Provinciale Staten van Overijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P6/^0>M/10JL Dat. ontv.: 15 DEC 2014 Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. nl KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121 Inlichtingen bij dhr. J. Neimeijer telefoon 038 499 70 61 [email protected]Onderwerp: Agro&food in Overijssel: innovatie en duurzame productie Datum 09.12.2014 Kenmerk 2014/0315718 Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel: Bijlagen I. Verslagen rondetafels agro&food Inleiding De agro&foodketen maakt een transitie door naar duurzaamheid. Deze transitie is voor Overijssel belangrijk omdat de keten grote economische waarde vertegenwoordigt en belangrijke omgevingskwaliteiten in een fysiek en mentaal verstedelijkende omgeving levert. Ook op mondiale schaal is deze Overijsselse transitie relevant omdat gevonden oplossingen bruikbaar zijn in andere verstedelijkende delta's wereldwijd en ons daarmee een krachtig exportproduct in handen geeft. De raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) beschouwt verduurzaming als noodzakelijk voor behoud van de "license to operate" en voor behoud van een sterke concurrentiepositie van de agro&food sector (advies: Ruimte voor duurzame landbouw, RLI: maart 2013). Nu al kenmerkt Overijssel zich door een hoge primaire productie in een technisch rijke omgeving. Samen met anderen wil de provincie een klimaat creëren waarin, ondernemers, burgers, maatschappelijke organisaties en de overheid de innovatiekracht en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving versterken, zodat de toegevoegde waarde van de agro&foodsector nog verder groeit. Duurzaam is daarbij het sleutelwoord. Het betekent groei, waarbij een goede economische basis, zorg voor de leefomgeving en de wens van de consument elkaar versterken. Europa zet met Horizon 2020 en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in op verduurzaming en meer ondernemerschap in deze sector. Met de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij en de Alliantie Duurzame Voeding hebben de sector, maatschappelijke partners en overheden een ambitieuze agenda uitgerold om te komen tot een volledig duurzame veehouderij in 2023. De agro&foodsector is een belangrijke pijler onder de regionale economie van Overijssel. De sector is goed voor 10% van de toegevoegde waarde en 6,8% van de werkgelegenheid in onze provincie. In de economische regio Zwolle is de agro&foodsector de grootse werkgever onder de topsectoren. Één op de drie vrachtwagens in Overijssel rijdt met agro&foodproducten. Datum verzending 1 2 DEC. 2014 provincie verijsse!
36
Embed
Agro&food in Overijssel: innovatie en duurzame productie.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Provinciale Staten van Overijssel
PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P 6 / ^ 0 > M / 1 0 J L
Onderwerp: Agro&food in Overijssel: innovatie en duurzame productie
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
1
Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel:
Bijlagen I. Verslagen rondetafels agro&food
Inleiding
De agro&foodketen maakt een transitie door naar duurzaamheid. Deze transitie is voor Overijssel belangrijk omdat de keten grote economische waarde vertegenwoordigt en belangrijke omgevingskwaliteiten in een fysiek en mentaal verstedelijkende omgeving levert. Ook op mondiale schaal is deze Overijsselse transitie relevant omdat gevonden oplossingen bruikbaar zijn in andere verstedelijkende delta's wereldwijd en ons daarmee een krachtig exportproduct in handen geeft. De raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) beschouwt verduurzaming als noodzakelijk voor behoud van de "license to operate" en voor behoud van een sterke concurrentiepositie van de agro&food sector (advies: Ruimte voor duurzame landbouw, RLI: maart 2013). Nu al kenmerkt Overijssel zich door een hoge primaire productie in een technisch rijke omgeving. Samen met anderen wil de provincie een klimaat creëren waarin, ondernemers, burgers, maatschappelijke organisaties en de overheid de innovatiekracht en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving versterken, zodat de toegevoegde waarde van de agro&foodsector nog verder groeit. Duurzaam is daarbij het sleutelwoord. Het betekent groei, waarbij een goede economische basis, zorg voor de leefomgeving en de wens van de consument elkaar versterken. Europa zet met Horizon 2020 en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in op verduurzaming en meer ondernemerschap in deze sector. Met de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij en de Alliantie Duurzame Voeding hebben de sector, maatschappelijke partners en overheden een ambitieuze agenda uitgerold om te komen tot een volledig duurzame veehouderij in 2023.
De agro&foodsector is een belangrijke pijler onder de regionale economie van Overijssel. De sector is goed voor 10% van de toegevoegde waarde en 6,8% van de werkgelegenheid in onze provincie. In de economische regio Zwolle is de agro&foodsector de grootse werkgever onder de topsectoren. Één op de drie vrachtwagens in Overijssel rijdt met agro&foodproducten.
Datum verzending 1 2 DEC. 2014 provincie verijsse!
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
2
De toegevoegde waarde in de sector concentreert zich in de steden: het meeste geld wordt (daarmee) verdiend in met name de toeleverende en verwerkende industrie, de handel en distributie. De primaire sector blijft een essentiële schakel in de keten en levert regionale diensten op het gebied van recreatie en beheer van natuur, landschap en water en is daarmee van belang voor de kwaliteiten en gebruiksmogelijkheden van het landelijk gebied. Deze kwaliteiten en gebruiksmogelijkheden staan centraal in de Omgevingsvisie van de provincie. Blijven inspelen op ontwikkelingen in de sectoren zelf als ook op de transitie van de keten geeft daarom aanleiding actief beleid te voeren in het agro&fooddomein.
Ook internationaal is er veel aan de hand. De wereldwijde vraag naar voedsel breidt zich uit, zowel in volume als in kwaliteit. Veranderende consumentenwensen en veranderend Europees en nationaal beleid zetten de agro&foodketen sterk in beweging. Consumenten leveren hun invloed via de verkooppunten en bepalen daarmee (indirect) het marktaandeel. Het is voor alle onderdelen uit de keten zaak de gestelde uitdagingen gezamenlijk én in samenwerking op te pakken.
De vraag die in deze beleidsbrief aan de orde is, is wat voor de provincie Overijssel de meest kansrijke aanpak is voor het tot stand brengen van de transitie naar duurzaamheid om daarmee de toegevoegde waarde van de agro&foodsector te laten groeien en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving te versterken.
Om de dialoog hierover aan te gaan, organiseerde de provincie de afgelopen maanden inspirerende en enthousiasmerende rondetafelgesprekken over de toekomst van de agro&foodketen. Een aantal leden van uw Staten is hierbij aanwezig geweest. Belangrijke uitkomst van de rondetafelgesprekken is het tweeledige verzoek aan de provincie om richting én ruimte te geven. Richting, door heldere kaders te stellen op het gebied van fysieke, economische en sociale waarden die gehandhaafd of versterkt moeten worden. Ruimte, door ondernemers uit te (blijven) dagen en hen te faciliteren in de innovaties die zij beogen. Door hierop een consistente visie uit te dragen waarin verantwoordelijkheden helder zijn verdeeld, ontstaat houvast om toekomstbestendige keuzes te kunnen maken. Deze beleidsbrief verwoordt onze visie in die richting. Wij zien ons hierin gesterkt door het in de rondtafel-gesprekken veelvuldig gedeelde vertrekpunt dat er in Overijssel al heel veel dingen goed gaan!
Foto 1 Af af I 3 k o 0 \
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
3
Over de aanpak van de rondetafelgesprekken en de centrale vraagstelling hebben wij u afgelopen zomer geïnformeerd (PS/2014/619). Wij kondigden toen aan u in december 2014 een inhoudelijk voorstel op hoofdlijnen aan te bieden voor de actualisatie van het agro&foodbeleid en de uitvoering van uw moties. Uw 8 moties die betrekking hebben op de agro&foodsector zijn Ml Veltkamp, M3 Gerlofsma, M i l Van der Bent, M15 Hermans es, M16 Hermans es (PS 19 september 2012), M6 van der Vegte es (PS 14 november 2012), M14 Futselaar (PS 3 juli 2013) en MV Hermans es (PS 19 februari 2014). De thema's die in de moties aan de orde komen, vindt u terug in deze beleidsbrief: volksgezondheid, beleid en instrumentenset na intrekking van de reconstructiewet, robuustheid van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO), vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (VAB's), antibioticagebruik en grootschalige IV bedrijven.
Wij hebben de verzoeken die u in uw moties verwoordde richtinggevend bij de gezamenlijke visieontwikkeling betrokken en de beantwoording van de moties geïntegreerd in het agro&foodbeleid dat wij in deze brief op hoofdlijnen beschrijven. Een verdere uitwerking zal plaatsvinden in nieuw uitvoeringsbeleid agro&food en in het kader van de revisie van de Omgevingsvisie waarin transitie agro&food één van de vier thema's is.
Hieronder schetsen wij eerst de belangrijkste trends en ontwikkelingen die de dynamiek in en rond de agro&foodketen bepalen. Vervolgens schetsen wij onze visie op de ontwikkeling van de agro&foodketen in Overijssel. Tot slot schetsen wij de beleidsuitgangspunten om de realisatie van de visie te ondersteunen.
Trends en ontwikkelingen De agro&foodketen is momenteel sterk in beweging, zowel bij de primaire producenten als bij de voedselverwerkers. De dynamiek strekt zich uit over een groot gebied en betreft met name het wereldvoedselvraagstuk, de veranderende consumenteisen, de voortdurende interactie met de leefomgeving en de veranderende (internationale) wet- en regelgeving.
• De veranderende wereldvraag naar agro&foodproducten hangt samen met de groei van inkomens en de daaraan gekoppelde vraag naar vlees en luxere landbouwproducten. Op wereldschaal is een differentiatie in de groei van de inkomens te zien en zal de vraag naar hoogwaardig voedsel structureel hoog blijven.
• Consumenten in de regio, in Nederland en in de wereld worden kritischer op de kwaliteit, de verwerking en de logistiek van agro&foodproducten. De aandacht gaat hierbij uit naar betrouwbaarheid en herkenbaarheid en naar thema's als gezond voedsel, dierenwelzijn en zorg voor het milieu. Al deze aspecten geven aanknooppunten om de regionale agro&foodmarkt verder te versterken.
• Een grote uitdaging blijft de sterke inherente interactie die de landbouw, toeleveranciers en voedselverwerkers hebben met de leefomgeving. Dit speelt zowel op wereldschaal, bij de aanpak van de klimaatverandering en het verkleinen van de ecologische footprint, als op regionaal niveau, bij de zorg voor het landschap, het verbeteren van de waterkwaliteit, de natuurkwaliteit en de volksgezondheid.
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Tegelijkertijd verandert de regelgeving, vooral voor de primaire producenten. Twee belangrijke Europese veranderingen in het landbouwbeleid zijn de recente veranderingen in de inkomenssteun vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de opheffing van het melkquotum in 2015. Overijssel zal merken dat veel bedrijven minder EU-inkomenssteun krijgen. Aan de andere kant wordt het melkquotum opgeheven, waarna er geen boete meer geheven kan worden op teveel geproduceerde melk. Deze verandering is voor Overijssel van belang, omdat de melkveehouderij een belangrijke sector is. Verdwijnen van het melkquotum betekent dat de productie verhoogd kan worden, mits aan milieurandvoorwaarden wordt voldaan. De discussie over de aanpassing van de Melkveewet, die mede over deze randvoorwaarden gaat, loopt momenteel in de Tweede Kamer. Deze discussie kan leiden tot nieuwe eisen ten aanzien melkproductie.
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
4
Visie
Stip op de horizon
We zien een agro&foodketen die bijdraagt aan de regionale economie en regionale diensten levert op het gebied van recreatie en het beheer van natuur, landschap en water. Het gebruik van hightech-systemen en -materialen en een efficiënt energie- en watermanagement maakt de Overijsselse agro&foodketen in mondiaal perspectief aantrekkelijk als leverancier van geïntegreerde oplossingen. Het wereldwijde voedselvraagstuk van verstedelijkende delta's vertegenwoordigt in deze een belangrijke vraag. De innovatieve en concurrerende agro&foodketen zoekt productiemethoden die de kwaliteiten van ruimte, water, bodem en lucht versterken en waarin kringlopen zich sluiten. Door in harmonie met de omgeving en omwonenden te produceren werkt de agro&foodketen voordurend aan haar'licence to produce'.
Ambitie
We stellen de duurzame ontwikkeling van de agro&foodketen centraal. Samen met bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere maatschappelijke partijen willen we daarin koploper zijn en Overijssel positioneren als proeftuin en etalage voor duurzame ontwikkeling en nieuwe keten-concepten. Om hiermee de concurrentiepositie van de gehele keten te versterken en de kwaliteit van de leefomgeving te vergroten.
Proeftuin
Om de ambitie van Overijssel als proeftuin in te vullen, willen we in Overijssel een klimaat creëren waarin de innovatiekracht van de agro&foodketen en de kwaliteit de toegevoegde waarde van de agro&foodsector groeit en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving versterkt wordt. Door ondersteuning van innovatieve ontwikkelingen met experimenteerruimte, netwerk en geld helpen we deze ontwikkelingen uitgroeien tot producten of nieuwe concepten in de keten. Hiermee vergroten we de concurrentiekracht van onze ondernemers en anticiperen we tegelijk op veranderingen in consumentengedrag en leefomgevingsvraagstukken, zowel mondiaal, als regionaal.
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
De proeftuin herbergt ook een excellente kennisinfrastructuur die het via innovatiecentra en kennisbijeenkomsten voor ondernemers mogelijk en aantrekkeijk maakt om te delen in de nieuw ontwikkelde inzichten en concepten en deze ook toe te passen. Hiervoor worden bestaande verbindingen met kennisinstellingen op het gebied van agro&food (bijv. WUR en CAH), maar nadrukkelijk ook met de Universiteit Twente versterkt. Waar mogelijk wordt aangesloten bij de landelijke TOP-sector agri&food en initiatieven van Food Valley NL. Hiermee wordt daadwerkijk invulling gegeven aan de verduurzaming van de agro&foodsector.
Uiteraard hanteert de agro&foodketen de wettelijke eisen die worden gesteld ten aanzien van voedselveiligheid, volksgezondheid, invloed op omgeving en dierwelzijn en wordt gebruik gemaakt van de best beschikbare technieken (BBT). Dat geldt ook onder het proeftuinregime.
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
5
Beleidsuitgangspunten Agro & Food
Wij blijven inzetten op een evenwichtige ontwikkeling van economie en zorg voor volksgezondheid en de leefomgeving: bedrijven krijgen de ruimte om te ondernemen en het innovatief vermogen te versterken terwijl de kwaliteiten van leefomgeving verbeteren voor de andere gebruikers. De ambitie is onverminderd hoog: Overijssel wil koploper zijn en blijven, zowel in de transitie naar een duurzame agro&foodketen als in de ontwikkeling naar een nieuwe rolinvulling van de overheid.
Met de keuze voor de 'proeftuin Overijssel' staat ondernemerschap en innovatie in de agro&foodketen centraal. Het is aan de keten en de deelnemende bedrijven om innovaties te initiëren en uit te voeren, om bewust om te gaan met hun omgeving en om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.
De provincie is daarbij innovatieaanjager. Met inzet van kennis(infrastructuur), financiële ondersteuning, dialoog, duidelijkheid over kaders en ontwikkelingsrichting en ruimte voor innovatief ondernemerschap, willen wij de transitie in de keten en binnen de bedrijven versnellen. Daarnaast blijven we kwalitatief sturen op versterking van omgevingskwaliteit, faciliteren we het permanente gesprek over maatschappelijk verantwoord ondernemen en handhaven we de wet- en regelgeving. Onze inzet focust zich op de volgende drie deelaspecten: marktgericht, leefomgevingsgericht en gebiedsgericht.
Marktgericht
We dagen de hele agro&foodketen uit te innoveren richting duurzame productie, verwerking en verkoop. Het leggen van 'cross-overs' tussen onderdelen van de agro&foodketen en met andere sectoren buiten de keten komt uit de ronde tafels naar voren als een belangrijke aanjager van innovatie. Integratie binnen de keten is nog geen vanzelfsprekendheid. High-Tech Systemen en Materialen (HTSM) en Biobased economy (BBE) zijn kansen om via crossovers een innovatief klimaat te scheppen. Dit is des te interessanter, omdat de HTSM-wereld veel meer gericht is op de wereldmarkt. Cross-overs in het algemeen, en die met de HTSM-sector en BBE in het bijzonder, kunnen vastgeroeste patronen doorbreken.
Overijssel heeft veel ervaring met ontwerpateliers, die ook voor dit doel ingezet kunnen worden. Door brede samenwerkingsverbanden op te zoeken en bij groei of vernieuwing een verduurzamingssprong te maken, verbindt de ondernemer zich meer en meer met de maatschappij en consument en de gewenste omgevingskwaliteit. De provincie wil hiervoor een platform creëren en met kennisfaciliteiten, ondersteuning met Europese fondsen, revolving funds om risico's af te dekken, en co-financiering van innovatietrajecten en proeftuinprojecten innovaties actief ondersteunen.
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum 09.12.2014
Kenmerk 2014/0315718
Pagina
6
Voorbeeld innovatie agro&food: Windstreekstal Windstreek is een integraal duurzaam stalconcept met aandacht voor dierenwelzijn, milieu en gezondheid, werkplezier, toegankelijkheid en landschappelijke inpassing, Windstreek betekent een sprong voorwaarts ten opzichte van bestaande stalsystemen voor vteeskuikens.
Het consortium omvat de belangrijkste bedrijven voor de marktontwikkeling, de technische realisatie en de landschappelijke inpassing. Ingezet wordt op het realiseren van nieuwe partnerschappen op het gebied van systeemintegratie. Daarvoor wordt ook samenwerking gezocht met maatschappelijke organisaties en bedrijven in de fiele keten. Door deze unieke combinatie wordt een forse duurzame stap gezet en is het voor de kippenboer mogelijk om dezelfde of verbeterde marges te behaten. Daarnaast kan het concept Windstreek worden geëxporteerd waardoor toeleverende bedrijven hun omzet kunnen vergroten.
Met name de verschuiving van eenzijdige volumeproductie en kostprijsreductie naar specialisatie en waardevermeerdering, wordt als kansrijk gezien voor het behouden van een sterke concurrentiepositie. We onderstrepen de primaire verantwoordelijkheid van de ondernemer voor zijn bedrijfsvoering en de toekomst van zijn bedrijf. Een kernpunt hierbij is het kleine aantal retailorganisaties dat tussen productie en verkoop zit. Veranderingen in de retail werken groot door in de hele keten. Dit vraagt van de retailorganisaties een verantwoordelijke houding jegens verduurzaming en een vooruitziende blik en maakt directere product-marktcombinaties voor specifieke producten mogelijk interessant. De provinciale inzet om de duurzaamheid van de agro&foodketen te versterken is daarom gericht op het faciliteren van innovatie door marktpartijen. De provincie bedenkt die innovaties niet zelf, maar creëert de omstandigheden, formuleert samen met de sector de innovatieagenda en verschaft duidelijkheid over provinciale accenten en barrières (bijvoorbeeld in regelgeving). Verdere invulling van de faciliterende rol zal plaatsvinden in de ontwikkeling van nieuw uitvoeringsbeleid agro&food. Provinciale accenten in de innovatieagenda zijn:
Agro&food met meerwaarde in de markt en voor omgevingskwaliteiten Nieuwe product-marktcombinaties Cross-overs naar andere sectoren Volksgezondheid, dierenwelzijn en dierziektes Klimaatbestendigheid, biobased en het sluiten van kringlopen Daarnaast wil de provincie een betere aansluiting van onderwijs bij de markt stimuleren om kennis en kwaliteit van de toekomstige ondernemers aan te laten sluiten bij de innovaties.
In de proeftuin voor agro&food willen we voorlopers de ruimte geven. Om belemmeringen voor innovaties weg te nemen zet de provincie bij de revisie van de omgevingsvisie in op: • Maximale ruimte voor experimenten passend binnen de verordening. • Helderheid over regelgeving waarvan niet afgeweken kan worden, bijvoorbeeld omdat
ze rechtstreeks voortvloeien uit Europese kaders. • Duidelijkheid over maatschappelijke en (lokale) fysieke opgaven die kansen bieden voor
de sector om op te anticiperen. • Inzet op doorontwikkeling van (Europese) regelgeving richting duurzame groei (GLB,
ecosysteemdiensten)
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
7
Leefomgevingsgericht
We willen iedereen uitdagen de zorg voor de leefomgeving op te pakken. Ieder draagt daaraan naar eigen vermogen bij. Het betekent het behouden van een goede basiskwaliteit voor mens en natuur door vermindering van de afwenteling van agro&foodbedrijven. Het betekent investeren in de omgeving en verduurzaming van de bedrijfsprocessen, bijvoorbeeld bij uitbreiding van bedrijven. Het betekent werken aan de omgeving door en met de inwoners waaronder in letterlijke zin het onderhouden van landschapselementen.
Voorbeeld innovatie agro&food: Aquatische Biomassa keten De doelstelling van het project "Aquatische Biomassa Keten" Is het op gang brengen van een keten voor teelt, verwerking en toepassing van aquatische biomassa. Zo'n keten bestaat op dit moment nog niet in Noordwest Europa. In het project zal eendenkroos (Lemna) en kroosvaren (Azolia) worden geteeld op natte gronden en verwerkt tot halffabricaten waarmee nieuwe grondstoffen voor industriële lijmen, veevoeder en menselijke voedingsmiddelen kunnen worden gemaakt Door een aanzienlijke opschaling is voldoende biomassa beschikbaar voor een economisch rendabele verwerking. Daarbij wordt de opgedane kennis over teelt en oogst verwerkt in een cursus, die bij voldoende animo wordt aangeboden bij agrariërs en mogelijk ook aan regulier vvgroen" onderwijs.
Volksgezondheid heeft onze hoogste prioriteit, de Wet Dieren zal i.e. de wettelijke basis vormen. We kiezen niet voor een ruimtelijke zonering voor de borging van volksgezondheid, omdat het niet duidelijk is welke afstandsrelaties er zijn. Hoewel hierover landelijk onderzoek is geïnitieerd, verwachten wij niet op korte termijn eenduidige resultaten die een voldoende onderbouwing voor (ruimtelijke) ingrepen opleveren. Wij stimuleren en ondersteunen de dialoog tussen landbouwbedrijven en hun buren over leefomgevingsaspecten, waaronder volksgezondheid. Een dialoog die bijdraagt aan maatschappelijk draagvlak, sociale cohesie, elkaar aanspreken op activiteiten en versterking van de gerichtheid van bedrijven op leefomgevingsaspecten.
Van de bedrijven verwachten wij dat zij hun bedrijfsvoering blijven verbeteren om risico's voor de volksgezondheid te verkleinen, bijvoorbeeld door:
• Dierziekten te voorkomen;
• Transport van ziektekiemen uit bedrijven te voorkomen;
• Uitstoot van stoffen uit bedrijven terug te dringen;
• Vroegtijdige betrokkenheid van gezondheidsdiensten (GGD) bij bedrijfsontwikkeling op agro&foodbedrijven;
• Medicijngebruik (o.a. antibiotica) terug te dringen.
Bij vergunningverlening en handhaving gaan we uit van de nationale wet- en regelgeving én de toepassing van de beste beschikbare techniek (BBT) om de innovaties breed te laten landen en een gelijk speelveld te handhaven. De nieuwe nationale Omgevingswet gaat hierop in 2018 inspelen en maakt (integrale) afwegingen eenvoudiger. Provincie Overijssel geeft nu al richting aan de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen op basis van de catalogus gebiedskenmerken. De Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving is hierbij een stevig en beproefd instrument om gewenste ruimtelijke kwaliteitsontwikkeling rond agrarische bedrijven te realiseren.
provincie \y. verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
8
Wij zien voor de primaire sector meer mogelijkheden voor een natuurinclusieve ontwikkeling van bedrijven in de agro&foodketen, bijvoorbeeld door voorzieningen voor vleermuizen, vogels en insecten op gebouwen en het behoud van 'verloren' hoekjes van erven en landerijen die van essentieel belang zijn voor soorten van het agrarisch gebied (al dan niet met steun van Agrarisch Natuurbeheer, subsidie Groen Blauwe Diensten of concepten als'natuurboeren'). Van oudsher is er immers een nauwe relatie tussen voedselproductie en natuur. Tegelijk versterkt dit de aantrekkelijkheid van het agrarisch gebied voor recreatie. Een dynamische en innovatieve sector anticipeert op wensen en kansen uit de samenleving en incorporeert gebiedsspecifieke kwaliteiten in haar bedrijfsvoering.
Gebiedsgericht
We pakken de uitdaging op om de verschillende activiteiten in een gebied in samenhang met elkaar te laten functioneren, zodanig dat het geheel op een goede wijze functioneert. We zien het integreren van de verschillende functies in gebieden als een provinciale kerntaak. We voorzien een verdere groei in de bedrijfsomvang in de landbouw, met ondernemers die een agrarisch productielandschap rond hun bedrijf verkiezen om te produceren voor de wereldmarkt. Een ander deel kiest bewust voor regionale markten en verbreding naar niet-agrarische inkomensbronnen.
De huidige kwalitatieve sturing en ruimte voor bedrijfsontwikkeling in het provinciaal beleid, met de nadruk op ruimtelijke kwaliteit en het anticiperen op maatschappelijke en gebiedsgebonden opgaven, ondersteunt de agro&foodketen in den brede. Dit blijkt ook uit de rondetafelbijeenkomsten. Innovatieve en verbrede vormen van landbouw zijn bij uitstek geschikt om te anticiperen. Op deze weg van kwalitatieve sturing en anticiperen, willen we doorgaan. Het adagium 'zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik' is voor de agro&foodsector ook innovatief ruimtegebruik, bijvoorbeeld in de omgang met vrijkomende agrarische bedrijven, functiecombinaties en het leveren van maatschappelijke diensten.
Sturing op ruimtelijke kwaliteit verbindt economische ontwikkelingen met versterking van de regionale identiteit en de ruimtelijke kwaliteit. Deze sturing, vormgegeven met de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving, blijkt in de praktijk goed te werken. Evaluatie van het kwalitatieve toetsingskader in de Omgevingsvisie, Omgevingsverordening en de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) heeft tot de conclusie geleid dat nu en in de toekomst het instrumentarium voldoende robuust is om tot een goede balans te komen tussen vergroting van agrarische erven en kwaliteitswinst.
Voorbeeld innovatie agro&food: Natuurboeren uit de buurt
Natuurboeren uit de Buurt hebben een nieuwe productketen ontwikkeld voor rundvlees en zijn bezig met de ontwikkeling van een nieuwe zuivelketen, De basis van de nieuwe keten is bet beleefbaar maken van het product en de productiewijze. De producten onderscheiden zich van buikproducten door een verbeterde smaak, maar ook door de unieke productiewijze. Waarbij de zorg voor de dieren, de variatie aan grassen en kruiden, de gematigde bemesting belangrijke uitgangspunten zijn. Met de ontwikkeling van deze smaakvolle producten die bijdragen aan biodiversiteit en natuurbeheer, hebben deze natuurboeren hun positie als 'plattelandsondernemers' weten te versterken.
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Datum
09.12.2014 Kenmerk
2014/0315718 Pagina
9
Diverse maatschappelijke en fysieke opgaven bieden kansen waarop de sector kan of zal moeten anticiperen. Voorbeelden zijn klimaatadaptatie (zoals omgang met toenemende droogteperiodes en wateroverlast), grondwater- en drinkwaterbescherming, schaal van het landschap, nabijheid van steden en burgerbewoning in het landelijk gebied, waterkwaliteit, energieproductie en (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer. Met kennis, ondersteuning bij het opstellen van bussiness cases, experimenteerruimte en scherpte in de gebiedsgebonden waarden en opgaven willen wij de proeftuin Overijssel invullen en ondersteuning en richting geven aan versterking van toekomstvaste ontwikkeling van de sector en landbouwbedrijven. Hiermee ontstaat gaandeweg een instrumentarium, dat kan worden benut in het kader van de revisie van Omgevingsvisie. Bij de inzet van kavelruil en landinrichtingsinstrumentarium willen we focussen op innovatieve bedrijfsontwikkeling met meerwaarde voor de gebiedsgebonden waarden, op daarvoor passende locaties.
In 2016 eindigt het provinciale reconstructieplan. Wij willen bij de revisie van de Omgevingsvisie de reconstructieplanzonering opheffen. LOG's en extensiveringsgebieden vervallen daarmee als gebiedscategorieën. LOG's kunnen vervallen omdat er voldoende bestaande locaties zijn met ontwikkelingsmogelijkheden. Om de geboekte milieuwinst in de extensiveringsgebieden te behouden zullen wij de milieueffecten van bedrijfsontwikkelingen nabij gevoelige natuur op voornoemde ontwikkeling kritisch volgen. We verwachten dat toepassing van de PAS voldoende waarborgen biedt om de winst van de reconstructie vast te houden.
VAB's
Het volume vrijkomende agrarische bebouwing (VAB's) zal de komende jaren snel toenemen. Wij zien bedrijfsgebouwen als productiemiddel en de VAB's als laatste stap in de levenscyclus van een productieproces. Verduurzaming betekent ook dat gelijk aan het begin van de levenscyclus duidelijk is hoe het einde eruit ziet en hoe het gefinancierd wordt. De omgang met VAB's is daarom primair de verantwoordelijkheid van sector en ondernemers. Gebouwen die zonder vervolgfunctie leeg blijven staan zal de eigenaar zelf moeten beheren of slopen. Om niet steeds opnieuw in dezelfde problematiek van verouderde leegstaande stallen te geraken, is een regionale aanpak nodig en voor nieuwe bedrijfsgebouwen een expliciete koppeling tussen bouw en sloop.
Het provinciaal beleid biedt ruimte voor hergebruik of herbestemming. Gemeenten zijn op zoek naar kansen en kaders om de economische potentie te benutten en een aantrekkelijk platteland te versterken. Daarbij zijn, gezien de omvang van de te verwachten leegstand en de relatief beperkte beschikbaarheid van nieuwe functies, keuzes ten aanzien van locaties en functies nodig, mede in relatie tot leegkomend vastgoed in de stedelijke omgeving. Want het bieden van ontwikkelruimte voor nieuwe functies in het landelijk gebied kan gevolgen hebben voor locaties in bestaand bebouwd gebied, waar al leegstand is, en voor bestemde terreinen die braak blijven liggen. Aspecten die een rol kunnen spelen bij de keuzes voor invulling van VAB's zijn bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden, meerwaarde voor andere gebiedsopgaven, beperking van toename van mobiliteit rond herbestemde VAB's en de relatie met stedelijke herstructurering en herbestemmingen. De primaire verantwoordelijkheid voor de locatie- en functiekeuzes voor VAB's ligt bij de gemeenten.
Bij de revisie van de Omgevingsvisie zullen wij de aspecten die een rol spelen bij de keuzes rond hergebruik en herbestemming van VAB's nader uitwerken, waaronder de relatie met de stedelijke opgaven. Tevens zullen wij bezien of de gemeentelijke aanpak van VAB's tot aanpassing van onze kaders aanleiding geeft.
provincie verijssel
Actualisatie agro&foodbeleid en behandeling moties landelijk gebied
Ten slotte Deze beleidsbrief schetst onze visie en beleidsuitgangspunten voor Agro & Food. Wij hebben daarin de verzoeken uit de 8, voor agro&food relevante, moties geïntegreerd.
Uw verzoeken in de moties ten aanzien van volksgezondheid, beleid en instrumentenset na intrekking van de reconstructiewet, robuustheid van de Kwaliteitsimpuls GroeneOmgeving, vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, antibioticagebruik en grootschalige IV bedrijven zijn daarmee onderdeel geworden van samenhangend beleid op hoofdlijnen voor de hele agro&food-sector. Een proeftuin agro&food met meerwaarde voor samenleving en gebiedskwaliteiten vraagt om ruimte om te ondernemen en duidelijke kaders, richting en instrumentatie (spelregels) om toekomstbestendig te investeren. De uitwerking hiervan vindt plaats in het kader van de revisie Omgevingsvisie.