Top Banner
ADVIS Alternatieven voor de boomkorvisserij Begeleiding en advies ILVO - Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek Eenheid: Dier Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende België Tel.:+32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be Afd. Technisch Visserijonderzoek Hans Polet (Coördinator) [email protected] Fernand Delanghe (Technologie) [email protected] Jochen Depestele (Ecologie) [email protected] Hendrik Stouten (Economie) [email protected] Kris Van Craeynest (Technologie) [email protected] Els Vanderperren (Klimaat - Technologie) [email protected] Johny Vanhee (Technologie) [email protected] Bart Verschueren (Technologie) [email protected] Dirk Verhaeghe (Technologie) [email protected] Technici Eddy Buyvoets Norbert Van Craeynest Christian Vanden Berghe Kevin Vanhalst ADVIS Alternatieven voor de Boomkorvisserij Begeleiding en Advies Eindrapport Auteur: K. Van Craeynest Project gefinancierd door de Europese Unie (FIOV) en de Vlaamse Overheid (FIVA)
46

ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

Jan 22, 2022

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS Alternatieven voor de boomkorvisserij

Begeleiding en advies ILVO - Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek

Eenheid: Dier

Visserij

Ankerstraat 1 B-8400 Oostende België Tel.:+32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be

Afd. Technisch Visserijonderzoek

Hans Polet (Coördinator) [email protected]

Fernand Delanghe (Technologie) [email protected]

Jochen Depestele (Ecologie) [email protected]

Hendrik Stouten (Economie) [email protected]

Kris Van Craeynest (Technologie) [email protected]

Els Vanderperren (Klimaat - Technologie) [email protected]

Johny Vanhee (Technologie) [email protected]

Bart Verschueren (Technologie) [email protected]

Dirk Verhaeghe (Technologie) [email protected] Technici

Eddy Buyvoets Norbert Van Craeynest Christian Vanden Berghe Kevin Vanhalst

ADVIS Alternatieven voor de

Boomkorvisserij Begeleiding en Advies

Eindrapport

Auteur: K. Van Craeynest Project gefinancierd door de Europese Unie (FIOV) en de Vlaamse Overheid (FIVA)

Page 2: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee
Page 3: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – Eindrapport

2

Verwezenlijkingen

Compilatie van visserijtechnische en economische data

Opstellen van een compilatiedossier over alternatieve visserijmethodes, met focus op ombouw, economische haalbaarheid, vangstsamenstelling en impact op de visquota. Het compilatiedossier ‘Impact vlootaanpassingen op quota en visbestanden’ is beschikbaar in Bijlage 2.

Infofiche over het potentieel van squidjiggen voor de Vlaamse visserij

De infofiche is beschikbaar in Bijlage 3.

Nood- en herstructureringsplan Vlaamse Visserij

Deelname aan vergaderingen op Dienst Zeevisserij met verschillende stakeholders binnen de Vlaamse visserij (Rederscentrale, Departement Landbouw en Visserij) en bijdrage tot de concrete invulling van noodmaatregelen ter ondersteuning en reconversie van de Vlaamse Vissersvloot, kaderend binnen een mogelijke vlootaanpassingsregeling en het Belgisch Operationeel Programma.

Ondersteuning bij opstellen businessplannen voor reconversies

Aanleveren van visserijtechnische en economische gegevens aan de Stichting Duurzame VisserijOntwikkeling (SDVO) en de Policy Research Corporation in het kader van reconversiedossiers van individuele rederijen.

Page 4: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee
Page 5: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – Eindrapport

1

Introductie

De laatste decennia is de Belgische vissersvloot stelselmatig overgeschakeld op de boomkorvisserij. Deze gemengde demersale visserijmethode is erg efficiënt, in die zin dat ze een erg hoge visnamigheid heeft en dat ze toelaat de Belgische visquota op een efficiënte manier op te vissen. Het belangrijkste nadeel van de boomkorvisserij is dat ze erg intensief is, met een erg hoog brandstof- en materiaalverbruik. De sterke stijging van de brandstofprijzen heeft ertoe geleid dat de visserijsector aan de alarmbel is gaan trekken en recent dreigen heel wat faillissementen in de vloot. Dat de brandstoffactuur voor de Belgische boomkorvloot een te zware last aan het worden is staat buiten discussie. Hoe het probleem op te lossen is minder eenvoudig, hoewel zuiniger alternatieven voorhanden zijn. Initiatieven zoals het installeren van econometers, technische aanpassingen aan de boomkor enz. kunnen op korte termijn wat soelaas bieden maar volgens het ILVO-Visserij zullen dergelijke acties op de langere termijn de boomkorvloot niet uit de rode cijfers houden. Meer ingrijpende veranderingen zullen nodig zijn, zoals een overschakeling op alternatieve visserijmethodes. Dat een dergelijke reconversie gezien de structuur van de vloot niet zonder meer realiseerbaar is, blijkt uit de geringe uptake van alternatieven binnen de vloot, ondanks een intensieve communicatie vanuit de wetenschappelijke wereld. Vandaar dat eerst en vooral de communicatie met de sector veel directer moet om bestaande informatie snel en efficiënt over te brengen. Daarnaast moeten er blijvende inspanningen gedaan worden om informatie te verzamelen en de ontwikkelingen in het buitenland op de voet te volgen.

In dit kader werd het project ‘Alternatieven voor de Boomkorvisserij – Begeleiding en Advies’ (ADVIS) (VIS/08/B/02/DIV) opgericht met als doel het samenstellen en communiceren van technisch-economische dossiers over alternatieve visserijmethodes en de begeleiding van reders bij de omschakeling naar alternatieve visserijmethodes.

Er werd een intensieve samenwerking opgestart met de Stichting Duurzame VisserijOntwikkeling (SDVO) die beroep deed op het studiebureau Policy Research Corporation voor het opstellen van businessplannen voor individuele reconversiedossiers. Het project ging van start op 1 juni 2008 met een schriftelijke uitnodiging aan alle rederijen (Bijlage 1) en werd afgesloten op 30 september 2008. Het project werd gefinancierd vanuit de Europese Unie via het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) met co-financiering vanuit de Vlaamse Overheid via het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquicultuursector (FIVA).

Page 6: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – Eindrapport

Bijage 1. Uitnodiging Rederijen

Page 7: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

Geachte reders, De sterk stijgende gasolieprijzen brengen de leefbaarheid van de Vlaamse vissersvloot en vooral de boomkorvisserij in het gedrang. Een versnelde reconversie naar energiezuiniger visserijtechnieken dringt zich op.

Vlaams minister-president en minister van Visserij Kris Peeters blijft ijveren voor het behoud van de Vlaamse vissersector, en pleit in dat verband voor structurele maatregelen. Een aantal voorstellen worden rechtstreeks met de Europese Commissaris voor Visserij Joe Borg besproken. Andere voorstellen die opgestart kunnen worden binnen de Vlaamse bevoegdheid zijn in uitwerking.

In dit kader neemt de minister extra initiatieven ter ondersteuning van reders die wensen om te schakelen. Deze kunnen gratis beroep doen op ILVO-Visserij en SDVO voor een intensieve technische, administratieve en bedrijfseconomische begeleiding: visserijtechnische informatie, vangstmogelijkheden, quota en reglementering, administratieve begeleiding van subsidieaanvragen, opstellen business plan, alles op maat van het vaartuig en de rederij.

De investeringen die nodig zijn om deze nieuwe visserijtechnieken toe te passen zullen maximaal betoelaagd worden, binnen de grenzen van de Europese regelgeving.

Geïnteresseerde reders kunnen contact opnemen met ILVO-Visserij (059 569826) of SDVO (059 509526). Met vriendelijke groeten,

Hans Polet, Luc Mellaerts

ILVO-Visserij SDVO Ankerstraat 1 Wandelaarkaai 4 8400 Oostende Pakhuis 71 8400 Oostende Contactpersonen: Kris Van Craeynest ([email protected]) tel. 059 569826 Danny Huyghebaert ([email protected]) tel. 0494 801249

Page 8: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – Eindrapport

Bijlage 2. Impact vlootaanpassingen op quota en visbestanden

Page 9: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN

IMPACT VLOOTAANPASSINGEN OP QUOTA EN VISBESTANDEN

1. INLEIDING 1

2. HUIDIGE SITUATIE 2 2.1. BOOMKORVISSERIJ 2 2.2. BOKKENVLOOT 2 2.3. VANGSTSAMENSTELLING 3 2.4. HUIDIGE QUOTA 3

3. ALTERNATIEVE VISSERIJMETHODES 5 3.1. FLYSHOOTVISSERIJ 5 3.2. TWINRIGVISSERIJ 6 3.3. OUTRIGGERVISSERIJ 8 3.4. STAANDWANTVISSERIJ (PASSIEVE VISSERIJ) 9

4. VANGSTSAMENSTELLING (EN –POTENTIEEL) 11 4.1. METHODIEK 11 4.2. FLYSHOOTVISSERIJ 11 4.3. TWINRIGVISSERIJ 13 4.4. OUTRIGGERVISSERIJ 16 4.5. STAANDWANTVISSERIJ (PASSIEVE VISSERIJ) 16

5. ECONOMISCHE HAALBAARHEID 18 5.1. METHODIEK 18 5.2. BOOMKORVISSERIJ 18 5.3. FLYSHOOTVISSERIJ 20 5.4. TWINRIGVISSERIJ 21 5.5. OUTRIGGERVISSERIJ 21 5.6. STAANDWANTVISSERIJ (PASSIEVE VISSERIJ) 22

6. RUIMTE VOOR ALTERNATIEVEN 24 6.1. METHODIEK 24 6.2. FLYSHOOTVISSERIJ 24 6.3. TWINRIGVISSERIJ 26 6.4. OUTRIGGERVISSERIJ 29 6.5. STAANDWANTVISSERIJ (PASSIEVE VISSERIJ) 29

7. BESLUIT (SCENARIO’S VOOR RECONVERSIE) 31

Page 10: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee
Page 11: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 1

1. Inleiding

De Belgische visserijvloot wordt gekenmerkt door een eenzijdig gebruik van de boomkor (± 95 % van de vaartuigen beoefent deze visserijmethode). In de huidige context van hoge brandstofprijzen staat de economische rendabiliteit van sleepnetvisserijen in het algemeen en de boomkorvisserij in het bijzonder onder zware druk. Omwille van het zware vistuig en de hoge vissnelheid heeft deze visserij immers een hoog brandstofverbruik. Als antwoord op de huidige malaise heeft de Europese Commissie enkele maatregelen uitgevaardigd met het oog op een afslanking en reconversie van de vloot.

In dit kader worden enkele alternatieven voor de boomkorvisserij geëvalueerd: flyshootvisserij, twinrigvisserij, outriggervisserij en staandwantvisserij. De vangstsamenstelling en de economische haalbaarheid (break-even besommingen) van deze alternatieven worden vergeleken met de boomkorvisserij en de Belgische quota.

De nadruk ligt hierbij op de bokkenvisserij van het groot vlootsegment (boomkor, > 662 kW), dit segment wordt het zwaarst getroffen door de huidige crisis. In 2007 (gemiddelde brandstofprijs 0,48 €/l) bedroeg het aandeel van de brandstofkosten in de besomming 31% voor dit segment. Omgerekend naar de gemiddelde brandstofprijs tijdens de eerste helft van 2008 (0,65 €/l) stijgt dit aandeel tot 42%.

Page 12: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 2

2. Huidige situatie

2.1. Boomkorvisserij

De Belgische bokkenvisserij beoefent de boomkorvisserij, een gemengde visserij op platvis waarbij zware vistuigen met een hoge vissnelheid over de bodem gesleept worden. De boomkorvisserij wordt gekenmerkt door een hoge visnamigheid en een hoog brandstofverbruik. Ook in de Nederlandse vloot is het gebruik van de boomkor sterk verspreid (Figuur 1).

Figuur 1. Bokkenvaartuig (Z 510) in de haven van Zeebrugge

2.2. Bokkenvloot

De bokkenvisserij (GVS, boomkor, > 662 kW) bestaand uit 47 vaartuigen met een gemiddeld vermogen van 1009 kW en een gemiddelde tonnenmaat van 315 GT vormt het belangrijkste segment van de Belgische vloot (Tabel 1). In 2007 was de bokkenvisserij met een aanvoer van 16’356 ton verantwoordelijk voor 75% van de totale aanvoer van de Belgische vloot.

Tabel 1. Overzicht van de Belgische bokkenvisserij en belang binnen de Belgische

vissersvloot (data 2007)

aantal

vaartuigen

zeedagen kW GT effort

(106 kWdag)

Bokkenvisserij 47 11’053 47’423 14’805 11.2

Belgische vloot 109 20’092 63’422 20’156 13.5

% bokkenvisserij 43 % 55 % 75 % 73 % 83 %

Page 13: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 3

2.3. Vangstsamenstelling

De Belgische bokkenvisserij is een gemengde visserij met tong en schol als belangrijkste doelsoorten. Tabel 2 geeft een overzicht van de vangstsamenstelling (op jaarbasis 2007) van de bokkenvisserij. De 15 belangrijkste soorten (op gewichtsbasis) worden weergegeven.

Tabel 2. Vangstsamenstelling (%) van de bokkenvisserij (data 2007)

Species % gewicht % besomming

PLAICE 25% 14%

DOVERSOLE 16% 47%

MIXED_RAY 10% 5%

CUTTLEFISH 8% 4%

COD 5% 5%

LEMONSOLE 4% 6%

YELLOW_(TUB)_GURNARD 3% 1%

MONK 3% 8%

BRILL 2% 4%

RED_GURNARD 2% 0%

DAB 2% 0%

HADDOCK 2% 1%

TURBOT 2% 5%

MEGRIM 1% 1%

WHITING 1% 0%

2.4. Huidige quota

De quota (incl. ruil) die in het kader van het Europees Gemeenschappelijk Visserijbeleid aan de Vlaamse vloot worden toegekend worden weergegeven in Tabel 3. Deze quota zijn ten dele een weerspiegeling zijn van historische vangsten van de Vlaamse vloot. De toegekende quota worden aangevuld door een quotaruil tussen de lidstaten om deze beter af te stemmen op de vangstmogelijkheden van de eigen vloot. Door deze procedures (historische vangsten en ruil) is het niet verwonderlijk dat de beschikbare quota (incl. ruil) in grote mate overeenstemmen met de vangstsamenstelling van de boomkorvisserij (die de Vlaamse vloot domineert). Voor de top 3 gequoteerde soorten in de vangstsamenstelling van de bokkenvisserij, schol, tong en kabeljauw (Tabel 2) beschikt de vloot ook over de hoogste quota (Tabel 3). Het spreekt voor zich dat dit evenwicht verstoord zou worden bij een grootschalige reconversie van de vloot naar alternatieve visserijmethoden die gekenmerkt worden door een andere vangstsamenstelling.

Page 14: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 4

Tabel 3. Totaalquota per vissoort in 2007 en 2008 (ton)

Species 2007 2008

ATLANTIC_MACKEREL 12 37

COALFISH 107 106

COD 1’243 1’171

DAB & FLOUNDER 722 763

DOVERSOLE 5’098 4’845

HADDOCK 668 434

HAKE 116 326

HORSMACKEREL 14 8

LEMONSOLE & WITCH 689 613

MEGRIM 558 506

MONK 2’878 2’864

NORWAY_LOBSTER 975 576

PLAICE 6’352 5’677

TURBOT & BRILL 361 361

WHITING 334 308

Page 15: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 5

3. Alternatieve visserijmethodes

Vier potentiële alternatieven voor de bokkenvisserij worden nader geëvalueerd: flyshootvisserij, twinrigvisserij, outriggervisserij en staandwantvisserij.

3.1. Flyshootvisserij

Figuur 2. Nederlandse flyshooters (zusterschepen UK 135 en UK 145) in de haven

van IJmuiden

De flyshootvisserij (Schotse zegenvisserij) is een vismethode waarbij een groot stuk zeebodem door lange zegentouwen (ook wel kabels of lijnen genoemd) en een net wordt omsloten, waarna deze touwen naar het langzaam stomende schip worden toegehaald (bij de anker- of Deense zegenvisserij ligt het schip verankerd bij het halen van de lijnen). Vissen worden door de touwen opgejaagd en belanden uiteindelijk in het net (Figuur 3). Door de lage vissnelheid en korte slepen is de vis van hoge kwaliteit en is het brandstofverbruik laag (minimum 50% lager t.o.v. boomkorvisserij).

Figuur 3. Schematische voorstelling flyshootvisserij

De methode werd traditioneel toegepast in Scandinavië en Schotland maar was daar wat in onmin geraakt ten nadele van vnl. de twinrigvisserij. Recente technische innovaties (plotters, winches), verhoogde brandstofprijzen, quotaproblemen en

Page 16: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 6

hogere eisen op gebied van kwaliteit hebben de rendabiliteit en toepasbaarheid van deze oude methode gevoelig verhoogd waardoor ze opnieuw aan populariteit wint. Binnen de Nederlandse vloot is er een sterke interesse in de flyshootvisserij (Figuur 2).

De Nederlandse flyshootvloot (Nederlandse en vlagkotters) bestaat uit een combinatie van nieuwbouw- en omgebouwde vaartuigen (rondviskotters, hektrawlers, boomkorkotters (Figuur 4)). De meeste vaartuigen zijn uitgerust om zowel de flyshootvisserij als de twinrigvisserij te beoefenen (één enkel vaartuig behoud de mogelijkheid om de boomkorvisserij te beoefenen).

Figuur 4. Tot flyshooter omgebouwde boomkorkotter (SL 27 voorheen GO 7) in de

haven van Oostende

De ombouw van een boomkorvaartuig tot flyshooter is een verregaande ingreep. Waar bij een boomkorkotter het werkdek zich voor de brug bevindt, wordt bij een flyshooter de vangst op het achterdek gelost. De volledige opbouw wordt vervangen, brug en logies schuiven naar voor om meer ruimte te creëren op het achterdek. Deze ruimte wordt ingenomen door flyshootlieren, een hekportiek met nettrommels en een nieuwe vangstverwerkingsinstallatie. Enkel de motor (machinekamer) en het visruim kunnen eventueel behouden blijven. De kostprijs voor een dergelijke ombouw wordt geraamd op 1’400’000 €.

3.2. Twinrigvisserij

De twinrigvisserij is een aangepaste versie van de klassieke bordenvisserij. Hierbij wordt de horizontale netopening gerealiseerd door de hydrodynamische kracht op de scheerborden. Bij een twinrigconfiguratie worden 2 kleinere netten naast elkaar opgetuigd. Hierbij worden 3 vislijnen gebruikt, 2 voor de scheerborden (zoals in de klassieke configuratie) en 1 voor de middenklomp (Figuur 5). De twinrigconfiguratie laat bij eenzelfde totale netweerstand (zelfde motorvermogen) een grotere

Page 17: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 7

horizontale spreiding toe (hogere visnamigheid voor platvis). De verticale netopening is kleiner bij een twinrigconfiguratie waardoor deze minder geschikt is voor de visserij op rondvis dan de traditionele single rig. Twinrigvaartuigen kunnen indien gewenst ook deze single rigs optuigen. Hoewel de netten groter zijn dan bij de boomkorvisserij, kan er door de lagere vissnelheid en de lichtere uitvoering van de netten tot 25% bespaard worden op de brandstofkosten (afhankelijk van de optuiging en spreiding).

Figuur 5. Schematische voorstelling twinrigconfiguratie

De twinrigvisserij is wijd verspreid in Noordwest-Europa. Ook in de Nederlandse en Belgische vloot zijn verschillende twinriggers actief alsook vaartuigen die zowel twinrig- als boomkorvisserij kunnen beoefenen (Figuur 6).

Figuur 6. Belgisch boomkor/twinrigvaartuig (Z 18) in haven Zeebrugge

Page 18: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 8

De aanpassing van een boomkorvaartuig om twinrig als additionele visserijmethode toe te passen is relatief beperkt (Figuur 7). Op het achterdek wordt een hekportiek met dubbele nettrommel geïnstalleerd (mogelijks vereist dit een versteviging van de achtersteven). Verder worden de bestaande vislieren gebruikt (vislijn wordt via voorportiek naar achter geleid) voor de scheerborden. Voor de middenklomp moet eventueel een extra lier geïnstalleerd worden. De vangst wordt langszij op het voordek gelost en in de bestaande installatie verwerkt (er kan ook geopteerd worden voor extra aanpassingen waardoor de vangst op het achterdek gelost kan worden, dit bevordert het gebruiksgemak). De kostprijs voor een dergelijke ombouw wordt geraamd op 700’000 €.

Figuur 7. Ombouw Nederlands boomkorvaartuig (OD 17) tot boomkor/twinrig

3.3. Outriggervisserij

Bij de outriggervisserij, worden de boomkorren vervangen door twee afzonderlijke bordennetten die vanuit de gieken gevist worden (Figuur 8). Door de lagere vissnelheid en het lichtere vistuig, wordt 50% bespaard op de brandstofkosten.

Ten gevolge van de huidige brandstofcrisis zijn er verschillende boomkorvaartuigen in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk die (seizoenaal) de outriggervisserij beoefenen (Figuur 9). Mits enkele beperkte aanpassingen kan elk boomkorvaartuig aangepast worden aan de outriggervisserij. De voor een dergelijke aanpassing zijn eerder beperkt en worden geraamd op 70’000 €.

Page 19: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 9

Figuur 8. Schematische voorstelling outriggerconfiguratie

Figuur 9. Wegzetten van het bordennet vanuit de gieken (Z 36)

3.4. Staandwantvisserij (passieve visserij)

De staandwantvisserij is een passieve visserijmethode waarbij netten verankerd worden uitgezet. Voorbijzwemmende vissen raken verstrikt in het net (warrelnetten) of blijven met hun kieuwdeksels haken in een maas (kieuwnetten) (Figuur 10). Aangezien het vistuig niet voortgesleept wordt, maar gewoon wordt uitgezet, is het brandstofverbruik minimaal (95% lager dan bij boomkorvisserij).

Page 20: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 10

Figuur 10. Schematische voorstelling warrel- (links) en kieuwnetvisserij (rechts)

De Belgische vissersvloot telt vier staandwantvissers (Figuur 11). In het verleden is gebleken dat de ombouw van een boomkorvaartuig naar een staandwantkotter niet opportuun is. Een eventuele overschakeling moet steeds gepaard gaan met de aankoop van een nieuw vaartuig. De kostprijs van een nieuw staandwantvaartuig wordt geraamd op 750’000 €.

Figuur 11. Belgisch staandwantvaartuig (N 95) in de haven van Nieuwpoort

Page 21: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 11

4. Vangstsamenstelling (en –potentieel)

4.1. Methodiek

Ten einde de impact van reconversies op de quota te kunnen evalueren, worden de vangstsamenstelling en –potentieel voor de verschillende alternatieven bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beschikbare nationale (bordenvisserij, outriggervisserij en passieve visserij) en internationale (demersale zegenvisserij, bordenvisserij, staandwantvisserij) aanlandingsgegevens. Deze gegevens vertonen evenwel enkele inherente beperkingen:

• Nationale en internationale aanlandingsgegevens worden sterk getekend door de beschikbare quota;

• Gegevens op jaarbasis;

• Slechts in beperkte mate opgesplitst naar visserijmethode;

• Visserijmethode kan voor verschillende doelsoorten ingezet worden (twinrig voor schol, zeeduivel of nephrops), dit beïnvloedt ook de bijvangsten.

Voor de flyshoot- en de twinrigvisserij werd bijkomend een clusteranalyse uitgevoerd op basis van aanlandingsgegevens per zeereis. Om de verschillende typereizen te met verschillende doelsoorten en bijvangsten te identificeren, werd gewerkt met het waardeaandeel van de verschillende soorten in de besomming (i.p.v. het gewichtsaandeel in de totale vangst). Er wordt verondersteld dat de schipper/reder zijn visserijtactische beslissingen veeleer baseert op waarde dan op gewicht bovendien wordt het vertekenend effect van hoge bijvangsten van minderwaardige soorten door deze benadering geminimaliseerd. Het merendeel van de data voor de clusteranalyse zijn afkomstig van Nederlandse vaartuigen (aangevuld met Belgische en Deense data). Er wordt aangenomen dat de Nederlandse situatie vergelijkbaar is met de Belgische visserij in de Noordzee en het Engels Kanaal. Ook de Nederlandse vloot maakt momenteel een transitie door van een eenzijdige boomkorvloot naar een meer diverse vloot.

Voor de outrigger- en de staandwantvisserij werd geen bijkomende clusteranalyse uitgevoerd, er wordt gebruik gemaakt van de beschikbare aanlandingsgegevens.

4.2. Flyshootvisserij

Voor de flyshootvisserij worden aanlandingsgegevens gerapporteerd in Denemarken, Noorwegen en Schotland (Tabel 4), het betreft gecombineerde data voor Deense (ankerzegen) en Schotse zegen (flyshoot). In België zijn geen flyshooters actief en in Nederland wordt deze visserijmethode niet afzonderlijk gerapporteerd in de aanlandingsgegevens.

Uit de tabel blijkt een opmerkelijk verschil tussen Denemarken enerzijds waar gericht op platvis (schol) gevist wordt en Noorwegen en Schotland anderzijds waar rondvis (kabeljauw, schelvis, koolvis) het hoofdaandeel uitmaakt van de vangst. De verschillen tussen Noorwegen en Schotland zijn te wijten aan de bezochte visgronden en de beschikbare quota.

Page 22: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 12

Tabel 4. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale zegenvisserij (flyshoot en

Deense zegen) voor Denemarken, Noorwegen en Schotland

Denemarken Noorwegen Schotland

COALFISH 1% 14% 4%

COD 14% 66% 11%

DAB 4% - -

HADDOCK 1% 18% 50%

HAKE 1% 0% 3%

LEMONSOLE 2% 0% 1%

MEGRIM - - 2%

MONK 0% 0% 2%

PLAICE 73% 1% 1%

WHITING - 0% 20%

WITCH 2% 0% 0%

Aangezien er geen aanvoerstatistieken beschikbaar zijn voor de Nederlandse vloot en om een beter inzicht te krijgen in de doelsoorten per zeereis werd er bijkomend een clusteranalyse uitgevoerd, gebaseerd op aanvoergegevens van 84 zeereizen door 8 vaartuigen (1 Denemarken, 1 Frankrijk (Nederlandse vlagkotter), 6 Nederland). De resultaten van deze clusteranalyse worden weergegeven in Tabel 5.

Op basis van de analyse worden 4 clusters geïdentificeerd: mul (CL_1), mul/wijting/poon (CL_2), schar/poon (CL_3) en kabeljauw (CL_4). Cluster 1 (mul) en 2 (mul/wijting/poon) omvatten een gerichte visserij op mul en rode poon in de Zuidelijke Noordzee (zomer) en het Engels Kanaal (winter). Cluster 4 (kabeljauw) omvat een gerichte visserij op kabeljauw (en schelvis) in de Zuidelijke en de Centrale Noordzee en is in deze vergelijkbaar met de Noorse en Schotse demersale zegenvisserij op rondvis (Tabel 4). Alle overige reizen (vnl. in de Zuidelijk Noordzee) komen in de bonte derde cluster terecht (schar/poon). Deze residuele cluster heeft geen eenduidig profiel, schar en rode poon vormen een belangrijk (zij het schommelend) aandeel in de vangst. Indien de individuele reizen bekeken worden, vallen vooral enkele reizen met een hoog aandeel aan pijlinktvis op.

Het Deense profiel met een hoog aandeel van schol in de besomming wordt niet weerhouden in de clusteranalyse. De Nederlandse flyshootvaartuigen opteren voor een quotavrije visserij (gerichte visserij op mul, poon, pijlinktvis), zodoende hoeven ze geen scholquota te huren of kunnen ze hun eigen scholquota verhuren (of overhevelen binnen de rederij). In de verdere analyse van de flyshootvisserij wordt het Deense profiel weerhouden naast de 4 geïdentificeerde clusters (mul, mul/wijting/poon, schar/poon, kabeljauw).

Page 23: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 13

Tabel 5. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij flyshootvisserij, resultaten

clusteranalyse

CL_1

(25)

CL_2

(20)

CL_3

(26)

CL_4

(13)

ATLANTIC_MACKEREL 4% 10% 7% 2%

BASS 0% 3% 1% 0%

BLACK_SEABREAM 1% 1% 0% 0%

COALFISH 0% 0% 0% 1%

COD 1% 6% 4% 51%

COMMON_SQUID 1% 3% 6% 0%

CUTTLEFISH 3% 4% 0% 0%

DAB 6% 7% 25% 4%

FLOUNDER 0% 0% 0% 0%

GREY_GURNARD 0% 1% 0% 1%

HADDOCK 0% 0% 0% 10%

HAKE 0% 0% 0% 1%

HORSMACKEREL 9% 6% 10% 1%

LEMONSOLE 0% 1% 1% 3%

MIXED_RAY 1% 1% 1% 0%

PLAICE 1% 3% 3% 10%

POLLACK 0% 0% 0% 0%

POUT 1% 2% 2% 1%

RED_GURNARD 2% 5% 1% 0%

RED_MULLET 54% 24% 5% 3%

WHITING 2% 12% 9% 8%

YELLOW_(TUB)_GURNARD 14% 12% 25% 3%

4.3. Twinrigvisserij

Voor de twinrigvisserij worden aanvoergegevens gerapporteerd in Denemarken (demersale bordenvisserij) en Schotland (twinrig, single rig). In België zijn gegevens beschikbaar voor demersale bordenvisserij (single rig, twinrig en outrigger samen). In Nederland wordt de twinrigvisserij niet afzonderlijk gerapporteerd in de aanvoerstatistieken. Tabel 6 geeft een overzicht van de internationaal beschikbare gegevens. In België hebben rog, schol en tong een belangrijk aandeel in de aanvoer, zij het in andere verhoudingen dan bij de boomkorvisserij. In Denemarken en Schotland wordt vooral rondvis (whitefish trawlers, single rig), zeeduivel (twinrig), nephrops (nephropstrawlers, twin- en multirig) en ook schol (twinrig) aangeland.

Page 24: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 14

Tabel 6. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale bordenvisserij (twinrig,

single rig, outrig) voor België, Denemarken en Schotland (single vs. twinrig, excl.

nephrops trawlers)

België Denemarken Schotland

(single rig)

Schotland

(twinrig)

COALFISH 0% 24% 12% 11%

COD 6% 9% 9% 10%

DAB 2% - - -

DOVERSOLE 10% 0% 0%

HADDOCK 3% 3% 37% 0%

HAKE 0% 4% 2% 1%

LEMONSOLE 3% 4% 1% 2%

LING - 5% 0% 4%

MEGRIM 0% - 0% 5%

MIXED_RAY 29% - 1% 1%

MONK 6% 11% 12% 24%

NORWAY_LOBSTER 5% 12% - -

PLAICE 15% 16% 2% 4%

POUT - 4% - -

WHITING 5% 2% 11% 12%

WITCH - 4% 1% 2%

Om een beter inzicht te krijgen in de doelsoorten per zeereis werd er bijkomend een clusteranalyse uitgevoerd, gebaseerd op aanvoergegevens van 113 zeereizen door 21 vaartuigen (2 België, 2 Denemarken, 2 Duitsland (Nederlandse vlagkotters), 13 Nederland, 2 Verenigd Koninkrijk (Nederlandse vlagkotters)), waarvan 19 multifunctionele boomkorvaartuigen (uitgerust voor boomkorvisserij en bordenvisserij). De resultaten van deze clusteranalyse worden weergegeven in Tabel 7.

Op basis van de analyse worden 6 clusters geïdentificeerd: schol/+ (CL_1), tong (CL_2), schol (CL_3), niet-gequoteerd (CL_4), kabeljauw (CL_5), nephrops (CL_6). Clusters 1 (gemengde schol) en 3 (schol) omvatten een gerichte visserij op schol in de Noordzee, al dan niet met een significante bijvangst (tongschar, tong, tarbot, rog, kabeljauw). Beide clusters samen zijn goed voor 68 van de 113 zeereizen (> 60%), schol vormt de belangrijkste doelsoort voor de Nederlandse twinrigvisserij. Cluster 2 (tong) omvat een gerichte visserij op tong, de hoge bijvangsten van bot en schar wijzen op een visserij in kustwateren. Het betreft voornamelijk reizen door kotters die uitgerust zijn om zowel de boomkor- als de twinrigvisserij te bedrijven. Er kan niet uitgesloten worden dat enkele van deze reizen verkeerdelijk als twinrigreizen geregistreerd staan. Clusters 5 (kabeljauw) en 6 (nephrops) omvatten een gerichte visserij op kabeljauw (voornamelijk single rig) en nephrops. Alle overige reizen komen in de vierde cluster (niet-gequoteerd) terecht, deze omvatten voornamelijk reizen op niet-gequoteerde soorten als inktvis en mul (voornamelijk single rig met hogere bovenpees).

Page 25: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 15

De zes geïdentificeerde clusters geven een voldoende beeld van de diversiteit binnen de demersale bordenvisserij en worden als dusdanig weerhouden in een verdere analyse van deze visserijmethode.

Tabel 7. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale bordenvisserij, resultaten

clusteranalyse

CL_1

(28)

CL_2

(8)

CL_3

(40)

CL_4

(20)

CL_5

(8)

CL_6

(9)

ATLANTIC_CATFISH 4% 0% 0% 0% 4% 0%

ATLANTIC_HALIBUT 1% 0% 0% 0% 0% 0%

ATLANTIC_MACKEREL 0% 0% 0% 2% 0% 0%

BASS 0% 0% 0% 3% 0% 0%

BRILL 1% 1% 1% 0% 0% 1%

COALFISH 2% 0% 0% 0% 2% 0%

COD 8% 4% 2% 4% 52% 0%

COMMON_SQUID 0% 0% 0% 17% 0% 0%

CUTTLEFISH 0% 0% 0% 3% 0% 0%

DAB 4% 11% 6% 8% 12% 7%

DOVERSOLE 1% 37% 1% 0% 0% 1%

FLOUNDER 0% 23% 0% 1% 2% 0%

GREY_GURNARD 0% 0% 1% 0% 0% 0%

HADDOCK 4% 0% 0% 0% 5% 0%

HAKE 2% 0% 1% 0% 2% 3%

HORSMACKEREL 1% 0% 0% 12% 0% 0%

LEMONSOLE 9% 0% 3% 0% 3% 0%

MEGRIM 1% 0% 0% 0% 0% 0%

MIXED_RAY 4% 2% 1% 2% 0% 0%

MONK 3% 0% 0% 0% 1% 1%

NORWAY_LOBSTER 0% 0% 1% 0% 0% 52%

PLAICE 45% 16% 75% 2% 8% 28%

POUT 0% 1% 0% 9% 0% 0%

RED_GURNARD 0% 0% 0% 4% 0% 0%

RED_MULLET 2% 0% 1% 16% 0% 1%

TURBOT 4% 2% 4% 0% 1% 4%

WHITING 2% 1% 1% 13% 7% 0%

WITCH 1% 0% 0% 0% 0% 0%

YELLOW_(TUB)_GURNARD 1% 1% 1% 4% 0% 0%

Page 26: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 16

4.4. Outriggervisserij

De outriggervisserij wordt slechts toegepast aan boord van boomkorvaartuigen als alternatief om het brandstofverbruik te reduceren. Gezien de beperkte toepassing ervan worden er voor deze visserij geen internationale aanvoergegevens gerapporteerd. Voor de Belgische outriggervisserij werden vangstgegevens verzameld in het kader van het project Outrigger II. Deze gegevens werden aangevuld met aanlandingsgegevens van 12 zeereizen door 2 vaartuigen (1 Nederland, 1 Duitsland (Nederlandse vlagkotter)) (Tabel 8).

Tabel 8. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij outriggervisserij voor België en

Nederland

België Nederland

BASS 2% -

COD 2% 2%

DAB 4% 12%

DOVERSOLE 13% 4%

HAKE 1% 2%

LEMONSOLE 3% 0%

MIXED_RAY 42% 0%

MONK 2% 0%

NORWAY_LOBSTER 2% 4%

PLAICE 16% 60%

RED_MULLET 0% 3%

TURBOT 2% 4%

WHITING 8% 4%

De Nederlandse outriggervisserij is een gerichte visserij op schol. De Belgische outriggervisserij is veeleer een kustvisserij waarvoor tong en rog de belangrijkste doelsoorten zijn.

Beide profielen worden weerhouden in de verdere analyse van de outriggervisserij.

4.5. Staandwantvisserij (passieve visserij)

Voor de staandwantvisserij worden aanvoergegevens gerapporteerd in Denemarken (inclusief lijnenvisserij), Noorwegen en Schotland. Deze gegevens worden aangevuld met aanvoergegevens van de Belgische staandwantvisserij (inclusief lijnenvisserij) (Tabel 9). Internationaal zijn de belangrijkste doelsoorten kabeljauw (Denemarken en Noorwegen), schol (Denemarken) en zeeduivel (Schotland). De Belgische staandwantvisserij omvat 2 typevisserijen: warrelnetvisserij op tong, kieuwnetvisserij op kabeljauw (en zeebaars). Deze worden soms aangevuld met een lijnenvisserij op zeebaars.

In de verdere analyse van de staandwantvisserij wordt enkel het Belgische profiel weerhouden zonder bijkomende opdeling volgens de 2 typevisserijen (warrelnet en kieuwnet). De Belgische staandwantvaartuigen beoefenen beide visserijen en kunnen snel en eenvoudig omschakelen tussen beide types.

Page 27: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 17

Tabel 9. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij staandwantvisserij voor België (incl.

lijnenvisserij), Denemarken (incl. lijnenvisserij), Noorwegen en Schotland

België Denemarken Noorwegen Schotland

ATLANTIC_HALIBUT - 0% 2% 0%

BASS 8% - - -

COALFISH - 1% 27% 0%

COD 17% 32% 58% 0%

CUTTLEFISH 3% - - -

DAB 4% 3% 0% -

DOVERSOLE 49% 7% - -

FLOUNDER 2% - - -

HADDOCK - 1% 3% -

HAKE - 7% 1% -

LING - 0% 3% 3%

MIXED_RAY 1% - 0% 3%

MONK - 0% 3% 94%

PLAICE 5% 43% 0% -

POLLACK 0% 1% 2% 0%

POUT - 3% - -

TURBOT 2% 2% 0% 0%

Page 28: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 18

5. Economische haalbaarheid

5.1. Methodiek

De economische prestaties van de verschillende alternatieven worden vergeleken met de gemiddelde resultaten van de bokkenvisserij (data 2007). Voor de drie alternatieven waarbij het vaartuig omgebouwd wordt (flyshootvisserij, twinrigvisserij en outriggervisserij), wordt uitgegaan van deze gemiddelde resultaten met volgende aanpassingen:

• Afschrijvingen en financiële kosten worden verhoogd i.f.v. de nodige investeringen voor de ombouw (hierbij wordt een subsidiëring van 60% in rekening gebracht);

• Brandstofkosten (en andere kosten) worden aangepast aan de nieuwe visserijmethode;

• Besomming van bokkenvisserij wordt weerhouden voor de berekening van de breakeven brandstofprijs (deze benadering heeft zijn beperkingen, zeker voor de outriggervisserij die lagere besommingen realiseert);

• Resultaten en breakeven besommingen worden berekend voor brandstofprijs 2007, 1e helft 2008 en november 2008.

Deze breakeven besommingen worden (waar mogelijk) getoetst aan resultaten van enkele bestaande (Nederlandse) vaartuigen en vergeleken met de resultaten voor de bokkenvisserij.

Voor de staandwantvisserij wordt een andere benadering gevolgd. Het betreft hier een nieuwbouw waarvan de kostenstructuur te sterk afwijkt van deze van de bokkenvisserij. Volgend scenario wordt toegepast bij de economische evaluatie van dit alternatief:

• De premie voor gedeeltelijke sanering van het bestaande vaartuig (500 €/kW + 2’000 €/GT) en de restwaarde van het vaartuig (recuperatie van uitrusting en schroot) volstaan om de bestaande financiële verplichtingen (schuldenlast) van de rederij af te lossen;

• Afschrijvingen en financiële kosten worden bepaald op basis van de nodige investering voor nieuwbouw;

• Haalbare besommingen en kosten worden bepaald aan de hand van de resultaten van de bestaande Belgische staandwantvisserij (data 2006), deze waarden worden weerhouden voor een berekening van de breakeven brandstofprijs;

• Resultaten en breakeven besommingen worden berekend voor brandstofprijs 2007, 1e helft 2008 en november 2008.

Naar analogie met de andere alternatieven worden de breakeven besommingen vergeleken met de resultaten voor de bokkenvisserij.

5.2. Boomkorvisserij

De gemiddelde resultaten van een bokkenvaartuig in 2007 worden weergegeven in Tabel 10. De brandstofkost bedraagt 31% van de besomming en vormt de belangrijkste uitgave voor de rederij. De brutomarge (aandeel van het bruto bedrijfsresultaat in de besomming) bedraagt 14%. Op basis van deze resultaten kan een breakeven brandstofprijs van 0.49 €/l berekend worden. Deze ligt dicht bij de gemiddelde brandstofprijs van 2007 (0.48 €/l). Het hoge aandeel van de brandstofkost in de totale besomming en het kleine verschil tussen de breakeven

Page 29: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 19

brandstofprijs en de reële brandstofprijs tonen aan dat het resultaat van de boomkorvisserij zeer gevoelig is voor stijgende brandstofprijzen. Dit wordt bevestigd in Tabel 11 die de evolutie van de resultaten weergeeft i.f.v. de brandstofprijzen. Met de hoge brandstofprijzen tijdens de eerste helft van 2008 zou het aandeel van stijgen tot 42% van de besomming en het resultaat sterk negatief uitvallen. Om breakeven te realiseren, zou de besomming moeten stijgen tot 1’783’910 € op jaarbasis. Bij een huidige brandstofprijs van 0.46 €/l zou het aandeel dalen tot 30% van de besomming en zou het resultaat meer dan verdubbelen.

Tabel 10. Gemiddeld bedrijfsresultaat (€) van de bokkenvisserij (data 2007)

Besomming 1’536’600

Loonkosten 454’985

Los- en verkoopkosten 112’096

Verzekering 45’874

Onderhoud 89’532

Vistuig 82’243

IJs, gas, zout 598

Brandstofkosten 480’803

Huur toestellen 141

Andere kosten 49’183

Bruto bedrijfsresultaat 221’145

Afschrijvingen 180’379

Netto bedrijfsresultaat 40’767

Financieel resultaat -26’522

Netto winst/verlies 14’245

Tabel 11. Evolutie resultaat en breakeven besomming i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e

helft 2008, november 2008); overige kosten en besomming constant (data 2007)

2007 1e helft 2008 November

2008

Brandstofprijs (€/l) 0.48 0.65 0.46

Brandstofkosten 480’803 651’087 457’564

Aandeel brandstofkost 31% 42% 30%

Bruto bedrijfsresultaat 221’145 50’861 244’384

Netto winst/verlies 14’245 -156’040 37’483

Breakeven besomming 1’514’025 1’783’910 1’477’193

Page 30: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 20

5.3. Flyshootvisserij

De nodige investering voor de ombouw van een bokkenvaartuig naar een flyshootvaartuig wordt geraamd op 1’400’000 €. Rekening houdend met een subsidiëring van 60%, een afschrijvingstermijn van 10 jaar en een financiering aan 6% resulteert dit in een jaarlijkse meerkost van 76’086 €.

Een daling van het brandstofverbruik met 50% resulteert in een daling van het aandeel van de brandstofkost in de besomming tot 16%. De brutomarge (aandeel van het bruto bedrijfsresultaat in de besomming) bedraagt 30%. Op basis van deze gegevens kan een breakeven brandstofprijs van 0.82 €/l berekend worden. Deze is aanzienlijk hoger dan de gemiddelde brandstofprijs van 2007 (0.48 €/l). De hogere gemiddelde brandstofprijs tijdens de 1e helft van 2008 (0.65 €/l) blijft onder deze breakeven brandstofprijs (m.a.w. de flyshootvisserij blijft winstgevend).

De breakeven besomming (Tabel 12) bedraagt 1’253’599 € in 2007. Met de hogere gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 zou de breakeven besomming stijgen tot 1’388’542 € op jaarbasis. Aan de hand van aanvoergegevens van 84 zeereizen door 8 vaartuigen (1 Denemarken, 1 Frankrijk (Nederlandse vlagkotter), 6 Nederland) wordt een gemiddelde besomming berekend van 9’600 € per zeedag (afhankelijk van het vaartuig varieert deze tussen 8’500 tot 12’500 € per zeedag). Rekening houdend met 210 zeedagen per jaar (42 weken van 5 dagen), wordt de besomming op jaarbasis ongeveer 2’000’000 €. Deze ligt boven de gemiddelde besomming op jaarbasis voor de bokkenvisserij en boven de breakeven besommingen in de verschillende brandstofscenario’s.

Tabel 12. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar flyshoot i.f.v.

brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008)

2007 1e helft 2008 November

2008

Brandstofprijs (€/l) 0.48 0.65 0.46

Brandstofkosten 240’402 325’544 228’782

Aandeel brandstofkost 16% 21% 15%

Bruto bedrijfsresultaat 461’547 376’404 473’166

Netto winst/verlies 178’559 93’417 190’179

Breakeven besomming 1’253’599 1’388’542 1’235’184

De daling van het brandstofverbruik resulteert in een daling van de brandstofkost met 240’402 € (brandstofprijs 2007). Een dergelijke besparing volstaat om een investering van 1’769’376 € te financieren (afschrijving op 10 jaar, financiering aan 6%) zonder rekening te houden met eventuele subsidies.

Het lagere aandeel van de brandstofkost in de besomming en de hoge breakeven brandstofprijs tonen aan dat het resultaat van de flyshootvisserij veel minder gevoelig is voor de brandstofprijs dan dat van de bokkenvisserij, ook met de hoge gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 wordt nog winst gemaakt. De meerkost van de ombouw kan ruimschoots gefinancierd worden met de besparing op de brandstofkosten. Ondanks de hogere financieringslast is de nettowinst hoger dan bij de bokkenvisserij. De brutomarge bedraagt 30% i.p.v. 14% (2007).

Page 31: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 21

5.4. Twinrigvisserij

De nodige investering voor de aanpassing van een bokkenvaartuig om ook te kunnen twinriggen, wordt geraamd op 700’000 €. Rekening houdend met een subsidiëring van 60%, een afschrijvingstermijn van 10 jaar en een financiering aan 6% resulteert dit in een jaarlijkse meerkost van 38’043 €.

Een daling van het brandstofverbruik met 25% resulteert in een daling van het aandeel van de brandstofkost in de besomming tot 23%. De brutomarge (aandeel van het bruto bedrijfsresultaat in de besomming) bedraagt 23%. Op basis van deze gegevens kan een breakeven brandstofprijs van 0.61 €/l berekend worden. Deze is aanzienlijk hoger dan de gemiddelde brandstofprijs van 2007 (0.48 €/l). De hogere gemiddelde brandstofprijs tijdens de 1e helft van 2008 (0.65 €/l) is evenwel hoger dan deze breakeven brandstofprijs, onder deze omstandigheden zou ook de twinrigvisserij verlieslatend zijn.

De breakeven besomming (Tabel 13) bedraagt 1’383’812 € in 2007. Met de hogere gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 zou de breakeven besomming stijgen tot 1’586’226 € op jaarbasis. Een dergelijke besomming lijkt op basis van de beschikbare aanvoergegevens van grote Belgische en Nederlandse twinrigvaartuigen haalbaar.

Tabel 13. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar twinrig i.f.v.

brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008)

2007 1e helft 2008 November

2008

Brandstofprijs (€/l) 0.48 0.65 0.46

Brandstofkosten 360’602 488’316 343’173

Aandeel brandstofkost 23% 32% 22%

Bruto bedrijfsresultaat 341’346 213’632 358’775

Netto winst/verlies 96’402 -31’312 113’831

Breakeven besomming 1’383’812 1’586’226 1’356’188

De daling van het brandstofverbruik resulteert in een daling van de brandstofkost met 120’201 € (brandstofprijs 2007). Een dergelijke besparing volstaat om een investering van 884’688 € te financieren (afschrijving op 10 jaar, financiering aan 6%) zonder rekening te houden met eventuele subsidies.

In mindere mate dan bij de flyshootvisserij is ook het resultaat van de twinrigvisserij minder gevoelig voor de brandstofprijs dan dat van de bokkenvisserij. De meerkost van de ombouw kan ruimschoots gefinancierd worden met de besparing op de brandstofkosten.

5.5. Outriggervisserij

De nodige investering voor de aanpassing van een bokkenvaartuig om ook te kunnen outriggen, is zeer beperkt en wordt geraamd op 70’000 €. Rekening houdend met een subsidiëring van 60%, een afschrijvingstermijn van 5 jaar en een financiering aan 6% resulteert dit in een jaarlijkse meerkost van 6’647 €.

Naast een daling van het brandstofverbruik met 50% wordt hier ook een daling van de kosten voor vistuig met 50% in rekening gebracht. Op basis van deze gegevens kan een breakeven brandstofprijs van 1.06 €/l berekend worden. Deze houdt

Page 32: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 22

evenwel geen rekening met de lagere besommingen die met bij de outriggervisserij verwacht worden (minimum -30%).

De breakeven besomming (Tabel 13) bedraagt 1’078’371 € in 2007. Met de hogere gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 zou de breakeven besomming stijgen tot 1’213’314 € op jaarbasis.

Tabel 14. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar twinrig i.f.v.

brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008)

2007 1e helf 2008 November

2008

Brandstofprijs (€/l) 0.48 0.65 0.46

Brandstofkosten 240’402 325’544 228’782

Aandeel brandstofkost 16% 21% 15%

Bruto bedrijfsresultaat 502’668 417’526 514’287

Netto winst/verlies 289’120 203’978 300’739

Breakeven besomming 1’078’371 1’213’314 1’059’955

De daling van het brandstofverbruik resulteert in een daling van de brandstofkost met 240’402 € (brandstofprijs 2007). Daarnaast wordt ook bespaard op vistuig, los- en verkoopkosten en loonkosten (deze laatste zijn gekoppeld aan een lagere besomming). Voor een gemiddeld bokkenvaartuig wegen deze besparingen niet op tegen een daling van de besomming met 30%. Rekening houdend met de hogere gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 kan een dergelijke omschakeling wel zinvol zijn. Ook een seizoenale omschakeling, waarbij enkel tijdens de zomermaanden (wanneer lagere besommingen gerealiseerd worden met de boomkor) met outrigger gevist wordt, kan zinvol zijn.

5.6. Staandwantvisserij (passieve visserij)

De nodige investering voor een nieuwbouw staandwantvaartuig (inclusief uitrusting) wordt geraamd op 750’000 €. Rekening houdend met een een afschrijvingstermijn van 15 jaar en een financiering aan 6% resulteert dit in een jaarlijkse kost van 77’222 €. Een raming van de resultaten van een nieuwbouw staandwantvaartuig (brandstofprijs 2007) wordt weergegeven in Tabel 15. Deze raming is gebaseerd op gegevens van de drie bestaande staandwantvaartuigen in de Belgische vissersvloot. De besomming wordt beperkt gehouden omwille van de leerperiode (desondanks is het niet zeker of deze haalbaar is tijdens het eerste jaar). Brandstofkosten, onderhoud en kosten voor vistuig worden lager geraamd, het betreft een nieuw vaartuig met moderne motor en nieuw vistuig.

De brandstofkost bedraagt slechts 4% van de besomming, lonen vormen de belangrijkste uitgave voor de rederij. De brutomarge (aandeel van het bruto bedrijfsresultaat in de besomming) bedraagt 33%. Op basis van deze gegevens kan een breakeven brandstofprijs van 0.71 €/l berekend worden. Tabel 16 toont de evolutie van de resultaten i.f.v. de brandstofprijzen. De breakeven besomming van een staandwantvaartuig wordt geraamd op 203’062 € op jaarbasis. Met de hogere gemiddelde brandstofprijs van de 1e helft van 2008 zou de breakeven besomming stijgen tot 202’296 € op jaarbasis. De gemiddelde besomming van de bestaande Belgische staandwantvaartuigen is hoger dan 300’000 €, rekening houdend met het nodige leergeld moet een besomming van 250’000 € op jaarbasis haalbaar zijn.

Page 33: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 23

Tabel 15. Raming bedrijfsresultaat staandwantvisserij

Besomming 250’000

Loonkosten 108’334

Los- en verkoopkosten 8’821

Verzekering 7’500

Onderhoud 5’000

Vistuig 12’500

IJs, gas, zout 800

Brandstofkosten 10’000

Huur toestellen 100

Andere kosten 20’000

Bruto bedrijfsresultaat 81’945

Afschrijvingen 50’000

Netto bedrijfsresultaat 31’945

Financieel resultaat -27’222

Netto winst/verlies 4’723

Tabel 16. Evolutie resultaat en breakeven besomming (ramingen) voor nieuwbouw

staandwantvaartuig i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008)

2007 1e helf 2008 November

2008

Brandstofprijs (€/l) 0.48 0.65 0.46

Brandstofkosten 10’000 13’542 9’517

Aandeel brandstofkost 4% 5% 4%

Bruto bedrijfsresultaat 81’945 78’403 82’428

Netto winst/verlies 4’723 1’181 5’206

Breakeven besomming 203’062 208’675 202’296

Door de gewijzigde kostenstructuur is het ondanks de lagere besommingen toch mogelijk om de investering van 750’000 € in een nieuwbouw staandwantvaartuig te financieren (afschrijving op 15 jaar, financiering aan 6%) zonder rekening te houden met eventuele subsidies. Met een brutoresultaat van 81’945 € (Tabel 15) is het mogelijk een investering van 795’870 € te financieren op 15 jaar. Indien de afschrijfperiode opgetrokken wordt naar 20 jaar kan tot 939’903 € gefinancierd worden.

Page 34: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 24

6. Ruimte voor alternatieven

6.1. Methodiek

De besommingen op jaarbasis, bepaald in de economische analyse (breakeven analyse en afgeleid uit aanvoerdata) worden aan de hand van de vangstsamenstellingen voor de diverse alternatieven omgerekend naar aanvoer (gewicht) op jaarbasis. Deze worden vervolgens vergeleken met de beschikbare quota en de aanvoer op jaarbasis van de bokkenvisserij. Voor elk alternatief wordt een scenario met breakeven besomming (2007) uitgewerkt. Indien nodig wordt daarnaast nog een tweede meer realistische besomming doorgerekend.

Deze benadering houdt enkele beperkingen in, de jaaraanvoer van een reëel vaartuig zal uiteraard bestaan uit een combinatie van de verschillende typereizen (in functie van het seizoen), waarbij sommige typereizen systematisch in hogere besommingen resulteren dan andere. Waarschijnlijk zullen reële vaartuigen zelfs verschillende visserijmethoden kunnen combineren (twinrig- of outrigger- in combinatie met bokkenvisserij).

6.2. Flyshootvisserij

De aanvoer op jaarbasis door de flyshootvisserij voor de verschillende vangstsamenstellingen (mul; mul/wijting/poon; schar/poon; kabeljauw en Denemarken) worden weergegeven in Tabel 17 (berekend op basis van de breakeven besomming 2007) en in Tabel 18 (berekend op basis van een jaarbesomming van 2’000’000 €).

Het valt op dat de belangrijkste doelsoorten voor de boomkorvisserij (tong, schol en rog) slechts in beperkte mate gevangen worden. Uit het Deense scenario blijkt nochtans dat het wel mogelijk is schol te bevissen met deze visserijmethode. Een omschakeling naar flyshootvisserij zal resulteren in hogere vangstmogelijkheden voor de overblijvende bokkenvaartuigen.

Voor de eerste drie typereizen worden deze lagere vangsten van tong, schol en rog voornamelijk gecompenseerd door niet-gequoteerde soorten (mul, poon en inktvis). Bij de vierde typereis, wordt de besomming voornamelijk gerealiseerd door hoge vangsten van kabeljauw en schelvis wat in het kader van de Belgische quota niet realistisch lijkt. De vijfde typereis met hoge vangsten van schol lijkt haalbaar voor een beperkt aantal reizen (seizoenaal).

Daarnaast blijken alle typereizen bijvangsten van makreel, horsmakreel, schar, bot en wijting aan te landen. De Belgische quota voor deze soorten zijn beperkt of worden traditioneel omgeruild met derde landen. Het aandeel van deze soorten in de totale besomming is evenwel beperkt. Enkel voor de derde typereis ligt het aandeel hoger, het is echter weinig waarschijnlijk dat er met dit type hoge besommingen gerealiseerd worden.

Page 35: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 25

Tabel 17. Jaarvangsten (kg) flyshootvisserij (per cluster) bij breakeven besomming

(2007) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde

bokkenvisserij)

mul

mul/

wijting/

poon

schar/

poon

kabel-

jauw

Dene-

marken

ATLANTIC_MACKEREL 33’734 90’974 107’605 22’296 -

BASS 1’053 9’518 5’582 0 -

COALFISH 0 0 0 4’049 6’098

COD 3’172 24’795 28’503 229’058 85’023

COMMON_SQUID 3’561 11’419 34’140 485 -

CUTTLEFISH 9’797 15’829 936 0 -

DAB 19’605 31’219 182’491 23’132 24’426

FLOUNDER 209 515 2’292 0 -

GREY_GURNARD 1’087 4’762 275 4’503 -

HADDOCK 32 890 0 65’073 6’093

HAKE 22 0 0 6’967 6’092

HORSMACKEREL 34’822 27’235 67’720 4’857 -

LEMONSOLE 511 4’793 3’950 15’370 12’159

MIXED_RAY 2’363 2’710 4’350 1’139 -

PLAICE 3’025 10’377 19’770 50’202 444’449

POLLACK 105 133 312 1’015 -

POUT 3’349 9’008 12’624 3’468 -

RED_GURNARD 5’368 19’517 4’087 19 -

RED_MULLET 148’521 92’017 33’398 15’164 -

WHITING 5’722 48’174 55’384 39’398 -

YELLOW_(TUB)_GURNARD 54’678 67’391 230’208 24’609 -

Page 36: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 26

Tabel 18. Jaarvangsten (kg) flyshootvisserij (per cluster) bij besomming 2’000’000 €

(vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij)

mul

mul/

wijting/

poon

schar/

poon

kabel-

jauw

Dene-

marken

ATLANTIC_MACKEREL 53’820 145’140 171’674 35’571 -

BASS 1’681 15’185 8’905 0 -

COALFISH 0 0 0 6’459 9’728

COD 5’061 39’558 45’473 365’440 135’646

COMMON_SQUID 5’682 18’219 54’467 773 -

CUTTLEFISH 15’631 25’253 1’493 0 -

DAB 31’278 49’806 291’147 36’905 38’970

FLOUNDER 334 821 3’657 0 -

GREY_GURNARD 1’735 7’598 439 7’183 -

HADDOCK 52 1’421 0 103’818 9’721

HAKE 36 0 0 11’115 9’718

HORSMACKEREL 55’555 43’451 108’040 7’749 -

LEMONSOLE 816 7’646 6’302 24’521 19’398

MIXED_RAY 3’770 4’323 6’940 1’817 -

PLAICE 4’826 16’556 31’541 80’092 709’077

POLLACK 168 213 497 1’619 -

POUT 5’343 14’371 20’141 5’532 -

RED_GURNARD 8’565 31’137 6’521 30 -

RED_MULLET 236’951 146’804 53’283 24’193 -

WHITING 9’128 76’857 88’360 62’856 -

YELLOW_(TUB)_GURNARD 87’233 107’517 367’275 39’261 -

6.3. Twinrigvisserij

De aanvoer op jaarbasis door de twinrigvisserij voor de verschillende vangstsamenstellingen (schol/+; tong; schol; quotavrij; kabeljawu en nephorps) worden weergegeven in Tabel 19 (berekend op basis van de breakeven besomming 2007) en in Tabel 20 (berekend op basis van de breakeven besomming 1e helft 2008).

Bij twinrigvisserij wordt veel minder tong aangeland (de hoge tongvangsten in de tweede typereis werden gerealiseerd in enkele reizen bij de kust en kunnen niet jaarrond volgehouden worden). Het tongverlies wordt voornamelijk gecompenseerd door hogere vangsten van schol, tongschol, kabeljauw en/of nephrops, allen gequoteerde soorten. Enkel voor nephrops bieden de Belgische quota ruimte voor uitbreiding van de visserij. Er kan ook gericht gevist worden op quotavrije soorten zoals inktvis, mul en poon (vierde reistype). Deze twee visserijen (quotavrij en nephrops) zijn echter vooral geschikt voor eurokotters, niet voor het groot vlootsegment.

Page 37: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 27

Tabel 19. Jaarvangsten (kg) twinrigvisserij (per cluster) bij breakeven besomming

(2007) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde

bokkenvisserij)

schol/+ tong schol

quota

vrij

kabel-

jauw

ne-

phrops

ATLANTIC_CATFISH 16’613 0 133 0 15’539 0

ATLANTIC_HALIBUT 3’281 22 603 0 1’234 900

ATLANTIC_MACKEREL 2’489 0 2’583 16’491 0 0

BASS 43 321 0 14’319 106 0

BRILL 2’528 4’137 2’618 208 1’513 1’822

COALFISH 9’702 0 25 6 9’939 12

COD 38’469 10’165 10’083 26’063 274’750 862

COMMON_SQUID 818 620 714 96’451 668 50

CUTTLEFISH 0 1’113 6 12’098 0 0

DAB 20’471 38’359 31’274 71’852 76’730 21’872

DOVERSOLE 5’127 93’557 5’631 738 10 3’753

FLOUNDER 76 72’803 171 6’306 15’730 0

GREY_GURNARD 2’109 0 7’966 765 0 262

HADDOCK 21’140 0 666 0 25’185 7

HAKE 8’916 0 6’991 0 10’625 9’993

HORSMACKEREL 2’300 377 790 71’820 0 0

LEMONSOLE 40’438 234 17’894 2’593 15’247 1’023

MEGRIM 4’217 0 507 0 0 319

MIXED_RAY 21’545 4’977 3’185 11’333 26 95

MONK 12’867 23 1’378 536 3’660 2’027

NORWAY_LOBSTER 323 0 4’772 0 0 150’988

PLAICE 207’072 55’661 413’919 13’981 39’987 86’689

POUT 0 0 0 0 0 0

RED_GURNARD 47 0 0 21’780 0 0

RED_MULLET 9’988 7 3’362 77’208 0 1’759

TURBOT 14’969 7’452 20’929 940 3’171 12’867

WHITING 8’809 4’103 4’488 80’466 55’033 701

WITCH 4’029 0 0 0 0 75

TUB_GURNARD 3’046 2’449 7’215 22’365 388 930

Page 38: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 28

Tabel 20. Jaarvangsten (kg) twinrigvisserij (per cluster) bij breakeven besomming

(1e helft 2008) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan

gemiddelde bokkenvisserij)

schol/+ tong schol

quota

vrij

kabel-

jauw

ne-

phrops

ATLANTIC_CATFISH 19’043 0 152 0 17’812 0

ATLANTIC_HALIBUT 3’761 25 691 0 1’415 1’032

ATLANTIC_MACKEREL 2’854 0 2’961 18’904 0 0

BASS 49 368 0 16’414 122 0

BRILL 2’898 4’743 3’001 238 1’734 2’088

COALFISH 11’121 0 29 7 11’393 14

COD 44’096 11’652 11’558 29’876 314’939 988

COMMON_SQUID 938 711 819 110’559 766 57

CUTTLEFISH 0 1’276 7 13’867 0 0

DAB 23’465 43’970 35’849 82’362 87’953 25’072

DOVERSOLE 5’877 107’242 6’455 846 11 4’302

FLOUNDER 87 83’452 196 7’229 18’031 0

GREY_GURNARD 2’418 0 9’131 877 0 300

HADDOCK 24’233 0 764 0 28’868 8

HAKE 10’220 0 8’013 0 12’179 11’455

HORSMACKEREL 2’637 432 905 82’326 0 0

LEMONSOLE 46’353 268 20’512 2’973 17’477 1’173

MEGRIM 4’834 0 582 0 0 365

MIXED_RAY 24’697 5’705 3’651 12’991 30 109

MONK 14’749 27 1’580 615 4’195 2’323

NORWAY_LOBSTER 370 0 5’470 0 0 173’073

PLAICE 237’362 63’802 474’464 16’027 45’836 99’369

POUT 0 0 0 0 0 0

RED_GURNARD 54 0 0 24’965 0 0

RED_MULLET 11’449 8 3’854 88’501 0 2’017

TURBOT 17’158 8’542 23’990 1’077 3’635 14’749

WHITING 10’097 4’704 5’144 92’236 63’082 804

WITCH 4’618 0 0 0 0 86

YELLOW_(TUB)_GURNARD 3’492 2’807 8’270 25’637 445 1’066

Page 39: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 29

6.4. Outriggervisserij

De aanvoer op jaarbasis door de outriggervisserij voor de verschillende vangstsamenstellingen (België; Nederland) worden weergegeven in Tabel 21 (berekend op basis van de breakeven besomming 2007).

In de Belgische outriggervisserij wordt een verlies van tong en schol ten dele gecompenseerd door een hogere aanvoer van rog. Bij de Nederlandse outriggervisserij wordt het verlies aan tong voornamelijk gecompenseerd door een hogere aanvoer van schol. Een omschakeling naar outriggervisserij resulteert in hogere vangstmogelijkheden voor tong voor de overblijvende bokkenvaartuigen.

Tabel 21. Jaarvangsten (kg) outriggervisserij bij breakeven besomming (2007)

(vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij)

België Nederland

BASS 6’035 -

COD 6’035 7’939

DAB 12’070 47’636

DOVERSOLE 39’226 15’879

HAKE 3’017 7’939

LEMONSOLE 9’052 -

MIXED_RAY 126’731 -

MONK 6’035 -

NORWAY_LOBSTER 6’035 15’879

PLAICE 48’278 238’182

RED_MULLET - 11’909

TURBOT 6’035 15’879

WHITING 24’139 15’879

6.5. Staandwantvisserij (passieve visserij)

De aanvoer op jaarbasis door de staandwantvisserij voor de Belgische vangstsamenstelling worden weergegeven in Tabel 22 (berekend op basis van de breakeven besomming 2007 en op basis van een jaarbesomming van 250’000 €).

De aanvoer en de besomming worden gedomineerd door tong waarvan de aanvoer toch lager ligt dan de aanvoer door de bokkenvisserij. Een omschakeling naar staandwantvisserij resulteert in hogere vangstmogelijkheden voor de overblijvende bokkenvaartuigen.

Page 40: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 30

Tabel 22. Jaarvangsten (kg) staandwantvisserij bij breakeven besomming (2007) en

bij 250’000 € (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde

bokkenvisserij)

BE_2007 250’000 €

BASS 2’343 2’884

COD 4’979 6’129

CUTTLEFISH 879 1’082

DAB 1’171 1’442

DOVERSOLE 14’350 17’667

FLOUNDER 586 721

MIXED_RAY 293 361

PLAICE 1’464 1’803

TURBOT 586 721

Page 41: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 31

7. Besluit

Met het oog op de quota kan een rangschikking opgemaakt worden van wenselijke reconversies.

• Reconversies naar staandwantvisserij en flyshootvisserij creëren weinig problemen met quota. In tegendeel, dergelijke initiatieven verhogen de beschikbare quota voor de belangrijkste doelsoorten van de bokkenvisserij (tong, schol, rog).

• Ook reconversie naar outriggervisserij levert weinig problemen met quota maar de economische leefbaarheid lijkt beperkt. Een seizoenale omschakeling naar deze visserij kan desondanks interessant zijn voor oudere vaartuigen.

• Reconversie naar twinrigvisserij maakt tongquota vrij, maar neemt een grote hap uit de schol- of kabeljauwquota. Een combinatie van bokkenvisserij met twinrigvisserij waarbij naast schol seizoenaal op nephrops of quotavrije soorten als inktvis gevist wordt, kan uitkomst bieden.

In de Nederlandse vloot biedt de mogelijkheid om quota te verkopen of te verhuren aan andere rederijen (of te herverdelen binnen de rederij of over het jaar) een extra incentive voor reconversie of quotasparend vissen. In de Belgische regelgeving worden niet-opgeviste quota herverdeeld over de vloot. Rederijen die zich op niet-gequoteerde soorten richten, bevoordelen hierdoor onrechtstreeks hun concurrenten. Naast de bestaande subsidieregeling zou een aanpassing van de quotaregelgeving een extra aanzet kunnen zijn tot diversificatie van de Belgische vissersvloot.

Page 42: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 32

FIGUREN

Figuur 1. Bokkenvaartuig (Z 510) in de haven van Zeebrugge 2 Figuur 2. Nederlandse flyshooters (zusterschepen UK 135 en UK 145) in de haven

van IJmuiden 5 Figuur 3. Schematische voorstelling flyshootvisserij 5 Figuur 4. Tot flyshooter omgebouwde boomkorkotter (SL 27 voorheen GO 7) in de

haven van Oostende 6 Figuur 5. Schematische voorstelling twinrigconfiguratie 7 Figuur 6. Belgisch boomkor/twinrigvaartuig (Z 18) in haven Zeebrugge 7 Figuur 7. Ombouw Nederlands boomkorvaartuig (OD 17) tot boomkor/twinrig 8 Figuur 8. Schematische voorstelling outriggerconfiguratie 9 Figuur 9. Wegzetten van het bordennet vanuit de gieken (Z 36) 9 Figuur 10. Schematische voorstelling warrel- (links) en kieuwnetvisserij (rechts) 10 Figuur 11. Belgisch staandwantvaartuig (N 95) in de haven van Nieuwpoort 10

Page 43: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – IMPACT VLOOTAANPASSINGEN 33

TABELLEN

Tabel 1. Overzicht van de Belgische bokkenvisserij en belang binnen de Belgische vissersvloot (data 2007) 2

Tabel 2. Vangstsamenstelling (%) van de bokkenvisserij (data 2007) 3 Tabel 3. Totaalquota per vissoort in 2007 en 2008 (ton) 4 Tabel 4. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale zegenvisserij (flyshoot en

Deense zegen) voor Denemarken, Noorwegen en Schotland 12 Tabel 5. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij flyshootvisserij, resultaten

clusteranalyse 13 Tabel 6. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale bordenvisserij (twinrig,

single rig, outrig) voor België, Denemarken en Schotland (single vs. twinrig, excl. nephrops trawlers) 14

Tabel 7. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij demersale bordenvisserij, resultaten clusteranalyse 15

Tabel 8. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij outriggervisserij voor België en Nederland 16

Tabel 9. Vangstsamenstelling (% gewicht) bij staandwantvisserij voor België (incl. lijnenvisserij), Denemarken (incl. lijnenvisserij), Noorwegen en Schotland 17

Tabel 10. Gemiddeld bedrijfsresultaat (€) van de bokkenvisserij (data 2007) 19 Tabel 11. Evolutie resultaat en breakeven besomming i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e

helft 2008, november 2008); overige kosten en besomming constant (data 2007) 19

Tabel 12. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar flyshoot i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008) 20

Tabel 13. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar twinrig i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008) 21

Tabel 14. Evolutie resultaat en breakeven besomming bij ombouw naar twinrig i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008) 22

Tabel 15. Raming bedrijfsresultaat staandwantvisserij 23 Tabel 16. Evolutie resultaat en breakeven besomming (ramingen) voor nieuwbouw

staandwantvaartuig i.f.v. brandstofprijs (2007, 1e helft 2008, november 2008) 23

Tabel 17. Jaarvangsten (kg) flyshootvisserij (per cluster) bij breakeven besomming (2007) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 25

Tabel 18. Jaarvangsten (kg) flyshootvisserij (per cluster) bij besomming 2’000’000 € (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 26

Tabel 19. Jaarvangsten (kg) twinrigvisserij (per cluster) bij breakeven besomming (2007) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 27

Tabel 20. Jaarvangsten (kg) twinrigvisserij (per cluster) bij breakeven besomming (1e helft 2008) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 28

Tabel 21. Jaarvangsten (kg) outriggervisserij bij breakeven besomming (2007) (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 29

Tabel 22. Jaarvangsten (kg) staandwantvisserij bij breakeven besomming (2007) en bij 250’000 € (vet = gequoteerde soorten, rood = hogere vangsten dan gemiddelde bokkenvisserij) 30

Page 44: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

ADVIS – Eindrapport

Bijlage 3. Infofiche – Potentieel van squidjiggen voor Belgische Vloot

Page 45: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

1

Squidjiggen - ADVIS

Instituut voor Landbouw en

Visserijonderzoek

Eenheid: Dier - Visserij

Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: +32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be

Sectie Technisch

Visserijonderzoek

Hans Polet (Coördinator) [email protected]

Fernand Delanghe (Technologie) [email protected]

Jochen Depestele (Ecologie) [email protected]

Hendrik Stouten (Economie) [email protected]

Kris Van Craeynest

(Technologie) [email protected]

Els Vanderperren

(Klimaat - Technologie) [email protected]

Johny Vanhee (Technologie) [email protected]

Dirk Verhaeghe (Technologie) [email protected]

Bart Verschueren (Technologie) [email protected]

Technici

Eddy Buyvoets Norbert Van Craeynest

Kevin Vanhalst

Christian Vanden Berghe

Potentieel van squidjiggen

voor Belgische vloot

Pijlinktvis als doelsoort

Een seizoenale visserij op pijlinktvis, een niet-gequoteerde soort met een redelijke prijs, biedt mogelijkheden voor een beperkt gedeelte van de Belgische vloot. Zowel in de Noordzee (Schotse vloot, vnl. Moray Firth) als in het Engels Kanaal (Engelse en Franse vloot) bestaat er een seizoenale visserij op pijlinktvis (vnl. sleepnetvisserij).

a) Noordzee (Moray Firth)

Doelsoort: Loligo forbesi Periode: september – december. In het najaar migreert L. forbesi vanuit dieper water (westelijk van Schotland) naar de Schotse oostkust om zich voort te planten (december) waarna de dieren sterven. Eenzelfde patroon treedt op aan de Deense en Noorse kust. Sommige jaren wordt ook in juli en augustus al pijlinktvis gevangen. De populatie schommelt sterk van jaar tot jaar ten gevolge van omgevingsfactoren (niet door overbevissing de soort heeft een korte één- tot tweejarige levenscyclus). In goede jaren start het seizoen vroeger. Vloot: vnl. Schotse whitefish en nephrops trawlers die seizoenaal overschakelen op deze visserij Vangstmethode: bordenvisserij met verhoogde bovenpees en flyshootvisserij

b) Engels kanaal

Doelsoort: Loligo forbesi en Loligo vulgaris (door vissers wordt meestal geen onderscheid gemaakt) Periode: september – december. In het najaar migreren L. forbesi en L. vulgaris vanuit dieper water naar het Engels Kanaal om zich voort te planten. L. vulgaris migreert verder tot in de zuidelijke Noordzee. Loligo sp. in het Engels Kanaal leeft slechts één jaar. Ook hier schommelen de populaties van jaar tot jaar (mede ten gevolge van competitie tussen de beide soorten). Vloot: seizoenale visserij voor lokale Engelse en Franse vloot Vangstmethode: bordenvisserij met verhoogde bovenpees en spanvisserij

Page 46: ADVIS - Vlaams Instituut voor de Zee

Squidjiggen - ADVIS

2

Potentieel jiggers

In het kader van onderzoeksprojecten rond pijlinktvis in het Verenigd Koninkrijk (Marlab, Seafish en CEFAS) werd ook het potentieel van jiggers uitgetest. Deze visserijmethode veroorzaakt weinig bodemimpact, is soort- en lengtespecifiek en veroorzaakt weinig beschadiging aan de vangst (betere kwaliteit). De belangrijkste conclusies waren:

• Het is mogelijk om met jiggers commerciële vangsten te realiseren mits een hoge densiteit van de doelsoort

• De vangsten zijn erg variabel (vereist nodige kennis/ervaring van geschikte omstandigheden en visgronden)

• Enkel L. vulgaris wordt aangetrokken door licht, niet L. forbesi (m.a.w. de visserij met lampen is enkel geschikt voor visserij in het Engels Kanaal)

• Visserij is afhankelijk van daglicht (pijlinktvissen jagen op zicht) en helder water • Visserij is sterk weersafhankelijk

Conclusie

Het is mogelijk om met jiggers commerciële vangsten te realiseren mits een hoge concentratie van pijlinktvis. Deze visserij vereist uitgebreide kennis/ervaring van de doelsoort (tijdstip, visgrond, omstandigheden). De pijlinktvisvisserij met jiggers in de Noordzee wordt best uitgevoerd eind juli tot half oktober (daglicht, weersgevoeligheid, migratie doelsoort). In het Engels Kanaal kan de daglichtvisserij beter afgestemd worden op de migratie van de doelsoort (eind september tot december), zeker indien er ’s nachts met lampen gevist wordt.