-
In te rco mmun al e Lei eda l ▪ P resi den t Ke nn edypa r k 10
▪ BE-8 5 00 Ko r trij k ▪ tel + 32 56 24 1 6 16 ▪ www.l eied al.b e
▪ i nf o@l eied al.b e
SCREENINGSNOTA
sve/avo a u teu r
u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi e r
20150224-planmerscreening ZWE 26 02 Strategisch project Bekaert
-adviesvraag.docx
b estand
18 november 2015 D atu m
Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeente Zwevegem RUP
26-2 ‘strategisch project Bekaert’
Deze nota moet samen gelezen worden met de toelichtingsnota van
het schetsontwerp (juli 2015).
1 Initiatiefnemer
Gemeente Zwevegem Otegemstraat 100 8550 Zwevegem
2 Opdrachthouder
Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500
Kortrijk
3 Voorwerp
3.1 Het RUP is een plan
Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd
door het D.A.B.M.
3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied
Het RUP vormt het kader op basis waarvan stedenbouwkundige
vergunningen toegekend worden en valt dus onder het
toepassingsgebied van het D.A.B.M.
-
pag ina 2
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de
plan-MER-plicht want:
Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning
voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het
m.e.r.-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (zoals
gewijzigd op 1 maart 2013), namelijk voor de rubriek 10b
‘stadsontwikkeling’ en 10e ‘aanleg van wegenis’ van bijlage III.
Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal
niveau, met name 5 ha van de voormalige Bekaertsite in het centrum
van Zwevegem. Het RUP houdt ook een kleine wijziging in gezien de
hoofdcategorie ‘wonen, kantoren en diensten’ wordt behouden. Het
RUP is dus screeningsgerechtigd.
Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk
betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende
beoordeling vereist volgens het decreet van 21 oktober 1997
betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de
plan-MER-plicht, maar wel screeningsgerechtigd is, wordt voor
betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het plan
aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
4 Beschrijving en verduidelijking van het plan
4.1 Ligging
Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk Gemeente
Zwevegem Deelgemeenten Zwevegem Situeringskaart
-
pag ina 3
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
4.2 Feitelijke toestand
Het plangebied van dit RUP betreft de site van het bedrijf
Bekaert aansluitend bij het centrum van Zwevegem. Het bedrijf
Bekaert heeft afgelopen eeuw in belangrijke mate de ontwikkeling
van Zwevegem bepaald en blijft aanwezig binnen de gemeente
Zwevegem. Er is wel een verschuiving van de activiteiten binnen de
groep waardoor het bedrijf minder ruimte nodig heeft voor zijn
activiteiten. De oorspronkelijke site van Bekaert aansluitend bij
de bewoning kan nu herontwikkeld worden als stedelijk gebied. Het
totale plangebied, ongeveer 5 ha groot, is grotendeels in eigendom
van een projectontwikkelaar. Op basis van het RUP 26-1 werd de
bestemming reeds gewijzigd van milieubelastende industrie naar
wonen. De oude bedrijfsgebouwen werden gesloopt en momenteel zijn
de bodemsaneringswerken aan de gang om het terrein bouwrijp te
maken. Zie verder in het schetsontwerp onder 2 ‘Feitelijke
toestand’.
4.3 Uitgangspunten en doelstellingen
Het RUP 26-2 wordt opgemaakt in functie van de gemaakte
ruimtelijke opties binnen het opgemaakte masterplan (2014) die niet
via het huidige RUP 26-1 kunnen gerealiseerd worden. Uit het
overleg tussen gemeente, projectontwikkelaar, bedrijf Bekaert en de
betrokken besturen bleek dat het woonproject zoals het
oorspronkelijk gepland was met een maximum van 280 nieuwe
wooneenheden, verder kan geoptimaliseerd worden met een hogere
dichtheid. Hiervoor is een aanpassen van het RUP 26-1 noodzakelijk
met een versie 26-2. De doelstellingen zijn:
- Reconversie van een voormalige bedrijfssite binnen het
woonweefsel van Zwevegem - Realisatie van een woonproject met 340
nieuwe woningen binnen een groen kader - Mogelijkheid voor
ondersteunende functies aan het wonen inclusief commerciële
activiteiten - Een aangename woon- en leefomgeving met een publiek
parkgedeelte en doorwaadbaar
maken van het gebied met trage verbindingen - Kantorenzone voor
de hoofdzetel van het internationaal georiënteerd bedrijf Bekaert
met
bijhorend parkeergebouw - Organisatie van de bereikbaarheid en
de mobiliteitsaspecten - Missing link binnen het primair
fietsnetwerk (doortrekken Guldensporenpad op oude
spoorweg)
Zie verder in het schetsontwerp onder 5 ‘Planningsopties’.
4.4 Voorgeschiedenis en eventueel al genomen beslissingen
Het plangebied omvat het RUP 26-1 met dezelfde naam en
grotendeels hetzelfde plangebied (dat enkel werd uitgebreid met 2
kleine percelen in het zuiden). Dit RUP, goedgekeurd op 31
maart
-
pag ina 4
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
2012, wijzigde de bestemming volgens het BPA Bekaertstraat en
BPA Kouterstraat. De oorspronkelijke bestemmingen op het gewestplan
zijn zone voor milieubelastende industrie en woongebied. Het RUP is
in overeenstemming met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
van de gemeente Zwevegem (MB 1/4/2004). Het RUP ligt binnen de
afbakening van het regionaalstedelijk gebied van Kortrijk
(gewestelijk RUP). Het plangebied was reeds voorwerp van een
vroegere plan-MER-screening in het kader van het RUP ZWE 26-1. Er
werd ontheffing door de dienst milieueffectrapportagebeheer
verkregen van de planmer op 9 mei 2011.
4.5 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het
kader vormen
Er wordt een gemengd programma van centrumfuncties voorzien: a/
als uitbreiding van het woonweefsel binnen het centrum met:
Wonen, o.a. zorgwonen (assistentiewoningen) Kleinhandel, horeca
en commerciële functies, kantoren en diensten Openbare en private
nuts- en gemeenschapsvoorzieningen Openbare groene ruimten en
openbare verharde ruimten Fiets- en wandelpaden
(Guldensporenpad)
b/ als uitbreiding van het de kantoren van Bekaert: Nieuw
kantoorgebouw als hoofdzetel van de groep Parkeergebouw
Parkgedeelte
4.6 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten
binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit
stadium al gekend
Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk
Structuurplan Zwevegem (2004), in het bijzonder voor de deelruimte
van het centrumgebied van Zwevegem. Diverse ruimtelijke projecten
bouwen aan een duurzame toekomst Zwevegem, als belangrijke kern
binnen het regionaalstedelijk gebied van Kortrijk. De gemeente
Zwevegem vervult een verzorgende functie voor de inwoners van de
gemeente.
4.7 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende
aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het plangebied is gelegen op meer dan 10 km van de grens met
Frankrijk of Wallonië. Gezien de afstand tot de grenzen en het feit
dat er geen relaties zijn tussen het plangebied en de gebieden in
het Waals Gewest of Frankrijk kunnen er geen
(gewest)grensoverschrijdende effecten optreden.
-
pag ina 5
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
4.8 Fase van opmaak van het plan of programma
Datum goedkeuring Besluit RUP 26-1 x maart 2012 Schetsontwerp
RUP 26-2 x juni 2015 Voorontwerp RUP 26-2 Ontwerp RUP 26-2
Besluit
4.9 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen
en mate van flexibiliteit
Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van
opmerkingen vanuit de verschillende adviserende instanties naar
aanleiding van de plan-MER-screening, vanuit de adviezen in het
kader van de plenaire vergadering, vanuit het openbaar onderzoek en
de behandeling van de adviezen op de GECORO, ...
4.10 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande
milieuproblemen
De bodemsanering van de voormalige bedrijfssite Bekaert is volop
aan de gang. In kader van het RUP 26-1 werd een
geluidssaneringsonderzoek uitgevoerd. In kader van het RUP 26-2 en
de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd een MOBER-studie
opgemaakt. Binnen het RUP wordt de realisatie van de missing link
in het Guldensporenfietspad verankerd Zie verder 5. ‘inschatting
milieueffecten’ in deze screeningsnota onder beschrijving
referentiesituatie en beoordeling effecten.
4.11 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens, …
Diverse bronnen worden geraadpleegd om de nodige data en
gegevens met betrekking tot het plangebied, onder meer de Vlaamse
geoloketten. De toelichtingsnota van het schetsontwerp omvat heel
wat informatie over het plangebied, met bijhorend kaartmateriaal.
Zie verder 5. ‘inschatting milieueffecten’ in deze screeningsnota
onder beschrijving referentiesituatie.
4.12 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het
beginstadium worden ingecalculeerd
Naast de geldende wetgeving en reglementering, dragen de
stedenbouwkundige voorschriften bij tot het voorkomen en beperken
van de potentiële hinder en verstoring van de omgeving. Zie verder
5. ‘inschatting milieueffecten’ in deze screeningsnota onder
milderende maatregelen.
4.13 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of
programmaproces
Het plangebied is goed gedocumenteerd. Er zijn geen belangrijke
hiaten in de kennis van het gebied die nodig zijn bij de opmaak van
dit ruimtelijk uitvoeringsplan of deze plan-MER-screening.
-
pag ina 6
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Zie verder 5. ‘inschatting milieueffecten’ in deze
screeningsnota onder leemten in de kennis.
4.14 Planalternatieven
4.14.1 Locatie-alternatieven
Het RUP Strategisch project Bekaert 26-2 is gericht op het
aanpassen van het RUP 26-1 om de mogelijkheden als stadsproject
beter te benutten. De huidige ruimtelijke voorschriften uit het
huidige RUP bieden niet langer een passend referentiekader voor de
ruimtelijke opportuniteiten van verdichting van het stedelijk wonen
binnen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Binnen het RUP
en deze screening worden dan ook geen verdere locatie-alternatieven
onderzocht.
4.14.2 Nulalternatief
In het nulalternatief blijven de voorschriften van het huidige
RUP geldig met een maximum van 280 nieuwe wooneenheden. Uit verder
onderzoek is gebleken dat de potenties van het plangebied als
stedelijk woonproject kunnen geoptimaliseerd worden binnen de
ruimtelijke context van het centrum van Zwevegem. Het
gemeentebestuur wenst een ruimtelijk beleid te voeren gericht op
het versterken van de kernfuncties van het centrum en de
ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. In overleg met de
projectontwikkelaar en de administraties werd een concept
vastgelegd voor het nieuwe project met 340 nieuwe wooneenheden.
Deze wordt met het RUP vertaald naar een aanpassing van het
verordenend plan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. De
voorschriften voor de kantorenzone van Bekaert blijven ongewijzigd.
Zonder deze aanpassingen kan de beschikbare ruimte niet optimaal
ingevuld worden. Het nulalternatief wordt dan ook niet verder
weerhouden in het RUP of deze plan-MER-screening.
4.14.3 Uitvoeringsalternatief
De reconversie van de Bekaertsite is opgenomen binnen het
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Zwevegem. Het
GRS stelt compacte ontwikkeling en inbreiding voorop. Dergelijk
inbreidingsproject is ruimer dan enkel wonen; een functionele
invulling die de stedelijkheid van het gebied ondersteunt en de
potenties in de omgeving gebruikt is wenselijk. Met het RUP 26-1
werd een concept van stadsproject uitgewerkt en vertaald in een
ruimtelijk plan. Met het RUP 26-2 wordt dit concept verder
aangepast in functie van het optimaliseren van het stedelijk wonen.
De voorschriften voor de kantorenzone van Bekaert blijven
ongewijzigd. Gezien dit concept het resultaat is van een
voorbereidend traject, de opmaak van een masterplan (2014),
scenarioanalyse en flankerende studies, overleg met de gemeente en
de bevoegde administraties worden binnen dit RUP en deze screening
dan ook geen verdere uitvoeringsalternatieven onderzocht.
-
pag ina 7
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
5 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieueffecten
(screening)
5.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke
milieueffecten
5.1.1 Algemene methodiek
De screening van de milieueffecten verloopt in drie stappen: 1.
Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een
“ingreepeffectschema” de
mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan
kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze
worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder
kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook
verschillend beoordeeld worden.
2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke
aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de
gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de
biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en
grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de
klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke
goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de
samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk
een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder
uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie
beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven,
aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de
kennis.
3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de
verschillende effectdisciplines.
-
pag ina 8
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
5.1.2 Ingreepeffectschema
Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten
opzichte van de effectdisciplines
Ingr
eep
Om
vang
Duu
r
Gez
ondh
eid
van
de m
ens
Rui
mte
lijke
or
deni
ng
Bio
dive
rsitei
t,
flora
en
faun
a
Ener
gie
en
gron
dsto
ffen
-vo
orra
ad
Bod
em
Wat
er
Atm
osfe
er e
n kl
imat
olog
isch
e fa
ctor
en
Gel
uid
Lich
t
Sto
ffel
ijke
goed
eren
en
cultur
eel
erfg
oed
Land
scha
p
Mob
ilite
it
Afbraak-, bouw- en
infrastructuurwerken
T N* N N N N* N N N* N N N N
Ruimte-inname door
realisatie kantoor
P N N* N / N* N* / N / N* N* N*
Ruimte-inname door
realisatie woonproject
en centrumfuncties
P N + N / N N / / / N N N*
Ruimte-inname door
aanleg
parkeervoorzieningen
P N N* N / N* N* N* N N N* N* N*
Ruimte-inname door
realisatie groene
ruimte
P N N* N / N N N N N N N /
Realisatie fiets- en
wandelas
P + + N / / N N N N N N +
Gebruik van de
terreinen en gebouwen
P / / / / / N N N* N / / N*
N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant
effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect
S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken S:
significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect /: niet
relevant +: positief effect
-
pag ina 9
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
5.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke
milieueffecten
Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens
Referentiesituatie Het plangebied omvatte de eerste historisch
gegroeide
bedrijfsgebouwen van Bekaert, evenals het huidig verkoopkantoor.
Dit binnengebied is niet toegankelijk voor het publiek. De
milieuvergunning van Bekaert liep tot 2011, maar de huidige
bedrijfsgebouwen stonden bij de opmaak van het RUP 26-1 (2011) al
een tijd leeg. Door een interne herschikking van de
bedrijfsprocessen is er minder ruimte voor de productie in Zwevegem
nodig waardoor binnen het plangebied een reconversie tot een andere
bestemming mogelijk wordt. Momenteel zijn de bedrijfsgebouwen reeds
afgebroken en lopen de bodemsanereringswerken om het terrein
bouwrijp te maken. Hiervoor werd een milieumelding klasse 3
geacteerd voor een breekinstallatie. Ten oosten van het plangebied
blijven de industriële activiteiten van het bedrijf Bekaert en
Betafence doorgaan. Naar aanleiding van de procedure voor de
hervergunning van de activiteiten van Bekaert in 2011 werd een
gemotiveerd verzoek tot ontheffing ingediend bij de dienst MER
(2010). Het plangebied omvat ook de rijwoningen in de
Deerlijkstraat en de Otegemstraat, alsook 2 café’s op de hoek
Otegemstraat/Bekaertstraat. Er zijn geen specifieke problemen in
verband met gezondheids-, hinder- of veiligheidsrisico’s in het
plangebied of omgeving gekend bij de milieudienst van Zwevegem. Het
bedrijf Bekaert en de nu autonome afdeling van draadproducten
(Betafence) zorgen voor een zichtbare, maar historische
aanwezigheid binnen de gemeente, en zorg nog steeds voor een grote
tewerkstelling in de regio. In de omgeving van Otegemstraat en
Deerlijkstraat zijn een aantal groene ruimtes aanwezig waardoor een
groene structuur voor Zwevegem zich begint af te tekenen
(gemeentelijk park, park rond Bekaert kasteel, spoorwegbedding,
omgeving nieuw administratief centrum, …) Er bevinden zich geen
Seveso-bedrijven binnen een straal van 2 kilometer van het
plangebied. De bodem is op een aantal plaatsen wel (sterk)
verontreinigd, de bodemsaneringswerken werden in 2014 opgestart
(zie verder bij bodem).
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
De vroegere industriële activiteiten van Bekaert in het
plangebied werden reeds volledig stopgezet, waardoor de hinder voor
de omwonenden in de Deerlijkstraat en Otegemstraat dan ook wegvalt.
Wel blijft het bedrijf Bekaert en het afgesplitste
-
pag ina 10
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Betafence actief met zijn productielijnen ten oosten van het
plangebied. De oude spoorweg zal aangelegd worden als een
fietsverbinding op een talud, die een buffer vormt voor eventuele
hinder t.a.v. de nieuwe woningen (zie verder onder meer bij
geluid). De reconversie van deze bedrijfssite met de realisatie van
een nieuw woonproject werd opgestart o.b.v. RUP 26-1. In dit RUP
werden 280 woningen voorzien, met het nieuwe RUP 26-2 kunnen 60
bijkomende comfortabele woningen gebouwd worden met een
verschillende typologie, zowel eengezins- als meergezinswoningen en
deels met assistentiewoningen. De projectontwikkelaar heeft met
Buro II een masterplan en inrichtingsplan voor de site opgemaakt
(versie 2014, opgenomen in het schetsontwerp 5.3. inrichtingsplan).
Door een afwisseling van meerdere bouwhoogtes (tot 4 bouwlagen bij
accentbebouwing) kan een relatief hoge woningdichtheid bekomen
worden van 50 woningen/ha. Op een centraal publiek plein worden
beperkte handelsactiviteiten toegelaten (tot 800 m² per unit) die
complementair zijn aan de huidige handel. De bestaande
handelspanden situeren zich vooral in de Otegemstraat. De bestaande
rijwoningen in de Otegemstraat en Deerlijkstraat kunnen behouden
worden. Het reconversieproject heeft een positief effect op de
omgevingskwaliteit en op gezondheid en veiligheid van zowel de
nieuwe bewoners als de bestaande woningen. Dit wordt nog versterkt
met de ontwikkeling van buurtgroen, een fiets- en wandelas, wat ook
ten goede komt aan de leefkwaliteit van de buurtbewoners. Er komt
een uitbreiding van het woningenbestand met hedendaagse woningen
aangepast aan de huidige comforteisen. Dit leidt leidt tot een
opwaardering van het centrum van de gemeente. Het project versterkt
de dynamiek van Zwevegem als een van de grotere kernen binnen de
rand van het regionaalstedelijk gebied van Kortrijk, waar
stedelijke functies gebundeld worden. Het centrum van Zwevegem
beschikt over een beperkt areaal van groenzones. Het voorzien van
extra buurtgroen draagt bij om te voldoen aan de Vlaamse normen
voor buurt en wijkgroen. Hierbij wordt een link gelegd tussen het
gemeentelijk park en de groene omgeving van het nieuw
administratief centrum. Ook wordt het waardevolle deel van het
kantoorgebouw behouden en vormt samen met een nieuw kantoorgebouw
de hoofdzetel van het internationaal bedrijf Bekaert. De blijvende
industriële activiteiten van Bekaert ten oosten kunnen een impact
hebben door hinder. De milieudienst van de gemeente meldt dat er
geen recente klachten of structurele hinder zijn die gerelateerd
zijn aan het plangebied en aan de verdere exploitatie van Bekaert.
Het bedrijf heeft in 2011 een
-
pag ina 11
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
nieuwe milieuvergunning bekomen. De milieuvergunning en de
vlarem-reglementering leggen hierbij normen op voor de emissies,
onder meer voor het voortgebrachte geluid naar de woonomgeving. Het
bedrijf Bekaert heeft aanpassing doorgevoerd in de overblijvende
vestigingen buiten het plangebied om geen geluidslast te
veroorzaken (zie verder bij geluid). Binnen het bedrijf Bekaert
worden chemische producten gebruikt, maar onder de drempel van de
Seveso-richtlijn. De vergunningsvoorwaarden leggen de
voorzorgsmaatregelen op om het risico’s op incidenten te
minimaliseren. Er kunnen zich geen bijkomende potentiële
hinderbronnen of activiteiten op basis van het RUP vestigen in het
gebied. De huidige kantoorfunctie die behouden blijft en uitgebreid
tot het hoofdkantoor van de groep Bekaert. Het parkgedeelte wordt
een zone voor publiek of privé groen, en zal door de parkomgeving
eveneens bijdragen tot de kwaliteiten van de omgeving. Er bevinden
zich geen Seveso-bedrijven binnen een straal van 2 kilometer van
het plangebied. Binnen het plangebied zijn geen Seveso-bedrijven
gelegen en worden geen Seveso-activiteiten toegelaten. Voor het
aspect verkeershinder verwijzen we naar de discipline
mobiliteit.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee Effect op de ruimtelijke ordening
Referentiesituatie Het plangebied is opgenomen binnen de afbakening
van het
regionaalstedelijk gebied van Kortrijk, waar een concentratie
van stedelijke functies gewenst is. Het plangebied is gelegen
binnen het centrum van Zwevegem met een hoge bebouwingsintensiteit.
Het terrein maakt deel uit van het huidige industriële complex van
de Bekaert-fabrieken in Zwevegem, de thuishaven van dit
internationaal georiënteerd bedrijf. Het plangebied omvat de
oorspronkelijke historisch gegroeide bedrijfsgebouwen van Bekaert,
evenals het huidig verkoopkantoor. Door een interne herschikking
van de bedrijfsprocessen is er minder ruimte nodig voor de
productie en opslag, waardoor een reconversie tot een andere
bestemming mogelijk wordt. De huidige bestemming werd vastgelegd
door het RUP 26-1, goedgekeurd in 2012, waarbij een eerste
ontwerpversie van het stedelijk woonproject diende als inspiratie.
Hierbij wordt het plangebied opgedeeld in zone voor stedelijke
activiteiten, zone
-
pag ina 12
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
voor gemengde functies, zone voor wonen met beperkte
nevenactiviteit, groenzone en fietsverbinding en zone voor kantoren
en diensten. Hierbij werd het maximaal aantal nieuwe woonheden per
deelgebied vastgelegd, met een totaal van maximum 280 voor het
globale woonproject. Voordien was het plangebied grotendeels
bestemd als milieubelastende industrie, op BPA en het gewestplan.
De woningen in Otegemstraat en Deerlijkstraat hadden reeds de
bestemming woongebied. Momenteel zijn de bedrijfsgebouwen van
Bekaert (met uitzondering van het verkoopkantoor) reeds afgebroken
en lopen de bodemsaneringswerken om het terrein bouwrijp te maken.
Ten oosten van het plangebied blijven de industriële activiteiten
van het bedrijf Bekaert en het afgesplitste Betafence doorgaan.
Binnen het plangebied zitten ook de rijwoningen in de
Deerlijkstraat en de Otegemstraat vervat, alsook 2 café’s op de
hoek Otegemstraat/Bekaertstraat. In de omgeving van Otegemstraat en
Deerlijkstraat zijn een aantal groene plaatsen aanwezig waardoor
een groene structuur voor Zwevegem zich begint af te tekenen
(gemeentelijk park, park rond Bekaert kasteel, spoorwegbedding,
omgeving nieuw administratief centrum, …) De oude spoorweg vormt de
grens van het plangebied met de zone voor milieubelastende
industrie. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is deze
spoorweg geselecteerd als bovenlokale ecologische infrastructuur.
De ruime omgeving is ten zuiden en westen een woon- en
winkelomgeving (vooral de Otegemstraat) met een breed gamma aan
handel en voorzieningen zoals woonzorgcentrum en scholen. Ten
oosten van het plangebied blijft de bedrijvigheid de hoofdfunctie.
Op ca. één kilometer is het kanaal Bossuit-Kortrijk gelegen die de
Schelde met de Leie verbindt en verdere potenties biedt voor
watergebonden economische activiteiten.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Het eerste RUP 26-1 (2012) wijzigde de bestemming van de
milieubelastende industrie reeds naar een gebied voor
centrumfuncties, gemengde functie en wonen. Deze optie is in
overeenstemming met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de
afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk. De
doelstellingen uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan voor
de verstedelijkte kern van Zwevegem zijn:
- een gerichte verweving van harde functies - compacte
ontwikkeling - centrumversterking - kwalitatief openbaar domein -
verkeersleefbaarheid in de bebouwde kom - groenvoorziening in de
kern - ruimte voor cultuur, recreatie en gemeenschapsfuncties
-
pag ina 13
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
- werken met strategische projecten De reconversie van een
bedrijvenzone, gelegen in een woonomgeving met de realisatie van
een nieuw woonproject is reeds opgestart o.b.v. RUP 26-1. In dit
RUP werden 280 woningen voorzien, met het nieuwe RUP 26-2 kunnen 60
bijkomende nieuwe woningen gebouwd worden met een verschillende
typologie, zowel eengezins- als meergezinswoningen, deels als
assistentiewoningen. De projectontwikkelaar met Buro II heeft een
masterplan en inrichtingsplan voor de site opgemaakt (versie 2014,
opgenomen in het schetsontwerp 5.3. inrichtingsplan). Door een
afwisseling van meerdere bouwhoogtes (tot 4 bouwlagen bij
accentbebouwing) kan een relatief hoge woningdichtheid bekomen
worden van 50 woningen/ha. Gezien de strategische ligging nabij een
centrum met een hoge graad van voorzieningen, is een dergelijke
hoge dichtheid te verantwoorden. Op een centraal publiek plein
worden beperkte handelsactiviteiten toegelaten (tot 800 m²) die
complementair zijn aan de huidige handel die zich vooral in de
Otegemstraat situeert. De bestaande rijwoningen in de Otegemstraat
en Deerlijkstraat kunnen behouden worden. Hiermee krijgt Zwevegem
een nieuw centrumgedeelte, complementair met het bestaande
woonweefsel, waar gewoond wordt in een hedendaagse setting van een
groene en verkeersluwe omgeving. Het project versterkt de dynamiek
van Zwevegem als een van de grotere kernen binnen de rand van het
regionaalstedelijk gebied van Kortrijk met een hoge graad van
voorzieningen voor de eigen bewoners en de verdere deelgemeenten.
De nieuwe stedelijke invulling wordt gekoppeld aan een centrale
oost-west as in het plangebied waardoor een duidelijke structuur en
zonering ontstaat. De zone wordt ontsloten via de Bekaertstraat
(zie verder bij mobiliteit). Het centrum van Zwevegem beschikt over
beperkte groenzones. Het voorzien van extra buurtgroen draagt bij
om te voldoen aan de Vlaamse normen voor buurt en wijkgroen.
Hierbij wordt een ruimtelijke link gelegd tussen het gemeentepark
en de groene omgeving van het nieuw administratief centrum. Het
waardevolle deel van het kantoorgebouw wordt behouden en vormt
samen met een nieuw kantoorgebouw de hoofdzetel van het
internationaal bedrijf. De oude spoorweg zal aangelegd worden als
een fietsverbinding op een talud, waarbij een missing link van het
fietsnetwerk wordt gerealiseerd. De huidige kantoorfunctie blijft
behouden en wordt uitgebreid tot het hoofdkantoor van de groep
Bekaert in een ommuurde en parkachtige setting. Deze zone wordt in
het RUP een zone voor
-
pag ina 14
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
kantoren, met mogelijkheid van een half ondergrondse
parkeergarage. Het parkgedeelte wordt een zone voor publiek of
privé groen, en zal door de parkomgeving eveneens bijdragen tot de
ruimtelijke kwaliteiten van het centrum. Met de aanleg van een
aaneengesloten publieke en groene ruimte, wordt geïnvesteerd in een
collectieve groenvoorziening. Door de ontwikkeling van de oude
spoorwegbedding als fiets- en wandelas wordt de (laatste en dus
belangrijke) missing link in de verbinding tussen Kortrijk en
Avelgem gerealiseerd. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de
oversteekbaarheid van de Deerlijkstraat en de Otegemstraat. Het
voorschrift 0.1 van het RUP legt een zorg tot ruimtelijke kwaliteit
en duurzaamheid op, zoals groene en openbare ruimte om de
woonkwaliteit in Zwevegem te verbeteren. Voor het aspect
verkeershinder verwijzen we naar de discipline mobiliteit. Het
nieuwe RUP 26-2 zorgt dus voor een betere en meer duurzame
ruimtelijke ontwikkeling voor het centrum van Zwevegem.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee Effect op de biodiversiteit, fauna en flora
Referentiesituatie Het plangebied was grotendeel bebouwd door de
vestiging van
Bekaert en is dan ook zonder biologische betekenis. Op de
Biologische Waarderingkaart (BWK) is de site gekarteerd as ui
(industrieel gebied) met de oude spoorwegbedding aangeduid als een
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen
(ks+hr+hu+sz+sp°: combinatie van spoorwegberm met verruigden
mesofiel grasland, allerlei (doorn)struweel). De spoorweg is ook
door de provincie aangeduid als bovenlokale ecologische
infrastructuur. Het kanaal Bossuit-Kortrijk (op ca. één km) is door
de provincie aangeduid als natuurverbinding. Verder is het huidige
verkoopkantoor van Bekaert gelegen in een parkachtige omgeving. Aan
de overzijde van de Otegemstraat is het gemeentepark gelegen in een
vroeger kasteeldomein. Er zijn geen speciale beschermingszones in
de nabije omgeving die door het plangebied kunnen worden
beïnvloed.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Er worden geen ecologische waarden of potenties aangetast door
het RUP. Er wordt geen bijkomend terrein onttrokken aan het
functioneren van de natuur. De oude spoorweg is aangeduid op de BWK
maar wordt door de provincie West-Vlaanderen heraangelegd als
fietspad op een talud en zal als groene buffer dienen tussen
bedrijvigheid en het
-
pag ina 15
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
woonproject. Bij een ecologische inrichting creëert dit ook een
ecologische verbinding. De nieuwe functie van het plangebied biedt
mogelijkheden voor bijkomend groen met een centraal publiek park
binnen het project. Door de waterbuffering te integreren binnen de
groene ruimte kan dit een ecologische meerwaarde bieden met meer
natuur in de stad. De groene ruimte kadert in een ruimtelijk beleid
van de gemeente om tussen het centrum en het kanaal een lokaal
groen netwerk tot stand te brengen (zie schetsontwerp 2.1
‘bovenlokale context’ voor het netwerk van groene en verharde
publieke ruimte). De groenaanleg gebeurt bij voorkeur op basis van
het Harmonisch Park- en groenbeheer (HPG) waarbij gebruik gemaakt
wordt van inheemse soorten. Hierdoor kan tevens de ecologische
relatie versterkt worden tussen het gemeentepark en de oude
spoorwegbedding en verder richting kanaal Bossuit-Kortrijk. Binnen
de publieke ruimte worden geen chemische pesticiden meer aangewend
(behoudens specifieke uitzonderingen). Het toepassen van een
pesticidentoets zorgt voor een passende aanleg. Het geplande
hoofdkantoor van de groep Bekaert wordt voorzien in een parkachtige
setting, wat bijdraagt tot een lokale groenstructuur. Voor het
gemeentelijk groen geldt sinds 2015 een verbod op gebruik van
pesticiden. De gemeente Zwevegem beschikt over een goedgekeurd
bomenplan. Bij de aanplant van straatbomen worden de principes van
het bomenplan meegenomen om tot een duurzaam bomenbestand te
komen.
Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op energie- en
grondstoffenvoorraad Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Het RUP heeft geen betrekking op energie- of
grondstoffenvoorraad. Als maatregelen kunnen op projectniveau
mogelijkheden benut worden van lokale hernieuwbare energie
(zonnepanelen, warmtepompen, micro-WKK, …). Vanaf 1 januari 2014
geldt de verplichting bij nieuwbouw om hernieuwbare energie te
integreren in het planconcept (met als alternatief een lager E-peil
of te participeren in een hernieuwbaar energieproject). Ook bij
renovatie van bestaande woningen gelden specifieke energieprestatie
als norm.
Aanzienlijk milieueffect Nee
-
pag ina 16
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Effect op de bodem Referentiesituatie Vrijwel het volledige
plangebied was verhard en ingenomen
door gebouwen van Bekaert. Op de bodemkaart is het plangebied
aangeduid als een antropogene bodem. De oorspronkelijke bodem is
hoofdzakelijk droog zandleem. De oorspronkelijke bedrijfsgebouwen
werden reeds afgebroken en de bodemsanering startte in 2014.
Hiervoor werd een milieumelding klasse 3 geacteerd voor een
breekinstallatie. Het perceel met de vroegere activiteit van
Bekaert is opgenomen in het register van verontreinigde grond. Op
het geoloket ‘bodemsanering ’van OVAM zijn volgende bedrijfssites
opgenomen:
- dossiernr: 57223.0 conf: OBO,BBO,BSP laatste: BSP-2014
- dossiernr: 57226.0 conf: OBO,BBO laatste: BBO-2014 -
dossiernr: 57227.0 conf: OBO,BBO,BSP laatste: BBO-2013 - dossiernr:
57231.0 conf: OBO,BBO,BSP laatste: OBO-2006 - dossiernr: 66810.0
conf: OBO,BBO laatste: BBO-2013
Gezien de vroegere bedrijfsactiviteiten (metaalverwerking,
verzinkerij, oppervlaktebehandeling, …) heeft een eerste
oriënterend bodemonderzoek een historische bodemverontreiniging
aangewezen, zowel in de bodem als in het grondwater:
- bodem: minerale olie en zware metalen (meer specifiek arseen,
cadmium, koper, lood en zink)
- grondwater: minerale olie, VOCl’s (tetrachlooretheen,
trichlooretheen,cis-1,2-dichlooretheen en vinylchloride), aromaten
(benzeen en naftaleen), zware metalen (arseen, cadmium, koper,
lood, nikkel en zink), chloriden en sulfaten, pH en
conductiviteit.
Minerale olie: De historische verontreiniging met minerale olie
in de grond heeft op het terrein een vrij heterogeen karakter. Er
zijn een viertal kernen met een minerale olieverontreiniging
aangetroffen. De hoogste concentratie die opgemeten is bedraagt
27.000 mg/kg ds, de omvang van deze kern is echter relatief klein.
Zware metalen: Verspreid over het hele terrein worden verhoogde
concentraties zware metalen gemeten. De bron van de verontreiniging
is veelal het gevolg van het gebruik van zinkassen als ophooglaag
waardoor de vervuiling een min of meer homogeen karakter heeft.
Daarnaast kan de verontreiniging lokaal in verband gebracht worden
met de (voormalige) bedrijfsactiviteiten zoals de verzinkerij, de
beitsbaden, klaarderij en sulfaterij.
-
pag ina 17
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Er worden geen ongestoorde bodems aangetast gezien het
plangebied vrijwel volledig bebouwd was voor de afbraak van de
bedrijfsgebouwen. Ten opzichte van de bestaande situatie, voorziet
het RUP niet in een toename van de verharde oppervlakte (netto zal
er meer niet verharde oppervlakte bijkomen door het parkgebied). De
historische bodemverontreiniging is goed in beeld gebracht. Na een
oriënterend bodemonderzoek voor het ganse perceel van Bekaert werd
een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek en
bodemsaneringsproject bij OVAM ingediend. Gedurende het jaar 2015
wordt het terrein gesaneerd volgens een goedgekeurd
bodemsaneringsproject om alle verdere gevaar of risico’s vanuit de
bodem te neutraliseren. Bij de verdere infrastructuurwerken en de
aanleg van een deels ondergrondse parkeergarage, worden gronden
uitgegraven en afgevoerd. De regeling op het grondverzet is steeds
van toepassing en moeten de nodige analyses en bodembeheerrapporten
de garantie geven van het niet verder ongecontroleerd verspreiden
van verontreinigde stoffen. In kader van de afspraken tussen
Bekaert, gemeente en provincie, zal een deel van de vrijgekomen
bodem, die voldoet aan de normen voor herbruik, gebruikt worden om
een talud te maken tussen bedrijvigheid en woongebied als buffer.
Nieuwe risico-activiteiten op bodemsanering worden binnen het RUP
niet toegelaten. Vanuit de Vlarem- en Vlarebo reglementering worden
preventieve maatregelen opgelegd om nieuwe bodemverontreiniging
tegen te gaan. Bij de verdere activiteiten van Bekaert en Betafence
(buiten plangebied) zal een periodieke onderzoeksplicht de evolutie
van de bodemverontreiniging verder in kaart brengen. Percelen die
op het register van verontreinigde gronden komen, worden verder
opgevolgd door toepassing van het bodemsaneringsdecreet en dienen
gesaneerd te worden als er een risico is voor verdere verspreiding.
In zijn advies vermeld OVAM dat het bodemdecreet niet voorziet dat
er door OVAM advies wordt gegeven bij de opmaak van BPA’s of
merstudies. OVAM vermeldt verder dat er rekening moet worden
gehouden met een aantal standaardopmerkingen, onder meer dat de
wijziging van bestemming een impact kan hebben op beoordeling van
de ernst van de bodemverontreiniging en de plicht tot opmaak van
een nieuw oriënterend bodemonderzoek bij overdracht. Met deze
vermelde standaardopmerkingen werd rekening gehouden in het RUP en
deze planmerscreening.
Aanzienlijk milieueffect Nee
-
pag ina 18
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Effect op het water Referentiesituatie Watertoetskaart (besluit
van de Vlaamse regering 1 juli 2014):
- Niet overstromingsgevoelig Watert af via het gemeentelijke
rioleringsstelsel naar de Keibeek, waterloop van 2° categorie
Op basis van de vroegere watertoetskaarten: -
Infiltratiegevoelig - Matig gevoelig voor grondwaterstroming
Op basis van het zoneringsplan: - Opgenomen in het centraal
gebied, waarvan de
rioleringen aangesloten zijn op de gemeentelijke en
bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur. Het gemeentelijk
rioolstelsel in Zwevegem is deels gemengd en deels gescheiden. De
afgelopen jaren werden rioolrenovatiewerken uitgevoerd met de
aanleg van een gescheiden stelsel in de Blokkestraat. Zwevegem is
beheerder van zijn rioleringsstelsel, maar laat zich hiervoor
bijstaan door Rioact (Watergroep en Aquafin).
De technische dienst van de gemeente heeft samen met Rioact het
hydrografisch stelsel en de knelpunten in kaart gebracht. Binnen
het plangebied zijn er geen problemen opgenomen.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Het plangebied was voorheen overwegend bebouwd met de eerste
bedrijfsgebouwen van Bekaert. Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de
principes van het eerste RUP 26-1 met de reconversie van de site
Bekaert naar een woonproject. Het nieuwe plan verhoogt het aantal
woningen die kunnen gebouwd worden tot 340 i.p.v. de
oorspronkelijke 280. Het RUP voorziet niet in een grote toename van
de verharde oppervlakte of in een wijziging van het
afvoerwatersysteem. Stedenbouwkundig voorschrift 0.3 voorziet dat
alle ruimtelijke ingrepen in overeenstemming dienen te zijn met de
principes van het integraal waterbeheer. Alle handelingen in
functie van het waterbeheer zijn toegelaten voor zover ze de
hoofdfunctie niet belemmeren. Door de aanleg van een groenzone
binnen het nieuw woonconcept zal de verharde oppervlakte t.o.v. de
oorspronkelijke situatie afnemen. Binnen deze groene zone kunnen
ook de extra infiltratie en buffering voor de vertraagde afvoer van
het regenwater geïntegreerd worden. Bij nieuwe gebouwen of
verhardingen wordt de stedenbouwkundige verordening voor
hemelwater, infiltratie en buffering toegepast sinds 1 januari
2014. Bij nieuwe verharding vanaf 40 m² wordt een vertraagde afvoer
via infiltratie of buffering opgelegd. Indien infiltratie een optie
is (afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond), wordt een
infiltratie
-
pag ina 19
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
opgelegd. Voor projecten groter dan 1.000 m² vraagt de provincie
een buffer voor vertraagde afvoer van 330 m³ per ha verharde
oppervlakte (met een lozingsdebiet van 10l/s/ha) – in
overstromingsgevoelig gebied 410 m³/ha en 5 l/s/ha. Door de
ondergrond (ieperiaanse klei onder de zandleembodem) zal de
infiltratie en de grondwaterstromen eerder beperkt zijn. De
voorziene groene ruimte als publiek park biedt voldoende ruimte om
de nodige waterbuffering te integreren in een groene omgeving.
Verhardingen zoals parkeervakken worden bij voorkeur in
waterdoorlatende materialen aangelegd. Met de nieuwe ontwikkeling
van een woongebied wordt een gescheiden riolering aangelegd in het
nieuwe stratentracé met een afzonderlijke afvoer van het afvalwater
naar de Aquafin-collector. In de Otegemstraat staat de verdere
renovatie van de riolering tot een gescheiden stelsel op het
rio-investeringsprogramma. Het plangebied helt af naar het noorden
en de riolering zal wellicht aansluiten in de Blokkestraat, waar de
riolering reeds gescheiden is. Het afvalwater van de nieuwe
woningen zal in de toekomst dus onverdund kunnen afgevoerd worden
naar de collectoren. Het plangebied ligt niet in een
overstromingsgevoelig gebied, maar kan wel zijn impact hebben op de
lager gelegen gebieden nabij de Keibeek. Het blijft belangrijk
binnen de verdere stedenbouwkundige ontwikkeling in Zwevegem
voldoende ruimte voor water te vrijwaren opdat bij verdere
afkoppelingsprojecten in het centrum het water kan opgehouden
worden. Mogelijks worden bij bouwprojecten een kleinschalige
ondergrondse constructie voorzien, met een beperkt effect op de
grondwaterstromen. Het parkeergebouw bij de nieuwe kantoren van
Bekaert kan een ondergrondse bouwlaag hebben. Er zijn geen verdere
activiteiten binnen het plangebied met bedrijfsafvalwater.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren
Referentiesituatie Er is een VMM-meetstation voor luchtkwaliteit in
Zwevegem op
2 kilometer afstand. De luchtkwaliteit in het stedelijk gebied
van Kortrijk-Zwevegem is volgens het VMM-geoloket van een
middelmatige kwaliteit op basis van de resultaten 2010-2012: een
totale index van 5, een gemiddelde PM10-concentratie van 21-25
µg/m³, tussen de 21 en 25 overschrijdingen per jaar van de 50 µg/m³
fijn stof en een gemiddelde NO²-concentratie van 16-20 µg/m³. Deze
resultaten tonen een verdere verbetering
-
pag ina 20
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
t.o.v. de vorige jaren. De algemene maatregelen vanuit de
diverse actieplannen naar lucht (fijn stof, NEC, groene mobiliteit,
toepassing vlarem-normen, …) moeten op termijn resulteren in een
verdere verbetering van de globale luchtkwaliteit. Er zijn geen
verdere specifieke problemen naar luchtkwaliteit bekend in het
plangebied. De milieudienst van Zwevegem heeft geen kennis van
recente klachten rond geur, stof of roet met betrekking tot het
plangebied.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de principes van de reconversie van
de site Bekaert naar een woonproject, maar verhoogt het aantal
woningen dat kan gebouwd worden tot 340. Mogelijke effect is
tijdelijke stofhinder bij realisatie en infrastructuurwerken, maar
blijft van tijdelijke aard en overlast kan via de nodige
voorzorgsmaatregelen beperkt worden. De afbraakwerken zijn reeds
uitgevoerd o.b.v. het RUP 26-1. De verdere activiteiten van het
bedrijf Bekaert ten oosten zorgen voor een emissie naar de
atmosfeer, maar respecteren de Vlarem-normen. In het kader van de
hervergunning van de milieuvergunning voor het bedrijf in 2011,
werden de emissies naar de lucht in kaart gebracht en worden
aangepaste saneringstechnieken voorgesteld. De aanleg van
kwalitatief groen op het talud met de fietsverbinding kan mee een
oplossing bieden om de nieuwe woningen voldoende te bufferen t.o.v.
de verdere bedrijfsactiviteiten ten oosten. De verwarming van de
woningen en kantoren leidt tot bijkomende emissies naar de lucht.
De nieuwe woningen en kantoorgebouwen voldoen aan de comfort- en
energie-eisen en de EPB-regelgeving. Ook het verkeer is een bron
van emissies naar de lucht. Het plangebied is gelegen in het
centrum met alle nodige basisvoorzieningen op schaal van de
gemeente Zwevegem op wandelafstand, waardoor de groei van de
automobiliteit afgeremd wordt. De locatie sluit ook aan bij een
bushalte in de Otegemstraat. Het bijkomend verkeersvolume zal
beperkt blijven en niet zorgen voor een significante of bijkomende
impact op de luchtkwaliteit (zie verder bij mobiliteit). De
gemeente Zwevegem heeft een nulmeting van de CO2-emissie in kader
van het ondertekenen van de Covenant of Mayors. Met een actieplan
(gemeenschappelijk met de 13 gemeenten van de regio) wordt
gestreefd naar een klimaatneutrale regio in 2050.
Aanzienlijk milieueffect Nee
-
pag ina 21
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Effect op het geluid Omschrijving en beoordeling van de
voorgenomen planopties met de mogelijke effecten
Er zijn bij de milieudienst van de gemeente geen recente
klachten meer i.v.m. geluidshinder. Het plangebied maakt
oorspronkelijk deel uit van het complex van Bekaert, een
metaalverwerkend bedrijf met een brede range aan
productieprocessen. Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de principes van de
reconversie van de site Bekaert naar een woonproject, maar verhoogt
het aantal woningen dat kan gebouwd worden tot 340. De industriële
activiteiten binnen het plangebied werden reeds jaren terug
stopgezet en het plan voorziet geen nieuwe hinderlijke activiteiten
qua geluid binnen de nieuwe ontwikkeling. De nieuwe
woonontwikkeling kan wel hinder ondervinden van het geluid
geproduceerd door de blijvende bedrijvigheid van Bekaert ten
oosten. Naar aanleiding van het ontheffingsdossier voor de
hervergunning van de site Zwevegem (projectnr 11/004888), is de
geluidssituatie goed in beeld gebracht met een geluidsmodel op
basis van het akoestisch rekenmodel IMMI. Hieruit bleken vooral
vier toestellen te zorgen voor een overschrijding van de
geluidsnormen (stofafzuiging, koeling). De geluidssaneringsstudie
stelt de nodige akoestische maatregelen voor om een voldoende
reductie te hebben van het geluid om de vlarem-normen te
respecteren in het woongebied (verplaatsen toestel, omkasting,
demper, nieuw toestel). Het bedrijf Bekaert zal de voorgestelde
maatregelen uitvoeren in het kader van de reconversie. Het RUP
voorziet bovendien in de aanleg van een groenbuffer samen met een
fietspad tussen deze bedrijvigheid en de nieuwe ontwikkelingen.
Door de aanleg op een verhoogde talud, zal de eventuele
geluidsoverdracht afgezwakt worden. Er zijn geen verdere specifieke
problemen naar lawaaihinder bekend in het plangebied. De
milieudienst van Zwevegem heeft geen kennis van recente klachten
rond geluid met betrekking tot het plangebied. Bij klachten zoekt
de milieudienst oplossingen om samen met de bedrijven de
geluidshinder te beperken op basis van de Vlarem-normen. Indien
nodig wordt een PV opgemaakt. Bijzondere
milieuvergunningsvoorwaarden kunnen indien nodig extra maatregelen
opleggen. Ook zorgt een groenzone binnen het woonconcept voor een
gevoel van rustige omgeving binnen het dynamische centrum van
Zwevegem. Ook het bijkomend verkeer kan een bijdrage leveren tot
het omgevingsgeluid. De bijkomende circulatie blijft echter beperkt
en gespreid in de tijd (zie verder bij mobiliteit). Het RUP zal dus
niet leiden tot een toename van geluidshinder.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis /
-
pag ina 22
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op het licht Omschrijving en
beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke
effecten
Het plangebied maakt deel uit van het verstedelijkte gebied van
Kortrijk-Zwevegem met een sterke verweving van bedrijven,
infrastructuur en woongebied. De belangrijke lichtbronnen in de
omgeving zijn de bedrijven en de straatverlichting. Er zijn bij de
milieudienst van de gemeente geen gekende problemen voor het
plangebied i.v.m. lichthinder. Het plangebied maakt oorspronkelijk
deel uit van het complex van Bekaert, een metaalverwerkend bedrijf.
De openbare verlichting zorgt voor een functionele verlichting als
centrum, zonder dat er sprake is van een excessieve lichthinder.
Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de principes van de reconversie van de
site Bekaert naar een woonproject, maar verhoogt het aantal, die
kunnen gebouwd worden. Met de ontwikkeling als woongebied, worden
bijkomende lichtpunten voorzien binnen het concept van openbare
verlichting:
i.k.v. de woningen i.k.v. de kantoren i.k.v. de fiets- en
wandelas op de parking
Met de keuze van energiezuinige en gerichte armaturen kan de
bijdrage tot de algemene lichthinder beperkt worden. De gemeente
onderzoekt verder de mogelijkheden om tot een meer energiezuinige
openbare verlichting te komen (dimmen of uitschakelen van de
openbare verlichting). Bedrijven die hun buitenruimte verlichten
vallen onder Vlarem waar verlichting beperkt wordt tot een
functionele verlichting i.f.v. de activiteiten.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel
erfgoed en het landschap Referentiesituatie Het plangebied is
gelegen in het centrum van de gemeente
Zwevegem, waar het bedrijf Bekaert historisch gegroeid is en
gezorgd heeft voor een sterke groei van de gemeente in de jaren ’50
tot ‘80. Het plangebied omvat de oorspronkelijke vestiging van
Bekaert in Zwevegem. Hierdoor is in het centrum van Zwevegem een
sterke verweving aanwezig tussen wonen, handel, infrastructuur en
bedrijvigheid. Ondertussen werd o.b.v. het RUP 26-1 de
bedrijfsgebouwen afgebroken om het terrein bouwrijp te maken voor
reconversie. Binnen het plangebied zijn er geen beschermde
monumenten,
-
pag ina 23
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
landschappen of dorpsgezichten. Verschillende gebouwen zijn
opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed, onder meer de
villa (kasteeltje) en onderdelen van de bedrijfssite NV Bekaert. De
kantoren van Bekaert in de Otegemstraat dateren van het begin van
vorige eeuw in de vorm van een gebouw in neogotische stijl, hebben
een zekere architectonische kwaliteit. De erfgoedwaarde van het
kasteeltje, het park en kantoorgebouw worden in het schetsontwerp
verder toegelicht (2.2.2. historiek – erfgoedwaarde). Daarnaast
zijn een zestal burgerwoningen in de Otegemstraat en Deerlijkstraat
eveneens opgenomen in de inventaris. Landschappelijk ligt Zwevegem
op de overgang van de Leievallei naar het Leie-Schelde
interfluvium, op de overgang van de zandleem- naar de leemstreek.
Op de landschapsatlas is de omgeving deel van zandig Leie-Schelde
interfluvium. Op de landschapsatlas is de oude spoorweg weergegeven
als een lijnrelict, zoals ook het kanaal Bossuit-Kortrijk ca. 1 km
buiten het plangebied. Op gebied van archeologie kent Zwevegem een
aantal, verspreid liggende archeologische sites die in de centraal
archeologische inventaris (CAI) zijn opgenomen. Hierbij werd zowel
lithisch materiaal uit de Steentijd gevonden, als resten uit de
Romeinse periode en de vroege en late middeleeuwen. Binnen het
plangebied van het RUP zijn geen archeologische vondsten
bekend.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de principes van de reconversie van
de site Bekaert naar een woonproject zoals voorzien in het RUP
26-1, maar verhoogt het aantal woningen dat kan gebouwd worden tot
340. De bedrijfsgebouwen van Bekaert die werden afgebroken voor de
reconversie tot woongebied, hadden al talrijke aanpassingen
ondergaan en hebben geen bijzondere erfgoedwaarde. In de plaats
hiervan komt een nieuwe stedelijke ontwikkeling met een herkenbare
structuur, waarbinnen een ruime groenzone voorzien wordt. Binnen de
ruimtelijke principes van het RUP worden erfgoedwaarden en
landschappelijke waarden behouden en geïntegreerd in de nieuwe
ontwikkeling:
- behoud (en versterking) oude spoorwegbedding - behoud
waardevolle kantoorgebouwen en kasteeltje
Bekaert - gebruik maken van de interne structuur van de
bedrijfssite als referentie naar het verleden De oude spoorweg
wordt verder geïntegreerd in een ruimtelijke groene buffer op een
verhoogd talud ten opzichte van de verdere bedrijfsactiviteiten van
Bekaert. Het geplande hoofdkantoor van de groep Bekaert wordt
voorzien in een ommuurde, parkachtige setting, wat bijdraagt tot
een lokale groenstructuur. Het kasteeltje en de oude
-
pag ina 24
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
kantoren blijven gevrijwaard als referentie naar het verleden.
Het algemeen voorschrift 0.1 bepaalt dat aandacht wordt besteed aan
een ruimtelijke draagkracht en beeldkwaliteit. De voorschriften
zijn gericht op een kwalitatieve woonomgeving en aan het wonen
verwante activiteiten: kleinhandel, kantoren, diensten, parkeren,
groene en verharde ruimte. De voorziene groene zones als publiek of
privaat park passen in de uitbouw van een groenstructuur voor
Zwevegem als een groene verbinding tussen het gemeentepark en de
groene ontwikkeling aan het administratief gemeentelijk centrum.
Het kwalitatief inrichten van de openbare ruimte is één van de
principes binnen het plan en de voorschriften. Voor 6 woonhuizen op
de inventaris van het bouwkundig erfgoed wordt geen verdere
specificering opgemaakt. Bij een aanvraag tot sloop dient een
advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed te worden ingewonnen in
kader van de stedenbouwkundige vergunning. Het aspect archeologisch
erfgoed valt onder het ‘decreet bescherming van het archeologisch
erfgoed’ (nu geïntegreerd in het onroerend erfgoeddecreet). Gezien
het plangebied vrijwel volledig bebouwd is en sterk verstoord door
vroegere activiteiten, is de kans op een aanwezigheid van
archeologische sporen vrijwel nihil. Het luik ‘archeologisch
erfgoed’ in het nieuwe erfgoeddecreet biedt een kader om het
bodemarchief indien nodig voldoende te documenteren.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee Effect op de mobiliteit Referentiesituatie De
gemeente Zwevegem beschikt over een goedgekeurd
mobiliteitsplan. Het plangebied wordt begrensd door de
Otegemstraat, de Bekaertstraat en de Otegemstraat, allen lokale
wegen II. De site wordt in hoofdzaak ontsloten door de
Otegemstraat, de hoofdstraat in het centrum van Zwevegem richting
Otegem. Het plangebied is verder via de omleidingsweg rond Zwevegem
N391, goed ontsloten richting Kortrijk en E17. Een belangrijke
factor voor het verkeer in Zwevegem is uiteraard het vrachtverkeer
van en naar de bedrijven Bekaert en Betafence. Door de
omleidingsweg hoeft dit vrachtverkeer niet langer door het centrum
te passeren. In het kader van de MOBER opgemaakt in functie van het
reconversieproject, werden verkeerstellingen uitgevoerd tijdens de
ochtend- en de avondspits. De woningen in de Deerlijkstraat en de
Otegemstraat ontsluiten
-
pag ina 25
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
via deze straten. In de Otegemstraat is een bushalte aanwezig.
Diverse buslijnen komen samen aan de kerk van Zwevegem, zo’n 500 m
buiten het plangebied. Het nabijgelegen treinstation is Kortrijk op
5 km, goed met de fiets bereikbaar via het Guldensporenfietspad.
Deze bovenlokale fietsroute heeft t.h.v. het plangebied nog een
missing link (onderbroken op het terrein van Bekaert). Door het
plangebied werden alle vroegere buurtwegen afgeschaft. De N8 en de
N391 zijn voorzien van respectievelijk fietssuggestiestroken of
fietsstroken als onderdeel van functionele fietsverbindingen. Langs
het kanaal Bossuit-Kortrijk loopt een jaagpad als recreatieve
fietsverbinding.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de
mogelijke effecten
In het centrum van Zwevegem staat de verkeersleefbaarheid
voorop. Onveilige situaties dienen preventief te worden aangepakt.
Het gemeentelijk mobiliteitsplan werd in herziening gesteld en
verder verfijnd. Hierbij werd rekening gehouden met de reconversie
van de Bekaertsite waarbij de hoofdontsluiting gebeurt via de
Bekaertstraat. Het nieuwe RUP 26-2 behoudt de principes van de
reconversie van de site Bekaert naar een woonproject, maar verhoogt
het aantal, die kunnen gebouwd worden naar 340. Vanaf 300 woningen
wordt een MOBER opgelegd bij de vergunningsaanvraag. Het
departement mobiliteit en openbare werken merkt in zijn advies op
dat vanaf 200 parkeerplaatsen er reeds een MOBER dient toegevoegd
te worden aan de bouwaanvraag. De projectontwikkelaar heeft
ondertussen een MOBER laten uitvoeren. In het kader van deze MOBER,
werden verkeerstellingen uitgevoerd tijdens de ochtend- en de
avondspits. Op basis hiervan kan een inschatting gemaakt worden van
de impact op het verkeer. Nieuwe bedrijfsactiviteiten die sterk
verkeergenererend zijn, worden door de stedenbouwkundige
voorschriften niet toegestaan. De ontwikkeling van de functies
kantoren, wonen en diensten, ... betekenen een zekere
verkeersstroom van mensen en goederen. De Bekaertstraat wordt de
hoofdontsluitingsweg van de nieuwe ontwikkeling, met een secundaire
ontsluiting via de Otegemstraat. Dit past binnen de opties van het
mobiliteitsplan van de gemeente. Uit de MOBER-studie blijkt dat
deze mobiliteitsstromen beperkt zijn t.o.v. het totale
verkeersvolume in Zwevegem. Bovendien valt binnen het plangebied de
vroegere bedrijfsactiviteiten van Bekaert definitief weg. Het
vrachtverkeer van en naar de resterende Bekaert en
Betafence-vestigingen gaat via de Blokkestraat en interfereert niet
langer rechtstreeks met het woongebied. Het RUP legt parkeernormen
op zodat op het eigen terrein voldoende parkeerplaatsen
gerealiseerd worden. Per
-
pag ina 26
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
wooneenheid dienen minimum 1,5 parkeerplaats te worden voorzien.
Bij een vergunningsaanvraag dient een informatieve parkeernota te
worden gevoegd met een overzicht van het parkeeraanbod en de
parkeervraag. Bij gestapelde woningen en meergezinswoningen dient
het parkeren collectief te gebeuren. Hierbij geven we de conclusies
uit de MOBER: “ Met de realisatie van het project op de
Bekaertsite, zal naast het nieuwe kantoorgebouw van Bekaert een
aangename site worden gecreëerd voor wonen en lokale commerciële
activiteiten in de kern van Zwevegem, waarbij gestreefd wordt naar
een mix van verschillende woontypologieën en ook aandacht aan de
groene ruimte wordt besteed. Het project voorziet in totaal in de
realisatie van max. 340 woningen (incl. 20 bestaande woningen) en
ongeveer 3.700 m² BVO commerciële activiteiten. De commerciële
activiteiten zullen onderverdeeld worden in een grotere handelszaak
(lokale buurtwinkel) en 15-tal kleinere entiteiten (lokale zaken).
De realisatie wordt gespreid over 5 fasen, waarbij oplevering
voorzien is tegen 2022. De site wordt voor het gemotoriseerd
verkeer hoofdzakelijk ontsloten via de Bekaertstraat, tegenover de
secundaire toegang en fietstoegang van de school. Een secundaire
uitrit wordt gefaciliteerd naar de Otegemstraat. Voor fietsers
wordt het Guldensporenpad achteraan de site doorgetrokken. De
voltooiing van de missing link in het Guldensporenpad brengt een
sterke verbetering in verkeersveiligheid en continuïteit met zich
mee voor fietsers op het recreatieve en bovenlokale
fietsroutenetwerk. Daarenboven kunnen fietsers zo de drukkere
kruispunten met de Bekaertstraat mijden. Ook de aanleg van de
toegang tot de site tegenover de fietstoegang van de school zorgt
voor een veiligere route voor het schoolverkeer richting het
Guldensporenpad. Fietsers kunnen daarbij vanuit de site het
Guldensporenpad bereiken. Het accentueren van de oversteek over de
Otegemstraat en Deerlijkstraat brengt de aanwezigheid van fietsers
duidelijker zichtbaar in het wegbeeld. De realisatie van het
project brengt verder ook geen problemen naar doorstroming met zich
mee voor de kruispunten met de Bekaertstraat. De intensiteiten
zullen met het project wel toenemen, waardoor wachtrijen tijdens
spitsuren mogelijk ook iets kunnen toenemen, maar zullen niet
leiden tot een oververzadiging van de kruispunten. Ook voor wat
betreft de parkeerbehoefte wordt met het parkeeraanbod van 491
parkeerplaatsen voldaan aan de normen vooropgesteld door het RUP en
wordt nog enige restcapaciteit voor de omgeving voorzien. Het
project voorziet namelijk ook in parkeergelegenheid in de
Deerlijkstraat (in functie van bewoners) en in de Bekaertstraat (in
functie van de school) om tegemoet te komen aan de bestaande
parkeervraag en ter compensatie van parkeergelegenheid op de
rijbaan die door het project zal komen te verdwijnen. Met de
toename aan intensiteiten en de geplande herinrichting van de
doortochten, is er bijkomend potentieel om de verkeersveiligheid
voor de nabije omgeving te verbeteren, met inbegrip van de
kruispunten met de Bekaertstraat. In afwachting van de
herinrichtingsdossiers zijn kleinschalige aanpassingen mogelijk
bestaande uit het benadrukken van de
-
pag ina 27
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
aanwezigheid van fietsers door coating of een gemarkeerd
fietspad of door middel van signalisatie ongewenst verkeersgedrag
(sluipverkeer, foutparkeren) te vermijden. Bij de
totaalherinrichting dient op de kruispunten met de Bekaertstraat
voornamelijk aandacht uit te gaan naar een verbetering van de
zichtbaarheid en de plaats van de zwakkere weggebruikers.” De
ligging in het centrum, de aanwezigheid van openbaar vervoer en de
realisatie van de bovenlokale fiets- en wandelas op de oude
spoorwegbedding, garandeert een vlotte bereikbaarheid voor een
niet-automobiliteit. Belangrijk is dat met de realisatie van het
Gulden sporenfietspad een non-stop fietsroute wordt gerealiseerd
van Kortrijk (station) naar Zwevegem en verder naar Avelgem. Met de
realisatie van de fietstunnel onder de N391 in 2013, nam het belang
nog toe als preferentiële fietsroute, zowel functioneel als
recreatief. De Deputatie besliste reeds deze missing link op te
nemen in het bovenlokaal fietsnetwerk. Met het bedrijf Bekaert
heeft de gemeente een overeenkomst afgesloten om het beheer (na
aanleg binnen het reconversieproject) van de fietsroute op te
nemen. In het kader van een financiering uit het fietsfonds werd
een startnota besproken binnen de gemeentelijke
begeleidingscommissie. Het departement mobiliteit en openbare
werken vermeldt in zijn advies: - gezien de nabijheid van een
nonstop-fietsroute lijkt het
vreemd om 491 parkeerplaatsen te voorzien - er wordt gesteld dat
er wachtrijen mogelijk zijn tijdens de
spits en stelt de vraag hoe lang de fileopbouw duurt en wat de
restcapaciteit van de weg is
Het departement mobiliteit en openbare werken vermeldt als
conclusie evenwel dat er geen aanzienlijke milieueffecten zullen
gegenereerd worden i.v.m. mobiliteit.
Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk
milieueffect Nee
-
pag ina 28
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
5.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke
milieueffecten
Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee Effect op -
gezondheid en veiligheid van de mens nee - ruimtelijke ordening nee
- biodiversiteit, flora en fauna nee - energie en
grondstoffenvoorraad nee - bodem nee - water nee - atmosfeer en
klimatologische factoren nee - geluid nee - licht nee - stoffelijke
goederen en cultureel erfgoed nee - landschap nee - mobiliteit nee
Gezien de impact van het plan en milderende maatregelen die binnen
het RUP worden voorzien, zijn er weinig tot geen effecten met een
grote invloed te verwachten.
5.2 De kenmerken van plannen en programma’s
5.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en
andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en
gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen
Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.
5.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met
inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel,
beïnvloedt
Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk
Ruimtelijk Structuurplan. Het gemeentelijk RUP staat onder aan de
hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gemeentelijk
RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.
5.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van
milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van
duurzame ontwikkeling
Niet relevant voor dit RUP.
-
pag ina 29
sve/avo a u teu r - u zwe 26-2 strategisch project Bekaert 07
dossi er - 20151118-planmerscreening ZWE 26.2 strategisch project
Bekaert -
ontheffingsvraag b es ta nd - 18 november 2015 d a tu m
5.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan
Zie punt 5.1. bij de beoordeling van de milieueffecten.
5.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de
milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap
Niet relevant binnen dit RUP.
6 Conclusie
- Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de
beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de
huidige referentiesituatie en de passende en flankerende milderende
maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen
aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld
ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-MER.
-
sevesobedrijven
landschapsatlas
0 250 500 Meters
%
%
%
stedelijk gebied kortrijk
Zandig Leie-Schelde-interfluvium
GaversGavers
!Ghekiere Trans Shipment NV
schaal: bodemkaart
plan-MER screening 1
Legende
1:15.000
biologische waarderingskaart
0 0,5 1 Kilometers
plangebiedbiologische waarderingskaart
landschapsatlas
bodemkaart
sevesobedrijven
ankerplaatsenlijnrelikten
% puntreliktenreliktenzonetraditionele landschappen
01. Antropogeen
04. Vochtig zand
09. Nat zandleem10. Vochtig zandleem15. Natte klei
03. Nat zand
05. Droog zand
Faunistisch belangrijk gebiedbiologisch minder waardevolcomplex
van biologisch minder waardevolle enwaardevolle elementencomplex
van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle
elementencomplex van biologisch minder waardevolle en zeer
waardevolle elementenbiologisch waardevolcomplex van biologisch
waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch zeer
waardevol
INBO/AGIV, september 2010 RWO/AGIV, augustus 2001
VLM/AGIV, 2001 LNE, april 2012
! lage drempel
STAD HARELBEKERUP 24.1 Arendswijk
-
zoneringsplan
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
0 250 500 Meters
schaal:infiltratiegevoelige bodems
plan-MER screening 2
Legende
1:15.000
waterlopen
plangebied
grondwaterstromingsgevoelige gebiedengeen informatie
beschikbaarzeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)matig
gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)weinig gevoelig voor
grondwaterstroming (type 3)
waterlopen (VHA)bevaarbare waterlopenbeek categorie 1beek
categorie 2beek categorie 3niet-gecatalogeerde beek
infiltratiegevoelige bodemsniet
infiltratiegevoeliginfiltratiegevoelig
centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten
op zuiveringsstation)
individueel te optimaliseren buitengebied(individuele
zuiveringsinstallatie te voorzienop eigen perceel)
collectief geoptimaliseerd buitengebied(reeds of binnenkort
berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)collectief te
optimaliseren buitengebied(nog te berioleren, en/of aan te
sluitenop zuiveringsstation)
zoneringsplan
VMM/AGIV, juli 2006
VMM/Gemeenten, 2009VMM/AGIV, juli 2006
STAD HARELBEKERUP 24.1 Arendswijk
VMM/AGIV, juli 2014
-
schaal: 1:10.000
watertoets
Legende
0 250 500 Meters
plangebied
overstromingsgevoelige gebiedenniet
overstromingsgevoeligeffectief overstromingsgevoeligmogelijk
overstromingsgevoelig
waterlopenbevaarbare waterlopenbeek categorie 1beek categorie
2beek categorie 3niet-gecatalogeerde beek
STAD HARELBEKERUP 24.1 Arendswijk
Bron: Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW),
2011Waterlopen (Vlaamse Hydrografische Atlas), VMM/AGIV, juli
2014