De cirkel rond Bob Koster, Jos Castelijns en Marjan Vermeulen Interactum lectoraat Kantelende Kennis bestaat vier jaar. In dit lectoraat wordt intensief samengewerkt tussen basisscholen en pabo’s. De samenwerking levert onder andere inzichten op in schoolontwikkelingspro- cessen, het verrichten van praktijkonderzoek en gespreksvoering met lerenden. Maar er zijn ook dilemma’s. We beginnen met een schets van de conferentie ‘De cirkel rond’ in Utrecht . Hier werd namelijk stilgestaan bij de opbrengsten van vier jaar lectoraat. Vervolgens gaan we in op de betekenis van het lectoraat voor de aangesloten basisscholen en pabo’s. We besluiten met een vooruitblik op de komende vier jaren. ‘De cirkel rond’ In april 2007 komen in Utrecht ongeveer honderdvijftig bij het Interactum lectoraat Kantelende Kennis betrokken mensen bij elkaar. Het zijn leerlingen en leerkrachten van basisscholen, docenten en studenten van pabo’s, medewerkers van de onderwijsbegeleiding en leden van het management van scholen en opleidingen. Op deze conferentie, die als titel heeft ‘De cirkel rond’ staan we stil bij de eerste vier jaar lectoraat. De deelnemers worden bij binnenkomst geïnterviewd door leerlingen die hen een aantal vragen stellen over hoe zij (het liefste) leren. Op die manier worden de deelnemers meteen geconfronteerd met een belangrijk principe uit het lecto- raat namelijk dat ‘leerlingen gelijkwaardige partners zijn’. De verschillende activiteiten op de conferentie zijn exemplarisch voor vier jaar Kantelende Kennis. De uitgangspunten van het lectoraat, hieronder cursief weergegeven, zijn herkenbaar en bruikbaar voor scholen. Zo verzorgen een aantal scholen en opleidingen samen een workshop. Zij maken duidelijk dat de samenwerking tussen basisschool en pabo op een productieve manier van de grond is gekomen. Andere scholen laten zien dat de stem van de leerling voor hen een belangrijk uitgangspunt is geworden. Voorbeelden daarvan zijn workshops als ‘Wat hebben kinderen ons te vertellen’ of ‘Leerlingen doen mee’ van basisschool de Ranonkel uit Someren over de Kindermedezeggenschapsraad. In de laatste workshop participeren kinderen van de school; zij brengen hun ervaringen met medezeggenschap in. Een school uit Utrecht laat zien hoe ze met behulp van de onderzoekscyclus verschillende experimenten hebben uitgevoerd om meer ruimte te geven aan de leervragen van leerlingen en leraren. Een school uit de Rips doet hetzelfde voor het proces waarin leerlingen steeds meer autonomie krijgen. In de workshops wordt duidelijk dat de onderzoekscyclus (zie verderop) betekenisvol is voor de ontwikkeling van de school. Er worden workshops gegeven waarin het onderwerp leergemeenschappen en collectief leren uitgewerkt wordt. In de evaluatieve terugblik op de conferentie geven deelne- mers aan dat ze “nog enthousiaster zijn geworden over het vormen van leergemeenschappen op basisscholen” of nagedacht hebben “over leergemeenschappen en hoe deze goed kunnen functioneren”. Hierna werken we eerst de betekenis van het lectoraat uit voor de scholen, dan de betekenis voor de opleidingen om vervolgens in te gaan op de focus van het lectoraat de komende jaren. De betekenis van het lectoraat voor de scholen Samenwerking met scholen Lectoraten worden geacht ‘inhoudelijke relaties te onderhouden met instellingen uit het werkveld’. Dat geldt zeker voor ons lectoraat. De afgelopen vier jaar is met ruim twintig scholen, die met een vernieuwingsproces bezig zijn en daarin de ‘stem van de lerende’ als uitgangs- punt willen nemen, een langdurige samenwerkingsrelatie aangegaan. Dit heeft het inzicht opgeleverd dat voor een vruchtbare samenwerking een aantal voorwaarden nodig is. Er moet een heldere visie op samenwerking zijn en we weten ondertussen uit ervaring dat tijd nodig is om een goede onderlinge verhouding op te bouwen. Bovendien is materiaal ontwikkeld dat behulpzaam kan zijn bij de werving en selectie van scholen. De essentie hiervan is de vaststelling dat het team een doorslaggevende stem heeft om met het lectoraat in zee te gaan en dat de focus voor schoolontwikkeling helder is. Eigenaarschap is een kernbegrip. Het betekent dat iedere betrokkenen iets over de onderwijs- en schoolontwikkeling te zeggen heeft en er iets mee moet. In het kader van het lectoraat bestudeerden we verschil- lende vormen van samenwerking. De vraag is: van wie is het proces en van wie het focus (en eventueel de op- brengsten)? Van de school of de opleiding alleen? Of van allebei samen? Die vragen combineren we in een schema met vier kwadranten, vier samenwerkingsvormen van opleidingen en scholen. In het eerste kwadrant is de school of de opleiding eigenaar van zowel proces als focus. In het tweede kwadrant is sprake van een gemeen- schappelijk proces, waarvan opleiding en school samen eigenaar zijn. In het derde kwadrant is de school of de opleiding eigenaar van het proces. In het vierde kwadrant tenslotte zijn school en opleiding samen eigenaar, niet alleen van het proces, maar ook van de focus (zie verder Prikkels, juni 2007, de Schop: www.lectoraat.nl onder publicaties). Figuur 1. Vier samenwerkingsvormen van opleidingen en scholen. Ten aanzien van de samenwerking met scholen liepen we ook tegen een aantal vragen op. Bijvoorbeeld of de lerarenopleiding iets heeft aan de samenwerking met de scholen? Er zijn nog weinig voorbeelden waarbij opleiding en school gezamenlijk een gemeenschappelijke ambitie formuleren waar ze samen eigenaar van zijn en beiden iets aan hebben (kwadrant 4). De school lijkt tot nu toe meer te hebben aan de samenwerking dan de opleiding. Ook vragen opleiders zich af welke rol zij moeten spelen: zijn zij vooral schoolbegeleider die een ondersteunende rol vervullen ten aanzien van schoolontwikkeling. Of brengen zij het proces van schoolontwikkeling in kaart en is de school zelf verantwoordelijk voor die ontwikkeling? Spreken met in plaats van spreken over de lerende “We hebben filmpjes bekeken van gesprekken met leerlingen. Die waren heel confronterend. Dat maakte duidelijk dat we concessies gedaan hebben aan de visie die we hebben als school, aan ons droombeeld” (groeps- leerkracht) “Het blijkt mogelijk onderwijs te laten maken door kinderen en leerkrachten samen. Als leraar kun je verantwoording bij kinderen leggen, van kinderen leren en leerlingen mee laten helpen bij het verzorgen en organiseren van het onderwijs.” (coördinator projectgroep) “Ik heb de Kindermedezeggenschapsraad een manier gevonden, waarin ik op een wezenlijke manier kan praten met kinderen over de schoolorganisatie”. (schooldirecteur) Kinderen van basisschool de Ranonkel bespreken hun ervaringen met de kindermedezeggenschapsraad tijdens een workshop op de conferentie De Cirkel Rond; conferentie deelnemers zitten erom heen. Vier jaar Interactumlectoraat Kantelende Kennis ...“Ik heb de Kindermedezeggenschapsraad een manier gevonden, waarin ik op een wezenlijke manier kan praten met kinderen over de schoolorganisatie”... School of opleiding 1 2 School en opleiding 3 4 School of opleiding School en opleiding Proces Focus Veerkracht n Jaargang 5 / nr 1 / ‘07 Jaargang 5 / nr 1 / ‘07 n Veerkracht
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
De cirkel rond
Bob Koster, Jos Castelijns en Marjan Vermeulen
Interactum lectoraat Kantelende Kennis bestaat vier
jaar. In dit lectoraat wordt intensief samengewerkt
tussen basisscholen en pabo’s. De samenwerking levert
onder andere inzichten op in schoolontwikkelingspro-
cessen, het verrichten van praktijkonderzoek en
gespreksvoering met lerenden. Maar er zijn ook
dilemma’s.
We beginnen met een schets van de conferentie ‘De
cirkel rond’ in Utrecht . Hier werd namelijk stilgestaan
bij de opbrengsten van vier jaar lectoraat. Vervolgens
gaan we in op de betekenis van het lectoraat voor de
aangesloten basisscholen en pabo’s. We besluiten met
een vooruitblik op de komende vier jaren.
‘De cirkel rond’
In april 2007 komen in Utrecht ongeveer
honderdvijftig bij het Interactum lectoraat
Kantelende Kennis betrokken mensen
bij elkaar. Het zijn leerlingen en
leerkrachten van basisscholen,
docenten en studenten van
pabo’s, medewerkers van de
onderwijsbegeleiding en leden
van het management van
scholen en opleidingen. Op
deze conferentie, die als titel
heeft ‘De cirkel rond’ staan
we stil bij de eerste vier jaar
lectoraat.
De deelnemers worden bij
binnenkomst geïnterviewd door
leerlingen die hen een aantal
vragen stellen over hoe zij (het
liefste) leren. Op die manier worden
de deelnemers meteen geconfronteerd
met een belangrijk principe uit het lecto-
raat namelijk dat ‘leerlingen gelijkwaardige partners zijn’.
De verschillende activiteiten op de conferentie zijn
exemplarisch voor vier jaar Kantelende Kennis. De
uitgangspunten van het lectoraat, hieronder cursief
weergegeven, zijn herkenbaar en bruikbaar voor scholen.
Zo verzorgen een aantal scholen en opleidingen samen
een workshop. Zij maken duidelijk dat de samenwerking tussen basisschool en pabo op een productieve manier van de
grond is gekomen. Andere scholen laten zien dat de stem van de leerling voor hen een belangrijk uitgangspunt is
geworden. Voorbeelden daarvan zijn workshops als ‘Wat
hebben kinderen ons te vertellen’ of ‘Leerlingen doen
mee’ van basisschool de Ranonkel uit Someren over de
Kindermedezeggenschapsraad. In de laatste workshop
participeren kinderen van de school; zij brengen hun
ervaringen met medezeggenschap in.
Een school uit Utrecht laat zien hoe ze met behulp van de
onderzoekscyclus verschillende experimenten hebben
uitgevoerd om meer ruimte te geven aan de leervragen
van leerlingen en leraren. Een school uit de Rips doet
hetzelfde voor het proces waarin leerlingen steeds meer
autonomie krijgen. In de workshops wordt duidelijk dat de
onderzoekscyclus (zie verderop) betekenisvol is voor de
ontwikkeling van de school.
Er worden workshops gegeven waarin het onderwerp
leergemeenschappen en collectief leren uitgewerkt wordt. In
de evaluatieve terugblik op de conferentie geven deelne-
mers aan dat ze “nog enthousiaster zijn geworden over
het vormen van leergemeenschappen op basisscholen” of
nagedacht hebben “over leergemeenschappen en hoe
deze goed kunnen functioneren”.
Hierna werken we eerst de betekenis van het lectoraat uit
voor de scholen, dan de betekenis voor de opleidingen om
vervolgens in te gaan op de focus van het lectoraat de
komende jaren.
De betekenis van het lectoraat voor de scholen
Samenwerking met scholen
Lectoraten worden geacht ‘inhoudelijke relaties te
onderhouden met instellingen uit het werkveld’. Dat geldt
zeker voor ons lectoraat. De afgelopen vier jaar is met
ruim twintig scholen, die met een vernieuwingsproces
bezig zijn en daarin de ‘stem van de lerende’ als uitgangs-
punt willen nemen, een langdurige samenwerkingsrelatie
aangegaan.
Dit heeft het inzicht opgeleverd dat voor een vruchtbare
samenwerking een aantal voorwaarden nodig is. Er moet
een heldere visie op samenwerking zijn en we weten
ondertussen uit ervaring dat tijd nodig is om een goede
onderlinge verhouding op te bouwen.
Bovendien is materiaal ontwikkeld dat behulpzaam kan zijn
bij de werving en selectie van scholen. De essentie hiervan
is de vaststelling dat het team een doorslaggevende stem
heeft om met het lectoraat in zee te gaan en dat de focus
voor schoolontwikkeling helder is. Eigenaarschap is een
kernbegrip. Het betekent dat iedere betrokkenen iets over
de onderwijs- en schoolontwikkeling te zeggen heeft en er
iets mee moet.
In het kader van het lectoraat bestudeerden we verschil-
lende vormen van samenwerking. De vraag is: van wie is
het proces en van wie het focus (en eventueel de op-
brengsten)? Van de school of de opleiding alleen? Of van
allebei samen? Die vragen combineren we in een schema
met vier kwadranten, vier samenwerkingsvormen van
opleidingen en scholen. In het eerste kwadrant is de
school of de opleiding eigenaar van zowel proces als
focus. In het tweede kwadrant is sprake van een gemeen-
schappelijk proces, waarvan opleiding en school samen
eigenaar zijn. In het derde kwadrant is de school of de
opleiding eigenaar van het proces. In het vierde kwadrant
tenslotte zijn school en opleiding samen eigenaar, niet alleen
van het proces, maar ook van de focus (zie verder Prikkels,
juni 2007, de Schop: www.lectoraat.nl onder publicaties).
Figuur 1. Vier samenwerkingsvormen van opleidingen en scholen.
Ten aanzien van de samenwerking met scholen liepen we
ook tegen een aantal vragen op. Bijvoorbeeld of de
lerarenopleiding iets heeft aan de samenwerking met de
scholen? Er zijn nog weinig voorbeelden waarbij opleiding
en school gezamenlijk een gemeenschappelijke ambitie
formuleren waar ze samen eigenaar van zijn en beiden
iets aan hebben (kwadrant 4). De school lijkt tot nu toe
meer te hebben aan de samenwerking dan de opleiding.
Ook vragen opleiders zich af welke rol zij moeten spelen:
zijn zij vooral schoolbegeleider die een ondersteunende
rol vervullen ten aanzien van schoolontwikkeling. Of
brengen zij het proces van schoolontwikkeling in kaart en
is de school zelf verantwoordelijk voor die ontwikkeling?
Spreken met in plaats van spreken over de lerende
“We hebben filmpjes bekeken van gesprekken met
leerlingen. Die waren heel confronterend. Dat maakte
duidelijk dat we concessies gedaan hebben aan de visie
die we hebben als school, aan ons droombeeld” (groeps-
leerkracht)
“Het blijkt mogelijk onderwijs te laten maken door kinderen
en leerkrachten samen. Als leraar kun je verantwoording
bij kinderen leggen, van kinderen leren en leerlingen mee
laten helpen bij het verzorgen en organiseren van het
onderwijs.” (coördinator projectgroep)
“Ik heb de Kindermedezeggenschapsraad een manier
gevonden, waarin ik op een wezenlijke manier kan praten
met kinderen over de schoolorganisatie”. (schooldirecteur)
Kinderen van basisschool de Ranonkel bespreken hun ervaringen met de kindermedezeggenschapsraad tijdens een workshop op de conferentie De Cirkel Rond; conferentie deelnemers zitten erom heen.
Vier jaar Interactumlectoraat Kantelende Kennis
...“Ik heb de Kindermedezeggenschapsraad een manier gevonden, waarin ik op een wezenlijke manier kan praten met kinderen over de schoolorganisatie”...
School of opleiding
1 2
School enopleiding
3 4
School of opleiding
School en opleiding
Proces
Focus
� Veerkracht n Jaargang 5 / nr 1 / ‘07 Jaargang 5 / nr 1 / ‘07 n Veerkracht �
De ervaringen die zijn opgedaan in het voeren van
gesprekken met leerlingen hebben een meer methodische
aanpak daarvan opgeleverd. Die houdt onder andere in dat
via een groepsinterview informatie wordt verzameld over
de betekenis die school (het aanbod, hun leraren etc.) voor
leerlingen heeft. Van video-opnamen van deze interviews
worden transcripties gemaakt, waarin de letterlijke
uitspraken van leerlingen als ruwe data fungeren. Deze
uitspraken worden vervolgens naar de teamleden terugge-
koppeld en door hen gezamenlijk geïnterpreteerd. De
uitkomsten van deze gezamenlijke interpretatie leveren
nieuwe doelen op die in een plan van aanpak worden
uitgewerkt.
Wanneer uitspraken van leerlingen teruggekoppeld worden
blijkt dat leraren er vaak door geraakt worden. Afhankelijk
van de inhoud van de uitspraak ontstaat een gevoel van
bijvoorbeeld trots, teleurstelling of waardering. Die
emotionele betrokkenheid daagt leraren uit iets met die
uitspraken te gaan doen.
Eenzelfde proces kan op de pabo ontstaan. Natuurlijk is de
relatie tussen pabo docent en student anders dan de
relatie tussen leraar en leerling, maar ook in de pabo
situatie kunnen uitspraken van studenten betekenisvol zijn
en docenten uitdagen daar iets mee te gaan doen.
Een vraag is nog welke rol leerlingen of studenten daad-
werkelijk kunnen spelen in onderwijs- en schoolontwikke-
ling. In de praktijk worden de leerlingen nog nauwelijks
actief betrokken in die ontwikkeling. Dat is nog vooral een
zaak van de leraren. Hetzelfde geldt voor de rol die
studenten kunnen spelen bij de ontwikkeling van de pabo.
De Kindermedezeggenschapsraad op de Ranonkel is een
voorbeeld van het actief betrekken van leerlingen bij
schoolontwikkeling.
Het gebruik van de onderzoekscyclus
De onderzoekscyclus is een model dat bestaat uit zes
stappen voor schoolontwikkeling: ambitie ontwikkelen,