Top Banner
ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN ARCHIVES GÉNÉRALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ÉTAT DANS LES PROVINCES ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI 140 FOD FINANCIËN Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie Comités tot aankoop van onroerende goederen Voorbereidend studiedossier van de archiefselectielijst April 2014 door Emmanuel BODART en Michel TRIGALET Brussel – Bruxelles 2014
28

Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

Feb 24, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN

ARCHIVES GÉNÉRALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ÉTAT DANS LES PROVINCES

ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN

TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI

140

FOD FINANCIËN

Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie

Comités tot aankoop van onroerende goederen

Voorbereidend studiedossiervan de archiefselectielijst

April 2014

door

Emmanuel BODART en Michel TRIGALET

Brussel – Bruxelles2014

5402

Page 2: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 3: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

FOD FINANCIËN

ALGEMENE ADMINISTRATIE VAN DE PATRIMONIUMDOCUMENTATIE

COMITÉS TOT AANKOOP VAN ONROERENDE GOEDEREN

VOORBEREIDEND STUDIEDOSSIER VAN DE ARCHIEFSELECTIELIJST

APRIL 2014

Page 4: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN

ARCHIVES GÉNÉRALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ÉTAT DANS LES PROVINCES

ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN

TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI

140

Naamsvermelding - Niet Commercieel - Geen Afgeleide Werken CC BY-NC-ND

http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0/nl/

Attribution - Pas d’Utilisation Commerciale - Pas de Modification

CC BY-NC-ND http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0/fr/

Algemeen Rijksarchief – Archives générales du Royaume

Identificatienummer – Numéro d’identification: Publ. 5402

Algemeen Rijksarchief – Archives générales du Royaume Ruisbroekstraat 2 rue de Ruysbroeck

1000 Brussel – Bruxelles

Page 5: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN

ARCHIVES GÉNÉRALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ÉTAT DANS LES PROVINCES

ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN

TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI

140

FOD FINANCIËN

Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie

Comités tot aankoop van onroerende goederen

Voorbereidend studiedossier van de archiefselectielijst

April 2014

door

Emmanuel BODART en Michel TRIGALET

Brussel – Bruxelles 2014

Page 6: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 7: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

5

DANKWOORD Tijdens de opmaak van deze studie konden we rekenen op de hulp van collega’s van het Rijksarchief met wie we de werkgroep Financiën vormden toen deze begin 2004 door de Algemeen Rijksarchivaris werd opgericht. We denken daarbij met name aan Chantal Vancoppenolle, Tom Haeck, Bart Sas en Marij Preneel. De ambtenaren van de aankoopcomités en de diensten der Domeinen van de FOD Financiën hebben niet alleen hun geduldige en welwillende medewerking verleend, maar ook de voorliggende tekst nagelezen en op verschillende punten verbeterd. Ze zijn met te veel om ze allemaal met naam en toenaam te vermelden, al willen we wel een bijzonder woord van dank richten aan dhr. August Spoden, Voorzitter van het Eerste Comité van Brussel, voor de correctie van een aantal fouten en misvattingen in de tekst. Bij gebrek aan personeel werd de selectielijst nog niet toegepast. Een in september 2012 afgesloten overeenkomst tussen de Ministers van Financiën en Wetenschapsbeleid opende echter nieuwe perspectieven. De in het kader van deze samenwerking aangeworven archivarissen Pieterjan Lannoy en François Moreau hebben eind 2013, begin 2014 een laatste maal de selectielijst aan de realiteit getoetst bij verschillende comités. Tot slot willen we onze collega Geert Leloup van harte danken voor het nalezen en aanvullen van de definitieve tekst.

Page 8: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 9: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

7

INHOUDSTAFEL

DANKWOORD ........................................................................................................................ 5

INHOUDSTAFEL..................................................................................................................... 7

LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN................................................................................... 9

LIJST VAN AFKORTINGEN ................................................................................................ 11

DE VOORBEREIDING VAN DE STUDIE........................................................................... 13

GESCHIEDENIS EN WERKING VAN DE INSTELLING .................................................. 15

ORGANOGRAMMEN ........................................................................................................... 19

DE ARCHIEVEN VAN DE INSTELLING EN HUN SELECTIE ........................................ 21 

Page 10: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 11: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

9

LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN

A. BRONNEN

ADMINISTRATIE VAN HET KADASTER, REGISTRATIE EN DOMEINEN, Instructie Materieel, laatste actualisering in 2003. KB van 9 juli 1929 (BS 14/09). KB van27 december 1930 (BS 19/04/1931). Organiek KB van 3 november 1960 (BS 18/11). MB van 9 mei 1931 (BS 13/05). MB van 11 september 1933 (BS 15/09). MB van 20 september 1938 (BS 23/09). BVR van 3 mei 1947 (BS 7/06). MB van 24 mei 1948. BVR van 18 oktober 1948. KB van14 mei 1952. MB van 6 september 1956 (BS 16/09). MB van 16 september 1960. MB van 1er oktober 1962 (BS 10/11). MB van 28 januari 1963 (BS 11/04). KB van 27 augustus 1963. MB van 3 maart 1964 (BS 10/03). Wet van 24 juli 1969 (BS 23/09). KB van 2 augustus 1969. MB van 17 december 1970 (BS 29/12). Besluit Directeur-generaal Registratie en Domeinen van 7 oktober 1975 (BS 25/10). Besluit Directeur-generaal BTW, Registratie en Domeinen van 20 december 1976 (BS 31/12). MB van 11 oktober 1983 (BS 26/10).

B. WERKEN

BONQUET W., De administratie der registratie en domeinen en haar archief, Handzame, 1971. DE REU P., De geschiedenis van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (1796-2006). Organisatie, bevoegdheden, ambtsgebieden, archief-vorming, Bruxelles, 2011. LEEN C., EVERAERT G., LALEMAN M.-C. et LIEVOIS D., Erf, huis en mens. Huizenonderzoek in Gent, Gent, 2001.

Page 12: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 13: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

11

LIJST VAN AFKORTINGEN BS Belgisch Staatsblad BVR Besluit van de Regent CDB Comité Data Base KB Koninklijk Besluit MB Ministerieel Besluit MIVB Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer in Brussel NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen NMVB Nationale Maatschappij Van Buurtspoorwegen

Page 14: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 15: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

13

DE VOORBEREIDING VAN DE STUDIE Voorliggende selectielijst vormt de neerslag van verschillende inspectiebezoeken die rijksarchivarissen in de jaren 2000 hebben afgelegd aan de Aankoopcomités van Antwerpen, Gent, Brussel, Luik en Namen. Hieruit is gebleken dat de dossiers die werden gevormd door de Comités zowel inhoudelijk als qua volume uiterst belangrijk zijn en dat het nodig was er een selectielijst voor op te maken. Tot dusver werden enkel stukken vernietigd die overduidelijk geen nut meer hadden op lange termijn. De vernietiging gebeurde op basis van de onvolledige en voorbijgestreefde voorschriften uit de algemene Instructie “Materieel”. Niettemin stapelden de dossiers zich op: het werd tijd om de archiefvorming van de Comités nader te bekijken zodat ze konden worden ontlast terwijl de essentiële zaken toch bewaard blijven. De (al dan niet gepubliceerde) verslagen van de betrokken rijksarchivarissen verschaften voldoende informatie om een selectielijst te kunnen opstellen. In 2005 werd de Administratie van de Registratie en de Domeinen bevraagd over de bewaringstermijnen. Auditeur-generaal Frans Peeters maakte de vraag over aan de dienst die bij de centrale directie van deze administratie instaat voor de Comités, namelijk Directie I/5/C – Patrimoniumdiensten. Op 30 november 2005 werd een beslissing genomen en meegedeeld aan het Rijksarchief. Vervolgens moest beslist worden over de selectiecriteria en de definitieve bestemming van de documenten, wat nog datzelfde jaar gebeurde. De publicatie werd niettemin uitgesteld om eerst nog de validiteit van deze selectiecriteria aan de praktijk te kunnen toetsen, wat niet mogelijk was vóór de ondertekening van een overeenkomst tussen de Ministers van Financiën en Wetenschapsbeleid voor de facilitering – of beter gezegd: uitvoering - van omvangrijke archiefoverbrengingen van de FOD Financiën naar het Rijksarchief. De op 1 juli 2014 voorziene overheveling van een deel van de bevoegdheden aan de gewesten in het kader van de zesde staatshervorming heeft tot slot de nood onderstreept van de snelle publicatie en verspreiding van dit selectie-instrument. De eerste archiefselectie- en overbrengingsoperaties kunnen zo vanaf dit jaar starten.

Page 16: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE
Page 17: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

15

GESCHIEDENIS EN WERKING VAN DE INSTELLING

A. BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN DE INSTELLING

Dit hoofdstuk zet het wettelijk en reglementair kader uiteen en schetst de voornaamste wijzigingen in de bevoegdheden en in de ambtsgebieden van de Comités1. De “Comités tot aankoop van onroerende goederen” (of kortweg aankoopcomités) werden ingesteld met een KB van 9 juli 1929 (BS 14/09), dat in voege trad op 14 september dat jaar en gewijzigd werd door het KB van 27 december 1930 (BS 19/04/1931) en door een ministerieel uitvoeringsbesluit van 9 juli 1929 (BS 14/09). Deze teksten waren van kracht tot de publicatie van het nieuw organiek KB van 3 november 1960 (BS 18/11) waarvan de beschikkingen zonder noemenswaardige wijzigingen tot op vandaag van toepassing zijn. Vóór de oprichting van de Comités waren de nationale of plaatselijke besturen verantwoordelijk voor alle taken die voorafgingen aan een minnelijke aankoop of een gerechtelijke onteigening. De akte werd verleden voor een overheidsbeambte, meestal een notaris. Provinciegouverneurs en burgemeesters kunnen eveneens authentieke akten verlijden maar dit komt in de praktijk steeds minder voor. Het organiek KB voorzag aanvankelijk vijf Comités, namelijk Antwerpen voor de provincie Antwerpen, Brussel voor de provincies Brabant en Henegouwen, Gent voor de provincies Oost- en West-Vlaanderen, Luik voor de provincies Luik en Limburg en Namen voor de provincies Namen en Luxemburg. Niet al deze Comités werden van bij het begin ingesteld. Het MB van 9 mei 1931 (BS 13/05) stelde 3 Comités in, namelijk een te Antwerpen voor de provincies Antwerpen , Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, een te Brussel voor Brabant en Henegouwen en een te Luik voor de provincies Luik, Limburg, Namen en Luxemburg. Tot de bevoegdheden van het Comité van Antwerpen behoorden ook de onteigeningen die moesten gebeuren in opdracht van de Intercommunale Maatschappij van de Linker-Scheldeoever. Het vierde Comité, dat van Gent, werd ingesteld door een MB van 11 september 1933 (BS 15/09) en werd bevoegd voor Oost- en West-Vlaanderen, terwijl het ambtsgebied van het Comité van Antwerpen werd beperkt tot de provincie Antwerpen. Bij MB van 20/09/1938 (BS 23/09) wordt in Bergen het vijfde Comité van het land opgericht, namelijk voor de provincie Henegouwen. Het ambtsgebied van het Comité van Brussel werd beperkt tot de provincie Brabant. Een Regentsbesluit van 3 mei 1947 (BS 07/06) richtte in Doornik een tijdelijk comité op. Een MB van 24 mei 1948 bracht wijzigingen aan in de ambtsgebieden van de Comités van Antwerpen en Luik. Een regentbesluit van 18 oktober 1948 stelde in Neufchâteau een tijdelijk comité in voor de provincie Luxemburg. Dit Comité kreeg een definitief karakter met een KB van 14 mei 1952. België telde op dat ogenblik dus zes Comités.

1 Zie onder meer de website van de patrimoniumdiensten van de FOD Financiën: http://fiscus.fgov.be/interfpatrnl/Green/WieZijnWij.htm, geraadpleegd op 1 april 2012; BONCQUET; DE REU, De geschiedenis..., pp. 91-93, 228-229, 355.

Page 18: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

16

Met een MB van 6 september 1956 (BS 16/09) werden de Comités van Antwerpen en Brussel ook bevoegd voor aankopen en onteigeningen die moesten gebeuren voor de Naamloze Maatschappij der Brusselse Vaart- en Haveninrichtingen. Een zevende, achtste en negende comité werden opgericht bij MB van 16 september 1960: Gent kreeg een tweede Comité, in Hasselt werd een Comité opgericht voor de provincie Limburg en in Namen kwam een Comité voor de provincie Namen en de kantons Geldenaken en Perwijs. Het Comité van Brussel verloor dus het ambtsgebied van Geldenaken ten voordele van Namen en het Comité van Luik werd eveneens overeenkomstig deze beslissing ingeperkt. Het organiek KB van 3 november 1960 (BS 18/11) dat het KB van 9 juli 1929 verving bracht geen wijzigingen aan in de ambtsgebieden. Een tiende en elfde Comité werden ingesteld bij KB van 1 oktober 1962 (KB 10/11). Brugge kreeg een Comité met als ambtsgebied de gerechtelijke arrondissementen van Brugge, Veurne en Ieper, waardoor het ambtsgebied van de twee Gentse Comités werd ingekrompen. Het Comité van Luik werd opgedeeld in twee Comités. Het twaalfde Comité, namelijk dat van Mechelen, krijgt de bevoegdheid over een deel van de ambtsgebieden van de Comités van Brussel en Antwerpen. Het KB van 28 januari 1963 (BS 11/04), in voege getreden op 1 mei, bepaalt dat het ambtsgebied van het Comité van Mechelen zich uitstrekt over de gerechtelijke arrondissementen van Mechelen (voorheen behorend tot het ambtsgebied van het Comité van Antwerpen) en Leuven (voorheen ambtsgebied van het Comité van Brussel), met uitzondering van de gemeentes Neerheylissem, Opheylissem, Sluizen et Zittert-Lummen in het gerechtelijk kanton van Tienen. Het ambtsgebied van het Comité van Antwerpen wordt beperkt tot de gerechtelijke arrondissementen van Antwerpen en Turnhout; het ambtsgebied van het Comité van Brussel wordt beperkt tot de gerechtelijke arrondissementen van Brussel en Nijvel en de vier vermelde gemeenten van het kanton Tienen, die later bij het gerechtelijk arrondissement van Nijvel zijn gevoegd. Ingevolge de taalwetten van 1962-1963, heeft een KB van 3 maart 1964 (BS 10/03) dat in voege trad op 1 april, de vestigingsplaatsen en ambtsgebieden van de Comités opnieuw gewijzigd. (Gedurende korte tijd was een KB van 27 augustus 1963 van kracht i.v.m. de zetel, de benaming, het ambtsgebied en de bevoegdheden van de buitendiensten van de Administratie van Registratie en Domeinen). Het aantal Comités bleef vastliggen op twaalf, namelijk Antwerpen, Bergen, Brugge, Brussel, Gent I en II, Luik I en II, Mechelen, Namen en Neufchâteau2. De wet van 24 juli 1969 (BS 23/09) bepaalt het financieringssysteem voor de aankoop van terreinen door de Vrije Universiteit van Brussel en de Katholieke Universiteit van Leuven. Dit systeem hield meer bepaald in dat de Comités tot aankoop controle uitoefenden op de overdracht van gronden door deze universiteiten. De ontwerpen van akte van verkoop of erfpacht moesten (van 1969 tot 1992) het akkoord krijgen van de voorzitter. Het Comité van Brussel bewaart een register met nummer 58 dat de lijst bevat van de notarisakten en onderhandse akten van de Katholieke Universiteit van Leuven. Een KB van 2 augustus 1969 maakt de Comités tot aankoop overigens bevoegd voor onteigeningen in naam en voor rekening van de vrije universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs die opgesomd zijn in artikel 1 van de wet van 2 augustus 1960. Een M.B van 17 december 1970 (BS. 29/12) wijzigde de ambtsgebieden van de twee Comités van Luik. 2 BONCQUET, p. 6, vergeet het Comité van Brussel in zijn lijst.

Page 19: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

17

Door een beslissing van de directeur-generaal van de Registratie van 7 oktober 1975 (BS 25/10) werden op 1 januari 1976 drie nieuwe Comités opgericht. Er kwamen Comités te Charleroi (voor het gerechtelijk arrondissement van Charleroi en het gerechtelijk kanton La Louvière) en te Kortrijk (voor het gerechtelijk arrondissement van Kortrijk en enkele gemeentes rond Tielt). Het Comité van Brussel werd opgedeeld in een Nederlandstalig Comité (Brussel 2) met als ambtsgebieden Halle en Vilvoorde en een deel van Brussel, en een Franstalig Comité (Brussel 1) met als ambtsgebied een deel van de arrondissementen van Nijvel en Brussel. In totaal waren er dus vijftien Comités. Ingevolge de fusie van de gemeenten werden op 1 januari 1977 door een beslissing van 20 december 1976 (BS 31/12) van de directeur-generaal van de BTW, de Registratie en de Domeinen kleine wijzigingen aangebracht in de opdeling van de ambtsgebieden van de Comités. Door een MB van 11 oktober 1983 (BS 26/10) werd het eerste Comité van Luik tijdelijk afgeschaft en werden zijn bevoegdheden overgeheveld naar het tweede Comité van Luik. Tot heden werd het afgeschafte Comité niet opnieuw ingesteld. Momenteel zijn er dus 14 Comités tot aankoop. Wijzigingen in de ambtsgebieden en archiefoverdracht Waar vindt men over het algemeen de dossiers terug over de aankopen in een bepaalde gemeente? In theorie zouden bij een wijziging in het ambtsgebied de “oude” en de “nieuwe” Comités hun archief hebben moeten uitwisselen in functie van hun nieuwe ambtsgebied. Over het algemeen werd er echter voor gekozen de minuten van de akten te laten bij het Comité dat ze had ontvangen. Zo bevinden de akten in verband met goederen gelegen in de provincie Luxemburg zich bij het Comité van Luik tot 1948, de datum van oprichting van het Comité van Neufchâteau. Deze werkwijze werd echter niet altijd en overal systematisch gevolgd. Het mag dus niet verwonderen dat enkele Luxemburgse dossiers zich bevinden in het archief van het Comité van Luik of dat een of ander Henegouws dossier kan worden teruggevonden in het archief van de Comités van Brussel.

B. BEVOEGDHEDEN EN ACTIVITEITEN VAN DE INSTELLING

De Comités zijn verantwoordelijk voor de aankoop en de onteigening van onroerend goed voor rekening van de Staat en de overheid en, in bepaalde gevallen die zijn voorzien in de wet, voor organismen waarin de Staat “overwegende belangen” heeft. Sinds 1 maart 1964 kunnen ze bovendien overgaan tot de vervreemding van domaniale goederen, een bevoegdheid die werd overgeërfd van de ontvangers van Domeinen3. De ligging van de goederen die moeten worden aangekocht of onteigend bepaalt welk Comité bevoegd is. Hun functie is erg vergelijkbaar met deze van een notaris. Samengevat kan men stellen dat de Comités vandaag bevoegd zijn voor:

De aankoop, na gemeen overleg, of de onteigening van onroerend goed voor rekening van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten4, de provincies, de gemeenten en hun organismen, evenals voor overheidsinstellingen en organismen waarin de Staat een overwegend belang heeft.

Gerechtelijke onteigeningen.

3 BONQUET, pp. 4-5 en 118 4 Voor de deelstaten werd de bevoegdheid van de Comités bepaald door de wet van 18 december 1986 (BS 24 februari 1987) en door decreten en verordeningen van Gewesten en Gemeenschappen.

Page 20: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

18

Vervreemding van domaniale goederen. Expertises voor rekening van de administratie van de Staat en overheidsinstellingen. Het beheer van onroerend goed van het domein van de Staat.

Autonome overheidsbedrijven, de provincies, de gemeenten, de gewesten en de gemeenschappen en hun organismen zijn echter niet verplicht beroep te doen op de diensten van de Comités tot aankoop: ze mogen zich in plaats daarvan wenden tot een notaris. De voornaamste klanten van de Comités zijn overheidsinstellingen die instaan voor grote infrastructuurwerken in de sectoren landsverdediging, overheidsgebouwen (Regie der Gebouwen), wegwerkzaamheden, waterdistributie, riolering, elektriciteit, haven- en luchthaveninfrastructuur, binnenvaart, sociale huisvesting (maatschappijen voor sociale huisvesting), buurtspoorwegen, spoorwegen en openbaar vervoer over de weg (NMBS, MIVB, NMVB), post en telecommunicatie.

C. ORGANISATIE EN WERKING VAN DE INSTELLING

Een Comité wordt geleid door een voorzitter en een adjunct-voorzitter, bijgestaan door een variabel aantal commissarissen. Het Comité ontvangt van een administratie een aanvraag om over te gaan tot de aankoop van onroerend goed. Op basis van een onteigeningsplan waarop de te verwerven percelen zijn aangeduid moet een commissaris de waarde van de goederen schatten, onderhandelen met de eigenaars, akten opmaken en ondertekenen. De commissarissen worden bij hun taken bijgestaan door administratief personeel dat onderzoek moet doen naar de eigendommen en het archief moet ordenen en beheren. De onteigeningsplannen en de opdrachten tot aankoop gaan uit van een bestuur of een overheidsmaatschappij, meestal met het oog op het uitvoeren van infrastructuurwerken. Deze partij in de procedure noemt men de onteigenende overheid. Het Comité opent per gemeente een algemeen dossier voor elke onteigeningsaanvraag; elk algemeen dossier bevat afzonderlijke dossiers per onteigening en per eigenaar. Het dossier krijgt een verwijzing in een repertorium (register 339, databank CDB). De commissaris die belast is met het dossier maakt een algemene raming van het vereiste budget zodat de nodige kredieten kunnen worden vrijgemaakt. Vervolgens worden de akten opgemaakt, waarvoor bij de Hypotheekbewaarders en de Registratiekantoren wordt gezocht naar de dertigjarige eigendomstitel. Wanneer de akte verleden is wordt overgegaan tot een update van de registers, van de steekkaarten 385 van de onteigende personen (of van de databank met deze gegevens) en van het repertorium met de akten. Daarna volgen de registratie en de overschrijving van de hypotheken, en het kantoor van de Directe Belastingen wordt ingelicht. Gans de procedure is afgerond wanneer de onteigenende overheid de aankoopprijs heeft vereffend. Wanneer de onteigende personen beroep aantekenen staat het Comité de onteigenende overheid bij in de gerechtelijke procedure die plaats vindt voor een vredegerecht, een rechtbank van eerste aanleg of een hof van beroep. In geval de rechter een uitspraak doet ten voordele van de onteigenende overheid gelden als eigendomstitel: de gerechtelijke beslissing, de uitgifte van het vonnis en de akte van neerlegging van het vonnis onder de minuten van het Comité. Voor de historische evolutie van de overkoepelende administratie en diensten in Brussel kunnen we tot slot verwijzen naar de hieronder opgenomen organogrammen.

Page 21: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

19

ORGANOGRAMMEN 1. 1920 tot 1935 Bestuur der Registratie en Domeinen / Administratie der Registratie en Domeinen - Administration de l’Enregistrement et des Domaines. 2e directie: Domeinen – Domaines.

1e afdeling : Aankoop en verwerving, scheepvaart, personeel, onderdeel van de dienst Domeinen dat niet viel onder de bevoegdheden van de 2e afdeling.

2. 1936 tot 1970 Administratie der Registratie en Domeinen - Administration de l’Enregistrement et des Domaines. 2e directie: Domeinen – Domaines. 3. 1970 tot 1972 Administratie van Belasting over de Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen - Administration de la Taxe sur la Valeur ajoutée, de l’Enregistrement et des Domaines.

2e sector: Sector der Registratie en Domeinen - Secteur de l’Enregistrement et des Domaines.

6e dienst: Domeinen - Domaines. 21e directie: Aankopen en Onteigeningen van onroerende goederen. – Erfloze nalatenschappen. – Herstelbetalingen en teruggaven. - Achats et expropriations d’immeubles. – Successions en déshérence. – Butin de guerre. – Répartitions et restitutions.

4. 1972 tot 1999 Administratie van Belasting over de Toegevoegde Waarde, der Registratie en Domeinen - Administration de la Taxe sur la Valeur ajoutée, de l’Enregistrement et des Domaines.5

[2e sector :] Sector van de Registratie en Domeinen - Secteur de l’Enregistrement et des Domaines –

7e dienst: Domeinen - Domaines. 21e directie: Aankopen en Onteigeningen van onroerende goederen. – Erfloze nalatenschappen. – Oorlogsbuit – Herstelbetalingen en teruggaven. - Achats et expropriations d’immeubles. – Successions en déshérence. – Butin de guerre. – Répartitions et restitutions. 5. 2002 tot 2012 Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen – Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines.6 Dienst I Fiscale technische directies – Directions techniques fiscales. [2e sector :] Sector van de Registratie en Domeinen - Secteur de l’Enregistrement et des Domaines. Domeinen – Domaines.

5 Vanaf 1982: Algemene Administratie van de Belastingen - Administration générale des impôts. 6 Vanaf 2007: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie - Administration générale de la Documentation patrimoniale

Page 22: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

20

Directie I/5/C. Aankoop, onteigening en schatting van onroerende goederen. Erfloze nalatenschappen. – Acquisition, expropriation et estimation de biens immeubles. Successions en déshérence. 6. 2012 tot heden Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie - Administration générale de la Documentation patrimoniale. Administratie Patrimoniumdiensten – Administration des Services patrimoniaux.

Page 23: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

21

DE ARCHIEVEN VAN DE INSTELLING EN HUN SELECTIE

A. ARCHIEFVORMING EN –BEHEER

Hier worden enkel de reeksen vermeld die gaan over de specifieke bevoegdheden van de Comités. Stukken die werden ontvangen van andere diensten en die slechts als documentatie dienen, zoals afdrukken van kadastrale plannen, komen hier niet aan bod. 1. Akten van aankoop, akten van neerlegging en verkoopakten.

1.1. Minuten van akten vanaf 1929. 1.2. Chronologische repertoria vanaf 1929.

2. Akten van de ontvangers van Domeinen of “Eigendomstitels van de Staat”, van 1901 tot

1965. Het gaat hier over akten die werden verleden door de ontvangers van Registratie en Domeinen. Toen deze bevoegdheid overging naar de Aankoopcomités werden deze overgedragen aan de Comités.

3. Aankoopdossiers (zie ook de overeenkomstige registers, soms “losse rekeningen” genoemd, naar analogie met het systeem in voege bij de Registratiekantoren). Voor elke onteigening wordt een dossier geopend. Wanneer de dossiers gaan over een en hetzelfde onteigeningsplan worden ze samengebracht in een algemeen dossier dat is onderverdeeld in bijzondere dossiers. Hier vindt men, in een genummerde kartonnen omslag met het repertoriumnummer en de datum van de akte, onder meer volgende documenten: deskundigenverslagen; briefwisseling van het Comité met de onteigende personen; briefwisseling van het Comité met de onteigenende overheid; briefwisseling van het Comité met de centrale directie; kadastrale plannen en uittreksels; het onteigeningsplan/ de onteigeningsplannen; het bestemmingsplan/ de bestemmingsplannen; foto’s, diverse plannen, vaak geannoteerde uittreksels van kadastrale plannen; de bepaling van de wederbeleggingsvergoedingen en de huurvergoedingen; hypothecaire attesten; briefwisseling met de ontvangers van de registratie of de belastingen; kopieën van eerdere eigendomstitels; ontwerpen van akten; een vereffeningsborderel.

Vaak worden stukken aangetroffen in meerdere exemplaren, naast blanco formulieren, stereotiepe begeleidingsbrieven, vorderingen voor het versturen van briefwisseling en talrijke documenten die na afsluiten van het dossier snel mogen worden vernietigd. De meest interessante stukken zijn de algemene en bijzondere onteigeningsplannen en de bestemmingsplannen: zij geven een beeld van de toestand voorafgaand aan het bouwproject en van hoe dit project er na verwezenlijking zal uitzien. Hun informatieve waarde is echter kleiner dan deze van de “as built”- plannen die in bezit zijn van de bouwheer. Een exemplaar van de plannen van het Comité zit soms in bijlage bij de akten, maar meestal worden ze bewaard in het dossier van aankoop. Het grootste deel van het archief van de Comités bestaat uit aankoopdossiers. Ter illustratie : er zijn voor de periode 1930 tot 1976 alleen al voor het Eerste Comité van Brussel 7.746

Page 24: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

22

aankoopdossiers, goed voor een volume van 200 strekkende meter. De latere dossiers zijn kleiner in aantal maar gemiddeld wel dikker. 4. De verkoopdossiers en hun registers Verkoopdossiers zijn er vanaf het begin van de jaren 1960. De documenten die ze bevatten zijn over het algemeen niet erg interessant want ze verschaffen meestal slechts weinig bijkomende informatie in vergelijking met de verkoopakten. Het is echter niet aan te bevelen ze volledig te vernietigen omdat ze af en toe over bijzondere goederen gaan. Alvorens ze naar het Rijksarchief kunnen worden overgebracht moeten ze evenwel eerst geschoond worden. Selectie, met vernietiging van de dossiers zonder gevolg, is noodzakelijk zodat enkel dossiers overblijven in verband met de verkoop van bijzondere goederen, zoals geklasseerd onroerend goed of belangrijke gebouwen die de geschiedenis en het landschap hebben beïnvloed (zoals bijvoorbeeld grote militaire domeinen of administratieve centra en prestigegoederen in het algemeen). 5. Dossiers gerechtelijke onteigeningen (zie ook hun registers)

5.1. Dossiers De dossiers gerechtelijke onteigeningen van het Eerste Comité van Brussel beslaan ongeveer 20 strekkende meter. Het zijn erg omvangrijke en tegelijk zeer interessante dossiers. Onteigening voor openbaar nut vormt een uitzondering op het eigendomsrecht dat staat ingeschreven in het Burgerlijk Wetboek. Dergelijke onteigening berokkent een schade die, tenminste in hoofde van de onteigende, niet altijd volledig vergoed wordt door de opbrengst van de aankoop door de onteigenende overheid. 5.2. Register met de gerechtszaken (lijsten, registers of bestanden met gerechtelijke

onteigeningen) Dit register bevat een samenvatting van elke zaak. Het bevat ook de verschillende procedureakten. Indien het aanwezig is moet dit register bewaard worden want het vormt een nuttige archieftoegang.

6. De schattingsdossiers Van 1970 tot 1986 heetten deze dossiers “24DG”, nadien “ES”. Voor het eerste Comité van Brussel gaat het bijvoorbeeld over 50 strekkende meter dossiers. Deze dossiers bevatten een min of meer gedetailleerd en beargumenteerd deskundigenverslag, briefwisseling met het overheidsorganisme dat de expertise heeft aangevraagd, kadastrale uittreksels en onteigenings- en bestemmingsplannen. In dit verband dient te worden opgemerkt dat de Comités de volledige dossiers niet overmaken aan de aanvrager maar dat ze enkel het bedrag van de raming meedelen. Indien ze erg gedetailleerd zijn kunnen de expertiseverslagen de moeite lonen. Ze bieden een momentopname van de toestand van een wijk en van de immobiliënmarkt in het algemeen. Dit betekent echter nog niet dat ze integraal moeten bewaard blijven. Het is aan te raden ze aan een strenge selectie te onderwerpen die gebaseerd is op dezelfde principes als deze die werden voorgeschreven voor de verkoopdossiers, namelijk op basis van het belang van de geraamde goederen, waarbij op zijn minst de ramingsdossiers over geklasseerd onroerend goed of grote openbare gebouwen moeten worden bewaard. 7. Beheerdossiers (erfpacht) Dit zijn de zogenaamde dossiers “T”. Ze gaan over domaniale goederen waarvan het beheer werd toevertrouwd aan een Comité. In Brussel gaat het over 12 strekkende meter dossiers. 8. Registers Deze registers, die gemeenzaam “losse rekeningen” worden genoemd, bevatten de bladen 339, 346 en 347 van de instructie “Materieel” (volgens BONCQUET, p. 118 werden ze vanaf 1 maart 1964 bijgehouden door de Comités tot aankoop). Het zijn voorgedrukte formulieren op dik papier die gaandeweg in de ordners werden toegevoegd. Ze moeten bewaard blijven tenzij de informatie die ze bevatten integraal werd overgenomen in nieuwe inventarissen. De

Page 25: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

23

lijst hieronder geeft de verschillende types formulieren weer met hun identificatienummer uit de Instructie “Materieel”

339 : register van de goederen die moeten worden aangekocht of onteigend of die deel uitmaken van een onteigeningsplan (gebruikt tot in 1986);

339 A1 : aankopen, per gemeente en per onteigenende overheid; 339 A2 : aankopen, per gemeente en per dossier; 339 B1 : ramingen, per onteigenende overheid; 339 B2 : ramingen, per gemeente; 346 A : aankopen in de minne; 346 B : gerechtelijke onteigeningen; 347 : register van te vervreemden goederen (verkoopdossiers) ; 347 A : verkopen; toestand van het jaar; 347 B : overzicht van de verkoop per gemeente; 347 C : verkoop per dossier.

9. Handgeschreven steekkaarten Het betreft steekkaarten van de aankoopdossiers voor de periode 1929-1986, geordend per gemeente. Door de chronologische lijst van de aankopen in een bepaalde gemeente te overlopen kan men het gewenste dossier vrij snel terugvinden. Niet alle Comités werkten met dit soort documenten, maar waar dat wel het geval was werden ze ook bijgehouden. Ze kunnen dienen als archieftoegang om dossiers terug te vinden die werden overgebracht naar het Rijksarchief of als aanwijzing dat sommige dossiers vernietigd werden. 10. Databank CDB (Comité Data Base) Sinds 2006 maken de Comités gebruik van het databeheersysteem CDB. De fysische gegevens worden bewaard te Brussel en de verschillende Comités hebben enkel toegang tot hun eigen gegevens. De dossiers worden zoals vroeger geïdentificeerd met de NIS-code van de gemeente, gevolgd door het dossiernummer met dien verstande dat de onteigenende overheid niet meer in de identificatie maar wel in de metadata wordt opgenomen. Het systeem is gebruiksvriendelijk en functioneel, maar men mag zeker niet vergeten de nodige aandacht te besteden aan de beveiliging en duurzaamheid van deze elektronische poort die voortaan de enige niet-chronologische toegang biedt tot de akten en de dossiers. De registers (of losse rekeningen) van de aankopen worden immers niet meer bijgehouden op papier, behalve wanneer het gaat over gerechtelijke onteigeningen. De databank kan enkel worden overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief maar ze zal kunnen worden geraadpleegd in alle vestigingen van het Rijksarchief en uiteraard door de Comités zelf. Ordening De Comités hebben geen echt ordeningsplan maar beschikken voor de dossiers van aankopen wel over een ordeningssysteem, dat sinds het ontstaan van de Comités nauwelijks gewijzigd is. Grosso modo kan men doorheen de jaren drie grote systemen onderscheiden waarmee de dossiernummers werden toegekend:

vóór 1966: het nummer bestaat uit het NIS-nummer van de gemeente / het nummer van het algemeen/ bijzonder dossier.

van 1966 tot 2006: NIS-nummer van de gemeente / acroniem van de koper/ nummer van het algemeen dossier / nummer van het bijzonder dossier

vanaf 2006: alle Comités maken gebruik van de CDB-software; het acroniem van de koper is niet meer onontbeerlijk voor de identificatie en de ordening. Sommige Comités gebruikten al veel eerder een informaticasysteem: deze plaatselijke aanpak moet door de rijksarchivaris van het betrokken ambtsgebied worden bekeken in overleg met de voorzitter van het Comité.

Page 26: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

24

De akten en repertoria zijn over het algemeen ingebonden en worden bewaard in chronologische reeksen. De akten van de ontvangers van Registratie en Domeinen vormen een aparte reeks.

B. SELECTIE VAN HET ARCHIEF

Archiefbewaring dient een drievoudig doel: ze biedt de overheden op lange termijn rechtszekerheid en de mogelijkheid hun rechten te verdedigen; ze stelt de overheden in staat hun beslissingen te rechtvaardigen ten aanzien van de burger, waarbij transparantie en naleving van de wettelijke procedures worden gewaarborgd, en ze verschaft de toekomstige generaties het nodige bronmateriaal voor de geschiedschrijving. Een wettekst, een eigendomstitel, een schuldvordering, een administratieve of gerechtelijke akte kunnen zeer lang gevolgen hebben, ook lang nadat ze zijn uitgedoofd. Voor een aantal categorieën documenten bestaat geen enkele twijfel dat ze eeuwigheidswaarde bezitten, maar voor een grote massa documenten is het soms niet duidelijk welk lot hen moet worden toebedeeld: het gaat dan over voorbereidende stukken, bewijsstukken, rekeningen waarvoor kwijting werd verleend, verslagen, briefwisseling of documentatie die ambtenaren bij het uitoefenen van hun functie hebben verzameld. De termijn van administratieve bruikbaarheid van deze stukken is tamelijk kort en overschrijdt zelden 30 jaar. Ze hebben dan wel geen bewijskracht zoals authentieke akten, maar ze kunnen vaak toch helpen om bepaalde daden van de administratie en diens relatie met de burger beter te begrijpen. Laat ons ter verduidelijking het voorbeeld nemen van het notariaat. Notarisakten hebben een belangrijke bewijskracht: ze bevatten informatie die essentieel is voor het waarborgen van de rechten van de betrokken partijen en de wet voorziet dan ook uitdrukkelijk dat de notaris ze moet overdragen aan zijn rechtsopvolger en dat ze nadien moeten worden neergelegd bij het Rijksarchief, zonder beperking in de tijd. Het zijn echter zeer vormelijke stukken en ze geven zelden informatie over de onderliggende motiveringen van de betrokken partijen. Om het fijne van de zaak te kennen zou men privédocumenten moeten kunnen raadplegen, zoals briefwisseling van een familie, ofwel de klantendossiers van de notaris moeten kunnen inkijken, maar hij is niet verplicht deze te bewaren. Voor de Comités kunnen de selectiecriteria worden voorgesteld die ook gelden voor notarissen. De akten van aan-en verkoop en de repertoria moeten integraal worden bewaard en na 75 jaar worden overgebracht naar het Rijksarchief. De archieftoegangen die het mogelijk maken de akten terug te vinden moeten eveneens integraal worden bewaard, ongeacht hun vorm of drager. Ze moeten worden overgebracht zodra ze zijn voorbijgestreefd en in ieder geval ten laatste samen met de akten waarop ze betrekking hebben. Voor de andere reeksen kan worden overgegaan tot schoning of tot selectie. Volgende argumenten pleiten voor een gedeeltelijke bewaring van de dossiers:

- Het is moeilijk een oordeel te vormen over de deugdelijkheid waarmee de dossiers werden bewaard door de onteigenende overheden, de gemeenten, de provincies, de besturen en de overheidsinstanties.

- Het Comité is de enige instantie die de dossiers op geografische basis bewaart.

Page 27: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

25

Een groot deel van de definitieve informatie kan overigens worden teruggevonden in de authentieke akten: het is dus niet nodig alle dossiers - met hun stereotiepe inhoud - te bewaren. We opteren voor een definitieve bewaring van de algemene aankoopdossiers nadat deze werden geschoond en geselecteerd. De bijzondere aankoopdossiers, de verkoopdossiers, de dossiers met gerechtelijke onteigeningen en de dossiers over het beheer van onroerend goed moeten deels worden bewaard. Dossiers die minstens 40 jaar geleden werden afgesloten moeten samen met hun registers en de bijbehorende steekkaarten elke tien jaar naar het Rijksarchief worden overgebracht. Voor de criteria voor schoning kan men zich baseren op een interne instructie van het Comité van Charleroi . De selectiecriteria voor de bijzondere aankoopdossiers zijn kwalitatief van aard: alle dossiers over grote infrastructuurwerken aan havens, luchthavens, spoorwegen, militaire installaties of over markante onroerende goederen worden op basis van de leggers en in overleg met het Comité aangeduid voor blijvende bewaring. Alle overige dossiers en dossiers zonder gevolg kunnen vernietigd worden. Voor de verkoopdossiers en ramingsdossiers wordt geopteerd voor de definitieve bewaring van ramingen van markante onroerend goederen . De mogelijkheid bestaat om deze criteria voor dossiers uit de periode vóór 1950 niet (of minder strikt) toe te passen en dus alles (of meer) te bewaren. Belangrijkste argumenten zijn de geringe omvang van archieven uit die periode en de afwezigheid (zo werd de Wet op de Stedebouw in 1962 afgekondigd) of het verlies (bij andere overheden) van alternatieve bronnen. Bovendien kunnen de dossiers interessante informatie bevatten over de twee wereldoorlogen en de daaropvolgende heropbouw. Nader onderzoek zal echter moeten aantonen of en in hoeverre die keuze gemaakt moet worden.

Page 28: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ...arch.arch.be/docs/surv-toe/TT-SL/fed/aankoopcomites_SD_2014.pdf · 9 LIJST VAN BRONNEN EN WERKEN A. BRONNEN ADMINISTRATIE

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN

ARCHIVES GÉNÉRALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ÉTAT DANS LES PROVINCES

ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN

TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI

140

FOD FINANCIËN

Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie

Comités tot aankoop van onroerende goederen

Voorbereidend studiedossiervan de archiefselectielijst

April 2014

door

Emmanuel BODART en Michel TRIGALET

Brussel – Bruxelles2014

5402