HOGESCHOOL GENT Course Corporate Finance Bankfinanciering en financiële analyse Rudy Aernoudt , , rudy@aernoudt;com rudy@aernoudt;com
HOGESCHOOL GENTCourse Corporate Finance
Bankfinanciering en financiële
analyse
Rudy Aernoudt,,rudy@aernoudt;comrudy@aernoudt;com
Structuur
I. Financiële markten
II. Vier fazen in bankevolutie1. Coëxistentie publieke en private banken
2. Marktveneratie
3. Gevaar voor machtseconomie
4. Bankcrisis
III. Gevolgen voor bedrijfsleven
IV. Hoe zich wapenen?
V. Conclusie
I. Financiële marktenEigen vermogen versus schuldeconomie
Structure of the financial markets
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
Stock market
Bank loans
Corpo bonds
Gov't bonds
CHINA
EUROLAND
USA
I.Financiële markten (2)Financieringsbronnen
0
20
40
60
80
100
120
VSA Belgium Germany Sweden
stockscreditsvc
s
II. Drie fazen in de evolutie van de banksector
1. Co-existentie tussen publieke banken (ASLK, NMKN, NILK) en private (nationale) banken
2. Marktveneratie: absorptie van publieke banken
Internationalisatie van private banken
3. Concentratiebeweging: gevaar voor machtseconomie
II. 1. Coëxistentie publieke en private banken (Bankenlandschap eind jaren 80)
Publieke banken• Beroepskrediet• ASLK• NMKN• NILK• CKBK
Private banken• BBL• KB• G-Bank• Bank van Roeselare
II. 2. Marktveneratie
• Globalisatie
• Liberalisatie
• Verschillende evoluties:1. Aandeelhouderswaarde
2. Concentraties en fusies
3. Bazel (II) reglementering
Marktveneratie Globalisatie – Liberalisatie
(Voorbeeld liberalisatie van gas/electr./water)
Evolution of labour productivity per hour worked in gas, electricity and water utilities (change per year)
1979-1990 1990-1995 1995-2001
EU-15 2.7% 3.6% 5.7%
US 1.1% 1.8% 0.1%
1. Aandeelhouderswaarde
• Kredietmarges zijn laag in Europa
• Marges hangen beperkt af van rating (geen externe rating cultuur)
• Kredietvertrouwen: Enron, LHSP, Parmalat,…risicoanalyse
• Corporate governance: transparantie
1. Aandeelhouderswaarde (2)
Intrest Marges (% balans)
1990 1995 1999
Netherlands 1.82 1.87 1.70
Belgium 1.49 1.23 1.09
Spain 3.95 2.76 2.29
Germany 1.96 2.02 1.48
France 1.74 1.17 0.80
US 3.62 3.72 3.52
1. Aandeelhouderswaarde (3) Interestmarges op kredieten (in %)
Margin on credits
Margin on leasing
Margin on factoring
Belgium 1,30 1,70 2,00
France 1,30 1,70 1,90
Finland 1,50 2,00 2,30
Netherland 1,50 2,00 2,30
Denmark 1,70 2,20 2,50
Portugal 1,70 2,20 2,50
Ireland 1,80 2,40 2,70
Austria 1,80 2,40 2,70
Germany 1,90 2,50 2,80
Swiss 1,90 2,50 2,90
Spain 2,00 2,70 3,10
Sweden 2,00 2,70 3,00
Great Britain 2,20 2,90 3,30
Italy 2,20 3,00 3,30
Greece 2,50 3,30 3,70
Norway 2,50 3,30 3,70
Source : The Economist Intelligence Unit.
2. Concentraties en fusies
• Sommige banken trokken zich terug van de kredietmarkt (prijsbrekers)
• Fusies: België: van 9 naar 4 grootbanken (gevaar voor kartel; UK)
• Regionale banken zoeken hun niche• Europese verkaveling gaat verder
3. Bazel II Start op 1 januari 2007!!
• Basel I : « globaal risicomanagement »
8% eigen reserves voor iedere 100 kredieten• Basel II : «fine-tuning of risk management »
reserves hangen af van risicoprofiel• Ontwikkeling van gesofistikeerde
risicomanagement technieken (return/risk)• Centralisatie van kredietbeslissing• Einde van persoonlijke relatie
Bron: Rudy Aernoudt, Bazel II hoe er voordeel uithalen? Intersentia, 2005
3. Bazel II (2)
Falingratio en kredietvoorwaarden Intrest = te betalen intrest (4%) + provisie + kostprijs KV + marge
(1%)
13,41,6513,756,754515,00
7,290,947,81,35453,00
6,460,796,570,67451,5
5,120,110,90,01450,03
IntrestKKKVProvLGDFR
III. Gevaar voor machtseconomie
The Herfindahl Index
• Index die concentratiegraad meet• Verdubbeld tussen 1995 en 2002 in de
meeste Europese landen• Als groter dan 0,18, betekent dit een te
sterke concentratie (met gevaar voor kartel)• Reverse index: 5,2; betekent concentratie
alsof er alleen as nog vijf banken actief zijn.• Anti-trust law: C4 over 80%
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
III.Gevaar voor machtseconomie(2):
The Herfindahl index
III. Gevolgen voor bedrijfsleven
In % Early stage
Beperkte groei
Innova-tieve
Gazelles
Fin. grootste hindernis
22 8 16 19
Bankkredieten 40 40 47 50
Guaranties 33 37 44 48
Persoonlijke guaranties
25 26 36 39
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (2)
Gebruik kaskredieten stijgt
0
10
20
30
40
50
60
2000 2004
KaskredietLeasingVC/BAKredietenSubsidiesFactoring
III. Gevolgen voor bedrijfsleven(3)
bankiersvertrouwen
USA EU
Own funds 46 32
Debts long run 28 17
Permanent capital
74 49
Debts short run 26 51
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (3) Onderkapitalisatie
Turnover Aus Be Fr Germ It Sp
Less than 7 mill. €
13 40 34 14 26 42
Between 7 and 40
27 38 35 22 25 43
More than 40
31 39 35 31 28 37
All sizes 28 39 35 30 27 38
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (4)
onderkapitalisatie en bankentrouw
Number of banks
Less than 10 empl.
Between 10 and 49
50 to 249 employees
Only one 52 39 33
Two to three
38 42 31
Four or more
6 11 22
No answer 4 7 14
III. Gevolgen voor bedrijfsleven(5) Leverancierskrediet
• Belangrijkste financieringsbron
• Belangrijker voor werkkapitaal dan banken
• Belang stijgt in Europa
• Gemakkelijke toegang
• 43% van te late betalingen zijn intentioneel te laat (als deel van kredietpolitiek)
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (6)
Belang van leverancierskredieten
%totalcap. Manufacturing Retail
Size Small Medium Small Medium
Austria 12 8,5 21,2 15,4
Belgium 17,2 21 21 29
France 25,6 25,9 28,7 32,5
Germany 13,2 10,8 24,2 19
Italy 23,9 26,5 31,8 40
Spain 21 19,3 27,3 26,3
Sweden 10,8 16,9 18 22,2
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (8)
betalingsduur en moraliteit
Total Target Morality % late
Sweden 33 24 9 20
Germany 41 23 18 30
Belgium 61 41 20 30
France 75 30 45 70
Spain 105 60 30 75
Cyprus 135 105 30 35
Average 62 34 28 43
III. Gevolgen voor bedrijfsleven (8) betalingsduur en totaal verlies
Between
90 to 120 days
More than 120 days
Total loss
Spain 16,2 10,8 3,2
Belgium 9,0 10,5 2,9
Germany 4,7 5,3 2,4
France 7,7 4,6 1,2
Italy 14,7 5,2 0,9
Finland 1,6 1,9 0,8
Sweden 1,7 4,6 0,7
IV. Hoe zich wapenen? Zeven financiële suggesties
1. Melk bedrijf niet uit maar reserveer2. Informeer tijdig uw bank, permanent3. Waarborgen verminderen risico
(haircut)4. Persoonlijke waarborgen zijn riskant5. Bankier niet imponeren met
beleggingen6. Kasplanning wordt belangrijker
7. Meetbare, haalbare objectieven
IV. Hoe zich wapenen:
Falingsratio verbeteren!
1. Financiële elementen - Stabiele, permanente CF- Optimale financiële Structuur : EV, EV/BT
2. Betalingsincidenten (Be 10% > 120 d.)3. Accurate en tijdige informatie4. Activiteit en positie in de sector5. Risicoattitude van management
Afsluitend
• Europa is een kredietcultuur: Banken blijven belangrijkste financier (naast handelskredieten)
• KMO’s blijven trouw aan hun bankier maar klagen:– 36% : intresten te hoog– 51% : bankkosten te hoog– 59% : ontevreden met bankdiensten
• Gemiddelde financieringskost (observatorium 2003)– 4,7% grote ondernemingen – 7,5% KMOs