1 Casus 1: Kimberley Opleiding: Kapper (niveau 3) Beperking: ADHD / ADD Omschrijving problematiek: Kimberley wil het diploma Kapper (niveau 3) halen. Vanwege haar beperking is zij niet in staat om handmatige handelingen te verrichten terwijl ze een gesprek voert. Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): Een proeve van bekwaamheid waarbij de kandidaat tijdens het uitvoeren van de handmatige handelingen een gesprek voert met de klant. Aangepaste aanpak van het examen: Handmatige handelingen en het voeren van een gesprek worden op verschillende momenten geëxamineerd. Toelichting Het lijkt logisch om handmatige handelingen en het voeren van een gesprek met de klant geïntegreerd te examineren. Uit analyse van de werkprocessen blijkt echter niet dat de onderdelen persé geïntegreerd moeten worden. Op basis daarvan kiest de school ervoor om het uitvoeren van de handmatige handelingen apart te examineren van het voeren van een gesprek met de klant. Dit blijft een reële werksituatie: er zijn tegenwoordig kappers die zich onderscheiden van anderen door weinig te praten tijdens de behandeling. Vooraf worden de wensen geïnventariseerd. Tijdens de behandeling kijkt de klant naar een video of leest. Aanpassing: Elementen worden apart van elkaar geëxamineerd in plaats van geïntegreerd Reflectie toetsexpert (inspectie): Het apart examineren van verschillende elementen is een valide aanpassing die recht doet aan de kandidaat en de eisen uit het kwalificatiedossier
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
1
Casus 1: Kimberley
Opleiding: Kapper (niveau 3)
Beperking: ADHD / ADD
Omschrijving problematiek: Kimberley wil het diploma Kapper (niveau 3) halen. Vanwege haar beperking is zij niet in staat om
handmatige handelingen te verrichten terwijl ze een gesprek voert.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): Een proeve van bekwaamheid waarbij de kandidaat tijdens het uitvoeren van de handmatige
handelingen een gesprek voert met de klant.
Aangepaste aanpak van het examen: Handmatige handelingen en het voeren van een gesprek worden op verschillende momenten
geëxamineerd.
Toelichting Het lijkt logisch om handmatige handelingen en het voeren van een gesprek met de klant
geïntegreerd te examineren. Uit analyse van de werkprocessen blijkt echter niet dat de
onderdelen persé geïntegreerd moeten worden. Op basis daarvan kiest de school ervoor om het
uitvoeren van de handmatige handelingen apart te examineren van het voeren van een gesprek
met de klant.
Dit blijft een reële werksituatie: er zijn tegenwoordig kappers die zich onderscheiden van anderen
door weinig te praten tijdens de behandeling. Vooraf worden de wensen geïnventariseerd. Tijdens
de behandeling kijkt de klant naar een video of leest.
Aanpassing: Elementen worden apart van elkaar geëxamineerd in plaats van geïntegreerd
Reflectie toetsexpert (inspectie): Het apart examineren van verschillende elementen is een valide aanpassing die recht doet aan de
kandidaat en de eisen uit het kwalificatiedossier
2
Casus 2: Mark
Opleiding: Opleiding tot brood- en banketbakker (niv.2)
Beperking: Stoornis in het autistisch spectrum
Omschrijving problematiek:
Mark wil brood- en banketbakker worden. Door zijn stoornis heeft Mark moeite met plannen.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): Een proeve van bekwaamheid waarbij de kandidaat in een bedrijf (niet het eigen BPV-bedrijf) een
bestelling van brood- of banketproducten binnen een bepaalde periode moet afleveren. De proeve
start met het maken van een planning van de werktijden, voorraden, apparaten.
Aangepaste aanpak van het examen:
Mark voert de proeve van bekwaamheid uit in een voor hem bekende setting, namelijk het bedrijf
waar hij BPV-stage heeft gelopen. Het gaat om een bedrijf waar elke dag dezelfde bestelling wordt
verwerkt. Mark werkt met een planhulpmiddel: een bord met symbolen en uitwisbare stift. In deze
setting en met dit hulpmiddel is Mark in staat de werktijden, voorraden en apparaten te plannen.
Toelichten / reflectie De school heeft voorkeur voor een examensetting waarin de kandidaten in een ‘nieuwe’ situatie
laten zien wat zij kunnen. Dit is echter geen eis. Mark kan in de vertrouwde setting met een
hulpmiddel laten zien dat hij de werkprocessen beheerst.
Aanpassingen: - Hulpmiddel bij het plannen (bord)
- Examen in een vertrouwde setting
Reflectie toetstexpert (inspectie): Het inzetten van hulpmiddelen en het examineren in een vertrouwde omgeving zijn prima
aanpassingen die tegemoet komen aan de mogelijkheden van de kandidaat; de omgeving is voor
hem herkenbaar, maar heeft nog steeds de functie van een examensetting.
3
Casus 3: Zeliha
Opleiding: Opleiding Helpende Zorg en Welzijn (niv 2)
Beperking: Doof
Omschrijving problematiek: Zeliha wil een diploma halen voor de opleiding Zorg en Welzijn (niv.2). Ze wil gaan werken op een
kinderdagverblijf voor dove en slechthorende kinderen.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): Een proeve van bekwaamheid waarbij de kandidaat verschillende werkprocessen
(zoalsondersteunen bij dagelijkse zorg, ondersteunen bij sociale activiteiten, evalueren van
werkzaamheden) uitvoert in de praktijk.
Aangepaste aanpak van het examen: Zeliha doet dezelfde proeve van bekwaamheid als de andere kandidaten. Zij voert deze proeve uit
op een kinderdagverblijf voor dove en slechthorende kinderen.
Toelichting In het KD van de opleiding Helpende Zorg&Welzijn komen veel elementen voor met betrekking tot
sociale interactie (toelichten, hulpvraag inventariseren, feedback geven). Zeliha kan in een
werkomgeving waar mensen net als zij gebarentaal beheersen, laten zien dat zij deze elementen
beheerst.
Aanpassing: - Examen in een specifieke setting (kinderdagverblijf voor dove en slechthorende kinderen)
Reflectie toetsexpert (inspectie): Hoewel het aanbod van geschikte kinderdagverblijven gering is, zijn er mogelijkheden voor deze
kandidaat en is het zaak om deze mogelijkheden in ieder geval te bestuderen. Het feit dat er
sprake is van non-verbale communicatie i.p.v. verbale doet niets af aan de eisen uit het
kwalificatiedossier; de wijze van examineren biedt voldoende dekking en is daarmee valide.
4
Casus 4: John
Opleiding: Medewerker ICT-beheer (niveau 3)
Beperking: Ziekte van Marfan
Omschrijving problematiek: John heeft de ziekte van Marfan. Hij heeft problemen met zijn hart en ernstige
vermoeidheidsklachten. Hij kan hooguit drie uur per dag werken.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): De opleiding bevat drie kerntaken. De kandidaten leggen per kerntaak een proeve van
bekwaamheid af, die een halve dag duurt. De proeven van bekwaamheid worden binnen een
tijdsbestek van een week afgelegd.
Aangepaste aanpak van het examen: John doet een proeve van bekwaamheid per werkproces in plaats van een proeve van
bekwaamheid per kerntaak. Deze proeven duren maximaal 3 uur per dag. Vanwege zijn
vermoeidheidsklachten worden deze proeven van bekwaamheid afgelegd binnen een tijdsbestek
van 3 maanden.
Toelichting De school vindt het belangrijk om te zien dat kandidaten een gehele kerntaak beheersen. Dit is
voor John echter niet haalbaar omdat hij dan langer dan drie uur aan het werk moet zijn. De
school kiest ervoor om op het niveau van de werkprocessen te beoordelen.
Het ‘uitsmeren’ van de opdrachten over een langere periode dan gebruikelijk heeft geen
consequenties voor de betrouwbaarheid of inhoudelijke dekking van het examen. Wel op de duur
van de examenperiode, wat mogelijk betekent dat de student langer over zijn opleiding doet.
Aanpassing: - Examinering op het niveau van werkprocessen in plaats van kerntaken
- Examinering ‘uitgesmeerd’ over een langere periode
Reflectie onderwijsexpert (inspectie) : Het examineren op het niveau van de werkprocessen doet afbreuk aan de uitgangspunten van
geïntegreerd beoordelen, waardoor de validiteit van het examen discutabel wordt.
Los van het examen is het bij deze casus essentieel dat er tijdens de intake voldoende stilgestaan
wordt bij het beroepsbeeld van deze kandidaat bij deze opleiding op niveau 3. Door de ziekte die
deze kandidaat heeft is het de vraag of hij überhaupt in staat is om een dergelijke functie uit te
oefenen. Doordat deze jongen slechts 3 uur per dag kan werken is het de vraag welke baan in de
ict hiervoor geschikt is. Wellicht zijn de beperkingen van deze ziekte dusdanig dat deze jongen
beter tot zijn recht komt als hij op een sociale werkplaats terechtkomt.
5
Casus 5: Christiaan
Opleiding: Dakdekker pannen/leien (niv.2)
Beperking: Antisociale gedragsstoornis
Omschrijving problematiek: Christiaan wil het diploma Dakdekker halen. Hij is zeer wantrouwig naar anderen en kan moeilijk
omgaan met kritiek.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): De kandidaten voeren een praktijkopdracht uit terwijl ze geobserveerd (en daarna beoordeeld)
worden door twee voor hem onbekende beoordelaars.
Aangepaste aanpak van het examen: Christiaan voert een praktijkopdracht uit terwijl hij geobserveerd wordt door een beoordelaar die
hij van school kent, en een externe beoordelaar met wie hij twee maal een gesprek heeft gehad
ter kennismaking.
Toelichting Christiaan heeft moeite met de aanwezigheid van onbekenden terwijl hij zijn examen aflegt.
Daarom is één van de beoordelaars een bekende docent van school. De onafhankelijkheid van de
beoordeling wordt vergroot doordat er tevens een externe beoordelaar beoordeelt. Deze externe
beoordelaar moet echter wel eerst het vertrouwen van Christiaan winnen omdat Christiaan zich
anders dusdanig ongemakkelijk voelt dat hij niet kan laten zien wat hij kan.
Aanpassing: - Beoordelaar die bekend is met de problematiek van de kandidaat en een goede relatie met
hem heeft
- Kennismakingsgesprekken met de externe beoordelaar
Reflectie toetsexpert (inspectie): De voorgestelde aanpassing is zeker geschikt om tegemoet te komen aan de beperking van deze
student.
Het is echter de vraag of deze jongen geschikt is om in de ‘ruwe’ cultuur van de bouwwereld te
werken, gezien zijn wantrouwige gedrag en problemen met het krijgen van kritiek. Dit zal tijdens
de intake al besproken moeten worden met deze student, zodat het beroepsbeeld bij start van de
opleiding helder is. Een suggestie voor deze student is dat hij in een klein bouwbedrijf gaat
werken. Hier zou ook tijdens de opleiding, bij het vinden van een BPV-plaats en bij de
examinering, al rekening mee gehouden kunnen worden.
6
Casus 6: Kevin
Opleiding: Bedrijfsautotechnicus (niveau 2)
Beperking: Een ernstige spraak- en taalmoeilijkheid (ESM)
Omschrijving problematiek: Kevin heeft verschillende beperkingen, waaronder ESM. Dat uit zich bijvoorbeeld doordat hij
weinig spreekt en onduidelijk spreekt. Hij kan zinnen moeilijk onthouden: als een zin te lang duurt
is hij halverwege de zin, het eerste gedeelte van de zin alweer vergeten.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): De kandidaten voeren een proeve van bekwaamheid uit, waarbij tijdens of na afloop van de
uitvoering vragen gesteld mogen worden door de beoordelaar, bijvoorbeeld over de onderdelen-
en werking van de motor.
Aangepaste aanpak van het examen: Kevin krijgt meer tijd beschikbaar voor het beantwoorden van de vragen en het gesprek wordt
uitgevoerd door een beoordelaar die bekend is met de problematiek van Kevin en al vaker met
hem gewerkt heeft. Er worden korte vragen gesteld.
Toelichting Door meer tijd te nemen voor het gesprek is er geen sprake van tijdsdruk, want dit kan het
beantwoorden bemoeilijken. Door het gesprek uit te laten voeren door een beoordelaar die Kevin
kent en bekend is met zijn problematiek zullen zij elkaar al beter verstaan en staat vooral de
inhoud van de antwoorden centraal en niet de uitspraak van Kevin.
Aanpassing: - Beoordelaar die bekend is met Kevin en zijn problematiek voert het gesprek.
- Verlenging van de examenduur
Reflectie toetsexpert (inspectie): Het gesprek is een aanvullend beoordelingsinstrument waarbij niet de mondelinge vaardigheden
van de student worden beoordeeld, maar specifieke vakkennis. Door het gesprek op deze manier
in te richten kom je tegemoet aan de mogelijkheden van Kevin, zonder daarbij af te doen aan de
Beperking: Lichamelijke handicap (verlamming van de benen)
Omschrijving problematiek: Valerie zit in een rolstoel omdat haar benen verlamd zijn door een dwarslaesie.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): Verschillende proeven van bekwaamheid waarbij de kandidaten geobserveerd worden. De laatste
proeve bestaat uit het organiseren, uitvoeren en begeleiden van een recreatieve activiteit. Op de
school van Valerie wordt veel aandacht besteed aan sport; daarom gaat het tijdens het examen
om een sport- en spelactiviteit.
Aangepaste aanpak van het examen: De activiteit die Valerie organiseert, uitvoert en begeleidt, betreft geen sport- en spelactiviteit,
maar een muzikale of creatieve activiteit.
Toelichting: Zonder afbreuk te doen aan het niveau van het examen en de inhoud van de werkprocessen, kan
Valerie op een andere manier dan haar studiegenoten aantonen dat zij de werkprocessen
beheerst.
Reflectie toetsexpert (inspectie): Dit is een prima aanpassing omdat de context verandert, maar niet de inhoud van het examen.
Valerie moet nog steeds aan dezelfde eisen voldoen, maar voert haar examen uit in een andere
context. Het is hierbij wel belangrijk dat deze context ook tijdens de opleiding aan de orde is
geweest en het niet een geheel nieuwe context betreft.
9
Casus 9: Evelien
Opleiding: Sport –en Beweegleider (niveau 3)
Beperking: Ziekte van Graves
Omschrijving problematiek algemeen: Evelien heeft een schildklierziekte (ziekte van Graves). Dit beperkt haar in haar fysieke
smogelijkheden. Haar hulpvraag richt zich vooral op begeleiding bij– en aanpassing van de
uitvoering van vaardigheidstesten Atletiek, TKF (trainingskundige vaardigheden) en het parcours
Basisvormen Bewegen.
Omschrijving problematiek specifiek: 1. Evelien heeft een schildklierziekte. Hiervoor gebruikt zij medicijnen en is zij behandeld met
een serie bestralingen. Evelien heeft een hoge hartslagfrequentie in rust, waardoor intensieve
fysieke belasting niet mogelijk is (bron: medisch dossier internist).
2. Door haar beperkte fysieke mogelijkheden kan Evelien niet deelnemen aan een parcours
Basisvormen Bewegen en de afsluitende atletiekonderdelen 100m sprint, 1500 meter en
coopertest. Daarnaast is niet mogelijk om t.b.v. TKF de 8 ½ km-loop uit te voeren.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): In het kwalificatiedossier Sport- en Beweegleider 3 zijn drie kerntaken opgenomen. De kandidaten
dienen per kerntaak een proeve van bekwaamheid af te leggen (assessmentdossier + gesprek).
Ten behoeve van kerntaak 1 (sport- en beweegactiviteiten aanbieden) dienen de kandidaten te
voldoen aan sportvaardigheidseisen (volgens de CIOS-normering).
Aangepaste aanpak van proeve van bekwaamheid eigen vaardigheid: Evelien heeft zich samen met een in aangepast sporten gespecialiseerde CIOS-docent ingezet
voor het ontwikkelen van alternatieve vaardigheidstesten, waarbij rekening wordt gehouden met
haar fysieke beperkingen. De keuze hierbij is gevallen op de uitvoering van twee
vaardigheidstesten op het gebied van de wandelsport, afgestemd op de fysieke mogelijkheden van
Evelien.
Toelichting: De opleiding vindt het belangrijk om te zien dat Evelien binnen de gestelde werkprocessen en
competenties van kerntaak 1 inzicht heeft in haar eigen vermogen tot het leveren van een
duurprestatie, hiervoor een op haar mogelijkheden afgestemd trainingsschema kan opstellen en
deze duurprestatie ook daadwerkelijk kan uitvoeren binnen de daarvoor gestelde normering.
Reflectie toetsexpert (inspectie): De aangepaste vaardigheidstesten zijn een prima aanpassing/alternatief omdat het volledig recht
doet aan de binnen de gestelde werkprocessen van kerntaak 1 te ontwikkelen
beroepscompetenties (o.a. analyseren, onderzoeken, vakdeskundigheid toepassen, presteren) met
de daarbij behorende prestatie-indicatoren. De toegepaste normering van de wandelsporttesten is
valide binnen de wandelsport en geeft een vergelijkbaar vaardigheidsniveau met betrekking tot de
CIOS-normering.
10
Casus 10: Rik
Opleiding: Deeltijd , Sport– en Beweegleider (niveau 3)
Beperking: Dwarslaesie
Omschrijving problematiek: Rik heeft ten gevolge van een motorongeluk een lage dwarslaesie opgelopen. Deze beperking
maakt Rik rolstoelgebonden.
Voor Rik is het als rolstoelgebonden student niet mogelijk om wat betreft de vaardigheidseisen te
voldoen aan de gestelde CIOS-normering. In overleg met de diverse sportdocenten is afgesproken
dat afgeleid van de gestelde normering de vaardigheidstesten worden ’aangepast’.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): In het kwalificatiedossier Sport- en Beweegleider 3, zijn drie kerntaken opgenomen. De
kandidaten dienen per kerntaak een proeve van bekwaamheid af te leggen (assessmentdossier +
gesprek).
Ten behoeve van kerntaak 1 (sport- en beweegactiviteiten aanbieden) dienen de kandidaten te
voldoen aan gestelde sportvaardigheidseisen (volgens de CIOS-normering).
Aangepaste aanpak van proeve van bekwaamheid eigen vaardigheid: Rik heeft zich, samen met een in aangepast sporten gespecialiseerde CIOS-docent en een externe
bewegingsagoog, ingezet voor het ontwikkelen en aanpassen van de vaardigheidstesten voor
rolstoelgebonden studenten (Sportspelen, TKF en Presteren). Deze aangepaste testen zijn
De vaardigheidstesten betreffende de sportspelen (basketbal, handbal, volleybal, badminton)
worden uitgevoerd vanuit de rolstoel. Specifieke uitvoeringsmogelijkheden
worden in overleg met de docent aangepast.
2e Vaardigheidstesten TKF en Presteren
De vaardigheidstesten TKF en Presteren worden vervangen door de nieuw ontwikkelde test
Rolstoelvaardigheid en de shuttle run test voor rolstoelgebruikers (rolstoel -runtest). De binnen
het vaardigheidsexamen gevraagde KCLUS-
testcomponenten zijn in deze test vertaald naar de rolstoelgebruiker.
3e Deelname keuzevak Sportleider Aangepast Sporten
Richard heeft het keuzevak Sportleider Aangepast Sporten gevolgd. Op deze wijze leert hij hoe
valide sporten aan te passen aan de diverse groepen mensen met een beperking.
Zijn proeve van bekwaamheid les- en leidinggeven (kerntaak 1, SB-activiteiten aanbieden,
werkproces 1 t/m 5), bestaande uit het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van sport- en
bewegingsactiviteiten en het begeleiden en beoordelen van deelnemers, heeft hij binnen de
setting van het keuzevak Sportleider Aangepast Sporten vanuit de rolstoel kunnen uitvoeren.
Toelichting: De vaardigheidstesten van deze opleiding kennen vijf overeenkomstige testcomponenten–:
11
kracht, coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen en snelheid (KCLUS). Doel is om de
genoemde testcomponenten terug te laten komen in de aangepaste testen rolstoelvaardigheid,
zonder daarbij afbreuk te doen aan het niveau van het vaardigheidsexamen.
Door deelname aan het keuzevak Sportleider Aangepast Sporten en het laten uitvoeren van zijn
proeve les en leidinggeven binnen de setting van het aangepast sporten, zijn voor Rik die wegen
bewandeld die uitzicht geven op een tewerkstelling binnen de sportrevalidatie. Voor het CIOS
heeft de ontwikkeling van de gevraagde aanpassingen van de diverse vaardigheidstesten meer
inzicht gegeven in de mogelijkheden van deelname van rolstoelgebruikers aan de CIOS-opleiding
Sport en Bewegen.
Reflectie toetstexpert (inspectie): De aangepaste vaardigheidstesten zijn een prima aanpassing/alternatief omdat het volledig recht
doet aan de gestelde toetscriteria van de vaardigheidsthema’s kracht, coördinatie, lenigheid,
uithoudingsvermogen en snelheid. Hierbij wordt geen afbreuk gedaan aan de gestelde
werkprocessen van kerntaak 1 en de daarbij te ontwikkelen beroepscompetenties. De toegepaste
aangepaste uitvoering is door de specifieke vakdocenten en de externe deskundige vooraf
gevalideerd en geeft een vergelijkbaar vaardigheidsniveau ten opzichte van de valide CIOS-
vaardigheidstesten.
12
Casus 11: Leo
Opleiding: Sport –en Beweegleider (niveau 3)
Beperking: Beperking onderbeen
Omschrijving problematiek: Leo heeft ten gevolge van een ernstig ongeval en een daaropvolgende ernstige botinfectie een
blijvende beperking aan zijn onderbeen opgelopen.
Sinds zijn ongeval is het voor Leo niet meer mogelijk om volgens de CIOS-normering, staande de
diverse sporten te beoefen. Leo is niet rolstoelgebonden maar heeft zich sinds zijn ongeval
bekwaamd in het zitvolleybal. Op dit moment maakt Leo deel uit van de nationale
zitvolleybalselectie. Het is voor Leo niet mogelijk om voor wat betreft de vaardigheidseisen te
voldoen aan de gestelde normering. In overleg met de diverse sportdocenten is afgesproken dat
afgeleid van de gestelde normering de vaardigheidstesten worden aangepast.
Aanpak van het reguliere examen (volgens het toetsplan): In het kwalificatiedossier sport -en beweegleider 3 zijn drie kerntaken opgenomen. De kandidaten
dienen per kerntaak een proeve van bekwaamheid af te leggen (assessmentdossier + gesprek). Ten
behoeve van kerntaak 1 (sport- en beweegactiviteiten aanbieden) dienen de kandidaten te voldoen
aan eigen vaardigheidseisen (volgens CIOS-normering).
Aangepaste aanpak van de proeve van bekwaamheid eigen vaardigheid: - Leo heeft zich, samen met een in ’aangepast sporten’ gespecialiseerde CIOS- docent,
ingezet voor het ontwikkelen en aanpassen van de vaardigheidstesten voor de sportspelen,
TKF en Presteren. Deze aangepaste testen zijn uitgevoerd en beoordeeld.
- Leo heeft aangegeven zijn proeve les- en leiding te willen uitvoeren binnen de setting van
het aangepast sporten, waar mogelijk het zitvolleybal.