Top Banner
Acceptance of and preparation for a refugee centre: The influence of individual, community and institutional factors. Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University of Twente Prof. Dr. J.H. Kerstholt W. Schreurs, MSc. Enschede, July 1 st 2016
53

Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Mar 27, 2021

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Acceptance of and preparation for a refugee centre:

The influence of individual, community and institutional factors.

Charlotte S. Zweers

Masterthesis

Faculty of Behavioral sciences

Psychology of Conflict Risk and Safety

University of Twente

Prof. Dr. J.H. Kerstholt

W. Schreurs, MSc.

Enschede, July 1st 2016

Page 2: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 2

Abstract

Based on the community engagement theory of Douglas Paton (2006) research has been

conducted on the influence of individual, community and institutional factors on the

resilience, displayed in a community in anticipation of a refugee centre. Resilience was

operationalized by the acceptance of the refugee centre and the extent to which the they intent

to prepare for it. We have selected and compared two districts (one upper-class, one lower-

class) bordering the site of the refugee centre. We expected a difference in acceptance and

intention to prepare between the two, which indeed turned out to be the case. The upper-class

district showed a more positive attitude towards the refugee centre. Because of certain

characteristics of the districts we assumed a difference in sense of community, but this turned

out not to be the case. Affect appeared to be the best predictor of acceptance, combined in one

district with self-efficacy, and in the other with risk-perception. For intent for preparation,

outcome expectancy proved to be the best predictor. In conclusion we can say that the

individual factors appeared to influence resilience in a community the most.

Keywords: resilience, community engagement theory, acceptance, preparation, affect, refugee centre, refugees

Page 3: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 3

Abstract

Aan de hand van de community engagement theory van Douglas Paton (2006) is onderzocht

wat de invloed van individuele, community en institutionele factoren zijn op de mate van

resilience bij omwonenden die zich opmaken voor de komst van een AZC. Resilience is hier

geoperationaliseerd als de mate van acceptatie die omwonenden ervaren en de mate waarin zij

de intentie hebben zich voor te bereiden op de komst van het AZC. We hebben hiervoor twee

wijken die aan weerszijden van het AZC liggen (een volksbuurt en een Vinex-wijk) met

elkaar vergeleken. Verwacht werd dat de wijken zouden verschillen in de mate van acceptatie

en gedragsintentie, wat ook bleek te kloppen: in de Vinex-wijk was men positiever over de

komst en eerder bereid ten gevolge van het AZC in actie te komen. De verwachting dat de

wijken door specifieke kenmerken zouden verschillen in sense of community bleek

ongegrond. Affect blijkt de sterkste voorspeller voor acceptatie, gepaard met self-efficacy in

de ene wijk, en risicoperceptie in de andere wijk. Voor de intentie tot voorbereidend gedrag

lijkt hoofdzakelijk de mate van outcome expectancy een belangrijke voorspellende factor.

Concluderend zijn het dus hoofdzakelijk de individuele factoren die invloed lijken te hebben

op de resilience van omwonenden.

Keywords: resilience, community engagement theory, acceptatie, gedragsintentie, affect, AZC, vluchtelingen

Page 4: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 4

Inhoudsopgave

1. Inleiding 5

2. Theoretisch Kader: Community Engagement Theory 6

2.1 Individueel Niveau 8

2.1.1 Risicoperceptie 8

2.1.2 Affect 9

2.1.3 Self-efficacy 9

2.1.4 Outcome expectancy 10

2.2 Community Niveau 10

2.2.1 Sense of Ccommunity 10

2.2.2. Community Participation 11

2.2.3 Collective Efficacy 11

2.3 Institutioneel Niveau 12

2.3.1 Institutioneel vertrouwen 12

2.3.2 Empowerment 14

2.4 Hoofdvraag en Hypotheses 15

3. Methode 17

3.1 Onderzoeksgroepen 17

3.2 Meetinstrumenten 19

3.3 Procedure 22

3.4 Analyse 22

4. Resultaten 23

4.1 Beschrijvende Statistieken 23

4.2 Acceptatie 24

4.3 Gedragsintentie 25

4.4 Overige Resultaten 27

5. Discussie 29

5.1 Interpretatie en Conclusies 29

5.2 Kanttekeningen en kritische Reflectie 32

5.3 Implicaties voor Vervolgonderzoek 33

Referenties 35

Bijlage A: Vragenlijst

Bijlage B: Correlatietabellen

Page 5: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 5

1. Inleiding

De afgelopen jaren is het aantal mensen dat zich genoodzaakt voelt om huis en haard

te ontvluchten dermate toegenomen dat er gesproken wordt over een migratiecrisis.

Vluchtelingen die naar Europa komen worden binnen de EU via een speciaal hiertoe

opgestelde verdeelsleutel over de deelnemende landen verspreid en kunnen in het aan hen

toegewezen land vervolgens asiel aanvragen. Om goed onderkomen aan het toenemende

aantal vluchtelingen te kunnen bieden, zijn en worden in Nederland op verschillende plekken

op verzoek van het COA (Centraal Orgaan advies Asielzoekers) asielzoekerscentra gebouwd.

De grote toename aan vluchtelingen heeft onder het Nederlandse volk tot een breed scala van

reacties geleid; van vreedzame welkomstcomités tot gewelddadige protestacties, en van

zwemmen met vluchtelingen tot het plaatsen van varkenskoppen op de toekomstige locatie

van een AZC.

Eind 2014 heeft de Gemeenteraad van Enschede besloten gehoor te geven aan de oproep

van het COA om meer opvanglocaties te creëren en zijn er plannen voor de bouw van een

AZC in werking gezet. Met dit besluit zal aan het eind van de zomer 2016 het AZC

Esmarkerveld gereed zijn om opvang te bieden aan 600 vluchtelingen. De omwonenden van

het gebied rond het AZC zijn hiertoe in actie gekomen en de verdeeldheid die binnen

Nederland heerst over de acceptatie van vluchtelingen is ook hier duidelijk aan de orde. Door

deze verdeeldheid ontstond ruimte voor een onderzoek naar wat de onderliggende factoren

zijn die de acceptatie omtrent (de opvang van) vluchtelingen zouden kunnen verklaren. De

hoofdvraag in dit onderzoek luidt: Wat is de invloed van individuele, sociale en institutionele

invloeden op de acceptatie en gedragsintentie van de omwonenden van AZC Esmarkerveld?

Page 6: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 6

2. Theoretisch Kader

Wanneer de normale gang van zaken in een samenleving verstoord wordt, kan dit voor

bewoners serieuze gevolgen met zich mee brengen. Resilience is een term die het adaptieve

vermogen van een samenleving weergeeft (Becker et al., 2011). Door de beschikbare

middelen en competenties te benutten, zal een samenleving in staat zijn met een verstoring om

te gaan en zich dermate aan te passen dat zij terugveert naar de normale gang van zaken

(Norris, Stevens, Pfefferbaum, Wyche, & Pfefferbaum, 2008). Hierbij kan gedacht worden

aan hoe een community omgaat met bijvoorbeeld natuurrampen, of reageert op sociale of

politieke onrust, gezondheidsproblematiek of problemen op het financiële vlak (APA, 2010).

Resilience kan zowel op individueel niveau als op community niveau gemeten worden. Op

individueel niveau spreken we van mentale weerbaarheid. Dunning (1999) beschrijft dit als

het vermogen van mensen om te leren van wat zij hebben meegemaakt, waardoor zij een

bepaalde mate van persoonlijke groei door kunnen maken. Onderzoek wijst uit dat resilience

op community niveau meer is dan alleen een optelsom van de mentale weerbaarheid van de

individuele inwoners (Sherrieb, Norris, & Galea, 2010). Dit wil zeggen dat hoewel het in het

verlengde ligt van de mentale weerbaarheid maar wel een op zichzelf staand begrip is.

In welke mate een samenleving resilient reageert, is afhankelijk van zowel het type

verstoring als specifieke kenmerken van de samenleving. Na een overstroming zullen immers

andere maatregelen en benodigde kwaliteiten vereist zijn dan bij politieke onrust, en de ene

samenleving zal anders reageren dan een andere. Ondanks deze verschillen uit resilience zich

doorgaans op twee manieren: om te beginnen is er de houding van mensen ten opzichte van

de verstoring en ten tweede dient men de noodzaak in te zien om tegen de gevolgen in actie te

komen. Tijdens dit onderzoek wordt verondersteld dat de mate van resilience zich ten eerste

uit in de mate van acceptatie die men ten opzichte van het AZC ervaart. Mensen zullen

immers eerst moeten erkennen dat er sprake van een verstoring is. Vervolgens kan er

Page 7: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 7

geïnventariseerd worden hoe het beste met de nieuwe situatie omgegaan kan worden, en wat

ervoor nodig is om de gevolgen van de verstoring op te vangen. Hierbij kan gedacht worden

aan het bedenken van manieren om de nieuwkomers te laten integreren, of het opvragen van

achtergrondinformatie over de asielzoekers om hen zo beter te kunnen begrijpen. De

gedragsintentie van omwonenden om zich voor te bereiden op de komst van asielzoekers

wordt daarom ook als een uiting van resilience gezien. Tijdens dit onderzoek zullen we

proberen specifieke kenmerken van de samenleving te identificeren die aan deze uiting van

resilience (acceptatie en gedragsintentie) ten grondslag liggen.

Community Engagement Theory

Er zijn verschillende theorieën die resilience proberen te meten, te voorspellen en te

verklaren. Zoals eerder genoemd is het afhankelijk van het type dreiging wat voor soort

resilient gedrag van bewoners verwacht kan worden. Er zijn verschillende resilience theorieën

die zich richten op de onderliggende factoren die resilient gedrag promoten of verklaren. Zo

onderzochten Norris et al. (2008) resilient gedrag met betrekking tot de fysieke gezondheid na

natuurgeweld. Pfefferbaum, Reissman, Pfefferbaum, Klomp, and Gurwitch (2007) kijken naar

de psychosociale invloeden die bijgedragen hebben aan het wel of niet resilient reageren van

een community en Madsen and O'Mullan (2016) onderzochten de invloed van het sociale

kapitaal als fundamentele factor voor het begrijpen van community resilience. Wat deze

onderzoeken gemeen hebben is dat ze na een ingrijpende gebeurtenis plaats hebben gevonden.

Nadat de impact van de verstoring meetbaar is geworden is onderzoek gedaan naar de mate

van resilience die getoond is en hoe deze tot stand is gekomen.

In onze onderzoekssituatie is de mogelijke verstoring waar op geanticipeerd moet worden

nog enkel theoretisch van aard, het AZC is immers nog niet gebouwd. Dit betekent dat bij ons

onderzoek de inschatting en verwachting van bewoners vooraf, in plaats van achteraf,

gemeten zal worden. Om dit te kunnen doen is er voor gekozen om de community

Page 8: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 8

engagement theorie van Paton en Johnston (2006) als theorie te gebruiken. Het model

beschrijft preparatiegedrag aan de hand van factoren op individueel, community en

institutioneel niveau.

Op individueel niveau wordt in dit model gekeken of risicoperceptie, affect, self-efficacy

en outcome expectancy de resilience van een samenleving kan voorspellen. Op community

niveau kijken we hiervoor naar sense of community, community participation en collective

efficacy, en op institutioneel niveau worden de institutioneel vertrouwen en empowerment

onder de loep genomen.

2.1 Individueel Niveau

2.1.1. Risicoperceptie.

In de literatuur werd risico in 1984 al door Short Jr. omschreven als de waarschijnlijkheid

dat een individu de consequenties van een bepaalde dreiging zal ervaren (Sjöberg, Moen, &

Rundm, 2004), en dat het bestaat uit twee facetten: de waarschijnlijkheid dat het

daadwerkelijk gebeurt en de consequenties die hieruit voortkomen (Sjöberg, 2006).

Risicoperceptie is een sociaal en cultureel construct dat beïnvloed kan worden door

persoonlijke waarden, symbolen, geschiedenis of ideologieën (Weinstein, 1980) en wordt

gezien als een afweging tussen het objectief en subjectief ervaren risico (Slovic, 1987;

Västfjäll, Peters, & Slovic, 2014), ofwel; hoe risicovol vindt iemand iets? Risicoperceptie is

van vele factoren afhankelijk en zal daarom van persoon tot persoon verschillen. Het kan ook

zijn dat iemand niet van de juiste feiten op de hoogte is, of een foutieve inschatting van de

eigen kwetsbaarheid maakt (Dunn, 1972), waardoor een feitelijk risico over- of onderschat

wordt.

Uit de literatuur blijkt dat mensen met een hogere risicoperceptie eerder geneigd zijn tot

het nemen van beschermende maatregelen (Paton, Burgelt & Prior, 2008). Dit effect lijkt het

Page 9: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 9

sterkst wanneer men al eerder direct met de dreiging in aanraking is geweest (Siegrist &

Gutscher, 2008). Enkel bewustzijn van risico blijkt niet voldoende om mensen te motiveren

zich op een bepaalde verstoring voor te bereiden. Er is een bepaalde affectieve reactie nodig

om mensen in actie te krijgen (Wachinger, Renn, Begg, & Kuhlicke, 2013).

2.1.2 Affect.

In het dagelijks leven hebben mensen de neiging om eerder op hun eigen affectieve

inschatting van risico af te gaan dan op de objectieve, feitelijke ernst en kans van een

dreiging. Dit effect wordt ook wel de ‘affect-heuristic’ genoemd en zou dus de mate van

risicoperceptie kunnen beïnvloeden. Affect krijgt zo een informatiefunctie omdat dit de bron

wordt op basis waarvan keuzes gemaakt worden (Slovic, Finucane, Peters, & MacGregor,

2002). Deze keuzes kunnen dan zowel gebaseerd worden op affectieve beoordeling van eerder

verkregen relevante informatie (Damasio, 1994), maar ook op de willekeurige stemming van

een persoon op dat moment (Peters, Västfjäll, Gärling, & Slovic, 2006). Wanneer er een

discrepantie bestaat tussen de cognitieve evaluatie van een situatie en de affectieve ervaring

ervan, voorspelt de affect-heuristic dat men eerder op basis van een ‘onderbuikgevoel’

beslissingen zal nemen dan dat er op basis van feiten een logische keuze wordt gemaakt

(Siegrist & Sütterlin, 2014).

2.1.3 Self-efficacy.

Self-efficacy beschrijft de overtuiging van iemand over het eigen vermogen om adequaat

op een situatie te reageren (Bandura, 1997). In het geval van een ramp refereert self-efficacy

naar een inschatting van het eigen vermogen om de gevolgen van een ramp te verzachten of

op te vangen (Becker et al., 2011). Door effectief met problemen om te gaan en daar

oplossingen voor te vinden, kan de mate van self-efficacy worden vergroot. Naarmate iets

Page 10: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 10

vaker lukt, zullen mensen immers meer vertrouwen krijgen om ook in een volgende situatie

tot een passende oplossing te kunnen komen (Paton, 2003).

Doordat self-efficacy voortkomt uit probleemoplossend vermogen en het bewustzijn

daarvan, zal een hoge mate van self-efficacy ook kunnen leiden tot het vertonen van meer

voorbereidend gedrag op een eventuele dreiging (Bishop, Paton, Syme, & Nancarrow, 2000;

Paton, Smith, & Violanti, 2000). Men kan immers beter inschatten welke gevaren dreigen en

wat adequate responses zijn om die dreiging af te wenden of te minimaliseren.

2.1.4 Outcome expectancy.

Outcome expectancy is de mate waarin verwacht wordt dat het gedrag ter voorbereiding

op een bepaalde situatie ook daadwerkelijk tot het gewenste resultaat zal leiden (Bennett &

Murphy, 1997). Dit wil zeggen dat wanneer mensen het idee hebben dat zij door eigen

handelen invloed kunnen hebben op de eigen veiligheid, zij ook eerder geneigd zijn om de

nodige voorbereidingen te treffen. Wanneer de outcome expectancy echter laag is, zullen

mensen niet snel actie ondernemen, omdat zij er niet van overtuigd zijn dat wat zij kunnen

doen de dreiging ook daadwerkelijk zal doen afnemen (Paton, Okada, & Sagala, 2013).

2.2 Community Niveau

2.2.1 Sense of community.

Sense of community betreft een gevoel dat bewoners met elkaar verbindt. Het is een

gevoel dat ontstaat doordat leden iets voor elkaar binnen de groep betekenen. Daarnaast is het

belangrijk dat er een gedeelde overtuiging bestaat dat aan ieders behoeften zal worden

voldaan. Ook is het belangrijk dat men het gevoel heeft invloed te hebben binnen de groep, en

dat er een gedeelde emotionele band bestaat die groepsleden met elkaar verbindt (McMillan &

Chavis, 1986). In dit proces is er sprake van wederzijdse beïnvloeding, waarbij zowel het

individu invloed heeft op de groep, als de groep op het individu (Távara & Cueto, 2015).

Page 11: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 11

Onderzoek van Ahlbrandt and Cunningham (1979) wijst uit dat inwoners die het meest

tevreden zijn over de wijk, deze als een kleine samenleving binnen de stad zien. Wanneer de

outcome expectancy laag of onzeker is zal men in een samenleving met een hogere sense of

community meer geneigd zijn om bij andere leden hulp of advies te vragen (Paton, 2013a).

Uit onderzoek naar de reactie van een boerengemeenschap op een mogelijk gevaarlijke

afvalvoorziening blijkt dat wanneer er een sterkere sense of community is, dat dit meer tot

probleem-georiënteerde coping leidt (Bachrach & Zautra, 1985). Dit betekent dat men zich

direct zal richten op het afwenden van een dreiging.

2.2.2 Community participation.

Community participation is een term die de mate beschrijft waarin mensen actief

deelnemen aan het leven binnen de gemeenschap (Becker et al., 2011). Ze kunnen hierin

bijdragen aan het definiëren en behalen van community goals door het investeren van hun tijd

en/of geld of andere middelen voor activiteiten voor de gemeenschap, deelname aan

commissies, of alleen al het tekenen van petities. Uit verschillende onderzoeken blijken zowel

community participation als sense of community als directe voorspellers voor het treffen van

voorbereiding voor een dreiging (Lindell, Arlikatti, & Prater, 2009; Paton & Johnston, 2006).

Daarnaast blijkt sense of community de mate van community participation te vergroten

(Paton, 2007). Er zijn indicaties gevonden dat mensen die meer betrokken zijn bij

buurtactiviteiten ook een hogere mate van self-efficacy hebben, wat zou kunnen wijzen op dat

community participation de mate van self-efficacy vergroot (Becker, Paton, & Johnston,

2015; Bishop et al., 2000; Paton et al., 2000).

Page 12: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 12

2.2.3 Collective efficacy.

Mensen zijn sociale wezens en vertrouwen op elkaar om oplossingen te vinden voor

collectieve problemen om zo hun kwaliteit van leven te verbeteren (Bandura, 1986). Volgens

Bandura (1997, p. 47) betekent het begrip collective efficacy “a group's shared belief in its

conjoint capabilities to organize and execute the courses of action required to produce given

levels of attainments”. Vrij vertaald is dit de gemeenschappelijke overtuiging van het

collectieve probleemoplossend vermogen en zou omschreven kunnen worden als de self-

efficacy van de groep als eenheid. Wanneer gezamenlijke activiteiten binnen de groep

georganiseerd worden, kunnen door deelname bepaalde bekwaamheden binnen de groep

vergroot worden. Wanneer deze activiteiten gericht zijn op het oplossen van problemen, kan

door hoge community participation het collectieve probleemoplossend vermogen, en daarmee

de collective efficacy, vergroot worden (Chen, 2015; Paton, 2007).

Wanneer er dus een hoge mate van sense of community is, zijn mensen eerder geneigd

zich voor te bereiden, wat leidt tot een hogere collective efficacy wanneer dit gecombineerd

wordt met hoge community participation (Becker et al., 2015). Mensen zijn dus eerder

geneigd actie te ondernemen wanneer zij het gevoel hebben dat zij weten wat ze moeten doen

om de gevolgen van de verstoring te minimaliseren of af te wenden. In een samenleving

waarbij er een hoge sense of community heerst, zullen community participation en collective

efficacy dus sterke voorspellers zijn voor de mate van resilience.

2.3 Institutioneel Niveau

2.3.1 Institutioneel vertrouwen.

Vertrouwen is een belangrijke factor bij resilience omdat deze ten grondslag ligt aan alle

interpersoonlijke relaties, groepsprocessen en maatschappelijke verhoudingen. Deze relaties,

processen en verhoudingen vormen de basis van de effectiviteit en de mate van het

Page 13: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 13

aanpassingsvermogen van een samenleving (Becker et al., 2011). De functie van institutioneel

vertrouwen is het reduceren van complexiteit waarmee mensen geconfronteerd worden. Op

die manier hoeft een individu niet over elk onderwerp kennis te vergaren, maar kan hij dit

overlaten aan derden die expertise over het onderwerp hebben (Siegrist & Cvetkovich, 2000).

Het is belangrijk dat mensen niet te veel controle overlaten aan de experts, want dan bestaat

de kans op wat de risicoperceptie-paradox wordt genoemd (Wachinger et al., 2013). Wat deze

paradox inhoudt, kan geïllustreerd worden door de dreiging van overstromingen in Nederland.

Het merendeel van de inwoners woont beneden zeeniveau en is zich ervan bewust dat dit een

mogelijk probleem zou kunnen vormen. Nou is de paradox dat niemand in actie komt om zich

tegen het water te beschermen, omdat zij volledig vertrouwen op de maatregelen die de

overheid treft zoals het onderhouden van waterkeringen en dijken. Mensen gaan er van uit dat

een mogelijke dreiging van het water wel preventief opgelost zal worden, of dat ze in het

ergste geval ruim op tijd een seintje zullen krijgen om in actie te komen. Institutioneel

vertrouwen zorgt op deze manier dus voor een vermindering van risicoperceptie.

Wanneer vertrouwen ontbreekt of in het verleden geschonden is, is dit niet eenvoudig

weer hersteld en zal alle informatie afkomstig van deze bron hierdoor gewantrouwd worden

(Paton, 2007). Het schenden van vertrouwen kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer de bron

weinig integer of transparant lijkt, niet rechtlijnig is in informatie verstrekking, of wanneer de

verstrekte informatie niet overeen komt met de eigen kennis of overtuiging die bij de

gemeenschap leeft (Gamero et al., 2011; Paton & Johnston, 2001; Paton & Johnston, 2006).

Dit zou kunnen leiden tot een versterking van de risicoperceptie doordat mensen bijvoorbeeld

het idee hebben dat zij niet het volledige plaatje te zien krijgen (Gamero et al., 2011).

Het lijkt dus dat institutioneel vertrouwen een multidimensionaal construct is waarin het

belangrijk is een goede balans te vinden. Aan de ene kant zit te weinig vertrouwen wat de

risicoperceptie hoger maakt dan nodig is en aan de andere kant te veel vertrouwen waardoor

Page 14: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 14

risicoperceptie lager wordt dan deze zou moeten zijn (Paton, Parkes, Daly, & Smith, 2008;

Wachinger et al., 2013). In onze onderzoekssituatie zou een duidelijke en transparante

houding van de gemeente dus kunnen leiden tot een vermindering van de risicoperceptie en

zullen mensen eerder geneigd zijn de komst van het AZC te accepteren. Wanneer echter

vermoed wordt dat er alternatieve motieven zijn of er om een andere reden verminderd

institutioneel vertrouwen is, zou dit juist kunnen leiden tot meer weerstand en een verhoging

van de risicoperceptie.

2.3.2 Empowerment.

Nederland bevindt zich in een transitie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving.

Hierbij wordt er meer en meer uitgegaan van burgerinitiatieven om zorg te dragen voor

die mensen binnen de samenleving die hulpbehoevend zijn (Kerstholt, 2013). Onderzoek

toont aan dat mensen best bereid zijn om voor de zwakkeren binnen de samenleving te

zorgen wanneer mensen zich hierin gesteund voelen door de overheid (Brannan, John, &

Stoker, 2006). Empowerment is de term die de verantwoordelijkheid aanduidt die burgers

krijgen van de overheid om zaken zelf te regelen en zelfstandig om te mogen gaan met

eventuele problemen en kansen die deze verantwoordelijkheid met zich mee brengt

(Paton, Parkes, et al., 2008). Empowerment heeft onder andere invloed op risicoperceptie,

self-efficacy, outcome expectancy en sense of community (Becker et al., 2011; Távara &

Cueto, 2015). Er zijn ook sterke indicaties gevonden die de mate van empowerment linken

met de mate van institutioneel vertrouwen die iemand heeft. Wanneer iemand zich immers

door betrokken instanties en lokale overheid gesteund voelt (empowerment), zal het

vertrouwen van die persoon ten opzichte van die instanties evenredig positief zijn (Becker

et al., 2011).

Empowerment is in tijden van dreiging belangrijk omdat het de persoon in kwestie het

gevoel geeft dat hij of zij een bepaalde mate van controle heeft over dat wat er zich binnen de

Page 15: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 15

samenleving voltrekt. Het ontstaat in samenwerking met andere individuen, de samenleving

en de wijdere omgeving. Voor de vorming van empowerment is het belangrijk dat iemand

zich in zijn kunnen gesteund voelt door deze externe partijen (Paton, 2007). Wanneer mensen

zich gesteund voelen zal dit hen intrinsieke motivatie geven om zich ook meer voor de

samenleving in te zetten, wat dus de community participation vergroot (Boley, McGehee,

Perdue, & Long, 2014). Ter promotie van de participatiesamenleving is het voor een overheid

dus belangrijk mensen aan te sporen om zelf met initiatieven voor oplossingen te komen in

plaats van een kant en klare oplossing te presenteren. Het voorschrijven van een oplossing zou

tot weerstand en verminderde empowerment kunnen leiden (Paton, 2013a). Mensen zouden in

dit geval immers kunnen denken dat hun stem niet gehoord wordt, of dat hun mening niet

belangrijk genoeg bevonden wordt om naar te luisteren.

2.4 Hoofdvraag en Hypotheses

Resilience wordt in ons onderzoek geoperationaliseerd door acceptatie en de intentie tot

voorbereidend gedrag. Vermoed wordt dat resilience van omwonenden zich in anticipatie van

het AZC ten eerste uit door acceptatie. Men zal immers eerst een mening vormen voordat zij

verder na zullen denken over mogelijke gevolgen. Vervolgens zal resilience zich uiten

doordat mensen zich voor zullen bereiden op de komst van het AZC. Daarom is resilience in

dit onderzoek geoperationaliseerd als ten eerste acceptatie, en ten tweede de voorbereidende

gedragsintentie. We verwachten dat verschillen in factoren op individueel, community en

institutioneel niveau de mate van resilience van een samenleving kunnen beïnvloeden. De

hoofdvraag van dit onderzoek luidt daarom: “Wat is de invloed van individuele, sociale en

institutionele factoren op de acceptatie en gedragsintentie van de omwonenden van AZC

Esmarkerveld?”.

Voor het onderzoek zijn twee verschillende, aan het AZC grenzende wijken met elkaar

vergeleken waarvan we verwachten dat zij van elkaar zullen verschillen in mate van

Page 16: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 16

acceptatie en gedragsintentie. Dolphia is een in de dertiger-jaren gebouwde volksbuurt

waarvan de huizen rond een groot grasveld gebouwd zijn. De wijk staat binnen de stad

Enschede bekend als een probleemwijk die desalniettemin onderling erg hecht is. Er is wel

een buurtcommissie die activiteiten organiseert en een buurthuis met speciale huiskamer waar

buurtbewoners elkaar kunnen treffen.

De andere wijk Voskamp is een Vinex-wijk die in de jaren negentig gebouwd is. De wijk

is deel van de grotere overkoepelende wijk Bentveld-Bultserve. Inwoners hebben over het

algemeen een hogere sociaaleconomische status en opleidingsniveau, en waar het in Dolphia

huurhuizen betreft, staan in Voskamp bijna alleen maar koophuizen. Voskamp heeft maar

weinig accommodaties die inwoners met elkaar in contact zouden kunnen brengen zoals een

buurthuis, buurtcommissie of supermarkt.

Page 17: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 17

3. Methode

3.1 Onderzoeksgroepen

Dolphia wordt door de afgelegen ligging met het centrum door de inwoners van

oudsher als “een klein dorp apart” beschouwd. Van de 73 respondenten afkomstig uit Dolphia

zijn 35 man, 38 vrouw en 88% van hen gaf aan kinderen te hebben waarvan 50% van de

jongste kinderen onder de 18 is. 85% woont in een huurhuis en 43% van de respondenten uit

Dolphia geeft aan lager geschoold te zijn. Meer dan de helft van de respondenten (56%) heeft

een bruto inkomen van minder van €29.000 per jaar.

Aan het onderzoek deden 40 mannen en 45 vrouwen mee uit de wijk Voskamp. Van

de 85 personen gaf 89% aan kinderen te hebben, waarvan 54% van de jongste kinderen onder

de 18 is. De wijk bestaat met 97% bijna volledig uit koophuizen en de grootste groep

respondenten (42%) is hoger opgeleid. Er is meer verdeeldheid in inkomen dan in de andere

wijk, echter geeft de grootste groep respondenten, 27% aan in de hoogste inkomenscategorie

te zitten. Een overzicht van de demografische en sociaaleconomische gegevens zijn terug te

vinden in tabel 1.

Vermoed werd dat beide groepen van elkaar in acceptatie en gedragsintentie

verschilden en dat bleek ook het geval te zijn (acceptatie: t (155) = 2.98, p < .01 en

gedragsintentie: t (151) = 4.19, p < .01). De twee wijken zullen daarom apart van elkaar

geanalyseerd worden in de data-analyses. We vermoedden ook dat de wijken onderling

zouden verschillen in mate van sense of community, maar dit bleek niet het geval te zijn (t

(155) = -1.23, p = ns). Resultaten zijn terug te vinden in tabel 3, te vinden in de

resultatensectie.

Page 18: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 18

Tabel 1 Demografische en Sociaaleconomische kenmerken

Variabelen Voskamp Dolphia

Sekse (N)

Man

Vrouw

Totaal

40

45

85

35

38

73

Leeftijd (jaren)

Gemiddelde (SD)

Range

50 (12.5)

23-77

50 (15.3)

19-77

Kinderen

Huishoudens met kinderen (%)

Jongste kind onder de 18 (%)

Gemiddelde leeftijd jongste kind(SD)

Range

89.3

53.6

18(13.4)

1-50

87.7

50.0

21(15.2)

1-48

Type woning (%)

Koophuis

Huurhuis

96.6

3.4

15.5

84.5

Wonen in Enschede (jaren)

Gemiddelde (SD)

Range

37 (16.1)

1-69

40 (20.5)

1-77

Wonen in wijk (jaren)

Gemiddelde (SD)

Range

17 (9.4)

1-47

21 (16.8)

1-58

Opleidingsniveau (%)

Laagst - totaal

Geen

Lagere school

Laag - totaal

LBO

VMBObasis

VMBOtl

Middel - totaal

HAVO

MBO

VWO

Hoog - totaal

HBO

Universiteit

Overig

0.0

0.0

0.0

20.0

7.5

0.0

12.5

36,2

5.0

28.7

2.5

42,6

31.3

11.3

1.3

18.5

7.1

11.4

42.9

18.6

8.6

15.7

28,5

5.7

21.4

1.4

7,1

7.1

0.0

2.9

Bruto jaarinkomen huishouden (%)

< € 20.000

€ 20.000 - 29.000

€ 30.000 - 39.000

€ 40.000 - 49.000

50.000 - 59.000

> € 60.000

Geen response (%)

3,5

8,2

11,8

16,5

2,4

27,1

23.0

37,8

17,6

8,1

4,1

5,4

4,1

30.6

Page 19: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 19

3.2 Meetinstrumenten

Voor dit onderzoek zijn de situatiebeschrijvingen en antwoordalternatieven van de

Canterbury survey on Earthquakes Community Preparedness (Paton, 2013b) aangepast op

onze onderzoekssituatie zodat deze ingevuld kon worden door omwonenden van AZC

Esmarkerveld. De aangepaste vragenlijst is te vinden in bijlage A. De eerste pagina van de

vragenlijst bestaat uit een toestemmingsverklaring formulier waarop respondenten en

onderzoeker beide hun naam en paraaf konden zetten. Deze is later van de vragenlijst

gescheiden en apart bewaard om zo de anonimiteit van respondenten te garanderen.

In de vragenlijst zijn elf schalen voor de elf variabelen opgenomen, met elk vier tot

tien items. Alle items zijn gemeten op een vijfpuntsschaal waarbij een lage score overeenkomt

met een negatieve, en een hoge score een positieve beoordeling van de factor. Twee van de

schalen zijn bedoeld om de afhankelijke variabele te meten. Voor acceptatie zijn vier vragen

samengesteld die de verschillende aspecten van het AZC beschrijven. Dit zijn het algemeen

instemmen met het AZC, het feit dat Enschede mensen op gaat vangen, de specifieke locatie

en het aantal opvangplaatsen. Voor gedragsintentie zijn tien gedragingen opgesteld die

voortbouwen op de vraag in welke mate respondenten zichzelf bereid achten het genoemde

gedrag uit te voeren of dit al gedaan hebben. De factoren op individueel, community en

institutioneel niveau hebben respectievelijk vier, drie en twee schalen, overeenkomstig met

het aantal factoren dat deze niveaus bevatten. Tabel 2 laat een overzicht zien van de schalen

met daarbij een voorbeelditem.

Page 20: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 20

Tabel 2. Schalen en voorbeelditems

Noot. Alle items zijn gemeten op een vijfpuntsschaal waarbij 1 een negatieve, en 5 een positieve beoordeling van de factor weergeeft. Bij affect zijn tijdens de analyse enkele items omgeschaald om hier mee te corresponderen.

De interne betrouwbaarheid van de schalen is door middel van Cronbach’s Alpha

berekend. Cronbach’s Alpha is een maat voor homogeniteit en geeft een indicatie of de items

binnen een schaal daadwerkelijk één onderliggende dimensie vormen. Dit wordt gedaan door

middel van een berekening die beoordeelt of de antwoorden van respondenten op deze items

consistent zijn. Cronbach’s Alpha heeft een minimumwaarde van 0 en een maximumwaarde

van 1, waarbij geldt dat een hogere score staat voor meer homogeniteit. In tabel 3 is de

Cronbach’s Alpha van de verschillende schalen te zien. Bij een alpha score lager dan .6 wordt

de schaal als niet homogeen beschouwd en de behorende items dus niet hetzelfde construct

lijken te meten. Bij een alpha < .6 is ervoor gekozen worden om items met een te lage item-

totaal correlatie uit de vragenlijst te verwijderen om zo de alpha van de schaal te vergroten.

Dit was het geval op de schalen van self-efficacy (.59) en outcome expectancy (.55). Hiertoe

Factor Voorbeeld

Acceptatie Ik stem in met de komst van AZC Esmarkerveld

Gedragsintentie Aansluiten bij organisaties als Rode Kruis of

Vluchtelingenwerk.

Affect Wanneer ik denk aan de komst van het AZC krijg ik een

angstig gevoel.

Risicoperceptie Hoe waarschijnlijk vindt u het dat u zich niet meer veilig voelt

in de buurt

Self-efficacy Als ik dat zou willen, weet ik op welke manier ik in contact kan

komen met bewoners van het AZC

Outcome expectancy Door met asielzoekers in contact te komen zullen wij elkaar

beter begrijpen

Sense of community Mijn buren zullen me helpen wanneer dat nodig is

Community participation Ik heb met anderen samengewerkt om de leefbaarheid van onze

buurt te vergroten

Collective efficacy Wij zijn als buurt in staat om besluiten te nemen, ook al

verschillen de meningen

Trust Ik vertrouw erop dat de gemeente rekening houdt met de

behoeften van buurtbewoners

Empowerment Ik heb het gevoel dat ik invloed uit kan oefenen op wat er

gebeurt in mijn buurt.

Page 21: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 21

zijn is op beide schalen één item verwijderd om de alpha van de schaal te verhogen, die na

exclusie van het item respectievelijk voor self-efficacy .75, en voor outcome expectancy .67

werd.

Tabel 3. Betrouwbaarheidsanalyse variabelen

Variabelen Chronbach’s

Alpha

Deleted items New

alpha

Acceptatie .82

Gedragsintentie .81

Affect .82

Risicoperceptie .94

Self-efficacy .59 1. Buurtsurveillance .75

Outcome Expectancy .55 5. Geen zin aanpassen nieuwe

situatie

.67

Sense of Community .84

Community

Participation

.84

Collective Efficacy .88

Trust .90

Empowerment .75 Noot. Variabelen met Chronbach’s Alpha < .6 worden als onbetrouwbaar beschouwd en dienden door middel van item-

exclusie aangepast te worden.

Er komen conflicterende resultaten uit de literatuur naar voren over de invloed van

verschillende demografische kenmerken, zoals leeftijd en geslacht, die van invloed zouden

kunnen zijn op verschillende betrokken factoren (Sjöberg et al., 2004; Wachinger et al.,

2013). Om deze reden zijn verschillende kenmerken ook tijdens dit onderzoek opgenomen in

de vragenlijst, namelijk leeftijd, geslacht, kinderen, leeftijd jongste kind, koop/huurhuis,

woonjaren in Enschede, woonjaren in de wijk. Deze konden vrij beantwoord worden. De

sociaaleconomische kenmerken bruto jaarinkomen per huishouden en hoogst voltooide

opleiding zijn ook gemeten. Voor deze factoren kon een antwoordalternatief gekozen worden.

Een overzicht van de demografische en sociaaleconomische kenmerken zijn terug te vinden in

tabel 1. In deze tabel is ook de schaalverdeling van de sociaaleconomische variabelen

opgenomen.

Page 22: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 22

3.3 Procedure

Er is een willekeurige volgorde van het afgaan van de verschillende straten in beide

wijken aangehouden. De onderzoeker is tussen half zes en negen uur ’s avonds van deur tot

deur gegaan en heeft gevraagd of mensen de vragenlijst zouden willen invullen. Deze tijden

werden aangehouden omdat eerder op de middag het werkende deel van de bewoners nog niet

thuis zou zijn en later dan negen uur nog aanbellen zou als onbeleefd kunnen worden ervaren.

Huizen waar niemand thuis was, zijn overgeslagen. Wanneer er ingestemd is met deelname

werd er een vragenlijst achtergelaten door de onderzoeker en afgesproken of de vragenlijst

diezelfde avond, dan wel een volgende avond ingevuld en wel opgehaald zou kunnen worden.

Tijdens het afgeven van de vragenlijsten is door de onderzoeker de garantie van anonimiteit

benadrukt.

3.4 Analyse

Na berekening van de verschillende alpha’s en waar nodig een aanpassing van de items die

samen de schaal opmaken zijn de items in SPSS samengevoegd om zo de verschillende

factoren te kunnen representeren. Omdat alle items op een vijfpuntsschaal gemeten zijn

konden de antwoorden van de verschillende items bij elkaar opgeteld worden en gedeeld

worden door het totale aantal items van de schaal om zo tot een gemiddelde van de factor te

komen. Er zijn regressieanalyses en individuele t-toetsen uitgevoerd om de invloed van de

verschillende factoren op zowel acceptatie als gedragsintentie van beide wijken in kaart te

kunnen brengen.

Page 23: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 23

4. Resultaten

4.1 Beschrijvende Statistieken

In tabel 4 is een overzicht geplaatst van de gemiddelden van alle factoren per wijk en

het verschil van gemiddelden tussen beide wijken, en het verschil tussen deze wijken is

uitgedrukt in een t-toets. Het gemiddelde voor acceptatie ligt in Voskamp (M =2.26, SD =

.92) significant hoger dan in Dolphia (M = 1.84, SD = .80), t(155) =2.98, p <.01. Het

gemiddelde voor gedragsintentie ligt in Voskamp (M =2.53, SD = .71) ook significant hoger

dan in Dolphia (M = 2.05, SD = .80), t(151) =4.19, p <.01. Er is dus een significant verschil

tussen de twee wijken op zowel de mate van acceptatie als gedragsintentie, waarbij Dolphia

op beide afhankelijke variabelen negatiever scoort dan Voskamp.

Tabel 4. Gemiddelden en t-toetsen

Beschrijvende statistieken

M Sd df t ª

Variabelen N(V,D) V D V D

Acceptatie (87,70) 2.3 1.8 .92 .80 155 2.98**

Gedragsintentie (85,68) 2.5 2.1 .71 .69 151 4.19**

Individueel

Affect (86,66)

2.4

2.0

.98

.86

150

2.56*

Risicoperceptie (85,71) 3.3 3.8 1.03 1.06 154 -2.83**

Self-efficacy (86,69) 2.7 2.3 .95 .86 153 2.62*

Outcome expectancy (86,67) 2.9 2.6 .81 .89 151 2.78**

Community

Sense of Community (86,71)

4.0

4.2

.61

.95

155

-1.23

Community Participation (86,69) 2.1 2.3 .93 .99 153 -1.55

Collective Efficacy (86,69) 3.4 3.9 .57 .75 153 -4.67**

Institutioneel

Vertrouwen (87,72)

2.3

2.3

1.06

1.25

157

-.34

Empowerment (86,69) 2.7 2.7 .58 .72 153 -.07

Noot. ª Levene’s independent sample t-toets, uitgevoerd onder assumptie van gelijke varianties. V: Voskamp, D:

Dolphia. * p < .05, ** p < .01. Alle items zijn gemeten op een vijfpuntsschaal waarbij 1 een negatieve, en 5 een

positieve beoordeling van de factor weergeeft.

Page 24: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 24

4.2 Acceptatie

Om na te gaan wat de invloed is van de factoren binnen verschillende niveaus op de

acceptatie is een regressieanalyse uitgevoerd. Het regressiemodel met de mate van acceptatie

van het AZC onder omwonenden als afhankelijke variabele en affect, risicoperceptie, self-

efficacy, outcome expectancy, sense of community, community participation, collective

efficacy, trust en empowerment als onafhankelijke variabelen, is voor zowel de wijk

Voskamp als Dolphia significant, respectievelijk F(9,71) = 28,05, p < .01 en F(9,53) = 14.20,

p < .01. Het regressiemodel is dus bruikbaar om de acceptatie van omwonenden aan de hand

van de onafhankelijke variabelen te verklaren. Maar liefst 75% (Adj. R2 = .75) van de in

Voskamp variantie op de mate van acceptatie kan worden verklaard door de in het model

opgenomen factoren. Voor Dolphia is dit iets minder, maar met 66% (Adj. R2 = .66) verklaart

het nog steeds erg veel van de variantie. Resultaten van de gehele regressie analyse voor beide

wijken zijn opgenomen in tabel 5.

Uit de tabel blijkt dat voor Voskamp de factoren affect (b* =.39, t = 3.48, p < .01) en

self-efficacy (b* = .24, t = 2.56, p < .05) significante predictoren zijn. Dit betekent dat

mensen in Voskamp die zich positiever ten opzichte van de komst van het AZC voelen en

daarnaast een hoge mate van self-efficacy hebben, eerder de komst van het AZC zullen

accepteren. In Dolphia komen affect (b* = .35, t = 2.87, p < .01) en risicoperceptie (b* = -

.38, t = -2.82, p <.01) als significante predictoren uit de analyse. Dit wil zeggen dat mensen

in Dolphia die zich positiever voelen omtrent de komst van het AZC en daarnaast een lage

mate van risicoperceptie ervaren, eerder geneigd zijn de komst van het AZC ook te

accepteren.

Page 25: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 25

Tabel 5. Multipele regressie resultaten voor de voorspelling van acceptatie

Voskamp Dolphia

Variabelenª b* t b* t

(Constant) .27 .36 2.33 2.92**

Individueel

Affect

.39

3.48**

.35

2.87**

Risicoperceptie -.24 -1.90 -.38 -2.82**

Self-efficacy .24 2.56* .14 1.28

Outcome expectancy .11 1.23 .01 .05

Community

Sense of Community

.06

.94

.00

.02

Community Participation .02 .30 -.12 -1.30

Collective Efficacy .06 .69 -.01 -.10

Institutioneel

Vertrouwen

.04

.45

.07

.79

Empowerment .00 .05 -.08 -.85

F(df) 28.05 (9,74)**

.77

.75

14.20 (9,53)**

.71

.66 R²

Adjusted R²

Noot. * p < .05, ** p < .01, ªAfhankelijke variabele: Acceptatie

4.3 Gedragsintentie

Het regressiemodel met gedragsintentie als afhankelijke variabele en affect,

risicoperceptie, self-efficacy, outcome expectancy, sense of community, community

participation, collective efficacy, trust en empowerment als onafhankelijke variabelen is voor

beide wijken significant (Voskamp F(9,73) = 6.10, p < .01 en Dolphia F(9,53) = 4.89, p <

.01). Het model kan dus gebruikt worden om de gedragsintentie van omwonenden om zich

voor te bereiden op de komst van het AZC te voorspellen. In Voskamp wordt 42% en in

Dolphia wordt 35% van de variantie op gedragsintentie verklaard door de in het model

opgenomen factoren (Voskamp: Adj. R2 = .42, Dolphia: Adj. R2 = .35). Resultaten van de

regressie zijn opgenomen in tabel 6.

Uit de tabel blijkt dat in Voskamp self-efficacy (b* = .54, t = 3.61, p < .01), outcome

expectancy (b* = .28, t = 2.00, p < .05) en community participation (b* = .26, t = 2.09, p <

.05) de significante predictoren van gedragsintentie zijn. Dit wil zeggen dat mensen die

zichzelf in staat achten met de gevolgen van de komst van het AZC om te gaan, daarnaast

Page 26: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 26

denken dat zij daadwerkelijk invloed op de gevolgen zouden kunnen hebben en veel aan de

wijk bijdragen, eerder de intentie hebben om zich voor te bereiden op de komst van het AZC.

In Dolphia is de enige significante predictor van gedragsintentie de variabele outcome

expectancy (b* = .53, t = 3.61, p < .01). Dit wil zeggen dat mensen in Dolphia alleen de

intentie hebben om zich voor te bereiden wanneer zij het idee hebben dat dit ook

daadwerkelijk invloed zal hebben.

Tabel 6. Multipele regressie resultaten voor de voorspelling van gedragsintentie

Voskamp Dolphia

Variabelenª b* t b* t

(Constant) .04 .05 .51 .51

Individueel

Affect

-.22

-1.32

.01

.08

Risicoperceptie -.01 -.04 -.05 -.24

Self-efficacy .49 3.33** .09 .59

Outcome expectancy .28 2.00* .53 3.54**

Community

Sense of Community

-.05

-.49

.04

.32

Community Participation .28 2.29* .12 .87

Collective Efficacy .12 .99 .05 .36

Institutioneel

Trust

-.11

-.83

.17

1.33

Empowerment .18 1.40 -.06 -.48

F(df) 7.33(9,69)**

.49

.42

4.46(9,49)**

.45

.35 R²

Adjusted R²

Noot. * p < .05, ** p < .01, ªAfhankelijke variabele: Gedragsintentie

Page 27: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 27

4.4 Overige resultaten

Ondanks dat er geen significant verschil gevonden is in de mate van sense of

community (t (155) = -1.23, p = ns) en community participation (t (153) = -1.55, p = ns)

tussen beide wijken, is het opvallend dat de collective efficacy in Dolphia wel significant

hoger is dan in Voskamp (t (153) = -4.67, p < .01). Dit betekent dat mensen in Dolphia

significant meer het gevoel hebben dat zij als groep in staat zijn zich adequaat voor te

bereiden dan dat mensen in Voskamp dat doen.

Naast de in het model opgenomen factoren zijn in dit onderzoek nog een aantal

demografische en sociaaleconomische variabelen opgenomen. In tabel 7 is een overzicht van

de correlaties per wijk met acceptatie gedragsintentie opgenomen. Wat hierbij opvalt is dat er

geen overlap in significante factoren zowel tussen de wijken, als tussen de afhankelijke

variabelen is. In Voskamp komen de variabelen opleiding en inkomen als matig positief

correlerend met acceptatie uit de analyse (respectievelijk r = .328, p < .01 en r = .233, p <

.05 ). In Dolphia correleren leeftijd en of mensen in een koop of huurhuis wonen significant

(respectievelijk r = .214, p < .05 en r = .208, p < .05) met acceptatie. Voor gedragsintentie is

er in Voskamp een significante matige correlatie met het geslacht van mensen (r = .262, p <

.05) en in Dolphia blijkt opleidingsniveau nog matig met gedragsintentie te correleren (r =

.294, p < .05).

Ter controle zijn deze factoren in het regressiemodel toegevoegd. Voor de factor

opleiding leidde dit in Voskamp tot een significante toename in proportie verklaarde variantie

(R²Change = .023, F(1,66) = 7.34, p < .01). In dit nieuwe model kwam risicoperceptie ook

als significante voorspeller naar voren (b* = -.28, t = -2.19, p < .05). Dit betekent dat

wanneer er gecontroleerd wordt voor het type opleiding, risicoperceptie ook als voorspeller

van acceptatie gebruikt kan worden, waarbij een hogere risicoperceptie een lagere acceptatie

Page 28: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 28

voorspelt. De resterende factoren leidden na toevoeging niet tot verdere verduidelijking van

het model.

Tabel 7. Correlaties van demografische en sociaaleconomische variabelen per wijk met acceptie

Voskamp Dolphia

Variabelen Acceptatie Gedragsintentie Acceptatie Gedragsintentie

Bruto jaarinkomen

huishouden

.233* .173 .187 .084

Hoogst afgeronde opleiding .328** .196 .057 .294*

Geslacht .016 .262* -.106 -.031

Leeftijd .147 .084 .214* -.054

Kinderen .104 .049 .068 -.143

Leeftijd jongste kind .119 .026 .164 -.098

Jaren in Enschede .008 -.046 -.180 -.168

Jaren in Wijk .026 .030 -.131 .028

Koop/huurhuis .070 .234* .208* .121 Noot. * p < .05, ** p < .01

Page 29: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 29

5. Discussie

5.1 Interpretatie en Conclusies

Er kan geconcludeerd worden dat ondanks dat beide wijken niet zeer positief zijn over de

komst van het AZC, de Vinex-wijk Voskamp stukken minder negatief is ingesteld ten

opzichte van het AZC dan volksbuurt Dolphia. Mensen in Voskamp accepteren de komst van

het AZC meer en lijken zich ook meer voor te willen bereiden op eventuele gevolgen die de

komst van het AZC met zich mee brengt.

Acceptatie kan voor een zeer groot deel (75%) verklaard worden door individuele factoren

en dan vooral door affect. Dat betekent dus dat mensen die een positiever gevoel hebben over

het AZC ook eerder de komst van het AZC zullen accepteren. Dit kan worden verklaard door

de affect-heuristic (Lindell et al., 2009). Deze voorspelt dat mensen in een nieuwe of onzekere

situatie vooral afgaan op hun gevoel. Dit betekent dat mensen niet een cognitieve afweging

maken van de verschillende risico’s, maar zich baseren op een onderbuikgevoel dat gevormd

is door associaties met eerder verkregen informatie (Peters et al., 2006; Siegrist & Sütterlin,

2014). Op die manier zullen er aan de ene kant mensen zijn die de komst van vluchtelingen

met terrorisme en bloederige horrorverhalen associëren. Door deze negatieve associatie zullen

zij waarschijnlijk niet snel geneigd zijn de komst van het AZC te accepteren. Aan de andere

kant zullen er ook mensen zijn vluchtelingen associëren met de verhalen waarin mensen met

de kinderen hun huis en haard hebben moeten achterlaten uit angst voor oorlogsgeweld. Deze

mensen zullen dus een meer positieve associatie met vluchtelingen hebben en daarom eerder

de neiging voelen om de komst van het AZC te accepteren.

In Dolphia is naast affect de mate van risicoperceptie voorspellend voor acceptatie.

Wanneer de komst van het AZC als meer risicovol wordt beschouwd, zal men minder snel

geneigd zijn de komst ervan te accepteren. Dit zou te maken kunnen hebben met dat mensen

Page 30: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 30

in Dolphia al negatieve framing hebben doordat er binnen de wijk ook al de nodige problemen

zijn met drugsgebruik en criminaliteit. Door de problematiek binnen de wijk zouden er meer

beren op de weg gezien kunnen worden die de eigen problemen zouden kunnen vergroten,

zoals een verhoging van criminaliteit of drugshandel. Een hoge mate van risicoperceptie leidt

dus tot een lage acceptatie van het AZC. In Voskamp lijkt naast affect, de mate van self-

efficacy acceptatie te kunnen voorspellen. Dit wil zeggen dat wanneer mensen in Voskamp

het gevoel hebben dat zij weten wat ze moeten doen om de gevolgen die de komst van het

AZC met zich mee brengt op te vangen, zij ook eerder geneigd zijn de komst van het AZC te

accepteren. Eerder onderzoek van Bishop et al. (2000) wees al uit dat mensen die een hoge

self-efficacy hebben ook eerder geneigd zijn zich op een situatie voor te bereiden. Om

gedragsintentie te voorspellen bleken net als bij acceptatie de individuele factoren belangrijk,

met als toevoeging dat in Voskamp ook de mate van community participation een voorspeller

bleek. Wat opviel was het voor gedragsintentie geen verschil lijkt te maken hoe iemand zich

over de situatie voelt, terwijl dit voor acceptatie juist de sterkste voorspeller was. Een reden

zou kunnen zijn dat bij gedragsintentie andere factoren als genoeg tijd, of middelen een rol

spelen. In Dolphia blijkt outcome expectancy de enige voorspeller van de door ons gemeten

gedragsintentie. Dit wil zeggen dat mensen overtuigd moeten zijn van het nut van hun

voorbereidende gedragingen voordat zij ook daadwerkelijk bereid zijn deze uit te voeren

(Paton et al., 2013). Voor Voskamp zijn het self-efficacy, outcome expectancy en community

participation die de mate van gedragsintentie lijken te voorspellen. Zowel Bishop et al. (2000)

als Lindell et al. (2009) wezen op een direct verband tussen self-efficacy, outcome expectancy

en de mate van voorbereidend gedrag dat vertoond werd. Het lijkt er in Voskamp dus

hoofdzakelijk om te gaan dat mensen weten wat ze moeten doen, en dat zij denken dat hun

acties ook daadwerkelijk verschil zullen maken. Community participation zou volgens Bishop

et al. (2000) de mate van self-efficacy kunnen vergroten wanneer activiteiten gericht zijn op

Page 31: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 31

het verbeteren van probleemoplossend vermogen. Mensen die in de wijk aan veel activiteiten

meedoen zouden zich ook beter bewust kunnen zijn wat de buren van plan zijn te doen, en

hier hun eigen gedragsintenties op aanpassen.

Al met al is wat we gevonden hebben dat het hoofdzakelijk de individuele factoren zijn

die invloed hebben op de mate van acceptatie en gedragsintentie. Acceptatie was aan de hand

van dit model zeer goed te voorspellen en de eenduidige resultaten zouden gemeentes een

handvat kunnen bieden om in toekomstige soortgelijke situaties de acceptatie onder

omwonenden te vergroten. Het blijkt voor de acceptatie zeer belangrijk dat mensen zich meer

positief ten opzichte van vluchtelingen en de komst van het AZC kunnen voelen. Gezien er

een redelijk hoge samenhang tussen affect, empowerment en trust is (zie hiervoor de

correlatietabel in bijlage B) zou affect misschien verhoogd kunnen worden door bijvoorbeeld:

meer transparantie in de plannen, betere informatieverstrekking over wat voor soort mensen er

in het AZC komen wonen en waar zij vandaan komen, en meer vraag naar input vanuit de

gemeenschap door bijvoorbeeld een medezeggenschapsraad op te stellen. Voor het plaatsen

van een AZC naast een Vinex-wijk lijkt vooral van belang dat de inwoners weten wat ze

kunnen doen, en bij wie ze terecht kunnen met eventuele vragen en initiatieven. Wat betreft

de volksbuurt Dolphia kan overwogen worden of het plaatsen van een AZC naast een wijk die

al kampt met interne problematiek wel een verstandige keuze is. Mensen binnen die wijk

hebben immers al genoeg aan hun hoofd hebben en door deze extra opstapeling eerder

geneigd zijn een tegengestelde houding aan te nemen dan wat voor ogen is. Een aangrenzende

wijk van een AZC dat het bestaan ervan niet accepteert zal immers ook niet bevorderlijk zijn

voor de integratie en algehele gemoedstoestand van alle betrokken partijen.

Hoewel gedragsintentie redelijk goed te verklaren is door de onderzochte factoren (42%),

lijken er ook nog andere factoren te zijn die we niet in dit model hebben opgenomen. Het lijkt

erop dat in dit onderzoek de gedragingsintentie meer bepaald worden door moreel

Page 32: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 32

plichtsbesef dan hoe men zich over de vluchtelingen voelt. Overheidsbeleid zou zich in dat

geval moeten richten op het vergroten van self-efficacy, outcome expectancy en community

participation. Wanneer laagdrempelige initiatieven gepromoot en gestimuleerd worden

zouden mensen beter kunnen leren op welke manieren zij bij kunnen dragen en zien dat dit

wel een verschil maakt.

5.2 Kanttekeningen en kritische Reflectie

Er zijn verschillende kanttekeningen bij dit onderzoek te plaatsen. Om te beginnen

verwachtten we initieel dat beide wijken zouden verschillen in sense of community. Dolphia

staat namelijk bekend als hechte wijk en heeft daar ook de voorzieningen naar, zoals een

buurthuis en een buurtcommissie. Voskamp is meer een geografische aanduiding zonder

verder enige community voorzieningen. Omdat de wijken echter niet van elkaar verschilden

in sense of community konden we niet nagaan of de community factoren in een wijk met een

hogere sense of community een belangrijkere rol spelen dan wanneer een wijk minder hecht

is. Wanneer dat wel het geval zou zijn, zou een gemeente zich immers kunnen richten op het

verbeteren van de community hechtheid.

Daarnaast was het niet ideaal dat ons onderzoek heeft plaatsgevonden nadat alle

plannen al doorgevoerd waren, en inwoners dus wisten dat zij geen invloed meer op de

besluitvorming konden hebben, en voordat het AZC gebouwd is en mensen actie zouden

kunnen ondernemen. Deze timing valt dus een beetje tussen twee periodes in en zou invloed

op verschillende factoren zoals self-efficacy, outcome expectancy en empowerment kunnen

hebben. Ook zijn er relatief veel mensen geweest die geweigerd hebben antwoord te geven op

de vraag naar hun inkomen, wat de invloed daarvan vertekend zou kunnen hebben.

Verder is er een kanttekening te plaatsen bij verschillende situaties die zich tijdens het

verzamelen van de data hebben voorgedaan die invloed gehad kunnen hebben op de

representativiteit van de steekproef, wat de resultaten zal kunnen hebben beïnvloed. Drie

Page 33: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 33

dagen nadat er gestart is met het verzamelen van data is er een email naar de

hoofdonderzoeker gestuurd door het AZC Alarm Enschede. Dit is een Facebook- en

Twittergroep met 2208 leden die zichzelf omschrijft als klankbord voor omwonenden van het

toekomstig AZC Esmarkerveld. In de email werd gevraagd om verduidelijking van het

onderzoek en het bleek dat er op de facebookpagina werd opgeroepen om “te ventileren”

wanneer mensen gevraagd werden de vragenlijst in te vullen. Door de oproep om te ventileren

zullen deze mensen wellicht extremer in negatieve richting geantwoord hebben dan zij initieel

gedaan zouden hebben. Hoeveel respondenten dit bericht gezien hebben en hierdoor

beïnvloed zijn is niet na te gaan, echter doordat de onderzoeker van huis tot huis is gegaan om

vragenlijsten te laten invullen zal deze invloed ingeperkt gebleven zijn.

Er is ook meerdere malen geweigerd deel te nemen doordat men bang was dat de

buren er achter zouden komen dat zij niet echt tegen, of juist voor de komst van het AZC

Esmarkerveld waren. Deze respons is zowel in Dolphia als in Voskamp door de onderzoeker

gehoord. Daarnaast gaven meerdere bewoners aan dat zij weliswaar niet tegen het opvangen

van asielzoekers zijn, maar dat het AZC hen tegenstaat door de extreme reacties die het bij

hun buren teweeg brengt. Hiermee onthielden sommige mensen die niet tegen waren zich van

deelname, en uitten anderen die eigenlijk niet tegen de komst van het AZC waren zich wel

negatief door hoe hun buren reageerden.

5.3 Implicaties voor Vervolgonderzoek

Ondanks dat dit onderzoek een goed begin heeft gemaakt, resten er nog veel vragen

over de onderliggende oorzaken van de diversiteit aan reacties die mensen hebben op de

komst van een AZC in hun directe woonomgeving. Het is daarom, en om een eventuele

selectiebias tegen te gaan aan te raden het huidige onderzoek in een andere stad waar een

AZC gebouwd wordt te herhalen. Daarnaast lijkt het belangrijk om de invloed van affect meer

uit te pluizen. Welke emoties worden door de verschillende associaties opgewekt en welke

Page 34: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 34

voeren de boventoon wanneer beslist moet worden over zoiets als de acceptatie van een AZC?

Ook lijkt het belangrijk gedragsintentie in een vervolgonderzoek op verschillende manieren te

benaderen. In dit geval zijn meer positieve gedragingen aangehouden die tot promotie van

integratie zouden kunnen leiden, maar wat zijn de verklarende factoren wanneer bijvoorbeeld

meer beschermende gedragingen gemeten worden?

Door de huidige vluchtelingencrisis is het waarschijnlijk dat mensen vroeger of later

in contact komen met vluchtelingen in hun direct omgeving en het is belangrijk dat

onderzocht wordt hoe deze interactie zo soepel mogelijk kan verlopen. De gemeente zou zich

daarom ter promotie van affect en efficacy op eenduidige informatieverstrekking en de

promotie van lokaal georganiseerde laagdrempelige initiatieven kunnen richten wanneer zij

haar inwoners wil voorbereiden, ook wanneer zij hier initieel niet zo ontvankelijk voor lijken

te zijn.

Page 35: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 35

Referenties

Ahlbrandt, R., & Cunningham, J. (1979). A new public poicy for neighborhood preservation.

New York: Praeger.

Association, A. P. (2010). Resilience and recovery after war: Refugee children and families in

the United States Retrieved from http://www.apa.org/pubs/info/reports/refugees.aspx

Bachrach, K., & Zautra, A. (1985). Coping with a community stressor: The threat of a

hazardous waste facility. Journal of Health and Social Behavior, 26, 127-141.

Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: a social cognitive theory.

Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall.

Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. New York, NY: WH Freeman and

Company.

Becker, J., Johnston, D., Daly, M., Paton, D., Mamula-Seadon, L., Petersen, J., . . . Williams,

S. (2011). Building community resilience to disasters: A practical guide for the

emergency management sector. GNS Science Report 2011/09, 44.

Becker, J., Paton, D., & Johnston, D. (2015). Communication of Risk: A community

resilience perspective. GNS Science Report 2015/66, 30.

Bennett, P., & Murphy, S. (1997). Psychology and health promotion. Buckingham: Open

University Press.

Bishop, B., Paton, D., Syme, G., & Nancarrow, B. (2000). Coping with environmental

degradation: Salination as a community stressor. Network, 12, 1-15.

Boley, B. B., McGehee, N. G., Perdue, R. R., & Long, P. (2014). Empowerment and resident

attitudes toward tourism: Strengthening the theoretical foundation through a Weberian

lens. Annals of Tourism Research, 49, 33-50.

doi:http://dx.doi.org/10.1016/j.annals.2014.08.005

Brannan, T., John, P., & Stoker, G. (2006). Active citizenship and effective public services

and programmes: how can we know what really works? Urban Studies, 43(993).

Chen, M. (2015). Self-efficacy or collective efficacy within the cognitive theory of stress

model: Which more effectively explains people's self-reported proenvironmental

behavior? Journal of Environmental Psychology, 42, 66-75.

doi:10.1016/j.jenvp.2015.02.002

Damasio, A. R. (1994). Descartes' Error: Emotion, Reason and the Human Brain. New York:

Avon Books.

Dunn, J. G. (1972). Subjective and objective risk distribution: A comparison and its

implication for accident prevention. Occupational Psychology, 46(4), 183-187.

Page 36: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 36

Dunning, C. (1999). Post‐intervention strategies to reduce police trauma: a paradigm shift. In

J. M. a. P. Violanti, D. (Ed.), Police Trauma: Psychological Aftermath of Civilian

Combat. Springfield, IL.: Charles C. Thomas.

Gamero, N., Espluga, J., Prades, A., Oltra, C., Solá, R., & Farré, J. (2011). Institutional

dimensions underlying public trust in information on technological risk. Journal of

Risk Research, 14(6), 685-702. doi:10.1080/13669877.2010.547260

Kerstholt, J. (2013). De Beslissende Burger.

Lindell, M. K., Arlikatti, S., & Prater, C. S. (2009). Why people do what they do to protect

against earthquake risk: Perceptions of hazard adjustment attributes. Risk Analysis,

29(8), 1072-1082. doi:10.1111/j.1539-6924.2009.01243.x

Madsen, W., & O'Mullan, C. (2016). Perceptions of community resilience after natural

disaster in a rural Australian town. Journal of Community Psychology, 44(3), 277-292.

doi:10.1002/jcop.21764

McMillan, D. W., & Chavis, D. M. (1986). Sense of community: A definition and theory.

Journal of Community Psychology, 14(1), 6-23. doi:10.1002/1520-

6629(198601)14:1<6::AID-JCOP2290140103>3.0.CO;2-I

Norris, F. H., Stevens, S. P., Pfefferbaum, B., Wyche, K. F., & Pfefferbaum, R. L. (2008).

Community resilience as a metaphor, theory, set of capacities, and strategy for disaster

readiness. American Journal of Community Psychology, 41(1-2), 127-150.

doi:10.1007/s10464-007-9156-6

Paton, D. (2003). Disaster preparedness: a social‐cognitive perspective. Disaster Prevention

and Management: An International Journal, 12(3), 210-216.

doi:doi:10.1108/09653560310480686

Paton, D. (2007). Preparing for natural hazards: the role of community trust. Disaster

Prevention and Management: An International Journal, 16(3), 370-379.

doi:doi:10.1108/09653560710758323

Paton, D. (2013a). Disaster Resilient Communities: Developing and testing an all-hazards

theory. Journal of Integrated Disaster Risk Management, 3(1).

Paton, D. (2013b). Final Canterbury Survey: Earthquakes and Community Preparedness.

Paton, D., Burgelt, P., & Prior, T. (2008). Living with bushfire risk: Social and environmental

influences on preparedness. The Australian Journal of Emergency Management,

23(3).

Page 37: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 37

Paton, D., & Johnston, D. (2001). Disasters and communities: vulnerability, resilience and

preparedness. Disaster Prevention and Management: An International Journal, 10(4),

270-277.

Paton, D., & Johnston, D. M. (2006). Disaster Resilience: An Integrated Approach: Charles C

Thomas Publisher.

Paton, D., Okada, N., & Sagala, S. (2013). Understanding Preparedness for Natural Hazards:

A cross cultural

comparison. Journal of Integrated Disaster Risk Management, 3(1).

doi:DOI10.5595/idrim.2013.0051

Paton, D., Parkes, B., Daly, M., & Smith, L. (2008). Fighting the flu: Developing sustained

community resilience and preparedness. Health Promotion Practice, 9(4 Suppl), 45S-

53S. doi:10.1177/1524839908319088

Paton, D., Smith, L., & Violanti, J. (2000). Disaster response: risk, vulnerability and

resilience. Disaster Prevention and Management: An International Journal, 9(3), 173-

180. doi:doi:10.1108/09653560010335068

Peters, E., Västfjäll, D., Gärling, T., & Slovic, P. (2006). Affect and Decision Making: A 'Hot'

Topic. Journal of Behavioral Decision Making, 19(2), 79-85. doi:10.1002/bdm.528

Pfefferbaum, B. J., Reissman, D. B., Pfefferbaum, R. L., Klomp, R. W., & Gurwitch, R. H.

(2007). Building resilience to mass trauma events. In L. S. Doll, S. E. Bonzo, J. A.

Mercy, D. A. Sleet, L. S. Doll, S. E. Bonzo, J. A. Mercy, & D. A. Sleet (Eds.),

Handbook of injury and violence prevention. (pp. 347-358). New York, NY, US:

Springer Science + Business Media.

Sherrieb, K., Norris, F. H., & Galea, S. (2010). Measuring capacities for community

resilience. Social Indicators Research, 99(2), 227-247. doi:10.1007/s11205-010-9576-

9

Siegrist, M., & Cvetkovich, G. (2000). Perception of Hazards: The Role of Social Trust and

Knowledge. Risk Analysis, 20(5), 713-719. doi:10.1111/0272-4332.205064

Siegrist, M., & Gutscher, H. (2008). Natural hazards and motivation for mitigation behavior:

People cannot predict the affect evoked by a severe flood. Risk Analysis, 28(3), 771-

778. doi:10.1111/j.1539-6924.2008.01049.x

Siegrist, M., & Sütterlin, B. (2014). Human and nature‐caused hazards: The affect heuristic

causes biased decisions. Risk Analysis, 34(8), 1482-1494. doi:10.1111/risa.12179

Page 38: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

ACCEPTANCE OF AND PREPARATION FOR A REFUGEE CENTRE 38

Sjöberg, L. (2006). Myths of the psychometric paradigm and how they can misinform risk

communication. SSE/EFI Working Paper Series in Business Administration, 10.

Sjöberg, L., Moen, B., & Rundm, T. (2004). Explaining risk perception. An evaluation of the

psychometric paradigm in risk perception research. Rotunde Pubikasjoner, 84.

Slovic, P. (1987). Perception of Risk. Science, 236(17 April), 280-285.

Slovic, P., Finucane, M., Peters, E., & MacGregor, D. (2002). The Affect Heuristic Heuristics

and biases: the psychology of intuitive judgement (pp. 397-420). New York:

Cambridge University Press.

Távara, M. G., & Cueto, R. M. (2015). Sense of community in a context of community

violence. Journal of Prevention & Intervention in the Community, 43(4), 304-319.

doi:10.1080/10852352.2014.973305

Västfjäll, D., Peters, E., & Slovic, P. (2014). The affect heuristic, mortality salience, and risk:

Domain‐specific effects of a natural disaster on risk‐benefit perception. Scandinavian

Journal of Psychology, 55(6), 527-532. doi:10.1111/sjop.12166

Wachinger, G., Renn, O., Begg, C., & Kuhlicke, C. (2013). The risk perception paradox—

Implications for governance and communication of natural hazards. Risk Analysis,

33(6), 1049-1065. doi:10.1111/j.1539-6924.2012.01942.x

Weinstein, N. D. (1980). Unrealistic optimism about future life events. Journal of Personality

and Social Psychology, 39(5), 806-820. doi:10.1037/0022-3514.39.5.806

Page 39: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Bijlage A: Vragenlijst

Toestemmingsverklaring formulier (informed consent)

Titel onderzoek: Onderzoek omwonenden AZC Esmarkerveld

Verantwoordelijke onderzoeker: Charlotte Zweers

In te vullen door de deelnemer

Ik verklaar op een voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard, methode, doel van het onderzoek. Ik

weet dat de gegevens en resultaten van het onderzoek alleen anoniem en vertrouwelijk aan derden bekend

gemaakt zullen worden. Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord.

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud me daarbij het recht voor om op elk

moment zonder opgaaf van redenen mijn deelname aan dit onderzoek te beëindigen.

Naam deelnemer: …………………………………………………………………………..

Datum: ……………………………... Handtekening deelnemer: …...………………………………….

In te vullen door de uitvoerende onderzoeker

Ik heb een mondelinge en schriftelijke toelichting gegeven op het onderzoek. Ik zal resterende vragen over het

onderzoek naar vermogen beantwoorden. De deelnemer zal van een eventuele voortijdige beëindiging van

deelname aan dit onderzoek geen nadelige gevolgen ondervinden.

Naam onderzoeker: …………………………………………………………………………………..…………..

Datum: …………….……………….. Handtekening onderzoeker: ...……………………………………………

Page 40: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Onderzoek naar omwonenden AZC Esmarkerveld

Deze vragenlijst is ontworpen voor een afstudeeronderzoek van een masterstudent psychologie aan de Universiteit

Twente. De onderzoeksvraag richt zich op een vergelijking van wijken die direct te maken hebben met de komst van

het AZC Esmarkerveld. Als u deze enquête in zou willen vullen, dan stel ik dat zeer op prijs. Het zal ongeveer 10-15

minuten in beslag nemen.

Het is belangrijk dat u de vragen goed doorleest en hier naar eigen waarheid op antwoordt. De vragen gaan niet over

kennis maar over uw mening; dus er zijn geen foute antwoorden mogelijk! Belangrijk is vooral dat u naar waarheid

antwoordt waardoor wij een zo volledig en duidelijk mogelijk beeld krijgen van de situatie. De ingevulde

vragenlijsten zullen volledig anoniem behandeld worden en zijn dus later niet meer naar de persoon te herleiden die

ze heeft ingevuld.

Wanneer u naar aanleiding van deze vragenlijst nog vragen heeft zal ik deze graag voor u beantwoorden. Dit kunt u

doen door een email te sturen naar [email protected], ik zal hier dan zo spoedig mogelijk op

antwoorden.

Alvast hartelijk dank voor het invullen.

Met vriendelijke groet,

Charlotte Zweers

Page 41: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

1. Kunt u aangeven hoe u zich nu voelt, als u op dit moment denkt aan de komst van AZC Esmarkerveld?

2. Kunt u aangeven in welke mate u het eens/oneens bent met de volgende verschillende aspecten van het

AZC Esmarkerveld?

Sterk mee

oneens

Oneens

Niet eens

of oneens

Eens

Sterk mee

eens

Ik stem in met de komst van het AZC Esmarkerveld 1 2 3 4 5

Ik vind het goed dat de gemeente Enschede vluchtelingen op

gaat vangen. 1 2 3 4 5

Ik vind de locatie Esmarkerveld een goede locatie. 1 2 3 4 5

Ik vind het goed om 600 personen op één locatie op te vangen 1 2 3 4 5

Heel

weinig

Tamelijk

weinig

Niet

weinig/veel

Tamelijk

veel

Heel

veel

Ik krijg een angstig gevoel 1 2 3 4 5

Ik krijg een gevoel van voldoening 1 2 3 4 5

Ik krijg een onrustig gevoel 1 2 3 4 5

Ik maak me zorgen 1 2 3 4 5

Ik krijg een gevoel van inspiratie 1 2 3 4 5

Page 42: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

3. Hoe waarschijnlijk vindt u het, …

Zeer

onwaarschijnlijk

Tamelijk

onwaarschijnlijk

Neutraal Tamelijk

waarschijnlijk

Zeer

waarschijnlijk

Dat u last ondervindt van meer

criminele activiteiten als inbraak of

beroving ten gevolge van de komst

van het AZC Esmarkerveld?

1 2 3 4 5

Dat u last ondervindt van

leefbaarheidsproblemen als

rondhangende asielzoekers in de

wijk?

1 2 3 4 5

Dat u last ondervindt van conflicten

tussen buurtbewoners en

bewoners van het AZC?

1 2 3 4 5

4. Stel dat er zich een onveilige situatie voordoet in uw wijk ten gevolge van de komst van AZC Esmarkerveld.

Hoe waarschijnlijk vindt u het dan dat het volgende gebeurt?

Zeer

onwaarschijnlijk

Tamelijk

onwaarschijnlijk

Neutraal Tamelijk

waarschijnlijk

Zeer

waarschijnlijk

Grote schade aan de openbare

voorzieningen (wegen, parken

etc.) in uw woonomgeving

1 2 3 4 5

Grote schade aan uw

huis/bezittingen 1 2 3 4 5

U en/of uw gezinsleden komen in

een bedreigende situatie terecht 1 2 3 4 5

Uw leven ontregeld raakt door

psychische schade 1 2 3 4 5

U zich niet meer veilig voelt in de

buurt 1 2 3 4 5

Page 43: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

5. U kunt op verschillende manieren omgaan met de asielzoekers die in het AZC komen te wonen. De volgende

vragen hebben betrekking op de mate waarin u uzelf in staat acht om met de gegeven situatie om te gaan.

Kunt u aangeven in welke mate de volgende stellingen op u van toepassing zijn?

6. De maatregelen die u kunt treffen met betrekking tot de komst van asielzoekers leiden tot verschillende

resultaten. De volgende vragen gaan over in hoeverre u denkt dat deze maatregelen effectief zijn. Kunt u

aangeven in welke mate de u het met de volgende stellingen eens bent?

Totaal niet

Niet echt

Een beetje

Redelijk

goed

Zeer goed

Ik acht mijzelf in staat, mocht dit nodig zijn,

deel te nemen aan een buurtsurveillance om

de buurt veilig te houden.

1 2 3 4 5

Als ik dat zou willen, weet ik op welke manier

ik in contact kan komen met bewoners van het

AZC.

1 2 3 4 5

Wanneer ik klachten of opmerkingen heb,

weet ik hoe ik ervoor kan zorgen dat deze op

de juiste plek terecht komen

1 2 3 4 5

Wanneer asielzoekers daartoe bereid zijn acht

ik mijzelf in staat hen te helpen met integreren 1 2 3 4 5

Ik acht mijzelf goed in staat aan te passen aan

mijn nieuwe woonsituatie die ontstaan is door

de komst van het AZC.

1 2 3 4 5

Sterk mee

oneens

Oneens

Niet eens of

oneens

Eens

Sterk mee

eens

Door met asielzoekers in contact te komen

zullen wij elkaar beter begrijpen. 1 2 3 4 5

Wanneer ik formele klachten plaats zullen deze

adequaat worden behandeld en verwerkt 1 2 3 4 5

Door het begeleiden van asielzoekers help ik

hen sneller te integreren in onze samenleving. 1 2 3 4 5

Page 44: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

7. In welke buurt woont u? (omcirkelen wat van toepassing is) Voskamp / Dolphia / De Eekmaat / De Esmarke / Glanerbrug

8. Hoe lang woont u in Enschede? ________ jaar

9. Hoe lang woont u in uw huidige buurt? ________ jaar

10. Is uw huis een huur- of een koophuis (omcirkelen wat van toepassing is) HUUR / KOOP

11. De volgende stellingen gaan over de buurt waarin u woont. In hoeverre bent u het met de volgende

stellingen eens/oneens:

Buurtsurveillance zal bijdragen aan een veiliger

gevoel op straat. 1 2 3 4 5

Het heeft geen zin om je ertoe te zetten je

actief aan te passen aan de nieuwe

woonsituatie die ontstaat door de komst van

het AZC

1 2 3 4 5

Sterk mee

oneens

Oneens

Niet eens of

oneens

Eens

Sterk mee

eens

Ik voel me thuis in deze buurt. 1 2 3 4 5

Mijn buren zullen me helpen als dat nodig is. 1 2 3 4 5

Ik wil hier altijd blijven wonen. 1 2 3 4 5

Ik voel mij verbonden met mensen in mijn

buurt 1 2 3 4 5

Ik heb vrienden in de buurt die ik regelmatig

zie. 1 2 3 4 5

Page 45: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

12. Er zijn verschillende manieren om je in te zetten voor de buurt. Kunt u bij onderstaande stellingen aangeven

in hoeverre deze op u van toepassing zijn?

Nooit Zelden

Soms Regelmatig

Vaak

Ik heb met anderen samengewerkt om de leefbaarheid van onze buurt te

verbeteren 1 2 3 4 5

We hebben ons als buurt georganiseerd om de veiligheid te vergroten

(bijvoorbeeld whatsapp groepje) 1 2 3 4 5

Ik neem deel aan buurtactiviteiten zoals een buurtbarbecue of braderie 1 2 3 4 5

Ik woon openbare bijeenkomsten bij als het buurtkwesties betreft 1 2 3 4 5

Ik ben betrokken bij vrijwillige activiteiten ten behoeve van de

verbetering van de woonomgeving (zoals buurtcomité,

huurdersvereniging of buurtpreventie)

1 2 3 4 5

13. Buurten verschillen in de mate waarin bewoners in staat zijn om eventuele problemen gezamenlijk op te

lossen. Kunt u voor uw buurt aangeven in hoeverre u het eens/oneens bent met de volgende stellingen?

Sterk mee

oneens

Oneens

Niet eens of

oneens

Eens

Sterk mee

eens

We zijn als buurt in staat om besluiten te nemen, ook al

verschillen de meningen. 1 2 3 4 5

We kunnen als buurt de leefbaarheid van de buurt

verbeteren, ook al zijn de middelen schaars. 1 2 3 4 5

In moeilijke situaties zijn we als buurt in staat om samen te

werken aan een oplossing. 1 2 3 4 5

Mensen in de buurt zijn bereid inspanningen te leveren

om de buurt te verbeteren. 1 2 3 4 5

Over het algemeen proberen wij als buurt eerst zelf onze

problemen op te lossen. 1 2 3 4 5

Page 46: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

14. Bij de komst van een AZC spelen meerdere partijen een rol voor bijvoorbeeld een juiste

informatievoorziening. Kunt u aangeven in welke mate u het eens/oneens bent met de volgende stellingen?

15. Mensen kunnen ook indirect invloed uitoefenen op wat er in hun buurt gebeurt. Kunt u aangeven in welke

mate u het eens/oneens bent met de volgende stellingen?

Sterk mee

oneens

Oneens

Niet eens of

oneens

Eens

Sterk

mee eens

Ik vertrouw erop dat de gemeente rekening houdt met de

behoeften van buurtbewoners. 1 2 3 4 5

Ik vertrouw erop dat lokale media (krant, tv, radio) duidelijk en

volledig bericht over kwesties rond AZC Esmarkerveld. 1 2 3 4 5

Ik vertrouw erop dat de gemeente voldoende maatregelen

treft om de veiligheid van omwonenden te garanderen. 1 2 3 4 5

Ik vertrouw erop dat de gemeente Enschede mij tijdig

informeert over nieuwe ontwikkelingen omtrent AZC

Esmarkerveld.

1 2 3 4 5

Sterk mee

oneens Oneens

Niet eens of

oneens

Eens

Sterk

mee

eens

Stemmen bij lokale verkiezingen heeft invloed op wat voor

beslissingen de gemeenteraad maakt. 1 2 3 4 5

Stemmen bij lokale verkiezingen helpt bij het oplossen van

ervaren lokale problemen. 1 2 3 4 5

Ik heb het gevoel dat ik invloed kan uitoefenen op wat er

gebeurt in mijn buurt. 1 2 3 4 5

Deelname aan buurtactiviteiten heeft positieve uitkomsten

(voor mij). 1 2 3 4 5

Ik heb het gevoel dat ik een actieve rol speel bij het verhogen

van de leefbaarheid van mijn buurt. 1 2 3 4 5

Page 47: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

16. Er zijn verschillende mogelijkheden om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen die zich voordoen

omtrent het AZC Esmarkerveld. Een van de manieren is om te lezen over deze ontwikkelingen. In hoeverre

maakt u gebruik van de volgende informatie kanalen?

17. Een tweede manier om op de hoogte te blijven van eventuele veranderingen in ontwikkelingen omtrent het

AZC is door actief informatie te zoeken. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?

Ik heb een uitgesproken mening over de manier waarop dingen

worden gedaan door gekozen lokale vertegenwoordigers. 1 2 3 4 5

Ik geloof dat gekozen lokale vertegenwoordigers mijn mening

serieus nemen. 1 2 3 4 5

Ik denk dat gekozen lokale vertegenwoordigers zich inzetten

voor de buurt en het welzijn van haar inwoners. 1 2 3 4 5

Totaal

niet

Amper

Een

beetje

Veel

Zeer

veel

Ik bezoek de website van de gemeente Enschede om over actuele

ontwikkelingen te lezen 1 2 3 4 5

Ik lees de huis-aan-huis bladen die in de buurt verspreid worden 1 2 3 4 5

Ik houd het lokale nieuws via landelijke bladen in de gaten 1 2 3 4 5

Totaal

niet

Amper

Een

beetje

Veel

Zeer

veel

Ik praat met medebuurtbewoners over het onderwerp 1 2 3 4 5

Ik zorg dat ik aanwezig ben bij bijeenkomsten die gaan over het

onderwerp 1 2 3 4 5

Ik neem zelf initiatief omtrent het onderwerp door zelf door middel van

bepaalde acties initiatief te tonen 1 2 3 4 5

Page 48: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

18. De volgende dingen kunnen gedaan worden in anticipatie op de komst van het AZC Esmarkerveld. Kunt u

voor elk van de activiteiten aangeven of u het gedaan heeft/ van plan bent te gaan doen in de nabije

toekomst of niet gaat doen?

Zeer

onwaarschijnlijk

Tamelijk

onwaarschijnlijk

Neutraal

Tamelijk

waarschijnlijk

Zeer

waarschijnlijk

Afspraken met de buurt maken

over hoe we omgaan met kwesties

rond AZC.

1 2 3 4 5

Bedenken wat u kunt doen in het

geval situaties ontstaan door het

AZC Esmarkerveld die voor u

onacceptabel zijn.

1 2 3 4 5

Een plan opstellen hoe u de

vluchtelingen zou kunnen helpen

integreren binnen de samenleving.

1 2 3 4 5

Contact zoeken met asielzoekers. 1 2 3 4 5

Aansluiten bij organisaties als

Rode Kruis of Vluchtelingenwerk. 1 2 3 4 5

Informatie zoeken over de

achtergrond van asielzoekers. 1 2 3 4 5

Bedenken hoe u uw stem kunt

laten horen omtrent uw mening

en eventuele gevolgen die de

komst van het AZC met zich mee

brengt.

1 2 3 4 5

Boeken of kleding doneren aan

vluchtelingen 1 2 3 4 5

Een buddysysteem opstellen

waarbij u aan een vluchteling

gekoppeld zou worden en hier

activiteiten mee onderneemt.

1 2 3 4 5

Een dienst op u nemen binnen de

vrijwillige buurtwacht. 1 2 3 4 5

Page 49: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Wat is uw leeftijd? ______jaar

Wat is uw geslacht?

Man

Vrouw

Heeft u kinderen?

Ja

Nee

Indien ja, wat is de leeftijd van uw jongste kind? ______jaar

Wat is het bruto jaarinkomen van uw huishouden?

< € 20.000

€ 20.000 – 29.000

€ 30.000 – 39.000 € 40.000 – 49.000

€ 50.000 – 59.000

> € 60.000 Wat is uw hoogst voltooide opleiding?

Geen

Lagere school, incl. speciaal onderwijs (bijv. LOM, BLO)

LBO (LTS, LEAO, LHNO, huishoudschool, ambachtsschool) VMBO, basis-, kader-, gemengde leerweg

VMBO, theoretische leerweg of MAVO (ULO, MULO, IVO, IVKO, middenschool)

HAVO MBO (MEAO, MSPO, MTS, BOL, BBL) VWO (atheneum, gymnasium, HBS, MSVM, MMS) HBO (HTS, HEAO, MO-A, Pedagogische Academie) Universitaire opleiding (doctoraalexamen, bachelor, master) Andere opleiding in het buitenland Anders, namelijk: __________________________________________________________

Page 50: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Bijlage B: Correlatietabellen

Tabel 1. Correlatie Voskamp

Variabelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

1. Acceptatie -

2. Gedragsintentie .386** -

3. Affect .812** .230* -

4. Risicoperceptie -.792** -.233* -.828** -

5. Self-efficacy .770** .516** .703** -.722** -

6. Outcome expect. .658** .455** .556** -.663** .690** -

7. Sense of Community .002 .066 -.099 .142 -.015 -.098 -

8. Community Participation -.184 .209 -.214* .412** -.159 -.209 .358** -

9. Collective Efficacy -.140 .156 -.297** .341** -.150 -.037 .420** .473** -

10. Trust .546** .203 .534** -.544** .501** .501** -.079 -.324** .104 -

11. Empowerment .581** .423** .556** -.544** .586** .626** -.036 -.047 .085 .522** -

12. Inkomsten .233* .173 .124 -.261* .365** .321* .293* -.182 .131 .126 .220

13. Opleiding .328** .196 .218 -.165 .207 .208 -.027 -.069 -.133 -.012 .131

14. Sekse .016 .262* .023 -.106 .066 .162 -.050 .006 .021 -.012 .151

15. Leeftijd .147 .084 .182 -.093 .096 .072 .234* .152 .034 .023 .129

16. Kinderen .149 .049 .344** -.280* .114 .117 .104 .058 .091 .185 .208

17. Jongste Kind .119 .026 .301** -.258* .123 .109 .086 .003 .032 .132 .154

18. Jaren Enschede .008 -.046 -.131 .071 .052 .078 .180 .053 .066 .037 -.057

19. Jaren Buurt .026 .030 -.079 .003 .047 .006 .277** .049 .133 .041 -.093

20. Typehuis .070 .234* -.129 -.038 .153 .125 .103 .063 .002 -.012 -.004

Page 51: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Tabel 1. Correlaties Voskamp

Vervolg

Variabelen 12 13 14 15 16 17 18 19 20

12. Inkomsten -

13. Opleiding .428** -

14. Sekse .041 -.001 -

15. Jongste Kind -.047 -.186 -.090 -

16. Kinderen -.178 -.074 .131 .668** -

17. Jongste Kind -.122 -.105 .181 .692** .921** -

18. Jaren Enschede -.082 -.042 .000 .259* .156 .211 -

19. Jaren Buurt .045 -.145 .072 .415** .278* .414** .535** -

20. Typehuis .380** -.027 .075 .065 -.180 -.168 .171 .411** -

Noot. * p < .05, ** p < .01

Page 52: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Tabel 2. Correlaties Dolphia

Dolphia 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

1. Acceptatie -

2. Gedragsintentie .392** -

3. Affect .756** .301* -

4. Risicoperceptie -.766** -.347** -.747** -

5. Self-efficacy .545** .515** .471** -.502** -

6. Outcome expect. .525** .637** .502** -.563** .643** -

7. Sense of Community -.336** -.189 -.363** .210 -.456** -.315** -

8. Community Participation -.397** -.030 -.281* .297* -.273* -.225 .346** -

9. Collective Efficacy -.322** -.002 -.221 .347** -.170 -.150 .371** .490** -

10. Trust .381** .380** .360** -.398** .418** .459** -.219 -.041 -.008 -

11. Empowerment .050 .216 .082 -.190 .208 .252* .061 .268* .271* .429** -

12. Inkomsten .187 .084 .132 -.263 .210 .077 -.176 .074 -.102 -.065 .110

13. Opleiding .057 .294* .030 -.070 .089 .251* -.058 .015 .187 -.025 .040

14. Sekse -.106 -.031 -.171 .057 -.054 -.013 -.061 -.038 .018 .093 -.012

15. Leeftijd .214 -.054 .244* -.193 -.022 .048 .134 -.053 -.119 .217 .037

16. Kinderen .207 -.143 .340* -.212 -.152 -.083 .129 -.065 -.129 .198 -.039

17. Jongste Kind .164 -.098 .314* -.191 -.186 -.027 .141 -.068 -.087 .212 .027

18. Jaren Enschede -.180 -.168 -.090 .085 -.149 -.153 .132 -.036 -.083 -.105 -.153

19. Jaren Buurt -.131 .028 -.108 .023 -.161 -.183 .233 .197 -.092 -.061 .162

20. Typehuis .208 .121 .164 -.332** .174 .219 -.184 -.140 -.144 -.180 .013

Page 53: Acceptance of and preparation for a refugee centre · 2016. 6. 30. · Charlotte S. Zweers Masterthesis Faculty of Behavioral sciences Psychology of Conflict Risk and Safety University

Tabel 2. Correltaties Dolphia

Vervolg

Variabelen 12 13 14 15 16 17 18 19 20

12. Inkomsten -

13. Opleiding .358** -

14. Sekse -.078 -.122 -

15. Jongste Kind -.224 -.361** -.048 -

16. Kinderen -.142 -.371** -.100 .745** -

17. Jongste Kind -.168 -.308* -.104 .790** .923** -

18. Jaren Enschede -.063 -.306* .268* .165 .331** .217 -

19. Jaren Buurt .171 -.246* -.010 .438** .425** .381** .484** -

20. Typehuis .663** .236 -.105 .070 .066 .090 .033 .233 -

Noot. * p < .05, ** p < .01