Regio Oost Editie mei 2015 NIEUWS & ADVIES VOOR AKKERBOUW GB-monitor: hulp bij evaluatie Telers zijn sinds februari verplicht een gewasbeschermingsmonitor te maken. Deze GB-monitor komt in plaats van het gewas- beschermingsplan. Onze specialisten kunnen u helpen bij het opstellen én bij de verplichte evaluatie. Landbouwkundige Niels Maris van Agrifirm Plant legt uit hoe het werkt: ‘Bij het gewasbeschermingsplan werd vooraf een planning gemaakt. In de GB-monitor houden telers de toegepaste maatregelen tijdens het teelt- seizoen bij. Daarbij moet de GB-monitor binnen twee maanden na de teelt worden afgerond.’ VERDER OP PAGINA 2 Transformer, bodemuitvloeier bij uitstek Transformer zorgt voor een betere benutting van regenwater. Waar het valt, gaat het ook de grond in. Water verzamelt zich dus niet meer op lagere delen en (interne) slemp wordt voor- komen. Transformer maakt de grond minder vochtafstotend. Dat zorgt er ook voor dat nutriënten beter in oplossing blijven en daardoor beter beschikbaar zijn voor het gewas. Het gewas groeit makkelijker en heeft minder snel last van stress. Transformer past u kort voor de opkomst van het gewas toe en kan eventueel in combinatie met herbiciden op vochtige grond gespoten worden. Meer weten? Vraag uw specialist. Altijd en overal bestellen met de BestelApp Uw smartphone heeft u altijd op zak. Dan is het natuurlijk helemaal handig als u er bestellingen mee kunt plaatsen! Daarom heeft Agrifirm nu de BestelApp. Daarmee bestelt u 24 uur per dag snel en gemakkelijk uw meststoffen, GBM-producten, zaaigoed, bedrijfsbeno- digdheden et cetera. Ook zonder internetverbinding voegt u gewoon producten aan uw bestellijst toe en verstuurt ze als u weer verbinding heeft. Vanuit uw eigen bestelhistorie krijgt u aanbod dat aansluit bij uw bedrijfssituatie. En er zijn meer voor- delen, zoals het eenvoudig bijwerken van uw GBM-licentie. Gewoon, door een foto in te sturen via de app. Klanten krijgen een persoonlijke uitnodiging per e-mail voor het downloaden van de app. In deze editie o.a. Groenbemesters als ecologisch aandachtsgebied p.2 In de praktijk: Goede GBM-planning ontzorgt p.3 Extra rendement met goede bestrijding bladvlekkenziekte p.4 Drie jaar onderzoek naar Phytophthora p.5 Toekomst voor duurzaam pilsje p.7 Vraag het de teler: akkerbouwbedrijf Beuling over Veris-bodemscan p.8
Telers zijn sinds februari verplicht een gewasbeschermingsmonitor te maken. Deze GB-monitor komt in plaats van het gewasbeschermingsplan. Onze specialisten kunnen u helpen bij het opstellen én bij de verplichte evaluatie.
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Regio OostEditie mei 2015
NIEUWS & ADVIESVOOR AKKERBOUW
GB-monitor: hulp bij evaluatieTelers zijn sinds februari verplicht een gewasbeschermingsmonitor
te maken. Deze GB-monitor komt in plaats van het gewas-
beschermingsplan. Onze specialisten kunnen u helpen bij het
opstellen én bij de verplichte evaluatie.
Landbouwkundige Niels Maris van Agrifirm Plant legt uit
hoe het werkt: ‘Bij het gewasbeschermingsplan werd
vooraf een planning gemaakt. In de GB-monitor houden
telers de toegepaste maatregelen tijdens het teelt-
seizoen bij. Daarbij moet de GB-monitor binnen twee
maanden na de teelt worden afgerond.’
verder op pagina 2
Transformer, bodemuitvloeier bij uitstekTransformer zorgt voor een betere
benutting van regenwater. Waar het
valt, gaat het ook de grond in. Water
verzamelt zich dus niet meer op lagere
delen en (interne) slemp wordt voor-
komen. Transformer maakt de grond
minder vochtafstotend. Dat zorgt er ook
voor dat nutriënten beter in oplossing
blijven en daardoor beter beschikbaar
zijn voor het gewas. Het gewas groeit
makkelijker en heeft minder snel last
van stress. Transformer past u kort voor
de opkomst van het gewas toe en kan
eventueel in combinatie met herbiciden
op vochtige grond gespoten worden.
Meer weten? Vraag uw specialist.
Altijd en overal bestellen met de BestelAppUw smartphone heeft u altijd
op zak. Dan is het natuurlijk
helemaal handig als u er
bestellingen mee kunt plaatsen!
Daarom heeft Agrifirm nu de
BestelApp. Daarmee bestelt u 24 uur per
dag snel en gemakkelijk uw meststoffen,
GBM-producten, zaaigoed, bedrijfsbeno-
digdheden et cetera.
Ook zonder internetverbinding voegt
u gewoon producten aan uw bestellijst
toe en verstuurt ze als u weer verbinding
heeft. Vanuit uw eigen bestelhistorie
krijgt u aanbod dat aansluit bij uw
bedrijfssituatie. En er zijn meer voor-
delen, zoals het eenvoudig bijwerken
van uw GBM-licentie. Gewoon, door
een foto in te sturen via de app. Klanten
krijgen een persoonlijke uitnodiging per
e-mail voor het downloaden van de app.
In deze editie o.a. Groenbemesters als ecologisch aandachtsgebied p.2 In de praktijk: Goede GBM-planning ontzorgt p.3
Extra rendement met goede bestrijding bladvlekkenziekte p.4 Drie jaar onderzoek naar Phytophthora p.5 Toekomst voor duurzaam pilsje p.7
Vraag het de teler: akkerbouwbedrijf Beuling over Veris-bodemscan p.8
Dit ecologisch aandachtsgebied kunt u bijvoorbeeld invullen
met groenbemesters volgens de weegfactor: 1 hectare groen-
bemester = 0,3 hectare ecologisch aandachtsgebied. Enkele
voorwaarden hierbij zijn: inzaai voor 1 oktober, minstens
10 weken op het veld, geen gebruik van GBM en inzaai van
een mengsel (tenzij onderzaai van gras).
Agrifirm Plant levert zaaizaad voor groenbemesters dat aan de
GLB-eisen voldoet. Deze mengsels zijn zorgvuldig uit de toegelaten
soorten samengesteld op een maximale landbouwkundige waarde
en worden kant-en-klaar geleverd. Maar u mag ook zelf mengen.
Dan moet u aantonen dat er een mengsel van verschillende soorten
ingezaaid is ‘naar tevredenheid van de toezichthouder’. En u moet
aantonen dat er voldoende bladbedekking van het perceel is.
Hoe doet u dat zonder etiket? Dat is dus een risico. Bij de groen-
bemesters van Agrifirm Plant hoeft u alleen de aankoopbewijzen
en de etiketten 5 jaar in uw administratie te bewaren. Zo is voldoen
aan de voorwaarden een stuk makkelijker. Vraag uw specialist naar
de mogelijkheden! Ook te bestellen via de bestelapp.
Groenbemesters als ecologisch aandachtsgebied Goede GBM-planning
ontzorgt de teler
Leijten en Douma bestuderen samen de pallets met gewasbe-
schermingsmiddelen. Agrifirm Plant heeft ze net die middag
afgeleverd. ‘Dit zijn de middelen die ik tot eind april nodig heb’,
zegt Leijten. ‘Dat is meteen ook de grootste hap’. Op de pallets
staan onder andere Subliem, dat Leijten
gebruikt voor het behandelen van
pootaardappelen, en een granulaat om
aaltjes te bestrijden. Volgens Douma
is het wel verstandig de producten
snel in de middelenkast op te bergen. ‘Als teler moet je hier
professioneel mee omgaan. Je kunt de middelen niet een
week in je schuur laten staan.’
Uitgestelde facturering
De akkerbouwer en de specialist zitten elk jaar om tafel om
met Agri-GBM een GBM-planning voor het hele bouwplan
op te stellen. Dit bouwplan bestaat uit pootaardappelen, uien,
suikerbieten, tarwe en witlof. ‘We maken per gewas een
planning van welke middelen er nodig zijn’, legt Douma uit.
‘Die worden vervolgens in periodes bij de klant afgeleverd:
het product staat klaar wanneer hij het nodig heeft. In het
plan is verder aandacht voor de dosering per hectare, de
veiligheidstermijn, de doppenkeuze en andere aandachts-
punten. De teler wordt dus geheel ontzorgd. Agrifirm Plant
werkt met uitgestelde inning, zodat deze aansluit bij het
gebruiksmoment van de teler.’
De GBM-planning heeft ook voor Agrifirm Plant een groot
logistiek voordeel, omdat de bezorging van de middelen kan
worden gecombineerd. Douma: ‘En als Leijten zijn producten
in grotere orders laat komen, krijgt hij een hogere korting.’
Maar als er aan het einde van het seizoen over is? ‘Alles wat
niet open is, kan ik bewaren. Alle bespuitingen kosten geld,
dus je moet het middel zó inzetten, dat het geld óplevert.’
Bezoek
Douma bezoekt Leijten wekelijks in het groeiseizoen om
de gewassen te bekijken. ‘Je weet nooit van tevoren welke
problemen zich voordoen. Zo is het heel moeilijk in te
schatten wanneer je onkruid in de uien moet bestrijden’,
zegt de akkerbouwer. Douma: ‘Als het middel er is, kan hij
gaan spuiten. En anders bestellen we het. Dan heeft hij het
product de volgende dag in huis.’
Niels Maris vervolgt: ‘Nieuw is ook dat de teler de
genomen maatregelen met de specialist moet
beoordelen op effectiviteit. Het idee hierachter is
dat de beslissingen
over de te nemen
maatregelen beter
onderbouwd worden.
Met deze wettelijke insteek op registratie en
evaluatie past de GB-monitor wel veel beter
bij goede landbouwpraktijk dan het GB-plan.’
Slimme checklist
Geïntegreerde gewasbescherming betekent: het
inzetten van diverse maatregelen voordat er voor
een chemisch middel wordt gekozen.
Daarom ontwikkelde Agrifirm Plant
een formulier dat als checklist is te
gebruiken voor de GB-monitor.
Als u dit bij de verplichte administratie van het
werkelijk gebruik van gewasbeschermingsmid-
delen bewaart, voldoet u aan de wettelijke eisen.
Niels Maris besluit: ‘Uiteindelijk blijven onderne-
mers zelf verantwoordelijk voor de GB-monitor
en de evaluatie, net zoals bij de registratieplicht
van gewasbeschermingsmiddelen. Maar het is
voor telers niet eenvoudig om up-to-date te
blijven bij de steeds veranderende wetgeving.
Agrifirm Plant hoopt klanten met diensten als
de Agrifirm GB-monitor te ontzorgen en te
ondersteunen.’
Onderzoek in PraktijknetwerkenZoals u weet staat onze regio voor
een enorme uitdaging: de afbouw van
toeslagrechten en de ombouw naar
hectaretoeslagen die opgewaar-
deerd kunnen worden met
vergroeningsmaatregelen.
Voor vrijwel elke akkerbouwer
met een veenkoloniaal bouwplan
betekent dit een daling (verandering)
van de inkomsten. Dus wordt rendabele
teelt nog belangrijker.
Voormalig staatssecretaris Henk Bleeker
stelde 5 miljoen euro beschikbaar om op
kleine schaal onderzoek uit te voeren in
zogenaamde Praktijknetwerken. Er zijn er
3 jaar geleden 65 gestart en de meeste
worden de komende zomer afgesloten. Het
programmabureau Innovatie Veenkoloniën
faciliteert deze Praktijknetwerken. Een
enorme klus die ze vol energie uitvoeren.
De uitdaging is het vertalen van de resultaten
naar de praktijk. En dat wordt lastig.
65 netwerken met allemaal een andere
onderzoeksvraag en veelal een andere
uitvoerende instantie. Wie zoekt de paralellen
en interessante aanknopingspunten voor
een eventueel vervolgonderzoek? Dat is iets
wat we samen moeten doen, onder andere
met Innovatie Veenkoloniën, de onder-
zoeksinstanties, Avebe en Suikerunie.
Gelukkig gebeurt dit ook. Gezamenlijk
hebben we meer en meer focus op
bouwplanbrede rendementsverbetering,
waarin de bodem, observatie en registratie
een cruciale rol spelen.
Het komend jaar kunnen onderzoeksplannen
worden ingediend die gefinancierd worden
uit de POP3-gelden. Dit budget wordt door
een breed scala aan instanties aangesproken.
De uitdaging voor u is ervoor te zorgen dat
datgene wordt onderzocht wat u belangrijk
vindt. Gebruik de mogelijkheden die u heeft.
Agrifirm Plant helpt u hier graag bij. En ook
los van overheidsgelden blijven we
investeren in uw rendement.
Johan Ottens
verkoopleider Regio Oost
REGIO OOST - EDITIE MEI 2015VOOR AKKERBOUW
Evaluatie noodzakelijkvervolg van pagina 1
Ludo Leijten is akkerbouwer in Tollebeek. Elke winter maakt hij samen met Agrifirm Plant-specialist
Dick Douma een GBM-planning voor het hele jaar. Daarin kan hij in één oogopslag zien welke
middelen hij wanneer nodig heeft voor welke teelt. Leijten is erg tevreden over deze planning.
‘Ik grijp nooit meer mis!’, is zijn ervaring.
2 3
Ludo Leijten
‘Met de GBM-planning grijp
ik nooit meer mis.’
Dick Douma
‘Voor elk gewas een aparte
planning maken.’
‘Hiermee voldoet u aan
de wettelijke eisen.’
IN DE PRAKTIJK
Gewassen als aardappelen en vollegrondsgroenten hebben
veel kali nodig in een zeer korte tijd. Zeker tijdens droogte
lukt het de plant niet altijd voldoende kali uit de bodem
op te nemen. Precies daarom bieden we nu een nieuwe,
Voor stikstof is bijbemesting effectief om drie redenen. Ten
eerste kan de stikstof gemakkelijk verloren zijn gegaan door
uitspoeling. Daarnaast zorgt te veel stikstof in het voorjaar
voor een te sterke stimulans van de loofgroei en ten derde
geeft veel stikstof aan de basis extra kans op zoutschade.
Sterke kalibehoefte
Bij kali speelt ook de zoutschade een rol, maar veel belangrijker
is de sterke kalibehoefte in het seizoen. Als uienbollen, de
knollen zetten of de peen strekt dan heeft het gewas in alle
gevallen in korte tijd veel kali nodig. Vaak meer dan de bodem
in die korte periode kan leveren. We zien regelmatig kaligebrek
in deze cruciale fase, ondanks dat de kalivoorraad voldoende is.
Met een bijbemesting voorkomt u dit kortstondige tekort.
Uitspoeling speelt bij kali geen rol. We weten wel dat kali
tijdelijk in de bodem wordt vastgelegd als het niet direct wordt
opgenomen. En dan komt het minder makkelijk beschikbaar
voor het gewas, zeker als het vóór februari is gestrooid.
Nog een reden om verse kali in het seizoen bij te strooien.
Snel beschikbaar is cruciaal
Doelstelling van bijbemesting in het seizoen is dat
nutriënten op de juiste plek en op het juiste moment voor
het gewas beschikbaar zijn. De nutriënten moeten dus
snel opneembaar zijn, ofwel de stikstof en kali moeten
snelwerkend zijn. KAS en Kali 60 lossen gemakkelijk op.
Na strooien meten we ook bij relatief droge omstandigheden
binnen een week de kali en stikstof al in het gewas.
Kali 60 is chloorhoudend en relatief zout. Dit heeft vooral
effect rond poten en zaaien. Als het gewas eenmaal goed is
ontwikkeld is het niet gevoelig meer. Het ‘straight’ product
NK 16-0-32 bevat stikstof in de vorm van KAS en Kali 60
in de optimale verhouding om gewassen op het juiste
moment van voldoende kali en stikstof te voorzien.
Goed advies
In Vredepeel hebben we bij een aardappelproef onderzocht
welke hoeveelheid kali in de bijbemesting optimaal is.
Daaruit bleek dat tenminste 50 procent van de kali aan
de basis gegeven moet worden. Anders komt de kali
simpelweg te laat. In de praktijk sturen we erop dat 30
procent van de kali in de bijbemesting gegeven wordt.
Slim bijbemesten met stikstof en kaliVeel gewassen hebben baat bij extra kali en stikstof. Daarom bemesten we uien, peen en
aardappelen standaard bij met extra stikstof en kali. En wie een extra strooibeurt wil voorkomen
kiest daarvoor de breed verstrooibare NK 16-0-32.
Anja Hoorweg, specialist biologische akkerbouw en Marijn van Dongen, accountmanager biologische akkerbouw, beoordelen de winterhaver en de spelt van de biologische wintergraandemo van
Agrifirm Plant. De demo is gezaaid op de Broekemahoeve van PPO agv in Lelystad.
We horen vaak van gangbare telers dat de biologische
landbouw is overgeleverd aan de grillen van de natuur, aldus
Hoorweg. Maar door slim te boeren, kun je veel problemen en
plagen voor blijven. Als voorbeeld geeft zij het gebruik van vlin-
derbloemige groenbemesters, deze binden stikstof uit de lucht
en na onderploegen verhogen ze het stikstofgehalte in de grond.
Ander voorbeeld is het gebruik van Cerall, een recent geïntro-
duceerde biologische fungicide voor biologisch tarwe zaaizaad.
Op de biologische afdeling neemt de biologische graanpool
een bijzondere plek in, stelt Hoorweg. ‘Onze jarenlange
kennis van de biologische graanmarkt en onze unieke
positie in de afzet van biologische baktarwe stelt ons elk
jaar weer in staat mooie prijzen voor biologisch en
omschakelgraan uit te betalen.’
Om de biologische klant zo goed mogelijk van dienst
te zijn, zoekt Agrifirm Plant biologische producten met
een meerwaarde. Het resultaat van de telers staat daarbij
voorop, besluit Hoorweg. ‘We willen onze artikelen en
kennis met onderzoek onderbouwen, om onze klanten
zo goed mogelijk te adviseren en te ondersteunen.’
4 5
REGIO OOST - EDITIE MEI 2015
Wij doen nu drie jaar onderzoek naar Phytophthora op de
PPO-locaties in Valthermond en Lelystad. Opvallend is dat de
maximale aantasting in het loof in de behandelde objecten op
de beide locaties nogal verschilt in jaren en niveau: zie grafiek
nummer 3. Vooral de niveaus in consumptierassen wisselen sterk.
In Lelystad testen we met Bintje, een van de gevoeligste rassen.
Die laat dan ook het beste de bescherming zien van de
verschillende productstrategiën. In Valthermond testen we
met zetmeelrassen. De verschillen zijn daar klein, maar daar
is een constante druk, dus blijft u alert tijdens de teelt.
Wat hebben we aan kennis opgedaan?
> Het Agrifirm Plant blokkensysteem is geïntroduceerd en
geoptimaliseerd.
> In Blok 1 zijn curatieve en meegroeiende producten nood-
zakelijk bij snelle groei en wisselvallige weersomstandigheden.
> Blok 2 vraagt om een goed interval met curatieve producten
met voldoende knolbescherming. Bij hoge druk en gevoelig ras
extra curatief product inzetten.
> Een BOS-systeem kan u ondersteunen bij de juiste strategie.
> Tijdens Blok 3 wordt maximaal ingezet op knolbescherming.
> Alternaria en Sclerotinia zijn een toenemend probleem. In 2015
doen wij dan ook onderzoek naar deze aardappelziekten.
Grafiek 3: Instapproeven Phytophthora 2012 - 2014
Percentage (%) bladaantasting
Agrifirm Plant biedt biologische teler meerwaarde
Drie jaar onderzoek naar Phytophthora
Agrifirm Plant is voor haar biologische telers en omschakelaars voortdurend op zoek naar
producten en diensten met een toegevoegde waarde. Agrifirm Plant zet met onderzoek
onderbouwde producten op de markt, waar de ondernemer goed mee uit de voeten kan,
zegt Anja Hoorweg, specialist biologische akkerbouw bij Agrifirm Plant.
PPO AGV: prettig samenwerken in autonoom onderzoekAgrifirm Plant en PPO AGV Wageningen UR werken
samen in onafhankelijk praktijkonderzoek naar
aaltjesbeheersing. Agrifirm heeft de insteek
producten te verkopen, waar een gedegen weten-
schappelijke basis onder zit, stelt Leendert Molendijk,
senior-onderzoeker nematologie bij PPO AGV.
Volgens Molendijk is Agrifirm Plant
een prettige partij om mee
samen te werken. ‘Samen
met Thomas Been en Corrie
Schomaker van PRI proberen
we alle kennis die wij over
aaltjesbeheersing hebben samen
te brengen in basisregels, om te kijken
wat voor de teler het beste uitpakt voor onder meer
bouwplan, groenbemesters, bemonstering en het
wel of niet gebruiken van chemische middelen.’
‘Agrifirm Plant is zeer goed in staat die kennis om te
zetten in adviezen, die sterk wetenschappelijk zijn
onderbouwd’, vervolgt hij. ‘NemaDecide, Geonema
en Akkerweb zijn voorbeelden van mooie producten,
die zijn voortgekomen uit deze constructieve
samenwerking.’
PPO AGV werkt echter niet alleen met Agrifirm Plant
Voor stikstof is bijbemesting effectief om drie redenen. Ten
eerste kan de stikstof gemakkelijk verloren zijn gegaan door
uitspoeling. Daarnaast zorgt te veel stikstof in het voorjaar
voor een te sterke stimulans van de loofgroei en ten derde
geeft veel stikstof aan de basis extra kans op zoutschade.
Sterke kalibehoefte
Bij kali speelt ook de zoutschade een rol, maar veel belangrijker
is de sterke kalibehoefte in het seizoen. Als uienbollen, de
knollen zetten of de peen strekt dan heeft het gewas in alle
gevallen in korte tijd veel kali nodig. Vaak meer dan de bodem
in die korte periode kan leveren. We zien regelmatig kaligebrek
in deze cruciale fase, ondanks dat de kalivoorraad voldoende is.
Met een bijbemesting voorkomt u dit kortstondige tekort.
Uitspoeling speelt bij kali geen rol. We weten wel dat kali
tijdelijk in de bodem wordt vastgelegd als het niet direct wordt
opgenomen. En dan komt het minder makkelijk beschikbaar
voor het gewas, zeker als het vóór februari is gestrooid.
Nog een reden om verse kali in het seizoen bij te strooien.
Snel beschikbaar is cruciaal
Doelstelling van bijbemesting in het seizoen is dat
nutriënten op de juiste plek en op het juiste moment voor
het gewas beschikbaar zijn. De nutriënten moeten dus
snel opneembaar zijn, ofwel de stikstof en kali moeten
snelwerkend zijn. KAS en Kali 60 lossen gemakkelijk op.
Na strooien meten we ook bij relatief droge omstandigheden
binnen een week de kali en stikstof al in het gewas.
Kali 60 is chloorhoudend en relatief zout. Dit heeft vooral
effect rond poten en zaaien. Als het gewas eenmaal goed is
ontwikkeld is het niet gevoelig meer. Het ‘straight’ product
NK 16-0-32 bevat stikstof in de vorm van KAS en Kali 60
in de optimale verhouding om gewassen op het juiste
moment van voldoende kali en stikstof te voorzien.
Goed advies
In Vredepeel hebben we bij een aardappelproef onderzocht
welke hoeveelheid kali in de bijbemesting optimaal is.
Daaruit bleek dat tenminste 50 procent van de kali aan
de basis gegeven moet worden. Anders komt de kali
simpelweg te laat. In de praktijk sturen we erop dat 30
procent van de kali in de bijbemesting gegeven wordt.
Slim bijbemesten met stikstof en kaliVeel gewassen hebben baat bij extra kali en stikstof. Daarom bemesten we uien, peen en
aardappelen standaard bij met extra stikstof en kali. En wie een extra strooibeurt wil voorkomen
kiest daarvoor de breed verstrooibare NK 16-0-32.
Anja Hoorweg, specialist biologische akkerbouw en Marijn van Dongen, accountmanager biologische akkerbouw, beoordelen de winterhaver en de spelt van de biologische wintergraandemo van
Agrifirm Plant. De demo is gezaaid op de Broekemahoeve van PPO agv in Lelystad.
Elk jaar verkleuren er percelen aardappelen te vroeg
en sterven af. Dit kan verschillende oorzaken hebben:
aaltjes, Sclerotinia, Alternaria of een slechte bodem-
structuur. Als u weet wat de oorzaak hiervan is,
kunt u passende maatregelen treffen.
Oorzaken kaligebrek
Vroegtijdig afsterven wordt steeds vaker veroorzaakt door
kaligebrek, zowel in consumptie- als zetmeelaardappelen. Dit
heeft drie belangrijke oorzaken. De opbrengsten worden hoger,
waardoor aardappelen meer kali nodig hebben. Maar met de
oogst verdwijnt er ook meer kali van het land. Door de mest-
wetgeving kunt u minder mest aanvoeren en dus ook minder
kali. Daarnaast lopen de kali-gehaltes in mest verder terug.
Vaak wordt het ontstane gat in de kalibalans niet aangevuld,
waardoor je steeds vaker kaligebrek in aardappelen ziet.
Daarom adviseren wij voor diverse gewassen meer kali dan het
huidige advies te geven. Dit geldt zeker voor telers met een
hoge opbrengstpotentie, dus volgens mij voor iedereen!
Kortom, ook weten wat vroegtijdig ontdekken en bijsturen
bijdraagt aan een gezond gewas? Informeer bij mijn collega
voor het juiste advies.
Wout Ballast
6 7
REGIO OOST - EDITIE MEI 2015VOOR AKKERBOUW MEDE MOGELIJK MAKEN
Hoe voorkomt u vroegtijdig afsterven door kaligebrek ook al bemest u voldoende?
Toekomst voor duurzaam pilsje
Graanprijzen oogst 2014
‘Duurzaam geteelde brouwgerst heeft toekomst in
Nederland. Wij willen met het project ontdekken wat de
duurzame teelt van brouwgerst in de praktijk betekent
en hoe we dit verder kunnen ontwikkelen. Juist door
brouwgerst van deze telers te kopen, helpen we hen
om verduurzaming in praktijk te brengen.’
Het draait vooral om de transitie van de voedselketen,
vervolgt Kempers. ‘Het gaat dus niet zozeer om duurzame
gerst, maar meer om de beweging die je daarmee creëert
in de productie van voedsel. We willen geleidelijk naar
een steeds hoger percentage van duurzaam geteelde
ingrediënten in onze ketens gaan, tot 50 procent in 2020.’
De ketenpartners hebben nu afgesproken om de komende
jaren opschaling van het volume gerst verder te onder-
steunen, tot minimaal 15.000 ton in 2017.
Trots op telers
Akkerbouwer Jan Reinier de Jong uit Odoorn,
Veldleeuwerikteler sinds 2010, verbouwt 30 hectare
duurzame brouwgerst voor het ketenproject: ‘Het mooie
van Veldleeuwerik is dat we meer samenwerken in de keten.
We hebben nu regelmatig een gesprek met Heineken en
Holland Malt: je ziet dat deze bedrijven trots zijn op de telers
en andersom ook. Dit is het begin van een mooie samen-
werking, die hopelijk wat langer duurt, omdat je dan beter
kunt inspelen op elkaars wensen. Dat past dan weer in de
duurzaamheidsgedachte en samen komen we een heel eind.’
Volgens De Jong ontwikkelen telers en ketenpartners met
elkaar belangrijke kennis: er is bij alle partijen meer inzicht
ontstaan in het proces van zaadje tot biertje. ‘Voorheen werd
door de ketenpartners van alles van de boeren verwacht. Nu
zijn zij meer bewust van wat er voor de teelt van brouwgerst
komt kijken. Wat ik wel jammer vind, is dat duurzame
brouwgerst nog niet wordt betaald door de consument.
We krijgen een extra premie van jaarlijks 750 euro per bedrijf
maar dat zie ik meer als bonus. Wat dat betreft is er nog een
weg te gaan.’
Bloemrijke akkerranden
De ketenpartners hebben dit jaar gratis zaaizaad ter
beschikking gesteld voor het inzaaien van bloemrijke
akkerranden, om het ketenproject via Veldleeuwerik een
vervolg te geven. De Jong heeft op meerdere percelen
akkerranden ingezaaid. ‘We willen met deze randen aan de
buitenwereld laten zien waar we mee bezig zijn. Belangrijk
is wel om er een bord met uitleg bij te plaatsen, anders
bereik je de consument niet. Maar bloemen geven sowieso
een positieve reactie.’
Ketenpartners Agrifirm Plant, Heineken Nederland en Holland Malt gaven in 2012
het startsein voor de pilot ‘Brouwgerst uit duurzame teelt in Nederland’. Inmiddels telen
ruim zeventig akkerbouwers 1150 hectare brouwgerst voor dit project. ‘Dat is goed voor
175 miljoen duurzame pilsjes’, zegt Jan Kempers van Heineken.
De wereldwijde hoge opbrengsten van vorig
jaar lagen ten grondslag aan een dalende
prijstendens vanaf april vorig jaar. In de oogst-
periode schommelde de graanprijs tussen
de € 135,- en € 145,- per ton.
Door de recordoogstvolumes was er in de
zomer weinig vertrouwen in de markt. De
opbrengst in Nederland was redelijk tot
goed, ongeveer op het niveau van het
vijfjarig gemiddelde. Ook de kwaliteit van de
granen was goed. Het waren gezonde, goed
te vermarkten producten.
Graanaanmelding oogst 2015
In mei zijn de formulieren voor de
aanmelding van 2015 verstuurd. U kunt
uw granen ook digitaal aanmelden via
www.agrifirm.com/graanaanmelden.
Daar vindt u ook informatie over de
graancondities.
Vraag & antwoord
In 2015 zetten we sterk in op advisering over precisielandbouw.
Het middel om de effectiviteit van de input te verhogen. Maar wat
houdt dit nu precies in voor u? Wat levert het u op? De antwoorden
op deze en andere vragen hoort én beleeft u allemaal op de
Relatiebijeenkomsten akkerbouw op 1 en 2 juli in Valthermond.
U bekijkt onder andere een precisielandbouwdemo in
zetmeelaardappelen, waarin op basis van Veris bodemkaarten
plaatsspecifiek gevarieerd wordt met drijfmest, kunstmest en
granulaat. De machines en de techniek worden uitgebreid
toegelicht.
Ook tonen we een bemestingsproef in aardappelen, waarin
diverse innovatie bemestingsproducten en bemestingsvisies
terugkomen, zoals calcium, magnesium, Transformer,
kalimonitoring en nitrificatieremmers.
Bij ons demoveld met groenbemesters en GLB-oplossingen
krijgt u uitleg over onze mogelijkheden met diverse mengsels
in relatie tot aaltjes. Uiteraard liggen de veelbelovende nieuwe
en bestaande (winter)tarwe- en (winter)gerstrassen weer op
het officiële proefveld.
Tot slot laten we zien hoe we invulling geven aan Duurzame
Brouwgerst. U ontvangt voor deze bijeenkomsten een
persoonlijke uitnodiging.
Bestellen?Agrifirm BestelApp, Sensetion, Transformer, meststoffen op maat,
specifieke gewasbeschermingsmiddelen? De medewerkers van
de Verkoopondersteuning helpen u graag verder! 088 488 12 10.
Willeke Vonder
Agenda
Jan Kempers, Heineken Jan Reinier de Jong, akkerbouwer
UITBETALINGSPRIJZENGRANEN
OOGST 2014
Wanneer welk perceel beregenen?Goed watermanagement betaalt zich
altijd terug. Want voldoende beregenen
op de juiste momenten maakt de
opbrengst hoger én de kwaliteit beter.
Maar wat is het juiste moment en de juiste hoeveelheid?
Daarvoor hebben we het Sensetion-systeem. Via de
Sensetion-app heeft u altijd en overal toegang tot een
optimaal irrigatieadvies. U ziet precies welk perceel beregend
kan worden en hoeveel water de bodem kan bergen.
Meer informatie over de mogelijkheden van Sensetion?
Bel de afdeling Verkoopondersteuning: 088 488 12 10.