1/11/2021 1 D IKARYA: Ascomycota en Basidiomycota Zakjeszwammen en Steeltjeszwammen ZYGOMYCOTA DIKARYA EUMYCOTA = SUCCESVOL Aantal beschreven soorten stijgt exponentieel WAARAAN HEBBEN ZE DAT SUCCES TE DANKEN? 1. Aquatisch → terrestrisch (geen zoösporen meer) 2. Aanpassingen aan heterotrofie 3. Chitineuze wand 4. Sporen: VEEL en SNEL (verbreiding door wind, water, dieren) Divisio ASCOMYCOTA: 64000 spp. Divisio BASIDIOMYCOTA: 32000 spp. ZYGOMYCOTA DIKARYA WAT HEBBEN BASIDIOMYCOTA EN ASCOMYCOTA MET ELKAAR GEMEEN? - Smalle hyfen met veel septen en stevige chitinewanden - Verteren cellulose en lignine - Vormen vruchtlichamen ASCOCARP – BASIDIOCARP - Somatogamie - Dikaryon: plasmogamie en karyogamie gescheiden - Meiosporen komen vrij door turgordruk - Conidiaal anamorf bij veel soorten
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
1/11/2021
1
DIKARYA: Ascomycota en BasidiomycotaZakjeszwammen en Steeltjeszwammen
ZYGOMYCOTA
DIKARYA
EUMYCOTA = SUCCESVOL
Aantal beschreven soorten stijgt exponentieel
WAARAAN HEBBEN ZE DAT SUCCES TE DANKEN?
1. Aquatisch → terrestrisch (geen zoösporen meer)2. Aanpassingen aan heterotrofie3. Chitineuze wand4. Sporen: VEEL en SNEL (verbreiding door wind, water,
dieren)
Divisio ASCOMYCOTA: 64000 spp.
Divisio BASIDIOMYCOTA: 32000 spp.
ZYGOMYCOTA
DIKARYA
WAT HEBBEN BASIDIOMYCOTA EN ASCOMYCOTA MET ELKAAR GEMEEN?
- Smalle hyfen met veel septen en stevige chitinewanden- Verteren cellulose en lignine- Vormen vruchtlichamen ASCOCARP – BASIDIOCARP- Somatogamie- Dikaryon: plasmogamie en karyogamie gescheiden- Meiosporen komen vrij door turgordruk- Conidiaal anamorf bij veel soorten
1/11/2021
2
ZYGOMYCOTA
DIKARYA
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN?
1. Meiosporokyst!
ASCUS met 8 endosporen
BASIDIUM met 4 basidiosporen
ZYGOMYCOTA
DIKARYA
2. Eenvoudige porie in septum bij Ascomycotavs. doliporie in septum bij Basidiomycota
ZYGOMYCOTA
DIKARYA
• VARIATIE BIJ SEPTAL PORES IN BASIDIOMYCOTA
•a, b Simple pores of Cyrenella elegans (a) and Septobasidium carestianum (b) with lack of membrane caps and parenthesomes, representative for the Pucciniomycotina
• c, d Simple pores with membrane caps (arrowheads) of Exobasidium pachysporum (c) and Urocystis ranunculi (d, magnification as in c), representative for the Ustilaginomycotina(Ustilaginomycetes)
• e, f Dolipore with imperforate parenthesomes(arrowheads) of Dacrymyces stillatus (e) and dolipore with perforate parenthesomes(arrowheads) of Schizophyllum commune (f), representative for the Agaricomycotina