Top Banner
JAARVERSLAG 2015 EXPERTGROEPEN TWENTE TWENTE REGIO PREPARE WOAZ SAMENWERKING SAMENWERKING OTO ACS ACHTERHOEK CVA DOEN VERLOSKUNDE KWALITEITSKADER COMMUNICATIE LEREN PIJNCENTRUM DOEN DOEN BASIS TRAUMASYMPOSIUM TRAUMAREGISTRATIE SPREIDING KENNISCENTRUM DURVEN SAMENWERKING ZORGAANBOD DURVEN STRUCTUUR OOST EUREGIO SCHOLING ACS TRAUMAZORG KWALITEITSKADER CRISISPLAN EUREGIO BEREIKBAARHEID REGIO KWALITEIT BORGING EVALUATIE ZUIDKAMP VERBINDING ACS EUREGIO DINKELLAND DINKELLAND ROAZ DOEN ACUTE STRUCTUUR KWALITEITSKADER BORGING DURVEN ONTWIKKELING REGIOVISIE WIJZIGINGEN VERBINDING WIJZIGING INTERREG SCHOLING REGIO PREPARE DINKELLAND NETWERK EVALUATIE GRENSOVERSCHRIJDEND GRENSOVERSCHRIJDEND PIJNSYMPOSIUM DICHTBIJ AGENDACOMMISSIE DELEN ACRE LEREN REGIOVISIE ACUTE DELEN NETWERK OTO CBRN CBRN NETWERK OOST BESCHIKBAARHEID TRAUMAOVERLEG TRAUMATOLOGIE ACUTE TRAUMAOVERLEG ZORG ZUIDKAMP BEREIKBAARHEID BEREIKBAARHEID BESCHIKBAARHEID VERBETERING KETENPARTNERS AGENDACOMMISSIE KETENPARTNERS CVA VERBETERING ZORGAANBOD LCMS LCMS ONDERZOEK SPREIDING VERLOSKUNDE VERBETERING KETENPARTNERS TRAUMAREGISTRATIE BEREIKBAARHEID ACHTERHOEK KWALITEIT REGIOVISIE SPREIDING ACS ROAZ DURVEN BESCHIKBAARHEID PREPARE BASIS VERBETERING EXPERTGROEPEN AGENDACOMMISSIE ROAZ CBRN OTO EXPERTGROEPEN TRAUMAZORG ONTWIKKELING TRAUMATOLOGIE DELEN SPREIDING KWALITEIT TRAUMAOVERLEG DELEN INTERREG VEILIG ZORGAANBOD NETCENTRISCHWERKEN TWENTE ACS ACS PREPARE ZUIDKAMP BORGING WIJZIGING BESCHIKBAARHEID KENNISCENTRUM OTO PREPARE DICHTBIJ KENNISCENTRUM TRAUMAZORG CVA STRUCTUUR WOAZ VERLOSKUNDE ACUTE WIJZIGING ACHTERHOEK EVALUATIE LCMS WOAZ ONTWIKKELING KWALITEITSKADER COMMUNICATIE BASIS EXPERTGROEPEN ROAZ REGIO CBRN BORGING KETENPARTNERS NETCENTRISCH PREPARE SCHOLING ZORG GRENSOVERSCHRIJDEND ZORGAANBOD OOST ONDERZOEK TRAUMATOLOGIE KWALITEIT ZORG AGENDACOMMISSIE BASIS WERKEN DICHTBIJ
24

BAZE - Jaarverslag 2015

Aug 03, 2016

Download

Documents

Bureau Acute Zorg Euregio - Jaarverslag 2015
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: BAZE - Jaarverslag 2015

JAARVERSLAG 2015

EXPERTGROEPEN

TWENTE

TWENTE

REGIO

PREPARE

WOAZSAMENW

ERKINGSAM

ENWERKING

OTO

ACS

ACHTERHOEK

CVA

DOENVERLOSKUNDE

KWALITEITSKADER

COMMUN

ICATIE

LEREN

PIJNCENTRUM

DOEN

DOEN

BASIS

TRAUMASY

MPOSIUM

TRAUMARE

GISTRATIE

SPREIDING

KENN

ISCENTRU

MDURVEN

SAMENWERKING

ZORGAANBOD

DURVEN

STRUCTUUR

OOST EU

REGIO

SCHOLING

ACS

TRAUMAZORG KWALITE

ITSKADE

R

CRISISPLANEUREGIO

BEREIKBAARHEID

REGIO

KWALITEIT

BORG

ING

EVALUATIE

ZUIDKAMP

VERB

INDING

ACS

EUREGIO

DINKELLAND

DINKELLAND

ROAZ

DOEN

ACUTE

STRUCTUU

R

KWALITEITSKADER

BORGIN

G

DURVEN

ONTWIKKELING

REGIOVISIE

WIJZIGINGEN

VERBINDING WIJZIGINGINTERREG

SCHOLING

REGIO

PREPARE

DINKELLA

ND

NETWERK

EVALUATI

E

GRENSOVERSCHRIJDEND

GRENSOVERS

CHRIJDEND

PIJNSYMPOSIUM

DICHTBIJAGENDACO

MMISSIE

DELEN

ACRE

LEREN

REGIOV

ISIE

ACUTE

DELENNETW

ERK

OTO

CBRN

CBRN

NETWERK

OOST

BESCHIKBAA

RHEID

TRAUMAOVERLEG

TRAUM

ATOLOG

IE

ACUTE

TRAU

MAO

VERLEG

ZORG

ZUIDKAMP

BEREIKBAARHEIDBEREIKBAARHEID

BESCHIKBAA

RHEIDVERBETERI

NG

KETENPARTNERS

AGENDACOMMISSIE

KETENPARTNERS

CVA

VERBETERING

ZORGAANBOD

LCMS

LCMS

ONDERZ

OEK

SPREIDIN

G

VERLOS

KUNDE

VERBET

ERING

KETENP

ARTNE

RS

TRAUM

AREGIS

TRATIE

BEREIKBAARHEID

ACHTERHOEKKWALITEIT

REGIOVISIE

SPREIDING

ACS

ROAZ

DURVEN

BESCHIKBAARHEID

PREPARE

BASIS VERBETERING

EXPERTGROEPEN

AGENDACOMMISSIE

ROAZ

CBRN

OTOEXP

ERTGROE

PEN TRAUMAZORG

ONTW

IKKELIN

G

TRAUMATOLOGIE

DELENSPREIDING

KWALITEIT

TRAUMA

OVERLEG

DELENINTERR

EG

VEILIGZORG

AANB

OD

NETCENTRISCHWERKEN

TWENTE

ACS

ACS

PREPAR

E

ZUIDKAMP

BORGINGWIJZIGING

BESCHIKBAA

RHEID

KENNISCENTRUM

OTO

PREPARE

DICHTBIJ

KENN

ISCENTRU

M

TRAUMAZORG

CVA

STRUCTUUR

WOAZVERLOS

KUND

EACUTE

WIJZIGING

ACHTERHO

EK

EVALUATIE

LCMS

WOAZ

ONTWIKKELING

KWALITEITSKADER

COMMUNICATIE

BASIS

EXPERTGR

OEPEN

ROAZ

REGIO

CBRN

BORG

ING KETENP

ARTNERS

NETCEN

TRISCH

PREPARESCHOLING

ZORG

GRENSOVERSCHRIJDEND

ZORGAANBOD

OOST

ONDERZOEK

TRAUMATOLOGIE

KWALITEIT

ZORG

AGENDA

COMMISSIE

BASIS

WERKEN

DICHTBIJ

Page 2: BAZE - Jaarverslag 2015

COLOFON

Het jaarverslag 2015 is een uitgave van

Bureau Acute Zorg Euregio

Getfertweg 45

7512 BA Enschede

Postadres

Postbus 50000

7500 KA Enschede

www.acutezorgeuregio.nl

www.spoedzorgzondergrenzen.nl

www.rettungohnegrenzen.de

@AcuteZorgEur

Acute Zorg Euregio

Contactinformatie

Marja Nijkrake

Tel. 053 - 487 20 97

[email protected]

Aan deze uitgave hebben meegewerkt:

• Joost Kruik, ZGT

• Karin Westerhof, ZGT

• Ellen Puppels, ZGT

• Miray Hanna, ZGT

• Ariaan van Walsum, MST

• Marcel Eitink, MST

• Suparto Bambang Oetomo, VNOG

• Mevrouw Weyck, Gronau

• Nancy ter Bogt, Rolf Egberink,

Joost Hofhuis, Rik Kleijer,

Marja Nijkrake, Jorien Pierik,

Cees Schenkeveld, Simone Schmidt,

Ralph de Wit en Alexandra Ziemann,

Acute Zorg Euregio

Concept, (eind)redactie en vormgeving

Geen Blad voor de Mond B.V.

Lasondersingel 149

7514 BR Enschede

Tel. 053 - 460 90 02

www.geenbladvoordemond.nl

-

Page 3: BAZE - Jaarverslag 2015

INHOUD

INLEIDINGIntensievere samenwerking vertaald naar resultaat

BESCHIKBAARHEID EN BEREIKBAARHEIDGelijkwaardige zorg uit Nederland en Duitsland

NETWERKSamen sterk voor hartpatiënten

KENNISCENTRUM Kennis delen voor betere traumazorg

OTODuidelijkheid bij een crisis in het ziekenhuis

TRAUMAREGISTRATIEInzicht in de regionale traumazorg

ONDERZOEKOnderzoeksvragen vanuit de praktijk

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKINGOplossing over de grens

FINANCIËN

Financieel jaarverslag 2015

4

6

8

12

14

16

18

20

23

Page 4: BAZE - Jaarverslag 2015

Manager Cees Schenkeveld van Bureau Acute Zorg Euregio

(BAZE) licht toe: “Binnen het kwaliteitskader Spoedzorg zijn

aanbevelingen voor goede kwaliteit van alle vormen van

spoedzorg opgenomen, waaronder: Acuut Myocard Infarct

(AMI), Cerebro Vasculair Accident (CVA), heupfractuur, mul-

titrauma, geruptureerd aneurysma en geboortezorg. Voldoet

een ziekenhuis niet aan deze kwaliteitseisen, dan mag de

zorg voor die bepaalde indicatie niet worden verleend. Re-

gio’s bepalen zelf op welke wijze zij invulling geven aan het

kwaliteitskader. Binnen onze regio komen experts bijeen in

expertgroepen om te kijken hoe we de kwaliteit binnen de

acute zorg kunnen verbeteren. Het is bijzonder dat we voor

een relatief kleine regio zo veel gedreven professionals heb-

ben die de patiënt voorop stellen. Onze ketenpartners kijken

los van hun eigen organisatie naar hoe ze de zorg voor de

patiënt beter kunnen maken. Een mooi voorbeeld daarvan is

de concentratie van de geboortezorg in de regio Twente. In

2015 ontstond veel opwinding toen de afdeling verloskunde

van ZGT Hengelo werd gesloten. Vanaf dat moment werd

de geboortezorg alleen in ZGT Almelo en in MST aange-

boden. De verwachting is dat door de toename van het

volume het sterftecijfer zal dalen en uiteindelijk heeft de pa-

tiënt dus baat bij de sluiting van de afdeling verloskunde in

Hengelo. Ook de grensoverschrijdende samenwerking met

het ziekenhuis in Nordhorn (Duitsland) is exemplarisch voor

de manier waarop ketenpartners de patiënt centraal stellen.

Mensen met verdenking op CVA in gemeente Dinkelland

kunnen sneller in het zieken huis in Nordhorn worden gehol-

pen vanwege de kor tere afstand. Daardoor verliest MST

weliswaar enige productie, maar dat weegt niet op tegen

het belang voor de patiënt. Ketenpartners zijn er steeds

meer van doordrongen dat het niet alleen gaat om de kwa-

liteit van een centrum, maar om de kwaliteit van de gehele

keten rondom de patiënt.”

Over de grens

“Grensoverschrijdende samenwerking was in 2015 een be-

langrijk thema. Ons devies is: acute zorg dichtbij als het

kan en ver weg als het moet. Daar waar iedere seconde

telt moet je gebruik maken van de dichtstbijzijnde zorg, of

die zorg nu in Duitsland of in Nederland wordt geboden.

De samenwerking komt tot stand binnen het PREpare-project,

dat loopt tot 2018. Ons streven is dat het voor zorgprofes-

sionals, burgers en overheden een normale zaak wordt dat

Nederlandse ambulances naar Duitse ziekenhuizen rijden,

en andersom.” Ralph de Wit, medisch manager bij BAZE,

vult aan: “Voor de acute zorg is de landsgrens een onna-

tuurlijk barrière. Patiënten die in de grensstreek een acuut

probleem hebben, moeten soms ver rijden naar een zieken-

huis, terwijl op tien minuten afstand over de grens een even

goed centrum beschikbaar is. De manier waarop wij vorm

geven aan de grensoverschrijdende samenwerking is uniek

in Nederland. Ik denk dat het ook op Europees niveau veel

belangstelling kan wekken; er zijn immers veel grensgebie-

den waar samenwerking tussen landen op het gebied van

acute zorg mogelijk kan zijn.”

Om de acute zorg in Nederland te verbeteren, kwam Zorginstituut Nederland in 2015 met

een kwaliteitskader spoedzorgketen. De ketenpartners moeten volgens het kwaliteitskader

aan strengere normen voldoen, waarmee een goede samenwerking binnen de acute

zorgketen nog belangrijker wordt.

INTENSIEVERE SAMENWERKING VERTAALD NAAR RESULTAAT

INLEIDING

4

JAARVERSLAG 2015

Spoedzorgketen

AMI Nor

men

Kwaliteitseisen

Geb

oorte

zorg

Verloskunde CVADichtbij

PREpare

Landsgrens

LCM

S

IncidentenNetcentrischCBRN

Verbeterpotentieel

Page 5: BAZE - Jaarverslag 2015

Het LCMS-Geneeskundige Zorg

Sinds 2015 maken alle ketenpartners tijdens een crisis of ramp

gebruik van het LCMS-Geneeskundige Zorg. LCMS staat

voor Landelijk Crisis Management Systeem. Deze communi-

catietool maakt de gegevens over grote inciden ten voor alle

keten partners inzichtelijk. Ralph: “Door de informatie online te

zetten, is die meteen beschikbaar voor brandweer, politie,

ambulance, ziekenhuis en gemeente. Alle ketenpartners zijn

op de hoogte van de situatie en weten bijvoorbeeld wan-

neer en hoeveel moet worden op- of afgeschaald en naar

welke ziekenhuizen de gewonden worden gebracht. Het net-

centrisch werken heeft in 2015 proefgedraaid en functio neert

naar behoren.” Naast de implementatie van LCMS in de regio

heeft BAZE samen met Netwerk Acute Zorg Zwolle praktische

hand reikingen gemaakt voor de organisatie van chemische,

biologische, radioactieve en nucleaire (CBRN) besmettingen.

Ralph: “Alle vier vormen van besmetting zijn in een handreiking

samen gevat en aangeboden aan de regionale ziekenhuizen.

Daarin staat vooral praktische informatie over passende op-

vang en zorg en over gebruik van speciaal isolerende kleding.”

Traumaregistratie

Cees: “Een van de taken van BAZE is het ondersteunen van

de expertgroepen. Dat doen we onder andere door het

faciliteren van onderzoek en het aanleveren van data. Aan

de hand van bijvoorbeeld de traumaregistratie kan meer en

sneller inzicht worden verkregen in het verbeterpotentieel van

de traumazorg. Randvoorwaarde is daarbij dat de door de

ketenpartners verzamelde data compleet zijn. Daar is in 2016

nog wel een verbeterslag mogelijk. Op welke wijze we voor

de overige spoedindicatoren de ondersteuning inrichten,

hangt af van het kwaliteitskader spoedzorg dat eind 2016/

begin 2017 gereed moet zijn.” •

5

JAARVERSLAG 2015

Ralph de Wit,

traumachirurg bij MST

en medisch manager

bij BAZE.

HET BUREAU

Personele mutaties

Met ingang van 1 januari 2015 heeft BAZE afscheid

genomen van Volker Tondorf, beleidsmedewerker grens-

overschrijdende zorg. Hij heeft een functie buiten BAZE

gevonden. Per 1 juli 2015 is Simone Schmidt aangesteld

als projectmedewerker grensoverschrijdende acute zorg.

Haar werkzaamheden houden voornamelijk verband

met het door INTERREG gesubsidieerde project PREpare.

BAZE heeft in 2015 negen medewerkers (7,5 fte).

Besprekingsvormen

Alle medewerkers van BAZE hebben driewekelijks een

bilateraal overleg met de manager van BAZE ten aan-

zien van de voortgang van de lopende werkzaamheden

en activiteiten. Met alle medewerkers heeft een jaar-

gesprek plaatsgevonden met betrekking tot functioneren

en de onderlinge samenwerking. Tevens wordt in dit ge-

sprek het persoonlijk ontwikkelplan (POP) besproken en

eventueel bijgesteld. Wekelijks vindt er op het bureau

een kort overleg plaats, de zogenaamde ‘keek op de

week’, waarin men elkaar op de hoogte houdt van de

lopende projecten en de werkzaamheden binnen ieders

aandachtsgebied. Eens per maand duurt de ‘keek op

de week’ langer en heeft dan een thema. In 2015 heeft

het team van BAZE in een drietal teambuildingsdagen

gesproken en gebrainstormd over samenwerking en hoe

men zijn eigen talenten in kan zetten, hoe gebruik te

maken van de talenten van de collega’s en hoe deze ta-

lenten in te zetten voor de in- en externe samenwerking.

Onderzoeksstages

BAZE biedt studenten de mogelijkheid om een onder-

zoeksstage te doen dan wel te participeren in een on-

derzoeksproject op het gebied van acute zorg. In 2015

hebben vijf studenten bij BAZE een onderzoek gedaan.

Het eerste onderzoek had betrekking op spoedmeldin-

gen bij de huisartsenpraktijk in de dagsituatie. Het an-

dere onderzoek betrof de vergelijking tussen de Duitse

en Nederlandse traumaregistratie. Drie bachelorstuden-

ten hebben onderzoek gedaan naar ACS.

Service Level Agreements

BAZE wordt ondersteund door een aantal afdelingen

van MST, te weten: Facilitaire dienst, HRM, ICT en

Financiën. Voor deze diensten zijn Service Level Agree-

ments (SLA’s) afgesloten. •

Page 6: BAZE - Jaarverslag 2015

Al in 1997 werd een convenant gesloten over de grens-

overschrijdende ambulancezorg in de regio Achterhoek/

Borken. Deze samenwerking is in 2011 stopgezet vanwege

een aantal knelpunten. Suparto Bambang Oetomo, medisch

manager van Witte Kruis Ambulancezorg en Meldkamer

Oost-Nederland, licht toe: “Vanwege uiteenlopende proto-

collen en bevoegdheden konden wij niet meer de verant-

woordelijkheid nemen voor de inzet van Duitse Rettungsas-

sistenten op Nederlands grondgebied. Om te zorgen dat

de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg in

de grensstreek verbetert, hebben wij BAZE gevraagd om

de knelpunten in kaart te brengen en oplossingen te vinden.

Eén van de knelpunten ligt op het gebied van deskundig-

heid. In Nederland heeft het vak van ambulanceverpleeg-

kundige een grote ontwikkeling doorgemaakt. De kennis

van ambulancepersoneel is vergroot en protocollen zijn min-

der dwingend geworden, waardoor ambulanceverpleeg-

kundigen beter in staat zijn om zorg op maat te leveren.

In Duitsland heeft die ontwikkeling in een ander tempo

plaatsgevonden. Daardoor is het niveauverschil tussen de

Nederlandse ambulanceverpleegkundigen en de Duitse

Rettungsassistent de afgelopen jaren groter geworden. Een

tweede knelpunt is het verschil in bevoegdheden. De Duitse

Rettungsassistent mag bepaalde medicamenten, zoals mor-

fine, niet toedienen. Deze twee belemmeringen maken het

lastig om aan patiënten in de Achterhoek in noodgevallen

gelijkwaardige zorg te leveren. We zijn het afgelopen jaar

bezig geweest om hier goede afspraken over te maken. Een

mooie ontwikkeling is dat in Duitsland in 2015 een nieuwe

opleiding tot Notfallsanitäter is geïmplementeerd. De kwa-

lificatie van de Notfallsanitäter ligt aanmerkelijk hoger dan

de kwalificatie van de huidige Rettungsassistent. Dat biedt

een opening om de samenwerking opnieuw op te starten.”

Afspraken

“Verder moeten afspraken gemaakt worden over de taakver-

deling in situaties waarin zowel een Nederlandse als een

Duitse ambulance wordt ingezet, zoals het geval is bij een

reanimatie. Die taakverdeling moet van tevoren ook geoe-

fend worden. Daarnaast wordt gekeken naar het contact

met de meldkamer en ziekenhuizen. Onze Duitse collega’s

werken met een ander systeem dan C2000 en de vooraan-

kondiging voor het ziekenhuis wordt op een andere manier

gedaan. In Nederland wordt de vooraankondiging vaak

digitaal verstuurd, maar dat is vanuit een Duitse ambulance

nog niet mogelijk. Wat betreft de taalverschillen verwacht

ik geen problemen. Door BAZE worden taalcursussen aan-

geboden en is er een Acute Zorg Euregio app (A-Z Euregio

app), die een soort online woordenboek bevat, waarmee

het snel vertalen van medische termen mogelijk is. Toen we

In Dinxperlo en omgeving kan de ambulancedienst bij een deel van de A1-ritten (levensbedreigende

noodgevallen) niet binnen de landelijk gestelde norm van 15 minuten ter plaatse zijn. Om acute

zorg voor alle patiënten in de Achterhoek te kunnen verbeteren zijn in 2015 voorbereidingen

getroffen voor samenwerking tussen Witte Kruis en de Duitse ambulancedienst uit Kreis Borken.

GELIJKWAARDIGE ZORG UIT NEDERLAND EN DUITSLAND

BESCHIKBAARHEID EN BEREIKBAARHEID

6

JAARVERSLAG 2015

Beschikbaarheid

Ambulance

Bereikbaarheid

Achterhoek

Knelpunten

BorkenGelijkwaardig

Posi

tief

Deskundigheid

Afspraken

Enth

ousi

ast

Dig

itaal

Ontwikkeling

Verbeteren

Page 7: BAZE - Jaarverslag 2015

in 1997 zijn begonnen met de samenwerking, hebben onze

Duitse collega’s een cursus Nederlands gevolgd omdat ze

het belangrijk vonden om mensen in hun eigen taal op hun

gemak te stellen. Bovendien wordt in deze regio veelal

een dialect gesproken dat in Duitsland goed te verstaan

is. Verder zijn we bezig met de vraag of het in sommige

gevallen niet beter is dat de patiënt naar een Duits zieken-

huis gebracht wordt. Bepaalde behandelingen, zoals een

dotterbehandeling, worden niet in Doetinchem of in Winters-

wijk gegeven, maar wel in Bocholt. Dit zijn allemaal zaken

die vast en zeker uitgewerkt kunnen worden. Eerst moeten

we glasheldere afspraken maken over de meest principiële

zaken, zoals verantwoordelijkheden en bevoegdheden.”

Tevreden met BAZE

“De intentie is om in 2017 te starten met de implementatie

van de samenwerking. In 2016 zullen de medewerkers van

de Duitse ambulancepost Isselburg – voor zover dat nog niet

gebeurd is – scholing krijgen en maken we de laatste afspra-

ken over de grensoverschrijdende zorg definitief. Ik ben erg

blij met de manier waarop BAZE deel uitmaakt van het pro-

ces. Er wordt veel tijd en energie gestoken in het verzamelen

van informatie, wat de uiteindelijke implementatie ten goede

komt. Bovendien is BAZE een onafhankelijke partij. Dat

maakt het makkelijker om met alle betrokkenen te discussië-

ren. Er is vanuit alle partijen een hele positieve instelling om

van dit project een succes te maken. Iedereen is enthousiast

en stelt het belang van de patiënt voorop. Voor patiënten die

acute zorg nodig hebben, geldt dat hoe eerder een goede

behandeling kan starten, hoe beter het vooruitzicht is op een

goed herstel. Ons uitgangspunt is: het moet niet uitmaken of

er een Nederlandse of een Duitse ambulance komt, als je

maar gelijkwaardige zorg kunt bieden.” •

7

JAARVERSLAG 2015

FACTS & FIGURES BESCHIKBAARHEID EN BEREIKBAARHEID

Vanuit het Petit Comité, dat is ingesteld door de ROAZ

agendacommissie, om de wijzingen in het acute

zorglandschap te beoordelen conform de ‘Leidraad

wijziging acuut zorgaanbod’, zijn in 2015 twee onder-

werpen onderzocht.

Intra- en interklinisch vervoer

Er was in 2015 een lichte stijging in het aantal ritten

naar het ziekenhuis ten opzichte van 2014. Het inter-

klinisch vervoer, het vervoer met een ambulance van

en naar een ziekenhuis die niet onder dezelfde naam

functioneren, is in 2015 licht afgenomen. Naar MST

zijn iets minder patiënten vervoerd en de ritten naar

ZGT locatie Hengelo zijn sterk afgenomen. Daarente-

gen wordt er een toename van het aantal ritten naar

locatie Almelo gezien. Het intraklinisch vervoer, het

vervoer van een klinisch patiënt met een ambulance

tussen verschillende locaties van hetzelfde ziekenhuis, is

iets toegenomen. Deze toename zit in het vervoer van

patiënten van locatie ZGT Hengelo naar ZGT Almelo.

Niet overgenomen U1-ritten van de huisartsenposten

door Ambulance Oost

Een afvaardiging van de huisartsenposten in Twente en

Ambulance Oost is bijeengekomen om de niet overge-

nomen U1-ritten van de huisartsenposten in Twente na-

der te onderzoeken. Er was eerder al geconstateerd dat

zowel Ambulance Oost als de huisartsenposten in de

regio Twente een flinke toename van inzetten kennen.

In totaal zijn er vanuit de huisartsenposten in Almelo,

Hengelo en Enschede in de periode van 1 juli 2015

tot 31 december 2015 1.547 verzoeken tot overnames

van U1-ritten geweest. Hiervan konden 65 verzoeken

(4,2%) door Ambulance Oost niet direct gehonoreerd

worden met een ambulance-inzet.  Bij twintig verzoe-

ken was er een huisarts dichter in de buurt en is in

goed overleg de huisarts direct gegaan. In de helft

van deze gevallen was ambulance-inzet alsnog nodig.

In de overige 45 gevallen (2,9%) was er sprake van

suboptimale zorg en is de huisarts met spoed vanaf de

huisartsenpost vertrokken. Bij een deel van deze ritten

is later alsnog een ambulance ingezet. •

Suparto Bambang

Oetomo, medisch

manager van Witte Kruis

Ambulancezorg en Meldkamer

Oost-Nederland.

Page 8: BAZE - Jaarverslag 2015

Joost Kruik, cardioloog bij ZGT, is een van de kartrekkers

van het regionale samenwerkingsverband. Joost: “NVVC

Connect is een initiatief van NVVC (Nederlandse Vereni-

ging Voor Cardiologie). Onze regio heeft zich in 2015

aangesloten bij dat initiatief, maar eigenlijk bestond het

samenwerkingsverband al veel langer. In 2003 ontstond

de werkgroep Acute Coronaire syndromen: een collabora-

tie tussen alle cardiologen uit de regio met als uitgangspunt

het optimaliseren van de zorg voor de cardiale patiënt. Dit

heeft tot een innige samenwerking geleid waarin ik samen

met Gert van Houwelingen, cardioloog bij MST, een actieve

rol heb gespeeld. We zijn in 2003 begonnen met het

maken van handzame kaartjes waarop de stroomschema’s

van coronaire patiënten zijn weergegeven. Daarop staat

overzichtelijk belangrijke informatie over de behandeling

van ACS, bedoeld voor ambulancepersoneel en cardio-

logen. De kaartjes moeten regelmatig worden vernieuwd.

De ontwikkelingen gaan zo snel dat de informatie voor

zorgprofessionals voortdurend moet worden aangepast.

Door onze samenwerking zorgen we ervoor dat nieuwe

kennis binnen de regio geborgd is.”

Hartrevalidatie

NVCC Connect heeft landelijke doelstellingen geformu-

leerd voor de patiënt, het publiek en de professional. Zo

moet de patiënt verzekerd zijn van een hoge kwaliteit van

zorg in een veilige omgeving. Die zorg moet verbeterd,

efficiënter en toetsbaar gemaakt worden. Voor het publiek

en belanghebbenden is transparantie een speerpunt. Voor

de professionals is het geven van veilige zorg op de juis-

te plaats en op het juiste tijdstip belangrijk. Zij moeten

de kwaliteit van zorg verder verbeteren door te leren van

elkaar. Joost: “Als regio hebben wij binnen het NVVC Con-

nect-project onze eigen speerpunten. Eén daarvan is het

verbeteren van de hartrevalidatie. Onze hartrevalidatie

kent drie modules: FIT (fysiotherapie), INFO (voorlichting)

en PEP (psychologische begeleiding). Hartrevalidatie be-

staat dus niet alleen uit fysiek beter worden, maar ook

uit psychisch beter worden. Veel patiënten ervaren psychi-

sche klachten na een behandeling. Ook niet-acute behan-

delingen, zoals een electieve dotter, kunnen psychisch al

veel teweegbrengen bij de patiënt. Door patiënten via de

PEP-module psychologische ondersteuning te bieden en in

contact te laten komen met lotgenoten, kunnen ze beter

omgaan met psychische klachten. Via de INFO -module

leren we de patiënten goede leefregels te hanteren zo-

dat de gezondheid ook in de toekomst optimaal blijft.

Alle coronaire patiënten, of het nu gaat om patiënten met

een hartaanval, een bypassoperatie of patiënten waarbij

een ICD is geplaatst, worden gescreend voor de hartre-

validatie. Zij krijgen een gesprek met een hartrevalidatie-

Donderdag 23 april 2015 vond de kick-off bijeenkomst plaats van de regionale NVVC Connect:

een samenwerkingsverband tussen alle cardiologen uit de regio. Doel van de samenwerking

is het verbeteren van de zorg voor patiënten met Acuut Coronair Syndroom (ACS) in de regio

Twente en Oost-Achterhoek.

SAMEN STERK VOOR HARTPATIËNTEN

NETWERK

8

JAARVERSLAG 2015

Initi

atie

f

CardiologenVerbeteren Leren

Samenwerking

Toetsbaar

Veilig

Transparantie

Gez

ondh

eid

SpeerpuntenLandelijkHartrevalidatie

Doelstellingen

Page 9: BAZE - Jaarverslag 2015

9

verpleegkundige en een fysiotherapeut. Door middel van

vragenlijsten proberen we in kaart te brengen voor welke

module(s) de patiënt in aanmerking komt. Het gaat bij de

hartrevalidatie niet alleen over het verbeteren van de acute

gezondheidstoestand, maar ook over de gezondheid in de

toekomst. Patiënten ontwikkelen een gezondere levensstijl

en leren waarvoor ze medicijnen nodig hebben. Daarmee

volgen ze niet blind het advies van de dokter, maar wer-

ken ze actief mee aan hun eigen herstel. Dat past goed

binnen de verschuiving die we binnen de zorg zien naar

persoonsgerichte zorg: we richten de zorg veel meer op

de individuele patiënt, die zelf een actieve bijdrage levert

aan zijn of haar gezondheid. De modules die we binnen

de hartrevalidatie aanbieden, passen goed bij die indivi-

duele begeleiding.”

Verder professionaliseren

Problematisch is dat veel mensen, die op een afstand van

meer dan 15 kilometer van het ziekenhuis wonen, ervoor

kiezen niet deel te nemen aan of stoppen tijdens de hart-

revalidatie. Hartpatiënten mogen vaak in eerste instantie

nog niet autorijden en moeten dan twee à drie keer per

week naar het ziekenhuis worden gebracht. Niet altijd kan

een partner of mantelzorger dat doen. “Daarom willen we

lokale fysiotherapeutpraktijken bij de revalidatie betrekken.

Patiënten hoeven dan voor de fysieke revalidatie niet meer

naar het ziekenhuis, maar kunnen de FIT-module bij een

fysiotherapeut in de buurt volgen. De INFO- en PEP- module

blijven wel binnenshuis. Om de FIT-module buitenshuis te

kunnen aanbieden, moet de samenwerking in de regio

beter worden. Wij streven ernaar de hartrevalidatie in een

regionaal verband te standaardiseren, zodat ieder zieken-

huis dezelfde kwaliteit van zorg kan leveren. Om dat te

JAARVERSLAG 2015

Joost Kruik,

cardioloog bij ZGT.

FACTS & FIGURES NETWERK

>

De activiteiten van de expertgroepen zijn een continu

proces, zij dragen bij aan een actueel inzicht in be-

schikbaarheid en bereikbaarheid van de acute zorg

in het Netwerk Acute Zorg Euregio (AZE). De expert-

groepen zijn gepositioneerd onder het bestuurlijk

ROAZ en de ROAZ agendacommissie. In 2015 is de

expertgroep sepsis opgericht. Verder zijn de overige

expertgroepen periodiek bij elkaar gekomen.

Sepsis

De nieuwe expertgroep sepsis is in 2015 twee keer bij-

een geweest. De incidentie van sepsis steeg de afgelo-

pen jaren fors en door de toenemende vergrijzing is te

verwachten dat deze trend zich zal voortzetten. Sepsis

kent een hoge morbiditeit en mortaliteit; vroege herken-

ning en een snelle behandeling van sepsis is voor de

patiënt van levensbelang. De focus van de expertgroep

sepsis ligt op het ontwikkelen van handvatten voor het

herkennen van een septische patiënt en een overzicht

te maken van middelen en mogelijkheden pre-hospitaal

en in het ziekenhuis voor het herkennen en behande-

len van een septische patiënt. De leden van de expert-

groep zien met name winst in betere herkenning van

sepsis in de eerste lijn door middel van scholing. In

2016 zullen daarom hopelijk nog enkele huisartsen bij

de expertgroep aansluiten.

Acute psychiatrie

De expertgroep acute psychiatrie is in 2015 vijf keer

bijeen geweest om eenduidig beleid op te stellen,

samenwerkingsafspraken te maken tussen de verschil-

lende regionale ketenpartners en regionale knelpunten

te signaleren. Met name binnen de jeugd-GGZ zijn

er in 2015 wijzingen geweest, daar de gemeenten

financieel verantwoordelijk zijn geworden voor de

zorg aan hun inwoners tot 18 jaar. Vanuit de veertien

Twentse gemeenten is het Coördinatiepunt Spoedhulp

Jeugd Twente opgericht in samenwerking met Jarabee,

Intermetzo, Trias, Ambiq, DTZC, JP van de Bent, Medi-

ant, Karakter en Dimence. Naar aanleiding van een

casus is de procedure ‘Beoordeling van kinderen met

het vermoeden van psychiatrische problematiek die zijn

opgenomen in het ziekenhuis’ meerdere malen op de

agenda gezet. Tot slot is het rapport ‘Acute GGZ: knel-

Page 10: BAZE - Jaarverslag 2015

10

FACTS & FIGURES NETWERK - VERVOLG

punten en verbetervoorstellen in de keten’ besproken. De

landelijke ontwikkelingen worden door de expertgroep in

de gaten gehouden en waar mogelijk regionaal ingekleurd.

Acute verloskunde

De expertgroep acute verloskunde is in 2015 drie keer bij-

een geweest. Belangrijke thema’s waren onder andere de

regionale concentratie klinische verloskunde na de sluiting

van locatie Hengelo, een analyse van een calamiteit waar-

bij meerdere ketenpartners een rol speelden en de voor-

bereiding voor een pilot voor ketenbrede scholing waarin

het gebruik van de SBARR-methode (Situation, Background,

Assessment, Recommendation en Repeat) voor communi-

catie en overdracht in de acute verloskundige keten wordt

geoefend.

MICK

De expertgroep Myocard Infarct en CVA-Keten is in 2015

drie keer bijeen geweest. Deelname aan het NVVC Connect

project, met als doel het verbeteren van de zorg voor patiën-

ten met een ACS in de regio Twente en Oost-Achterhoek,

is een van de belangrijkste punten geweest op de agenda.

Door middel van onderzoek door studenten is meer inzicht

gekregen in de patiëntervaring in de ACS-keten, met name

in het keuzeproces voor de ingang van de acute zorg-

keten. Daarnaast wordt, na het succes van de nascholing

van huisartsen en doktersassistenten in 2015, getracht een

continue scholing te ontwikkelen voor het verbeteren van

herkenning Myocard Infarct en CVA in de eerste lijn. Tot

slot is het verwijsbeleid in de regio bij verdenking op TIA/

CVA nogmaals onder de aandacht gebracht en is er een

regionale procedure afgesproken.

Trauma

De expertgroep trauma is in 2015 vier keer bijeen geweest.

Belangrijke thema’s waren onder andere het verder opti-

maliseren van de regionale data ten behoeve van

de landelijke traumaregistratie (LTR) en voor

regionale vergelijkbaarheid, onderzoek

naar de MMT-inzetcriteria in onze

regio, regionale visitaties van de

SEH’s en landelijke ontwikke-

lingen zoals spreiding en

concentratie van multitrauma

zorg, volumenormen en

prestatie-indicatoren.

Crisisbeheersing en OTO

Medio 2015 is de expertgroep crisisbeheersing en OTO

opgericht na een bestuurlijk besluit in het ROAZ. De expert-

groep is twee keer bij elkaar geweest. De eerste opdracht

van de expertgroep was het toetsen van de medische be-

handelcapaciteit (MBC) en gewondenspreiding (GSP) ten

tijde van rampen en crises binnen de Euregio. Het eerste

deel van de omvangrijke opdracht, die uit totaal twee delen

bestaat, is eind 2015 uitgevoerd door de expertgroep.

Hiervoor is de Emergo Train System (ETS) oefensystematiek

gebruikt, hieraan hebben ruim twintig professionals deel-

genomen.

ROAZ

Het ROAZ Euregio heeft in 2015 twee keer vergaderd. De

bijeenkomst van maart is komen te vervallen door een ge-

plande bijeenkomst van Zorgnetwerk Zenderen. Tijdens de

voorjaarsgesprekken van 2015 van BAZE-manager Cees

Schenkeveld met de bestuurders en directeuren van de

ketenpartners is gesproken over herinrichting van het acute

zorglandschap in de ROAZ-regio. Er is vastgesteld dat deze

regio het op zich goed voor elkaar heeft. Het PREpare-

project geeft een extra impuls aan de samenwerking in de

EUREGIO op het gebied van acute zorg, waardoor de be-

schikbaarheid en bereikbaarheid toeneemt. Het periodiek

monitoren van de beschikbaarheid en bereikbaarheid blijft

van belang en het bureau heeft hierin een ondersteunen-

de rol. Blijven werken aan een stevig netwerk waarin je

elkaar makkelijk vindt, vormde ook de aanleiding voor de

laatste ROAZ bijeenkomst in november. Tijdens de laatste

bijeenkomst in 2015 hebben de bestuurders samen ge-

werkt aan het ambitiedocument ‘Van eigen verantwoor-

delijkheid naar gezamenlijke verantwoordelijkheid in de

keten’. Er is met elkaar teruggekeken op wat er is bereikt

en vooruit gekeken naar wat nog gaat komen. Daaruit

blijkt dat de toe nemende kwalitatieve verantwoording, de

dynamiek in het zorglandschap en de ontwikkelingen in

de patiëntenpopulatie nadrukkelijk vragen om nog betere

samenwerking tussen acute zorgpartners. Een succesvolle

acute zorg regio hangt niet meer af van excellent preste-

rende individuele partners, maar van een goed functione-

rende samen werking in het netwerk. De agendacommissie

heeft in 2015 regulier drie keer per jaar vergaderd en

als voorbereidend overleg gefungeerd voor het bestuurlijk

ROAZ. De informatieve onderdelen zijn gedeeld middels

een nieuwsbrief. •

Page 11: BAZE - Jaarverslag 2015

realiseren moeten afspraken gemaakt worden met de zorg-

verzekeraars. De fysiotherapie als onderdeel van de hart-

revalidatie moet ook buiten het ziekenhuis vergoed worden

en dat is op dit moment nog niet het geval. We moeten

de zorgverzekeraar duidelijk maken wat de voordelen zijn

van het verschuiven van een deel van de hartrevalidatie

van de tweede lijn naar de eerste lijn. Daar gaan we ons

in 2016 op richten. Dat hartrevalidatie werkt, blijkt uit een

Nederlandse studie die in 2015 is gepubliceerd in de

European Heart Journal. De sterfte onder patiënten die

hartrevalidatie krijgen, kan met 35% worden gereduceerd.

Dat is een fantastisch resultaat en voor mij een grote drijf-

veer om de regionale samenwerking voor hartrevalidatie

verder te professionaliseren.”

Herkenning van ACS

Een tweede speerpunt van de regionale NVVC Connect

is de verbetering van de herkenning van myocardinfarct in

de eerste lijn. Joost: “Patiënten met ACS moeten zo snel

mogelijk op de Coronary Care Unit (CCU) terechtkomen.

Hoe eerder de signalen van een myocardinfarct worden

herkend, hoe sneller de behandeling kan worden ingezet

en hoe beter het vooruitzicht op herstel. Doktersassistenten

kunnen daarin veel betekenen. Uit een onderzoek van de

expertgroep Myocard Infarct en CVA Keten (MICK) blijkt dat

patiënten met verdenking ACS veel verschillende acute zorg-

ketens doorlopen alvorens zij op de CCU terecht komen.

Ruim 80% van de patiënten neemt het eerst contact op met

de huisarts. Niet alle patiënten worden binnen het ‘golden

hour’ op de CCU behandeld. Dat komt enerzijds doordat

zij vaak lang wachten met het opnemen van contact met

een zorgverlener. Anderzijds heeft het delay te maken met

vroegtijdige herkenning van myocardinfarct in de eerste lijn.

Vier scholingsbijeenkomsten

De tijdsspanne tussen de eerste klachten en uiteindelijke

opname in het ziekenhuis kan mogelijk verkort worden

wanneer huisartsen en doktersassistenten de klachten snel-

ler herkennen als potentieel infarct. In het voorjaar van

2015 zijn door de Hoytema Stichting, op initiatief van

expertgroep MICK en BAZE, vier scholingsbijeenkomsten

georganiseerd voor doktersassistenten in de regio Twente.

De scholing is zeer positief ontvangen. De deelnemers zijn

nu beter in staat aan de telefoon te horen of de klachten

duiden op een potentieel infarct. Er zijn plannen om de

scholing continu aan te bieden en uit te breiden met de

regio Oost-Achterhoek. In 2016 gaat BAZE vanuit een scho-

lingswerkgroep de invulling van deze scholing bepalen.”

Contact met elkaar

“Het is goed dat we tijdens de bijeenkomsten van expert-

groep MICK met alle ketenpartners om tafel te zitten. We

kunnen veel van elkaar opsteken. Zo kan een huisarts bij-

voorbeeld heel anders tegen dezelfde patiënt aankijken

dan een cardioloog. Door die verschillende invalshoeken

wordt je eigen blikveld vergroot. We hebben sinds de fusie

met focusgroep CVA ook intensief contact met neurologen.

Er zijn veel overeenkomsten in het voortraject dat patiënten

met verdenking ACS of CVA doorlopen. Patiënten volgen

vaak dezelfde route en in beide gevallen is er sprake van

een treatment seeking delay. We kunnen op dit gebied

veel van elkaar leren. De kruisbestuiving die tijdens de ver-

gaderingen ontstaat, levert niet alleen kennis, maar ook

nieuwe initiatieven op. Momenteel zijn we binnen NVVC

Connect bezig om een regionale samenwerking op te zet-

ten omtrent atriumfibrilleren en hartfalen. Dat gaat niet over

acute zorg, maar BAZE fungeert wel als katalysator voor

nieuwe projecten. Als onafhankelijke partij speelt BAZE

een heel belangrijke rol in het contact tussen alle ketenpart-

ners. Door de vergaderingen ontstaat echt verbinding en

krijg je vertrouwen in elkaars kennis en kunde. We kunnen

op een open manier met elkaar bespreken hoe we de zorg

voor de patiënt nog beter kunnen maken.” •

11

JAARVERSLAG 2015

KwaliteitCVARegionaal

Beha

ndel

ing Her

stel

AC

SBlikveld

Scholingswerkgroep

Ketenpartners

Kennis

Katalysator

Verbinding

Kunde

Page 12: BAZE - Jaarverslag 2015

In 1999 werd MST door de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport (VWS) aangewezen als traumacentrum.

Daarmee heeft MST een aantal verantwoordelijkheden.

Ariaan: “Als traumacentrum moet MST 24 uur per dag een

groot aantal specialismen beschikbaar hebben om zwaar-

gewonde patiënten optimale zorg te geven. Daarnaast die-

nen we de kwaliteit van de traumazorgketen in de regio te

waarborgen. We maken samenwerkingsafspraken met alle

ketenpartners in de regio die een rol spelen bij de hulpver-

lening aan ongevalsslachtoffers en ondersteunen de zieken-

huizen in de omgeving die bepaalde patiënten niet kunnen

behandelen. We hebben ook een onderwijsfunctie; niet al-

leen voor ons eigen personeel maar ook voor de keten. Zo

moet de ambulancedienst weten welke patiënten het best

naar welk ziekenhuis kunnen worden gebracht. Om te zorgen

dat de opvang en behandeling van traumapatiënten in de

regio goed verloopt, zijn we in december 2000 gestart met

het Traumaoverleg Euregio. De inhoud van het traumaover-

leg, dat vier keer per jaar plaatsvindt, wordt iedere keer

door een ander ziekenhuis bepaald. Soms wordt een casus

behandeld, maar er kan ook worden gediscussieerd over

een bepaald type fractuur, een bepaalde opvangmethodiek

of technieken en innovaties. Soms nodigen we de auteur van

een bepaald artikel uit om meer over zijn vakgebied te ko-

men vertellen. We zorgen dat we aansluiten bij de actualiteit

en proberen bij ieder overleg een andere insteek te kiezen.

Zo blijft het overleg, waarvoor accreditatiepunten te behalen

zijn, telkens interessant. In eerste instantie was het trauma-

overleg bedoeld voor de gehele acutezorgketen, maar het

bleek lastig om onderwerpen te vinden die voor iedereen in-

teressant waren. Daarom hebben we in 2014 de doelgroep

verkleind: het overleg is nu alleen bedoeld voor medisch spe-

cialisten en assistenten. Wel streven we ernaar één keer per

jaar een plenaire bijeenkomst te organiseren waarvoor ook

ambulancepersoneel en SEH-verpleegkundigen uitgenodigd

worden. Sommige onderwerpen, zoals het monstertruck-

drama in Haaksbergen, zijn voor de gehele keten leerzaam.”

Verruimde blik

“Het 59e traumaoverleg – de laatste in 2015 – was ge-

organiseerd door SKB en had de titel ‘‘Stay and Play’ of

‘Scoop and Run’?’ Tijdens deze bijeenkomst werd een casus

behandeld van een traumapatiënt die per traumahelikopter

naar een perifeer ziekenhuis ging en vervolgens werd door-

gestuurd naar een traumacentrum voor behandeling door

een neurochirurg. De vraag die naar aanleiding van deze

casus werd gesteld, was: moeten patiënten op de plaats

van het ongeval (deels) behandeld worden of breng je ze

direct naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis? Door dit soort

discussies wordt je eigen blikveld verruimd en dat is een

goede zaak. Er zijn bepaalde gulden regels bij de behan-

Een van de nascholingsactiviteiten die BAZE aanbiedt, is het Traumaoverleg Euregio. Het overleg

is bedoeld om kennis en kunde op het gebied van traumatologie te vergaren en te verspreiden.

Ariaan van Walsum, traumachirurg bij MST, is samen met de medewerkers van BAZE de

grondlegger van het traumaoverleg, dat in december 2015 voor de 59e keer werd georganiseerd.

KENNIS DELEN VOOR BETERE TRAUMAZORG

KENNISCENTRUM

12

JAARVERSLAG 2015

Traumaoverleg

LocatieActueel

Kennisoverdracht

Leerzaam

Discussies

Inte

ress

ant

Traumasymposium

Men

inge

n

Blikveld

Ond

erw

ijsfu

nctie

Spec

ialis

men

Samenwerking

Page 13: BAZE - Jaarverslag 2015

deling van traumapatiënten, maar er is een grijs gebied.

Binnen dat grijze gebied zijn de meningen verdeeld en het

traumaoverleg maakt dat je elkaar beter leert begrijpen. Ie-

mand die gewend is in de academische setting van een

Mobiel Medisch Team (MMT) te werken, leert bijvoorbeeld

dat een kleiner ziekenhuis ondanks beperkingen nog veel

kan doen voor een traumapatiënt. Het is niet erg om me-

ningsverschillen te hebben, als we maar in ons achterhoofd

houden dat de patiënt het belangrijkst is. Dat betekent dat

we af en toe onze eigen mening los moeten laten om een

gemeenschappelijke consensus te bereiken. Het is mooi dat

we dat met het traumaoverleg voor elkaar kunnen krijgen.”

Kennisoverdracht

Marja Nijkrake, managementassistent bij BAZE: “Kennis-

overdracht is een van de wettelijke taken van BAZE. Wij

organiseren en faciliteren het traumaoverleg, de inhoud is

aan de ziekenhuizen zelf. Ik ben altijd bij het overleg aan-

wezig; als organiserende partij, maar ook om te zien wat er

speelt bij de ketenpartners. 2016 is een lustrumjaar: dan be-

staat het Traumaoverleg Euregio vijftien jaar en daar gaan

we in december extra aandacht aan besteden middels een

traumasymposium voor een grotere doelgroep.” Ariaan: “Ik

ben tevreden over de bijeenkomsten van afgelopen jaar.

Omdat we de doelgroep verkleind hebben is de opkomst

wat minder geworden, maar er is voldoende animo om

door te gaan. De afgelopen jaren werden de bijeenkoms-

ten in De Lutte gehouden. Dat bleek voor veel mensen te ver

weg. In 2016 gaan we op zoek naar een nieuwe locatie.

We streven ernaar actueel te blijven en onderwerpen te

vinden die voor iedereen interessant en leerzaam zijn, zodat

we met alle ketenpartners de traumazorg in de regio nog

beter kunnen maken.” •

13

JAARVERSLAG 2015

FACTS & FIGURESKENNISCENTRUM

Ariaan van Walsum,

traumachirurg bij MST.

Ook in 2015 heeft BAZE vanuit haar kenniscentrum-

functie diverse geaccrediteerde scholingen, cursussen

en symposia aangeboden aan de medewerkers van

de ketenpartners in de regio en daarbuiten.

RTT

De Regionale Trauma Trainingen hebben zeven keer

plaatsgevonden, drie keer in Enschede en vier keer

in Zwolle. In totaal 88 cursisten hebben, door middel

van theorie en praktijkoefeningen, hun kennis van de

trauma opvang op de SEH-afdelingen opgefrist. De RTT

is een bijscholing in de traumatologie, die elke drie jaar

gevolgd moet worden.

Scholing traumatologie voor verpleegkundigen

In november heeft de scholing Traumatologie voor ver-

pleegkundigen plaatsgevonden. Aan het einde van deze

driedaagse cursus hebben 24 kandidaten hun certificaat

in ontvangst mogen nemen. Deze scholing, waarin de

casuïstiek van een multitraumapatiënt wordt gevolgd, is

bedoeld voor verpleegkundigen die betrokken zijn bij

de zorg en begeleiding van (multi)traumapatiënten.

Traumaoverleg Euregio

Ruim 150 deelnemers hebben het Traumaoverleg Euregio

bijgewoond in vier bijeenkomsten. De thema’s waren:

• Maart: Kindertrauma

• Juni: Complexe letsels

• September: Complex Trauma, Happy patients and

the best Doctors - Check your phone

• December: Traumaopvang in de periferie: ‘Stay and

Play’ of ‘Scoop and Run’?

NVVC Connect

Op 23 april werd in samenwerking met NVVC Connect

de kick-off meeting ‘NVVC Connect in Twente en

Oost-Achterhoek’ georganiseerd. Het doel van NVVC

Connect is de totale zorg rondom de patiënt met acuut

infarct perfect geregeld te hebben in elke regio. Tijdens

deze kick-off meeting, waar onder andere cardiologen

van de regionale ziekenhuizen een lezing gaven, deel-

de een hartpatiënt zijn ervaring met betrekking tot een

acuut hartinfarct met de deelnemers. De kick-off in de

Grolsch Veste werd door 90 personen bijgewoond. •

Page 14: BAZE - Jaarverslag 2015

In 2015 zijn alle medewerkers die zich bezighielden met

BHV, beveiliging, brandveiligheid, milieu en het Ziekenhuis

Rampen Opvangplan (ZiROP) samengevoegd tot één afde-

ling. Samen hebben zij het integraal crisisplan ontwikkeld

en geïmplementeerd. Ellen Puppels, coördinator crisisplan

bij ZGT: “Voorheen werkte iedereen binnen zijn eigen aan-

dachtsgebied. Nu werken we samen en kunnen we zaken

als het integraal crisisplan en trainingen beter organiseren.

We hebben het bedrijfsnoodplan, het outbreak manage-

ment en het ZiROP samengevoegd in één plan. Hierin zijn

zeven factoren opgesteld die de bedrijfscontinuïteit kunnen

verstoren: het sluiten van delen van de locatie, een te groot

aanbod van patiënten, het evacueren van patiënten, een

tekort aan personeel, uitval van nutsvoorzieningen, logistie-

ke stagnatie en de uitbraak van infectieziekten. We kunnen

nu dus met één plan het hoofd bieden aan allerlei soor-

ten bedreigingen.” Joost Hofhuis van BAZE vertelt verder:

“Het ministerie van VWS hanteert landelijk het Kwaliteits-

kader Crisisbeheersing en OTO. Daarin staat dat iedere

zorginstelling over een integraal crisisplan hoort te beschik-

ken. Voorheen werd alleen een (Zi)ROP gebruikt, maar dat

heeft enkel betrekking op de toestroom van grote aantallen

patiën ten; er zijn meer zaken die impact kunnen hebben op

de continuïteit van een ziekenhuis. Samen met vier andere

netwerken acute zorg en experts hebben we een Visie- en

Bouwstenendocument geschreven; de ketenpartners hebben

vervolgens zelf het plan in hun organisatie uitgerold.”

Uniformiteit in planvorming

Ellen: “De grootste verbetering ten opzichte van de oude

situatie is de uniformiteit die het geïntegreerde plan met zich

meebrengt. De werkwijze van de crisisorganisatie verloopt

voor ieder type crisis volgens dezelfde fasering. Die begint

met de berichtgeving vanuit de meldkamer. In het geval van

een interne ramp ontvangt de ploegleider BHV het eerste

bericht, die daarna weer contact opneemt met de crisis-

coördinator. De crisiscoördinator neemt een besluit over de

manier waarop de ramp behandeld moet worden en wie

er bij een eventuele opschaling ingeschakeld moet worden.

Vervolgens wordt gealarmeerd en vindt de opschaling en

de definitieve behandeling plaats. Als de crisis onder con-

trole is, kan worden afgeschaald en geëvalueerd. In 2015

hebben we het crisisplan aan de verschillende zieken-

huisafdelingen gepresenteerd en hebben we workshops en

trainingen gegeven. Ook zijn we gestart met oefenen; daar-

mee gaan we in 2016 door. We hebben veel positieve

reacties gekregen op de trainingen. Mensen zien dat het

integrale crisisplan een andere aanpak vereist en willen dat

graag goed oefenen.”

CBRN

BAZE heeft samen met Netwerk Acute Zorg Zwolle een

handreiking opgesteld voor CBRN-besmette patiënten op

de SEH. Joost: “Mensen denken bij CBRN al snel aan be-

smettingen op grote schaal, maar in de praktijk gaat het

vaak om huis-tuin-en-keuken-besmettingen, veroorzaakt door

bijvoorbeeld schoonmaak- of bestrijdingsmiddelen. Ook

die ene besmette patiënt heeft grote impact op de zieken-

huisprocessen. Daarom hebben we samen met mensen

uit het vakgebied een handreiking gemaakt en die aan

onze ketenpartners overhandigd.” Karin Westerhof, SEH-

verpleegkundige en projectmedewerker OTO, vertelt ver-

der: “In 2015 hebben we het voltallige SEH-personeel van

ZGT opleiding rond het thema CBRN aangeboden. Naast

een stuk theorie over verschillende soorten besmettingen, is

geoefend met het aantrekken van beschermende pakken.

2015 was een productief jaar voor bureau fysieke veiligheid van ZGT. Zo werd er een integraal

crisisplan opgesteld en geïmplementeerd, hebben er trainingen chemische, biologische,

radioactieve en nucleaire besmetting (CBRN) plaatsgevonden en er is geoefend met netcentrisch

werken volgens het systeem Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) Geneeskundige Zorg.

DUIDELIJKHEID BIJ EEN CRISIS IN HET ZIEKENHUIS

OTO

14

JAARVERSLAG 2015

Page 15: BAZE - Jaarverslag 2015

Ook niet-medisch personeel, zoals de receptiemedewerkers

van de SEH, heeft training gehad: als een patiënt die moge-

lijk CBRN-besmet is binnenkomt, moet die zo snel mogelijk

weer naar buiten worden gestuurd. Het wegsturen van een

patiënt voelt voor een receptionist van de SEH tegennatuur-

lijk en het is goed om dat van tevoren te trainen.”

Netcentrisch werken

In mei 2015 is de LCMS-Geneeskundige Zorg gelanceerd:

een online tool waarmee het proces van informatievoor-

ziening ingevuld kan worden. Miray Hanna, projectmede-

werker OTO: “In juni 2015 hebben we de secretaresses

van de crisiscoördinator opgeleid tot informatiecoördinato-

ren (ICO’s). De ICO’s staan onder verantwoordelijkheid van

de crisiscoördinator en communiceren belangrijke informatie

via LCMS. In 2016 gaan we per kritische afdeling een aan-

tal mensen opleiden tot ICO’s. Zo kan iedere afdeling straks

snel communiceren over de stand van zaken met betrekking

tot bijvoorbeeld het aantal gewonden. Bij grote evenemen-

ten wordt LCMS al gebruikt. Zo raken we steeds meer ge-

wend aan het online netcentrisch werken. Als er dan een

ramp plaatsvindt, zijn we goed voorbereid.”

Meerwaarde voor de patiënt

Joost: “Met het implementeren van een crisisplan en het op-

leiden, trainen en oefenen van personeel heeft ZGT afge-

lopen jaar veel bereikt. Daarvoor verdienen zij een groot

compliment.” Ellen: “Wij vinden het belangrijk dat tijdens

een crisis al het ziekenhuispersoneel weet wat het te doen

staat. Door voorbereid te zijn op rampen en door de com-

municatie in geval van nood zo goed mogelijk te laten ver-

lopen, wordt de zorgcontinuïteit zo min mogelijk verstoord.

Dat komt de patiënt ten goede.” •

15

JAARVERSLAG 2015

FACTS & FIGURES OTO

Karin Westerhof (links),

Ellen Puppels (midden boven)

en Miray Hanna (rechts) van ZGT.

In 2015 hebben binnen OTO vijf regionale thema’s

centraal gestaan: CBRN, Crisiscommunicatie, ETS, Inte-

graal Crisisplan en Netcentrisch werken.

Voor Chemische, Biologische, Radiologische en Nucle-

aire (CBRN) incidenten zijn twee CBRN-kwartiermakers-

bijeenkomsten georganiseerd voor ziekenhuizen en am-

bulancediensten. Hierbij is aandacht besteed aan de

opvang van CBRN-besmette patiënten. De handreiking

B(iologisch) is als laatste handreiking binnen CBRN af-

gerond en beschikbaar gesteld aan het veld.

Binnen Crisiscommunicatie zijn in 2015 verdiepingsmo-

dules voor analisten, adviseurs en teamleiders aangebo-

den aan communicatieprofessionals vanuit de ketenpart-

ners. Daarnaast is een veegklas aangeboden om alle

ketenpartners die dit wensten nogmaals te voorzien van

de basismodule. Binnen het traject crisiscommunicatie

is zoveel mogelijk aangesloten bij (Zi)ROP-oefeningen.

Voor bestuurders is een mediatraining aangeboden.

Het Emergo Train System (ETS) is een oefensystematiek

die vooral binnen de ziekenhuizen en GGD (PSHOR)

gebruikt wordt. Hiervoor is een poule met basic en

senior instructeurs opgeleidt. Deze instructeurs worden

meerdere keren per jaar ingezet en zijn eind 2015 bij-

geschoold door opleider Code Rood.

Binnen het project Integraal Crisisplan is gewerkt aan

de regionale uitrol en implementatie van het ontwikkel-

de format Bouwstenen document. Dit is gedaan aan

de hand van landelijke bijeenkomsten (op initiatief van

vijf netwerken acute zorg), een sessie binnen het ROAZ

met bestuurders en (plan)workshops met directies en ma-

nagement binnen de ketenpartners.

Het thema Netcentrisch werken is ook in 2015 een

pregnant onderwerp geweest binnen de regio. Middels

LCMS-GZ is de netcentrische werkwijze in 2015 be-

oefend en ook daadwerkelijk in de praktijk ingezet.

Het gebruik van LCMS-GZ is verder ingebed binnen

crisisteamoefeningen. Voor de functionaris belast met

het gebruik van LCMS-GZ, de informatiecoördinator,

zijn twee (bij)scholingen aangeboden. •

Page 16: BAZE - Jaarverslag 2015

Marcel Eitink, projectmanager bij MST is, samen met Rina

Hartendorf, verantwoordelijk voor het aanleveren van de

traumagegevens van MST aan BAZE. Marcel: “Artsen en

verpleegkundigen moeten alle patiëntgegevens invullen in

het programma E-Care en wij controleren samen of dat juist

en volledig is gedaan. Wanneer bepaalde patiëntgegevens

ontbreken, bekijken wij röntgenfoto’s, CT-scans en brieven

van artsen om de ontbrekende informatie in te vullen. Ook

controleren we gegevens over aanrijtijden van de ambulan-

ce. Wanneer daarin iets niet klopt, vragen wij de ambulance-

dienst om de juiste gegevens aan te leveren. Bij ontslag van

de patiënt wordt de uitkomst aan de hand van de Glasgow

Outcome Scale (GOS) bepaald. Met de GOS wordt aange-

geven hoe de patiënt het ziekenhuis verlaat: volledig hersteld,

licht of zwaar invalide, in vegetatieve toestand of overleden.”

Inzicht in kwaliteit

Ralph de Wit, traumachirurg bij MST en medisch mana-

ger bij BAZE, vertelt verder: “Een goede traumaregistratie

is belangrijk om een aantal redenen. Ten eerste geeft het

inzicht in het aantal traumapatiënten dat bij MST binnen-

komt. Als traumacentrum moeten wij op jaarbasis een mi-

nimaal aantal multitraumapatiënten behandelen. We spre-

ken van een multitrauma als de patiënt een Injury Severity

Score (ISS) heeft van 16 of hoger. De ISS wordt berekend

door de score van de drie ernstigste letsels in het kwadraat

bij elkaar op te tellen. Als trauma’s niet goed geregistreerd

worden, kan het zijn dat we volgens de registratie niet vol-

doen aan de minimumeis van het aantal multitraumapati-

enten. Ten tweede zegt de registratie iets over de kwaliteit

die MST levert op het gebied van traumazorg, uitgedrukt

in het aantal overleden traumapatiënten. De sterfte wordt

gerelateerd aan de ernst van de verwondingen: hoe groter

het letsel, hoe hoger de kans op overlijden. Als patiënten

met ernstige trauma’s overlijden en het trauma wordt niet

geregistreerd, lijkt het aantal patiënten dat overlijdt hoger

dan verwacht. Goed registreren levert een realistisch beeld

op van de kwaliteit die MST levert en geeft inzichten in

hoe de zorg verbeterd kan worden. Tot slot is registreren

belangrijk om financiële redenen. Ieder ziekenhuis krijgt een

vergoeding voor ernstig gewonde slachtoffers. Tegenover

ieder gecodeerd letsel staat een bepaald tarief. Als een

bepaald letsel niet geregistreerd wordt, mist het ziekenhuis

inkomsten. Nauwkeurig registeren is dus zeer belangrijk.

Helaas is het in de praktijk niet altijd mogelijk tijdens of

direct na de zorg voor de patiënt te registreren. Soms is het

erg druk op de spoedeisende hulp en hebben artsen en

verpleegkundigen geen tijd om de patiëntgegevens in te

voeren. Bovendien heeft MST als opleidingsziekenhuis vaak

te maken met roulerende studenten. Het is onmogelijk om

in de korte periode die zij hier werkzaam zijn alle codes

Om inzicht te krijgen in de veiligheid, effectiviteit en doelmatigheid van de traumazorg

registreren alle ketenpartners de gegevens van traumapatiënten. Sinds 2014 kunnen de

ketenpartners zelf de volledigheid en juistheid van hun gegevens controleren en kunnen zij

gemakkelijk hun eigen resultaten inzien.

INZICHT IN DE REGIONALE TRAUMAZORG

TRAUMAREGISTRATIE

16

JAARVERSLAG 2015

VeiligheidEffectiviteit

Doelmatigheid

GO

S

Inzi

cht

RealistischKwaliteit

Vergoeding

Registreren

Nauwkeurig

Ove

rleg

Tableau

Database

Page 17: BAZE - Jaarverslag 2015

te kennen. Toch proberen we iedereen zo veel mogelijk te

stimuleren om zorgvuldig te registreren. Uiteindelijk heeft de

patiënt daar baat bij. Bovendien kunnen we als ziekenhuis

door een visitatieteam gecontroleerd worden. Zij bekijken

de scores van patiënten en wij moeten vervolgens kunnen

aantonen welk letsel is vastgesteld, aan de hand van een

brief of OK-verslag. In 2016 krijgen we een visitatie van

de Duitse traumaregistratie, de DGU. Om ook volgens de

Duitse normen ernstig gewonde patiënten te mogen opvan-

gen, leveren wij traumagegevens aan de DGU.”

Samewerking BAZE

Marcel: “De samenwerking met BAZE is heel prettig. Er is

maandelijks structureel overleg en ook in de tussentijd is er

veel contact. Ieder kwartaal versturen we alle data via een

beveiligde lijn naar BAZE. Daar wordt alle data in Tableau

geplaatst, een nieuwe desktoptool waarmee wij sinds 2014

werken. BAZE controleert samen met de ziekenhuizen alle

data en wanneer er nog informatie mist of onjuist is, vullen

wij het weer aan. Tableau bevalt uitstekend: je kunt snel en

gedetailleerd gegevens terugvinden. Samen met BAZE heb-

ben we in 2015 een aantal verbeteringen aangebracht. Zo

zijn er controles ingebouwd die de juistheid en volledigheid

van de registratie bevorderen. Bij lege velden of bij foutieve

data geeft het programma nu een foutmelding. Wanneer

bijvoorbeeld de ingevoerde datum van een CT-scan vóór

de opnamedatum ligt, is er duidelijk een vergissing gemaakt

die moet worden hersteld. Het zorgen voor een juiste en

volledige database en het verhogen van het gebruiksgemak

van Tableau gebeurt in een continu samenspel met BAZE.

Zo werken we samen aan een goede traumaregistratie, wat

uiteindelijk inzichten oplevert voor het verbeteren van de

traumazorg voor de patiënt.” •

17

JAARVERSLAG 2015

FACT & FIGURES TRAUMAREGISTRATIE

Marcel Eitink,

projectmanager

bij MST.

Op 2 december 2015 is tijdens het symposium van

het Landelijk Netwerk Acute Zorg over de Landelijke

Traumaregistratie (LTR) de rapportage van de Euregio

over de periode 2010-2014 verschenen.

De belangrijkste resultaten zijn als volgt:

• Het aantal geregistreerde traumapatiënten in de

Euregio is in 2014 gestegen tot 4.356 (waarvan

362 multitrauma patiënten). De voorgaande jaren

was het aantal traumapatiënten steeds ruim onder

4.000. Ten opzichte van vorig jaar (86%) werd een

kleiner deel van de multitraumapatiënten opgevan-

gen in MST (72%).

• De traumazorg in de Euregio is in overeenstemming

met de voorgaande jaren van goede kwaliteit; de

uitkomstevaluatie van de traumapatiënten is in 2014

beter dan de gestelde norm.

• Er vinden kleine verschuivingen plaats in wie de

verwijzer is van patiënten naar de SEH. Ten op-

zichte van 2013 was het percentage zelfverwijzers

(6% versus 9%) en het percentage patiënten dat

door de huisarts werd verwezen (35% versus 42%)

lager. Het percentage patiënten dat via een 112

melding binnengebracht werd, was iets hoger (51%

versus 47%).

• De meerderheid van de traumapatiënten wordt met

een ambulance naar de SEH vervoerd. Ten opzichte

van de voorgaande jaren is dit percentage aanzien-

lijk gedaald naar 57% (in de periode tussen 2009

en 2013 was dit gemiddeld 75%) en vindt er een

toename plaats in het percentage patiënten dat met

eigen vervoer naar de SEH kwam (38% in 2014 ver-

sus gemiddeld ruim 20% in de voorgaande jaren).

• De ernst van het letsel en de lichaamsregio’s waar

de letsels zich bevonden, komen overeen met de

voorgaande jaren.

• De tijden van de ambulancediensten zijn in ruim

80% van de gevallen bekend. Ten opzichte van

een kwartier vervoertijd in de voorgaande jaren is

deze tijd toegenomen naar ongeveer 22 minuten.

De aanrijtijd lijkt iets korter (acht minuten versus

negen minuten). •

Page 18: BAZE - Jaarverslag 2015

Nancy ter Bogt, epidemioloog bij BAZE: “2015 is een pro-

ductief jaar geweest, waarin veel interessante onderzoeks-

activiteiten hebben plaatsgevonden. Veel onderzoeksvragen

komen rechtstreeks uit de praktijk. Zo heeft Manon Bruens,

beleidsmedewerker bij BAZE, in maart 2015 op verzoek van

de HAP en SEH van MST de uitkomsten van triage bij zelf-

verwijzers onderzocht: welke patiënten die zelf naar MST

gaan, worden doorverwezen naar de HAP en welke gaan

naar de SEH?” Rolf Egberink, beleidsmedewerker bij BAZE,

vult aan: “Dit onderzoek is uitgevoerd ter voorbereiding op

de integratie van de huisartsenpost en de SEH tot spoedpost

in de nieuwbouw van MST. De resultaten geven inzichten

in bijvoorbeeld het gebied van verschuiven van patiënten-

stromen, van belang voor personeelscapaciteit en -planning.

In de toekomst willen we nog meer onderzoek doen naar

aanleiding van vragen uit de praktijk, bijvoorbeeld ter voor-

bereiding op veranderingen of om veranderingen te evalue-

ren.” Een voorbeeld waarin beleid wordt geëvalueerd is het

onderzoek van Nancy naar het effect van gebruik van de

inzetcriteria voor het Mobiel Medisch Team (MMT). Om de

nieuwe criteria, die in 2013 zijn ingevoerd, beter te kunnen

beoordelen, is het gebruik van de oude criteria onderzocht.

Nancy: “Uit het onderzoek bleek dat de oude criteria niet

strikt werden gehandhaafd en dat het al dan niet inzetten van

een MMT vaak op basis van deskundigheid werd besloten.

In 2016 zullen de nieuwe criteria worden onderzocht.” BAZE

streeft ernaar onderzoek uit te voeren waarbij de resultaten

teruggebracht kunnen worden naar de praktijk, om zo de

acute zorg voor patiënten te verbeteren. Zo heeft Rolf onder-

zoek gedaan naar de opvang van ernstige traumapatiënten.

Rolf: “Ik heb bekeken hoe de opvang van traumapatiënten

in ziekenhuizen in heel Nederland wordt georganiseerd. Bij

welke criteria wordt een traumateam ingezet en wie neemt

die beslissing? In 95% van de gevallen bleek de SEH-ver-

pleegkundige de vooraankondiging van de ambulance aan

te nemen. De beslissing een traumateam in te zetten werd in

50% van de gevallen echter niet door diezelfde verpleegkun-

dige genomen. Dat betekent dat er een extra schakel in de

informatieoverdracht zit, waardoor de kans groter wordt dat

belangrijke gegevens verloren gaan.”

Studenten

Naast eigen onderzoek, faciliteert en begeleidt BAZE studen-

ten. Anne-Marit Kroes, Hetty Kuipers en Esmé Ouwerkerk heb-

ben in 2015 onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een

vraag van de expertgroep Myocard Infarct en Cerebrovas-

culair accident Keten (MICK). De studenten hebben in kaart

gebracht welke factoren een rol spelen bij het keuzeproces

van patiënten met verdenking op ACS rondom het kiezen van

een ingang van de acute zorgketen. Rolf: “Middels interviews

met patiënten in de regio Twente en Oost-Achterhoek is in

kaart gebracht of patiënten met klachten ervoor kiezen om

naar de huisarts, de HAP of de SEH te gaan. Of naar de

hartbewaking, als zij daar eerder zijn geweest. De resulta-

ten waren verrassend: we wisten al dat patiënten vaak lang

wachten met het opnemen van contact met een zorgverlener,

Eén van de speerpunten van BAZE is het uitvoeren, faciliteren en begeleiden van wetenschappelijk

onderzoek binnen het netwerk van AZE. In 2015 is een overzicht gemaakt van alle lopende

en afgeronde onderzoeksactiviteiten. Daarmee is inzichtelijk geworden op welke gebieden

onderzoek is gedaan en op welke gebieden behoefte is aan (vervolg)onderzoek.

ONDERZOEKSVRAGEN VANUIT DE PRAKTIJK

ONDERZOEK

18

JAARVERSLAG 2015

BijdragePatiëntenstromen

Huisarts

Wet

ensc

happ

elijk

Ond

erzo

ek

Praktijk SEH

HAP ResultatenVerbinding

Verb

eter

ing

Evalueren

InterviewsCriteria

Page 19: BAZE - Jaarverslag 2015

Nancy ter Bogt,

epidemioloog, en

Rolf Egberink,

beleidsmedewerker, bij BAZE.

maar niet dat bijvoorbeeld angst, schaamte en de ophef die

een ambulance voor de deur veroorzaakt daarbij een rol

spelen. Dit onderzoek heeft geleid tot vervolgonderzoek: de

factoren die het keuzeproces beïnvloeden, worden in 2016

door andere studenten onderzocht. BAZE is een geliefde plek

voor studenten die afstudeeronderzoek doen. De onderzoeks-

opdrachten komen rechtstreeks uit de praktijk. Daardoor kun-

nen studenten echt een bijdrage leveren aan de verbetering

van de acute zorg.” Nancy voegt daaraan toe: “Bovendien

kijken we verder dan onze eigen regio. Zo heeft de Duitse

student Jan Wohlmann in zijn onderzoek de uitkomstmaten

van de Duitse en Nederlandse traumaregistratie vergeleken.

Een mooi voorbeeld van de grensoverschrijdende blik van

BAZE, waarbij tevens is samengewerkt met drie andere

Nederlandse traumacentra.”

Kennis delen

Nancy: “We delen de onderzoeksresultaten graag met an-

dere professionals. In 2015 hebben we meerdere congres-

sen bezocht, waaronder grote internationale congressen in

Rome, Turijn en Milaan. Daarnaast organiseren we refereer-

bijeenkomsten. Met een groep professionals en onderzoekers

van verschillende ketenpartners bespreken we dan een onder-

zoeksartikel. Een goede bijkomstigheid is dat er door de bij-

eenkomsten verbinding tussen de ketenpartners ontstaat. Zo

weten we van elkaar welke onderzoeksactiviteiten worden

uitgevoerd en waar vragen of kansen liggen.” Rolf: “We pra-

ten alleen over de inhoud van onderzoek met als centrale

vraag: hoe kunnen we de zorg voor patiënten beter maken?

We willen ons nog meer richten op het terugbrengen van

onderzoeksresultaten naar de praktijk, zodat alle zorgprofes-

sionals patiënten nog beter kunnen helpen. Dát is voor BAZE

de uitdaging van 2016.” •

19

JAARVERSLAG 2015

FACTS & FIGURES ONDERZOEK

In 2015 deden vijf studenten hun afstudeeropdracht

bij AZE, een korte samenvatting van hun onderzoek

staat hieronder. Daarnaast deden medewerkers van

AZE onderzoek naar onder andere het hanteren van

inzetcriteria voor een MMT, triage van zelfverwijzers

op de SEH door de Huisartsenpost (S-TriaGE studie),

grensoverschrijdende samenwerking in de acute zorg

en de inzet van traumateams. Dit leverde publicaties op

in (inter)nationale vakbladen, twaalf (poster)presentaties

op (inter)nationale congressen en uiteraard zijn de resul-

taten gedeeld binnen de eigen regio. Een volledige lijst

is te vinden op www.acutezorgeuregio.nl.

Lisanne Wiggers heeft voor haar master Health Scien-

ces aan UT onderzoek gedaan naar de spoedzorg

tijdens kantooruren door huisartsen. Er is een hoge

variëteit in het aantal telefonische spoedmeldingen, de

triagemethodiek en de acties die worden ingezet om

de patiënt te helpen. Het bekend zijn met de patiënt,

toegankelijkheid en telefonische bereikbaarheid zijn de

sterke punten van spoedzorg in de huisartsenpraktijk.

Als zwakke punten worden de verstoring van de prak-

tijkvoering en de triagemethodiek genoemd.

De landelijke traumaregistratie (LTR) en de Duitse

trauma registratie (TR-DGU) hebben een andere metho-

de om, als indicatie van de geleverde kwaliteit van

zorg, de overlevingskansen van patiënten te vergelij-

ken met de daadwerkelijke overleving. Jan Wohlmann,

master student Health Sciences aan UT, heeft deze

methoden met elkaar vergeleken. De resultaten laten

een lichte voorkeur zien voor de TR-DGU-methode als

betere voorspeller voor de overlevingskansen van multi-

traumapatiënten.

Anne-Marit Kroes, Esmé Ouwerkerk en Hetty Kuipers,

bachelorstudenten Gezondheidswetenschappen aan

UT, namen interviews af bij patiënten met verdenking

op ACS om er achter te komen waarom zij kozen om

contact op te nemen met een specifieke zorgverlener

en welke factoren van invloed zijn op dit proces. Met

name de waargenomen ernst van de hartklachten bleek

van invloed. Ook angst, schaamte en het tot last zijn bij

een zorgverlener spelen een rol. •

Page 20: BAZE - Jaarverslag 2015

In 1997 werd de kinderafdeling van het St. Antonius-

Hospital in Gronau gesloten. Ouders met kinderen in nood-

situatie moesten vanaf dat moment uitwijken naar andere

ziekenhuizen, die vanuit Gronau moeilijk te bereiken zijn.

Bezorgde ouders richtten in 2012 de groep Initiatieve Pro

Kinderstation op, met als doel het opnieuw instellen van

een kinderafdeling in Gronau. Zij verzamelden handteke-

ningen, voerden acties en kwamen in gesprek met politici

en met de landsregering. Toch bleef de kinderafdeling ge-

sloten. Uiteindelijk kwam de groep ouders in contact met

BAZE en ontstonden er plannen voor een grensoverschrij-

dende samenwerking. 2014 stond in het teken van de

voorbereiding op de samenwerking: de wettelijke kaders

zijn bestudeerd en er zijn afspraken gemaakt met de Duitse

zorginstellingen in Gronau. In 2015 is de samenwerking

geïmplementeerd en konden Duitse kinderen in geval van

nood bij MST terecht. In dat jaar zijn ongeveer 80 patiënt-

jes in MST opgenomen en behandeld. Naar verwachting

zullen in 2016 meer kinderen worden opgenomen. De

meeste patiënten worden door een Duitse ambulance naar

MST gebracht, een kleiner deel komt direct met hun ou-

ders. De kinderen verblijven een dag of enkele dagen in

het ziekenhuis en worden dan ontslagen. De nazorg vindt

in Duitsland plaats; die wordt in Nederland niet vergoed.

MST schrijft een Duitse of Engelse ontslagbrief of belt met

het Duitse ziekenhuis waar het kind eventueel naar wordt

overgeplaatst.

Naar Enschede

Een van de 80 Duitse patiëntjes die in 2015 in MST werd

opgenomen is Cerias, het zoontje van mevrouw Weyck.

“Toen mijn zoon drie dagen oud was kreeg hij plotseling

een ademstilstand”, vertelt mevrouw Weyck. “Hij bewoog

niet meer en was helemaal slap. Ik heb vervolgens de Duitse

ambulance gebeld. Omdat MST dichterbij was dan een

ander ziekenhuis, besloot de chauffeur naar Enschede te

rijden. We zijn daar heel goed opgevangen: er werd een

bed voor ons beschikbaar gesteld en het personeel was

erg vriendelijk. Toevallig draaide een Duitse verpleegkundi-

ge die dag dienst, wat de communicatie makkelijk maakte.

We hadden het gevoel dat onze zoon in goede handen

was bij MST en gelukkig is hij er weer helemaal bovenop

gekomen. Ik ben dan ook erg blij dat de grensoverschrij-

dende zorg mogelijk is gemaakt. Wat nog verbeterd zou

kunnen worden is de financiële afhandeling. Eenmaal thuis

kreeg ik een factuur van ongeveer 1000 euro. De brief was

in het Nederlands en ik begreep niet goed waarom ik de

factuur kreeg. In eerste instantie dacht ik dat het een soort

eigen bijdrage voor de ziekenhuisopname zou zijn, zoals in

Duitsland gebruikelijk is. Gelukkig is het goed gekomen: de

factuur is door de zorgverzekeraar betaald.”

Sinds januari 2015 kunnen kinderen uit Gronau en omgeving die een acute zorgvraag hebben,

terecht in MST. Zo kunnen kinderen sneller worden geholpen. Het dichtstbijzijnde Duitse

ziekenhuis met een kinderafdeling ligt op 32 kilometer afstand van Gronau en is slecht bereikbaar

met het openbaar vervoer.

OPLOSSING OVER DE GRENS

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

20

JAARVERSLAG 2015

Vriendelijk

Zorg

vraa

g

Acties Communicatie

NoodNazorgGro

nau

Politici

Kinderafdeling Samenwerking

Evalueren

PersoonlijkVergoed

Veili

ghei

d

Betrokken

Page 21: BAZE - Jaarverslag 2015

Persoonlijke betrokkenheid

Cees Schenkeveld, manager bij BAZE, vult aan: “Acute

zorg moet te allen tijde vergoed worden en ouders van

kinderen die in MST worden opgenomen mogen dus geen

rekening toegestuurd krijgen. De komende tijd willen we

dit soort zaken nog beter regelen en alle puntje op de ‘i’

zetten. Ter voorbereiding op de samenwerking hebben we

intensieve gesprekken gevoerd met Initiatieve Pro Kinder-

station. Het initiatief bestaat uit betrokken ouders die zich

zorgen maken over de veiligheid van kinderen in nood-

situaties in de omgeving van Gronau. Die persoonlijke be-

trokkenheid levert een ander soort gesprekken op dan de

overleggen met beleidsmakers of bestuurders van zieken-

huizen. Uiteindelijk zijn alle partijen zeer tevreden over de

grensoverschrijdende samenwerking.

Positieve reacties

In 2015 heeft een delegatie van het samenwerkingsver-

band, waaronder de burgemeester van Gronau en het

ouderinitiatief, een rondleiding gekregen op de kinder-

afdeling van MST. Zij waren zeer positief over hoe de zorg

voor kinderen in MST geregeld is. Ook de Duitse ouders

van kinderen in noodsituaties hebben overwegend posi-

tieve feedback gegeven over hun verblijf in MST. Cees:

“Het samenwerkingsverband is uitsluitend bedoeld voor

kinderen die acute zorg nodig hebben. We willen voor-

komen dat kinderen voor niet-spoedeisende zaken naar

MST komen, daarom gaan we in 2016 samen met de

Duitse Rettungsdienst evalueren wat de aanleiding was om

het kind naar Enschede te brengen. Het project heeft een

goede start gemaakt, maar we blijven als bureau betrokken

bij de samenwerking en geven als dat nodig is een duwtje

in de goede richting.” •

21

JAARVERSLAG 2015

FACTS & FIGURESGRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

Mevrouw Weyck

en haar zoontje

Cerias uit Duitsland.

Goodbye SourcE

Op 31 maart 2015 hebben BAZE en de Feuerwehr-

und Rettungsdienstakademie Bocholt het grensoverschrij-

dende, door INTERREG-middelen gefinancierde project

‘Staff in cross-border care in the EUREGIO’ (SourcE) na

tien maanden succesvol kunnen afronden. De focus lag

vooral op het weghalen van barrières voor de grens-

over schrijdende inzet van ambulancepersoneel in de

EUREGIO door het ontwikkelen van een bijscholings-

concept over grensoverschrijdende spoedzorg. Onder-

deel van het project was ook de vergelijking van kennis

en kunde van ambulancepersoneel aan weerszijden van

de grens. De projectpartners hebben vastgesteld dat

de Duitse collega’s met de nieuwe opleiding ‘Notfall-

sanitäter’ hetzelfde niveau van kennis en kunde hebben

als de Nederlandse ambulanceverpleegkundigen.

Hello PREpare

Op 1 april is het project ‘Pilot Region for Cross-border

Emergency Care and Crisis Preparedness in the EU-

REGIO’ (PREpare) van start gegaan. Samen met vier

Nederlandse en vier Duitse organisaties in de EURE-

GIO, die verantwoordelijk zijn voor de spoedzorg,

bouwt BAZE voort op de kennis en successen die tijdens

de drie voorbereidende People-to-People-projecten

(ECTLI, ACRE & SourcE) zijn verzameld. De nadruk ligt

onder meer op de overdracht van kennis en op commu-

nicatie. Het doel is om daar tot mei 2018 verbetering

in te brengen. Het project volgt een erg praktijkgerichte

aanpak: het kernidee is om oplossingen te vinden voor

problemen uit de praktijk (casestudies). Het project heeft

een looptijd van drie jaar en wordt in het kader van het

INTERREG V A-programma gesubsidieerd. >

Page 22: BAZE - Jaarverslag 2015

FACTS & FIGURES - VERVOLG

22

De volgende mijlpalen zijn in 2015 behaald:

Twee bestuurlijke organen vastgesteld

De besluitvormingsstructuur is tweeledig: de stuurgroep EU-

REGIOnale Acute Zorg en het Steering Committee PREpare-

project. De stuurgroep neemt beslissingen over de implemen-

tatie van maatregelen in de grensoverschrijdende acute zorg

in de Euregio, terwijl het Steering Committee beslissingen

over de voortgang van het PREpare-project neemt.

Drie Steering Committee & Stuurgroep meetings

Op 19 mei, 20 juli en 16 november 2015.

Zeven samenwerkingsovereenkomsten

Medio juli 2015 zijn de door INTERREG vereiste samenwer-

kingsovereenkomsten door de projectpartners ondertekend.

Een kick-off meeting

Op 20 juli 2015 zijn alle projectpartners bijeengekomen om

gezamenlijk hun plannen voor de verschillende takenpakket-

ten (workpackages) te bespreken. Deze bijeenkomst was het

startsein voor de projectpartners om ook inhoudelijk aan de

slag te gaan binnen de vastgestelde workpackages.

Drie casestudies

In 2015 is aan drie casestudies gewerkt: Borken-Dinxperlo,

Dinkelland-Nordhorn en Gronau-Enschede.

Drie presentaties bij nationale en internationale congressen

Konferenz ‘Grenzüberschreitende Daseinsvorsorge’ (Berlijn,

Duitsland), European Public Health Conference (Milaan,

Italië), European Congress on Emergency Medicine (Turijn,

Italië). •

Page 23: BAZE - Jaarverslag 2015

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2015FINANCIËN

JAARVERSLAG 2015

23

Resultaat 99.911

KOSTENPOST

BALANS 2015

EURO‘S

EURO‘S

Salaris en personeelskosten

Inkomsten

424.511

785.750

Materiële kosten

Uitgaven

173.697

685.838

Kapitaallasten huisvesting totaal 28.082

Overhead 59.546

Totaal 685.838

NB: Het resultaat is inclusief de inschatting van de in 2016 ontvangen INTERREG-gelden ten behoeve van het

grensoverschrijdende project PREpare.

Page 24: BAZE - Jaarverslag 2015

Bureau Acute Zorg Euregio

Getfertweg 45 | 7512 BA Enschede | Tel. 053 - 487 20 97

[email protected] | www.acutezorgeuregio.nl