Basistechnieken deel 1 J.T.C. Korfbalvereniging Dubbel Zes Pagina 0 werkplan Dubbel Zes Basistechniek
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina0
werkplan
Dubbel Zes
Basistechniek
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina2
Basis techniek
Dubbel zes
Inhoud
Aanleiding en doel
Basistechniek
Vangen met twee handen en gooien met je sterke hand
Schot uit stand
Onderhandse strafworp
Onderhandse doorloop
Uitwijkbal en schot uit stand
Uitwijkbal en schot uit beweging
Aanleiding en doel
Dubbel Zes heeft de ambitie uitgesproken om zowel kwantitatief als kwalitatief te groeien. Een voorwaarde
hiervoor is dat alle jeugdteams dubbel bezet moeten zijn (bv. C1 en C2) en alle selectieteams stabiel in de 2e
klasse of hoger spelen. Dit geldt voor zowel de jeugd als de senioren. Om dit te bereiken is het belangrijk om
het wedstrijdniveau omhoog te brengen.
Er zal aan een aantal randvoorwaarden voldaan moeten worden om het technische niveau te verhogen. De
eerste stap hierin is het besluit om de basistechnieken op een eenduidige wijze aan te leren. Dit besluit is door
de Jeugdtechnische commissie genomen na wedstrijdanalyse en gesprekken met de jeugdtrainers. Daarnaast
wordt er een tweede leidraad ontwikkeld voor een aantal tactische basisvaardigheden.
Techniek is bij het korfbal een essentieel onderdeel, een goede techniek betekent meer scoringsmogelijkheden
en een hoger scoringspercentage. Uiteindelijk leidt dit tot een hoger niveau. Niets is zo divers als techniek.
Ieder kind schiet van nature de bal op een andere manier op de korf. Trainers, die ieder hun eigen techniek
hebben, proberen hun eigen techniek weer over te brengen op hun spelers. Dit heeft ertoe geleid dat er bij
Dubbel Zes op verschillende manieren geschoten wordt en doorloopballen en uitwijkballen genomen worden.
Met behulp van dit document proberen we al deze verschillende manieren nu terug te brengen tot één manier
waarop wij de basistechnieken aan de jeugd willen aanleren. Dé manier. Deze manier hebben we bepaald in
samenspraak met de trainers van de seniorenselectie en bestaande literatuur over korfbaltechniek. De
basistechnieken zijn samen gevoegd tot dit werkplan om de juiste basistechnieken aan de hand van thema’s
aan te leren.
Het doel van dit document is ervoor te zorgen dat alle trainers bij Dubbel Zes aan de hand
van het hierin omschreven werkplan de basistechnieken op eenzelfde wijze aan de
jeugdteams aanleren en dit op het juiste moment doen.
In de eindsituatie heeft iedereen binnen Dubbelzes de basistechniek op dezelfde wijze aangeleerd gekregen.
Zowel de trainers van de toekomst (die de techniek als speler op deze wijze hebben aangeleerd) als de spelers.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina3
Begin bij de basis Het is lastig (maar niet onmogelijk) om de techniek van iemand die al 10 jaar korfbalt nog helemaal te
veranderen. De nadruk ligt daarom bij de jonge jeugd (D, E en F jeugd). Zij korfballen nog maar kort en zijn nog
makkelijk bij te sturen. Zij zijn de eerste groep die straks over de gewenste basistechniek beschikken.
Het goed voordoen door de trainers blijft echter een belangrijk onderdeel van het aanleren van de
basistechniek
De belangrijkste taak voor het aanleren van de basistechniek ligt bij de trainers van die teams. Zij zullen de
techniek immers over moeten brengen op de spelers. Daarbij is het belangrijk dat er een ontwikkelplan is.
Hiermee waarborg je het aanleren van de basisvaardigheden en –technieken over de verschillende
leeftijdscategoriën. Niets is zo demotiverend voor een trainer als blijkt dat het nieuwe team de voorgaande
basisvaardigheden en –technieken onvoldoende beheerst.
Dit werkplan is opgesteld door Peter Kooij in zijn rol als jeugdtrainerscoördinator bij Dubbel Zes en wordt
uitgedragen door de JTC van Dubbel Zes. De uitvoering van dit werkplan valt en staat echter met de
medewerking van de jeugdtrainers. Zij zijn degenen die dit plan in de praktijk moeten gaan uitvoeren.
Basistechniek Binnen dit document laten we lopen en springen buiten beschouwing. Deze vaardigheden vormen een basis
voor vrijwel alle sporten. Dat neemt niet weg dat er wel specifieke vormen van lopen en springen nodig zijn bij
het korfballen.
Hiernnaast maken we binnen het korfbal onderscheid in zes basis technieken. De zes basistechnieken zijn in dit
document in dezelfde volgorde opgesteld zoals deze ook aangeleerd dienen te worden worden.
1. 2 handen vangen en met je goede hand gooien
2. Schot uit stand
3. Onderhandse strafworp
4. Onderhandse doorloop
5. Uitwijkbal met schot uit stand.
6. Uitwijkbal met schot uit beweging
Niet iedere leeftijdscategorie hoeft al deze basistechnieken te beheersen. Het verschil zit het in het wel kunnen
trainen, maar het nog niet hoeven te beheersen. De basistechnieken vormen een oplopende
moeilijkheidsgraad waarbij het laatste punt, uitwijkbal met schot uit beweging pas aan het einde van de C of
begin van de B leeftijd aangeleerd wordt. In dit plan kun je dus zien op welk moment een bepaalde techniek
aangeleerd wordt. De DIKGEDRUKTE basistechnieken worden aangeleerd op dit niveau, de cursieve technieken
moeten de spelers allereerst beheersen.
De gewenste schottechniek (het ideale schot) moet over de gehele leeftijdsniveau goed getraind en
gecorrigeerd worden.
F‐jeugd
Vangen en gooien, schot uit stand.
E‐jeugd
Vangen en gooien, schot uit stand, onderhandse strafworp.
D‐jeugd
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina4
Vangen en gooien, schot uit stand, onderhandse strafworp, onderhandse doorloopbal.
C‐jeugd
Vangen en gooien, schot uit stand, onderhandse strafworp, onderhandse doorloopbal, uitwijkbal en
schot uit stand
B‐jeugd
Vangen en gooien, schot uit stand, onderhandse strafworp, onderhandse doorloopbal, uitwijkbal en
schot uit stand, uitwijkbal en schot uit beweging.
Het is de bedoeling dat de trainers uit een bepaalde leeftijdscategorie de focus leggen op de techniek
die hoort bij het bovenstaande schema. Stel, de bent trainer van een E‐ploeg dan is het de bedoeling
dat je de focus legt op het goed aanleren van de onderhandse strafworp. Je kunt hier echter pas mee
beginnen als de kinderen het vangen en gooien en het schot goed hebben aangeleerd. Uiteraard
moeten deze basistechnieken nog wel veel herhaald worden.
Bij een training van 1 ½ uur wordt er 20 minuten per training aan een thema/basistechniek gewerkt.
De overige tijd moeten de trainers/sters zelf indelen waarbij natuurlijk de samenhang in de verder
training niet mag ontbreken.
De totale training kan zo worden vastgelegd worden op papier waardoor er na een jaar een heel
trainingsboek ontstaat dat door alle (nieuwe) trainers gebruikt kan worden.
Gras gaat niet harder groeien door eraan te trekken
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina5
Basistechniek 1. Vangen met twee handen en gooien met één hand
De eerste basistechniek is het vangen met twee handen; een vaardigheid die onmisbaar is in
het korfbal en daarom al vanaf het begin aangeleerd wordt.
1.1 De aandachtspunten voor het vangen met twee handen:
1. Duimen achter de bal
2. Handen krijgen exact dezelfde beginstand als bij het stilstaande schot. Vingers
gespreid (er moet immers ook snel geschoten kunnen worden bij twee handig
vangen!).
Duimen en vingers is de stand van Kerstboompje of driehoekje.
1.2 het eerste aandachtspunt voor het gooien met een hand (zonder uitstap) is de stand van
het lichaam.
1. Bal op de hand achter het hoofd; vingers gespreid.
2. Andere hand naar voren (tegenstander afhouden)
3. Linkervoet maximaal 30 cm naar voren als je rechts gooit (andersom als je links
gooit)
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina6
Vervolgens komt beweging (4 – 8) van het gooien.
4. Lichaam steunt op je rechter voet
6. Bal gooien in vrijwel rechte lijn langs je
hoofd.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina7
8. Bal gooien in vrijwel rechte lijn langs je hoofd gooien.
Hand moet ACHTER de bal komen.
De bal gaat draaien als je hand niet goed achter de bal komt.
De meest gemaakte fouten zijn:
5. Gewicht overplaatsen naar
je linkerbeen. Niet uitstappen.
6. Bal gooien in vrijwel rechte
lijn langs je hoofd.
7. Nawijzen in de richting
waarin je gooit.
(het lichaam wordt naar
voren geplaatst, tegelijkertijd
met het gooien. Daardoor
krijgt de bal vaart).
FOUT.
Bal niet achter
de nek/hoofd.
Verkeerde voet
voor
(rechtervoet
voor en rechts
gooien)
FOUT.
Bal niet achter
het lichaam.
KOGELSTOTEN
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina8
1‐3 Gooien met uitstap (deel 1‐4 zijn gelijk als het gooien zonder stap)
Je kunt in het algemeen met uitstap verder gooien dan zonder uitstap.
De bal krijgt meer vaart met uitstap.
1. Bal op de hand achter het hoofd;
vingers gespreid.
2. Andere hand naar voren
(tegenstander afhouden)
3. Linkervoet maximaal 30 cm naar
voren als je rechts gooit
(andersom als je links gooit)
4. Lichaam steunt op je rechter voet
5. Uitstappen: De bal blijft achter het
hoofd.
6. Lichaamsgewicht op linkervoet
brengen en tegelijkertijd gooien
7. Nawijzen in de richting waarin je
gooit.
(het lichaam wordt naar voren
geplaatst, tegelijkertijd met het gooien.
Daardoor krijgt de bal vaart).
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina9
2. Schot uit stand De tweede basistechniek die vanaf het begin van belang is, is het schot uit stand (stilstaand).
De vijf aandachtspunten om het schot uit stand aan te leren is als volgt:
Stap 1: de kinderen moeten met twee handen kunnen vangen en gooien.
Stap 2:
1. Goed gaan staan: twee benen naast elkaar, iets gespreid.
2. Balhouding: “kerstboompje”, duimen wijzen naar elkaar, andere vingers gespreid.
Vingers gespreid.
Niet krampachtig.
Kerstboompje. Duimen naar elkaar
toe
Ogen op de korf gericht.
Bal voor het gezicht houden.
Ellebogen iets naar buiten.
Niet krampachtig.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina10
3. Ongeveer het tweede kootje van de vinger raakt de bal.
GOED
FOUT
Hele hand “plakt” aan de bal vast Alleen de vingertoppen raken de bal
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina11
Stap 3: De sprongbeweging.
De meest gemaakte fouten zijn:
Door knieën en dan RECHT
om hoog springen.
Bal blijf voor het gezicht
Uitstrekken van de armen
Na wijzen
Handen naar Buiten draaien
FOUT. De ellebogen staan te veel naar buiten.
Gaat te veel door de knieën heen
Duwt de bal vanuit de kin naar de korf
Houdt de bal te laag
Brengt de bal naar beneden als hij/zij door de
knieën gaat (de bal maakt dan een beweging die
op een zesje lijkt)
Met één hand schieten (in de eindfase)
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina12
3. Onderhands strafworp De onderhandse strafworp is het laatste stuk van de doorloopbal. In feite is de onderhandse
strafworp niets anders dan een doorloop uit stilstand. Pas als de strafworptechniek goed
beheerst wordt, kan begonnen worden met de “onderhandse strafworp uitbeweging”
oftewel, de doorloopbal. Het stappenplan voor de onderhandse strafworp is als volgt:
Stap 1: onderhands met twee handen gooien (ongeveer 20 cm uit elkaar). Goede voet voor
(moeten weten wat met GOEDE voet (steunbeen) bedoeld wordt). Handen goed om de bal
(de bal moet lekker in de handen liggen). Gezicht naar de korf.
Ogen naar de korf.
CONCENTREREN
Armen heel licht gebogen
Duimenschuin naar boven
Vingers goed gespreid om de bal
Hand in verlengede van de arm
Pols niet gebogen!
Op “goede” voet steunen
Voeten iets uit elkaar
Fout:
Duimen te dicht bij de vingers
Fout:
Draagt de bal niet op de handen
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina13
Stap 2: Gewicht verplaatsen naar achterste voet, dan weer naar de voorste voet en de
sprong omhoog inzetten.
Deze techniek heet “hakken, tenen”.
Stap 3: Het belangrijkste is dat de sprong SCHUIN omhoog is en niet naar voren. Dit wordt
bereikt door de knie goed omhoog te heffen! Dan komt de bal het dichtst bij de korf voordat
deze losgelaten wordt.
De bal neemt de snelheid van het lichaam aan, je hoeft daarom niet naar voren te gooien.
Gewicht verplaatsen naar achterste voet
HAKKEN
Gewicht verplaatsen naar voorste voet
TENEN
Knie omhoog brengen!
Goede voet afzetten
Hoogste punt de bal
loslaten
Armen strekken!
Nawijzen
Armen schuin
naar boven
Lichaam trekken
Maximaal 1 mtr
van de stip
neerkomen op de
andere voet
Veel gemaakte fouten:
Springt naar voren in plaats van omhoog
Armen niet gestrekt
Houdt de bal bij de beginbeweging niet voor zich maar beweegt deze opzij (stal 2 en 3)
De bal op het hoogste punt, nog een zetje te geven (via de polsen naar achter draaien)
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina14
4. Onderhands doorloopbal De onderhandse doorloopbal is het gevolg van de onderhandse strafworp. Wat er nog
bijkomt kijken is de manier van lopen, voordat de bal ontvangen wordt. De manier van
aanlopen wordt aangeleerd met de hink‐stap methode van PEK. Het stappenplan voor het
aanleren van de onderhandse doorloopbal is:
Stap 1: Aanleren hink‐stap beweging in de E‐pupillen.
Stap 2: Aanleren van de onderhandse strafworp (zie hierboven.
Stap 3: Combineren van stap 1 en 2
Laat elk kind een bal vasthouden (Dus geen aangever).
Stap 4: het omzetten van de horizontale snelheid in een verticale snelheid.
Hink maken. Bal dicht bij de buik houden. Armen iets gebogen.
Inzetten van de hink. Bal dicht bij de buik houden.
Bal dicht bij de buik houden. Armen iets gebogen. Stap maken.
Lichaam strekken
en naar de korf
kijken. Knie omhoog
Armen strekken
Hoogste punt loslaten
Andere voet
neerkomen
Bal op de buik houden; dan heb je meer tijd om je aandacht op de korf te richten en niet
op de bal
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina15
Stap 5: De bal direct in de hand van de ontvanger aangeven (NA DE HINK), dan de stap
maken en dan de onderhandse strafworp.
Stap 6: Met de aangever onder de korf. Bal op de buik plaatsen; dan heb je meer tijd om je
aandacht op de korf te richten en niet op de bal.
veel gemaakte fouten:
Hink wordt niet (af)gemaakt.
Knie onvoldoende omhoog.
Te veel naar voren gesprongen in plaats van omhoog.
Er wordt niet op de buik aangegeven maar op de borst.
Er wordt met een boogje aangegeven.
Alle stappen worden tegelijkertijd aangeleerd door de trainer.
Krijgt de bal goed aangegeven: de aandacht is op de
korf en NIET op de bal.
Je pakt de bal op het moment dat de hink is gemaakt,
maar nog niet met de stap bent begonnen.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina16
5. Uitwijkbal met schot uit stand
De uitwijk en het daaropvolgende schot uit stand moet eerst goed zijn voordat het met het
schot uit beweging gecombineerd kan worden. Het vergt daarnaast nogal wat kracht om uit
beweging te schieten vandaar dat we eerst deze uit stand gaan doen.
Het stappenplan voor de uitwijkbal en schot uit stand zijn:
Stap 1: Net voor de korf met je gewicht op één voet staan:
linkervoet als je schuin naar achter wilt lopen en rechtervoet als je naar achter wilt lopen en
visa versa. Romp gedraaid naar de korf. Ogen zijn gericht op de bal bij de aangever.
Stap 2: stap‐kruis‐stap.
Stap 3: draai beide voeten in de richting van de korf tot stand
Stap 4: schot uit stand: recht om hoog springen.
Stap 2: de uitwijkbal
Rechtervoet afzetten.
Linkervoet neerzetten
Ogen op de bal gericht.
Romp schuin naar voren.
Rechtervoet over
Linkervoet zetten.
Kruisstap!
Linkervoet naar achter en richting
de korf zetten.
Rechtervoet sluit aan
bij de Linkervoet.
Stap 1:
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina17
Stap 3: het schot
Stap 5: Nu oefenen met 2x kruisstappen. Meer dan 2 stappen komt nauwelijks voor.
Stap 6: Nu ook aan komen lopen: met je LINKERVOET afzetten (zie foto) en met je rechtervoet eerst
een stap maken en dan 1 kruispas of 2 kruispassen maken voor schot uit stand. (links en rechts)
De meest gemaakte fouten:
De bal wordt niet goed aangegeven.
De sprong is naar voren in plaats van omhoog.
De sprong is naar achter; dan krijgt de bal minder vaart.
Buigt te diep door voor het schot
De bal is onderweg:
romp naar de korf draaien.
De linkervoet is aangesloten
bij de rechtervoet tot
schotstand
De bal op ooghoogte ontvangen.
De bal op ooghoogte
houden/brengen.
Recht omhoog springen.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina18
6. Uitwijkbal met schot uit beweging
De laatste basistechniek is misschien wel de meest belangrijkste techniek op het hogere
korfbalniveau, maar ook de moeilijkste. Het is de uitwijkbal met schot uit beweging.
Hierbij moet zowel het moment van aangeven als het moment van ontvangen van de bal
precies op elkaar afgestemd zijn.
Het stappenplan voor zoiets is als volgt:
Stap 1: Voer stap 1 – 3 van schot uit stand uit.
Stap 2: De bal moet op het juiste moment geplaatst worden. Dat is in de handen ontvangen
als je op je linkervoet steunt.
Stap 3: Gewicht op je rechtervoet brengen: de bal op gezichtshoogte houden. Door buigen
en daarna krachtig met je linkervoet recht omhoog afzetten.
Stap 4: Na het schot je linkervoet bij de rechtervoet trekken.
Bal op het juiste
moment
ontvangen. Dat is
als je op je
linkerbeen staat
(bij een rechtse
uitwijk
Gewicht op je rechterbeen
brengen.
Linkerknie gaat omhoog
Recht op blijven staan op je
buitenste voet= rechtervoet bij een
rechtse uitwijk.
Op één been staan bij het schieten.
Knie omhoog
Na het schot je linkervoet aansluiten
De meest gemaakte fouten:
De bal wordt niet op tijd aangegeven.
De bal wordt niet op de maag in de handen geplaatst.
Sprong naar voren in plaats van omhoog.
Sprong naar achteren; dan krijgt de bal te weinig vaart.
Er wordt te vroeg begonnen met deze techniek; de kinderen hebben nog
onvoldoende kracht in de armen.
Basistechniekendeel1
J.T.C.KorfbalverenigingDubbelZes Pagina19
Implementatie
Een leidraad heeft niet zoveel zin als deze niet geïmplementeerd wordt.
Daarom is er binnen de JTC afgesproken dat JTC zich ook bezig houden met het
ondersteunen van de trainers er op toezien dat de juiste techniek wordt aangeleerd op het
moment dat het nodig is.
Zoals al eerder is besproken wordt dit moment grotendeels bepaald door het Dubbelzes
Teamontwikkelingsplan.
De leidraad is geen trainersvoorbeeld.
Je dient dus de oefeningen om de techniek aan te leren nog steeds zelf te kiezen.
De leidraad geeft alleen maar de techniek zelf aan; waar je op moet letten en welke fouten
er vaak gemaakt worden
De leidraad moet er voor zorgen dat iedereen binnen Dubbel Zes de basis technische
vaardigheden op de zelfde manier heeft aangeleerd.
Verbeter continu de basis technische vaardigheden.
Geef aan wat er fout en geef vooral ook aan wat er goed gedaan wordt.
Ook tijdens de wedstrijden dien je er op toe te zien dat de juiste techniek gebruikt wordt!
Ook een voordeel van het goed uitoefenen van de basis technische vaardigheden is, dat je
het zelf goed moet voordoen. Zo verbeter je ook automatisch je eigen techniek.