.

- Een derde en vierde opdracht is aan het Brusselse Huis toegekend door de VGC, met name het voeren van een taalbeleid binnen Brusselse instellingen, organisaties en bedrijven én het ontwikkelen en ondersteunen van nieuwe initiatieven op het vlak van Nederlands leren in Brussel. Als voogdijminister van de VGC ben ik hierbij ook betrokken partner.

Die verschillende opdrachten zijn complementair en passen in de globale doelstelling van het Brusselse Huis van het Nederlands om de positie van het Nederlands in Brussel te versterken. Het is dan ook evident dat die complementariteit behouden en verder verankerd wordt. Het taalpromotiebeleid in Brussel heeft drie doelstellingen:

- het stimuleren van Brusselaars om Nederlands te leren of te oefenen; - het ontwikkelen of ondersteunen van trajecten, instrumenten en methodieken om Nederlands

te oefenen; - het wijzen op de meerwaarde en het belang van het Nederlands via gerichte acties.

Beleidsopties en –initiatieven 2012 Als bevoegd minister wil ik dat het Huis in 2012 de ingeslagen weg verder bewandelt. Daarbij stelt het Huis zich naar de anderstalige Brusselaar voornamelijk pragmatisch en ondersteunend op. De basisidee die hierbij gehanteerd wordt, met name het inzetten op Nederlands vanuit de wil tot zelfontplooiing van de Brusselaar en meer specifiek het verbeteren van de eigen positie op de arbeidsmarkt, werpt meer en meer vruchten af. Het Huis zal in 2012 de Brusselaars verder stimuleren om Nederlands te leren via gerichte infosessies op bijvoorbeeld tewerkstellingsbeurzen, wijkverenigingen, samenwerking met Franstalige hogescholen, enz. Die aanpak – gerichte infosessies - werd in 2011 geïnitieerd en moet verder uitgebouwd worden. Bijzondere aandacht wil ik besteden aan mogelijke samenwerkingsverbanden met Brusselse gemeenten. Het is immers belangrijk dat een gemeente – als bestuurlijk niveau dat het dichtst bij de burger staat – haar bevolking een duidelijk signaal geeft over het belang van het Nederlands. Het Huis van het Nederlands kan een gemeente ondersteunen bij het uitwerken van promotie-acties of het opzetten van oefentrajecten Nederlands. Ik besef heel goed dat deze opdracht geen sinecure is. Toch wil ik het Huis van het Nederlands expliciet de opdracht geven om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken en daar waar mogelijk ook verder uit te werken. Steeds meer Brusselaars leren Nederlands. Tezelfdertijd geven deze cursisten aan dat zij te weinig de gelegenheid hebben om het “schoolse” Nederlands ook te oefenen op straat. Om hieraan tegemoet te komen ontwikkelde het Huis reeds de formules Bijt in Brussel (Nederlands oefenen via het socio-

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 124

Page 25: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

culturele aanbod) en Patati Patata (Nederlands oefenen met een Nederlandstalige partner). Die succesformules worden in 2012 verder gezet en naar Vlaanderen overgedragen. In 2011 ontwikkelde het Huis een nieuw concept: Zap met je Klas. In samenwerking met tvbrussel werd een dvd ontwikkeld die aangeeft welke de oefenkansen Nederlands zijn die het medium televisie biedt aan anderstaligen.Tezelfdertijd wordt de anderstalige in contact gebracht met de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel die in de reportages van tvbrussel aan bod komt. Voor 2012 wil ik dat er wordt nagegaan of dit concept kan worden uitgebreid naar andere Brusselse media. Het belang van het Nederlands kan ook worden aangetoond via een economische of commerciële insteek. Het winkelstratenproject wordt verder uitgebouwd. Ook andere lopende projecten zoals de samenwerking met de MIVB dienen verder gezet te worden. Het is intussen duidelijk dat Huis van het Nederlands via haar pragmatische en functionele aanpak van het taalpromotiebeleid in Brussel heel wat Brusselaars en Brusselse instanties overtuigt van het belang van het Nederlands. Meer en meer actoren in Vlaanderen wendden zich de afgelopen jaren tot het Huis in Brussel om de ontwikkelde instrumenten ook te kunnen inzetten in Vlaanderen. Om deze overdracht op een structurele manier te kunnen overdragen, organiseert het Huis van het Nederlands Brussel – samen met vzw ‘de Rand’ - eind 2011 “Taalboulevard”, een dag van de taalpromotie. Die dag vormt het startpunt van de structurele overdracht van de Brusselse expertise inzake taalpromotie naar Vlaanderen (zie ook SD 2). Binnen de Vlaamse Regering beslisten we dat ook een taalpromotiebeleid in Vlaanderen aangewezen is. Omdat taalpromotie in Vlaanderen – anders dan in Brussel – sterk gelinkt is aan migratie en nieuwkomers, zal mijn collega bevoegd voor Inburgering, die bevoegdheid op zich nemen en opnemen in het op te richten Agentschap ‘Integratie en Inburgering’. Ikzelf stel mij garant dat we de expertise en instrumenten vanuit Brussel op de meest efficiënte manier overdragen zodat de “vertaalslag” naar Vlaanderen optimaal kan verlopen en Vlaanderen de vruchten kan plukken van de expertise die we de afgelopen jaren in Brussel hebben verworven. Budgettaire weerslag Het Huis van het Nederlands wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 385.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB). De totale kostprijs van de renovatie van de achterbouw van het Huis van het Nederlands Brussel wordt geraamd op 1.517.143,84 euro aan te rekenen op begrotingsartikel AB0/1AG-I-5/IS “vastleggingsmachtiging Vlaams Brusselfonds” (in 2011 een bedrag van 1.047.235,39 euro en in 2012 een bedrag van 469.908,45 euro). OD 5.3 – Gratis taallessen Nederlands aanbieden Beleidsopties en –initiatieven 2012 Zoals in de Beleidsnota Brussel 2009-2014 aangekondigd worden ook in 2012 de NT2-lessen kosteloos gemaakt voor iedereen die in de hoofdstad is gedomicilieerd. Omwille van het toenemend succes van de NT2-lessen Nederlands moet het bedrag worden opgetrokken van 440.000 euro naar 633.000 euro. Volgens de laatste cijfers zet die stijging zich verder door. Volgend jaar zal met het Fonds voor Inschrijvingsgelden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs bekeken worden hoe we, gegeven de stijgende uitgaven, deze beleidsmaatregel kunnen continueren. Budgettaire weerslag Er wordt een bedrag van 633.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/IS).

V L A A M S P A R L E M E N T

25Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 26: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Realisaties 2011 Een hoeksteen van een positief taalbeleid in Brussel is het aandringen op een correcte toepassing van de taalwetgeving in het officieel tweetalige Brussel. Het Steunpunt Taalwetwijzer behandelt vragen en meldingen van particulieren, organisaties en overheden over de toepassing van de taalwetgeving. Het initiatief is niet enkel toegankelijk voor Brusselaars, maar richt zich tot de hele Vlaamse Gemeenschap. In 2011 werd het Vlaams Meldpunt Taalklachten in de Brusselse ziekenhuizen opgestart door het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Het Steunpunt Taalwetwijzer zorgt voor de juridische ondersteuning van dit initiatief. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Het Steunpunt Taalwetwijzer zal in 2012 haar preventieve en adviserende acties verder zetten door contacten te leggen met externe organisaties in sectoren waar de taalwetgeving een pijnpunt is. Het Steunpunt Taalwetwijzer zal ook onderzoeken hoe de juridische begeleidingsfunctie nog kan worden uitgebreid.

SD 6 – Samenwerking in Brussel: zoveel mogelijk werken aan synergieën OD 6.1 – Het lokale Brusselbeleid van de Vlaams Gemeenschapscommissie als prioritaire partner beschouwen Realisaties 2011 In juni 2011 leverde de ambtelijke Task Force Brussel een tussentijds rapport af, met een uitgebreide omgevingsanalyse en een planning voor de verdere werkzaamheden. Een eindrapport wordt verwacht tegen eind 2011. Met mijn collega bevoegd voor het stedenbeleid, minister Freya Van den Bossche, is er regelmatig overleg, gezien de contextuele verwantschap tussen het Brusselbeleid en het Stedenbeleid, en omwille van de rol van het Stedenfonds voor de VGC. Eind 2011 is een Visitatiecommissie Stedenfonds gepland. Het Team Stedenbeleid van het Agentschap Binnenlands Bestuur nam deel aan de werkzaamheden van de Task Force Brussel, en organiseerde in 2011 overleg met de meet- en weetcel van de VGC en de studiedienst van de Vlaamse Regering Beleidsopties en –initiatieven 2012 Op basis van het rapport van de Task Force Brussel zullen de Vlaamse Regering en het College van de VGC hun positie kunnen bepalen in het kerntakendebat. Overeenkomstig het Regeerakkoord krijgt het partnerschapsidee de bovenhand, maar moeten er een klare afspraken worden gemaakt over de rol, de opdracht en de financiering van beide overheden. Het politieke kerntakendebat zal begin 2012 opstarten, en moet nog binnen hetzelfde jaar tot conclusies leiden. Hierbij zal bijzondere aandacht uitgaan naar de plaats van Brussel in de diverse decreten lokaal beleid, die aangepast worden aan het decreet planlastvermindering. Alhoewel dat decreet niet van toepassing is op Brussel, noopt het ook tot het herdenken van de relatie tussen de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Gemeenschap en de Brusselse gemeenten. In 2012 zal ik overleg plegen met de Vlaamse minister bevoegd voor het Stedenbeleid, minister Freya Van den Bossche, over de resultaten van de Visitatiecommissie van het Stedenfonds en over de voorbereiding van de nieuwe Stedenfondsperiode.

V L A A M S P A R L E M E N T

OD 5.4 – Een correcte toepassing van de taalwetgeving

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 126

Page 27: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Budgettaire weerslag De VGC ontvangt in 2012 een werkingsdotatie van 24.237.000 euro en een investeringsdotatie van 3.116.000 euro (AB0/1AG-I-2/WTB). OD 6.2 – Een gemeenschappelijk Brusselbeleid via samenwerking tussen overheden mogelijk maken Realisaties 2011 Het lange uitblijven van een communautair akkoord in het kader van de Federale regeringsonderhandelingen bemoeilijkte het klimaat om tot nieuwe samenwerkingsverbanden te komen. In concrete beleidsthema’s vindt er Vlaams-Brussels overleg plaats. Zo is er vanzelfsprekend overleg inzake gewestmateries met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door mijn collega’s in de Vlaamse Regering, bijvoorbeeld over mobiliteit en werkgelegenheid. Als Vlaams minister voor Brussel was ik ook vragende partij voor overleg inzake de demografische evolutie in Brussel en de impact op het onderwijs. Daartoe werd onder de coördinatie van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een Task Force opgestart over het onderwijs in Brussel. Met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd in 2011 een nieuw samenwerkingsakkoord afgesloten met verhoogde objectieven voor de samenwerking VDAB-Actiris: het akkoord trekt het aantal door de VDAB over te maken gevalideerde vacatures voor laaggeschoolden op van 1.000 naar 1.500. Actiris verbindt zich er toe om hier tegenover telkens 6 werkzoekenden per overgemaakte arbeidspost actief te bemiddelen. Deze acties moeten leiden naar een tewerkstelling van (minimaal) 1.000 extra Brusselse werkzoekenden op jaarbasis. Ook zal er vanaf 2012 vanuit de begroting werk een bijkomend budget van 150.000 euro vrijgemaakt worden ter ondersteuning van werkgerelateerde taalopleidingen voor Brusselse werkzoekenden. Het samenwerkingsakkoord tussen beide regeringen wordt opgevolgd in een operationeel overleg tussen VDAB, Actiris en Bruxelles Formation en een strategische werkgroep. Dit overleg richt zich in 2012 op knelpunten en thema’s die zich aandienen bij de interregionale mobiliteit:

- een sterke promotie van de interregionale mobiliteit met de sociale partners; - een sterke afstemming tussen opleiding en prioritaire functies met vertegenwoordigers van de

betrokken sectoren en de beroepsreferentiecentra; - taalbeleidmaatregelen met de werkgroep van de beide economische en sociale raden; - fysieke mobiliteitsoplossingen met de overlegstructuur mobiliteit; - overleg met de operatoren actief op de as opleiding-tewerkstelling, transport-logistiek, haven-

luchthaven. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Ik zal de Minister-President van de Vlaamse Regering ten volle bijstaan bij de inspanningen om werk te maken van de uitbouw van een breed samenwerkingsmodel rond Brussel. Ook blijf ik me als Vlaams minister van Onderwijs en Brussel ten volle engageren voor het overleg met de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om samen het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen en noden van het onderwijs in Brussel.

V L A A M S P A R L E M E N T

27Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 28: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

OD 7.1 en 7.2 – Diversiteit en interculturaliteit als horizontaal thema voor het beleid behandelen en kwaliteitsvolle interculturele projecten stimuleren Interculturaliteit vormt een horizontaal en inclusief thema in mijn beleid. Dat betekent concreet dat alle eigen en gesubsidieerde initiatieven van het bevoegdheidsdomein Brussel oog moeten hebben voor de diversiteitsproblematiek. Zo worden bijvoorbeeld alle projectsubsidieaanvragen systematisch gescreend op hun aandacht voor interculturaliteit en gevoeligheid voor diversiteit. Dat geldt ook voor de beleidsplannen van de structureel gesubsidieerde organisaties. Naast die horizontale benadering, kondigde ik in de Beleidsnota Brussel 2009-2014 aan kwaliteitsvolle interculturele projecten te willen stimuleren. In de beleidsbrief van vorig jaar haalde ik twee belangrijke initiatieven aan, die stilaan tot wasdom komen en ook in 2012 verder zullen worden begeleid en ondersteund. Op basis van de evaluatie van de werking tijdens het voorbije seizoen, heb ik besloten Kuumba een nieuwe werkingssubsidie van 106.500 euro te verlenen voor de verdere ontwikkeling van het Vlaams-Afrikaans Huis in de Matongewijk. Kuumba verwelkomde tijdens het voorbije seizoen ongeveer 7000 individuele personen. Het publiek is divers samengesteld. Het culturele activiteitenaanbod bereikte ongeveer 5.000 mensen. Daarnaast zijn er vier vaste openingsdagen (Instuif) waarbij de bezoeker in een ongedwongen sfeer terecht kan voor informatie en ontmoeting, eventueel gekoppeld aan een maaltijd in het restaurant. Gemiddeld bereikt die deelwerking wekelijks 450 personen. De lokalen van Kuumba worden gebruikt als vergaderruimte door het lokale organisatieleven. Op die wijze werden 950 personen bereikt. Daarnaast zijn er de groepen uit Vlaanderen die de wijk bezoeken en daarbij Kuumba als draaischijf aandoen. Dat aantal kan op 32 personen per week worden geschat. Dat publieksbereik stemt tot tevredenheid, te meer daar Kuumba toch opereert in een erg Franstalige wijk. Kuumba participeert in vele initiatieven en samenwerkingen, ook buiten de eigen locatie. Dat netwerk dijt uit, wat zorgt voor een instroom van nieuwe bezoekers. Het jaar 2012 zal in het teken staan van een gerichtere communicatie (nieuwe website en uitbouw van een sms-dienst), een sterkere programmatie (er zullen zes Afrikaanse landen in de kijker worden geplaatst), een betere samenwerking met culturele centra uit de Rand (Westrand…), een betere aansluiting met de Europese wijk (buren, maar twee verschillende werelden) en een betere administratief-financiële opvolging. Indien de doelstellingen in 2012 worden behaald, streef ik vanaf 2013 naar een duurzame financiële verankering van vzw Kuumba. Gelet op de lokaal-stedelijke dynamiek moet de VGC hierbij worden betrokken.

Ik gaf dit jaar een bijkomende subsidie van 25.500 euro voor het project “Stemmen uit Babel”. Het project bestaat uit twee luiken, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De auteur gaan op zoek naar verhalen uit het interculturele Brussel als basis voor een boek maar ook als basis voor een aantal activiteiten, die worden gecoördineerd vanuit het cultureel erfgoedforum van de VGC. Beide overheden hebben een afvaardiging in de stuurgroep die het project begeleidt. Het basisdoel van het boek was om zoveel mogelijk verspreid wetenschappelijk onderzoek publieksvriendelijk, maar degelijk te vertalen en samen te brengen in één publicatie. Die informatie wordt aangevuld met journalistiek terreinwerk. Na één jaar blijken twee realiteiten. Dit soort boek werd tot op heden nog niet geschreven en kan in zijn opzet als vrij uniek worden beschouwd. Ten tweede is het onderwerp bijzonder ambitieus, zeker nu blijkt hoezeer wetenschappelijk onderzoek selectief is in zijn onderzoekskeuzes en wat voor enorme lacunes het laat in Brussel. Gedurende het eerste jaar werd een brede literatuurbasis gelegd en werden ongeveer een 120-tal (bevoorrechte) getuigen uit tientallen minderheidsgroepen geïnterviewd. Het boek wordt geschat op 500 pagina’s. Een voorzichtige publicatiedatum is begin 2013. Ook aandacht voor seksuele diversiteit is in Brussel een noodzakelijk aandachtspunt. Met een projectsubsidie van 50.000 euro (25.000 euro vanuit het beleidsdomein Brussel en 25.000 euro vanuit het beleidsdomein Gelijke Kansen) maakte ik de “Belgian Pride” mee mogelijk, en heb ik mee de transitie naar een feest van de diversiteit begeleid. Via deze jaarlijkse traditionele optocht stapte de

V L A A M S P A R L E M E N T

SD 7 - Intercultureel Brussel: een intercultureel samenlevingsproject voor Brussel mee mogelijk maken

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 128

Page 29: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

holebi- en transgendergemeenschap zich in al haar verscheidenheid letterlijk in de kijker (zie voor meer toelichting de beleidsbrief Gelijke Kansen). Budgettaire weerslag Deze en andere interculturele projecten worden betoelaagd via de subsidielijn “Projecten voor Brussel”, waar in 2012 een totaalbedrag van 1.710.000 is voorzien (zie OD 1.2).

SD 8 - Media, communicatie en city imaging: de actualiteit over, informatie in en het imago van Brussel kenbaar maken OD 8.1. Synergieën ontwikkelen tussen de Vlaams-Brusselse media Samenwerking tussen de Vlaams-Brusselse mediapartners Realisaties 2011 Brussel telt vier gesubsidieerde regionale Vlaamse media, ingebed in drie vzw’s (tvbrussel, FM Brussel, en Brussel Deze Week en brusselnieuws.be die beiden onder de vzw Brussel Deze Week vallen). Deze media hebben een dubbele opdracht: ze zijn stadsmedia én gemeenschapsmedia. Voor die dubbele opdracht ontvangen ze samen zowat 7,6 miljoen euro aan overheidssubsidies (waarvan ca. 80% van de Vlaamse overheid en 20% van de VGC). In mijn vorige beleidsbrief heb ik uiteengezet waarom die substantiële overheidsondersteuning van de Vlaams-Brusselse media een nieuwe dynamiek in hun opdrachten en structuren rechtvaardigt en wat daarvan de speerpunten moeten zijn. Mijn beleidsintentie is niet gewijzigd. De crossmediale samenwerking tussen de vier mediapartners moet organisatorisch, bestuurlijk en inhoudelijk worden versterkt in een Vlaams-Brussels Mediaplatform. Daarin behouden de verschillende media weliswaar hun eigen merk en mediumspecifieke werking maar op het vlak van nieuwsgaring, berichtgeving, beeldvorming, zakelijke aansturing en bereik moeten er efficiëntiewinsten worden geboekt. De Vlaamse regering heeft in de loop van 2011 gesprekken gevoerd met de VGC over de wijze waarop en het structurele kader waarin die transitiebeweging zich optimaal zou moeten ontwikkelen opdat de vooropgestelde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd (met een maximale effectiviteit van de overheidsmiddelen). Om met kennis van zaken en op basis van geobjectiveerde gegevens een beslissing te kunnen nemen, hebben we beslist om een extern bureau een onderzoek te laten voeren naar de potentiële efficiëntiewinsten van een fusie van de Vlaams-Brusselse mediapartners tot een Vlaams-Brussels Mediaplatform. Het onderzoek dat werd gegund aan Capgemini Consulting, werd medio 2011 opgestart en loopt met de medewerking en input van de mediapartners. Het hanteert volgende uitgangspunten van samenwerking tussen de vier mediapartners: ‘act as one’ (één mediahuis), brusselnieuws.be als hart van het mediahuis, innovatie (inspelen op hedendaagse evoluties), behoud van redactionele autonomie en status quo van de bestaande structurele overheidssteun. Er worden twee sporen van potentiële efficiëntiewinsten gevolgd. De (schaal)effecten op het vlak van zowel beheer en bestuur (financiën, infrastructuur, ICT, personeel enzovoort) als aanbod en dienstverlening (programmabeleid, redactioneel en journalistiek beleid, ontsluiting van mediaproducten, publieksbereik, diversiteit enzovoort) worden gemeten. Het onderzoek moet zowel essentiële hefbomen als gerechtvaardigde drempels op het van vlak zakelijke en crossmediale synergie in kaart brengen zodat de haalbaarheid van het fusiemodel op een geobjectiveerde en gemotiveerde wijze wordt blootgelegd. Om dezelfde reden moeten de onderzoeksresultaten – de inschatting van kwalitatieve en kwantitatieve elementen op korte en middellange termijn m.b.t. het eenmakingscenario – telkens zijn afgetoetst aan het status quo (= geen structurele wijzigingen). Beleidsopties en –initiatieven 2012 Ik ben ervan overtuigd dat het onderzoek dat in het najaar van 2011 wordt afgerond, de nodige randvoorwaarden en een draagvlak zal creëren om in de loop van 2012 in partnerschap met de VGC

V L A A M S P A R L E M E N T

29Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 30: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

een definitief beslissingstraject op te zetten dat moet leiden tot de oprichting van een Vlaams-Brussels Mediaplatform, inclusief samenwerkingsstructuren waarvoor alle betrokken partijen zich voluit engageren. Budgettaire weerslag De kostprijs van het onderzoek naar de potentiële efficiëntiewinsten van een fusie van de Vlaams-Brusselse mediapartners tot een Vlaams-Brussels Mediaplatform bedroeg 66.550 euro, gefinancierd via AG000 (2011). Brussel Deze Week wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 2.825.000 euro voorzien. tvbrussel wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 1.597.000 euro voorzien. FM Brussel wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 1.700.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB). Publieksonderzoek van de Vlaams-Brusselse mediapartners Realisaties 2011 Zoals beargumenteerd in mijn vorige beleidsbrief heb ik geen grootschalig kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het publiek en het bereik van de vier mediapartners laten voeren. Eind 2010 heb ik wel beslist om een opdracht uit te schrijven voor een eerder fijnmazig en gericht onderzoek naar het publieksprofiel en de publieksperceptie van tvbrussel, FM Brussel, Brussel Deze Week, Agenda en brusselnieuws.be. Het was dus zeker niet mijn bedoeling om de kijk- of luisterdichtheid, leescijfers of marktaandeel in kaart te brengen. Het onderzoek dat werd gegund aan een samenwerkingsverband tussen BRIO en CEMESO (Centre for Studies on Media and Culture van de VUB) en medio 2011 werd afgerond, omvatte zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoekssporen. Er werd een webenquête bij de (potentiële) gebruikers gevoerd om o.a. te peilen naar mediagedrag, sociaaldemografisch profiel, band met Brussel, algemene perceptie en specifieke appreciatie per medium (1.514 respondenten). De resultaten daarvan werden aangevuld met de resultaten van een gelijkaardige bevraging bij dezelfde doelgroepen in 2010 in het kader van het BRIO-onderzoek naar Taal en Identiteit (828 respondenten). Dezelfde vragenbatterij wordt herhaald in het lopende onderzoeksproject Taalbarometer 3 van BRIO zodat het mediagebruik in een nog bredere context kan worden geduid (relatie taalachtergrond, mediagebruik en participatie in het Vlaamse gemeenschapsleven in Brussel). Het kwalitatieve luik van het onderzoek bestond uit diepte-interviews met de directies van de vier mediapartners en gesprekken met drie focusgroepen met respectievelijk jonge hoogopgeleide inwoners van Brussel, stakeholders van het Nederlandstalig maatschappelijke en culturele leven in Brussel en oudere, laagopgeleide inwoners van Brussel (30 deelnemers in het totaal). Met de focus op de gebruikers kon niet alleen worden nagegaan wie (in welke mate) gebruik maakt van welke media, maar kwamen ook de niet-gebruikers indirect in beeld. Het gebruiksprofiel van elk van de media liet immers toe om na te gaan welke de demografische en sociologische achtergronden van de gebruikers zijn en welke groepen of kenmerken typerend zijn. Als meest opvallende conclusies van het onderzoek wens ik onder andere te vermelden dat:

- 90% van de respondenten de Vlaams-Brusselse media nodig vinden; - 75% van de respondenten als een regelmatige (i.e. dagelijks of minstens wekelijks) gebruiker

kan worden beschouwd; - Geslacht (meer mannen dan vrouwen) en thuistaal in het huidige gezin van de respondent de

determinerende factoren voor het gebruik van de media zijn; - Respondenten die zich het minst met het aspect ‘Vlaams’ kunnen identificeren hoger scoren

qua gebruik; - Er naast een aantal gemeenschappelijke gebruikerskenmerken ook sprake is van

mediumspecifieke profielen (bijvoorbeeld meer oudere en laaggeschoolde gebruikers bij tvbrussel, oververtegenwoordiging van veertigplussers bij de lezers van BDW/Agenda, jong gebruikersprofiel voor FM Brussel en brusselnieuws.be).

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 130

Page 31: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Het onderzoek naar het gebruik van de media bracht ook een aantal spanningsvelden naar boven die te maken hebben met deels onderling verweven geografische, politieke en taalkundige tegenstellingen: de territoriale afbakening van de werkradius van de media (centrum versus periferie), gemeenschapsmedia of stadsmedia (band tussen Brussel en Vlaanderen en hoofdstedelijke functie versus de stad Brussel en haar grootstedelijke functie) en taalpolitiek van de media (Nederlandstalige gemeenschapsmedia versus meertalige stadsmedia). Beleidsopties en –initiatieven 2012 Het behoeft geen betoog dat ik het onderzoeksrapport van BRIO-CEMESO beschouw als een belangrijk beleidsondersteunend instrument, zowel voor alle betrokken beleidsverantwoordelijken als voor de mediapartners zelf. Het moet een toetssteen zijn voor de beleidsstrategie t.a.v. de Vlaams-Brusselse media in het algemeen en voor de beslissingen die in de loop van 2012 zullen worden genomen op het vlak van hun onderlinge samenwerking, met inbegrip van het onderzoek naar potentiële efficiëntiewinsten dat daar aan voorafgaat (zie boven), in het bijzonder. Budgettaire weerslag De kostprijs van het onderzoek naar het publieksprofiel en de publieksperceptie van de Vlaams-Brusselse media bedroeg 60.500 euro, gefinancierd via het Vlaams Brusselfonds (2010). Brusselnieuws.be als speerpunt van het nieuws in Brussel Realisaties 2011 In de loop van 2010 en 2011 werden belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van brusselnieuws.be als een vierde Vlaams-Brusselse mediapartner naast radio (FM Brussel), televisie (tvbrussel) en print (BDW/Agenda). Na de uitvoering van de grondige vernieuwingsoperatie die ik begin 2010 had goedgekeurd en gefinancierd, werd de website opnieuw gelanceerd in oktober 2010. Het vernieuwde brusselnieuws.be heeft een frissere lay-out en logo, een logischer opbouw (o.a. van de informatiearchitectuur) en biedt een meer prominente plaats aan sociale media. Ook de andere Vlaams-Brusselse nieuwspartners kregen meer zichtbaarheid. De lezersreacties worden beter in de verf gezet en zijn sinds de doorstart ook talrijker geworden. Om zoals aangekondigd de eigen redactionele inbreng (bovenop het nieuwsaanbod van de andere Vlaams-Brussels mediapartners) te kunnen versterken, werd de ploeg van brusselnieuws.be uitgebreid met een extra redacteur. Een jaar na de vernieuwingsoperatie vertaalt de herlancering zich ook in cijfers. Een vergelijking tussen de eerste zes maanden van 2010 en dezelfde periode in 2011 geeft volgende resultaten:

- Het aantal bezoeken stijgt met 7 procent naar 1.029.000; - Het aantal geraadpleegde pagina’s stijgt met 13 procent naar 2.470.000; - De tijd die bezoekers op de website doorbrengen, stijgt met 19 procent naar 2.52 minuten.

Ook andere gegevens bewijzen het succes van de vernieuwingsoperatie. Sinds de herlancering van brusselnieuws.be is het aantal abonnees op de nieuwsbrieven fors gestegen; met 60 procent voor de wekelijkse zending naar 2100 abonnees en met 100 procent voor de dagelijkse versie naar 1.300 abonnees. De mobiele site, die tegelijk met de vernieuwde site online ging, werd al ruim 50.000 keer bezocht (paginaweergaves). Het aantal fans op Facebook steeg van 812 bij de herlancering naar ruim 2.100 vandaag. Op twitter ten slotte klom het aantal volgers van brusselnieuws.be dan weer van 300 tot 988. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Ik beschouw het werk niet als afgerond. In de nabije toekomst moeten de nodige inspanningen worden geleverd opdat brusselnieuws.be zich verder kan ontwikkelen als hét (nieuws)portaal en –platform voor alles wat reilt en zeilt in Brussel. De resultaten van het onderzoek van BRIO-CEMESO naar het publieksprofiel en publieksperceptie van de Vlaams-Brusselse media zijn daarvoor een belangrijk richtsnoer. In 2012 zal brusselnieuws.be alvast verder timmeren aan zijn naambekendheid, onder meer

V L A A M S P A R L E M E N T

31Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 32: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

via een communicatiecampagne. De versterkte redactie zal zijn werkzaamheden inhoudelijk verbreden, met meer aandacht voor economie en het internationale Brussel van laag- en hooggeschoolde migranten en expats. De ploeg zal ook onderzoeken in welke mate andere media gebruik willen maken van de inhoud van brusselnieuws.be. Budgettaire weerslag De kostprijs van de vernieuwingsoperatie van brusselnieuws.be in 2010 bedroeg 138.000 euro, gefinancierd via het Vlaams Brusselfonds. De structurele financiering van brusselnieuws.be ligt vervat in de werkingsmiddelen van de vzw Brussel Deze Week. OD 8.2. Muntpunt uitbouwen als hedendaagse verblijfsbibliotheek en hoofdstedelijk informatiecentrum Realisaties in 2011 De onderscheiden trajecten van Muntpunt werden in 2011 verder opgezet en uitgevoerd. De Vlaamse overheid werd als bouwheer geconfronteerd met bijkomende bouwtechnische problemen die tijdens de studiefase niet allemaal konden worden voorzien, nl. asbesthaarden en stabiliteitsaspecten bij de afbraak van de nachtwinkel, de slechte staat van het dak en de gelijktijdige opstart van de werken aan het Muntplein. Die aspecten hebben onvermijdelijk een impact op de vooropgestelde uitvoeringstermijn en het kostenplaatje van de infrastructuurwerken. Naast de opvolging en uitvoering van de verbouwingswerken, werden er aanbestedingen gedaan voor de gevelrenovatie van het gebouwencomplex en de opdracht voor de inrichting/interieur van het gebouw. Voor de uitbouw van de volledige ICT-omgeving van Muntpunt werd beroep gedaan op het lopende ICT-contract van de Vlaamse overheid met HP Belgacom. De omvang en complexiteit van deze opdracht vergen een bijzonder grote investering in mensen en middelen. De optie om Muntpunt geheel autonoom zijn ICT-omgeving en -infrastructuur te laten uitbouwen, organiseren en beheren, werd niet opportuun geacht. De context van het wordingsproces van Muntpunt liet niet toe om dergelijke investeringsoperatie tijdig en doelgericht op te starten. Er moesten voor deze trajectopvolging tal van overheidsopdrachten op het vlak van analyse, uitrusting en exploitatie worden uitbesteed. Ook waren de nodige gespecialiseerde technische competenties om die uitbestedingen kwaliteitsvol te kunnen initiëren, begeleiden en bewaken niet voor handen binnen OPB of HOB. Dat probleem stelt zich trouwens nog steeds. In mei 2011 werd er een behoefteanalyse opgeleverd en een draaiboek ICT opgesteld. Muntpunt kan als extern verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse Gemeenschap een beroep doen op de gemeenschappelijke ICT-dienstverlening en producten en diensten van het lopende ICT-contract van de Vlaamse overheid met HP Belgacom. Een ander belangrijk traject is de oprichting van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt. Na de goedkeuring en afkondiging van het decreet van 19 november 2010 bleef de politieke consensus over de voordracht van de stichtende leden vzw Muntpunt enigszins uit. Op 27 juni 2011 werd Muntpunt vzw officieel opgericht. Die dag kwam de algemene vergadering van de nieuwe vzw voor het eerst bij elkaar. De leden werden tijdens deze stichtingsvergadering op de hoogte gesteld van alle lopende trajecten van Muntpunt. Met de oprichting van de vzw kunnen vanaf het najaar van 2011 de nodige beslissingen en bestuursdaden worden getroffen om de werking van Onthaal- en Promotie Brussel en de Hoofdstedelijke Bibliotheek te integreren. De betrokken vzw’s zullen in het najaar van 2011 de nodige stappen zetten en voorbereidingen treffen met het oog op een ordentelijke ontbinding, vereffening en rechtsopvolging in de vzw Muntpunt. In 2011 werd er in opvolging van de competentiematrix en het visieorganogram overgegaan tot de opmaak van een ontwerp van organisatiestructuur en een formatie “To Be” met de vereiste

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 132

Page 33: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

functieprofielen op basis van de som van de huidige personeelsbezettingen (HOB, OPB en VGC) en uitgebreid met vier sleutelfuncties: een algemeen directeur, een ICT-beheerder, een zakelijk directeur en een gebouwenverantwoordelijke voor Muntpunt. De vzw keurde ondertussen het organogram goed en ging over tot de start van de selectieprocedure voor de vier sleutelfuncties. De transitieoperatie van het huidige personeel kan in het najaar plaatsvinden als de Vlaamse Gemeenschapscommissie een eenduidig standpunt heeft ingenomen en consensus heeft bereikt over de ter beschikkingstelling van haar statutaire personeelsleden en ook de onderhandelingen met de vakorganisaties zijn afgerond. Over het communicatietraject van Muntpunt leest u meer onder OD 8.4. Voor de uitbouw van Muntpunt als informatieplatform werd onderzocht in hoeverre synergie met de Vlaamse Infolijn mogelijk is, zowel organisatorisch als technologisch. Gezien de parallelle opdracht zal de evolutie – zowel op inhoudelijk als technisch vlak – van het Contactpunt Vlaamse Infolijn (CPVI) nauwgezet worden opgevolgd. Het type vragen dat Muntpunt zal krijgen, zal erg divers zijn met een vlakke verdeling in gebruik. Daardoor is het onmogelijk om op korte termijn voldoende scripts (informatiefiches) op te bouwen waarmee het CPVI zou kunnen werken. Voor duidelijk afgebakende campagnes is een samenwerking daarentegen wel al aangewezen. Met betrekking tot de ontwikkeling van de website www.muntpunt.be gaf de Vlaamse Gemeenschapscommissie de opdracht om een portaalsite voor Brussel uit te tekenen (inhoud, navigatie, vorm, organisatie, techniek, budget en tijdsplan). Tevens moet de opdracht resulteren in een leidraad voor de VGC, als belangrijke leverancier van Brusselse stads- en gemeenschapsinformatie, voor de digitale samenwerking met Muntpunt. Beide luiken worden geïntegreerd aangepakt. Die opdracht wordt in het najaar van 2011 opgeleverd. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Naast de communicatieve, organisatie- en infrastructurele trajecten die momenteel volop lopen zullen in 2012 de volgende deeltrajecten worden uitgevoerd: Er is de inrichting van het gebouwencomplex met losse inrichtingselementen, de conceptuele integratie van eventueel bijkomend vast meubilair en het ontwerpen en plaatsen van de signalisatie. Er zal ook worden bekeken welke de beste formule is voor het opzetten van een openbare dienstverlening voor het café en de catering van Muntpunt. Desgevallend wordt er een procedure opgestart voor het toekennen van een concessie voor de uitbating van het café van Muntpunt. Er zal een HR-bureau worden aangesteld dat voorstellen moet uitwerken voor een maximale uniformisering van de onderscheiden personeelsstatuten van vzw OPB, vzw HOB en VGC:

- het onderzoeken van werkgeversgezag en arbeidsorganisatie; - het onderzoeken van de noodzaak/ behoud van individuele en collectieve arbeidsvoorwaarden

bij de overgang naar structuur vzw Muntpunt; - de opmaak van een voorstel van arbeidsreglement voor vzw Muntpunt; - het opmaken van informatieve weddeberekeningen en –vergelijkingen met PC 329 (personeel

vzw Muntpunt) voor contractuelen die door vzw Muntpunt kunnen worden overgenomen; - opstellen van een communicatie- en overlegschema; - het opmaken van een stappenplan en timing voor de invoering van de onderscheiden acties.

Vermits het merendeel van het personeel VGC-personeelsleden zijn, zal de aanstelling van het HR-bureau door de Vlaamse Gemeenschapscommissie gebeuren, in samenspraak met de projectcoördinator. Parallel aan de transferoperatie van het huidige personeel zal ook de integratie van het 'Anders gaan werken'-principe worden ingevoerd. Er zal over worden gewaakt dat de overdrachtsregeling naar Muntpunt voor alle personeelsleden gelijktijdig kan gebeuren en dat er een geïntegreerde, hechte personeelsploeg wordt samengesteld die de nieuwe en ruimere opdrachten en uitdagingen van Muntpunt opneemt. Er zal bij het Muntpunt Team een draagvlak moeten worden gecreëerd om een sterke corporate identity en organisatiecultuur

V L A A M S P A R L E M E N T

33Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 34: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

te ontwikkelen. Een heldere identiteit en een scherpe positionering van Muntpunt t.a.v. het middenveld en de verschillende stakeholders is daarbij primordiaal. Het ICT- traject zal in 2012 gebeuren onder (bege)leiding van de toekomstige ICT-beheerder van Muntpunt en volgens de modaliteiten van de klant/leverancierrelatie tussen de Vlaamse overheid en HP/Belgacom. Bij de opmaak van de algemene uitgavenbegroting 2012 heb ik voor de financiering van het ICT- park van Muntpunt een eenmalig budget van 700.000 euro voorzien, zijnde 50% van de totale, geraamde kost. Op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC moet de andere 50% worden gedragen door de VGC. Voor de ontwikkeling van de meertalige website www.muntpunt.be Versie 2.0. zal er worden overgegaan tot de selectieprocedure voor een ontwikkelaar. De website zal resulteren in een informatieplatform over bibliotheekdiensten, het aanbod van Nederlandstalige diensten in Brussel op vlak van Welzijn & Gezondheid/Wonen & Werken/ Onderwijs & Vorming/Cultuur&Vrije tijd en stadsinformatie. Belangrijke aandachtpunten hierbij zijn de meertaligheid van de website (en bij uitbreiding van de globale werking van Muntpunt als Nederlandstalige instelling met het gebruik van Engels en Frans als steuntalen) en het voorzien van een vaste redactie (team, frequentie, plan). De uitbouw van de website vormt maar één van de instrumenten binnen de hele informatieverstrekking. Muntpunt zal een systeem moeten opzetten dat bestaat uit zowel een geheel aan werkafspraken én een of meerdere technologische platformen die de brug kunnen slaan tussen de vragen van de burgers en de antwoorden die bij de uitgebreide waaier aan stakeholders en contentleveranciers aanwezig is. Dit systeem manifesteert zich in een platform dat zowel een publieke website kan aansturen (rechtstreeks of via een tussenstap van redacteurs) als de mensen aan de fysieke infobalies en backend op een snelle manier de nodige informatie kan geven om de klant een pasklaar antwoord te geven via de balie, telefoon, e-mail, sociale media/2.0.-applicaties (Twitter, Facebook, …). Budgettaire weerslag Via het Vlaams Brusselfonds wordt in 2012 voorzien in de financiering van een deel van de jaarlijkse canon van de erfpacht (1.340.000 euro), de onroerende voorheffing (220.000 euro), prijsherzieningen van 2 % op de infrastructuurwerken (486.000 euro) (AB0/1AG-I-5/IS). Muntpunt is nominatim ingeschreven en ontvangt een subsidie van 2.603.000 euro waarvan 700.000 euro voor de financiering van het ICT-park (50% door VGC) (AB0/1AG-I-2/WTB). Voor de bibliotheekfunctie van Muntpunt stelt de Vlaamse minister van Cultuur bijkomende middelen ter beschikking via de VGC in het kader van een convenant lokaal cultuurbeleid. OD 8.3 - Een efficiënte cultuurcommunicatie bewerkstelligen voor het Brusselse culturele aanbod In het streven naar de ontwikkeling van een efficiënte cultuurcommunicatie voor het Brusselse culturele aanbod volgen ikzelf en mijn collega bevoegd voor cultuur, Vlaams minister Joke Schauvliege, met belangstelling de verdere werking en toekomstige resultaten van de werkgroep die zich in het kader van het Cultuurplan voor Brussel bezig houdt met cultuurcommunicatie. Inherent aan de doelstellingen die ik in mijn Beleidsnota Brussel 2009-2014 inzake cultuurcommunicatie heb geformuleerd, en die gelijklopend door het Brussels Kunstenoverleg en het Réseau des Arts à Bruxelles in hun Cultuurplan voor Brussel werden opgenomen, is de noodzaak dat alle betrokken actoren één gezamenlijke strategie ontwikkelen. Ik hoop dat daartoe in 2012 met de betrokken overheden en de communicatie- en culturele actoren stappen vooruit gezet kunnen worden, op het vlak van de communicatieproducten (agenda online en in print), een visuele strategie (gemeenschappelijk logo) en de agenda-informatie (databank). Voor dat laatste aspect kan voortgebouwd worden op de expertise die Cultuurnet Vlaanderen reeds ontwikkelde.

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 134

Page 35: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

OD 8.4. Selectief promotiecampagnes voeren ter ondersteuning van het Vlaams Brusselbeleid Zoals hoger vermeld, wens ik tijdens deze legislatuur geen imagocampagnes te voeren rond de beeldvorming van Brussel in Vlaanderen en omgekeerd. Ik wens mijn campagnebudget volledig in te zetten om te communiceren rond concrete uitdagingen, realisaties en producten, die op langere termijn een meerwaarde bieden voor Brussel en Vlaanderen. In de vorige beleidsbrief kondigde ik aan verder te blijven communiceren rond de website Zorgzoeker. Bij de start van Zorgzoeker in 2008 en bij de lancering van de vernieuwde Zorgzoeker in 2010 werden telkens intense campagnes gevoerd via televisie, geschreven pers, affichage en flyering. De kostprijs van de campagne in 2010 bedroeg bijvoorbeeld 88.000 euro. Het Huis voor Gezondheid - dat Zorgzoeker beheert - heeft ervoor gekozen vanaf 2011 geen uitgebreide promotiecampagne meer te voeren. De databank heeft een zekere bekendheid verworven en het komt er nu vooral op aan in de diepte te werken. Het Huis voor Gezondheid zal verder promotie voor Zorgzoeker voeren via eigen initiatieven en het aanspreken van het eigen netwerk. Zo bemant het Huis voor Gezondheid dit jaar een Zorgzoekerstand op allerlei initiatieven waar zorgverleners en zorgvragers uit Brussel en de Rand aanwezig zijn. Wél werden de google adwords – advertenties voor zorgzoeker via google – in 2011 verdergezet (kostprijs in 2011: 9547 euro). Intussen blijft het aantal bezoekers van Zorgzoeker stijgen. In 2010 werden er gemiddeld 5900 maandelijkse unieke bezoekers geteld. Uit de eerste cijfers blijkt dat in 2011 het aantal bezoekers (met 6,7%) blijft stijgen. Die cijfers tonen aan dat de strategie om Zorgzoeker via de eigen werking verder bekend te maken, daadwerkelijk een effect heeft op de bezoekersaantallen. Een verdere uitbreiding van het aanbod, een updateactie en een aantal functionele verbeteringen moeten Zorgzoeker in 2012 verder verankeren. De belangrijkste uitdaging van de huidige legislatuur vormt ongetwijfeld het project Muntpunt. In 2011 werd vooral gefocust op de verdere beheersmatige, organisatorische en bouwkundige ontplooiing van het project. Op communicatief vlak werden ook stappen vooruit gezet. In het kader van het Europese voorzitterschap werd samen met JINT een communicatie-actie opgezet om de visibiliteit van Muntpunt bij jongeren te versterken. Het communicatietraject bestond uit een print- en een projectieproject gedragen door een social network campagne. Rondom het Muntpuntgebouw werd voor 1960 m² gedrukte canvas aangebracht met artwork van de hand van Toykoy, een jong grafisch collectief gespecialiseerd in ‘Urban Art’. Op de canvas stond ook een grafisch vormgegeven televisiescherm, waarbinnen avondlijke projecties gebeurden. Europese jongeren (14-25 jaar) werden via Netlog uitgenodigd om een foto met onderschrift in te sturen binnen de wedstrijdlijn “Happy in Europe because…”. Bestaande Youth In Action-beelden werden samen met de nieuw ingestuurde beelden als een geautomatiseerde beeldanimatie geprojecteerd binnen het grafisch vormgegeven televisietoestel op de canvas aan Muntpunt. Onder het motto “Your time to shine” konden Europese jongeren letterlijk schitteren in Brussel. Ook “Designers Against Aids” kregen projectietijd om hun boodschap te brengen. Het initiatief koppelde een jongerenparticipatief doel aan de bekendmaking van Muntpunt als toekomstige creatieve ontmoetingsplaats (kostprijs: 149.798 euro via AG000-9999 – machtiging Vlaams Brusselfonds). Begin 2011 werd met het communicatiebureau Choco een raamcontract afgesloten om de integrale communicatie van Muntpunt tot en met de opening voor de rekening te nemen. Het bureau stelde intussen op basis van een SWOT-analyse een communicatiestrategie en –plan op. Er worden zes communicatiedoelgroepen (zes ringen van center naar periferie) onderscheiden: de medewerkers, de stakeholders, de (huidige) klanten, de (buurt)bewoners, de (toekomstige) bezoekers en het brede publiek. Hoe dichter een groep bij de kern van Muntpunt ligt, hoe groter de betrokkenheid en informatiebehoefte en hoe intensiever en persoonlijker de communicatie moet zijn. Die groepen zullen in 2012 stapsgewijs en uitdijend worden benaderd via een aantal acties: een opendeur- of infomoment met voorstelling van een 3D-film, de organisatie van een aantal werfbezoeken, een pre-evenement en

V L A A M S P A R L E M E N T

35Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 36: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

een groots openingsevenement. De centrale merkwaarden van Muntpunt worden: open, bekwaam, stimulerend, geëngageerd en verrassend. Die waarden worden samengebald in een kernboodschap: “Muntpunt = het middelpunt van belevenissen in Brussel” (= opwinding, excitement). De creatieve campagneconcepten zullen die kernwaarden uitstralen. In 2012 zal Muntpunt – na lang werken achter de schermen – communicatief uitbreken (maximale kostprijs 193.000 euro + mediaruimte aan te rekenen op AB0/1AG-I-2/WTA). Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel kent de volgende jaren een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding en heeft bijgevolg ook nood aan extra leerkrachten. De problematiek van het tekort aan leerkrachten in het Brussels onderwijs is een oud zeer: leerkracht in Brussel blijft een knelpuntberoep. Daarom zal ik – samen met de VGC en Br(ik – in 2012 een campagne opzetten om het beroep van leerkracht in Brussel te promoten. Het wordt geen massamediale campagne, maar een doelgerichte communicatie-actie met betrokkenheid van de hogescholen die een leerkrachtenopleiding aanbieden. In de Beleidsnota Brussel 2009-2014 stelde ik ook televisiefeuilletons te willen inzetten ter ondersteuning van mijn beleidsdoelstellingen inzake de relatie tussen Vlaanderen en Brussel. In de vorige beleidsbrief kondigde ik aan een subsidie van 100.000 euro te verlenen voor het jongerenprogramma “Looking for Pearl”, dat in de zomer 2010 op JIM werd uitgezonden. Ik heb dat programma – zoals beloofd – geëvalueerd. Het programma voldeed aan de verwachtingen. “Looking for pearl” toonde de positieve, opgewekte en glamoureuze kant van Brussel, dat als een hippe jongerenstad op de kaart werd gezet. Het programma – integraal in Brussel gedraaid - mikte op een doelpubliek van 13-30 jaar met een focus op 17-24 jarigen. Jongeren konden hun talenten tonen aan een groot publiek met muziek als verbindende factor. Er schreven 600 kandidaten voor de talentenjacht in, waaruit er 300 aan het programma mochten deelnemen. Het programma bereikte op dagbasis gemiddeld 73.631 jongeren, op weekbasis gemiddeld 270.278 jongeren en op maandbasis gemiddeld 538.447 jongeren. Het programma werd goed gecoverd in de nationale en gespecialiseerde pers. Indien de opportuniteit zich voordoet en ik gepaste voorstellen krijg, kan ik nog televisieprogramma’s (voor jongeren) ondersteunen. Een aantal productiehuizen heeft al contact opgenomen of al voorstellen ingediend. De filmdocumentaire “Au Boulot!” van de talentrijke journaliste Maria Tarantino zal in 2012 verschijnen (zie toelichting in de Beleidsbrief 2011).

Budgettaire weerslag In 2012 is er voor het toekennen van overheidsopdrachten (vnl. campagnes) een bedrag van 359.000 euro voorzien via AB0/1AG-I-2/WTA. SD 9 - Welzijn en gezondheid: een zorgaanbod verzekeren met aandacht voor Nederlandskundige voorzieningen OD 9.1 – Welzijn en gezondheid: een zorgaanbod verzekeren met aandacht voor Nederlandskundige voorzieningen Realisaties 2011 Via een verhoogde dotatie voor gemeenschapsinfrastructuur aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie werd een schoolcampus Nieuwland in 1000 Brussel aangekocht. Hierin is ruimte voorzien voor een kinderdagverblijf met 61 plaatsen en een IBO met 80 plaatsen. Mijn collega bevoegd voor Welzijn, Vlaams minister Jo Vandeurzen, maakte de afgelopen twee jaar budgettaire ruimte vrij een uitbreiding van de erkende en gesubsidieerde kinderopvangsector: van de van de middelen die werden voorzien voor ongeveer 400 plaatsen kreeg Brussel een voorafname van

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 136

Page 37: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

75 plaatsen. Daarnaast werden in de oproep voor inkomensgerelateerde kinderopvang (IKG) in 2011 voor Brussel 180 plaatsen voorzien. Doordat er minder ontvankelijke aanvragen waren dan voorzien - een trend die ook in Vlaanderen wordt vastgesteld, maar zonder duidelijke verklaring - werden maar 139 plaatsen toegewezen. Daarnaast stapten 21 schakelden zelfstandige initiatieven over naar het IKG-systeem. Met de restmiddelen uit Vlaanderen en Brussel werd de IKG-vergoeding per dag per kind opgetrokken van 25,75 euro naar 28,95 euro. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Ook in de komende jaren zullen er vanuit de Welzijnsbegroting uitbreidingen voor kinderopvang in Brussel worden voorzien. Met de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden verdere afspraken gemaakt over de bestemming van de dotatie gemeenschapsinfrastructuur uit de Brusselbegroting. Die wordt prioritair ingezet voor voorzieningen die de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs versterken. Het Vlaamse actieplan waarmee de Vlaamse minister voor Welzijn de zelfstandigen in de kinderopvang wil ondersteunen is ook van toepassing in Brussel, en er zijn aanvullende initiatieven vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Samen met de Vlaamse minister voor Welzijn plan ik in het voorjaar van 2012 overleg met de Franse Gemeenschap over de toekomst van de door Kind en Gezin (K&G) erkende Franstalige opvangplaatsen. Vanuit administratief oogpunt worden momenteel de praktische pistes onderzocht door Kind en Gezin en het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE). OD 9.2 – Meer aandacht hebben voor personen met een handicap Realisaties 2011 Eind 2010 heb ik via het Vlaams Brusselfonds investeringssubsidies verleend voor volgend woonzorgproject, voorzien in het Algemeen Strategisch koepelplan: 1.000.000 euro voor de aankoop van het gebouw en de grond voor het project Begijnenstraat II in Sint-Jans-Molenbeek voor de creatie van een nursing-voorziening voor 25 personen met een handicap en een dagcentrum voor 6 personen met een handicap. Beleidsopties en –initiatieven 2012 In 2012 willen we samen met Intro inspanningen doen om een aantal Brusselse evenementen en festivals toegankelijker te maken voor personen met een handicap. OD 9.3 – Zorg voor senioren blijven vernieuwen Realisaties 2011 In 2011 voorzag ik dat de werking van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel zou worden geconsolideerd in een beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Kenniscentrum. Het afsluiten van deze overeenkomst was omwille van het facultatieve karakter van de financiering van deze organisatie evenwel niet mogelijk. Ik zal met mijn collega bevoegd voor welzijn bekijken welke beleidsoptie voor de komende jaren kan worden genomen om onduidelijkheden of problemen met decretale grondslag, wetgeving overheidsopdrachten en begrotingswetgeving te vermijden Eind 2010 heb ik via het Vlaams Brusselfonds investeringssubsidies verleend voor volgend woonzorgproject, voorzien in het Algemeen Strategische koepelplan: 229.597 euro voor de bouw van

V L A A M S P A R L E M E N T

37Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 38: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

het lokaal dienstencentrum in het kader van het woonzorgproject Sint-Jozef in de Marnestraat 89 in Evere, dat de bouw omvat van een woonzorgcentrum voor 30 dementerenden, 17 aanleunwoningen en een zorgknooppunt met lokaal dienstencentrum. Het woonzorgcentrum en de aanleunwoningen zullen worden uitgebaat door woonzorgcentrum Sint-Jozef, het lokaal dienstencentrum door vzw Aksent;

De programmering van de woonzorgcentra werd in juli 2011 volledig ingevuld. De laatste vrije woongelegenheden (rusthuisbedden) werden door de Vlaamse overheid toegezegd aan Solidariteit voor het Gezin, dat in Anderlecht een multifunctioneel en geïntegreerd woonzorgaanbod zal uitwerken. Het Kenniscentrum zal de geprogrammeerde infrastructuurprojecten blijven opvolgen. In 2012 starten de bouwwerken van een aantal woonzorginitiatieven, waarvoor de nodige vergunningen en subsidies werden bekomen. Het accent wordt verlegd naar het vinden van initiatiefnemers voor de aanleunwoningen en vernieuwende woonvormen. In Brussel bestaat er op dit moment een « de facto » programmatie van verschillende soorten diensten die ter beschikking gesteld worden van bejaarden. De Vlaamse Gemeenschap heeft een programmatie-reglement en het “Koepelplan Brussel”. De Franse Gemeenschapscommissie heeft een programmatie van de gemeenschapshuizen, het gezinsonthaal, de diensten voor toezicht op afstand en de hulpdiensten voor mishandelde bejaarden. In de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie blijft het koninklijk besluit van 2 mei 1972 van toepassing. Dat koninklijk besluit bepaalt de criteria voor de uitwerking van een nationaal programma voor de rusthuizen voor bejaarden. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Aksent (Schaarbeek) ziet omwille van moeilijkheden bij de haalbaarheid van de exploitatie af van de bouw van een dagverzorgingscentrum. Het zal zich enkel beperken tot de uitbouw van een lokaal dienstencentrum. ik wens de toegekende investeringssubsidie van 235.000 euro te heroriënteren naar een aangepast project. De uitbouw van de Vlaams erkende thuiszorg blijft het zwakke broertje in het woonzorgverhaal. De studie ‘De thuiszorg onder de loep in Brussel’ werd begin 2011 uitgegeven. In 2012 wordt gestart met concrete acties voor de verbetering van de thuiszorgdienstverlening. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan zorgvernieuwingsinitiatieven. Parallel hiermee heb ik ook samen met de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie een opdracht uitgeschreven voor een globale programmatie voor het thuishouden en huisvesten van bejaarden. De resultaten zouden medio 2012 moeten beschikbaar zijn. Samen met mijn collega bevoegd voor ouderenzorg en het collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bevoegd voor welzijn, voorzie ik op 13 december 2012 een Staten-Generaal Woonzorg Brussel. De vragen en noden van de (potentiële) gebruiker van woonzorg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden in kaart gebracht. Op basis van onder meer de programmatiestudie woonzorg Brussel, het behoeftenonderzoek van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel en specifieke focusgroepen, wil de Staten-Generaal Woonzorg Brussel (december 2012) een antwoord bieden op volgende vragen: Wat zijn de woonzorgnoden van de Nederlandstalige Brusselaars en hoe kunnen de Vlaams erkende Brusselse woonzorgactoren hierop tegen 2020 een kwalitatief en performant antwoord bieden? Welke zijn de kritische succesfactoren om dit doel te bereiken? De conclusies van de Staten-Generaal moeten op termijn leiden tot concrete beleidsaanbevelingen en een geactualiseerd masterplan voor Brussel. De toepassing van de Brusselnorm en de scoop van de Vlaamse rand worden hierin meegenomen vertrekkende vanuit behoeften van de gebruiker, wonende in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. In 2012 wordt een sensibiliseringscampagne uitgevoerd over woningaanpassing, met de bedoeling vijftigers en veertigers te laten anticiperen op het ouder en zorgbehoevend worden. Een steunpunt

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 138

Page 39: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

woningaanpassing, met het engagement van een tiental partners, zal daarbij een centrale rol spelen. Het steunpunt wordt gelanceerd tijdens batibouw 2012. Budgettaire weerslag Het Kenniscentrum Woonzorg Brussel wordt in 2012 voor 200.000 euro gefinancierd via het Vlaams Brusselfonds (AB0/1AG-I-5/IS). OD 9.4 – Gezondheidsvoorzieningen structureel laten samenwerken Realisaties 2011 Begin 2011 sloot ik met het Huis voor Gezondheid een convenant af op basis van het meerjarenplan 2011-2015, waarin de strategische en operationele doelstellingen, voorbeeldacties en procesindicatoren zijn opgenomen. De convenant werd ook ondertekend door de VGC zodat een coherent en gezamenlijk gedragen Vlaams gezondheidsbeleid in Brussel kan worden gevoerd. Het Huis voor Gezondheid ontstond op 1 januari 2010 vanuit een samengaan van de activiteiten en het personeel van de vzw’s Pro Medicis Brussel en Zorgnet en het project coördinatie gezondheidszorg Brussel. De organisatie heeft zich op korte tijd ontpopt tot een sterke speler in het Vlaams-Brusselse gezondheidslandschap rond de volgende missie: “Het Huis voor Gezondheid streeft naar een efficiënte zorgorganisatie met het oog op een kwalitatief zorgaanbod in Brussel, in het bijzonder voor de Nederlandstalige patiënt in Brussel. Hiertoe biedt het Huis voor Gezondheid ondersteuning aan zorgverleners en organisaties van zorgverleners die in de context van een multiculturele hoofdstad toegankelijke en kwalitatieve zorg willen bieden, gesteund op de globale benadering van de patiënt/cliënt.” In het beleidsplan werden er zeven strategische doelstellingen afgebakend: - De eerste lijn ondersteunen en structureren; - Informeren van en netwerking stimuleren tussen beroepsgroepen, tussen Welzijn en Gezondheid; - Multidisciplinaire zorg eenvoudig, duidelijk en patiëntgericht maken. Professionals pragmatisch ondersteunen in het optimaliseren van hun samenwerking; - Drempels tot zorg wegwerken en het correct gebruik van gezondheidszorg stimuleren; - Zorgen voor voldoende instroom van Nederlandskundige zorgverleners in de Brusselse zorg en werken in de Brusselse zorg promoten; - Sensibiliseren omtrent het belang van taal in de zorgverlening; - Zorgzoeker verder uitbouwen en promoten als communicatie- en informatieplatform. Het Huis voor Gezondheid vond in het najaar 2011 gepaste huisvesting in een mooi en functioneel pand in de Lakensestraat 76. Die nieuwe locatie wordt gedeeld met andere gezondheids- en welzijnsorganisaties uit Brussel: de Brusselse Welzijnsraad, het Brussels Overleg Thuiszorg, het Kenniscentrum Woonzorg, Ado-Icarus, Mederi en Home-info. De website van het Huis voor Gezondheid, die in 2010 online ging, wordt het komende jaar verder uitgebouwd. Op de site wordt per doelgroep duidelijk aangegeven welke service het Huis voor Gezondheid te bieden heeft. De website heeft uitgebreide vertakkingen voor de verschillende doelgroepen. Het geheel zal in 2012 verder uitgewerkt worden tot een online platform dat doelgroepspecifieke informatie en instrumenten aanbiedt: - de patiënt wordt wegwijs gemaakt in de Brusselse gezondheidszorg; - de student wordt doorheen stageplaatsen en jobmogelijkheden gegidst; - de professional krijgt informatie en tools over “samen”werken en “beter”werken; - de Brusselaar surft door naar info over gezondheidszorg in Brussel.

V L A A M S P A R L E M E N T

39Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 40: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Op 24 maart 2011 vond de gezondheidsmeeting plaats met als thema ‘armoede en toegang tot gezondheidszorg’. De ervaringsuitwisseling tussen welzijns- en gezondheidswerkers kreeg veel bijval en leverde concrete aanbevelingen op voor de werking van het Huis voor Gezondheid. De volgende gezondheidsmeeting in het voorjaar van 2012 zal handelen over elektronische communicatie tussen zorgverleners. IT-projecten in de gezondheids- en welzijnszorg die communicatie tussen zorgverleners en organisaties ondersteunen, zoals Zorgzoeker, e-Health en het elektronisch zorgplan en ook de opportuniteiten van gegevensuitwisseling tussen die projecten, zullen aan bod komen. De databank van Zorgzoeker werd uitgebreid met gegevens van Brusselse ziekenhuizen die hun structurele samenwerking met Zorgzoeker toezegden. Zorgzoeker bevat sinds 2011 de structuur van de ziekenhuizen en zal in 2012 stapsgewijs de gegevens van de individuele specialisten toevoegen en ontsluiten. Het publiek en de zorgverleners vinden in steeds grotere getale hun weg naar Zorgzoeker (zie ook OD 8.4). Het Huis voor Gezondheid zal in de toekomst het ter beschikking stellen van de gegevens en relevante diensten aan publiek en sector als voornaamste hefboom blijven gebruiken om de bezoekersaantallen blijvend te verhogen. Zorgzoeker wil zo blijven fungeren als het schoolvoorbeeld voor de rest van Vlaanderen voor wat betreft het klantvriendelijk ontsluiten van gezondheids- en welzijnsgegevens naar zowel burger als zorgverlener (zie ook SD 2). Beleidsopties en –initiatieven 2012 In 2012 zal een nieuwe geoptimaliseerde versie van Zorgzoeker worden gelanceerd rond vier ijkpunten: - optimalisatie van de gegevens en de ontsluiting ervan; - verbreding en verdieping van het informatieplatform; - koppeling met het e-Healthplatform; - integratie van nieuwe technologieën en trends. Het Huis voor Gezondheid zal ook in 2012 wetenschappelijk onderzoek over en voor de Brusselse zorgsector voeren en begeleiden. De thema’s worden bepaald in overleg met het Brusselse terrein. Studenten die opgeleid worden in de Brusselse gezondheidszorg en hun stagemeesters zullen aan die onderzoeken meewerken. De resultaten zullen leiden tot relevante kennis en expertise die meteen inzetbaar moet zijn in de werking van het Huis voor Gezondheid. Het Huis voor Gezondheid participeerde bijvoorbeeld in 2011 in een onderzoek naar het gebruik van informatiebronnen rond voeding door Brusselse diabetespatiënten, richtte een Brusselse werkgroep diabetes op en nam het initiatief voor het oprichten van de ‘diabetes informatiedatabank’, een databank die alle informatie rond diabetes voor patiënten en zorgverleners overzichtelijk bundelt. In het najaar van 2011 was het Huis voor Gezondheid medeorganisator van de eerste ‘Brusselse diabetesbeurs’, waarop die onderzoeken en de tools die hieruit voort kwamen, werden teruggekoppeld naar het Brusselse werkveld. Alle Brusselse Nederlandskundige huisartsen werden persoonlijk bezocht door een medewerker van het Huis voor Gezondheid en werden ingelicht over de werking van het Huis voor Gezondheid en bevraagd over hun samenwerking met de ziekenhuizen. De resultaten van deze bevraging worden samengebracht met de wetenschappelijke literatuur over chronische aandoeningen. Op basis hiervan kunnen prioriteiten bepaald worden waarop het Huis voor Gezondheid instrumenten kan ontwikkelen om zorgverleners “samen” en “beter” te laten werken. In oktober 2011 vatte de tweede opleiding huisartspraktijkassistent aan in samenwerking met de VDAB. Die unieke opleiding wordt gecoördineerd door het Huis voor Gezondheid en georganiseerd met de inzet van lectoren van VDAB, VUB en Erasmushogeschool. Die meertalige praktijkassistenten zullen in juni 2012 afstuderen om de huisartsen te ondersteunen in hun administratieve taken. Het Huis voor Gezondheid verzamelt alle interessante cursussen en cursusmateriaal rond taal en zorg en overweegt in 2012 een vernieuwde uitgave van het felbegeerde taalboekje ‘Opération Nl-Operatie Fr’ (zakwoordenboekje NL/FR voor de ziekenhuizen).

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 140

Page 41: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

De evaluatie en ervaring van de activiteiten rond het aantrekken en behouden van Nederlandskundige zorgverleners in Brussel (aangekondigd in de Beleidsbrief 2011), leidde tot de oprichting van het Brussels Overlegplatform Zorgberoepen. Die werkgroep bestaat uit de Brusselse zorgopleidingsinstellingen, heel wat Brusselse ziekenhuizen, diensten gezinszorg, VDAB, … en coördineert en initieert acties rond instroom in het Brussels onderwijs en uitstroom in de Brusselse zorg. In 2012 zal dat uitmonden in een aantal nieuwe projecten in verband met het aantrekkelijk maken van de (Vlaams-)Brusselse gezondheidssector voor Nederlandskundige zorgverleners. Bestaande succesvolle projecten zoals het H-team (Brusselse scholieren warm maken voor zorgberoepen) en de Brussellessen (lespakketten over de Brusselse gezondheidszorg brengen in de opleidingen gezondheidszorg) lopen in ieder geval verder. Het Huis voor Gezondheid zal vanaf het najaar 2011 deel uitmaken van het Vlaams Samenwerkingsplatform Eerstelijngezondheidszorg en aldus kunnen bewaken dat de Brusselse zorgverstrekkers voeling houden met de Vlaamse beleidsinnovaties op dit vlak en - vanuit de specifieke context van Brussel – kunnen wijzen op noodzakelijke aanpassingen van concepten of regelgeving voor Brussel. Budgettaire weerslag Het Huis voor Gezondheid wordt nominatim gefinancierd; in 2012 is er een bedrag van 463.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB).

SD 10 - Onderwijs en jeugd: de slagkracht en omkadering van het onderwijs verhogen om kinderen en jongeren in de stad maximale ontplooiingskansen te geven Samen met mijn Brusselse collega, het VGC Collegelid bevoegd voor Onderwijs, werk ik een structurele oplossing uit voor de ondersteuning van de Nederlandstalige scholen in Brussel. Het beleidsdomein Onderwijs en Vorming dat onder mijn bevoegdheid valt werkt constructief mee in de Task Force Brussel. In overleg met de lokale partners (scholen, CLB, parketcriminologen, politie, CBJ) heb ik vanuit het departement Onderwijs de leiding genomen bij de uitbouw van een lokaal spijbelplan voor de Nederlandstalige scholen in Brussel. Hiervoor werd een werkgroep opgestart, die een eerste projectvoorstel uitwerkte en indiende. Ik heb dit ook op de agenda geplaatst van de Brusselse Task Force Onderwijs. In overleg met de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een deel van het projectvoorstel goedgekeurd en als pilootproject opgestart. Om de kwaliteit van het Vlaams onderwijs te bewaken en te verbeteren moet de overheid evalueren of de doelstellingen die ze vooropstelt, gerealiseerd worden. Daarom wil de overheid onder meer weten in welke mate de leerlingen de eindtermen of ontwikkelingsdoelen daadwerkelijk beheersen. Sinds 2002 bestaat daarvoor het systeem van periodieke peilingen. Vorig schooljaar zijn er opnieuw twee peilingen afgenomen. Voor de peiling wereldoriëntatie (tijd, ruimte, maatschappij en brongebruik) in het basisonderwijs is er een bijkomende steekproef getrokken met Brusselse scholen zodat we een beter zicht krijgen op de mate waarin het Nederlandstalig onderwijs in Brussel deze eindtermen realiseert. Hoewel we vanuit het onderwijsbeleid blijven streven naar een sociale mix in de scholen, blijven er – ondanks alle inspanningen – concentratiescholen bestaan. Om aan leerbehoeften van een leerbedreigd publiek te kunnen beantwoorden, is onderwijs van uitstekende kwaliteit nodig. Evenveel leerwinst behalen in concentratiescholen als in ‘witte’ scholen is veelal niet voldoende, aangezien leerlingen er

V L A A M S P A R L E M E N T

41Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 42: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

vaak met een achterstand aan de start verschijnen. Er moet in deze scholen juist meer leerwinst behaald worden om aan het eind van de rit gelijk te kunnen eindigen met andere scholen. Daarom wil ik 9 basisscholen (3 in Brussel, 3 in Antwerpen en 3 in Gent, gespreid over de koepels en het GO!) met een hoog % GOK-leerlingen de mogelijkheid geven een onderwijsmodel te initiëren dat ‘werkt’ en inspirerend kan zijn voor andere concentratiescholen. Ik zal deze scholen hiertoe extra ondersteunen met als doelstelling te excelleren. Dit zal gebeuren in nauwe samenwerking met de pedagogische begeleidingsdiensten en de lokale overheden en er zal een wetenschappelijk opvolgingssysteem voor de vorderingen van de leerlingen worden opgezet. Gedurende het schooljaar 2011-2012 zullen we dit experiment grondig voorbereiden om vanaf september 2012 van start te kunnen gaan. De deelnemende scholen zullen bij de voorbereiding al intensief worden betrokken. Omdat vernieuwing enkele jaren tijd vergt vooraleer resultaten op te leveren, wordt voor het project 5 jaar uitgetrokken, met een tussentijdse evaluatie na 3 jaar. Daarnaast zal ik ook werk maken van een loopbaanplan voor leerkrachten. Brussel en ook verschillende Vlaamse steden hebben immers niet alleen te kampen met fysieke capaciteit, maar ook met moeilijkheden om voldoende leerkrachten aan te trekken en te houden, terwijl net de “moeilijkste” schoolpopulaties de beste leerkrachten nodig hebben. Brussel wordt een sluitstuk van dat plan, een sluitstuk dat in samenspraak met de Vlaamse Gemeenschapscommissie én met de leerkrachten op het terrein zal uitgetekend worden. De procedure voor de uitwisseling van ‘native speakers’ voor taalvakken moet worden vereenvoudigd. Een ambtelijke werkgroep met leden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap maakt hiervan werk, zodat de projecten nieuwe stijl vanaf het schooljaar 2012-2013 van start kunnen gaan. Ook ouderbetrokkenheid is een aandachtspunt in mijn onderwijsbeleid. Specifiek voor Brussel vermeld ik hierbij het project “It takes a village to raise a child” van Citizenne, het Brusselse Vomingplus-centrum, dat ouders ertoe wil aanzetten meer aan het schoolleven te participeren. Dit project wordt in deze beleidsbrief uitgebreider toegelicht in SD 2 “Brussel voor Vlaanderen”. OD 10.1 - Het Brusselse luik van het GOK-decreet Op 1 september 2012 treedt een nieuw decreet betreffende het inschrijvingsrecht in werking, dat de inschrijvingen regelt vanaf het schooljaar 2013-2014. Zowel de principes die aan het inschrijvingsrecht ten grondslag horen te liggen als de uitvoeringsmodaliteiten die daar dan uit voortvloeien en daarmee in overeenstemming moeten zijn, worden daarin aangepast. De aanpassingen aan het voorrangsrecht van Nederlandstalige kinderen in Brussel zoals vastgelegd in Onderwijsdecreet XX, nl. het vastleggen van het voorrangspercentage op 55 % en het vervangen van “de verklaring op eer” door het aantonen dat de thuistaal Nederlands is, worden in het nieuwe decreet behouden. Naar het voorbeeld van “School in Zicht Antwerpen” werd vorig schooljaar in Sint-Jans-Molenbeek het project “School in de buurt – Buurt in de school” opgestart. Het initiatief heeft tot doel om van concentratiescholen op termijn opnieuw gemengde scholen te maken. ‘School in de buurt – Buurt in de school’ brengt jonge, kansrijke ouders bij elkaar, informeert hen samen over het project, laat hen samen de buurtscholen bezoeken en zorgt ervoor dat ze uiteindelijk ook samen voor een buurtschool kiezen. In 2010-2011 trad ‘School in de buurt – Buurt in de school’ buiten de gemeentegrenzen en reikte de hand naar andere gemeenten en schooldirecties van het Nederlandstalig onderwijs binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om het initiatief verder uit te bouwen (Anderlecht, Koekelberg, Laken). Ik wil CLIL in het secundair onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap decretaal mogelijk maken, op voorwaarde dat er garanties voor kwaliteitsbewaking zijn. Die garanties komen in een CLIL-standaard, die wordt ontwikkeld en decretaal vastgelegd met daarin een te volgen procedure en een

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 142

Page 43: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

aantal kwaliteitseisen waaraan een school moet voldoen, wil zij een CLIL-project opstarten. Een werkgroep finaliseert deze standaard tegen eind 2011. De secundaire scholen die CLIL willen aanbieden, moeten ervoor zorgen, zeker in Brussel en de brede Vlaamse Rand dat het Nederlandstalig karakter van de school behouden blijft en dat de kennis van het Standaardnederlands bij de leerlingen prioritair blijft. De onderwijsinspectie zal daar bijzondere aandacht aan besteden. CLIL kan enkel in het Frans, het Engels of het Duits. Naast de CLIL-standaard zijn er nog bijkomende voorwaarden voor de leerlingen die in een school, die CLIL aanbiedt, les volgen of er ingeschreven zijn:

- CLIL kan enkel op basis van een keuze van de ouders van de leerling. - Er blijft een volledig Nederlandstalig traject in de school (m.a.w. CLIL kan nooit een

verplichting zijn). De decretale aanpassingen worden tegen het voorjaar 2012 uitgevoerd om ten laatste in 2014 CLIL-programma’s in het secundair onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap mogelijk te maken. Gedurende drie opeenvolgende schooljaren wordt in een nascholing rond CLIL voorzien. Via drie studiedagen wil ik CLIL in het onderwijsveld beter bekend maken. Budgettaire weerslag Via AG004 werd aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek 15.000 euro toegekend voor het project project “School in de buurt – Buurt in de school” i.h.k.v. de schoolinschrijvingen in 2011. De overige beleidslijnen worden gerealiseerd op budgetten binnen de onderwijsbegroting. OD 10.2 – Gerichte uitbreiding van het onderwijsaanbod Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vangt een deel van de vergroening van Brussel op door een gerichte uitbreiding van het onderwijsaanbod. Ik werkte hiervoor een aantal wettelijke drempels weg, en reserveerde de voorbije jaren een belangrijk deel van de extra onderwijsmiddelen die de Vlaamse Regering vrijmaakte voor de capaciteitsproblmatiek in een aantal steden. De VGC verzamelde de vragen van de Brusselaars en de mogelijkheden van de onderwijsverstrekkers, en tekent een haalbaar plan uit voor meer klassen en meer scholen. In overleg met de VGC worden de inspanningen en engagementen van de onderwijsverstrekkers verder gescreend op haalbaarheid en betaalbaarheid, en op de mogelijkheid om de uitbreiding te koppelen aan perspectieven op het vlak van Nederlandstalige instroom en parascolair aanbod. Om het toekomstige capaciteitsprobleem in Brussel op te lossen blijf ik een intensief overleg tussen de ministers van onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap en de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepleiten. Die laatste overheid kan de infrastructurele regie inzake scholenbouw op zich nemen. OD 10.3 – Initiatieven brede school ondersteunen Realisaties 2011 Via de verhoging van de dotatie gemeenschapsinfrastructuur tot 3.116.000 euro werd in 2011 de campus Nieuwland in het centrum van Brussel aangekocht. De voorziene middelen voor werking en coördinatie van brede schoolprojecten werden nog niet vastgelegd. Ik heb ervoor gekozen deze middelen via een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschapscommissie te besteden. De VGC is immers de bestuurlijk logische partner voor het voeren van een regie en voor de kwaliteitsbewaking van de projecten.

V L A A M S P A R L E M E N T

43Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 44: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

In overleg met de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt de verdere besteding van de dotatie gemeenschapsinfrastructuur besproken. In het najaar van 2011 zal samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie een oproep gebeuren naar gemeenten die, aanvullend bij het lokaal cultuurbeleid, werk willen maken van een brede schoolwerking in hun gemeente. Dat zal gebeuren met coaching, intervisie, vorming en opvolging door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, om in elke gemeente eenzelfde visie en eenzelfde kwaliteit te garanderen. Budgettaire weerslag In 2012 is er een enveloppe van 750.000 euro voorzien voor projecten Brede School via AG014. De VGC ontvangt in 2012 een investeringsdotatie van 3.116.000 euro. OD 10.4 – Mondiale, interculturele en burgerschapvorming versterken In de beleidsnota brak ik een lans voor projecten die de mondiale, interculturele en burgerschapsvorming in onze hoofdstad versterken. Ook binnen het domein Onderwijs besteed ik hier aandacht aan. Specifiek in Brusselse context geef ik een nominatimsubsidie aan Studio Globo voor de Brusselwerking en steun ik een burgerschapsproject van Curieus. Realisaties 2011 Studio Globo richt zich tot Brusselse en Vlaamse scholen die in Brussel een vorming of inleefactiviteit rond diversiteit komen meemaken. In 2011 vonden er 76 inleefsessies voor in totaal 1700 leerlingen plaats. 380 studenten van de lerarenopleiding volgden een vormingsdag. Daarnaast werd de formule “Kuregem à la carte”geïntroduceerd, waarbij een klasgroep tijdens een buurtwandeling op bezoek gaat bij één of meerdere organisaties of handelaars die actief zijn in de wijk. Er werd een vormingsaanbod voor jeugdwerkers ontwikkeld rond het gemeenschappelijke jaarthema van de Vlaamse jeugdbewegingen “Armoede is een onrecht, maak er een spel van”. Nog in 2011 ging Citizenne van start met het project “It takes a village to raise a child”. Deze organisatie gaat specifiek voor een aantal scholen ondersteuning aanbieden in het betrekken van ouders via ouderraden en op die manier de betrokkenheid bij het onderwijs van hun kinderen verbeteren. Dit project loopt door in 2012. Beleidsopties en –initiatieven 2012 Er wordt tegen het najaar 2012 door Studio Globo een volledig nieuw lespakket voor het inleefatelier “Wonen op het dak” en de bijhorende buurtwandeling ontwikkeld. De buurtwandeling wordt verder geïntegreerd in het belevingsspel in het inleefatelier, zodat er een verbondenheid ontstaat met de realiteit van de wijk. In 2011 zette Studio Globo een intensieve uitwisseling op tussen een Vlaamse en een Brusselse school. Via een studiedag op 29 februari 2012 en de uitgave van een praktijkboek zal dit uitwisselingsmodel voor grotere groepen scholen toegankelijk worden. Ik geef een subsidie van 112.500 euro voor een project rond burgerschapsvorming van Curieus. Het project IMID (Ik Moest Iets Doen) bestaat uit twee socio-artistieke buurttrajecten rond burgervorming, de ontwikkeling van een “doe-het-zelf-doos” die burgers en organisaties toegankelijke en makkelijk hanteerbare technieken aanreikt om het burgerzingehalte van hun stadswijk te vergroten, een tentoonstelling op een centrale Brusselse locatie met als thema: “Hoe verleiden we bewoners en gebruikers van de publieke ruimte in stadswijken tot meer burgerzin”? en een mediacampagne die de burgerzininitiatieven over heel de stad en daarbuiten moet verspreiden. Brussel fungeert in dit project als laboratorium om nieuwe stedelijke methodieken te ontwikkelen in de hoop een mentale verandering in de stad te bewerkstelligen. Ik verwijs hier eveneens naar het algemeen beleid ontwikkeld binnen mijn bevoegdheid Onderwijs. In de beleidsbrief van dat beleidsdomein zet ik onder OD 1.1. uiteen hoe ik dat zal doen en vermeld hier

V L A A M S P A R L E M E N T

Beleidsopties en –initiatieven 2012

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 144

Page 45: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

de thema’s die aan bod zullen komen: het verbeteren van de rechtspositie van jongeren in het onderwijs, de participatie op school, mediawijsheid, vredesopvoeding, herinneringseducatie en duurzame ontwikkeling. De scholen worden gestimuleerd om dit zelf te realiseren aangepast aan hun specifieke context. Het spreekt voor zich dat deze initiatieven in Brussel een belangrijke impact zullen hebben. Budgettaire weerslag Studio Globo wordt nominatim gefinancierd; in 2011 is er een bedrag van 70.000 euro voorzien (AB0/1AG-I-2/WTB). OD 10.5 – Brussel als studentenstad promoten Realisaties 2011 Het Vlaams Overlegplatform Hoger Onderwijs Brussel (VLOPHOB) diende een beleidsplan 2009-2013 in dat een kader vaststelde voor samenwerking tussen de instellingen op het vlak van zes vastgelegde thema’s:

1. beleidsvoorbereidend onderzoek rond de positie en eigenheid van het hoger onderwijs in Brussel;

2. promotie van en informatieverstrekking over hogere onderwijsstudies in Brussel; 3. de uitbouw van studenten- en personeelsvoorzieningen om de aantrekkelijkheid van Brussel

als hoger onderwijs-, studeer- en studentenstad aan te scherpen; 4. internationalisering; 5. diversiteit, als zowel de zorg voor de diverse studentenpopulatie die het hoger onderwijs in

grootsteden typeert, als de interactie met de interculturele stad; 6. het platform dat zich aandient als een gesprekspartner voor de verschillende overheden en de

sociaal-culturele en sociaal-economische actoren uit de hoofdstad. In overleg met de onderwijsinstellingen heb ik de werking van VLOPHOB vanaf 2011 beperkt tot:

- Promotie en informatieverstrekking; - Studentenvoorzieningen; - Het platform als gesprekspartner voor overheden en middenveldactoren; - Mobiliteitsproblemen studenten en personeel (als specifiek samenwerkingsthema, op vraag

van de instellingen). In het licht van deze beslissing kreeg VLOPHOB de opdracht het beleidsplan 2009-2013 te herwerken. Op vraag van VLOPHOB werd de subsidielijn van 2010, initieel voorzien voor de werking 2010, met 2 maanden verlengd tot 28 februari 2011. Op 3 mei 2011 ondertekenden de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) en zijn Franstalige tegenhanger (FEF) een charter met de Stad Brussel, de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, de gemeenschapscommissies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onder de noemer “Brussel 2.0: A New Deal” wil men de banden aanhalen tussen de overheden in Brussel en de studenten die studeren en wonen in de hoofdstad. Doelstelling is om Brussel beter als studentenstad te promoten. Als Vlaams minister van Onderwijs én Brussel wil ik deze ambities mee mogelijk maken. Binnen de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap hebben we daartoe in 2011 alvast een belangrijke faciliterende stap gezet: Quartier Latin en het Overlegplatform voor Hoger Onderwijs in Brussel hebben op mijn aansturen een fusieoperatie ingezet om te evolueren tot de nieuwe organisatie Br(ik, een studentendienstverleningsbureau met als baseline “Alles voor stadstudenten”. Br(ik heeft als basisopdracht Brussel te promoten als studentenstad, en vormt zo een uniek aanspreekpunt en uitstekende partner om de ambities uit de New Deal mee waar te maken. De kern van Br(ik blijft de studentenhuisvesting. Als studentenhuisvester voor 5.000 jongeren neemt Br(ik een cruciale rol op in

V L A A M S P A R L E M E N T

45Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 46: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Brussel. Daarrond bouwt Br(ik een promotiebeleid voor Brussel als stad die jongeren zich kunnen toe-eigenen en waar ze hun toekomst maken. In 2011 werd via de mediacampagne “Brussel&ik” het merk Br(ik gelanceerd en een nieuwe online-platform www.brik.be uitgebouwd. Een specifiek op studenten gerichte eventkalender, de Br(ikkaart, en een job- en stagedatabank bieden opportuniteiten om, servicegericht, aankomende en huidige studenten te overtuigen van de troeven van de stad. Beleidsopties en – initiatieven 2012 De woningmarkt voor studenten in Brussel staat onder druk. Door de grotere instroom van studenten – ook buitenlandse studenten - en door de masterstructuur stijgt het aantal studenten en ook het aantal kotzoekers. Het door Br(ik gekende woonaanbod bedraagt een 7000 wooneenheden: 1750 wooneenheden van de Universitaire Associatie Brussel, 458 wooneenheden van Br(ik zelf en 4300 wooneenheden die door een succesvolle samenwerking met privé-kotbazen gelabeld zijn met het Br(ik-OK label en op de website staan. Vanaf het begrotingsjaar 2012 moet Br(ik 1 miljoen van de haar toegekende werkingsmiddelen aanwenden voor studentenhuisvesting. In eerste instantie wordt gezocht naar uitbreidingsmogelijkheden in of rond de vijfhoek. Concrete projecten die worden onderzocht zijn Papenvest, Steenstraat, Arduinkaai en een uitbreiding in de Sint-Michielsstraat. Ook zal in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap en de VGC een start worden genomen met een project van studentenhuisvesting binnen het concept van de Brede School op de campus Nieuwland. Br(ik ambieert over een tijdsspanne van 5 jaar 1.000 extra wooneenheden aan de reserve toe te voegen. Zij zal dit voornamelijk doen door eigen initiatieven. De particuliere markt atomiseert, met steeds meer kleine kotbazen die enkele kamers – vaak in of bij de eigen woning - aanbieden. Dit kleine aantal extra kamers kan de nood aan groei niet opvangen. Ook de hogere vastgoedprijzen en de stedenbouwkundige voorschriften zijn geen stimulans voor particuliere investeerders. Professionele vastgoedinvesteerders plannen wel een aantal projecten, maar kiezen vaak finaal voor de lucratievere expatmarkt met gemeubelde kamers. Met deze maatregelen onderstreept de Vlaamse Gemeenschap het belang van kwaliteitsvolle en betaalbare studentenkamers voor de positie van het hoger onderwijs in Brussel. Tegelijk is goed wonen in de stad voor studentenjongeren een belangrijke wissel op de toekomst, omdat zij bij uitstek de doelgroep zijn die te winnen is voor wonen en werken in de stad na hun studies.

In 2012 lanceert Br(ik een vernieuwde kotzoekermodule: iKot. iKot heeft de potentie om de referentiepositie van de Br(ik-huisvestingsdatabank voor de komende 5 jaar opnieuw te verankeren. Van daaruit wordt ook het beleid voor de privékotbazen geïntensifieerd.

In samenwerking met USE-it, zal Br(ik haar inspanningen om jongeren op weg te zetten naar de studeerstad Brussel en studenten wegwijs te maken in Brussel, opvoeren. Br(ik voorziet drempelverlagende initiatieven zoals de Openkotdagen, informatiedagen, een Kotbeurs en - in samenwerking met FM Brussel - de Grootste Kotfuif. Brussel Brost zal in 2012 haar derde editie kennen.

De mediacampagne Brussel&ik wordt in 2012 nog eens ingezet tijdens de zomer op evenementen waar veel jongeren zijn. In samenwerking en vanuit de expertise van Muntpunt rond stadsinformatie en cultuurinfo zal Br(ik studenten de sociale en culturele rijkdom van de stad te tonen. In dat kader zal Br(ik ook, samen met Wonen in Brussel, gericht campagne gaan voeren om (pas) afgestudeerden te laten kiezen voor een wooncarrière in de hoofdstad. Die promotie onderbouwt Br(ik in het beste geval met haar huisvestingslijn van Flats Jong Afgestudeerden.

Br(ik moet ook inspanningen blijven leveren om de mobiliteit van studenten binnen Brussel te stimuleren. Een van de aandachtspunten daarbij is om het Villo-netwerk nog meer toegankelijk te maken voor de student. In de huidige aanpak wordt aan die doelstellling gewerkt door een goedkoop openbaar vervoersabonnement – met een tussenkomst van 50% op het normale MIVB-studententarief

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 146

Page 47: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

– ter beschikking te stellen voor 8.000 studenten. Br(ik moet streven naar een zo effectief mogelijke inzet van de middelen die hiervoor zijn gereserveerd, en zo nodig de huidige formule aanpassen.

Tot slot zet Br(ik haar schouders onder het initiatief van de instellingen om te komen tot een gezamenlijke sportkaart en worden mee sportinitiatieven en -interfacultaire competities gepromoot.

Budgettaire weerslag Voor Br)ik, de rechtsopvolger van Quartier Latin en VLOPHOB, werd een bedrag van 2.268.000 euro ingeschreven (AB0/1AG-I-2/WTB). OD 10.6 – Zorgen dat kinderen en jongeren zich thuis of kind aan huis voelen in Brussel Ik heb in 2010 een colloquium in het kader van het Belgische Voorzitterschap van de Europese Unie rond jongeren in stedelijke omgevingen opgezet (Urban Youth and Europe), met een sterke focus op Brussel. Momenteel tref ik voorbereidingen voor een conferentie over jeugdwerk/jongeren in de stad, die in 2013 zal doorgaan. Met deze conferentie beoog ik zowel een internationaal als een lokaal effect. Ik zal hierbij uitgaan van de pijnpunten, maar zeker ook van de opportuniteiten die een stedelijke context kan bieden aan jongeren en het jeugdwerk. Deze conferentie wordt samen met de Franse Gemeenschap georganiseerd. Bovenstaande duidt op een wil van de bevoegde overheden om de grondig verschillende Vlaamse en Franstalige sector te laten samenwerken. Het wijst op een bewustwordingsproces dat mogelijk gemaakt wordt door heel concrete en tastbare samenwerkingsverbanden te ondersteunen. Dat resulteert hopelijk in een effectief jeugdbeleidsplan op maat van de Brusselse jeugd, samen met de Franstalige minister van Jeugd. De VGC heeft in het verleden in deze materie reeds een pioniersrol gespeeld, en zal ook in de toekomst deze dynamiek moeten dragen. Als Minister van Jeugd zet ik mee mijn schouders onder dit traject en creëer waar nodig een passend kader. Wat betreft de georganiseerde jeugdsector is het belangrijk dat zij weten dat zij voor extra ondersteuning kunnen aankloppen bij dit beleidsdomein. Zo kampt onder andere, maar niet alleen, de Brusselse scouts- en gidsenbeweging met een probleem van rekrutering. Slechts 1,2% van de Vlaamse scouts en gidsen situeert zich in het Brusselse. Daarom heb ik een subsidie van 13.200 euro verleend aan het project Jambobru van de Brusselse afdeling van de Scouts en Gidsen Vlaanderen met als bedoeling het stedelijke draagvlak voor de jeugdbeweging te versterken en Brussel op de kaart te zetten als kindvriendelijke, creatieve en geëngageerde stad. In samenwerking met jeugdhuizen, speelpleinen, vormingsorganisaties en een aantal culturele actoren (Jeugd en Muziek, Met-X) ontpopte Jambobru zich tot een project dat verder reikt dan scouting. Ook in 2012 verwelkom ik projecten die het Nederlandstalige jeugdweefsel in de grootstad versterken en die aantonen dat diversiteit en stedelijkheid eerder een uitdaging dan een probleem kunnen vormen voor initiatieven van jongeren. Wat de het concept van stadsklassen betreft heb ik voor 2012 geen nieuwe initiatieven in het vooruitzicht. Wel zorgen een aantal ad nominatim en projectmatig ondersteunde initiatieven er via hun werking voor dat klassen kennis maken met de hoofdstad: Studio Globo met zijn inleefateliers, Bozar met het project Klassiek met Klasse, en Brukselbinnenstebuiten met gidsbeurten voor klassen uit de derde graad van het secundair onderwijs, zoals bijvoorbeeld de specifieke gidstoer “De stad lezen” en een opdrachtenpakket “Europa in Brussel”. Ook Kuumba, het Vlaams-Afrikaans huis, levert een bijdrage tot die kennismaking met Brussel, aangezien het heel wat klassen uit Brussel en Vlaanderen ontvangt in zijn ruimtes en rondleidingen organiseert.

V L A A M S P A R L E M E N T

47Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 48: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Initiatieven van jongeren kunnen worden gesteund via de subsidielijn “Projecten voor Brussel”, waar in 2012 een totaalbedrag van 1.710.000 is voorzien (zie OD 1.2).

SD 11 – Cultuur en creativiteit: de sterke troeven van de culturele sector blijven uitspelen OD 11.1 – Samenwerking ondersteunen Ik hecht in mijn beleidsnota en in de nieuwe subsidiegids “Projecten voor Brussel” veel belang aan culturele projecten die een samenwerkingsdynamiek creëren tussen culturele instellingen in Brussel. Kwaliteitsvolle gemeenschapsoverschrijdende projecten worden daarbij specifiek aangemoedigd. In 2011 ondersteunde ik o.a. de volgende culturele initiatieven en evenementen die samenwerking hoog in het vaandel dragen: Salut Congo van de Louis Paul Boonkring, Klassiek met Klasse en het Balkan Trafik Festival in Bozar, Holidays van Recyclart, het Couleur Café-festival, Het Diep in het Bos-festival, het Central Park-festival, de Children’s Choice Awards van het Kunstenfestivaldesarts, Bruksellive, de Nocturnes en Museum Night Fever van de Brusselse Museumraad,.... In 2012 wordt deze lijn verder gezet. Ik zal oog blijven hebben voor verruimende projecten die op samenwerking mikken. Voor de evoluties op vlak van cultuurcommunicatie verwijs ik naar de toelichting bij OD 8.3. Budgettaire weerslag Culturele projecten met een samenwerkingsdimensie worden betoelaagd via de subsidielijn “Projecten voor Brussel”, waar in 2012 een totaalbedrag van 1.710.000 is voorzien (zie OD 1.2). OD 11.2 en OD 11.3 - Vernieuwende culturele en creatieve initiatieven kansen geven en Participatiebevorderende initiatieven ondersteunen De in de beleidsnota vooropgestelde participatiebevorderende projecten die inspelen op de maatschappelijke labofunctie van Brussel vormen in de vernieuwde subsidiegids “Projecten voor Brussel” een aparte categorie (zie toelichting bij OD 1.2). Realisaties 2011 Ik vertelde in mijn vorige beleidsbrief over de impulssteun die ik aan het project MicroMarché op de Steenkoolkaai heb gegeven. Dankzij die steun van 24.000 euro is MicroMarché uitgegroeid tot een comfortabele, permanente ontwerpersmarkt waar jonge creatievelingen de kans krijgen hun concepten en ideeën bij het publiek aan te prijzen en te testen. De verhuis van Citizenne (sociaal-cultureel vormingswerk), USE-it (jongerentoerismeinfobalie) en Het Punt (vrijwilligerswerking) naar deze plek en de opening van het Via Via reiscafé verhogen de aantrekkingskracht. Theatervoorstellingen en concerten vinden doorgaans 's avonds plaats. Toch zijn er heel wat mensen die liever overdag een culturele uitstap plannen. Een aantal Brusselse huizen zijn daarom in 2008 rond de tafel gaan zitten. Het resultaat is 'Brussel maakt Scène' , een reeks van dagvoorstellingen en –concerten in de Beursschouwburg, Bozar, Bronks, Flagey, Kaaitheater, Klarafestival, Kunstenfestivaldesarts en KVS. Uit een analyse bleek dat de aanbodzijde intussen voldoet, maar dat aan de vraagzijde nog inspanningen moeten worden geleverd. Daarom gaf ik een subsidie van 5000 euro aan Lasso om projecten op maat uit te werken. Die omkadering heeft als doel de drempel inhoudelijk te verlagen waardoor mensen die nog niet beschikken over bepaalde culturele competenties sleutels krijgen aangereikt om de voorstelling of concert beter te begrijpen en appreciëren. Brusselse organisaties die werken met kansengroepen kunnen voor de voorstellingen en concerten een inleiding of nabespreking op maat krijgen. Dat programma kan o.a. bestaan uit een broodjeslunch met inleiding, nagesprek met de artiesten, rondleiding in de gebouwen, enz. Indien de

V L A A M S P A R L E M E N T

Budgettaire weerslag

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 148

Page 49: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

groep kiest voor zo'n omkaderend overdagprogramma worden de tickets aan extra voordelige prijzen aangeboden. Uit een eerste analyse blijkt dat het project zijn vruchten heeft afgeworpen. Beleidsopties en initiatieven 2012 In het najaar van 2012 vindt de eerste volwaardige editie van het Festival Kanal plaats. Ik verleen een subsidie van 85.000 euro aan dit project dat de uitdagingen, mogelijkheden en problemen van de Brusselse kanaalzone via kunst- en cultuurprojecten wil onderzoeken en, waar mogelijk, daadwerkelijk ontwikkelingsvoorstellen formuleren. De organisatoren hebben op basis van de nuleditie van het festival in 2010 hun concept verfijnd en vier grote werkingsgebieden afgebakend: publieke ruimte, cultural citizenship, mobiele dualiteit en kanaaljongeren. Ik kijk vol verwachting uit naar andere voorstellen vanuit de samenleving die op deze beleidsdoelstelling inspelen. Budgettaire weerslag Vernieuwende en participatiebevorderende initiatieven worden betoelaagd via de subsidielijn “Projecten voor Brussel”, waar in 2012 een totaalbedrag van 1.710.000 is voorzien (zie OD 1.2). III. Uitvoering moties en resoluties van het Vlaams Parlement

Actualiteitsmotie tot besluit van het op 13 oktober 2010 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de conclusies uit het Brussels Armoederapport 2010 en het beleid van de Vlaamse Regering inzake armoedebestrijding in Brussel (stuk 703 (2010-2011) – Nr. 2) Gevolg Als Vlaams minister voor Brussel wil ik een sterke partner zijn in het beleid van de Vlaamse Regering inzake armoedebestrijding. De coördinatie van dit beleid ligt bij collega-minister Ingrid Lieten, dus verwijs ik voor de concrete verwezenlijkingen en plannen naar de beleidsbrief Armoedebestrijding, waaruit blijkt dat er rekening wordt gehouden met de vragen van het Vlaams Parlement. In deze beleidsbrief (onder OD 1.5) besteed ik specifiek aandacht aan het Brusselse luik van dit beleid. Motie van aanbeveling tot besluit van de in commissie besproken beleidsbrief Brussel 2010-2011 (stuk 748 (2010-2011) – Nr. 5) Gevolg Deze beleidsbrief en het beleid van de Vlaamse Regering houdt rekening met de verwachte bevolkingstoename in Brussel (1°). Het is daarbij in de eerste plaats aan de bevoegde vakministers om voor de verschillende voorzieningen – onderwijs, ouderenzorg, kinderopvang en gezondheidsbeleid – een duurzame strategie uit te tekenen. Voor de inspanningen inzake onderwijs verwijs ik naar SD 10 in deze beleidsbrief en naar de beleidsbrief Onderwijs. Inzake andere sectoren is mijn rol vooral complementair (zie SD 9), door het ondersteunen van structuren als het Kenniscentrum Woonzorg of het Huis voor Gezondheid die een sleutelrol spelen in het Brusselse welzijns- en gezondheidsbeleid. Het overleg en de samenwerking met de VGC is daarbij erg belangrijk. Bovendien werk ik ook samen met de andere Brusselse overheden. Zo is er een gemeenschappelijk onderzoek besteld om een globale programmatie uit te werken voor structuren

V L A A M S P A R L E M E N T

49Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1

Page 50: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

voor het thuishouden en huisvesten van bejaarden. Ook het Vlaams Brusselfonds wordt ingezet als een impulsfonds voor diverse initiatieven op dit vlak. Een aantal aanbevelingen hebben betrekking op de Task Force Brussel. Ik verwacht net als het Vlaams Parlement dat de Task Force een aanzet tot globaal actieplan voor Brussel zal formuleren, net zoals een voorstel tot consultatie van het brede middenveld in Brussel. Deze vragen heb ik ook expliciet aan de Task Force overgemaakt. Uit het tussentijds rapport van de Task Force Brussel blijkt dat in de omgevingsanalyse wordt ingegaan op de verwachte bevolkingstoename, dus ik veronderstel dat ook in het eindrapport voorstellen zullen worden gedaan die aan deze trend het hoofd bieden. Wat het armoedebeleid betreft (2°), verwijs ik naar de gevolgen die aan de actualiteitsmotie worden gegeven (zie hierboven). Het is nog niet mogelijk gebleken een onderzoek te voeren naar de huisvestingsmogelijkheden van werknemers in knelpuntberoepen en van Vlaamse ambtenaren (3°). Het probleem is immers ruimer dan enkel de mogelijkheid om te kunnen wonen waar men werkt. Het aantrekken van werknemers in zorgberoepen is immers niet in de eerste plaats een kwestie van voldoende betaalbare huisvesting. In de eerste plaats is daarom ook geïnvesteerd in die structuren die hier een globaal beleid rond kunnen ontwikkelen, zoals het Huis voor Gezondheid. Daarnaast beschikt ook Br(ik over een beperkt aanbod van huisvesting voor jonge afgestudeerden. Ik ontvang momenteel geen signalen dat een onderzoek naar rechtstreekse investeringsmogelijkheden door de Vlaamse Regering dringend is. Wat de Vlaamse ambtenaren betreft, heb ik evenmin van de bevoegde minister de vraag gekregen om hierover een onderzoek te starten. Het aspect van de huisvesting blijft echter in het vizier. Inzake het ambitieus en meertalig onthaal- en promotiebeleid (4°) blijkt uit deze beleidsbrief dat verschillende projecten in uitvoering zijn. De oprichting van Muntpunt is een feit en de activiteiten zullen ook in 2012 meer en meer zichtbaar worden, onder meer op het vlak van cultuurcommunicatie. Met de Vlaams-Brusselse media wordt een samenwerkingsmodel uitgetekend om de slagkracht en het bereik van deze media te vergroten, met volledig respect voor de redactionele autonomie. De start van Br(ik in 2011 geeft sterkte impulsen aan een doorgedreven samenwerking tussen de instellingen van hoger onderwijs. Het beleid van de Brusselnorm (5°) en de toepassing van de Brusseltoets (6°) worden verder uitgevoerd. Dit is een prioritaire doelstelling van het Brusselbeleid van de Vlaamse Regering (zie OD 1.1) en ik hoop dat dankzij het voorbereidende werk van de Task Force Brussel in 2011 ik in de toekomst een nog betere opvolging van de Brusselnorm en de Brusseltoets kan verzekeren. Dit is bovendien een sleutelproject in het meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid. Actualiteitsmotie tot besluit van het op 2 februari 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over het acute plaatstekort in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel (stuk 935 (2010-2011) – Nr. 2) Gevolg Deze motie had betrekking om het probleem van de inschrijvingen voor Nederlandstaligen in de scholen in Brussel. Met het voorstel van decreet betreffende het inschrijvingsrecht (zie hiervoor de Beleidsbrief Onderwijs 2011-2012) wordt grotendeels een antwoord op de geformuleerde vragen gegeven en dit voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2013-2014. Er worden in het voorstel van decreet betreffende het inschrijvingsrecht: 1° bijkomende uitgangspunten van het gelijke onderwijskansenbeleid geformuleerd (1° en 3°); 2° permanente regels voor aanmeldingsprocedures in het decreet ingeschreven (1° en 3°); 3° wijzigingen en verduidelijkingen aan het inschrijvingsrecht aangebracht, gebaseerd op de vaststelling van bestaande knelpunten (1° en 3°).

V L A A M S P A R L E M E N T

Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 150

Page 51: Beleidsbrief Brussel Beleidsprioriteiten 2011-2012

Het zal een aandachtspunt van constante monitoring zijn om via de grondige evaluatie van het GOK-decreet de impact ervan op het verkrijgen van de sociale mix in de scholen na te gaan (2°).

IV. Regelgevingsagenda

Titel van het initiatief

Betrokken regelgeving

Eventuele wettelijke deadline

Korte samenvatting van de beleidsdoelstellingen

Te doorlopen fases en timing

RIA Contactpersoon

Aanpassing delegatieregeling Vlaams Brussel-fonds

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 tot regeling van het beheer en de werking van het Vlaams Brussel-fonds

Door de jaren heen heeft het Vlaams-Brussel Fonds omvangrijke projecten gerealiseerd. Om het beheer van het Vlaams-Brussel Fonds in lijn te brengen met de algemene delegatieregelingen die gelden binnen de Vlaamse overheid, zal de beheersbevoegdheid van de Leidend Ambtenaar van het Fonds worden verduidelijkt. Het delegatiebesluit zal in die zin worden aangepast.

Oktober-december 2011 Taalkundig en legistiek advies Akkoord IF en begroting Januari-februari 2012 Agendering op de Vlaamse Regering Afkondiging en publicatie in B.S.

Neen Ann Steenwinckel, teamhoofd Coördinatie Brussel

V. Stand van de uitvoering van de decreten Het decreet van 19 november 2010 tot oprichting van een Vlaams communicatiehuis in Brussel onder de vorm van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt VZW is op 31 december 2010 in het Belgisch Staatsblad verschenen.

Op 13 mei 2011 stemde de Vlaamse Regering in met de verklaring van de bedrijfsrevisor met betrekking tot het boekenonderzoek van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek vzw (HOB) en van Onthaal en promotie Brussel vzw (OPB). Ze hechtte eveneens haar goedkeuring aan het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de datum van de inwerkingtreding van het decreet van 19 november 2010 tot oprichting van een Vlaams communicatiehuis in Brussel onder de vorm van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt VZW en tot operationalisering van Muntpunt. De datum van inwerkingtreding werd bepaald op 1 mei 2011. Het besluit van de Vlaamse Regering verscheen in het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2011. De Vlaamse Regering hechtte op 13 mei 2011 eveneens haar goedkeuring aan de ontwerpstatuten van de vzw Muntpunt en droeg zeven stichtende leden voor. De Vlaamse Regering bepaalde op 13 mei 2011 ten slotte dat de vzw Muntpunt tot het beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid hoort. Hiermee is volledige uitvoering gegeven aan artikel 3 van het decreet van 19 november 2010 tot oprichting van een Vlaams communicatiehuis in Brussel onder de vorm van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt VZW.

Op 15 juli 2011 vond de stichtingsvergadering van de vzw Muntpunt plaats. Op 25 augustus 2011 werd de stichtingsakte neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel. Op 6 september 2011 zijn de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad verschenen.

V L A A M S P A R L E M E N T

51Stuk 1320 (2011-2012) – Nr. 1