1
Jun 29, 2015
1
2
Het Improvement Model is een
Denkmodel Het denkmodel bestaat uit een
Toetsingskader & Inrichtingskader
Beiden worden uitgegeven onder licentie van Novire BV en ondersteund door de software as a service door Novire Systems BV.
3
Toetsing en inrichting houden
elkaar in balans
Toetsing zorgt ervoor dat het
valide is, reproduceerbaar en op
uitkomsten vergelijkbaar
Inrichting zorgt ervoor dat het in de
praktijk werkbaar en toegankelijk is,
dat het meerwaarde in de praktijk
toevoegt
4
Toetsing en inrichting houden
elkaar in balans
Toetsing bewaakt of de inrichting
aan alle voorschriften voldoet en
valide is
Inrichting bewaakt of
toetsing in de praktijk nog
waarde toevoegt
5
Het toetsingskader
bevat een beproefde wijze om formeel vast te stellen of het denkmodel in
de praktijk ook daadwerkelijk wordt toegepast en effect sorteert.
6
Is toetsing het doel?
Nee!
Het toepassen van het denkmodel en daar meerwaarde van ervaren is het
doel, niet de certificatie.
Maar het denkmodel krijgt pas meerwaarde,
wanneer er ook een standaard is die aangeeft dat
het denkmodel correct Is toegepast.
Dan is er pas onderscheidend vermogen.
Wanneer iedereen zomaar kan zeggen dat men volgens het
Improvement Model werkt, is er ook geen onderscheidende meerwaarde
7
Het toetsingskader
Bevat normen (en indicatoren) waar aan voldaan moet worden en
beschrijft hoe een organisatie getoetst en gecertificeerd kan worden
Daarmee is het Improvement Model een certificatieschema en
stichting BIM een zogenaamde ‘schemabeheerder’.
8
De Raad voor
Accreditatie toetst
stichting Beheer
Improvement Model
tegen de kwaliteitsnorm
voor schemabeheerders.
Het certificatieschema en
de schemabeheerder
moeten daarmee aan de
eisen voldoen.
De RvA toetst daarna de
CI tegen de norm van de
schemabeheerder.
9
Schemabeheerder ben je niet zo maar.
Er moeten aan veel eisen worden voldaan.
Het certificatieschema moet aan veel eisen voldoen,
maar ook de organisatie moet aan eisen voldoen.
Bijvoorbeeld:
1. De schemabeheerder moet gerechtigd zijn om
activiteiten van de schemabeheerder uit te
voeren op het denkmodel Improvement Model
2. De schemabeheerder moet over een
managementsysteem beschikken
3. De schemabeheerder moet contracten sluiten
met een Certificerende Instelling
4. De schemabeheerder moet een College van
Deskundigen hebben
10
Het schema wat de schemabeheerder beheert moet ook aan eisen voldoen
Bijvoorbeeld:
1. Er moeten normen zijn
2. Er moet een certificatieschema zijn (een
schema dat beschrijft wanneer een organisatie
gecertificeerd kan zijn)
3. En bij een productcertificering* moeten normen
ook nog eens reproduceerbaar zijn. Om die
reden hebben we indicatoren en een score/kleur
als uitkomst
*Productcertificering is variant van certificatie, naast
(management-) systeemcertificatie. Zie voor dit verschil andere
slides.
11
De standaard van BIM: De
toetsing moet anders zijn dan
anders.
Het model moet zó
betrouwbaar zijn dat
wanneer er een organisatie
gecertificeerd is, de
uitkomsten op de 4
thema’s écht kloppen.
Dan heeft het meerwaarde en
voegt het iets toe voor de
organisatie en de samenleving
12
Een duidelijk
onderscheid
maken ten
opzichte van
andere
certificatie-
schema’s
Daarom:
13
Belang-
hebbenden
betrekken en
periodiek
informeren
over proces
en uitkomsten
Daarom: