Top Banner
1 KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË Hoofdtitel: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden Subtitel: Een beschrijvende analyse van zijn rol en visie Khalid Arkob Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de taal en regiostudies: arabistiek en islamkunde Promotor prof. Dr. John Nawas Academiejaar 2013-2014 111.301 tekens
56

Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

Feb 03, 2023

Download

Documents

Sophie Dufays
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

1

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Hoofdtitel: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden Subtitel: Een beschrijvende analyse van zijn rol en visie

Khalid Arkob

Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de taal en regiostudies: arabistiek en islamkunde

Promotor prof. Dr. John Nawas

Academiejaar 2013-2014

111.301 tekens

Page 2: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

2

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Inhoudsopgave Dankwoord 3 Voorwoord 4 Inleiding 5 1 Anwar al-Sādāt 6

1.1 Hoe is het allemaal begonnen? 8

1.2 In de schaduw van Jamāl ʼAbd al-Nāṣir 13

1.3 De nieuwe president van Egypte 18

2 De weg naar Camp David 22

2.1 De oorlog van oktober 1973 22

2.2 Onderweg naar Jeruzalem 30 3 De Camp David akkoorden 41

3.1 De totstandkoming 41

3.2 Post Camp David, wat nu? 46 4 Besluit 50 5 Literatuurlijst 52

6 Bijlagen 53

Page 3: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

3

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Dankwoord

Deze thesis kon slechts tot stand komen dankzij de steun en hulp van vele mensen. Ik wil graag van de

gelegenheid gebruik maken om hen hartelijk te bedanken.

Bijzondere dank gaat naar mijn promotor, Prof. Dr. John Nawas, voor zijn waardevolle adviezen, ondersteuning

en voor de interessante discussies die wij met elkaar hadden.

Vervolgens wil ik mijn echtgenote Fekreya hartelijk danken voor het nalezen van de scriptie en voor haar

constructieve opmerkingen. Zonder haar morele steun, haar begrip en oneindig geduld in de loop van mijn

studiejaren zou het mij niet gelukt zijn.

Daarnaast wil ik ook mijn twee kinderen Hamza (11 jaar) en Ibtissam (7 jaar) bedanken voor de steun, die zij op

hun schattige manier aan mij gaven. De onschuld van kinderen is wat onze wereld nog leefbaar maakt.

Ten slotte gaan mijn gedachten uit naar mijn ouders. Ik mis hun aanwezigheid heel hard. Hun onvoorwaardelijke

liefde is diep in mijn hart gegraven.

Khalid Arkob

Page 4: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

4

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Voorwoord

Ik heb lang getwijfeld over het onderwerp van mijn masterscriptie. Ik twijfelde tussen een historisch onderwerp

of een politiek onderwerp. Het zijn immers mijn twee grote interessebranches. Na lange periode van aarzelen,

nadenken en overleg met mensen uit mijn directe omgeving, viel mijn keuze op een politiek onderwerp, dat zijn

wortels in de geschiedenis heeft, maar toch een grote impact op de huidige situatie in het Midden-Oosten blijft

hebben. Zo kon ik mijn twee interessebranches toch met elkaar verzoenen.

Ik herinner mij nog het eerste gesprek met mijn promotor professor Nawas. Ik zat toen een beetje te twijfelen

over de juiste titel en de afbakening van mijn onderwerp. Zijn adviezen en bemoedigende woorden waren van

groot belang voor de uitvoering van deze verhandeling.

De Camp David akkoorden en het vredesverdrag tussen Egypte en Israël, dat daaruit vloeide, waren een product

van de machtsverhoudingen die in de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw in het Midden-Oosten heersten.

Deze machtsverhoudingen kenden een serieuze verschuiving met de komst van Anwar al-Sādāt de president van

Egypte toen. De relaties tussen de staten van de regio werden herzien en de geopolitieke kaart van het Midden-

Oosten en zijn grenzen werden opnieuw hertekend.

Deze regio van de wereld kent nog steeds geen vrede en is tot vandaag de dag vaak de oorzaak van gevaarlijke

spanningen tussen personen, staten, ideologieën en geloofsovertuigingen in onze wereld. Zie wat tegenwoordig

in Syrië, Irak en Palestina gebeurt. De gebeurtenissen van vandaag zijn gelieerd aan de beslissingen van gisteren.

Ondanks alle akkoorden en verdragen die men heeft bereikt, kunnen wij met grote spijt vaststellen, dat het

conflict in het Midden-Oosten nog altijd geen definitieve en rechtvaardige oplossing kent. Of dat in de toekomst

zal veranderen, is nog maar de vraag. Ik ben persoonlijk zeer pessimistisch wat dat betreft, want voor een

duurzame oplossing, hebben wij de combinatie nodig van zowel een machtsevenwicht in de regio als een echte

wil om in vrede met elkaar te leven. Deze twee essentiële elementen ontbreken momenteel mijns inziens.

Ik koos om de rol en visie van Anwar al-Sādāt in de totstandkoming van de Camp David akkoorden te bestuderen,

omdat hij volgens mijn analyse de schakelfiguur was. Had zijn voorganger JamālʼAbd al-Nāṣir nog langer geleefd,

dan hadden wij vandaag hoogstwaarschijnlijk een andere geopolitieke situatie in het Midden-Oosten.

Page 5: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

5

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Inleiding

De bedoeling van dit werkstuk is om de rol en visie van Anwar al-Sādāt de president van Egypte tussen 1970 en

1981 in de totstandkoming van de Camp David akkoorden van 17 september 1978 te beschrijven en te analyseren.

Daarbij hoort natuurlijk een historische schets van de periode waarin zich deze gebeurtenissen hadden

afgespeeld. De persoon van Anwar al-Sādāt, zijn jeugd, politieke carrière en relatie met zijn omgeving zullen ook

uitgebreid aan bod komen.

En omdat de geschiedenis vaak een kettingreactie kent waarin iedere gebeurtenis vaak door een vorige wordt

uitgelokt, zal ik de belangrijkste gebeurtenissen behandelen, die tot de Camp David akkoorden hebben geleid.

Hoofdzakelijk de Oktoberoorlog van 1973, het historisch bezoek van Anwar al-Sādāt naar Jeruzalem en zijn

toespraak in het Israëlisch parlement in 1977.

Wat de stijl, translitteratiesysteem en referentiesysteem betreft zal ik beroep doen op Al-Masāq Style.

Voor de Arabische namen behalve deze die vermeld staan in de geraadpleegde bronnen, zal ik het

translitteratiesysteem van Al-Masāq gebruiken. Voor de Westerse en Israëlische namen zal ik de algemeen

bekende schrijfwijze hanteren. Om het gemakkelijk voor de lezer te houden, heb ik geopteerd voor de standaard

schrijfwijze in geval van bekende Arabische steden en grote hoofdsteden. Voor minder bekende Arabische

plaatsen zal ik op het translitteratiesysteem van Al-Masāq beroep doen.

De bronnen die ik voor deze verhandeling heb geraadpleegd, komen uit primaire bronnen in combinatie met een

paar secundaire bronnen. Deze bronnen bestaan hoofdzakelijk uit Arabischtalige boeken, Engelstalige boeken en

Engelstalige wetenschappelijke artikels.

Bij de analyse van de bronnen is me opgevallen, dat de autobiografie van Anwar al-Sādāt “Al-Baḥth ʿan al-Dhāt (Op

zoek naar een eigen identiteit) vele tegenstrijdigheden met andere bronnen bevatte, zelfs met bronnen die dezelfde

Anwar al-Sādāt eerder schreef. Ik heb daarom geprobeerd om zo weinig mogelijk naar deze bron te refereren en

alleen de historische feiten daarin op te nemen, die in de geschiedenis vaststaan of door verschillende andere

bronnen wel werden bevestigd.

Page 6: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

6

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

1. Anwar al-Sādāt

De omgeving van een mens is niet te onderschatten. Onze kindertijd, onze wortels en de socio-economische

toestanden waarin wij groeien, spelen een zeer belangrijke rol in het vormen van onze persoonlijkheid. De

president van Egypte tussen 1970 en 1981 was geen uitzondering op deze regel.

Muḥammad Anwar al-Sādāt werd op 25 december 1918 geboren in Mīt Abū l-kūm, een dorp in de provincie al-

Manūfiyya, ongeveer 40 kilometers ten noorden van Caïro1.

Zoals hij het meermaals in zijn eigen autobiografie “Al-Baḥth ʿan al- Dhāt” beschreef, was het dorp waarin hij

groeide de meest gelukkige plaats, en zijn kindertijd de beste periode in zijn leven. Vanaf 1974 nam Anwar al-

Sādāt de gewoonte om elk jaar naar zijn geboortedorp in Mīt Abū l-kūm terug te keren, om daar zijn verjaardag te

vieren en de herinneringen van zijn kindertijd voor de camera’s te vertellen2.

Volgens dezelfde bovenvermelde bron speelde zijn grootmoeder een erg belangrijke rol in de ontwikkeling van

zijn persoonlijkheid. “Zij had een sterke persoonlijkheid, en beschikte over een uitzonderlijke wijsheid”, vertelde Anwar

al-Sādāt in zijn autobiografie.

Zijn vader was één van de eersten van het dorp die een niet-traditionele opleiding mochten genieten. Na het

behalen van zijn diploma secundair onderwijs, werd hij als bediende in een plaatselijke medische eenheid van

het Britse leger aangesteld. Hij werkte daar als administratief bediende, verpleger alsook tolk tussen de

dorpelingen en de Britse artsen. Als één van de eersten die geletterd waren en een baan hadden, werd de vader

van Anwar al-Sādāt vanaf dan door zijn omgeving de “Afandi”34 genoemd.

De vader moest wegens zijn baan in 1918 naar Soedan vertrekken en huwde toen met “Sit al-Barrayn”, een meisje

van wie de ouders tijdens de slavernij vanuit Centraal Afrika naar Egypte werden gebracht. Het was ook van zijn

moeder, dat Anwar al-Sādāt zijn donkere kleur had gekregen5.

1 http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26, de officiële website van Muḥammad Anwar al-Sādāt. 2 Muḥammad Ḥasanīn Haykal, Kharīf al-Ghaḍab: Qiṣṣat Bidāyat wa Nihāyat ʿaṣr Anwar al-Sādāt (Beiroet: Sharikat al-Maṭbūʿāt li l-tawzīʿ wa l-nashr, 1983), pp. 31 3 Een Turks woord, dat als eretitel wordt gegeven aan hoogopgeleide personen, die een gerespecteerde baan hebben. 4 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 34 5 Ibid, 34-35

Page 7: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

7

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De grootmoeder wou dat haar kleinzoon ook een degelijke opleiding zou volgen en stuurde hem daarom eerst

naar een Koranschool in Mīt Abū l-kūm om het lezen en schrijven te leren, daarna ging hij naar een basisschool

van de Kopten waar hij zijn diploma lager onderwijs behaalde6.

In 1924 moest het Egyptisch leger zich uit Soedan terugtrekken, naar aanleiding van de moord op de Britse Hoge

Commissaris “sir Lee Stack”. De vader moest naar huis terugkeren en de familie verhuisde uiteindelijk in 1925

naar Caïro7.

6 Anwar al-Sādāt, al- Baḥth ʿan al-Dhāt: Qiṣṣat Ḥayātī, (Caïro: al-Maktab al-Miṣrī al-Ḥadīth, 1978), pp. 11 7 Ibid, 13

Page 8: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

8

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

1.1. Hoe is het allemaal begonnen?

Het nieuw leven in de grote Caïro bracht vele veranderingen met zich mee. Het was niet meer zoals vroeger in

het dorp waarin alles groot en ruim was. In Caïro leefde de familie in een appartement met vier slaapkamers. De

familie groeide zeer snel nadat de vader met een tweede en daarna met een derde vrouw besliste te trouwen. De

moeder van Anwar al-Sādāt moest nu ruimte maken voor twee nieuwe echtgenotes en haar rol beperkte zich tot

het huishouden en het zorgen voor de kinderen.

Het appartement in Shāriʿ Muḥammad Badr nummer 1 moest onderdak bieden voor de vader, de grootmoeder,

drie echtgenotes en dertien kinderen8.

In deze moeilijke omstandigheden moest Anwar al-Sādāt opgroeien en begonnen de trekjes van zijn

persoonlijkheid vorm te krijgen. Het is niet gemakkelijk om in zulke omstandigheden van mooie herinneringen

te spreken. Al-Sādāt voelde zich achtergesteld, hij zag met zijn ogen hoe de positie van zijn moeder degradeerde

en hoe zij door alles en iedereen werd vernederd. Hij wilde het liefst uitvluchten.

Het valt ook op hoe hij deze periode van zijn leven probeerde te minimaliseren door daarover niet te praten. In

zijn eigen autobiografie “al-Baḥth ʿan al- Dhāt” legde hij meer de nadruk op zijn kindertijd in zijn dorp waar hij

nog zeer gelukkig en vrij kon bewegen zonder de beperkingen van het moderne en drukke leven van de stad.

Zijn uitvlucht vond hij in de artistieke wereld. Anwar al-Sādāt had een grote passie voor het acteren. Midden

jaren dertig heeft hij voor een rol in een Egyptische film gesolliciteerd9. Maar zijn weinig succes op dit gebied,

duwde hem naar een andere richting. Een richting die later zijn leven en die van Egypte zelfs ging veranderen.

Zijn vader wilde werk voor hem regelen, maar eerst moest hij een deftige opleiding volgen. Het was dan toen het

Anglo-Egyptisch verdrag van 1936 in werking was getreden. Daardoor had Anwar al-Sādāt nu de mogelijkheid

om zijn intrede bij de militaire academie te doen. Een van de bepalingen van het verdrag was immers de

“Egyptianization”10 van het leger.

Het politiek bewustzijn en activisme van al-Sādāt ontwikkelden zich in tegenstelling tot Jamāl ʼAbd al-Nāṣir in

een latere fase van zijn leven.

8 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 37-38 9 Ibid, 42 10 De toegang tot het leger voor alle Egyptenaren ongeacht hun socio-economische toestand

Page 9: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

9

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Tijdens de jeugdjaren had hij zoals alle Egyptenaren van toen dezelfde patriottische gevoelens en reflexen ten

opzichte van de Britse bezetting en de corruptie van het regime. Alles bleef echter bij sporadische deelnames aan

een paar demonstraties11.

De militaire opleiding betekende dan een nieuwe wending in het leven van de latere president van Egypte. Hij

kwam in contact met andere realiteiten en werd ook door belangrijke politieke persoonlijkheden zoals Kamal

Atatürk en Ghandi beïnvloed12.

In 1938 studeerde al-Sādāt van de militaire academie af. Hij huwde in deze periode met zijn eerste echtgenote

Iqbāl Māḍī, de dochter van de burgemeester van zijn geboortedorp, waarvan hij drie dochters kreeg13.

En zoals Jamāl ʼAbd al-Nāṣir toen, werd hij naar Manqabād in Opper-Egypte als tweede luitenant gestuurd. Het is

in Manqabād waar de twee mannen elkaar leerden kennen en waar de eerste gesprekken plaatsvonden, die de

weg vrijmaakten voor het oprichten van de groep der “Vrije Officieren”.

In de meeste bronnen, die over deze periode rapporteren zoals Robert H. Stephens in zijn boek Nasser: a political

biography, P.J. Vatikiotis in zijn boek Nasser And His Generation of Muḥammad Ḥasanīn Haykal in zijn boek Kharīf al-

Ghaḍab, wordt Jamāl ʼAbd al-Nāṣir als oprichter van de “Vrije Officieren” naar voor geschoven, terwijl Anwar al-

Sādāt maar een secundaire rol in het hele gebeuren speelt.

Anwar al-Sādāt zelf benadrukte in zijn boek over de revolutie van 1952 “Ṣafaḥāt majhūla min al-Thawra al-

Miṣriyya”) deze eigenschap van leiderschap van ʼAbd al-Nāṣir, maar wat opmerkelijk is, is dat later in zijn

autobiografie “al-Baḥth ʿan al- Dhāt”, al-Sādāt het tegenovergestelde beweerde, namelijk dat hij de leider en

oprichter van de “Vrije Officieren” was en dat ʼAbd al-Nāṣir dit leiderschap in 1943 van hem overnam nadat hij in

de zomer van 1942 werd gearresteerd14. Er dient vermeld te worden, dat dit laatst genoemde boek “Ṣafaḥāt

majhūla min al-Thawra al-Miṣriyya” door al-Sādāt zelf uit de handel werd genomen nadat hij in 1970 president van

Egypte werd. Hetzelfde deed hij ook met andere boeken die van hem eerder verschenen15.

11 al-Sādāt, 21 12 http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26 13 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 45 14 al-Sādāt, 30 15 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 59

Page 10: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

10

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

In 1940 scheidden zich de wegen van de twee mannen voorlopig. Jamāl ʼAbd al-Nāṣir werd van Manqabād naar

Soedan verplaatst, terwijl Anwar al-Sādāt voor een cursus in legersignalen op de Signaalschool van Maʿādi bij

Caïro werd uitgekozen16.

Vanaf deze periode begon het leven van al-Sādāt een andere wending te nemen. Hij werd meermaals

gearresteerd naar aanleiding van clandestiene operaties tegen de Britten en door samenwerkingen met de

Duitsers. Het hoogtepunt van de tweede wereldoorlog was bereikt en de militaire operaties tussen de Duitsers en

de Britten kenden een ongeziene omvang in de Westerse Sahara.

Een aantal officieren van het leger zagen in het oprukken van de Duitsers een opportuniteit voor een eventuele

samenwerking. Een van deze officiers was niemand anders dan de legendarische ʿAzīz al-Masrī die zowel politiek

als militair zeer actief was. Hij rekruteerde in begin jaren veertig Anwar al-Sādāt en makte van hem een deel van

zijn geheime groep die de opdracht had de Britten overal aan te vallen17.

Hij werd omwille van zijn revolutionaire activiteiten en nauwe banden met de Duitsers door de Britten gezocht

en er hing een arrestatiebevel boven zijn hoofd.

Tijdens zijn poging om ʿAzīz al-Masrī buiten Egypte en richting Irak te helpen en omdat hij de herhaalde

waarschuwingen van de militaire inlichtingendienst negeerde, belandde Anwar al-Sādāt voor de eerste keer in

de gevangenis van de vreemdelingen in februari 194218. Hij werd in 1943 opnieuw gearresteerd nadat hij contact

met twee Duitse Spionnen had, die hem benaderden om geheime communicatietoestellen te herstellen19.

Samen met zijn vriend Ḥasan ʿIzzat kon hij uit zijn gevangenschap ontsnappen om later in 1944 onder een andere

naam (al-Ḥājj Muḥammad) in het dorp Abū Kabīr bij de provincie Al-Sharqiyya te gaan wonen en werken20.

Na het einde van de tweede wereldoorlog in 1945 en nadat de krijgswetten werden opgeheven, kon Anwar al-

Sādāt na drie jaren vervolging eindelijk naar huis terugkeren.

Maar door opnieuw contacten met een clandestiene beweging te leggen, die verantwoordelijk was voor de

moord op Amīn ʿUthmān21 wegens zijn collaboratie met de Britten, werd hij opnieuw gearresteerd22.

16 Ibid, 46 17 Ibid, 48 18 http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26 19 Idem 20 Idem

Page 11: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

11

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Dit keer was de gevangenschap een zeer pijnlijke ervaring, die al-Sādāt uitgebreid in zijn autobiografie beschreef.

Hij zat alleen in cel 54 van de gevangenis van Caïro. Hem werd achttien maanden lang alles onthouden23.

Na zijn vrijlating wegens het ontbreken van genoeg bewijsmateriaal, werkte Anwar al-Sādāt als journalist bij een

wekelijks tijdschrift (al-Musawwir). Daar heeft hij zijn gevangenismemoires gepubliceerd.

Deze memoires werden later in een boek onder de titel “Thalāthūna Shahran fī al-Sijn” (30 maanden in de gevangenis)

gepubliceerd, maar opnieuw werd dit boek zoals andere door Anwar al-Sādāt uit de handel genomen nadat hij in

1970 president van Egypte werd24.

Het is in deze context zeer moeilijk om achter de waarheid te komen, zeker als er tegenstrijdigheden in de

verhalen optreden. Deze contradicties komen niet van verschillende auteurs maar van dezelfde. Anwar al-Sādāt

vóór en tijdens de periode van Jamāl ʼAbd al-Nāṣir schreef boeken waarin hij een stuk van zijn jeugd en politiek

activisme vertelde, maar later toen hij zelf president werd, nam hij deze boeken uit de handel en schreef een

autobiografie waarin een stuk van zijn jeugd niet aan bod kwam en waarin de feiten gewoon anders werden

verteld of zelfs verdraaid. Lag het aan het feit dat het presidentschap van een land zoals Egypte zware

uitdagingen met zich meebracht, dat sommige details van het verleden van de president liever niet publiekelijk

mochten gemaakt worden? Of was het deze eeuwige drang van Anwar al-Sādāt om een uitvlucht van de realiteit

te zoeken, die de bovenhand nam? Misschien een mengsel van de twee, ik laat de vraag open aan de lezer en aan

eventuele latere onderzoeken.

In elk geval, de relatie van al-Sādāt met het paleis was toen voor iedereen bekend en vooral via zijn vriendschap

met Yūsuf Rashād, de privé dokter van koning Fārūq25. Na zijn vrijlating kwam hij in contact met zijn vriend

Ḥasan ʿIzzat, die door een financiering van het paleis zijn eigen kleine onderneming kon opstarten.

De twee werden dan zakenpartners. De financiële situatie van al-Sādāt begon zich eindelijk te verbeteren26.

21 Amīn ʿUthmān was tussen 1942 en 1944 minister van financiën in de Wafd-regering, hij was ook voorzitter van de vereniging voor de vriendschap tussen Egypte en Engeland en was bekend voor zijn sympathie voor de Britten 22 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 48 23 al-Sādāt, 83 24 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 59 25 Ibid, 65-66 26 http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26

Page 12: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

12

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

In 1949 gebeurde de scheiding van zijn eerste vrouw en tijdens een bezoek aan de stad Suez ontmoette hij Jīhān

Safwat Raʾūf, de dochter van een ambtenaar bij het ministerie van Volksgezondheid en van een Maltese vrouw.

De twee trouwden een paar maanden later. Jīhān was zijn tweede en laatste vrouw27.

Ondanks zijn stabiele financiële situatie, kon zich Anwar al-Sādāt van zijn eeuwige liefde voor het militair

uniform niet ontdoen. Een positie bij het leger gaf de houder ervan een bepaalde maatschappelijke prestige. En

nu dat hij met een vrouw uit de middenklasse ging trouwen, was een terugkeer naar het leger meer dan nodig.

Dat lukte hem ook in januari 1950 met de hulp van zijn vriend en contactpersoon in het paleis Yūsuf Rashād28.

27 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 68 28 http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26

Page 13: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

13

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

1.2. In de schaduw van Jamāl ʿAbd al-Nāṣir

De periode tussen 1951 en 1970 is zeer speciaal en bepalend voor het verder verloop van het leven van

Anwar al-Sādāt en zelfs van de geschiedenis van Egypte. Het is een periode waarin de toekomstige president van

Egypte gedoemd was om een zeer secundaire rol te spelen. Hij was niet de tweede man en ook niet de derde man

van het nieuw regime die de revolutie van 1952 uitvoerde.

In 1951 en zoals het letterlijk staat in zijn officiële website, werd Anwar al-Sādāt door Jamāl ʼAbd al-Nāṣir

benaderd om deel te nemen aan de geheime organisatie der “Vrije Officieren”. De bedoeling was om een einde te

maken aan de Britse bezetting en de corruptie van het regime en het paleis, het trio dat Egypte zwak en onder

controle hield.

Volgens Muḥammad Ḥasanīn Haykal in zijn boek Kharīf al-Ghaḍab, ontstond er een zware polemiek tussen de

leden van de “Vrije Officieren” rond het lidmaatschaap van Anwar al-Sādāt in de organisatie. Iedereen was op de

hoogte van zijn deelnames aan terroristische acties zoals de executie van Amīn ʿUthmān en zijn samenwerking

met de Duitsers. Zijn relatie met het paleis gaf de leden van de “Vrije Officieren” extra redenen tot wantrouwen.

Er was zelfs een verhaal dat de ronde deed en waarin werd verteld, dat Anwar al-Sādāt de hand van koning Fārūq

in de moskee al-Ḥusayn knielend kuste, zodat hij de rangen van het leger terug mocht vervoegen29.

Hoe dan ook, niemand behalve Jamāl ʼAbd al-Nāṣir zelf wist wat de rol van Anwar al-Sādāt bij de “Vrije Officieren”

was. Sommigen denken dat ʼAbd al-Nāṣir hem gebruikte om valse informatie aan het paleis door te geven ter

bescherming van de organisatie, anderen denken eerder aan een praktische rol tijdens de revolutie zelf,

aangezien hij een opleiding bij het Signaalschool had gevolgd. Het blijven alleen maar speculaties, die door

niemand bevestigd kunnen worden.

Na zijn terugkeer bij het leger, werd Anwar al-Sādāt ver van Caïro gehouden. Hij moest in Rafaḥ bij Sīnāʾ dienen.

Behalve zijn aanwezigheid in één of twee vergaderingen van de “Vrije Officieren”, had hij zeer weinig contact met

de organisatie die de geschiedenis van Egypte ging veranderen.

Ondanks het feit dat hij in Sīnāʾ gestationeerd was, een ding is zeker, namelijk dat niet Anwar al-Sādāt de

afgevaardigde van de “Vrije Officieren” in Rafaḥ en al-ʿArīsh was, maar de broeders Jamāl en Ṣalāḥ Sālim30.

29 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 72 30 Ibid, 74

Page 14: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

14

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Dit laat vermoeden zoals eerder vermeld en door verschillende bronnen bevestigd, dat Anwar al-Sādāt geen

hoofdrol mocht spelen, nog tijdens de voorbereidingen van de revolutie, nog tijdens de uitvoering ervan.

Het is ook algemeen bekend dat hij samen met zijn vrouw Jīhān in de cinema zat terwijl de “Vrije Officieren” de

macht overnamen waardoor Egypte definitief in hun greep viel.

Muḥammad Ḥasanīn Haykal vertelt in zijn boek Kharīf al-Ghaḍab, dat Anwar al-Sādāt tijdens een bezoek naar de

Verenigde Staten in de zomer van 1981 aan de Amerikaanse president Ronald Reagan vertelde, dat één van de

films, die hij tijdens de nacht van de revolutie van 1952 zag, van hem was. Daarop antwoordde Ronald Reagan al

lachend: “Ik had zonder te weten toch een rol in de Egyptische revolutie!”

De revolutie was succesvol en het leger begon alle vitale instellingen van de staat te controleren. Nu mocht

Anwar al-Sādāt toch een rol hebben. Hij kreeg namelijk van ʼAbd al-Nāṣir de opdracht om naar het gebouw van

de radiozender van Caïro te gaan en daar de geboorte van de revolutie officieel aan te kondigen. Een dag later

moest hij ʿAlī Māhir31 benaderen om eventueel een nieuwe regering te vormen. En twee dagen later werd hij

door de revolutionaire raad32 aangewezen om naar Alexandrië te reizen en koning Fārūq een laatst ultimatum te

geven om het land te verlaten33.

In 1953 besliste de revolutionaire raad dat zijn leden hun verantwoordelijkheden binnen de regering moesten

opnemen, en zo werden de posten verdeeld. De enige, die geen officiële regeringsfunctie kreeg, was niemand

anders dan Anwar al-Sādāt. Ter compensatie en op basis van zijn ervaring met de pers en media, werd hij tot

hoofdredacteur van de officiële krant van de revolutie “al-Jumhūriyya” benoemd34. In september 1954 werd hij

voor een korte periode als staatsminister aangesteld, en in januari 1955 werd hij tot Secretaris-generaal van “het

Islamitisch congres” benoemd35. Het is ook tijdens deze periode en door zijn ambt, dat Anwar al-Sādāt de

belangrijkste contacten met hooggeplaatste Arabische en Islamitische leiders kon leggen. Onder deze contacten,

die later een belangrijke rol in zijn leven zullen spelen, was er een zekere Kamāl Adham, de schoonbroer van

31 Een bekende politieke figuur. Hij bekleedde meermaals de functie van premier tussen 1936 en 1952 32 Ook bekend onder de Engelse afkorting RCC was het orgaan, dat door de “Vrije Officieren” in het leven werd geroepen om Egypte na de revolutie te leiden 33 Ibid, 76 34 Ibid, 78 35 Farouk Mohammed Shalaby, Der Wandel der ägyptischen Aussenpolitik unter Sadat 1970 bis 1977: Aspekte, Ziele und apparat, PhD Thesis, Friedrich-Wilhelms-Universität in Bonn, 1979, pp. 183

Page 15: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

15

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Faysal Āl-Saʿūd de toekomstige koning van Saoedi-Arabië. Het was deze man, die later de persoonlijke raadgever

van de Saoedische koning en de verantwoordelijke van de Saoedische inlichtingendienst werd.

Deze periode in het leven van Anwar al-Sādāt kenmerkte zich door een toevloed aan financiële giften, die hij van

allerlei organisaties en landen tijdens de uitvoering van zijn functies kreeg. De Amerikaanse krant “The

Washington Post” publiceerde op de voorpagina van haar editie van 24 februari 1977, dat Anwar al-Sādāt tijdens de

jaren 60 een vast loon van zijn Saoedische vriend Kamāl Adham kreeg36. Maar hij wist ook zijn vrienden en

naasten met giften en cadeaus voor hun inzet en loyaliteit te bedanken.

De meningsverschillen tussen de leden van de revolutionaire raad namen met de tijd toe, maar Anwar al-Sādāt

wist door zijn geschiktheid ver van deze conflicten te blijven. Hij wist dat ʿAbd al-Ḥakīm ʿĀmir, de machtigste

man na Jamāl ʼAbd al-Nāṣir was en nam regelmatig zijn verdediging tegen zijn rivalen.

Zijn relatie tot ʼAbd al-Nāṣir was gekenmerkt door zijn low profile houding. Hij trachtte alles te accepteren, deed

alles wat van hem werd verwacht en probeerde zo ver mogelijk van de polemiek te blijven.

Het is ook niet wonderlijk dat Jamāl ʼAbd al-Nāṣir hem Sayyid Naʿam (de heer ja)37 of Bikbāshī Ṣaḥ (Kolonel juist)

noemde38. Deze loyaliteit en volgzaamheid waren soms zeer overdreven en irriteerden zelfs ʼAbd al-Nāṣir, die

daarop vaak de volgende opmerking deed: “If he would only vary the way in whish he agreed”39.

In 1958 en naar aanleiding van de vereniging tussen Egypte en Syrië, werd al-Sādāt tot voorzitter van het

gezamenlijke parlement tussen de twee provincies van de Verenigde Arabische Republiek benoemd40.

12 december 1958 is een datum, dat het leven van Anwar al-Sādāt voor altijd markeerde. Het was dan, wanneer

zijn moeder “Sit al-Barrayn” in zijn armen stierf. Door de hevige schok, hield hij voor de rest van zijn leven een

zenuwletsel aan zijn been. Om zijn moeder te eren, besliste Anwar al-Sādāt om haar lichaam in zijn geboorte

dorp Mīt Abū l-kūm te begraven41.

36 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 107-108 37 Shalaby, 184 38 George Carpozi JR. Anwar Sadat: A man of peace (New York: Manor Books, 1977), pp. 21 39 Idem 40 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 80 41 Ibid, 81

Page 16: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

16

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

In de jaren 60 begon het regime van Jamāl ʼAbd al-Nāṣir zwaar te wankelen. Naast de interne conflicten tussen de

leden van de revolutionaire raad, kende het regime grote mislukkingen zowel op binnenlands niveau met de

economische crisis in Egypte en de inflatie, die spectaculaire hoogtes bereikte, als op buitenlands niveau met de

ontmanteling van de Arabische eenheid met Syrië in 1961 en de wanhopige inmenging van Egypte in de oorlog

van Jemen in 1962. De grote nederlaag van 1967 (al-Naksa42) tegen Israël kwam dan als de druppel die de emmer

deed overlopen. ʿAbd al-Ḥakīm ʿĀmir, de tweede machtigste man van het regime en boezemvriend van Jamāl

ʼAbd al-Nāṣir pleegde zelfmoord en andere figuren verlieten het schip.

Wie bleef nog van de oude garde? Maar twee personen: Ḥusayn al-Shāfiʿī en Anwar al-Sādāt.

Onderweg naar Marokko en in het kader van een officieel bezoek, nam Jamāl ʼAbd al-Nāṣir de beslissing om

Anwar al-Sādāt als zijn vicepresident te benoemen, het was in december 1969.

Muḥammad Ḥasanīn Haykal schrijft zeer uitgebreid over deze gebeurtenis in zijn boek Kharīf al-Ghaḍab. Hij

vertelt, dat Jamāl ʼAbd al-Nāṣir deze beslissing als voorlopige maatregel nam, omdat hij geen risico’s wou

aangaan naar aanleiding van de verslagen, die hij van de Egyptische inlichtingendiensten kreeg over een

mogelijke poging tot aanslag op zijn leven.

Hij was van mening dat indien iets zou gebeuren, Anwar al-Sādāt de geschikte man zou zijn om de rol van een

formele president te spelen, totdat de partij en het leger de controle konden overnemen43.

Niemand wist dat negen maanden later, al-Sādāt, die als interim-president was bedoeld, de touwtjes in handen

ging nemen en al zijn vijanden meesterlijk opzij ging schuiven om de totale controle over te nemen.

Twee gebeurtenissen of beter gezegd twee blunders konden Anwar al-Sādāt zijn functie als vicepresident kosten

en zo de gang van zaken in de Egyptische geschiedenis voor altijd veranderen.

De eerste was het bekend Roger’s initiatief44. ʼAbd al-Nāṣir was bereid om dit vredesinitiatief vanuit de Verenigde

Staten als politieke manoeuvre te accepteren, zodat hij meer tijd voor zijn militaire voorbereidingen tegen Israël

kon winnen.

42 Een Arabisch woord voor tegenslag. Het wordt in de Arabische wereld gebruikt om de nederlaag van 1967 aan te duiden. 43 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 86 44 ʼAbd al-Nāṣir vroeg in een officiële brief aan de Amerikaanse president Nixon de terugtrekking van Israël uit de bezette Arabische gebieden. Het antwoord van Nixon staat in de geschiedenis bekend als het Roger’s initiatief van 19 juni 1970, waarin een staakt-het-vuren voor een periode van 90 dagen werd voorgesteld samen met onrechtstreekse onderhandelingen tussen Egypte, Israël en Jordanië.

Page 17: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

17

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Maar omdat hij toen in een officieel bezoek naar Libië was, werd al-Sādāt in zijn hoedanigheid van vicepresident

op de hoogte gebracht van dit vredesinitiatief. Hij dacht onterecht, dat ʼAbd al-Nāṣir niet akkoord zou zijn en

wees zo de Roger’s initiatief af45.

De tweede blunder was meer persoonlijk en gebeurde toen ʼAbd al-Nāṣir in Moskou in het kader van een geheim

bezoek was. Het ging over het misbruik van de positie van vicepresident door Anwar al-Sādāt en zijn vrouw Jīhān

voor hun persoonlijke belangen. Jīhān al-Sādāt was op zoek naar een groter huis en vond er eentje niet ver van

hun buurt. De eigenaar was een oude officier, hij weigerde om zijn huis te verkopen, en het resultaat was de

confiscatie van al zijn bezittingen. Toen ʼAbd al-Nāṣir op de hoogte werd gebracht was zijn ergernis zo groot, dat

hij al-Sādāt vroeg om vakantie te nemen. Hij ging onmiddellijk terug naar zijn geboortedorp in Mīt Abū l-kūm.

Gelukkig voor hem duurde de ergernis van de president niet lang en hij mocht terug naar Caïro, om zijn functies

verder uit te oefenen46.

45 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 87-88 46 Carpozi, 23

Page 18: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

18

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

1.3. De nieuwe president van Egypte

Op 28 september 1970 stierf Jamāl ʼAbd al-Nāṣir als gevolg van een hartaanval. Het land was in schok en niemand

geloofde wat gebeurde. Het was het begin van een lange en moeilijke periode waarin de toekomst van Egypte en

de regio op het spel zat.

Anwar al-Sādāt kwam nu aan de beurt om zijn rol als vicepresident effectief te spelen, en niet zoals

oorspronkelijk bedacht enkel als tijdelijke oplossing. Maar het probleem was, dat niemand enige vertrouwen in

zijn continuïteit had. Iedereen beschouwde hem als een formele keuze, die vroeg of laat uit de politieke scène

zou verdwijnen. Zelfs Richardson, die een gezant was van de Amerikaanse president Nixon om de begrafenis van

Jamāl ʼAbd al-Nāṣir bij te wonen en zijn deelneming te betuigen, diende bij zijn terugkeer een rapport waarin

stond, dat Anwar al-Sādāt niet langer dan vier à zes weken aan de macht zou blijven47.

Niettemin was zich al-Sādāt wel bewust van de verantwoordelijkheden en uitdagingen, die op zijn schouders nu

berustten. Zoals hij het in zijn autobiografie verklaarde, was zijn bedoeling om tijdelijk en in de hoedanigheid

van vicepresident te blijven functioneren, totdat Egypte haar bezette grondgebieden kon bevrijden48.

Volgens dezelfde bron had hij zich toch bedacht en de beslissing genomen om als volwaardige president van

Egypte te functioneren. Dit gebeurde ook op aandringen van prominente figuren zoals de Algerijnse president

Būmedyan en de Egyptische opiniemaker Muḥammad Ḥasanīn Haykal.

Op 15 oktober 1970, werd Anwar al-Sādāt met een score van 90,04% tot nieuwe president van Egypte verkozen49.

In zijn boek Kharīf al-Ghaḍab, vertelt Muḥammad Ḥasanīn Haykal, die trouwens ook de verkiezingscampagne van

Anwar al-Sādāt had geleid, hoe hij voor het parlement de beloofde deed, om de stappen en programma van Jamāl

ʼAbd al-Nāṣir te volgen. Hij knielde na zijn toespraak zelfs voor een klein standbeeld van ʼAbd al-Nāṣir in het

parlement om zijn toewijding en respect te tonen50.

Het was opnieuw de acteur binnen de persoonlijkheid van al-Sādāt, die naar boven kwam. Wat later in de

Egyptische politiek gebeurde, was alles behalve een continuïteit van het beleid van ʼAbd al-Nāṣir en bewijst

47 al-Sādāt, 229 48 Ibid, 218 49 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 94 50 Ibid , 93

Page 19: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

19

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

opnieuw deze contradicties, die de nieuwe president van Egypte kenmerkten in zijn toespraken, standpunten en

zelfs in wat hij schreef.

De nieuwe president was niet tevreden met de situatie in Egypte, hij voelde de spanning met de meeste

kopstukken van het regime, die zijn ondergang zochten. Het waren de zogeheten machtscentra, die tijdens de

regeerperiode van ʼAbd al-Nāṣir meer en meer macht verwierven. Ondanks het feit, dat al-Sādāt zich altijd loyaal

tegenover zijn voorganger opstelde en hem nooit durfde tegen te spreken, begon hij nu dat hij de macht in

handen had, zijn vriend openlijk aan te vallen en zijn beleid zwaar te bekritiseren.

Dit beleid waarvan hij zelf onderdeel was, bleek ineens dictatoriaal en onmenselijk te zijn. In zijn ogen had ʼAbd

al-Nāṣir zo een groot klimaat van angst en wantrouwen binnen de Egyptische maatschappij gecreëerd, dat het

nodig was om een tweede revolutie of een correctie binnen deze revolutie van 1952 te voeren51.

De botsing met de andere beleidsmakers begon snel vorm te krijgen en Anwar al-Sādāt was niet bereid om zijn

positie in het gedrang te brengen. Gelukkig voor hem was het leger niet betrokken bij de complotten tegen de

nieuwe president.

Door uitgelekte telefoongesprekken waarin duidelijk was, dat een aantal machthebbers van de oude garde Anwar

al-Sādāt wouden liquideren, kreeg de president de mogelijkheid om de machtscentra voor altijd uit te schakelen.

In een laatste manoeuvre, probeerden ze wanhopig om een grondwettelijke crisis te veroorzaken door een

collectief ontslag te nemen. Dit lukte echter niet, want Anwar al-Sādāt aanvaardde dit ontslag en maakte de

details van hun complot publiekelijk. De meeste van hen belandden in de gevangenis. Daarna plaatste hij zijn

eigen mannen in de verschillende vitale functies van het land.

Was de bedoeling van de machtscentra echt om al-Sādāt fysiek te liquideren of ging het eerder om zijn politieke

carrière te beëindigen en de macht over het land te grijpen? Het blijft een vraag die moeilijk te beantwoorden is.

Terwijl Anwar al-Sādāt in zijn autobiografie volledig overtuigd was, dat zijn leven in gevaar was, proberen

andere bronnen het hele gebeuren te relativeren.

51 al-Sādāt, 222

Page 20: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

20

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Feit is dat niemand van de machtscentra een doodsvonnis kreeg. Zij kregen allemaal zware gevangenisstraffen.

Dit sluit mijns inziens de theorie van een aanslag op het leven van Anwar al-Sādāt uit.

Met deze gebeurtenissen viel in ieder geval eindelijk het doek over een gevaarlijke fase van de Egyptische

geschiedenis. Dit gebeurde op 15 mei 1970, een dag waarop Anwar al-Sādāt zijn macht kon consolideren. Deze

dag werd vanaf dan jaarlijks herdenkt als zijnde de dag van zijn eigen nieuwe revolutie52.

De situatie in Egypte was een typische weerspiegeling van de gevolgen van de zware nederlaag van 1967. Alles in

het land draaide om het eerherstel van Egypte en de Arabische natie. Een oorlog moest gebeuren en liefst zo snel

mogelijk. Alles werd in die richting gemobiliseerd. Media, economie, onderwijs…

Jamāl ʼAbd al-Nāṣir was al sinds dag één na de nederlaag begonnen met de voorbereidingen voor een nieuwe

oorlog tegen Israël en voerde zijn bekende uitputtingsoorlog tussen september 1968 en augustus 1970 uit. Het

leger moest hersteld worden en daarvoor had Egypte de hulp van de Sovjet Unie nodig.

Anwar al-Sādāt hield een andere visie op de zaak en had helemaal geen vertrouwen in de Russen die volgens hem

altijd treuzelden om Egypte effectief op militaire vlak te ondersteunen. Hij was ook van mening, dat ʼAbd al-

Nāṣir strategische fouten maakte door zich enkel tot de Russen te wenden en de relaties met de Amerikanen,

Europeanen en andere Arabische landen zoals Saoedi-Arabië te verloochenen.

Er dient wel vermeld te worden, dat vreemd genoeg, Anwar al-Sādāt zelf achter de verslechtering van de relaties

van Egypte met onder anderen de Amerikanen en Saoedi-Arabië zat. Hij was diegene, die ʼAbd al-Nāṣir warm

maakte voor de Egyptische inmenging in Jemen in de jaren 60 waardoor de relaties met Saoedi-Arabië hun

dieptepunt bereikten. Hij had ook de Roger’s initiatief onterecht afgewezen door een foutieve interpretatie van

de intenties van ʼAbd al-Nāṣir.

Anwar al-Sādāt gaf in zijn autobiografie toe, dat hij een militaire actie voor onmogelijk hield, en dat zijn

voorkeur eerder naar een diplomatieke oplossing ging53. Maar ondanks zijn afkeer voor de Russen en zijn wens

om de relaties met de Amerikanen te herstellen, ondernam al-Sādāt een zeer merkwaardige stap richting de

Sovjet Unie. Zijn eerste officiële beslissing als nieuwe president van Egypte was namelijk op 27 mei 1971 een

52 Ibid, 236-237 53 Ibid, 221

Page 21: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

21

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

verdrag voor vriendschap en samenwerking met de Russen te ondertekenen, iets dat zelfs ʼAbd al-Nāṣir in zijn

tijd niet deed. Dat bracht de Amerikanen echter in de war.

Anwar al-Sādāt wou vermoedelijk de Amerikanen onder druk zetten, zodat zij de zaken rond een oplossing van

het conflict tussen de Arabieren en Israël zouden bewegen. Maar daarvoor een langdurig verdrag van 15 jaar met

de Russen te ondertekenen was voor niemand vatbaar.

En wat wordt het nu? Zullen wij eindelijk vechten of niet? Dat was de vraag, die alle Egyptenaren in die periode

bezighield. Iedereen was bereid om te vechten, het leger stond klaar en de spanningen namen overal toe.

Anwar al-Sādāt bedacht telkens een excuus om de oorlog uit te stellen. In 1971 vond hij zijn excuus in de oorlog

tussen India en Pakistan en in 1972 verweet hij de Russen om hem militair niet genoeg te hebben ondersteund.

Zij leverden niet de afgesproken wapens en Egypte kon bijgevolg geen militaire acties tegen Israël voeren54.

Het was ook de reden, die hij gebruikte om zijn gewaagde zet te ondernemen, namelijk het wegsturen van de

Russische experts. Een zet, die door de hele wereld verkeerd werd geïnterpreteerd. Iedereen inclusief de

Amerikanen en Israëli’s dachten, dat Anwar al-Sādāt definitief geen oorlog ging voeren.

De reactie van de Sovjet Unie op het wegsturen van hun militaire experts was ook zeer merkwaardig. Zij hadden

Egypte in een keer met meer wapens bevoorraad, dan met wat zij in de jaren voorheen hadden geleverd. Deze zet

kan geïnterpreteerd worden als een soort signaal van de Russen, die niet wensten verantwoordelijk gehouden te

worden voor het uitstel van de langverwachte oorlog tegen Israël.

In een internationale context waarin de twee supermachten overal tegen elkaar stonden, kon het ook niet anders

zijn, dan dat de Sovjet Unie hun Egyptische bondgenoten militair gingen ondersteunen tegen de militaire steun

die Israël van de Verenigde Staten voortdurend kreeg.

54 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 114

Page 22: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

22

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

2. De weg naar Camp David

2.1. De Oktoberoorlog van 1973

Oorlog voeren is geen gemakkelijke beslissing die men zomaar kan nemen. Het is en blijft een middel om

politieke doeleinden te bereiken of zoals de vooraanstaande militaire analist Carl von Clausewitz het mooi had

verwoord: “War is an instrument of policy, a means by which nations may achieve political ends”. Zelfs de meest bloedige

leiders in de menselijke geschiedenis zouden het liefst gehad hebben, dat hun politieke doelen zonder geweld

bereikt konden worden. Maar de realiteit dwingt ons soms om het geweld te gebruiken, wanneer de diplomatie

niets kan bereiken. Dit was het geval in Egypte aan de vooravond van de Jom Kipoeroorlog55.

Laat ons een beknopte schets van de geschiedenis geven, die tot de Oktoberoorlog in 1973 leidde.

Op 7 april 1967 lanceerde Israël een luchtaanval op Damascus en op 9 mei gaf de Knesset56 zijn toestemming om

Syrië officieel aan te vallen. In het kader van haar gezamenlijke defensieovereenkomst met Syrië, begon Egypte

haar strijdkrachten naar Sīnāʾ te bewegen en vroeg aan de Verenigde Naties met hun gestationeerde interim-

vredesmacht (UNIFIL) uit Sīnāʾ te vertrekken. De Verenigde Staten waren daarmee niet akkoord, maar de

Secretaris-generaal van de Verenigde Naties U Thant antwoordde, dat Egypte het volledige recht had om haar

volledige soevereiniteit over haar gebieden te eisen.

Op 5 juni 1967 viel Israël Egypte, Syrië en Jordanië tegelijk aan. Het resultaat was voor de Arabische landen een

verpletterende nederlaag, waardoor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook in Palestina, de Golanhoogten

in Syrië en Sīnāʾ in Egypte onder de Israëlische bezetting kwamen te staan.

Jamāl ʼAbd al-Nāṣir nam de volledige verantwoordelijkheid op zich op en diende onmiddellijk zijn ontslag. Maar

het ontbreken van een sterke politieke leider en de enorme demonstraties, die zowel in de straten van Caïro als

in andere Arabische hoofdsteden plaatsvonden, brachten ʼAbd al-Nāṣir terug aan de macht.

Hij mobiliseerde vanaf dan alle mogelijke middelen om de Arabische bezette gebieden te bevrijden. Het begon in

1968 met de uitputtingsoorlog en eindigde in 1973 met de Oktoberoorlog.

55 Jom Kipoer is een Joodse feestdag en betekent de Grote Verzoendag. Het was de dag, die door Egypte en Syrië werd gekozen om hun aanvallen op Israël te starten. De Jom Kipoeroorlog wordt ook de Oktoberoorlog genoemd. 56 De Knesset is het Israëlisch parlement

Page 23: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

23

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Anwar al-Sādāt had altijd de intentie en voorkeur om de Sīnāʾ geweldloos en door diplomatieke middelen van

Israël terug te krijgen, maar besefte na lange tijd, dat zonder echte actie te ondernemen, hij niets van de Israëli’s

zou kunnen krijgen. Hij had de overtuiging dat een oorlog nodig was om vrede te kunnen afdwingen.

De Amerikanen bevestigden hem deze vaststelling onrechtstreeks via zijn Saoedische vriend Kamāl Adham en

ook rechtstreeks toen Henry Kissinger aan de Egyptische Nationale veiligheidsadviseur Ḥāfiz Ismāʿīl duidelijk

maakte, dat de Verenigde Staten niets konden bewegen in het conflict, zolang de huidige politieke toestand

ongewijzigd bleef en zolang Israël een militaire superioriteit ten opzichte van de Arabische landen had57.

De Russen hadden hem ondertussen met genoeg wapens bevoorraad en zowel het leger als de bevolking waren

niet meer in staat om nog langer te wachten voor onmiddellijke actie. De eer van de natie stond op het spel.

Vanaf dan werd alles ingezet om de status-quo te veranderen. Eerst moesten de Arabische landen gemobiliseerd

worden, want zonder geld en morele steun was het onmogelijk om een succesvolle oorlog te voeren.

De relaties, die al-Sādāt tijdens de jaren zestig met sommige prominente Arabische figuren knoopte, kwamen nu

goed van pas. Het is wel opmerkelijk, dat deze Arabische figuren die met de huidige president van Egypte

bevriend waren, zoals koning Faysal van Saoedi-Arabië, koning al-Ḥasan al-Thānī van Marokko en Mubārak al-

Ṣabāḥ de Emir van Koeweit, allemaal tegenstanders en zelfs vijanden van zijn voorganger ʿAbd al-Nāṣir waren.

In tegenstelling tot de periode na de nederlaag van 1967, waren nu alle factoren gunstig om militaire acties tegen

Israël te voeren en zo de Arabische bezette gebieden te bevrijden. Het was de eerste keer sinds een lange periode,

dat de andere Arabische landen tot een consensus waren gekomen wat de oorlog betreft. Een direct resultaat van

deze consensus was de omvang van de Arabische militaire steun, die Egypte en Syrië vóór en tijdens de militaire

operaties van oktober 1973 kregen. Irak, Algerije, Libië, Marokko, Soedan, Tunesië, Jordanië en Saoedi-Arabië

hebben zowel soldaten als militaire uitrusting geleverd58.

Op 5 oktober 1973 stuurde Anwar al-Sādāt zijn definitieve strategische richtlijn met betrekking tot de start van

de oorlog. Deze tekst werd in verschillende bronnen vermeld en bevat de visie en de doeleneinden, die de

president voor ogen had.

57 al-Sādāt, 351 58 Saʿd al-Shādhlī, Mudhakkirāt Ḥarb Uktūbar (San Francisco: Dār Buḥūth al-Sharq al-Awsaṭ al-Amrīkiyya, 2003), pp. 228-230

Page 24: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

24

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Hieronder volgt een eigen vertaling uit de originele tekst (zie document 1 in bijlage), die in het Arabisch in de

autobiografie van Anwar al-Sādāt “Al-Baḥth ʿan al- Dhāt” verscheen:

Strategisch directief van de president van de republiek en opperste bevelhebber van de strijdkrachten aan de Generaal

Aḥmad Ismāʿīl ʿAlī minister van defensie en opperbevelhebber van de strijdkrachten.

1- Op grond van de politiek-militaire instructie, die ik u op 1 oktober 1973 had gegeven en op basis van de

omstandigheden rond de politieke en strategische situatie, heb ik besloten de strijdkrachten op te dragen om de

volgende strategische missies uit te voeren:

A) Een einde te maken aan de huidige militaire impasse, door met ingang van 6 oktober 1973 het staakt-het-vuren

te verbreken.

B) De vijand zo groot mogelijke verliezen toe te brengen, op niveau van manschappen, wapens en uitrusting.

C) Werken aan de bevrijding van het bezette grondgebied in opeenvolgende fasen, volgens de groei en ontwikkeling

van de mogelijkheden en capaciteiten van de strijdkrachten.

2- De uitvoering van deze missies zal door de Egyptische strijdkrachten gebeuren, en dit onafhankelijk of in

samenwerking met de Syrische strijdkrachten.

(Handtekening) 9 ramaḍān 1393

Anwar al-Sādāt, president van de republiek 5 oktober 1973

Op 6 oktober 1973 vielen Egypte en Syrië via coördineerde acties Israël aan. Het was een grote verrassing voor de

Israëli’s, die ondanks meerdere signalen toch faalden om deze als teken van een dreigende oorlog te

interpreteren. Zelfs de Russische evacuatie van topfunctionarissen en hun families die in Egypte en Syrië

verbleven, was niet genoeg om voor Israël als waarschuwing te dienen.

De Israëlische leiders geloofden immers, dat de Arabieren niet over voldoende militaire capaciteiten beschikten

om een aanval te beginnen, zij waren daarbovenop ook onderling verdeeld. Ook de afspraken tussen Washington

en Moskou rond de militaire ontspanning in het Midden-Oosten maakten, dat de Israëli’s geen al te dramatische

veranderingen in de Egyptische houding verwachtten.

Page 25: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

25

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Het Egyptisch leger boekte snelle winsten op de grond door efficiënte aanvallen zowel van de luchtmacht als van

de grondtroepen, die het onmogelijke wel mogelijk maakten, namelijk het oversteken van de Bar Lev linie59.

Na een paar uur van hevige gevechten was de situatie zo, dat de Egyptenaren met meer dan vijf eenheden van de

infanterie en 1000 tanks in Sīnāʾ zaten. Het Syrische leger had ook zijn deel van het plan uitgevoerd en na

succesvolle luchtaanvallen, waren de Syrische strijdkrachten door de Israëlische vestingwerken gekomen en

voor het donker werd, zaten ze bijna in al-Qunayṭira de hoofdstad van al-Jūlān (de Golanhoogten)60.

Na deze succesvolle aanvallen van zowel Egypte als Syrië, was iedereen op een Israëlisch antwoord aan het

wachten. Die liet niet lang op zich wachten, maar door het enorme verrassingseffect van de eerste aanvallen en

het feit, dat de Israëli’s tegelijkertijd tegen Egypte en Syrië moesten vechten, was de slaagkans van een

tegenaanval zeer miniem. Egypte zat in een voordeelsituatie, zij hadden de psychologische grens van de Bar Lev

linie al overgestoken en moesten nu hun gewonnen terreinen tegen Israëlische aanvallen verdedigen. Dit lukte

zolang zij onder hun luchtdekking maar bleven. Deze luchtdekking bestond hoofdzakelijk uit luchtdoelraketten

en gevechtsvliegtuigen. De Egyptenaren waren zich bewust van de Israëlische superioriteit in de lucht. Elke

poging dus om meer grond in Sīnāʾ te willen winnen zonder de nodige luchtdekking was een militaire zelfmoord

met alle consequenties van dien.

Dit was de mening van de stafchef van de Egyptische strijdkrachten Saʿd al-Shādhlī, die de kwestie uitgebreid

had behandeld in zijn memoires over de Oktoberoorlog. Al-Shādhlī refereerde meermaals in zijn boek

“Mudhakkirāt Ḥarb Uktūbar” naar het hoofddoel van de militaire acties in 1973, namelijk het oversteken van de

Suezkanaal en 10 à 15 km maximum in Sīnāʿ oprukken. Dit doel was niet toevallig maar kwam overeen met wat

wij eerder zagen rond de luchtdekking waarop Egypte beschikte. Amīn Huwaydī, een militaire leider en minister

van defensie onder Jamāl ʿAbd al-Nāṣir bevestigde ook wat Saʿd al-Shādhlī61 zei. Zelfs Henry Kissinger in zijn

memoires was van mening, dat het Egyptische leger geen plannen had om verder in Sīnāʾ op te rukken62.

59 De Bar Lev linie is een keten van vestingwerken gebouwd door Israël langs de oostelijke kust van het Suezkanaal juist na de verovering van Sīnāʾ van Egypte tijdens de Zesdaagse oorlog in 1967. 60 Muḥammad Ḥasanīn Haykal, Uktūbar 73 al-Silāḥ wa al-Siyāsa (Caïro: Markaz al-Ahrām li l-tarjama wa l-nashr, 1993), pp. 344 61 Amīn Huwaydī, al-Furaṣ al-Ḍāʾiʿa (Beiroet: Sharikat al-Maṭbūʿāt li l-tawzīʿ wa l-nashr, 1992), pp. 330-339 62 Khalīl Frījāt, Mudhakkirāt Kīsinjir fī al-Bayt al-Abyaḍ: 1968-1973 (Dimashq: Ṭalās li l-tarjama wa l-nashr, 1985), pp. 166

Page 26: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

26

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De idee was simpel; oversteken en de reactie van de Israëli’s afwachten, want zij en niet de Egyptenaren gingen

onder druk staan. Zij hadden geen baat bij een langdurige oorlog, want dit betekende de verlamming van het

economische en sociaal leven in Israël, dat een beperkt aantal soldaten had. Het Egyptisch leger beschikte

daartegen over meer dan één miljoen soldaten en er moest geen beroep gedaan worden op de civiele bevolking

om als reservisten te gaan dienen.

Maar ondanks alles, gaf Anwar al-Sādāt het bevel aan zijn strijdkrachten om de aanval te ontwikkelen en verder

in Sīnāʾ op te rukken met de bedoeling de regio van al-Maḍāyiq te bereiken. Dit wekte grote verbazing en

onbegrip bij de militaire leiders. Maar de president was duidelijk in zijn bevel, hij wou de Syriërs een beetje

ontlasten. Egypte had de operaties tijdelijk stilgelegd om niet buiten de luchtdekking te komen. Dit liet Israël toe

om haar aanvallen op de Syrische front te concentreren en resulteerde in grote verliezen bij de Syriërs.

Vanaf hier begon de oorlog een dramatische wending te krijgen. De snelle Egyptische overwinning dreigde op

een nederlaag te draaien. Want door het verder oprukken zonder luchtdekking begon het Egyptisch leger zware

klappen vanuit de superieure Israëlische luchtmacht te krijgen.

Als wij al-Sādāt niet van verraad willen beschuldigen zoals de meeste aanhangers van de complottheorie het wel

doen, dan blijft alleen de optie van een grote strategische fout, die zware consequenties op de oorlog had.

Maar laat ons eerst de gevolgen van deze beslissing bekijken. Zoals eerder gezegd werden de oprukkende

Egyptische gepantserde divisies door de Israëlische luchtmacht verpletterd. Dit creëerde de bekende gap van

Deversoir, een grote open gang tussen de tweede en de derde armee, waardoor de Israëli’s nu in de andere

richting van de Suezkanaal konden oprukken. De Israëli’s omsingelden de derde armee en konden gemakkelijk

richting Caïro oprukken. Deze nieuwe situatie en het feit, dat de Amerikanen via een luchtbrug de Israëli’s met

nieuw militair materiaal bleven bevoorraadden, liet de Egyptenaren geen andere keuze dan het aanvaarden van

een staakt-het-vuren, dat door de Verenigde Naties werd georganiseerd.

Een staakt-het-vuren, dat oorspronkelijk door Henry Kissinger op 12 oktober aan Egypte had voorgesteld toen zij

aan de winnende zijde waren. Had Anwar al-Sādāt dat toen aanvaard, dan was de oorlog weliswaar met een lichte

Egyptische overwinning geëindigd63.

63 Major Michael C. Jordan, The 1973 Arab-Israeli War: Arab Policies, Strategies and Campaigns, pp. 36

Page 27: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

27

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Op 19 oktober gaf de stafchef Saʿd al-Shādhlī zijn aanbeveling voor de terugtrekking van de Egyptische troepen

uit de oostelijke oever van de Suezkanaal, om zo de Israëlische dreiging aan de westelijke oever tegen te gaan.

Anwar al-Sādāt wou niets van terugtrekking weten en ontsloeg de stafchef van zijn opdrachten64.

De Israëli’s konden verder oprukken en hadden de stad Suez zelfs belegerd. De meningsverschillen tussen Anwar

al-Sādāt en Saʿd al-Shādhlī waren zo groot, dat deze laatste, jaren later vanuit zijn ballingschap in Algerije de

justitie in Egypte vroeg om de president voor daden van verraad aan de natie te veroordelen. Dit naar aanleiding

van zijn beslissingen tijdens de oorlog van 1973, die het leven van vele Egyptenaren hadden gekost en de

veiligheid van het land in het gedrang bracht, aldus al-Shādhlī 65.

Op 24 oktober eindigden de militaire operaties en trad het staakt-het-vuren in werking. Het resultaat van de

oorlog was niet duidelijk. Wie was de winnaar, en wie had verloren? Iedereen claimt de winnaar te zijn. Maar de

menselijke en militaire verliezen waren zo zwaar, dat de voortzetting van de oorlog in niemands voordeel was.

Wij kunnen concluderen, dat deze oorlog grote beweging in het conflict tussen Israël en de Arabieren bracht.

Het olie-embargo van landen zoals Saoedi-Arabië had ook een groot impact op het Westen en zeker op de

Europeanen. De wereld inclusief de twee grote machten begon in te zien, dat er een einde moest komen aan de

politieke impasse in de regio. En de Arabieren hadden eindelijk bewezen, dat zij militair niet dood waren. Zij

waren in staat om Israël zwaar te raken en vernietigden zo de theorie van de Israëlische overmacht. Zij konden

nu een politieke oplossing afdwingen om hun bezette gebieden terug te krijgen.

Er blijven echter rond deze oorlog vele vraagtekens rijzen. Hoe was het mogelijk, dat de Israëli’s de aanvallen

niet konden zien? Zij zagen hoe Egypte haar strijdkrachten aan de andere kant van het Suezkanaal mobiliseerde

en ook hoe de Russen hun topfunctionarissen evacueerden.

Waarom had Ghūldā Māʾīr de minister-president van Israël de beslissing genomen, om geen luchtaanval te

starten ondanks de signalen, die zij van haar inlichtingendienst rond de Egyptische militaire bewegingen kreeg?

Was het echt en alleen zoals Kissinger in zijn memoires vertelde; een bewijs van goede wil aan de Amerikanen en

de hele wereld dat Israël geen oorlog zocht?

64 Ibid, 39 65 al-Shādhlī, 387-388

Page 28: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

28

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Waarom had Anwar al-Sādāt tegen Ḥāfiẓ al-Asad de president van Syrië gelogen? En hem vóór de oorlog een

ander plan laten zien dan wat hij zelf met zijn legertop had afgesproken? Amīn Huwaydī spreekt van twee

plannen. Van Operatie Graniet 1 die bedoeld was om het Suezkanaal over te steken en bij 10 à 15 km maximum in

Sīnāʾ te stoppen. En van operatie Graniet 2, die aan de Syriërs werd voorgesteld en waarin men tot 40 km door

Sīnāʾ zou oprukken richting de Israëlische grens. Anwar al-Sādāt wist van tevoren, dat dit tweede plan wegens

het ontbreken van een degelijke luchtdekking niet uitvoerbaar was, maar moest Ḥāfiẓ al-Asad daarmee

overtuigen om hem voor de oorlog warm te maken66.

Waarom had Anwar al-Sādāt dan toch de beslissing genomen om verder in Sīnāʾ op te rukken, wetende dat hij

voorbij het Suezkanaal over geen luchtdekking beschikte? Deze verkeerde of toch opzettelijke beslissing gaf

Israël de mogelijkheid om de Egyptische strijdkrachten zware verliezen toe te dienen en veroorzaakte een grote

opening tussen de tweede en derde Egyptische armee (The Defersoir Gap), die door Generaal Ariel Sharon goed

werd gebruikt om de stad Suez te belegeren en richting Cairo op te rukken.

Waarom had Anwar al-Sādāt de aanbeveling van zijn stafchef Saʿd al-Shādhlī rond de terugtrekking van de

Egyptische troepen uit de oostelijke oever van de Suezkanaal om zo de Israëlische dreiging aan de westelijke

oever tegen te gaan, niet gevolgd? Waarom ontsloeg hij Saʿd al-Shādhlī van zijn functies?

Bij het Staakt-het-vuren was de situatie zo, dat Egypte een klein stuk van haar bezette Sīnāʾ had bevrijd. Maar

aan de andere kant had Israël voor de eerste keer in de geschiedenis haar voeten in Afrika gezet.

Was het een opzettelijke manoeuvre van al-Sādāt zoals zijn meeste tegenstanders in hun complottheorieën

beweren? Of was het eerder een strategische misstap van een leider, die dacht snel te kunnen oprukken en alles

in een keer te kunnen bevrijden?

Israel Adam Shamir67 vertelt in zijn studie “What Really Happened in the Yom Kippur War?” over een eventuele

samenwerking tussen de Verenigde Staten, Israël en Egypte. Hij baseerde zich in deze studie op een notitie van

Vladimir Mikhailovich Vinogradov, ambassadeur van de Sovjet Unie in Egypte tussen 1970 en 1974.

66 Ibid, 343 67 Is een Zweeds/Israëlisch/Russisch publicist, essayist en journalist. Hij diende tijdens de Oktoberoorlog als vrijwilliger in de Israëlische strijdkrachten. Wegens zijn scherpe en vaak omstreden reflecties, wordt hij door zijn tegenstanders van antizionisme en zelfs antisemitisme beschuldigd

Page 29: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

29

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Deze notitie spreekt van de Oktoberoorlog als een soort theaterstuk, dat door de Amerikanen werd geregisseerd.

Anwar al-Sādāt kreeg de rol van een winnaar en oorlogsheld en Israël was bereid een beperkte nederlaag te

accepteren om zo de onderhandelingen met Egypte rond de vrede te kunnen beginnen68.

Hoewel de verleiding groot is, blijft het moeilijk een conflict zoals dat in het Midden-Oosten waar verschillende

partijen uiteenlopende belangen hebben, door complottheorieën te analyseren die zich op geen tastbare

bewijzen berusten. Er moet zeker nog veel onderzoek gebeuren en er moeten ook vele geheimen rond deze

periode onthuld worden, vooraleer wij tot een conclusie kunnen komen.

Wat wij wel kunnen vaststellen, is dat ondanks alles, de visie van Anwar al-Sādāt uiteindelijk toch de bovenhand

nam. Hij wou beweging in het conflict brengen en dat lukte hem. Hij wou de Verenigde Staten bij de

onderhandelingen betrekken en die zaten nu middenin. Een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de regio

mocht nu beginnen.

68 http://www.counterpunch.org/2012/02/22/what-really-happened-in-the-yom-kippur-war/

Page 30: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

30

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

2.2. Onderweg naar Jeruzalem

Een van de eigenschappen, vaardigheden of misschien tekortkomingen van al-Sādāt was zijn sociale vaardigheid.

Hij was iemand die graag praatte maar daarvoor minder luisterde in tegenstelling tot zijn voorganger Jamāl ʿAbd

al-Nāṣir, die meer luisterde dan praatte69.

Ondanks het feit dat hij zijn loyaliteit aan ʿAbd al-Nāṣir na zijn dood had betuigd, en dat hij zijn politiek ging

voortzetten, niets was minder waar in zijn latere toespraken en verkondigingen.

Wij moeten niet vergeten, dat al-Sādāt, zelfs na de dood van ʿAbd al-Nāṣir in zijn schaduw bleef functioneren.

Deze situatie woog heel zwaar op de nieuwe president. Na de Oktoberoorlog en door de militaire successen, die

de Egyptische strijdkrachten hadden geboekt, kon Anwar al-Sādāt eindelijk uit de schaduw van zijn voorganger

treden. Maar zijn eeuwigen drang naar roem en publieke aanwezigheid beïnvloedden zijn beslissingen op een

sterke manier. Hij pleegde ook zeer weinig overleg met zijn medewerkers en wou altijd alles zelf regelen en liefst

zo snel mogelijk. Zijn gehaaste en soms op een dramatische manier genomen beslissingen, waren zelfs voor de

Amerikanen en Israëli’s vreemd.

Tijdens de onderhandelingen voor de terugtrekking van de Egyptische en Israëlische strijdkrachten, kwam de

verbazing van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger tot uiting tijdens zijn latere

gesprekken met de Israëlische leiders. Hij vertelde hen, dat hij niet kon begrijpen waarom Anwar al-Sādāt zo

toegeeflijk was in zijn onderhandelingen. Hij was in zijn ogen niet in staat om de nieuwe internationale situatie

na de oorlog onder ogen te zien. Kissinger was van mening, dat de Egyptische president over genoeg kaarten en

drukmiddelen beschikte, om Israël onder druk te zetten en een volledige Israëlische terugtrekking uit alle

Arabische bezette gebieden te forceren. Waarom deed hij dat niet? Dat was een raadsel voor hem70. Maar

Kissinger kon wel zijn analyse geven, die volgens mij niet ver van de waarheid staat.

Ik geef hierna mijn eigen vertaling aan de woorden van Kissinger, zoals ze door Muḥammad Ḥasanīn Haykal in

zijn boek Kharīf al-Ghaḍab, pp. 141 werden vermeld (zie document 2 in bijlage):

69 Bruno Kreisky, “Chancellor Kreisky on Sadat/Israel”, Journal of Palestine Studies, Vol. 13, No.3, (1984), pp. 143 70 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 141

Page 31: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

31

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

“Het lijkt mij, dat al-Sādāt het slachtoffer van de menselijke zwakheid is geweest. Hij gedraagt zich volgens de psychologie

van een politicus, die als overwinnar snel in een cabrio door de straten van Suez wil paraderen, terwijl duizenden

Egyptenaren hem applaudisseren en toejuichen.”

Anwar al-Sādāt was vanaf het begin overtuigd, dat de oplossing van het conflict in het Midden-Oosten voor 99%

in de handen van de Amerikanen lag en deed alles om toenadering tot de Verenigde Staten te zoeken. Zo zette hij

in 1972 de Russische experts het land uit. Een zet, die door de Amerikanen zelf als merkwaardig werd ervaren,

zeker nadat hij een paar maanden eerder een langdurig verdrag voor vriendschap en samenwerking met de

Sovjet Unie had ondertekend. In zijn ogen zouden de Amerikanen met zijn stap zo blij zijn, dat zij hem zeker met

alle middelen zouden ondersteunen. Henry Kissinger zei daarop, dat zijn analyse verkeerd was, want had hij hun

op voorhand van zijn intenties op de hoogte gebracht. Dan hadden de Amerikanen misschien wel iets voor hem

kunnen doen. Niemand is bereid om een prijs te betalen voor iets, dat men al gratis heeft gekregen71.

Muḥammad Ḥasanīn Haykal in zijn boek Kharīf al-Ghaḍab, pp. 141, zegt dat hij het spijtig vond, dat Anwar al-Sādāt

de gunstige impact van de oorlog op zijn onderhandelingspositie niet kon zien. Maar ik zie eerder, dat hij dit

eerder niet wou zien, om zijn plannen zo snel mogelijk uit te voeren. Zijn visie was nog steeds, dat de

Amerikanen alles konden oplossen, dus waarom moest hij nog lang onderhandelen? Deze eigenschap had hij ook

tijdens zijn jeugdjaren en dit gaf hij zelf toe in zijn autobiografie. Hij was iemand, die niet veel geduld had en

lange toekomstvisies spraken hem weinig aan72.

Wat later in de onderhandelingen gebeurde, lijkt dan volgens deze analyse meer dan logisch. De eerste stappen

werden dus gezet en de wensen van Anwar al-Sādāt werden gerealiseerd. De Russen hadden vanaf nu niets meer

te zeggen en Kissinger leidde namens de Verenigde Staten de onderhandelingen tussen Egypte en Israël.

Terwijl de Israëli’s een delegatie naar Kissinger stuurden, nam al-Sādāt de beslissingen zelf en alleen, iets dat hij

ook in Camp David herhaalde. Deze houding werd door de Amerikaanse president Jimmy Carter in zijn memoires

“Keeping Faith” bevestigd. Deze manier van handelen verzwakte in de ogen van velen de onderhandelingspositie

van Egypte en gaf Israël meer speelruimte.

71 Ibid, 113 72 al-Sādāt, 16

Page 32: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

32

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

In januari 1974 werd het eerste akkoord rond de terugtrekking tussen Egypte en Israël door Amerikaanse

bemiddeling ondertekend. Anwar al-Sādāt zei in zijn autobiografie, dat hij daartoe werd verplicht omdat

iedereen zijn overwinning van hem wou afpakken. De Amerikanen hadden hem zelfs openlijk bedreigd en tegen

de VS kon hij volgens zijn eigen woorden niet vechten73.

Anwar al-Sādāt was vastberaden in zijn visie om de vrede tussen Egypte en Israël te realiseren en was daartoe

bereid om alle mogelijke concessies te doen. Zelfs rechtstreekse onderhandelingen met Israël zonder de andere

Arabische landen erbij te betrekken, was een optie voor hem. Deze boodschap was voor Ghūldā Māʾīr bedoeld en

werd via Henry Kissinger doorgegeven74. Om zijn goede intenties te bewijzen, vroeg hij aan zijn Arabische

bondgenoten om het olie-embargo op te heffen. Volgens zijn autobiografie was het niet zijn bedoeling om het

Amerikaanse volk te bestraffen, en daarom had hij het embargo laten vallen75.

Deze concessies riepen grote vraagtekens zowel bij zijn bondgenoten als bij zijn tegenstanders. Niemand kon een

plausibele verklaring voor zulke handelingen geven. Zelfs Kissinger met zijn psychologische analyse van de

persoonlijkheid van Anwar al-Sādāt kon zijn vele toegevingen niet goed plaatsen. Een duidelijk voorbeeld

daarvan, is toen de Israëlische generaal Moshe Dayan zijn voorstel rond de terugtrekking aan Kissinger doorgaf.

Deze laatste zei tegen hem dat deze voorstellen onrealistisch waren. Hij was ervan overtuigd, dat Egypte zulke

voorstellen nooit zou aanvaarden. Maar tot zijn verbazing, aanvaardde Anwar al-Sādāt deze voorstellen van

Dāyān onmiddellijk en stelde maar één voorwaarde, namelijk dat deze officieel als Amerikaanse en niet als

Israëlische voorstellen werden gepresenteerd76.

Deze eenzijdige standpunten van Anwar al-Sādāt konden niet onopgemerkt passeren. De Arabische bondgenoten

begonnen zich vragen te stellen en de tekenen van een grote crisis begonnen de kop op te steken. Syrië was niet

blij en de Palestijnen waren bang, dat hun positie verzwakt zou geraken indien Egypte de weg van de vrede

alleen zou bewandelen. In dit klimaat van twijfel en wantrouwen, begon al-Sādāt zich zorgen te maken over zijn

eigen veiligheid. Hij vroeg dan via Kissinger aan de Amerikanen om zijn persoonlijke veiligheid te garanderen.

73 al-Sādāt, 278-279 74 Haykal, “Uktūbar 73 al-Silāḥ wa al-Siyāsa”, 726-727 75 al-Sādāt, 318 76 Haykal, “Uktūbar 73 al-Silāḥ wa al-Siyāsa”, 732-736

Page 33: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

33

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De lijfwachten van de president werden naar de Verenigde Staten gestuurd om speciale trainingen te krijgen en

Egypte werd met speciale elektronische apparatuur bevoorraad om het gevaar van terrorisme tegen te gaan.

Zelfs de CIA (de Amerikaanse inlichtingendienst) stuurde één van haar mannen om voortdurend in de

presidentiële residentie aanwezig te zijn77.

Dit was een primeur in de geschiedenis van Egypte en haar betrekkingen met de supermachten. Een kentering in

de Egyptische politiek was onvermijdelijk en Anwar al-Sādāt was de architect en uitvoerder van deze wending.

Tijdens de geheime onderhandelingen tussen Henry Kissinger en Anwar al-Sādāt, gaf deze laatste zijn belofte om

van de Oktoberoorlog de laatste tussen Egypte en Israël te maken. Deze belofte zal hij later tijdens zijn bezoek

naar Jeruzalem ook openlijk maken. Als wij naar al de toegevingen kijken, die de president van Egypte eerder

maakte en bleef maken, kunnen wij vaststellen, dat hij alles deed Israëli en de Verenigde Staten gerust te stellen.

En als kers op de taart annuleerde hij op 14 maart 1976 zijn verdrag voor vriendschap en samenwerking met de

Sovjet Unie78.

Hiermee zette Anwar al-Sādāt Egypte definitief in de handen van de Verenigde Staten, nadat hij eerder met zijn

fameuze politiek van Infitāḥ79 zijn economisch beleid met 180 graad richting het kapitalisme liet draaien.

Alles waarvoor ʿAbd al-Nāṣir zijn hele leven lang had gevochten, namelijk de neutraliteit van Egypte garanderen,

geen directe bondgenoot van één van de supermachten worden en ijveren naar een Arabische eenheid in het

kader van zijn theorie over het Arabisch nationalisme, werd door Anwar al-Sādāt nietig gemaakt.

De nieuwe president kon dit alles bereiken door de legitimiteit, die hij door zijn initiële overwinning tijdens de

Oktoberoorlog kreeg. Hij was nu niet meer in de schaduw van zijn voorganger en kon zijn volk daarmee tijdelijk

overtuigen. Hij had gevochten en gewonnen, iets dat in zijn ogen, Jamāl ʿAbd al-Nāṣir, zelfs tijdens het

hoogtepunt van zijn macht niet kon bereiken.

Sommige Arabieren beschuldigen Anwar al-Sādāt van hoog verraad en dat hij een agent van de Amerikanen was,

die hun belangen diende. En sommigen zeggen, dat hij de politiek op een zeer amateuristische manier voerde,

wat tot catastrofale resultaten leidde.

77 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 153-154 78 ʿĀṭif al-Sayyid, Min Sīnāʾ Ilā Kamp Dīvīd: 1967-1979 (Cairo: Dār ʿAṭwa li l-ṭibāʿa, 1987), pp. 165 79 Infitāḥ betekent letterlijk opening. Het was een economisch beleid dat door Anwar al-Sādāt werd gevoerd om van Egypte een kapitalistisch model te maken, en de socialistische koers van zijn voorganger Jamāl ʿAbd al-Nāṣir te beëindigen.

Page 34: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

34

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Ik zie persoonlijk de zaken een beetje anders. Er was een soort inconsistentie tussen wat hij in het begin van zijn

ambt beloofde en wat hij na de oorlog van 1973 deed. Deze inconsistentie kunnen wij door de uitdagingen

verklaren, waarvoor hij in het begin alleen stond. Maar later was hij zeer consequent in zijn overtuigingen en

handelingen. Ik wil hier zijn beslissingen nog verdedigen nog aanvallen, maar probeer in de mate van het

mogelijke een verklaring te geven voor zulke beslissingen, die door iedereen als vreemd beschouwd werden. De

man geloofde sinds het begin in de suprematie van de VS en had tegelijkertijd een hekel aan de Sovjet Unie. Hij

beloofde de Israëli’s om geen oorlog meer tegen hen te voeren en zette zijn land in de handen van de

Amerikanen. Meer kan jij ook niet doen om jouw beloftes waar te maken. Hij wist van tevoren, dat de

Amerikanen Israël altijd zouden ondersteunen en hij gaf toe, dat hij geen oorlog tegen hen kon voeren. Zijn dat

de eigenschappen van een verrader? Ik denk het niet, maar wel de eigenschappen van een president, die niet

over genoeg leiderscapaciteiten beschikte of van een president, die zijn grenzen kende en geen avontuurlijke

stappen wou ondernemen. Het was mijn inziens meer de kwestie van zwakheid dan verraad.

In 1975 was de situatie na het tweede akkoord over de terugtrekking zeer gespannen. Op buitenlands niveau

gebeurde de logische breuk tussen Anwar al-Sādāt en zijn Arabische bondgenoten omwille van zijn

onvoorwaardelijke toegevingen. Op binnenlands niveau bleek de nieuwe economische koers van Infitāḥ geen

succes te zijn. De schulden van Egypte bereikten ongeziene hoogten en de kloof tussen de nieuwe rijken en de

rest van de arme bevolking nam dramatisch toe. In januari 1977 was het zo ver en naar aanleiding van

aangekondigde prijsverhogingen in de basisproducten, braken de rellen overal in Egypte. Het was zo erg, dat de

president zelfs de mogelijkheid overwoog om het land richting Iran uit te vluchten om bij zijn vriend de Shah

asiel te vragen80.

Het was zeker niet de beste periode in het leven van Anwar al-Sādāt. Er moest iets gebeuren om zijn legitimiteit

terug te winnen en om een afleiding te creëren.

De situatie was niet gemakkelijk en de internationale context begon te veranderen. Zijn vrienden in het Witte

Huis Nixon en Kissinger waren weg en de nieuwe president Jimmy Carter had nu de touwen in zijn handen.

Anwar al-Sādāt had zijn twijfels over de intenties van de nieuwe Amerikaanse president en vergat daarbij, dat de

politiek in de Verenigde Staten in tegenstelling tot Egypte niet van één persoon en zijn wensen afhing.

80 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 186-188

Page 35: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

35

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De Amerikanen hadden in al-Sādāt genoeg geïnvesteerd om hem zeker niet te laten vallen81. Zij waren ook van

mening, dat de moeilijke binnenlandse situatie van Egypte, Anwar al-Sādāt zeker ertoe zal verplichten om meer

stappen te ondernemen richting de vrede en waarom niet via rechtstreekse onderhandelingen met Israël.

Daar hadden ze wel gelijk in, want de Egyptische president had altijd in zijn gedachten het idee, om met de

Israëlische leiders direct aan tafel te zitten.

In het geheim werden meerdere contacten tussen Israëlische en Egyptische delegaties gehouden. Deze contacten

waren soms onrechtstreeks met Shimon Peres door bemiddeling van al-Ḥasan al-Thānī koning van Marokko,

Nickolae Ceausescu president van Roemenië of de Shah van Iran82. Maar het meest rechtstreekse contact

gebeurde door bemiddeling van de koning van Marokko, die een geheime ontmoeting in Rabat op 16 september

1977 regelde. Deze ontmoeting gebeurde tussen de viceminister-president van Egypte Ḥasan al-Tuhāmī en de

Israëlische minister van buitenlandse zaken Moshe Dayan83.

Na de Israëlische verkiezingen, werd de Rechtse Menachem Begin en niet de verwachte Shimon Peres minister-

president van Israël. Dit bracht de plannen van Anwar al-Sādāt in de war en deed de twijfels over de intenties

van de nieuwe leiding in Israël bij hem rijzen. Maar meerdere contacten met de Amerikanen verzekerden hem,

dat indien hij oprecht was in zijn wil voor de vrede, de nieuwe leider van Israël ook bereid was om de nodige

stappen te ondernemen.

Maar waarom wou Anwar al-Sādāt toch alleen doorgaan met de Israëli’s, terwijl alle voorbereidingen gemaakt

waren om einde 1977 een internationale conferentie in Genève te organiseren, waar alle betrokken partijen

uitgenodigd waren? De hele wereld keek toen met gunstige ogen naar de Palestijnse kwestie. De Europese

Economische Gemeenschap had de legitieme rechten van het Palestijnse volk erkend en ook hun recht voor

zelfbeschikking. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties had eerder dezelfde rechten ook erkend. En

de Amerikaanse president had ook zijn invloed gebruikt om deze conferentie te doen slagen.

81 Ibid, 192 82 Ibid, 193 83 al-Sayyid, 160

Page 36: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

36

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Er kan volgens mij maar één logische verklaring voor de houding van de Egyptische president. Hij zat met zijn

moeilijke binnenlandse situatie opnieuw klem. En om dit op te lossen, had hij opnieuw zoals in 1973 met de

Oktoberoorlog de hulp nodig van een dramatische gebeurtenis. Maar wat kon hij doen? Een oorlog was niet meer

denkbaar en de onderhandelingen voor de vrede hadden een boost nodig.

Anwar al-Sādāt moest iets heel speciaals uit zijn hoed toveren, en wat op 9 november 1977 gebeurde, was op zijn

zachtst uitgedrukt een onverwachte verrassing voor de wereld en een schok voor de Egyptenaren en de

Arabieren. Anwar al-Sādāt hield zijn jaarlijkse toespraak bij de opening van de nieuwe zittingsperiode van de

Volksvergadering (het parlement). Hij deed dan zijn historische toespraak, waarin hij zijn wil en bereidheid

benadrukte om tot het einde van de wereld te gaan om over vrede te praten. Hij ging nog verder en sprak Israël

rechtstreeks aan met de volgende woorden: “En de Israëli’s zullen verrast zijn, als zij nu mij horen spreken over mijn

bereidheid om bij hun thuis te komen en in de Knesset zelf, om met hun te discussiëren”. Dit gebeurde allemaal voor de

ogen van de Egyptische ministers, maar vooral in aanwezigheid van Yāsir ʿArafāt de leider van de PLO84. Deze

laatste verliet onmiddellijk de zaal met een zwaar gevoel van teleurstelling en belediging85.

Wij kunnen met grote zekerheid vaststellen, dat de strategie van de verrassing altijd de voorkeur bij Anwar al-

Sādāt genoot. De Oktoberoorlog was een verrassing, en zijn aankondiging om als eerste Arabische leider in de

geschiedenis Israël te willen bezoeken was nog een grotere verrassing. Nog groter omdat zelfs zijn ministers en

volksvertegenwoordigers dit niet zagen aankomen.

De eerste reacties lieten niet lang op zich wachten. Twee topfunctionarissen namen aan de vooravond van het

officiële bezoek van al-Sādāt naar Israël op 19 november ontslag. Het ging om de minister van Buitenlandse

Zaken Ismāʿīl Fahmī en de Staatssecretaris bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken Muḥammad Riyyāḍ86.

Nadat Menachem Begin een officiële uitnodiging naar Anwar al-Sādāt stuurde, begonnen de voorbereidingen

voor dit historisch evenement. De Amerikanen waren zeer enthousiast en noemden de Egyptische president een

dappere politicus, die de moed had om de psychologische IJs tussen Israël en de Arabieren te willen breken. De

toejuiching was enorm in het Westen, maar in de Arabische wereld was de situatie totaal anders. Geen enkel

Arabische land kon deze gewaagde stap goedkeuren en zelfs Saoedi-Arabië de grootste bondgenoot van de

84 De Engelse afkorting voor de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie 85 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 200-201 86 Mohamed Ibrahim Kamel, The Camp David Accords: A Testimony (London: KPI Limited, 1986), pp. 16

Page 37: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

37

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Verenigde Staten in de regio, kon haar ongemak niet verbergen. De Saoedische leider koning Khālid vertelde hoe

hij aan de voeten van al-Kaʿba God smeekte, om het vliegtuig van Anwar al-Sādāt vóór zijn aankomst in

Jeruzalem te laten neerstorten, zodat de Arabieren en Moslims bespaard konden blijven van de schande van zijn

daad. De koning zei verder, dat hij van zijn eigen smeekgebeden schrok omdat hij nooit iemand iets slechts had

toegewenst. De Egyptische president liet hem met zijn initiatief geen andere keuze, aldus de koning87.

Al de hevige reacties vanuit zijn eigen ministers en Arabische bondgenoten lieten de president van Egypte

volkomen koud. Hij hield geen rekening meer met de Arabieren en keek alleen maar nog naar zijn nieuwe

vrienden in het Witte Huis.

Menachem Begin verklaarde aan de vooravond van het bezoek van al-Sādāt in een zeer duidelijke taal, dat Israël

niet bereid was om tot de grenzen van 1967 terug te gaan, dat zij geen erkenning zou geven aan een eventuele

Palestijnse Staat en dat zij geen contacten ging plegen met de PLO. Deze verklaringen lieten Anwar al-Sādāt

onberoerd en hij ging toch met zijn bezoek door88.

Het was hier opnieuw Anwar al-Sādāt de acteur en niet de president, die aan het handelen was. Als zijn

tegenstander al van tevoren aangeeft, geen concessies te willen geven en alle wegen van een rechtvaardige

vrede blokkeert, dan is het moeilijk uit te leggen hoe Anwar al-Sādāt met zijn initiatief verder kon en zijn bezoek

naar Israël toch voortzette, tenzij hij andere bedoelingen had. En dat was juist het geval. Anwar al-Sādāt de

president wist dat zijn initiatief geen noemenswaardige invloed op het vredesproces ging hebben, aangezien

Israël geen druk voelde om concessies te doen. Maar al-Sādāt de acteur zag hierin andere mogelijkheden.

Het bezoek werd op 20 november 1977 een realiteit en al-Sādāt hield zoals afgesproken zijn historische toespraak

in de Knesset.

Als wij deze toespraak samenvatten, dan komen de volgende belangrijke punten naar boven:

Een einde maken aan de Israëlische bezetting van de Arabische grondgebieden in 1967.

De erkenning van de basisrechten van het Palestijnse volk, vooral zijn recht op zelfbeschikking en op de

oprichting van zijn eigen staat.

87 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 201 88 al-Sayyid, 174

Page 38: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

38

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Het recht van alle landen van de regio om binnen hun erkende grenzen in vrede te leven, met de nodige

internationale garanties om de veiligheid van deze landen te verzekeren.

Alle landen van de regio houden zich aan de vrede en zetten zich in om hun verschillen door de

diplomatie in plaats van de oorlog op te lossen.

Maar de belangrijkste punt in mijn ogen was de belofte, die Anwar al-Sādāt voor de Knesset deed, dat namelijk de

Oktoberoorlog de laatste oorlog tussen Egypte en Israël zal zijn. Dat was een daad van wanhoop en zo hadden de

leiders van Israël dat ook begrepen. Zij wisten, dat zij vanaf nu in een sterke onderhandelingspositie zaten.

Anwar al-Sādāt had immers al zijn kaarten verbrand. Hij had de laatste bruggen met zijn Arabische bondgenoten

nu verbroken en de Sovjet Unie zijn enige wapenleverancier opzij gezet. Hij koos voor de kant van de VS. Ook al

wou hij een oorlog beginnen, dan moest hij zijn wapens vanaf nu bij de Amerikanen gaan halen en deze stonden

garant voor de veiligheid van Israël hun grote bondgenoot in de regio. Anwar al-Sādāt zette zichzelf dus erg klem

en kon enkel op de genade van de Israëlische leiders hopen. Deze waren bereid om deze situatie in hun voordeel

en tot het uiterste te gebruiken.

Het bezoek veroorzaakte nog meer scheur binnen de Arabische rangen en verdeelde de landen in drie groepen89:

- De landen die radicaal tegen het initiatief waren: Syrië, Irak, Libië, Algerije, Jemen en de PLO.

- De landen die het initiatief wel ondersteunden: Soedan, Marokko en Oman.

- De landen die een passieve en stille houding hielden: Saoedi-Arabië, Jordanië en de Golfstaten.

De uitkomst van het historisch bezoek van Anwar al-Sādāt was zeer mager. De leiders van de twee landen hadden

afgesproken om bilaterale bijeenkomsten te organiseren. Het was dus meer een theatrale verschijning dan een

echte wil om tot een duurzame oplossing te komen. Theatraal vanwege de enorme media-aandacht, die Anwar

al-Sādāt kreeg. Dat was voor een groot stuk ook zijn bedoeling, om onder anderen zijn binnenlandse problemen

te camoufleren.

De eerste bijeenkomst vond in Egypte plaats in een hotel aan de voeten van de piramides van al-Jīza in Cairo.

Maar wat konden wij nu verwachten van zulke vergaderingen? De standpunten lagen zo ver van elkaar, dat de

uitvoering van een serieus gesprek bijna onmogelijk was. En dat is juist wat gebeurde. Deze bijeenkomst was een

fiasco en bevestigde wat ik eerder schreef, namelijk de sterke onderhandelingspositie van Israël, die geen druk

89 Ibid, 177

Page 39: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

39

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

voelde om te komen onderhandelen. Zij hadden één doel voor ogen en dat was garanties van Egypte krijgen om

de veiligheid van Israël als eerste punt te behandelen90.

De Israëlische delegatie was zo zelfzeker, dat zij de verwijdering van de Palestijnse vlag eisten, zowel op de tafel

der onderhandelingen als buiten aan de ingang van het hotel. De Egyptenaren hadden geen andere keuze en

stemden toe91. De enige afspraak na deze vergadering was de organisatie van een conferentie tussen de twee

staatshoofden van Egypte en Israël.

Deze conferentie vond op 25 en 26 december 1977 in al-Ismāʿīliyya plaats. De uitkomst van deze conferentie was

nog erger dan die van de vorige. De standpunten van de twee staten waren nog steeds niet verzoenbaar.

Het blijft wel interessant om een aantal details van deze conferentie te bespreken. Eerst had Menachem Begin

voor de eerste keer een Israëlisch vredesproject, dat de vorming van een Palestijns zelfbestuur in de Westelijke

Jordaanoever en de Gazastrook inhield, maar wel onder de Israëlische soevereiniteit. Wat Egypte betreft, stelde

het project voor, dat bepaalde zones van Sīnāʾ gedemilitariseerd moesten worden, en dat de zeestraten van Tīrān

voor de navigatie van Israëlische scheepvaarten open worden gemaakt92. Deze voorstellen zullen later ook de

basis vormen van de Camp David akkoorden tussen Egypte en Israël.

Ook al probeerde Anwar al-Sādāt het te verbergen, begon de realiteit van zijn zwakke positie elke dag vorm te

krijgen en dit vertaalde zich ook in zijn standpunten en handelingen. Tijdens de conferentie moest de Egyptische

ambassadeur in Bonn Muḥammad Ibrāhīm Kāmil de eed afleggen om de functie van minister van Buitenlandse

Zaken te bekleden. Anwar al-Sādāt wou de Israëlische delegatie bij deze ceremonie betrekken93. Iets dat buiten

alle internationale protocollen viel en alleen maar deze theatrale houdingen van al-Sādāt bevestigde.

De twee delegaties kwamen overeen rond de oprichting van twee commissies, één politieke commissie met

hoofdkwartier in Jeruzalem en één militaire commissie met hoofdkwartier in Caïro. Deze keuze van Jeruzalem en

het feit, dat al-Sādāt niets daartegen had, hield een onrechtstreekse erkenning van de Israëlische claims op deze

heilige stad. Het is ook noemenswaardig te vermelden, dat al-Sādāt tijdens de persconferentie van al-Ismāʿīliyya

90 Ibid, 180 91 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 214 92 al-Sayyid, 180-181 93 Kamel, 15

Page 40: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

40

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

de Joodse namen: “Judea” en “Samaria” gebruikte in plaats van de Arabische naam “al-Ḍiffa al-Gharbiyya” ( De

Westelijke Jordaanoever)94.

Waarom moest een gezamenlijke Egyptisch-Israëlische militaire commissie gevormd worden, die de

terugtrekkingen uit Sīnāʾ moest bespreken? Had Egypte niet samen met andere Arabische landen tegen Israël

gevochten? Hadden deze andere Arabische landen en zeker Syrië geen recht om mee te doen? Het feit, dat al-

Sādāt dat niet erg vond, betekende opnieuw, dat hij in staat was alles op te geven om zijn wanhopige

vredesinitiatief te redden.

Kort na deze conferentie, was de Amerikaanse president Jimmy Carter aan de beurt om Egypte officieel te

bezoeken. Dit gebeurde op 4 januari 1978 in Aswān. Na een intensieve vergadering met Anwar al-Sādāt, kwam de

Amerikaanse president met verklaringen over het algemeen kader van een duurzame vrede, maar maakte geen

enkele allusie naar een totale Israëlische terugtrekking uit de bezette gebieden van 1967 en herhaalde zijn

weigering voor de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse Staat95.

De afgesproken politieke en militaire commissies kwamen samen maar konden geen beweging in de

onderhandelingen brengen. Dit was ook te verwachten, aangezien de standpunten van de tegenstanders nog

geen noemenswaardige toenadering kenden. Het vredesproces zat in een serieuze impasse en grote stappen

moesten nu genomen worden om enige beweging daarin te creëren.

94 Idem 95 al-Sayyid, 182-183

Page 41: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

41

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

3. De Camp David akkoorden

3.1. De totstandkoming

De Verenigde Staten beseften al te goed, dat de huidige situatie hun belangen en die van hun bondgenoten niet

diende. Zij moesten iets ondernemen om Anwar al-Sādāt te hulp te schieten. Zijn situatie in Egypte was niet al te

best en de kritische stemmen begonnen luider en luider te worden. Iedereen zag hoe het vredesinitiatief niets

concreets had gebracht en men begon zich vragen te stellen over de prijs, die Egypte had betaald om dit initiatief

tevergeefs te doen slagen.

Het was in dit klimaat, dat de Amerikanen erin slaagden om in juli 1978 in Leeds in Groot-Brittannië een

conferentie te organiseren tussen de ministers van Buitenlandse Zaken van Egypte, Israël en de Verenigde

Staten. En voor de eerste keer presenteerden de Israëli’s via hun minister van Buitenlandse Zaken Moshe Dayan

hun theorie over de scheiding tussen land en inwoners. Dit hield in, dat de Westelijke Jordaanoever ( Judea en

Samarea in de mond van Dayan) onderdeel van Israël waren, en dat de Palestijnen daar alleen maar recht op

zelfbestuur konden hebben. Deze uiteenzetting van de situatie werd onmiddellijk door de Egyptische minister

van Buitenlandse Zaken Muḥammad Ibrāhīm Kāmil gecounterd en gaf aanleiding tot het falen van de

besprekingen in Leeds.

Kort daarna en tijdens zijn toespraak van 26 juli 1978, viel Anwar al-Sādāt voor de eerste keer na het einde van de

Oktoberoorlog de Israëli’s zwaar aan en legde hij op Menachem Begin de verantwoordelijkheid voor het falen

van de vredesbesprekingen96.

De situatie escaleerde dus opnieuw en het hele proces dreigde uit de hand te lopen, zeker met de geruchten, die

de ronde deden rond een eventuele wil van de Egyptische leiding om de betrekkingen met de Arabische landen

terug te normaliseren. Dit zagen de Amerikanen zeker niet zitten en om de terugkeer van Egypte naar de

Arabische rangen te vermijden, nam de Amerikaanse president Jimmy Carter zijn fameuze beslissing en nodigde

hij Anwar al-Sādāt en Menachem Begin naar een tripartiete top tussen Egypte, Israël en de Verenigde Staten

uit97. Deze top vond tussen 5 en 17 september in Camp David plaats.

96 Ibid, 184 97 Ibid, 185

Page 42: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

42

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Voordat wij voortdoen, laat ons even een analyse van de situatie maken, die de relaties en toestanden in het

Midden-Oosten voor altijd ging veranderen. Alles hing af van de wil en bereidheid van één enkel man, geen

overheidsinstellingen, geen kritische oppositiepolitici of iets dergelijks. Anwar al-Sādāt was de peetvader, die als

een Farao over Egypte heerste. Volgend voorbeeld spreekt boekdelen.

Tijdens een bezoek aan Oostenrijk in 1978 en toen de Oostenrijkse kanselier Bruno Kreisky, hem aansprak over

de moeilijkheden die hij ondervond om begraafplaatsen voor het kernafval te vinden, gaf hem Anwar al-Sādāt

zonder enige aarzeling de oplossing. Hij nodigde hem uit om het Oostenrijkse kernafval in Egypte te komen

begraven en gaf zijn bevelen aan zijn minister voor energie om de zaak snel af te ronden. De Egyptische minister

was sprakeloos en kon zijn oren niet geloven. Gelukkig voor Egypte had het Oostenrijkse parlement zijn

goedkeuring niet gegeven.

Een ander flagrante voorbeeld voor de manier, waarop Anwar al-Sādāt over Egypte heerste, was zijn bereidheid

om Israël met water uit de Nijl te bevoorraden. Hij gaf toen als excuus, dat hij Menachem Begin wou overtuigen

om de onderhandelingen over de Westelijke Jordaanoever voort te zetten. Hij kreeg daarop een kort en bondig

antwoord van Menachem Begin: “Meneer de president, wij kunnen onze principes niet verkopen. De veiligheid van Israël

en het belang van Jeruzalem voor onze bevolking zijn geen zaken die wij in ruil voor water uit de Nijl kunnen verkopen” 98.

De zwakste schakel in de onderhandelingen tussen Egypte en Israël of beter gezegd tussen Anwar al-Sādāt en

Israël was de figuur zelf van de Egyptische president. Zijn overdosis aan enthousiasme, oneindige wil om snelle

winsten te boeken en zijn zoektocht naar eeuwige persoonlijke roem waren de kenmerken van de persoon, die

nu in Camp David zat, om over de toekomst niet alleen van Egypte maar van heel de regio te beslissen. Zoals

Henry Kissinger het tijdens de Oktoberoorlog zei, was hij slachtoffer van de menselijke zwakte gevallen.

Door zijn theatrale verschijningen, werd al-Sādāt in het Westen voor zijn visie en onderhandelingsvaardigheden

geprezen, maar een kritische kijk op de tot nu toe behaalde resultaten leert ons, dat niets minder waar is. Voor

de verwachtingen van het Westen en vooral de Verenigde Staten klopte de redenering misschien wel, maar de

realiteit voor Egypte, de Arabieren en vooral de Palestijnen was totaal anders.

98 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 323-325

Page 43: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

43

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De president van Egypte speelde tijdens de oorlog al snel zijn kaarten uit en was altijd bereid om meer te geven

zonder noemenswaardige concessies van zijn tegenstanders te kunnen krijgen. Hij legde al zijn eieren in een

maandje, namelijk de Amerikaanse. Elke gewone mens wist, dat zulke strategie geen goede afloop kon hebben,

laat staan een ervaren politicus, die aan het hoofd van het grootste Arabische land stond.

Een man in zijn situatie kon niets meer behalen, dan wat zijn Israëlische tegenstanders bereid waren hem te

geven. Dat was de dramatische situatie van al-Sādāt aan de vooravond van de onderhandelingen in Camp David.

Zoals verwacht begonnen de onderhandelingen op een stroeve manier, Anwar al-Sādāt hield zijn toespraak,

waarin hij de Egyptische positie rond het algemene kader van een alomvattende regeling uitlegde. De Israëlische

reactie was ook te verwachten en weigerde de Egyptische eisen. Terwijl Egypte de integrale terugtrekking van

Israël uit de Arabische bezette gebieden eiste, waren de Israëli’s bezig over gedemilitariseerde zones in Sīnāʾ en

het behoud van minimale troepen voor de veiligheid van hun nederzettingen en de drie luchthavens, die zij

tijdens de bezitting in Sīnāʾ hadden gebouwd. De Amerikaanse president moest natuurlijk bemiddelen, hij

herinnerde Menachem Begin aan de VN-resolutie 242, waarin duidelijk stond dat het niet toegelaten was om

grondgebieden van andere staten met geweld te bezetten. De Israëlische premier was zo furieus in zijn reactie,

dat hij letterlijk tegen Jimmy Carter het volgende zei: “We will not accept that (clause).” Carter antwoordde dan:

“Mr. Prime Minister, that is not the view of Sadat, it is also the American view and you will have to accept it”. Daarop

antwoordde Begin in een duidelijke taal: Mr. President, no threats, please” 99.

De Israëlische delegatie weigerde resoluut om over de nationale rechten van de Palestijnen te onderhandelen.

Zelfs het stopzetten van de Joodse nederzettingen mocht niet aan bod komen.

Deze onbuigzaamheid vanuit de Israëlische leider maakte de opdracht van Jimmy Carter onmogelijk. Het was

duidelijk en vanaf het begin, dat de Amerikanen geen druk op Israël konden oefenen. Dat wist Anwar al-Sādāt

ook, maar hij wou zijn avontuur toch voortzetten.

Carter kwam naar de Egyptische delegatie met een Amerikaans project, dat op voorhand met de Israëli’s werd

besproken. Tijdens de besprekingen van dat project, formuleerde de Egyptische minister van Buitenlandse zaken

zijn verzet tegen een bepaalde punt, namelijk dat Egypte de verantwoordelijkheid van Jordanië zou overnemen,

99 Ezer Weizman, The Battle for Peace (New York: Bantam Books, 1981), pp. 364-366

Page 44: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

44

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

indien deze de onderhandelingen weigerde. Maar al-Sādāt opnieuw had zijn eigen visie en zei, dat het wel zijn

bedoeling was. Hij zei letterlijk: “I cannot have the initiative depend upon the humor of King Hussein”. Over de

mogelijke weigering van de PLO zei hij het volgende: “ I shall send Egyptian troops to the West Bank. I am aware that

we shall lose some men, but they will kill ten men of the organization (PLO) for every Egyptian who is killed” 100.

Zo ver was al-Sādāt bereid om te gaan, zelfs een offensief tegen andere Arabieren was een optie voor hem. In de

ogen van het Westen en in het kader van de zoektocht naar vrede in de regio konden zulke uitspraken als

volkomen dapper en moedig begrepen worden, maar wat zou de reactie van de Arabieren zijn? Egypte, die

vroeger de bakermat van het Arabisch nationalisme en het symbool van de Arabische eenheid was, dreigt onder

haar nieuwe president vandaag om militaire acties tegen de Palestijnen te ondernemen. Maar Egypte van ʿAbd

al-Nāṣir behoorde tot het verleden. Het heden was van al-Sādāt, die ondertussen met zijn politiek van

“Denasserization”101 bezig was. Hij had ook veel geïnvesteerd in het heropleven van een sterk Egyptisch nationaal

gevoel om zo het Arabisch nationalisme te counteren.

De onderhandelingen tussen de drie partijen kwamen niet voort en de kloof tussen de Israëlische en Egyptische

standpunten was zo groot, dat zelfs een Amerikaanse bemiddeling niets kon brengen, omdat zij geen druk op

Israël konden oefenen. Jimmy Carter gaf dit zelf toe in zijn later verschenen memoires “Keeping Faith”. De situatie

was zo gespannen, dat Anwar al-Sādāt geen optie meer zag, dan zijn vergissing toe te geven en Camp David te

verlaten102. Hij was zwaar ontgoocheld, omdat hij zovele toegevingen deed maar niets daarvoor kreeg.

Uiteindelijk kon Jimmy Carter via zijn minister van Buitenlandse Zaken Cyrus Vance hem wel overtuigen om te

blijven. Niemand weet wat tussen de twee gebeurde, zelfs Muḥammad Ibrāhīm Kāmil de Egyptische minister van

Buitenlandse Zaken toen, kon niets weten over de geheime gesprekken tussen Carter en al-Sādāt.

Het enige wat hij van zijn president te horen kreeg, was dat hij het volledige vertrouwen in president Carter had.

Hij zou nu toch blijven en de akkoorden ondertekenen. Toen Kāmil bezwaar aantekende, vertelde al-Sādāt hem,

dat hij bereid was alles wat de Amerikaanse president hem zou voorstellen, onmiddellijk te ondertekenen en

zelfs zonder het op voorhand te lezen103.

100 Kamel, 334-335 101 Een term dat wordt gebruikt om het beleid van Anwar al-Sādāt tegen Jamāl ʿAbd al-Nāṣir aan te duiden 102 Jimmy Carter, Keeping Faith: Memoirs of a President (Fayetteville: The University Of Arkansas Press, 1995), pp. 400 103 Kamel, 357

Page 45: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

45

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Volgens Kāmil had al-Sādāt de belofte van Carter gekregen, dat wanneer hij verkozen zou worden, alles in zijn

macht zou doen om druk op Israël te oefenen. Hij had blijkbaar en volgens Kāmil meer vertrouwen in de

Amerikaanse president dan in zijn eigen ministers en adviseurs104.

Op 16 september 1978 kwam Kāmil bij al-Sādāt in zijn residentie in Camp David. Hij probeerde hem een laatste

keer te waarschuwen, dat de door Jimmy Carter voorgestelde akkoorden geen garantie gaven voor een integrale

oplossing in het Midden-Oosten. Het was in zijn ogen meer een uitnodiging voor unilaterale vrede tussen Egypte

en Israël, die catastrofale gevolgen op de positie van Egypte in de Arabische wereld zou hebben. Maar al-Sādāt

bleef bij zijn mening en was niet bereid om kritiek of repliek te horen105

Dit was ook de aanleiding voor de Egyptische minister om zijn ontslag in te dienen. Hij wou niet aanwezig zijn

tijdens de ceremonie van ondertekening van de akkoorden.

Om de situatie aan het einde van de Camp David gesprekken te beschrijven, laat ik de ontslagnemende

Egyptische minister Kāmil aan het woord: “ The real problem at Camp David was President Sadat himself. He had

capitulated unconditionally to President Carter who, in turn, had capitulated unconditionally to Menahem Begin” 106.

Op 17 september 1978 en onder het toezicht van de Amerikaanse president Jimmy Carter, tekenden Anwar al-

Sādāt voor Egypte en Menachem Begin voor Israël de historische Camp David akkoorden.

De Akkoorden bestonden uit twee documenten. Het eerste document sprak over “Een rechtvaardige, alomvattende

en duurzame oplossing van het conflict in het Midden-Oosten”. Het tweede document leverde “een kader voor een

vredesverdrag tussen Egypte en Israël”. Na lange onderhandelingen, werd op 26 maart 1979 door Anwar al-Sādāt en

Menachem Begin het vredesverdrag in een officiële ceremonie in Washington ondertekend.

104 Ibid, 366 105 al-Sayyid, 192 106 Kamel, 358

Page 46: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

46

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

3.2. Post Camp David, wat nu?

Wat was de uitkomst van de Camp David akkoorden? En welke impact hadden ze op de relaties in de regio?

Het eerste document van de Camp David akkoorden repte met geen woord over een Palestijnse staat. Het gaf

enkel een kader waarin de onderhandelingen tussen Israël, Egypte, Jordanië en de vertegenwoordigers van het

Palestijnse volk moesten gebeuren om aan een oplossing voor de Palestijnse kwestie te komen. Een oplossing, die

volgens hetzelfde document, enkel en alleen het zelfbestuur binnen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook

betekende en niet een onafhankelijke Palestijnse staat. De Camp David akkoorden refereerden met geen enkele

woord naar de verwijdering van de Joodse nederzettingen, en daarbovenop kwam de kwestie van Jeruzalem

helemaal niet aan bod. Hieruit blijkt zeer duidelijk wat de visie van Anwar al-Sādāt was. Zijn belang lag meer in

de terugtrekking van Israël uit Sīnāʾ, dan in het verdedigen van de Palestijnse legitieme rechten waaronder hun

recht op een eigen Staat.

Het tweede document ging over de relatie tussen Egypte en Israël en hun inzet voor de vrede en de

ondertekening binnen ongeveer drie maanden van een vredesverdrag, wat ook werkelijk op 26 maart 1979

gebeurde. Het document legde de nodige principes en stappen van de vrede vast: Het normaliseren van de

relaties tussen de twee staten, de volledige erkenning en het beëindigen van het economische embargo.

Het opmerkelijke in deze akkoorden is, dat Israël erop stond dezelfde principes en stappen voor een eventuele

latere vrede met Jordanië, Syrië en Libanon te hanteren, terwijl deze landen helemaal niet betrokken waren bij

de onderhandelingen. Voor Anwar al-Sādāt was het niet moeilijk om deze voorwaarden te accepteren, aangezien

zijn relaties met zijn Arabische buren en bondgenoten niet meer te redden waren. In eerste zicht kwamen de

voorwaarden van de akkoorden overeen met de Israëlische visie en bevestigden de zwakke

onderhandelingspositie van Anwar al-Sādāt. Hij deed alles en maakte zovele concessies om zijn gezichtsverlies te

redden en om als een held voor de vrede de geschiedenis in te gaan. Het feit dat de andere Arabische landen

daartegen waren en dat zijn ministers van Buitenlandse Zaken ( drie in totaal) de ene na de andere hun ontslag

namen, liet hem onberoerd. Zijn toenadering tot de Verenigde Staten was al deze toegevingen waard.

Laat ons nu kijken naar de situatie van Sīnāʾ volgens wat in Camp David werd overeengekomen. Anwar al-Sādāt

in zijn eeuwige toegevingen, aanvaardde de normalisering van de relaties met Israël direct na het ondertekenen

van het vredesverdrag en de uitvoering van de eerste fase rond de Israëlische terugtrekking.

Page 47: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

47

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

De terugtrekking moest volgens de akkoorden in twee fases gebeuren (zie document 3 in bijlage). In een eerste

fase zou binnen drie à negen maanden een beperkte terugtrekking gebeuren. De tweede fase en daarmee de

volledige terugtrekking zou dan tussen twee à drie jaar duren. Dit alles onder voorwaarde, dat Egypte de

aanwezige luchthavens in al-ʿArīsh en Sharm al-Shaykh niet voor militaire doeleinden zou mogen gebruiken. De

aanwezigheid van het Egyptisch leger zou ook zeer beperkt zijn en onder toezicht van de Amerikanen blijven, die

de veiligheid van Israël moesten bewaken.

Het vredesverdrag werd zes maanden na de Camp David Akkoorden ondertekend. Egypte moest dus vrede met

Israël sluiten terwijl deze haar gebieden officieel nog bezette. Deze vrede zoals eerder uitgelegd hield ook

diplomatische, economische en culturele relaties in.

Waarom handelde Anwar al-Sādāt op deze manier? Waarom zovele toegevingen? Was het een kwestie van

naïviteit? Was het een daad van verraad zoals de aanhangers van de complottheorie beweren? Of was het een

accumulatie van omstandigheden, die de Egyptische president geen andere keuze lieten?

Ik moet eerlijk toegeven, dat de complottheorie zeer verleidelijk klinkt, maar in afwezigheid van tastbare

bewijzen, die deze theorie kunnen bevestigen, blijft het gehele een kader voor speculaties en interpretaties.

Ik denk persoonlijk eerder aan een accumulatie van ongunstige omstandigheden en gebeurtenissen in

combinatie met strategische fouten en tekortkomingen op niveau van de Egyptische leiding.

De verkeerde beslissingen tijdens de Oktoberoorlog, de visie van Anwar al-Sādāt op de machtsverhoudingen en

zijn blindelings vertrouwen in de Amerikanen, maakten de weg vrij voor een serie van toegevingen, die met de

tijd groter en groter werden en niet meer te stoppen waren. Zulke toegevingen waren zo absurd, dat zelfs Henry

Kissinger de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken tijdens de Oktoberoorlog, er sprakeloos van werd.

Anwar al-Sādāt nam zijn beslissingen alleen en zonder overleg met zijn ministers, hij duldde ook geen kritiek. De

meeste besprekingen in Camp David tussen hem en Jimmy Carter of tussen hem en Dayan of Begin gebeurden in

het geheim en zonder overleg met zijn delegatie. Terwijl de Israëli’s hun standpunten lang op voorhand en

samen bespraken, nam Anwar al-Sādāt en zonder overleg de beslissingen op een gehaaste manier en volgens wat

hij alleen juist vond.

Na zijn terugkomst uit Israël in het kader van zijn historisch bezoek, vroeg hem een Egyptische journalist over de

Palestijnse kwestie en meer bepaald over de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, zijn antwoord was:

Page 48: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

48

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

“Afgehandeld”. En over Jeruzalem vervolgde hij: “Al-Quds is in mijn zak” 107. Nog erger dan dat, hij stuurde naar de

koning van Saoedi-Arabië een brief waarin hij beweerde, een schriftelijke belofte van Israël te hebben gekregen.

Deze belofte ging volgens hem over de terugkeer van Jeruzalem naar de Arabische soevereiniteit108. Kan men

zulke uitspraken als leugens beschouwen? Ik denk eerder aan een typische uitvluchtmanoeuvre. Deze uitvlucht

uit de realiteit, die Anwar al-Sādāt al sinds zijn jeugdjaren begeleidde.

Egypte was in 1967 militair zwak maar beschikte over een sterke politieke leiding. Na de komst van Anwar al-

Sādāt aan de macht, keerde de situatie volledig om. De Egyptische strijdkrachten bewezen door hun militaire

successen in 1973 de sterke militaire positie waarin Egypte toen verkeerde, maar de politieke beslissingen en

onderhandelingsmethodes maakten duidelijk dat de huidige politieke leiding zwak en erg manipuleerbaar was.

De uitkomst van de Camp David akkoorden bevestigde deze analyse. Anwar al-Sādāt beloofde om geen oorlog

meer tegen Israël te voeren. Daardoor was Egypte vanaf nu gebonden aan haar veiligheidsverplichtingen ten

opzichte van Israël. Alle vorige bilaterale akkoorden met andere Arabische landen zouden nietig gemaakt

worden, indien deze de veiligheid van Israël in het gedrang zouden brengen. Daarmee zat Egypte officieel en

definitief buiten de Arabische rangen.

Het was ook niet verwonderlijk, dat Israël in 1982 en juist één jaar na de moord op Anwar al-Sādāt, Libanon

binnenviel. Zij had immers de zekerheid, dat de grootste en belangrijkste Arabische land geen oorlog meer tegen

haar zou voeren. De PLO en haar strijders werden volgens de Camp David akkoorden buiten spel gezet en dit gaf

Israël de legitimiteit om hun overal te vervolgen. Egypte kon voor de Palestijnen niets meer betekenen.

Irak werd ook niet bespaard, want in samenwerking met de Amerikanen vielen de Israëli’s op 7 juni 1981 Irak aan

en vernietigden zijn kernreactor in Bagdad. Deze keer was Anwar al-Sādāt nog in leven, maar wat kon hij nog

doen? Zijn handen waren gebonden en zijn rol was al lang uitgespeeld.

De Sovjet Unie werd meesterlijk uit het Midden-Oosten verdreven en de Verenigde Staten kreeg zoals Anwar al-

Sādāt dat beloofde een stevige plaats in de regio.

Het einde naderde en het zag er niet rooskleurig uit. Op binnenlands niveau namen de stemmen van de oppositie

toe, de economische crisis was enorm en de Infitāḥ politiek bleek rampzalige resultaten te hebben geleverd.

107 Haykal, “Kharīf al-Ghaḍab”, 211 108 Ibid, 211-212

Page 49: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

49

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Het antwoord van al-Sādāt was zo wanhopig en hevig, dat hij in september 1981 massale arrestaties uitvoerde

tegen vertegenwoordigers van alle politieke en culturele richtingen in Egypte. Op buitenlands niveau was de

breuk met de Arabieren definitief, en Egypte die tijdens de era van Jamāl ʿAbd al-Nāṣir als centrum en hart van

de Arabische natie werd beschouwd, was nu een symbool geworden voor het verraad aan de Arabische belangen.

De Arabische landen namen een historische beslissing en zetten Egypte officieel uit de Arabische Liga. Het

hoofdkwartier van de Liga werd vervolgens van Caïro naar Tunis verplaatst.

Op 6 oktober 1981 gebeurde het onvermijdelijke. Muḥammad Anwar al-Sādāt werd door Egyptische handen in

Cairo neergeschoten tijdens een militaire parade, die jaarlijks ter herdenking van de Oktoberoorlog werd

georganiseerd.

De begrafenisceremonie van de president sprak boekdelen. De straten van Egypte bleven kalm en de grootste

meerderheid van de Egyptenaren handelde alsof niets uitzonderlijks was gebeurd (Zie document 4 in bijlage).

Tussen de internationale delegaties die aanwezig waren om hun deelneming te betuigen, was er behalve de

president van Soedan niemand van de Arabieren aanwezig. Israël stuurde een grote delegatie met de premier

Menachem Begin, de minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres en de minister van Defensie Ariel Sharon.

De vorige Amerikaanse presidenten Ford, Nixon en Carter en de beroemde ex-minister van Buitenlandse Zaken

Henry Kissinger waren ook van de partij109.

109 ʿĀdil Ḥammūda, Ightiyyāl Raʾīs bi l-Wathāʾiq: Asrār Ightiyyāl Anwar al-Sādāt (Caïro: Dār Iqraʾ, 1985), pp. 231-237

Page 50: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

50

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

4. Besluit

Egypte met haar strategische ligging tussen Afrika en Azië was altijd in het centrum van de internationale

belangen en trok zo de aandacht van de supermachten. Vroeger waren het Frankrijk en Groot-Brittannië, maar

in de moderne geschiedenis en sinds de revolutie van juli 1952 kwamen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten in

het beeld. Jamāl ʿAbd al-Nāṣir probeerde tijdens zijn tijdperk om de politieke en economische onafhankelijkheid

van Egypte te behouden. Hij had omwille van verschillende omstandigheden betere relaties met de Russen dan

met de Amerikanen, maar weigerde resoluut om van zijn land een satellietstaat voor één van de supermachten te

maken. Hij was in september 1961 één van de oprichters van de beweging van Niet-Gebonden Landen. Deze

houding en het feit, dat hij een pan-Arabische politiek voerde, waarin hij duidelijk tegen het zionisme van de

staat Israël en het imperialisme van de Verenigde Staten stond, kostten hem en Egypte zware verliezen. Te

beginnen met de Suezcrisis van 1956 en de gecoördineerde aanval van Israël, Groot-Brittannië en Frankrijk op

Egypte en te eindigen met de Zesdaagse oorlog in 1967. Deze oorlog was een zware nederlaag niet alleen voor

Egypte maar voor de hele Arabische natie. Israël annexeerde daardoor Sīnāʾ, de Golanhoogten, De Westelijke

Jordaanoever, de Gazastrook en Jeruzalem. Iedereen dacht toen dat Egypte gebroken was, maar de

vastberadenheid van de Egyptische leiding en de morele en financiële steun van de Arabische landen hielpen

Egypte om terug op te staan. De nodige voorbereidingen werden getroffen om de eer van Egypte en de hele

Arabische natie te herstellen.

Jamāl ʿAbd al-Nāṣir stierf in 1970 en werd onmiddellijk opgevolgd door zijn vicepresident Muḥammad Anwar al-

Sādāt. Hij beloofde in het begin om de politiek en stappen van zijn voorganger te volgen. Maar vanaf 1971

wanneer hij zijn macht definitief consolideerde, begon hij een nieuwe era in de geschiedenis van Egypte. Zijn

visie begon vorm te krijgen. Anwar al-Sādāt was vanaf het begin ervan overtuigd, dat 99% van de oplossing voor

het conflict in het Midden-Oosten in de handen van de Amerikanen lag. Deze overtuiging markeerde zijn hele

denkwijze en tekende het algemeen kader voor zijn rol in de regio. Om hem te helpen zijn visie uit te voeren,

moesten de Amerikanen toegang tot de regio krijgen, maar daarvoor moesten de Russen weg. Dit gebeurde

effectief en zelfs vóór de uitbraak van de Oktoberoorlog in 1973.

Page 51: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

51

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Deze oorlog, die Egypte en Syrië leidden in samenwerking met andere Arabische landen en met het oliewapen in

de hand, kon door de eerste militaire successen van de Arabieren een keerpunt van de machtsverhoudingen in

de regio betekenen. Maar de militaire misstappen van al-Sādāt en zijn speciale onderhandelingsmethoden, die

zelfs zijn tegenstanders verbaasden, gaven de geschiedenis een andere wending. De rol van de Egyptische

president begon groter en groter te worden. Deze rol diende meer de Israëlische en Amerikaanse belangen dan

de Egyptische en Arabische belangen.

De kentering in de positie en politiek van Egypte begon dan ook vorm te krijgen. Het economisch systeem werd

door de politiek van “Infitāḥ” duidelijk kapitalistisch. De meerdere toegevingen van al-Sādāt tijdens de

onderhandelingen met Israël en de Verenigde Staten en zijn neiging om unilaterale beslissingen te nemen,

zonder rekening met zijn bondgenoten te houden, verbrandden alle bruggen met de Arabische landen. Sinds het

begin was het doel van Israël en de Verenigde Staten om Egypte te isoleren en zo te verzwakken. Dit lukte hen

meesterlijk door het toedoen van al-Sādāt. De president was zo ver in zijn concessies gegaan, dat er geen

terugkeer meer mogelijk was. Zijn situatie was zeer wanhopig, hij gaf bijna alles op en kreeg bijna niets terug. Hij

kon wegens zijn zwakke onderhandelingspositie niet meer krijgen, dan wat zijn vijanden bereid waren hem te

geven. De Israëli’s waren bereid om hem tot het uiterste uit te persen. Hij stond immers alleen, had geen

bondgenoten meer, geen wapenleverancier meer en zette daarbovenop al zijn eieren in het Amerikaans mandje.

Onder deze omstandigheden werden de Camp David akkoorden door Anwar al-Sādāt en Menachem Begin op 17

september 1978 ondertekend. Daarna ondertekenden dezelfde staatsmannen op 26 maart 1979 het vredesverdrag

tussen Egypte en Israël. Daarmee nam het Arabisch-Israëlisch conflict een gevaarlijke wending. Egypte was geen

deel meer van het conflict. Israël kon op haar gemak Irak aanvallen, Libanon binnenvallen en de Palestijnen

vervolgen. Anwar al-Sādāt en Egypte konden niets meer voor de Arabieren betekenen.

Op 6 oktober 1981 werd Muḥammad Anwar al-Sādāt in Cairo tijdens een militaire parade neergeschoten.

Was het een logisch resultaat voor zijn rol in de oorlog en de vrede? Hadden de Amerikanen, die hij zelf vroeg om

zijn veiligheid te garanderen, hem eindelijk laten vallen? Was zijn rol uitgespeeld? Vele interessante vragen die

aanleiding kunnen geven aan toekomstige onderzoeken. Het thema was, is en blijft heet en het conflict is tot het

schrijven van deze verhandeling nog niet opgelost.

Page 52: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

52

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

5. Literatuurlijst

ʿĀdil Ḥammūda, Ightiyyāl Raʾīs bi l-Wathāʾiq: Asrār Ightiyyāl Anwar al-Sādāt (Caïro: Dār Iqraʾ, 1985)

Amīn Huwaydī, al-Furaṣ al-Ḍāʾiʿa (Beiroet: Sharikat al-Maṭbūʿāt li l-tawzīʿ wa l-nashr, 1992)

Anwar al-Sādāt, al- Baḥth ʿan al- Dhāt: Qiṣṣat Ḥayātī, (Caïro: al-Maktab al-Miṣrī al-Ḥadīth, 1978)

ʿĀṭif al-Sayyid, Min Sīnāʾ Ilā Kamp Dīvid: 1967-1979 (Cairo: Dār ʿAṭwa li l-ṭibāʿa, 1987)

Bruno Kreisky, “Chancellor Kreisky on Sadat/Israel”, Journal of Palestine Studies, Vol. 13, No.3, (1984)

Ezer Weizman, The Battle for Peace (New York: Bantam Books, 1981)

Farouk Mohammed Shalaby, Der Wandel der ägyptischen Aussenpolitik unter Sadat 1970 bis 1977: Aspekte, Ziele

und apparat, PhD Thesis, Friedrich-Wilhelms-Universität in Bonn, 1979

George Carpozi JR. Anwar Sadat: A man of peace (New York: Manor Books, inc., 1977)

http://www.anwarsadat.org/aboutsadat.asp?categorytemp=26

http://www.counterpunch.org/2012/02/22/what-really-happened-in-the-yom-kippur-war/

Jimmy Carter, Keeping Faith: Memoirs of a President (Fayetteville: The University Of Arkansas Press, 1995)

Khalīl Frījāt, Mudhakkirāt Kīsinjir fī al-Bayt al-Abyaḍ: 1968-1973 (Dimashq: Ṭalās li l-dirāsāt wa l-tarjama wa

l-nashr, 1985)

Major Michael C. Jordan, The 1973 Arab-Israeli War: Arab Policies, Strategies and Campaigns

Mohamed Ibrahim Kamel, The Camp David Accords: A Testimony (London: KPI Limited, 1986)

Muḥammad Ḥasanīn Haykal, Kharīf al-Ghaḍab: Qiṣṣat Bidāyat wa nihāyat ʿaṣr Anwar al-Sādāt (Beiroet:

Sharikat al-Maṭbūʿāt li l-tawzīʿ wa l-nashr, 1983)

Muḥammad Ḥasanīn Haykal, Uktūbar 73 al-Silāḥ wa al-Siyāsa (Caïro: Markaz al-Ahrām li l-tarjama wa l-

nashr, 1993)

Saʿd al-Shādhlī, Mudhakkirāt Ḥarb Uktūbar (San Francisco: Dār Buḥūth al-Sharq al-Awsaṭ al-Amrīkiyya,

2003)

Page 53: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

53

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

6. Bijlagen

Document 1

Page 54: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

54

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Document 2

Page 55: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

55

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Document 3

Page 56: Anwar al-Sādāt en de Camp David akkoorden

56

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN

BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË

Document 4