Top Banner
rector oosterlinck blikt vooruit en naar binnen de standaard volgens vandermeersch faculty club op nieuwe wegen de krachttoer van het kijken een leven lang: vic nachtergaele 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1 België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39 5
20

11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

Oct 13, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

rector oosterlinck blikt vooruit en naar binnen

de standaard volgens vandermeerschfaculty club op nieuwe wegen

de krachttoer van het kijkeneen leven lang: vic nachtergaele

11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang

Verschijnt 14-daags,uitgez. juli en aug.

AfgiftekantoorHasselt 1

België-BelqiqueP.B.

3500 Hasselt 112/39

5

Page 2: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

F O R U M

Deze pagina staat open voor uw meningen of reacties. De inhoud is voor rekening van de auteur. De redactie behoudt zich het

recht voor om stukken in te korten of te weigeren. Lezersbrieven worden gepubliceerd met naam en woonplaats van de auteur.

Bijdragen die ons na de deadline bereiken, zullen niet worden opgenomen. Het adres van de redactie vindt u op de volgende

pagina, de deadlines van de volgende nummers vindt u hieronder.

Ongeveer twee jaar geleden pleegde ik in Campuskrant

een artikel met als titel ‘Eredoctoraat voor Bill Gates?’.

Daarin bekritiseerde ik het feit dat zowat iedereen aan

onze instelling klakkeloos de monopoliepositie van

Microsoft in de sector van de pc-software scheen te aan-

vaarden, dat we studenten afleveren voor wie ICT gelijk

staat aan icoontjes drukken, zonder dat ze beseffen wat

er achter de (grafische) schermen gebeurt, en dat men de

ogen sloot voor de enorme voordelen die Open Software

biedt. (Voor wie het laatste jaar verstoken is geweest van

informatie uit de wereld van de Informatie- en Commu-

nicatie-Technologie (ICT): Open Software is de verza-

melnaam van duizenden softwarepakketten die gratis

beschikbaar zijn, w aarvan niemand de eigenaar is, waar-

van de licenties alle mogelijke rechten aan de kant van de

gebruikers leggen.) Tot mijn niet geringe verbazing

weekte dit artikel een hele hoop reacties los; uit alle lagen

van de K.U.Leuven-gemeenschap, behalve van de acade-

mische overheid.

Ondertussen is er enorm veel geëvolueerd: Microsoft

is voor de publieke opinie ontmaskerd als een onverbe-

terlijke monopolist, en veroordeeld voor onethische

handelspraktijken; Linux en andere Open Software heb-

ben een graad van technische en commerciële rijpheid

bereikt die op velerlei gebieden die van gesloten software

overstijgt; niemand buiten Microsoft zelf onthaalt de

lancering van de nieuwe Windows 2000 als het evene-

ment van het jaar; aan de K.U.Leuven (en andere instel-

lingen van hoger onderwijs) werken ondertussen tien-

tallen servers en honderden pc’s op Open Software;

wereldwijd verdienen reeds duizenden mensen goed

hun brood met Open Software (in de Leuvense Linux-

bedrijven alleen al zijn dat er een 40-tal!); in Vlaanderen

zijn verscheidene scholen met Open Software aan het

experimenteren en de vraag naar informatie en opleiding

overtreft ruimschoots het aanbod; Vlaanderens techno-

logische trots Lernout & Hauspie heeft een spraakge-

stuurde zakcomputer gelanceerd die werkt onder Linux

(en niet onder de concurrerende Windows CE van

medeaandeelhouder Microsoft!); al wie naar de webpagi-

na’s van pakweg de VRT en de VTM surft, komt op een

Linux-machine terecht; LUDIT en KulNet zijn erin

geslaagd om van CWIS een intranet te maken dat overal

ter wereld gezien mag worden, mede door hun goede

expertise op het gebied van Open Software en hun

respect voor open standaarden; de Europese Unie trekt

in het IST-programma substantiële budgetten uit ter

ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-

cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-

aspecten van gesloten besturingssystemen zoals Win-

dows; 25% van de server-computers die wereldwijd ver-

kocht werden in 1999 dr aaien Linux (cijfers van IDG, en

deze bevatten niet eens al die andere die met niet offi-

cieel aangekochte maar even legale kopies zijn opgezet);

zelfs hotmail.com, de gratis e-mail-dienst van Microsoft,

draait niet onder Windows maar wel met uitsluitend

Open Software!

Ondanks deze explosieve evolutie blijft onze Alma

Mater zich gedragen als een Janus-figuur met twee aan-

gezichten: terwijl aan de basis de belangstelling en het

gebruik van Open Software groeien, beweegt er aan de

top helemaal niks. Er komt geen signaal dat Open Soft-

ware niet alleen gedoogd wordt maar misschien zelfs wel

gestimuleerd mag worden. Geen signaal naar de grote

ICT-leveranciers (bijvoorbeeld SAP) dat ze alle gegevens

in open formaten moeten opslaan en aanbieden, en dat

ze de campuslicenties in feite gratis zouden moeten

maken, gezien de onbetaalbare marketing en opleiding die de K.U.Leuven in

de plaats van die bedrijven aan onze studenten aanbiedt. Geen inspanning

om Dell als huisleverancier te verplichten om op elke PC-Shop-computer

ook Linux te installeren (kost hen geen cent, en ze leveren wereldwijd toch al

5% van al hun computers met Linux geïnstalleerd) zodat iedereen de kans

krijgt zonder installatieproblemen kennis te maken met Open Software.

Geen eredoctoraat voor ICT- ‘vrijheidstheologen’ à la R ichard Stallman,

Donald Knuth of Linus Torvalds, terwijl Romero en de Zusters Theresa en

Devos wel voor hun onverdroten en even ‘hopeloze’ ijver voor de onder-

drukten in de (verdiende) bloemetjes worden gezet. Geen Expertisecentrum

Open Software, waarmee we niet alleen aan een voo ruitstrevend image kun-

nen bouwen bij toekomstige studenten, maar tegelijk ook nuttige maat-

schappelijke dienstverlening kunnen verzorgen. Geen erkenning voor het

schrijven van (open) software, maar wel voor papieren publicaties, die veel

minder direct bruikbaar zijn, en die verschijnen in te dure tijdschriften.

Geen economische studie naar de business-modellen achter Open Software-

bedrijven. Geen afwijzing van de onethische zakenpraktijken van Microsoft,

ondanks de fraaie bewoordingen in de Opdrachtsverklaring. Niks, nothing,

File not found, ...

Wel genereert de K.U.L euven overvloedig signalen in de andere richting:

een onverminderde stroom van Word-bestanden op CWIS (alhoewel dit

bestandsformaat zelfs niet standaard is tussen twee verschillende versies van

het eigen programma!); pogingen om de gesloten en te betalen software van

Reference Manager op te dringen om de bibliografische gegevens van alle

departementen te verzamelen (terwijl er al jaren open standaarden en soft-

ware bestaan die deze job uitstekend klaren); men werkt actief mee wanneer

SAP zijn gesloten web-agenda-formaat wil opdringen, ook al bestaan er

open internationale standaarden voor deze doeleinden; idem dito met de

Active Directories van Microsoft; of als datzelfde Microsoft nog maar eens

jarenlang gerespecteerde standaarden (i.c. de toegangsbeveiliging via het ker-

beros-protocol) ‘innoveert’ en dus onbruikbaar maakt voor andere fabrikan-

ten.

Deze ambigue Janus-kijk is niet alleen een feit aan de K.U.Leuven, maar

in zowat alle bedrijven en administraties. Om de eenvoudige reden dat over-

al de beslissingsnemers ver afstaan van de dagelijkse ICT-praktijk, laat staan

dat ze de tijd hebben of nemen om Open Software op zijn objectieve merites

te leren evalueren. De vakbladen die ze onder ogen krijgen brengen weinig of

geen nieuws uit de Open Software-wereld, omdat ze uit die hoek geen

snoepreisjes of geschenken in natura verwachten ...

Janus was de god die tegelijk vooruit en achteruit keek, de god van de

bogen en de poorten (‘gates’ in het Engels ...), de god die onveranderd teza-

men met Vesta (‘bill’ in het Engels ...) werd vereerd, wiens slaafse volgelin-

gen, de Vestaalse maagden, onverbiddelijk ter dood werden veroordeeld

indien ze de regels (lees ‘licenties’) overtraden. Voer genoeg voor ernstige

academische overpeinzingen ...

K.U.Leuven:

Janus van de ICT

AB = met alumni-

bijlage

Nr.

Verschijningsdatum

Teksten indienen vóór

8

25 mei

17 mei

9

8 juni (AB)

31 mei

10

22 juni

14 juni

11

31 augustus (AB)

23 augustus

12

21 september

13 september

13

5 oktober (AB)

27 september

14

19 oktober

11 oktober

15

3 november

25 oktober

16

16 november (AB)

8 november

17

7 december

29 november

Bijdragen dienen ons de

dag van de deadline te

bereiken, vóór 12u sti pt.

Suggesties voor artikels of

interviews zijn welkom

op het redacti eadres,

minstens (liefst veel eer-

der) één week voor de

deadline. De vaste bijdra-

gen voor kalenders en

vacante mandaten wor-

den twee dagen voor elke

deadline ingewacht bij de

betrokken diensten, niet

bij de redactie van Cam -

puskrant.

Verschijningsdata Campuskrant 2000

vervolg op pagina 12

Professor Herman

Bruyninckx pleit

voor het stimuleren

van Open Software

aan onze

universiteit als

gezond alternatief

voor de commer-

ciële software van

monopolisten als

Microsoft.

2 C A M P U S K R A N T 11.5.2000

Page 3: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

G E C I T E E R D

“TV-kijken gaat alvast bij jongeren ten koste van

het uitgaansleven. Dat besloot Jan Van den Bulck

van het Departement Communicatiewetenschap-

pen aan de K.U.Leuven uit een ondervraging van

duizend Vlamingen van 17 en 18 jaar oud. (...) Ver-

rassend was dat Van den Bulck geen verband ont-

dekte tussen tv-kijken en sporten, wel tussen tv-

kijken en uitgaan: wie veel voor de buis zat, dook

minder in de disco of het café. Georganiseerde

vrijetijdsbesteding, zoals muziekschool of jeugdbe-

weging, leed niet onder het tv-kijken. Gemiddeld

keken Vlaamse jongeren per week slechts tien uur

naar de tv - d at is de helft van de gemiddelde

Vlaamse volwassene.”

Knack, 26.4.2000

“Wie aan een hogeschool studeert, geeft gemiddeld

meer uit dan zijn collega-studenten aan de univer-

siteit. Studenten die een opleiding van twee cycli

(vier jaar) volgen aan een hogeschool zijn het

duurst. Bovendien liggen de uitgaven voor kotstu-

denten hoger dan die voor pendelstudenten. Dat

blijkt uit een onderzoek dat het Hoger Instituut

voor de Arbeid (HIVA, K.U.L euven) in opdracht

van de Vlaamse overheid deed naar de studiekosten

in het hoger onderwijs. De kosten van een jaar

hoger onderwijs liggen tussen 67.000 frank en

155.000 f rank. (...) Er is ook een groot verschil tus-

sen de individuele instellingen: de ene hogeschool

of universiteit blijkt de andere niet. De studiekost

aan de goedkoopste en de duurste hogeschool ligt

meer dan 45.000 f rank uit mekaar. Bij de universi-

teiten is er een verschil van ongeveer 30.000

frank.”

Het Nieuwsblad, 27.4.2000

“De ministers van de Vlaamse regering en hun

medewerkers kunnen voortaan de hulp van de

computer inroepen om decreten en besluiten te

schrijven. Het Instituut voor Sociaal Recht van de

K.U.Leuven leverde het Solon-programma, dat het

op verzoek van de vorige Vlaamse regering ontwik-

kelde. Solon helpt de minister, zijn medewerker of

een ambtenaar de inhoud van een maatregel ‘vol-

gens het boekje’ om te zetten in juridische bepalin-

gen, in de vorm van een arti kel in een decreet of

besluit. (...) Voor de inhoud en de gevolgen van een

decreet is de computer niet verantwoordelijk. D at

blijft een zaak van minister en parlement.”

De Financieel Economische Tijd, 2.5.2000

“De K.U.L euven neemt bijkomende maatregelen

om de campus in Heverlee veiliger te maken. Het

gaat onder meer om praatpalen, extra bewaking en

de herinrichting van de fietsbunkers. De maatrege-

len werden voorgesteld door de werkgroep Veilig-

heid, die vorig academiejaar aan de K.U.Leuven

werd opgericht door studenten, personeel, rijks-

wacht en politie naar aanleiding van enkele inciden-

ten op deze campus.”

Belga, 3.5.2000

11 mei 2000

CampuskrantVeertiendaags tijdschrift van de K.U.L euven

RedactieIne Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo

Meyvis, Wouter Verbeylen

AdreswijzigingenRedactiesecretariaatVéronique Limbourg

t(016)32 41 8 4

RedactieadresDienst Communicatie

Oude Markt 13

3000 Leuven

t(016)32 40 18

f(016)32 40 1 4

e-mail

[email protected]

Internetadreshttp://www.kuleuven.ac.be/ck/

Aan dit nummer werkten meeKarine Aert, Leen Bockaert, Erik Brusten, Her-

man Bruyninckx, Jür gen Blondeel, Lieve Dillen,

Anne-Mie Jaspers, Geert Op de Beeck, Isabel

Penne, Klaartje Proesmans, L ieve Quaegebeur,

Siska Waelkens

Stuurgroep CampuskrantN. (voorzitter), Jan Bauwens, Hilde Devoghel,

Jan De Vuyst, Jan Elen, Bernard Himpens, Jos

Huypens, Stephan Neetens, Isabel Penne, Car-

los Steel, Paul Thurman, Jos Vaesen, Frans Van

Nieuwenhove, Luc Vanquickenborne, Jan Ver-

haeghe, Marc Waelkens

VormgevingTotal Design Belgium

Foto’sPatrick Holderbeke, Karel Rondou,

Rob Stevens

CoverfotoRob Stevens

CartoonsJoris Snaet

ReclameregieDienst Communicatie K.U.Leuven, Ine Van

Houdenhove, t(016)32 40 18

Oplage18.000

DrukwerkConcentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt

Verantwoordelijke uitgeverFrans Van Nieuwenhove

Naamsestraat 22

3000 Leuven

Copyright artikelsArtikels uit deze editie - of delen ervan - kun-

nen overgenomen worden mits toestemming

van de redactie.

Abonnementen300 fr. tot eind 2000. Afg estudeerden die lid

zijn van Alumni Lovanienses krijgen de num-

mers met alumnibijlage 8 keer per jaar gratis

toegestuurd. Zij kunn en zich voor 150 fr. abon-

neren op de nummers zonder alumnibijlage.

Een buitenlands abonnement kost voor alumni

300 fr. tot eind 2000 (anderen 600 fr.). Reke-

ningnr.: 432-0000791-61 t.n.v. Dienst Commu-

nicatie, Oude Markt 13 te 3000 L euven, met

vermelding ‘Thuisabonnement CK’.

Het volgende nummer verschijnt op 25 mei.

Bijdragen - verslagen van raden, nieuwe publi-

caties, kalenders, korte, informatieve stukjes -

dienen ons te bereiken vóór woensdag 17 mei,

12u stipt. Suggesties voor artikels en interviews

zijn welkom op het redactieadres.

2 Forumstuk

Herman Bruyninckx over open software en

Microsoft

4 Onderwijsvernieuwing aan de K.U.L euven

Passiviteit is geen recht

6 Anemoon-project

De muren staan er al

7 Feestjaar-sponsor aan het woord

De Standaard-hoofdredacteur Peter

Vandermeersch

8 Octrooibegeleiding aan de K.U.Leuven

De gevolgen van Eureka

9 Een leven lang

Romanist en oud-KULAK rector Vic Nachtergaele

10 Onderzoek naar oogbewegingen

De krachttoer van het kijken

11 Interview met manager Tine Verhelst

De Faculty Club op nieuwe wegen

12 Gemma-Frisius-fonds groeit snel

Onderzoeksvalorisatie boekt succes

13 Jeugdboek over middeleeuwse kunst bekroond

Nooit te jong om te leren

14 Handelsingenieur wint Ippa-prijs

Ethisch beleggen: meer dan een modewoord

15 De erfenis van ‘ Tant Griet’

Margaret’s Hospital opgericht

17 Ad valvas

20 Studenten

Laureaat Literaire Wedstrijd Maarten De Pourcq

5 Rector Oosterlinck blikt vooruit ennaar binnen

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 3

Page 4: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

O N D E R W I J S V E R N I E U W I N G I N D E K I J K E R

Studenten zijn gewaarschuwd

“Passiviteit is geen recht”Anne-Mie Jaspers

Voor deze aflevering van onze reeks over

onderwijsvernieuwing aan de K.U.L euven

liepen we langs bij professor Dominique

Vanneste van de Afdeling Sociale en Eco-

nomische Geografie. Daar wordt uiteraard

veelvuldig gebruik gemaakt van beeldmate-

riaal en naast de gebruikelijke dia’s en foto’s

lijkt een ICT-toepassing dan ook een l ogische

volgende stap.

Professor Vanneste is met haar huidige

OOI-project rond virtuele terreinexploratie

niet aan haar proefstuk toe. Vanneste: “Tot

nu toe hebben we al twee projecten gereali-

seerd. Samen met mijn collega professor

Gerard Govers en Open Universiteit

Nederland ontwikkelde ik een cd-rom voor het practicum Geografische

Informatiesystemen. Open Universiteit gebruikt de cd-rom voor afstands-

onderwijs, wijzelf als bron voor zelfstandige verwerking van de leerstof, dus

niet ter vervanging van de hoorcolleges. Daarnaast richtte ik samen met col-

lega professor Myriam Verbeke een website op rond ruimtelijke transforma-

ties in post-apartheid Zuid-Afrika, waarvan een aantal modules voor ver-

schillende lessen en door verschillende collega’s gebruikt kunnen worden

aan de K.U.L euven, aan Zuid-Afrikaanse universiteiten én daarbuiten.”

Licht uit, contact weg“Mijn interesse in de OOI-projecten vindt haar oorsprong in de verschei-

denheid van de groep studenten waaraan ik lesgeef. Geografen, historici,

economisten - door hun uiteenlopende achtergrond zijn zij natuurlijk ook in

verschillende aspecten van het vak geïnteresseerd. Tijdens de les toon ik

natuurlijk ook wel eens dia’s - vooral aan studenten uit richtingen die geen

excursies hebben in hun lessenpakket -, maar dan geven de studenten niet

zelf het tempo aan. Daarbij komt nog dat het contact verbroken wordt: het

licht gaat uit, en je weet volstrekt niet wààr ze op dat moment mee bezig zijn,

of ze nog wel ‘aanwezig’ zijn.”

“Alleen al om die reden is het interessant om kaartenmateriaal, inter-

views, enzovoort, gekoppeld aan beelden van het terrein, in een web-toepas-

sing te gieten. Via hot spots kan je de student een beetje leiden in de interpre-

tatie van de beelden, bijvoorbeeld door feedback te geven bij een foute ontle-

ding van het beeld. En je kan perfect inspelen op de verscheidenheid van de

groep. De historici zijn vooral geïnteresseerd in een interpretatie van een

landschap als historische bron, dus voer je modules in die de historische

aspecten naar de voorgrond brengen, bijvoorbeeld in beelden rond nederzet-

tingsgeografie. Door oud en nieuw kaartenmateriaal toe te voegen kan je hen

een aantal beschouwingen voorleggen, bijvoorbeeld ‘in welke mate is dit

landschap een vorm van historische erfenis en hoe zou men deze erfenis

kunnen beheren in de toekomst?’ Economisten zijn dan weer meer geïnte-

resseerd in vestigingsfactoren voor bedrijven, het economische imago van

een bepaalde regio: waarom gaat een bedrijf zich op een bepaalde plaats ves-

tigen?”

“De geografen vormen een groep apart: zij gaan geregeld op excursie en

doen terreinervaring op. Toch is de website ook voor hen geen overbodig

hulpmiddel: met het op stapel staande project rond virtuele terreinexploita-

tie zullen we proberen hen nog beter voor te bereiden, zodat we het maxi-

mum kunnen halen uit de excursies. Vooral tijdens de excursies met kandi-

datuursstudenten wordt er nog te veel ‘gedoceerd’ op het terrein: de websi-

te-voorbereiding zou meer ruimte kunnen scheppen voor begeleide zelfacti-

viteit, zoals het bevragen van omwonenden of bevoorrechte getuigen door

middel van enquêtes.”

“Ik hoop dat de studenten zelfverzekerder zullen worden door dit pro-

ject, dat ze een beter inzicht krijgen in de werkelijkheid en leren essentiële

elementen van bijkomstige te onderscheiden in een landschap - ongeacht of

het van menselijke of natuurlijke aard is. Ze moe ten tijdens de ontleding van

een landschap ook

inzicht krijgen in

bepaalde processen die

dit landschap vorm

geven, en die vaak niet

uniek zijn voor een

bepaalde plaats. Via

ICT kan je hen, na een

terreinoefening, ook

andere plaatsen tonen

waar we wegens tijd-

of geldgebrek niet

heen kunnen, maar

die wél aan dezelfde

processen onderhevig

zijn.”

Wereldprocessen“De modules voor vir-

tuele terreinexploitatie

zouden trouwens een springplank moeten zijn voor internationalisering;

met collega’s van het Virtual Geographic Department in de Verenigde Staten

onderzoeken we reeds de mogelijkheden voor een eventuele samenwerking

en op het Congres van de Association of American Geographers zal ik vol-

gend jaar de resultaten hiervan voorstellen. Dat zou natuurlijk ideaal zijn:

beelden kunnen tonen van gelijkaardige of juist afwijkende processen van

over heel de wereld: van steden en platteland, van wonen en economische

functies, van landschapsdegradatie en -herstel, van beleidsingrepen via

ruimtelijke ordening, enzovoort. Verstedelijking bijvoorbeeld is een wereld-

wijd probleem, maar toch heeft iedere regio zijn eigen specifieke aanpak en

komen telkens andere conflicten aan de oppervlakte. Die verschillende voor-

beelden kunnen samenbrengen en linken kunnen leggen met planningsdo-

cumenten en andere verklarings- en beheersvormen, zou een geweldige ver-

rijking betekenen.”

“Het is ook belangrijk dat we niet te voortvarend zijn en starten met een

vervolg op pagina 17

In Campuskrant van 16 maart 2000, p. 1 5, geeft Nicolaas Van Leeuwen een

aantal verklaringen weer van professor Georges De Schrijver S.J. over Mgr.

Oscar Romero, aartsbisschop van San Salvador, die in 1980 aan het altaar

werd vermoord. Omwille van mijn werk in de sector van de ontwikkelings-

samenwerking volg ik met veel belangstelling de situatie in Centraal-Ameri-

ka. Ik meen een paar interessante gegevens te kunnen toevoegen aan de

woorden van professor De Schrijver.

Ik ben de mening toegedaan dat het weinig zin heeft de figuren van Mgr.

Romero en die van zijn opvolger, Mgr. Saénz Lacalle, tegen elkaar op te stel-

len. In Avvenire van 24-3-94 heeft Mgr. Saénz een aangrijpende getuigenis

geleverd van zijn diepe vriendschap met Mgr. Romero, tot de dag waarop

deze werd vermoord, een dag die beide vrienden trouwens samen door-

brachten.

Misschien was het omwille van deze geestelijke band dat Johannes Pau-

lus II Mgr. Saénz benoemde als opvolger van Mgr. Romero. Dat liet de paus

tenminste uitschijnen toen hij in 1996, op weg naar Centraal-Amerika, aan

de journalisten verklaarde dat er geen tegenstelling kon zijn tussen beide

figuren, omdat Mgr. Saénz de biechtvader was geweest van Mgr. Romero

(vgl. Corriere della Sera, 6-12-96).

Over de nieuwe oriëntatie i.v.m. bevrijdingstheologie die, volgens prof.

De Schrijver, Mgr. Saénz zou hebben aangenomen tegenover Mgr. Romero,

moet men m.i. een belangrijke precisering toevoegen: tussen de moord op

Mgr. Romero, in 1980, en de benoeming van Mgr. Saénz, in 1995, heeft de

Kerk grondig nagedacht over bevrijdingstheologie. Ze is tot de conclusie

gekomen dat men een duidelijk onderscheid moet maken tussen een bevrij-

dingstheologie waarin de Kerk haar boodschap erkent, en een andere die zij

heeft moeten verwerpen omwille van haar marxistische methodologie. In

1993 had ik de g elegenheid Mgr. Saénz aan het werk te zien, in zijn vroegere

bisdom, Santa Ana, waar hij duidelijk en op grote schaal een ‘opción por los

pobres’ doorvoerde, zonder te vervallen in afwijkingen die onaanvaardbaar

zijn voor de Kerk, en dus voor een katholieke bisschop.

Ik denk dat deze preciseringen een aantal nuances brengen die de lezer

van Campuskrant behoeden tegen een afgezaagd en weinig realistisch cliché:

Romero tegenover Saénz, bevrijdin gstheologie tegenover Opus Dei of Kerk

van de armen tegenover Vaticaan.

Dr. Benoit Beuselinck

L E Z E R S B R I E V E N

4 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Page 5: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

B E L E I D

Rector André Oosterlinck begint aan een nieuwe ambtstermijn. Hij werd, na

de eerste verkiezingsronde, op 18 april door de Raad van Beheer be noemd tot

rector voor de periode 2000-2005. Tijd voor een terugblik, en vooral voor een

peiling van de toekomst. We troffen de rector aan bruisend van energie, en dui-

delijk méér dan klaar om er in te vliegen.

Eerlijk zeggen: voelde u iets van triomf toen de stemmen geteld waren?

“Eerlijk antwoord: neen. Als er maar één kandidaat is, heb je uiteraard niet de

ontlading die er is als je de mee ste stemmen haalt van meerdere kandidaten.

Maar toch, die spanning was er nu ook. Mijn zorg was niet zozeer dàt ik zou

winnen, maar wel of dat met een voldoende groot draagvlak zou gebeuren.

Dat is gelukkig heel duidelijk wel het geval geweest. Natuurlijk stemt dat mij

tevreden, maar een gevoel van triomf is het zeker niet. Trouwens, ik weet

wat me te wachten staat, ik weet hoe zw aar de job is. Geloof me, op sommige

momenten is het echt geen pretje.”

Beter wordenWat vindt u de belangrijkste verwezenlijking van de afgelopen 5 jaar?

“Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Even kijken ... In het algemeen, dat we

beter geworden zijn dan we waren. Leuven stónd al aan de top, vijf jaar gele-

den, en daar staan we nog altijd, sterker dan toen. Ons onderzoek scoort

schitterend, ons onderwijs wordt ingrijpend verbeterd, onze maatschappelij-

ke aanwezigheid is evident.”

En het grootste probleem waarmee u de afgelopen 5 jaar geconfronteerd werd?

“Dat is duidelijk: de financiële en structurele problemen van onze ziekenhui-

zen. Toen twee jaar geleden de diepte van de put duidelijk werd en tegelijk

ook de niet aangepaste organisatie, heb ik me er zéér intensief en heel per-

soonlijk voor ingezet om die dreigende ramp af te wenden. Ik denk dat we

nu, twee jaar later, zijn waar we moesten zijn. Als de reg ering haar beloften

houdt, zullen we het vorige boekjaar zelfs licht positief kunnen afsluiten.

Maar veel belangrijker is dat we het nodige gedaan hebben om onze zieken-

huizen goed georganiseerd de 21ste eeuw binnen te brengen. Dat betekent

echter niet dat alle problemen nu van de baan zijn .”

Wat vond u de prettigste ervaring tijdens de afgelopen jaren?

“De manier waarop je binnen de K.U.L euven kunt samenwerken. Vreemd is

dat. De ene faculteit weet bij wijze van spreken soms nauwelijks waar de

andere ligt, maar als het erop aankomt mensen te vinden voor de verdediging

van bepaalde gemeenschappelijke belangen, dan vind je d ie overal. We

beconcurreren elkaar soms, maar we werken samen als het moet. Dat vind ik

gezond.”

“Het frappeert me telkens weer dat een universiteit meer is dan de som van

zijn delen. Wat men er ook van zeg t, er is een belangrijk gemeenschapsge-

voel. Natuurlijk is er op dat vlak ook nog veel te doen. Soms vind ik d at we te

weinig naar buiten treden als universitaire gemeenschap. Dat wil ik aanwak-

keren, maar eenvoudig is zoiets natuurlijk niet.”

Wat zijn de eigenschappen van een goede rector?

“Je moet een reeks goede managementsprincipes hanteren, wat sommigen

daar ook over mogen beweren. Verder moet je over aanzienlijke ervaring als

prof beschikken, als docent én als onderzoeker. Je moet multiculturele gevoe-

ligheid hebben, multidisciplinaire interesse, en politieke flair - héél belangrijk. Je moet aandacht

hebben voor elke individuele mens. Je moet oor hebben voor de problemen van de student.”

De toekomstWat vreest u het meeste?

“Politieke kortzichtigheid. Universitair beleid is bijna altijd iets van eerder lange adem. Wat ik

vrees is dat bepaalde lokale drukkingsgroepen in Antwerpen en Limburg een zodanige impact op

het beleid zouden hebben dat er een grote uitbreiding van Antwerpen en het LUC zou komen.

Als je iets verpakt met veel argumenten over democratisering enz., zullen er allicht mensen zijn

die het provincialisme niet overstijgen. Die mensen missen dan het ruimere perspectief, en dat is

dat een dergelijke uitbreiding noodlottig is voor de globale kwaliteit van onze Vlaamse universi-

taire ruimte. Eenvoudig gezegd: er is te w einig geld om het onder méér medespelers te verdelen.

Dàt vrees ik heel erg, ja. Ik hoop alleen dat onze beleidsmensen af en toe ook eens ‘neen’ durven

zeggen, ook al trappen ze daarmee op een paar tenen.”

Welke beleidspunten zal u heel s peciaal ter harte nemen tijdens uw tweede ambtsperiode?

“De universitaire levenskwaliteit moet toenemen. De werkdruk mag niet te hoog worden. Op

dat vlak balanceren we echt al op het randje. Daar is iets aan te doen, maar de overheid moet

meewillen. Een uitbreiding van de eerste geldstroom is bijvoorbeeld essentieel om de omkade-

ring uit te breiden, zodat er per ZAP’er minder administratie, fundraising enzovoort te doen valt .

Levenskwaliteit is lang niet alleen een financiële kwestie, maar laat ons wèl wezen: de universi-

taire salarissen zijn eerder aan de lage kant, binnen het ATP zowel als binnen het AAP en ZAP,

tenminste als je een vergelijking maakt met de privé-sector. Ik vrees echter dat we op dat vlak

voor de keuze zullen komen te

staan: ofwel meer salaris, maar dan

minder mensen, ofwel het omge-

keerde. Als de overheid verder de

weg van de enveloppe-financiering

ingaat, zullen we ons daar zélf heel

ernstig over moeten beraden.”

“Verder wil ik in ied er geval veel

aandacht besteden aan een verdere

intensieve zorg voor de onderwijs-

kwaliteit. Het Onderwijsbeleids-

plan moet verder uitgevoerd wor-

den. Ik wil er zeker voor zorgen dat

enkele pijnpunten in het onderwijs

- meestal betreft dat enkele indivi-

duele deficiënties van docenten -

opgeruimd worden.

“Meer concrete punten? Ach, die

zijn er zoveel. Ik denk bijvoorbeeld

aan een verdere administratieve

modernisering. Aan het behoud van

de sociale voorzieningen. Aan een

bevordering van de interdisciplina-

riteit in onderwijs en onderzoek.

Aan een modern, gestroomlijnd

personeelsbeleid. Ik wil ook ernstig

werk maken van een andere finan-

ciering van onze basisinkomsten,

die ik minder wil laten afhangen van

het studentenaantal, en meer van de

kwaliteit die een instelling te bieden heeft. Ik wil er ook n auwlettend op toezien dat evaluatie

een middel blijft, geen doel. Evaluatiemoeheid is een gevaarlijk probleem, dat we moeten voor-

komen of zo snel mogelijk wegwerken.”

Wat is het minst aangename aspect van uw job?

“Ik heb een intense afkeer van vergaderen om te vergaderen. Commissies zijn prima als ze een

evident doel hebben, maar niet als bezigheidstherapie voor drukdoeners. Ik vind eerlijk gezegd

dat commissionitis al te vaak een excuus is om niéts te moeten doen en alles bij het oude te laten.

Dan vraag je: waarom is dit of d at nog niet gebeurd? Het antwoord is dan: jà m aar, de commissie

is er mee bezig. Daar heb ik dus niks aan. Het werk wordt gedaan door mensen, niet door com-

missies. Ik pleit voor heldere verantwoordelijkheden, duidelijk herkenbare verantwoordelijken -

die dan ook over de bevoegdheid moeten beschikken om effectief iets te doen. Dat is een cul-

tuurprobleem dat zeker niet alleen aan de universiteit bestaat, maar ik geef toe, h et bestààt, ook

in Leuven. En in mijn job word ik daar inderdaad nogal mee geconfronteerd ja. Dat irriteert me.”

“Op persoonlijk vlak is een gevolg van mijn job dat je haast geen tijd meer overhoudt voor je

eigen belangstelling, en voor je gezin. Ik probeer daar wel de nodige garanties voor in te bouwen,

maar soms lukt het niet. Ik ben nogal een boekengek, en ik zou g ewoon véél meer willen lezen

dan nu mogelijk is. Dat mis ik, bijna lichamelijk. Ik weet niet of mijn t weede ambtsperiode daar

iets aan zal v eranderen. Ik zou het wensen, maar ik betwijfel het.”

En het meest aangename aspect?

“Dat je iets substantieels kunt bijdragen aan een project dat de moeite waard is. Kijk, ik beweer

niet dat ik het geweest ben die de UZ financieel gezond gemaakt heeft. Ik beweer niet dat ik het

ben die de belangstelling voor ethische problemen heeft doen toenemen. Maar ik blijf toch vol-

doende eerlijk met mezelf om vast te stellen dat ik daar toch iéts voor gedaan heb. Dat geeft vol-

doening. En geef toe, doe jij je job ook niet om er voldoening in te vinden?”

Wat gaat u in 2005 doen?

“Dat zien we dan weer wel, als het God belieft...

Vijf jaar later

Rector Oosterlinck blikt vooruit -en naar binnenLudo Meyvis

Ik las in het extra nummer van Campuskrant naar aanleiding van de rectors-

verkiezingen dat iedereen “zijn stem” mag uitbrengen en “zijn stembrief”

mag afhalen om te laten blijken of “hij de kandidaat steunt of niet steunt”. Ik

vroeg me af of ook vrouwelijke personeelsleden een stem uit te brengen heb-

ben.

Ik begrijp de wrevel van velen tegen het omslachtige “hij/zij”, maar in veel

gevallen is de boodschap even gemakkelijk en duidelijk te verwoorden op

L E Z E R S B R I E V E N

een tevens ook gender-vriendelijke manier, zoals hier het geval is: “hun

stem”, “uw stem”, “een stem”, ...

Vooral van de Campuskrant, die ik trouwens altijd met veel interesse lees,

zou ik een waakzaamheid op dat gebied verwachten.

Carine De foort

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 5

Page 6: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

A N E M O O N P R O J E C T

De Anemooncontainers in de

De Croylaan mogen er dan al

nietig uitzien tussen de hen

omringende mastodonten, de

medewerkers die erin huizen

barsten van de plannen. Nu

het derde stadium van de soft-

ware-ontwikkeling voor

Campus Management getest

is in het SAP-hoofdkwartier

in Walldorf, kunnen die plan-

nen weer iets meer geconcreti-

seerd worden.

Het Anemoonproject behelst

zes domeinen. Drie daarvan -

financiën, logistiek en perso-

neel - behandelen algemene

processen, basisprocessen die

ook in bedrijven toepasbaar

zijn. Maar wat men ook

beweert, een universiteit is

meer dan een bedrijf. Daar-

om zijn er ook drie specifiek

universitaire domeinen:

onderzoek, onderwijs en stu-

denten. Met Campus

Management wil SAP een

product aanbieden dat een

geautomatiseerde administra-

tieve verwerking mogelijk maakt van alle processen bin-

nen twee van die domeinen, met name onderwijs en stu-

denten. Daarbij gaat het onder meer over inschrijvingen,

de beschrijving van het onderwijsaanbod, huisvesting,

het afnemen en verwerken van examens, ... Sinds enkele

jaren wordt nieuwe software ontwikkeld die de afhande-

ling van deze processen eenvoudiger, efficiënter en uni-

form moet maken. Jan Raeymaekers, informatiearchi-

tect onderwijs, en Sien Maes, domeinverantwoordelijke

studenten, zijn net terug uit Walldorf in Duitsland, waar

ze samen met de andere pilootuniversiteiten de nieuwe

software hebben uitgetest.

SleutelgebruikersJan Raeymaekers: “Tijdens twee opeenvolgende weken

waren er twee activiteiten gepland, waarbij de pilootuni-

versiteiten - naast de K.U.Leuven zijn dat de University

of Newcastle, de University of Capetown en de Univer-

sity of Mississippi - met de mensen van SAP samenwerk-

ten aan nieuwe modules voor bepaalde universitaire pro-

cessen. De eerste week hebben we level 3 getest, het

meest recente niveau van de software voor Campus

Management, gevolgd door een workshop tijdens de

tweede week. Bedoeling was bepaalde functionaliteiten

te overlopen, en aan SAP te signaleren waaraan universi-

teiten concreet behoefte hebben.”

“Dit hele proces van constante aanpassing en verbe-

tering staat of valt met de kwaliteit en intensiteit van de

wederzijdse input. Want het is zeker niet zo dat Sien

Maes en ik de ‘almachtige’ figuren binnen het project

zijn. Wij zijn, samen met Jos Van Weert, de eindverant-

woordelijken voor het domein Onderwijs en Studenten,

en vanaf juli komt er nog een informatiearchitect voor

studenten bij. Uiteindelijk zijn wij ‘slechts’ de tussen-

personen, de drie strikte projectmedewerkers die in

Walldorf de noden van de gebruikers verwoorden. Zij

zijn tenslotte degenen die daadwerkelijk met de nieuwe

software moeten werken. Daarom organiseren we gere-

geld workshops, of we spelen de gebruikers vragenlijsten

door die ons vanuit Walldorf worden toegestuurd. Bin-

nen de gebruikersgroep werken we met een aantal sleu-

telgebruikers die werken op cruciale plaatsen binnen de

door ons bestudeerde processen. Zij hebben een goed

zicht op de hele werking en de mogelijke problemen. Het

is hun taak ons zoveel mogelijk details door te spelen,

waardoor wij dan zoveel mogelijk input kunnen geven

aan het SAP-hoofdkwartier, en waardoor de software op

zijn beurt steeds verder ontwikkeld kan worden.”

In november 1999 werd level 2 geïnstalleerd in de

pilootuniversiteiten, en vanaf deze maand zal level 3 ver-

spreid worden. Ongeveer halfjaarlijks wordt er dus een

testsysteem aangemaakt, en dat zal uiteindelijk leiden tot

een general availability wanneer het product daadwerke-

lijk op de markt komt. Sien Maes: “Doordat SAP de soft-

ware voortdurend vervroegd beschikbaar stelt, en de

universiteiten van hun kant de nod ige input leveren,

kunnen we binnen een redelijke termijn tot een kwali-

teitsvol eindproduct komen. Aan de K.U.Leuven zullen

we met een implementatie van start gaan zodra we in

Campus Management de gewenste functionaliteiten aan-

treffen. Momenteel beschikken we namelijk over goede

eigen systemen, en het is de bedoeling dat we met het

nieuwe systeem niet achteruitgaan, maar juist vooruit.”

Niks in de ladeJan Raeymaekers: “We zijn al enkele jaren bezig met

deze materie, en we kunnen stellen dat de zogenaamde

fundamenten nu gelegd zijn: het huis is nog niet af maar

enkele muren staan er toch al. Nu is het moment geko-

men om de gebruikers met het systeem te confronteren.

Die confrontatie gebeurt in twee stappen: in de eerste

plaats moet het systeem voorgesteld worden, zodat de

gebruikers kunnen zien welke richting we nu eigenlijk

opgaan. En in een volgende fase moeten ook zij het sys-

teem uittesten. Daarom organiseren we een demoweek

(zie onderaan deze pagina - red.), w aarbij het systeem

aan alle geïnteresseerden voorgesteld zal worden. Daarna

worden sessies georganiseerd met de gebruikers, waarbij

de mogelijkheden uitgeprobeerd en de moeilijkheden

opgespoord zullen worden.”

“De communicatie binnen zo’n project is van levens-

groot belang. Bij de lancering van het Anemoonproject

zijn bepaalde verwachtingen gecreëerd, en met deze

demoweek willen we de gebruikers duidelijk maken dat

we wel degelijk vooruitgang boeken. De informatie die

zij geven gaat niet verloren, ook al is het resultaat niet

meteen beschikbaar in de dagelijkse werkomgeving. In

het verleden gebeurden er wel eens studies die geen

onmiddellijke resultaten opleverden, en nu willen we de

gebruikers alvast tonen dat hun input ergens toe leidt. Er

verdwijnt hier niks in de lade.”

“Het huis is nog niet af m aar de muren

staan er”

Level 3 van CampusManagement uitgetestAnne-Mie Jaspers

De medewerkers van het Anemoonproject Onderwijs en Studentenorganiseren een aantal demo-activiteiten rond Campus Manage-

ment van SAP.

Deze ‘demoweek’ omvat drie verschillende sessies:

- Een algemene inleiding (werking van het systeem; overzicht van

de voornaamste processen);

- Onderwijsaanbod (structuur van opleidingen, opleidingsonder-

delen en onderwijsactiviteiten; organisatie van de colleges);

- Studentenadministratie (studentengegevens, toelating, inschrij-

vingen).

Elke sessie wordt twee keer georganiseerd:

- De algemene inleiding op dinsdag 30 mei, 9-12u (Auditorium

Zeger Vanhee) en maandag 5 juni, 14-17u (AV 01.12);

- Onderwijsaanbod op woensdag 31 mei, 9-12u (Auditorium Zeger

Vanhee) en dinsdag 6 juni, 14-17u (MTC 00.15);

- Studentenadministratie op woensdag 7 juni, 9-12u en donderdag

8 juni, 14-17u (beide in Auditorium Zeger Vanhee).

Alle belangstellenden zijn welkom.

Demoweek Campus Management

Het was w el degelijk Lodewijk XVII die, tien jaar oud, in 1795 overleed. DNA-specialist professor Jean-Jacques Cassiman

(rechts) gaf op 19 april uitsluitsel tijdens een persconferentie in Parijs. R echtmatig troonpretendent Lodewijk van Anjou

(tweede van links) - L ouis XX voor de vr ienden -

mocht zich in de handen wrijven.

Jan Raeymaekers

Sien Maes

6 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Page 7: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

S P O N S O R J U B I L E U M V I E R I N G

“Ik zal hier pas vertrekken op het ogenblik dat de vernieuwing volledig op het

juiste spoor zit. Tot dan probeer ik elke dag opnieuw de krant te maken die ik

zelf graag zou lezen.” Hoofdredacteur Peter Vandermeersch van De Stan-

daard ís De Standaard. Dat merk je aan de gedrevenheid waar mee hij zijn

krant verdedigt, waarmee hij haar op haar fouten wijst en haar vervolgens

weer in de ar men sluit. Streng, maar rechtvaardig - en dat geldt ook voor de

concurrentie.

Toen hij in 1998 uit de Verenigde Staten werd teruggevraagd naar Groot-Bij-

gaarden om De Standaard te gaan leiden, kwam dat bericht voor hem uit de

lucht vallen, maar echt verwonderlijk was het niet. Peter Vandermeersch was

al tien jaar een certitude binnen de Standaard-ploeg, en hij was één van die

jonge Turken die al jaren om een vernieuwing van het blad schreeuwden. In

‘88 begon Vandermeersch, na een studie geschiedenis in Gent en enkele jaren

wetenschappelijk onderzoek, zijn klim naar het walhalla van de Vlaamse

dagbladenpers.

Vandermeersch: “Ik ben hier begonnen op de cult uurredactie, waar ik in

‘89 mee aan de wieg stond van Kiosk, de cultur ele voorloper van De Grote

Parade. Daarna belandde ik op de buitenlandredactie en langs die weg werd

ik in ‘92 correspondent in Parijs. Tijdens mijn verblijf daar heb ik een jaar aan

de journalistenschool gestudeerd. Toen ik in ‘96 werd teruggeroepen naar

België werd ik chef van De Standaard Magazine en adjunct-hoofdredacteur.

Dat was van korte duur, want in ‘98 kreeg ik een beurs voor de John Kennedy

School van Harvard, en vertrok ik naar de V.S. voor enkele jaren. Dacht ik.”

De beste stuurlui“Die beurs in Har vard was voor zogenaamde mid-careers, mensen die al een

tijdje in de running zijn, en willen bijscholen. Ik volgde er een opleiding die

je het beste omschrijft als toegepaste poli-

tieke wetenschappen. De cursu ssen werden

gegeven door mensen op het terrein. We

kregen vakken als ‘Pursuing National Inte-

rest’, dat gedoceerd werd door de Under-

Secretary of State onder Reagan en Bush, en

je kan je waarschijnlijk wel wat voorstellen

bij een vaktitel als ‘To be a Politician’. Daar-

na kreeg ik een vijfjar ig contract als corre-

spondent voor De Standaard. Het zag er

allemaal prima uit: ik kreeg goede reacties

op mijn arti kels en zag mezelf nog een aan-

tal jaartjes slijten in New York. En toen

kwam dat telefoontje, of ik hoofdredacteur

wilde worden. Ik vroeg vijf dagen bedenk-

tijd, kreeg er twee, en na overleg met enkele

vrienden op de redactie was de kogel door

de kerk.”

“Al van bij mijn aantreden op De Stan-

daard had ik zitten roepen om vernieuwing,

dus kon ik onmogelijk aan wal blijven staan

nu ik de kans kreeg die vernieuwing zelf

vorm te geven. Uit een onderzoek medio

‘98 was gebleken dat lezers en niet-lezers

eenzelfde oordeel hadden over De Stan-

daard. Het blad kreeg het stempel ‘betrouw-

baar’, ‘degelijk’, ‘de referentiekrant’, maar er

werden ook minder fraaie adjectieven als

‘saai’ en ‘zuilgebonden’ gebruikt. Mijn mis-

sion statement was dus duidelijk: die posi-

tieve eigenschappen moesten blijven, en de

andere zouden verdwijnen. De Standaard

zou een degelijke maar toegankelijke krant

worden, prettig om lezen. Mijn grote voor-

beeld is de New York Times, die er toch ook geen probleem van maakt om bij-

voorbeeld - heel praktisch - de vijftig be ste restaurants van New York op te

nemen. Bekijk onze huidige weekendkrant, en je weet w at ik bedoel: Trottoir

staat voor degelijkheid, en De Wijde Wereld belicht de luchtige kant.”

HervormingenHet profiel van de ‘oude’ Standaard was dat van een V laamse katholieke

strijdkrant. Hoe vang je d ie erfenis op? Vandermeersch: “Voor sommige

oudgedienden smaakt de term misschien wat bitter, maar ik wil een alge-

meen informatieblad maken. Daarvoor waren - naast een cosmetische

ingreep - een aantal diepgaande hervormingen nodig. De Standaard was

vroeger een institutionele krant, die berichtte vanuit de gevestigde instanties:

de Wetstraat, het VBO, ... Nu vinden we steeds meer heil in de reportage-

vorm, en schrijven we vanuit de s ectoren zelf. Het is tegenwoordig ondenk-

baar om over een nieuwe wet over de ziekenhuissector te berichten, zonder

dieper te graven naar wat die sector daar zelf over denkt en wat de situatie op

het terrein is.”

“We trachten ook onze nieuwsgerichte reflex te versterken. Vroeger zei

men wel eens met een boutade: ‘De Standaard is de beste krant, maar ze

komt drie dagen te laat’. Dat kàn dus niet meer. Ook wij willen onze pri-

meur, zolang die maar juist is. Ik was wàt trots toen De Standaard de primeur

bracht van de f usie van de beur zen van Br ussel, Parijs en Amsterdam, vooral

omdat we de Financieel Economische Tijd (FET) met zo’n bericht midden in

zijn doelgroep treffen.”

Onlangs riep De Standaard zijn correspondenten in Nederland, Duits-

land en Frankrijk terug. Gaat de vernieuwing ten koste van de buitenlandbe-

richtgeving? Vandermeersch: “Het terughalen van de correspondenten deed

mij hartzeer, maar het was een verantwoorde beslissing. Door het mes te zet-

ten in de uitgaven voor buitenlandse correspondenten, kregen we financiële

ruimte om onze berichtgeving breder te maken. We hebben samenwerkings-

akkoorden gesloten met internationale kwaliteitskranten als het NRC Han-

delsblad en de Washington Post, en nu hebben tien buitenlandjournalisten

een aanvaardbaar reisbudget. Daarvoor de charme van een reporter-ter-plaat-

se opgeven, is niet ondoordacht, maar realistisch.”

Een grijze middenwegBij de kwaliteitskranten leeft het geloof dat hun aandeel op de dagbladen-

markt nog sterk kan groeien. Is het realistisch te geloven in een voortzetting

van de gestage opmars van zowel De Standaard, de FET als De Morgen? Van-

dermeersch: “De Standaard zit nu aan een oplage van 80.000 exemplaren, en

ik heb steeds gezegd dat ik opstap wanneer we de k aap van de 100.000 ron-

den. Dus ja, ik geloof dat er een grotere markt is voor kwaliteitskranten. Als

er al een verzadigingspunt bereikt is, dan is d at op de markt van de populaire

media. Onze markt groeit nog door de stijgende scholingsgraad van de

Vlaamse bevolking.”

“Ik wil in de mar ge wel vermelden dat ik de FET als een grotere concur-

rent voor De Standaard beschouw dan De Morgen. Die krant is toch meer

naar Het Nieuwsblad aan het opschuiven, zeg maar een algemene gezins-

krant aan het worden. Het verhaal van de hartoperatie van koning Albert

illustreert dit: Het Nieuwsblad bracht zeven pagina’s, De Morgen twee, De

Standaard slechts één. En wij hebben het dan nog uitgebreid gehad over de

politieke uitspraken van prins Laurent. Eerlijkheidshalve moet ik hierbij ver-

melden dat de FET nog beknopter was

in zijn berichtgeving.”

“En om terug te komen op de erfe-

nis: nu maken wij, in vergelijking met

het verleden, een grijze krant, en daar

ben ik trots op, want ook de realiteit is

niet zwart-wit. De verbreding die zich

op alle terreinen manifesteert, voltrekt

zich ook binnen De Standaard. Ik voel

mij heel comfortabel in de huidige

positie, met de CVP die ons verwijt een

regeringskrant te zijn, terwijl de VLD

ons een oppositiekrant noemt. We zijn

dus op de goede weg: De Standaard is

namelijk geen van be ide. Daarmee wil

ik niet gezegd hebben dat wij geen

enkele positie meer innemen. Wat

vroeger geformuleerd werd als ‘de

christelijke beginselen behartigen’ heb-

ben wij zeker niet overboord gegooid.

Dat wordt bijvoorbeeld vertaald in de

beginselen van solidariteit: De Stan-

daard plaatst er vraagtekens bij wan-

neer het aandeel van Unilever 8 pro-

cent stijgt nadat er een paar duizend

mensen op straat zijn gezet. En wij ver-

dedigen nog steeds de rechtmatige

belangen van de Vlaamse bevolking.

De Vlaming heeft recht op een goed

bestuur, en ons standpunt terzake is

dat dat bestuur dan best zo dicht moge-

lijk bij de burger staat. Maar - en dit

vind ik cruciaal - dergelijke standpun-

ten horen thuis op de opiniepagina, of

in een commentaarstuk. Ik kan niet toestaan dat een journalist zijn mening

binnensmokkelt in de gewone berichtgeving.”

Gewoon verliefdEen krant die het feestjaar van de universiteit sponsort, wil een bepaald ima-

go aan een bepaalde doelgroep verkopen. Vandermeersch: “Wij hebben in

het verleden op een bepaald moment de studenten losgelaten, in de veron-

derstelling dat ons ‘oudere’ publiek voldoende was. Met het voorspelbare

gevolg dat onze lezers steeds ouder werden. Nu merk ik nog steeds dat mijn

Een nieuw geluid bijDe StandaardWouter Verbeylen

vervolg op pagina 13

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 7

Page 8: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

N I E U W S

De gevolgen van Eureka

Octrooibegeleiding enK.U.Leuven R&DLudo Meyvis

K.U.Leuven Research & Development heeft drie

componenten: contractonderzoek, spin-offs - met

het Gemma Frisius-fonds -, en k ennisbescher-

ming en -valorisatie. Dr. Ivo Roelants, Intellec-

tuele Eigendom Adviseur, is de spilfiguur van de

technische wereld van de octrooien.

“Spilfiguur weet ik niet, aanspreekpersoon

alleszins wel,” zegt hij . Rudi Cuyvers en pro-

fessor Koen Debackere beamen dat. “Het

octrooibeleid van K.U.L euven R&D is een

essentieel element om de kansen op onder-

zoeksvalorisatie te waarborgen. Het is een com-

plexe materie, zowel technisch als juridisch, die

bovendien een aanzienlijk financieel engage-

ment vraagt. Anderzijds zijn geslaagde octrooien

natuurlijk een schitterende inkomstenbron. Het

is dus een voortdurend afwegen van kosten en

baten. Daar trachten wij de onderzoekers van de

K.U.Leuven bij te helpen, door het beschikbaar

stellen van expertise en de bijhorende omkade-

ring.”

Fonds“Om tegemoet te komen aan het gebrek aan

financiële middelen in sommige onderzoeksgroe-

pen, werd in januari van dit jaar door K.U.Leuven

R&D een Octrooifonds opgericht, in samen-

spraak met de Dienst Onderzoekscoördinatie.

Dat wordt gecoördineerd door de IE Adviseur

onder toezicht van het directiecomité van K.U.L euven R&D, en beg eleid

door een Octrooiraad, waarin onder anderen de

onderzoekscoördinator, professor Roger Bouil-

lon, professor Frank Gotzen en een vertegen-

woordiger uit de industrie zetelen. Het fonds

beschikt over 10 miljoen en moet be schouwd

worden als een hulpmiddel om onderzoekers

die niet over de nodige middelen beschikken om

een octrooi aan te vr agen, tóch die kans te

geven. Op termijn dient het fonds zelfbedrui-

pend te worden door middel van een solidari-

teitsbijdrage op inkomsten uit valorisatie van

succesvolle octrooien.“

“Een Europees octrooi kost, gespreid over 20

jaar, ongeveer 1.200.000 fr. Een Amerikaans

octrooi is heel wat goedkoper. Belangrijk is dat

die kost pas vrij laat in de procedure hoog

wordt. Tot op dat moment heb je de tijd om de kansen en de gevolgen van je

aanvraag zéér goed te overwegen.”

“Om een degelijk octrooi na te streven, moet je natuurlijk voldoen aan de

basisvoorwaarden. De eerste is nieuwheid. Dat wordt vrij streng geïnterpre-

teerd. Het betekent onder meer dat je nog geen

substantiële publicaties over het voorwerp van

je octrooi gedaan mag hebben. Dat leidt dan tot

een moeilijke afweging: moet je je wetenschap-

pelijke carrière voorop stellen, en dus van mee t

af aan publiceren, maar dan met het risico dat je

je eigen kansen op een octrooi ondergraaft?

Ongeveer 50 % van de octrooi-aanvragen wordt

verknoeid door eigen publicaties! De tweede

voorwaarde is dat het gaat om een industrieel

toepasbare innovatie, die niet uitgesloten is door

de octrooiwetgeving, dus geen wiskundige for-

mule op zich, een wet uit de f ysica of iets derge-

lijks. Zo is de octrooieerbaarheid van software

nog steeds een punt van discussie en verwar-

ring. Maar er tekent zich stilaan een beeld af van w at wel en niet kan. Soft-

ware op zich blijft niet octrooieerbaar - al heb je natuurlijk wel de bescher-

ming via het auteursrecht. De huidige rechtspraak vertoont een gunstige ten-

dens voor de octrooieerbaarheid van software met een duidelijk omschreven

technische output. Die belangrijke ontwikkeling wordt behandeld in een stu-

diedag op 18 mei. Een derde en laatste vereiste voor het verwerven van octrooi-

bescherming is het ‘inventieve’ - non-obvious - karakter.

Eerst bezinnen“Vooral de vragen die met nieuwheid te maken hebben, veronderstellen inten-

sief onderzoek in databanken. Daar kunnen wij bij helpen, zowel in een aantal

publieke als in een aantal commerciële databases die beschikbaar zijn bij

K.U.Leuven R&D. Om d at zoekproces en de hele verdere begeleiding naar

behoren te kunnen uitvoeren, vragen wij dat kandidaat-octrooihouders al heel

vroeg een nogal uitvoerig document invullen. Daarmee willen we de onderzoe-

kers ook doen nadenken over een aantal belangrijke vragen. Bijvoorbeeld: wat

is de eventuele markt voor dit octrooi? Welke bedrijven komen in aanmerking

als licentienemers? Wat is de beste tijd om een octrooi op de markt te brengen?

Wat is een realistische verwachting van de royalties die je wil innen?” Voor het

begeleiden van het commercialiseringsproces, zowel door licenties als door het

oprichten van spin-offs, werd onlangs eveneens een nieuwe kracht, dr. Olivier

Lescroart aangetrokken.

“We begeleiden de procedurele kant, maar evengoed ook de inhoudelijke.

Dat veronderstelt een nauwe medewerking van de octrooi-aanvrager. De

opbrengsten van de valorisatie van een octrooi worden verdeeld onder de uit-

vinder(s) en de onderzoeksgroep die het octrooi heeft gefinancierd. Het deel

toegekend aan de onderzoeksgroep zal uiteraard beïnvloed worden naargelang

het Octrooifonds al dan niet heeft bijgedragen. Eén en ander wordt geregeld in

het Reglement Intellectuele Rechten - recent goedgekeurd door de Raad van

Bestuur K.U.L euven - en het begeleidende Uitvoeringsreglement.”

“De procedure komt meestal op gang na een persoonlijk contact. Als een

octrooi op het eerste gezicht haalbaar en vooral zinvol is, gaan wij met een

octrooigemachtigde op bezoek bij de aanvrager. Zo’n octrooigemachtigde is een

sleutelfiguur in de hele procedure. Hij is verbonden aan gespecialiseerde orga-

nisaties, die zowel juridisch als inhoudelijk het verloop van de aanvraag in goe-

de banen leiden. Maar die werken uiteraard niet gratis. Het komt er dus op aan

al heel vroeg een goede inschatting van het hele project te hebben.”

“Daarbij is het essentieel dat je je kansen niet vergooit, en dat je voor een

openbaarmaking - lezing of publicatie - tenminste een provisionele bescherming

regelt. Dat kan K.U.Leuven R&D voor je doen. Het betreft een goedkope en

snelle procedure van indiening waarbij echter toch een aantal regels van de

octrooiwetgeving in acht genomen worden. Dit geeft je een indieningsdatum

en gedurende een jaar prioriteitsrechten, tenzij je al vroeger zou beslissen met

een volledige octrooi-procedure te beginnen. Maar dan beginnen de kosten

meteen ook al op te lopen. Voor- en nadelen van beide strategieën dienen naar

gelang de situatie - middelen, publicatiedruk ... - p er dossier afgewogen te wor-

den. Intussen hebben we de tijd om een dossier klaar te maken, waarin de

slaagkansen gedocumenteerd worden, waarin eventuele licentienemers opge-

somd staan, concurrenten enzovoort. Dat dossier kan ondertussen voorgelegd

worden aan het Directiecomité K.U.Leuven R&D, waarbij ook eventuele aan-

vragen voor tussenkomst van het Octrooifonds gevoegd kunnen worden.”

“Héél belangrijk is dat kandidaat-octrooihouders zich realiseren dat een

octrooi een blijvende inzet vergt. Een octrooi is geen einddoel, maar een mid-

del. Je moet bereid zijn om je octrooi te blijven valoriseren, aan de man te bren-

gen dus, en dat is een héél ander soort werk dan wat een onderzoeker gewend

is. Maar de baten kunnen dan ook bijzonder aantrekkelijk zijn.”

“Wie meent dat hij bezig is met onderzoek waar een octrooimogelijkheid in

zit, neemt het best contact op met onze innovatiecoördinatoren. Die hebben

zowel zicht op de octrooiprocedure als op de inhoudelijke kant van de z aak. Zij

zijn als het ware onze ‘voelsprieten’, en we zijn ervan overtuigd dat hun werk

veel octrooiplannen tot een goed einde zal kunnen brengen, maar ook dat het

sommige overdreven verwachtingen wat meer realistisch zal maken.”

De studiedag ‘Copy-

right and Patent Pro-

tection for software’

wordt georganiseerd

op 18 mei in Auditori-

um A (ESAT). Meer

info: Marjan Ver-

voort, t(016)32 65 25.

Ivo Roelants

Koen Debackere

Rudi Cuyvers

Olivier Lescroart

8 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Page 9: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

E E N L E V E N L A N G

“In feite is ons werk gemakkelijk. Wij krijgen al die schitterende teksten in de

schoot geworpen, we geven ze door aan de studenten, en verder doen de tek-

sten zelf het werk.” Hij is een gebo ren docent, een gedreven en passioneel ver-

teller, die zijn hart verloren heeft in Kortrijk. Vic Nachtergaele, professor Ro-

maanse Letterkunde en oud-rector van de KULAK, heeft net zijn laatste les

achter de rug wanneer we hem te spreken krijgen naar aanleiding van zijn

nakende emeritaat.

“Geboren in Oudenaarde en getogen in Waregem: ik ben opgegroeid in de

landelijke cultuur, tussen Schelde en Leie. Mijn grootvader, een autodidact,

was timmerman en wijdde mij als achtjarige knaap in de architectuur in, zeg

maar mijn introductie in het esthetische. Later stuurde een bevlogen poësis-

leraar dat esthetische gevoel in de richting van de literatuur. En toen ik, zoals

alle brave en goede leerlingen in die tijd, attent werd gemaakt op mijn ‘roe-

ping’, weigerde ik: ik wilde Romaanse Filologie studeren.”

Bevlogen jaren“De weg naar de universiteit was steil. Ik was de oudste van zeven, en mijn

ouders hadden het met hun bont- en matrassenzaak niet breed. Uiteindelijk

heb ik via een e xamen een beurs gekregen, deels een lening die ik zou terug-

betalen na mijn studie. In ‘53 ben ik dan in Leuven bij Romaanse Filologie

terechtgekomen, als één van de weinige Vlamingen in een overheersend

Waalse studierichting. Dat was toch even slikken: ik werd gedropt in een

milieu waar Waalse professoren in vloeiend Frans Racine doceerden. Alles

was toen nog toegespitst op filologische tekstverklaring ... Uiteindelijk

behaalde ik onder professor Joseph Hanse zonder al te veel problemen mijn

diploma met een tekstkritische uitgave van een d ichtbundel van Emile Ver-

haeren, en kon ik op zoek naar werk.”

“Ik kwam in ‘57 in het Sint-Amandscollege in Kortrijk terecht, waar ik

zonder overdrijven tien heerlijke jaren heb beleefd. Een waar genot was het

om aan knappe, gemotiveerde leerlingen die prachtige Franse teksten door te

geven. En het genoegen was blijkbaar wederzijds: wanneer ik al eens een

oud-leerling ontmoet, rakelt die spontaan herinneringen op aan mijn lessen

over Baudelaire en de zijnen. Tegenwoordig zijn de lessen Frans erg commu-

nicatiegericht, de culturele component ontbreekt vaak, en daardoor lijdt het

talenonderwijs toch een beetje aan bloedarmoede.”

“Vanaf ‘65 cumuleerde ik mijn lessen in Kortrijk met een opdracht in het

Brusselse Institut Marie Haps voor vertalers en tolken. In ‘68 werd ik uitein-

delijk, meer dan tien jaar na mijn studie, assistent bij Romaanse Filologie in

Leuven.”

PionierstijdenDe late jaren ‘60 waren de jaren van de splitsing van de universiteit, van de

uittocht van de Waalse studenten en professoren naar Louvain-la-Neuve.

Wat bracht die ommekeer teweeg in het Franstalige bastion dat Romaanse

Filologie - nog - was? Vic Nachtergaele: “Het waren boeiende jaren, waarin

we pionierswerk verrichtten. Romaanse Filologie was in ‘65 nog volledig in

handen van Franstaligen. De splitsing hing toen al in de lucht, en dus had

men dringend nood aan Vlaamse romanisten. Frans Jozef Mertens, Roland

Beyen, Willy Van Hoecke, Camille Jordens en ik: wij waren de generatie die

in ‘68 een Vlaamse studierichting Romaanse Filologie uit de grond moest

stampen. Dat betekende in de eerste plaats meer aandacht voor taalvaardig-

heid, en we besloten ook van de t weede taal een belangrijke pijler te maken.

De studenten zouden voortaan moeten kiezen tussen Spaans en Italiaans,

terwijl vroeger in de kandidaturen nog beide talen werden aangeleerd. Deze

nieuwe aanpak bleek een succes, en zou enkele jaren later door de universi-

teiten van Gent en Antwerpen overgenomen worden. En aangezien de

bestaande opleiding bijna exclusief gericht was op de traditionele explication

de textes uit de littérature française, was het hoog tijd om meer algemene

literatuurwetenschap in het programma op te nemen.”

“Ik heb ook de overgang van een volledig onderwijsgerichte naar een

meer onderzoeksgerichte universiteit meegemaakt. Toen ik in ‘68 begon, tel-

de Romaanse Filologie een veertigtal studenten, en ik heb dat aantal in de

loop der jaren zien verdrievoudigen. Dat maakt het onderwijs een stuk min-

der confidentieel, en het is maar normaal dat er de laatste jaren steeds meer

aandacht naar studiebegeleiding uitgaat. Zelf doceer ik graag, over mijn oude

liefde Emile Verhaeren, wat zich uitbreidde naar andere Fransschrijvende

Vlamingen als Charles De Coster. En die vreemde wisselwerking van cult u-

ren vond ik later ook terug bij postkoloniale schrijvers als Patrick Chamoi-

seau uit Martinique en de Marokkaan Driss Chraïbi. Ik presenteer die teksten

aan mijn studenten in de hoop dat er iets van die interessante cultur ele fric-

tion op hen afstraalt.”

“Het nadeel aan een docentengeneratie als de onze, is dat ze ook als gene-

ratie in haar geheel verdwijnt op een paar jaar tijd. Net als toen ik beg on vindt

er dus een aflossing van de w acht plaats binnen Romaanse Filologie. Maar ik

heb alle vertrouwen in de opvolging, die beter voorbereid is dan wij eind

jaren ‘60.”

Kortrijk, camisole de forceOok de KULAK heeft Vic Nachtergaele zien evolueren van een stiefkindje

van de Leuvense Alma Mater tot een campus die zijn eigenheid tracht te

benutten. “Toen de Campus Kortrijk in ‘65 werd opgestart, had de wetgever

een camisole de force, een dwangbuis ontworpen. Wij waren gedoemd om

klein te blijven: de studierichtingen die wij mochten aanbieden lagen bij wet

vast, en dus misten wij de boot bij de opmars van r ichtingen als psychologie

en economie. Maar ik ben ervan overtuigd dat de KULAK die kleinschalig-

heid volledig in zijn voordeel kan ombuigen. De reden van de oprichting was

in de eerste plaats een spreiding van de kandidaturen; ik vind het trouwens

jammer dat dat niet ook in andere provincies van de grond is gekomen. Mijn

ideaal is een soort propedeuse, waarin jongeren worden begeleid in hun

overgang van humaniora naar universiteit.”

“Daarin schuilen net de troeven van de KULAK: er is een persoonlijke

omgang tussen studenten en professoren; de mogelijkheden om interactief

les te geven zijn aanwezig; studenten kennen elkaar ook over de grenzen van

hun studierichting heen. Al die factoren hebben een duidelijk effect op het

studierendement: gemiddeld liggen de slaagcijfers aan de KULAK vijf pro-

cent hoger dan in Leuven. En dat is niet omdat men in West-Vlaanderen

slimmer is, maar eenvoudigweg omdat de studenten elkaar meer ‘dragen’.”

“Uiteindelijk ben ik in ‘91 rector geworden van de KULAK, in moeilijke

omstandigheden. Filosoof Guido Maertens was 19 jaar rector geweest, en het

was de bedoeling dat hij, bij wijze van gezonde wissel, werd opgevolgd door

een wetenschapper. Ingenieur Frans Van Cauwelaert werd met een grote

meerderheid verkozen, maar bij de opening van het academiejaar overleed hij

plots. Ik werd dan na nieuwe verkiezingen zijn opvolger, en daar heb ik het

lange tijd heel moeilijk mee gehad. Ik had het gevoel dat ik in de schoenen

van een dode vriend liep ...”

Integratie“Ik had er geen problemen mee om het beleidsprogramma van Van Cauwe-

laert tot het mijne te maken, met mijn eigen accenten uiteraard. Het integre-

ren van de KULAK in de regio bijvoorbeeld is en blijft een noodzaak: de ban-

den tussen universiteit enerzijds en stad, secundair onderwijs en bedrijven

anderzijds moeten worden aangehaald. Onlangs werd een kunststoffencen-

trum aangetrokken door de KULAK, en dat is een unieke kans om de wissel-

werking t ussen wetenschap en bedrijfswereld aan te zwengelen. Ik vind dat

men nog veel verder kan gaan in het aanmoedigen van onderzoek in econo-

mische sectoren waar de streek sterk in is, zoals de bio-agrarische sector en

de textielindustrie.”

“Ook de beperkte aanwezigheid van professoren in het Kortrijkse houdt

een optimale integratie tegen. De meeste docenten ‘komen eens over’ vanuit

Leuven, en zijn dus in

feite slechts bezoe-

kers. Zelf woon ik al

sinds ‘60 in Kortrijk,

ik neem deel aan het

culturele leven van de

streek, ik ben voorzit-

ter van de Kortrijkse

Scholengemeenschap.

Ik heb de stad zien uit-

groeien tot een dyna-

misch economisch

centrum en de univer-

siteit tot een belangrij-

ke partner op het vlak

van vorming en

navorming. En die

evolutie was ook

broodnodig, want

Kortrijk ligt op slechts

50 kilometer van het

bruisende Gent. Maar

ik denk dat we in alle

bescheidenheid

mogen besluiten: na

35 jaar is de KULAK

niet meer weg te den-

ken uit West-Vlaande-

ren.”

Romanist

Vic NachtergaeleWouter Verbeylen

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 9

Page 10: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

O N D E R Z O E K

De krachttoer van het kijkenErik Brusten

“Kijken ervaar je helemaal niet als een kunst. Pas

als je er dieper op ingaat, merk je wat een o ngeloof-

lijke prestatie het in f eite is.” Peter De Graef is

onderzoeker aan het Laboratorium voor Experi-

mentele Psychologie van professor Géry van Out-

ryve d’Ydewalle. Binnen zijn vakgebied, transsacca-

dische objectperceptie, leidt hij samen met Karl

Verfaillie één van ‘s w erelds best uitgebouwde

onderzoeksgroepen.

Dat psychologen geïnteresseerd zijn in oogbewe-

gingen kan misschien vreemd klinken. Maar wan-

neer je kijken beschouwt als de basis voor bepaal-

de cognitieve en perceptuele taken die de mens

verricht, wordt het al een stuk plausibeler.

De doorbraak in dit soort onderzoek kwam er dankzij t wee Amerikaanse

wetenschappers, George McConkie en Keith Rayner. Deze heren onderzoch-

ten hoe mensen lezen: terwijl een proefpersoon las, bewoog on line een soort

venster mee met het oog, zodat kon worden nagegaan hoeveel informatie je bij

een oogfixatie opneemt. Het menselijk oog maakt immers per seconde drie tot

vier snelle bewegingen, ook saccades genoemd. Het oog is met andere woor-

den onophoudelijk in beweging en springt voortdurend naar een ander fixatie-

punt. Tijdens de saccade, het ‘verspringen’ van het oog naar een nieuw punt -

gedurende 30 à 40 millis econden - ben je str ikt genomen blind, maar je merkt

het niet. Die blindheid maakt het wetenschappers mogelijk in hun proefop-

stellingen ongemerkt dingen te veranderen om zo de menselijke perceptie te

kunnen onderzoeken.

De Graef: “Het onderzoek van McConkie en Rayner gaf weliswaar een

gedetailleerd beeld van hoe mensen lezen, maar eigenlijk zei het niets over de

manier waarop mensen zich bewegen in de wereld. In Leuven zijn we daarom

vertrokken vanuit een bredere theoretische vraagstelling. Als je weet dat er een

groot verschil is tussen wat je als beeld krijgt toeg eleverd op het netvlies en

hetgeen je de facto ziet, moet je ervan uitgaan dat het visuele systeem van de

mens zeer krachtige en flexibele oplossingen voor beeldverwerking ontwik-

keld heeft. Met de juiste vragen proberen wij die black box van de perceptie in

te vullen.”

Een televisie in de badkamer“We onderzochten in hoeverre de mens om te zien gebruik maakt van zijn

kennis. Uitgangspunt is dat je in een bepaalde context consistente, vertrouwde

voorwerpen sneller zal herkennen dan niet-consistente, vreemde voorwerpen.

Uit onderzoek blijkt alvast dat een tv in een woonkamer sneller wordt herkend

dan wanneer diezelfde tv in een badkamer staat. Geconfronteerd met een

nieuw beeld kijken proefpersonen eerst naar vertrouwde voorwerpen, pas

nadien nemen ze niet-consistente zaken onder de loep. Informatie uit de peri-

ferie geeft dus voor een deel aan zet tot herkenning.”

Peter De Graef houdt zich nu specifiek bezig met transsaccadische object-

perceptie. “De vraag is: hou je over de oogbeweging heen informatie bij die het

je mogelijk maakt om objecten - sneller - te herkennen, en zo ja, om welk soort

informatie gaat het dan? We konden eigenhandig vaststellen dat het probleem

veel complexer is dan je op het eerste gezicht zou denken. Als perifere elemen-

ten in je gezichtsveld gedurende de oogsprong worden veranderd, duurt het

een tijd voor je ze opmerkt - als je ze al opmerkt.”

Een bijkomend probleem in dit soort onderzoek is dat er zeer gesofisticeer-

de apparatuur nodig is om oogbewegingen continu te kunnen volgen. “Derge-

lijke toestellen kosten niet enkel veel geld, ze worden ook geleverd zonder eni-

ge software. Die ontwikkelen we dus zelf, net als sommige hardware-compo-

nenten die op de commerciële markt onvindbaar zijn.” De psychologen

beschikken onder meer over een dubbele Dual-Purkinje-Image Eye Tracker.

Voor perceptieonderzoek zijn er van dit toestel wereldwijd slechts twee andere

exemplaren in gebruik, waarvan één bij de Nasa. Het maakt onderzoek moge-

lijk van oogbewegingen bij scènepercepties. Voorlopig is de onderzoeksgroep

er als enige in geslaagd om met zelf ontwikkelde grafische kaarten en 3D-beel-

den een soort eigen virtuele wereld te creëren, die wordt aangepast in functie

van de oogbeweging van de proefpersoon. De Graef: “Als je oogbewegingen

on line wilt kunnen registreren, moet je rekening houden met de factor

onvoorspelbaarheid om je beeld te veranderen. Gaat de proefpersoon op het

beeld van een boerderij van de tr actor naar de bijbehorende aanhangw agen, of

helemaal de andere kant op? Je hebt slechts 30 milliseconden om de saccade

vast te stellen en ook nog eens een verandering in je beeld door te voeren.”

Uit zijn onderzoek blijkt alvast dat je geen gedetailleerd beeld van je omge-

ving bijhoudt over de oogbeweging heen, maar enkel wat relevant is. “Ook in

de reële wereld merk je dat. Informatie over stilstaande voorwerpen, bijvoor-

beeld een geparkeerde auto, hou je niet bij. Terwijl de oriëntatie waarin een

voorwerp beweegt - komt een aanrijdende auto dichterbij of niet? - wèl

belangrijk is en dus over de oogsprong heen wordt meegenomen. Uiteindelijk

is dat logisch: als je de straat moet oversteken, sla je geen acht op de geparkeer-

de wagens, wel op het verkeer op straat.”

Militaire belangstellingHet spreekt voor zich dat dit soort onderzoek door bepaalde instanties met gro-

te interesse wordt gevolgd. “In de Verenigde Staten steunen universiteiten vaak

op onderzoeksgeld van het leger. De US Air F orce bijvoorbeeld is erg geïnteres-

seerd in de manier waarop piloten omgaan met die blindheid tijdens oogbewe-

gingen en hoe je die kan opvangen. Maar ook voor de reclamewereld is dit

onderzoek van groot belang. Kan je bijvoorbeeld bewegende beelden en opval-

lende kleuren gebruiken om de aandacht te trekken?” De Graef heeft geen pro-

blemen met onderzoek ten behoeve van de reclamewereld. Projecten voor het

leger ziet hij al veel minder zitten. “Dan zit je vaak met allerlei beperkingen

inzake vraagstelling en publicatie van de onderzoeksresultaten. Terwijl wij als

GOA-project - Geconcerteerde Onderzoeksactie, - red. - p recies de vrijheid

hebben om aan fundamenteel onderzoek te doen.”

Niet enkel de erkenning als Geconcerteerde Onderzoeksactie geeft aan dat

dit onderzoek aan de universiteit hoog wordt ingeschat. In een artikel over

‘High Level Scene Perception’ in de Annual Review of Psychology van 1999

wordt het project van de onderzoeksgroep van De Graef eveneens als leiding-

gevend gecatalogiseerd. Het onderzoek slaat dan ook aan in het buitenland: het

systeem dat hier is ontwikkeld voor oogbewegingsonderzoek is inmiddels al

verkocht aan universiteiten in Parijs en Bern. Met Leiden en Tenerife lopen de

onderhandelingen nog.

Meer info over het project ‘Transsaccadische Objectperceptie’ vind je op de site

http://www.psy.kuleuven.ac.be/labexppsy/top/topweb/index.htm

Voorbeeld van een stimulus en een kijkpatroon gemeten tijdens een experiment.

Cirkels zijn fixaties, lijnen zijn oogbewegingen (boven).

Tijdens oogbewegingen werd het stimulusbeeld veranderd (onder), wat de proef-

personen vaak niet doorhebben.

10 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Page 11: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

N I E U W S

Congresservice grote prioriteit

De Faculty Club op nieuwewegenLudo Meyvis

Tine Verhelst ontvangt ons in haar (- afgunst! -) schitterend gelegen kantoor

op de eerste verdieping van de Faculty Club. Zij is sinds 1 januari manager van

het statigste pareltje van onze universiteit.

In 1989 behaalde Tine Verhelst hier in Leuven haar diploma van licentiaat in

de economie. Na een kort studieverblijf in Frankrijk vond ze onderdak aan de

K.U.Brussel. “Daar kreeg ik g aandeweg een hele waaier aan verantwoorde-

lijkheden. Ik was verantwoordelijk voor de voortgezette opleidingen, voor

public relations en voor internationale relaties. Boeiend werk was het zeker.

In een kleine universiteit is het nog mogelijk dat je je met heel verschillende

dingen bezighoudt, maar het nadeel is dat zich dat na verloop van tijd zó

opstapelt dat je toch te weinig tijd hebt om alles even goed te doen.”

Doelstellingen“Toen ik vorig jaar een vacature zag bij de Faculty Club, voor de coör dinatie

van de Centrale Congresdesk, heb ik na rijp be raad beslist de overstap naar de

K.U.Leuven te maken. Toen de hele universitaire catering-structuur herzien

werd, met de creatie van Leuca, heeft men mij dan gevraagd om de algemene

leiding van de Faculty Club op mij te nemen. Ook daar heb ik wel even over

moeten nadenken. Per slot van rekening was horeca-management voor mij

grotendeels nieuw, en verder ging het toch om een flink w at grotere verant-

woordelijkheid dan ik in Br ussel gewend was. Daar had ik t wee medewer-

kers, hier heb ik er plots een kleine 30. Toch heb ik de uitdaging aanvaard.”

“De Faculty Club is een heel eigen instelling. Je hebt het historisch kader

waarin het gebouw gesitueerd is, wat het meteen een eigen uitstraling en

karakter geeft. De Faculty Club is heel nauw verbonden met de universiteit,

wat bepaalde verplichtingen maar ook bepaalde mogelijkheden schept. En

tegelijk wil het ook een modern bedrijf zijn, waarin kwaliteit moet primeren.

Bij dat alles komt natuurlijk de financiële problematiek waarmee de Faculty

Club te maken heeft. We moéten bezuinigen om ons voortbestaan te garan-

deren.”

“Ik wil de levensvatbaarheid van de Faculty Club op verschillende manie-

ren realiseren. Op korte termijn moeten we uiteraard een reeks kosten-

batenanalyses maken, onder meer op het vlak van de personeelsorganisatie,

de prijszetting van menu’s en dergelijke.”

“De inschakeling in Leuca geeft een hele reeks mogelijkheden op het vlak

van administratieve, technische en andersoortige optimalisering. We kun-

nen onze ingrediënten samen aankopen, we kunnen onze administratie cen-

traliseren enzovoort. Dat betekent natuurlijk niét dat Faculty Club en Alma

voortaan dezelfde kwaliteit zouden aanbieden. Het blijven twee aparte merk-

namen en Faculty Club blijft een gastronomisch hoog niveau halen.”

Vergader- en congresservice“Ik wil de levensvatbaarheid van Faculty Club ook v ergroten door de verga-

der- en congresactiviteit uit te bouwen. Tot nu toe hebben de organisatoren

van wetenschappelijke congressen véél te weinig de reflex om niet alleen het

afsluitend etentje, maar ook het hele congres in de Faculty Club te organise-

ren. Op voorwaarde dat de uitrusting van enkele zalen wordt aangepast is dat

perfect mogelijk. Door samenwerking met de hotels, in de eerste plaats

natuurlijk het Begijnhof Congreshotel hier vlak naast de deur, komen we tot

een heel aantrekkelijke formule. We sleutelen nog aan de prijsbepaling. Op

dat vlak is het niet uitgesloten dat we gaan werken op dezelfde manier als

voor het restaurant, dus met een korting voor het personeel van de universi-

teit. Mag ik er even aan herinneren dat je nu in het restaurant, bij facturatie

op je dienstadres, géén

BTW betaalt én 24 % kor-

ting krijgt? Bij privé-fac-

turatie betaal je wel BTW,

maar loopt de korting op

tot 30 %. Als we iets der-

gelijks ook voor de con-

gressen kunnen organise-

ren, zie ik een en ander

heel goed zitten.”

“In het algemeen wil-

len we de relatie met de

K.U.Leuven nauwer aan-

halen. De drempelvrees

die sommigen blijkbaar

nog hebben, is volkomen

onterecht. De F aculty

Club is geen besloten

‘clubje’, maar gewoon een

klasse-restaurant voor de

hele universitaire gemeen-

schap. Via onze website en

met een nieuwsbrief

hopen we die boodschap

héél ver uit te dragen.”

“Een tweede algemeen

punt is de uitbouw van

onze kwaliteit. De d ienst-

verlening en de k waliteit

van het eten zijn op dit

ogenblik al heel goed,

maar dat is een proces dat

voortdurende aandacht

vraagt. Op intern vlak is er

nog heel wat mogelijk. Ik

denk bijvoorbeeld aan een beter personeelsmanagement, met onder meer het

organiseren van opleidingen. Zo was er recent de opleiding ‘harmonie tussen

wijnen en gerecht’, waarbij aan keuken- en bedieningspersoneel toelichting

gegeven werd bij het kiezen van de juiste wijn bij bepaalde gerechten. Derge-

lijke initiatieven hebben niet alleen gevolgen voor de klant, die beter bediend

wordt, maar ook voor het werkklimaat.”

“Ik zie de toekomst van de Faculty Club héél goed zitten. Dat er werk aan

de winkel is, besef ik ook wel. Maar er is zoveel potentieel, en we zijn zo

belangrijk voor het imago van de universiteit dat ik niet anders kàn dan de

toekomst positief in te schatten.”

Tine Verhelst, t(016)32 95 13, f(016)32 95 02, [email protected]

Naar aanleiding van de Jubileumviering 575 Jaar K.U.Leu-

ven wordt voor de - voor zover bekend - eerste keer een

personeelsfeest georganiseerd. Alle personeelsleden zijn

hierop van harte uitgenodigd. Als de weergoden gunstig

gestemd zijn, wordt dit gegarandeerd een onvergetelijk

dagje uit met gezinsleden en collega’s. Misschien is het wel

de start van een mooie traditie ...

Wat staat er zoal op het feestprogramma?

Vanaf 14u kan je deelnemen aan wandel- en

fietstochten, uitgestippeld door SIC en VELO v.z.w. - als het

ware een mini-Gordel rond Leuven. Leuca zorgt voor een

versterkend vieruurtje onderweg. Alle wegen leiden terug

naar het Arenbergkasteel. Daar worden van 16u tot 18u de

allerkleinsten opgevangen en zelfs omgetoverd door des-

kundige grimeurs. Het internationale broodjes- en salade-

buffet is geopend van 17.30u tot 20u terwijl muzikale per-

soneelsleden het beste van zichzelf geven op het free

podium. Om 20.30u swingen de heren van Voice Male de

avond in, een a vond die P.P. Michiels en The Big M’s met

de nodige sfeer zullen afsluiten.

Voor het welslagen van dit feest zijn vele helpende

handen nodig. Na een eerste oproep boden zich tot grote

vreugde van de jubileumcoördinatie tientallen vrijwilli-

gers aan. W ie ook enkele uurtjes wil meewerken, kan

nog steeds contact opnemen met het jubileumsecretari-

aat.

Iedereen mag vanaf 10 mei een programmafolder en

een inschrijvingsformulier

verwachten. De organisato-

ren hopen op een talrijke

opkomst!

Info: Coördinatie Jubileum-

viering 575 jaar K.U.L euven,

t(016)32 41 14 of e-mail:

leen.bockaert@dcom.

kuleuven.ac.be

Personeelsfeest op 1 juli

Op 1 juli leiden alle wegen naar het Arenbergkasteel

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 1 1

Page 12: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

N I E U W S

Gemma Frisius-fonds groeit snel

Onderzoeksvalorisatieboekt succesLudo Meyvis

In oktober 1997 werd het Gemma Frisius-fonds (GFF) opgericht. Het ging om

een samenwerkingsverband tussen de K.U.Leuven, Investco (KBC-groep) en

VIV (F ortis). Het fonds, 100 miljoen groot, kende zichzelf een looptijd van 10

jaar toe, met een maximale kapitaalsverhoging tot 500 miljoen.

Nauwelijks tweeëneenhalf jaar later is die grens al tot de helft bereikt. Het

kapitaal van het fonds werd verhoogd tot 250 miljoen. Wij vonden de verte-

genwoordigers van het fonds in opperbeste stemming in de Faculty Club.

Meer rijpere starters“Het gaat héél goed met het GFF, dank u. We zijn nu al waar we oorspronke-

lijk pas na vijf jaar dachten te zijn. D at succes heeft verschillende redenen.

De interesse voor spin-offs is recent sterk toegenomen. Eind 1999 partici-

peerde het GFF al in 8 spin-offs. Een aantal andere zijn startklaar, en daar-

naast nemen we een deel van het kapitaal voor onze rekening van enkele

kleinere spin-offs die vanuit K.U.L euven R&D opgestart werden. Bovendien

veranderde de aard van d ie beginnende bedrijven. In 1997 l ag de klemtoon

overduidelijk en bijna uitsluitend op ICT-ondernemingen, die relatief weinig

startkapitaal nodig hebben. Maar vrij snel kwamen daar ook twee biotechno-

logische spin-offs bij. Die hebben uiteraard nood aan meer en duurdere uit-

rusting. In het begin investeerden we gemiddeld 5 tot 10 miljoen per bedrijf,

nu is dat 15 tot 20 miljoen. Vandaar dat het kapitaal van het GFF al snel aan

zijn limiet zat, en dus opgetrokken werd tot 250 miljoen.”

“De risico’s worden daardoor wat groter, maar een fonds voor seed capi-

tal moét risico’s nemen. Dat wordt trouwens gedeeltelijk geneutraliseerd

door het feit dat de kandidaat-starters duidelijk professioneler beslagen zijn

wanneer ze hun aanvraag indienen. Ze hebben een duidelijker business plan,

ze kunnen hun eigen kansen beter inschatten enzovoort.”

“Het GFF heeft zich ontwikkeld tot een bruggenhoofd tussen de weten-

schappelijke taak van de universiteit enerzijds en haar maatschappelijke en

economische rol anderzijds. De wederzijdse feedback tussen die twee sferen

is duidelijk groeibevorderend, zowel voor het onderzoek als voor de valorisa-

tie-mogelijkheden. Het is trouwens precies die positie van het fonds in de

onmiddellijke nabijheid van het onderzoek die het tot zo’n aantrekkelijk

concept maakt. We spelen het spel eerlijk, en zorgen voor incentives voor àlle

betrokkenen. Dat is niet altijd het geval bij soortgelijke fondsen in het bui-

tenland. In Nederland, bijvoorbeeld, werkt men nogal eens met een in onze

ogen pervers systeem, waarbij de onderzoeker gedetacheerd wordt naar een

spin-off. Hij maakt het bedrijf groot, het bedrijf wordt verkocht, en de

onderzoeker moet terug naar de universiteit - maar vaak wel met een jaren-

lange wetenschappelijke ‘stilte’, waardoor zijn carrière-kansen zwaar gehy-

pothekeerd zijn. In het GFF wordt er nauwlettend op toegezien dat de verlo-

ning en de bescherming correct en realistisch zijn, en d at de kip met de gouden

eieren niet onnadenkend geslacht wordt.”

Enthousiasme bij alle partners“De markt van het zaaikapitaal is heel jong. Het GFF heeft, door zijn unieke

positie, zeer mooie perspectieven, maar het spreekt vanzelf dat er concurrentie

is, of zal komen. Daardoor is een profilering in deze of gene richting best moge-

lijk. Verder is het ook vrij waarschijnlijk dat ons aanbod zal e volueren, waar-

door we wellicht minder alléén de rol van geldschieter zullen spelen, maar een

echt aanspreekpunt voor prille bedrij-

ven zullen worden. De gecombineerde

inbreng van onze partners, de ene uit

de universiteit, de t wee andere uit de

bankwereld, creëert in dat verband

trouwens een unieke synergie. Andere

fondsen voor zaaikapitaal kunnen die

meerwaarde niét bieden. In tegenstel-

ling tot een aantal jaren geleden is zaai-

kapitaal redelijk beschikbaar, waardoor

de aantrekkingskracht van een fonds

allicht meer zal gaan afhangen van zijn

inhoud op andere vlakken. En die heb-

ben we. Onze partners uit de bankwe-

reld zijn trouwens heel gecharmeerd

door de complementariteit binnen ons

partnership. Het is precies dààrdoor

dat het GFF een unieke positie

inneemt. Andere universiteiten zijn

inmiddels natuurlijk ook begonnen

met een vergelijkbaar initiatief - het

Bakelandt-fonds in Gent, en het Wen-

delen-fonds aan het LUC - maar daar

ontbreekt het dan weer aan de erva-

ring van een d ienst als K.U.L euven

R&D. Er is geld, er is expertise, er is belangstelling, een schitterende verstand-

houding bij de partners, succes bij de bedrijven waarin we participeren, en veel

groeiruimte. Begrijp je nu waarom we de champagne laten aanrukken?”

Het Gemma Frisius-fonds participeert op dit ogenblik in de volgende bedrijven:

Ansem (Analog Semiconductor design), Eyetronics (3D datacaptatie), Metis

(magneettechnologie), MEC (scenario-ontwikkeling en -schrijven), ISW (Insti-

tuut voor Stress en Werk), Synes (neurale netwerk-software voor datamining),

Algonomics (bio-informatica en bio-computing), Data4S (datamining applica-

ties), Tigenix (Tissue Engineering). Goedgekeurd en in oprichting: OMP-antenna

products en L euven Bioproducts.

De Raad van Bestuur van het Gemma Frisius-Fonds is samengesteld als volgt:

K.U.Leuven: Prof. dr. ir. Koenraad Debackere (voorzitter), Dr. Martin Hinoul

(afgevaardigd bestuurder), Hans Claes; Almanij-KBC: Luc Philips, Anne Rou-

court; VIV (Fortis): Julien Smets, Tony Pilozzi

De leden van het A dviescomité: K.U.Leuven: Koenraad Debackere, Martin

Hinoul, Hans Claes, Rudi Cuyvers, Olivier Lescroart; Almanij-KBC: Paul Van

Dun; VIV (Fortis): Raf Moons

De 16de-eeuwse wiskundige Gemma Frisius, leer-

meester van Mercator, naar wie het onderzoeksfonds

genoemd werd

12 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Nog even de benen strek-

ken voor de aftrap in

juni. Op 28 april riep de

UEFA de scheidsrechters

van Euro 2000 bijeen o p

de mat van de Faculteit

Lichamelijke Opvoeding

en Kinesitherapie.

Het wordt tijd dat onze universiteit haar richting- en

leidinggevende rol in de maatschappij ook opneemt in het

domein van de ICT, en dus de Janus-neuzen in dezelfde

richting laat wijzen. Ik hoef er waarschijnlijk geen tekening

bij te maken welke richting dit moet zijn. En l aat deze

‘outing’ gepaard gaan met een ondubbelzinnig en sterk sig-

naal dat Open Software en open bestandsformaten de

norm eerder dan de uitzondering moeten zijn, aan de

K.U.Leuven zowel als daarbuiten. Technisch kan het, het is

enkel wachten totdat de beslissingsnemers beseffen dat

software niet meer is dan een gewoon consumentenpro-

duct, waarvan de kwaliteit enkel maar kan stijgen door de

verhoging van onderlinge uitwisselbaarheid, standaardisa-

tie en eerlijke concurrentie. Een kritische consument kan

dus gouden zaken doen, door de markt-wetmatigheden

maximaal te benutten. Door gesloten formaten en software

te gebruiken doet men net het tegenovergestelde ...

[email protected]

vervolg van pagina 2

Page 13: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

C U L T U U R

vader enthousiaster is over De Standaard dan mijn zoon, die 18 is. Niet

dat ik lezers van de leeftijd van mijn vader wil verliezen, maar de jeugd

bijwinnen moet toch binnen onze mogelijkheden liggen. En dat wil ik

dan niet realiseren met nog maar eens een aparte bijlage, maar gewoon

door de krant algemeen toegankelijker te maken.”

“Ik heb mijn oor eens te luisteren gelegd toen aan jongeren werd

gevraagd wat ze van verschillende kranten vonden. Daaruit bleek dui-

delijk dat zij uitleg verlangen bij vaktermen. Op de redactie wordt daar

vaak te licht over gegaan, omdat die nu eenmaal bestaat uit specialisten

binnen het vakgebied. Jongeren haken echter af als ze in een artikel over

het NTG niet één keer vermeld zien dat het over het Nederlands Toneel

Gent gaat. Hetzelfde heb je met termen als IMF en h ematocriet, en het

is een kleine moeite om bij de berichtgeving over, zeg maar, Zimbabwe,

telkens een kaartje af te drukken. Wees gerust, een krant als de Finan-

cial Times - toch niet echt een populaire krant - geeft óók de nodige uit-

leg, dus wat houdt ons tegen?”

Om zes uur ‘s ochtends op, en ‘s avonds om negen uur naar huis:

geen enkele C.A.O. die dat aanvaardt. Vandermeersch: “Ik verlang wel

vaker terug naar de tijd toen ik zelf schreef. Het was een stuk rustiger.

Nu maak ik lange dagen, en ik werk bijna altijd op zondag. Waarom ik

het dan doe? Het is me nooit gelukt om enkel met mijn eigen artikeltje

bezig te zijn. Ik h eb me altijd in discussies gemengd, gepleit voor een

krant die scherp is en actueel, een Europese referentiekrant. In feite ben

ik gewoon verliefd op de krant.”

vervolg van pagina 7

Een Boekenwelp en een plaats

op de longlist van de G ouden

Uil: niet kwaad voor een

debuut. Helemaal niet kwaad

als je weet dat het gaat om

een non-fictieboek voor kin-

deren. Het moet gezegd:

Katharina Smeyers pende

zich met ‘Schapenvellen en

ganzenveren - Het verhaal

van het middeleeuwse boek’

duchtig in de prijzen ...

Katharina Smeyers is wetenschappelijk medewerker aan

het internationaal gereputeerde Studiecentrum Vlaamse

Miniaturisten, gevestigd in de Centrale Bibliotheek. Van

haar vader, wijlen professor Maurits Smeyers, kreeg ze

de middeleeuwse cultuur met de paplepel ingegoten.

“We trokken ieder jaar op reis naar Frankrijk, en daar

gingen we, telkens in een andere streek, op zoek naar

middeleeuwse kunst. Later volgden dan mijn studie

Kunstgeschiedenis en mijn werk aan het Studiecentrum.

Ik kreeg zin om eens iets over middeleeuwse kunst te

schrijven voor kinderen. Want het Studiecentrum draagt

zijn kennis wel uit door publicaties, tentoonstellingen en

lezingen, maar kinderen worden daar zelden door aange-

sproken. Ik heb eens rondgesnuffeld tussen de kinder-

boeken in de museum-shops van verschillende grote

musea, en over middeleeuwse kunst bleek nauwelijks

iets te bestaan.”

Hoe maak je een kinderboek over het maken van een

middeleeuws boek? Katharina: “Het was een proces van

lange adem, waar ik veel plezier aan heb beleefd. In 1995

ben ik eraan begonnen, en de oorspronkelijke bedoeling

was om het boek gelijktijdig met Vlaamse Miniaturen

van mijn vader te laten verschijnen - beide boeken ver-

Jeugdboek over middeleeuwse kunst

bekroond

Nooit te jong om telerenWouter Verbeylen

schenen bij het Davidsfonds - red. M aar door mijn vol-

tijdse job aan het studiecentrum kon het boek slechts

met stukjes en beetjes tot stand komen. Uiteindelijk is

dat een pluspunt gebleken: het boek kreeg alle tijd om te

rijpen. Ik had in het begin wat problemen met de stijl -

11-jarigen mag je zeker niet betuttelen - maar daar heb-

ben de uitgeverij en mijn man, zelf leerkracht in het zes-

de leerjaar, mij heel goed in begeleid.”

Om te stelen‘Wanneer brand uitbreekt in een huis, zullen eerst de

boeken gered worden, en pas daarna de andere bezittin-

gen’, lezen we

in het boek.

Katharina: “Ik

wilde kinderen

tonen hoeveel

voeten het in de

Middeleeuwen

in de aarde had

om een boek te

maken, en hoe

kostbaar boeken

daarom waren.

Ook nu kan je

de waarde van

middeleeuwse

handschriften moeilijk overschatten. Op het Studiecen-

trum werken we hoofdzakelijk met reproducties, want

van echte handschriften kunnen we de veiligheid niet

garanderen.”

De uitgave is een juweeltje. De tekst is verlucht met

pittige illustraties van Dorus Brekelmans, en de prachtige

miniaturen spreken uiteraard voor zich. Maar hoe ver-

koop je aan kinderen onderwerpen als ‘De rubricator’?

“Oorspronkelijk moest ik me bedwingen om niet met

voetnoten uit te pakken - een academische afwijking ver-

onderstel ik. Uiteindelijk kon ik alles kwijt in de korte

anekdotische stukjes die het verhaal van schaap tot boek

doorspekken.” Zo kan je lezen dat een handschrift als de

bijbel al gauw 150 schapenvellen telde, en verzucht een

middeleeuws kopiist: ‘Nu het boek is overgeschreven, ga

ik de botten breken van de geleerde die het heeft opge-

steld.’

De recente regen van reacties, ook van volwassenen,

laat Katharina niet onbewogen. “Het boek is verschenen

in juni ‘99, daarna was het een half jaartje

betrekkelijk stil, tot begin dit jaar. Eerst was

er die stek op de longlist van de Gouden Uil

voor Jeugdliteratuur - als enige non-fictie-

werk op de lijst -, en half maart ontving ik

tijdens de Jeugdboekenweek een Boeken-

welp. Inmiddels zijn er vertalingen in het

Noors en het Duits gepland, en een vervolg

staat al in de steigers.”

En aan wie op slechte gedachten zou

komen na het lezen van dit stukje, geeft de

middeleeuwer de volgende waarschuwing

mee: ‘Wie dit boek steelt: dat hij verlamt

en dat al zijn ledematen verdorren; dat hij

wegkwijnt van de pijnen en roept om

medelijden. En dat er geen einde komt aan zijn foltering,

totdat hij sterft.’

‘Schapenvellen en ganzenveren - Het v erhaal van het

middeleeuwse boek’ van Katharina Smeyers met tekenin-

gen van Dorus Brekelmans verscheen bij

Davidsfonds/Infodok, Leuven, 1999.

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 1 3

Page 14: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

L E V E N N A D E U N I V E R S I T E I T

“Veel meer dan een mod etrend. Ethisch beleggen is de toekomst.” Een bood-

schap waar je niet omheen kan na een gesprek met Geert Schoukens. Hij

studeerde vorig jaar af als handelsingenieur, en werd in januari met zijn thesis

over ethisch beleggen in het Verenigd Koninkrijk de Vlaamse laureaat van de

‘Grote Ippa-prijs voor jonge econo-

men’. Waarom ethiek ook financieel

aantrekkelijk kan zijn.

Geert: “Na mijn humaniora heb ik

voor de opleiding tot handelsingeni-

eur gekozen, omdat die richting,

zeker tijdens de kandidaturen, gene-

ralistisch is. We kregen, naast veel

economie uiteraard, ook cursussen

recht en dergelijke. Toen ik in het

derde jaar opnieuw moest kiezen,

kwam ik terecht bij Financiewezen.

Ik heb een thesis gemaakt over ‘De

Prestaties van ethische beleggings-

fondsen in het Verenigd Koninkrijk’

bij professor Bouckaert van het Cen-

trum voor Economie en Ethiek en

professor Renneboog van de Univer-

siteit van Tilburg.”

If you can’t beat them, join themWie ethisch belegt, stelt naast louter financiële criteria, ook ethische voor-

waarden voor de samenstelling van zijn portefeuille. Geert: “Die ethische

criteria kunnen heel uiteenlopend zijn: dat kan gaan om uitsluiting van

extreme gevallen als uitbuiting van de werkkrachten en schendingen van het

milieu, en opname van ondernemingen met een uitmuntend sociaal en

milieubeleid. Maar algemener gesteld komt het erop neer dat bedrijven een

grote transparantie aan de dag moeten leggen, willen ze het label ‘ethisch’

verdienen. Inmiddels hebben een aantal screeningsbureaus - zoals ‘Ethibel’

in België - zich gespecialiseerd in het doorlichten van portefeuilles op ethi-

sche criteria.”

Ethisch beleggen is een dus begr ip dat vele ladingen dekt. De zwakste

vorm is het uitsluiten van bepaalde aandelen uit een fonds, bijvoorbeeld van

sterk milieuvervuilende ondernemingen. Maar je kan ook k leur bekennen en

als aandeelhouder trachten de strategie van het bedrijf te wijzigen. Geert: “In

de Verenigde Staten bijvoorbeeld is Corporate Governance erg populair:

belangengroepen worden opgenomen in de raad van bestuur van een onder-

neming, en drukken hun stempel op het beleid. Nog drastischer is de con-

fronterende werkwijze van organisaties als Greenpeace. Die kocht een aantal

maanden geleden voor enkele miljoenen aandelen van Shell, kreeg daardoor

inspraak en legt nu, o.a. via de med ia, het management het vuur aan de sche-

nen.”

Boter bij de visVanzelfsprekend blijven voor de belegger ook financiële criteria van belang.

Het succes van ethische beleggingsfondsen is onlosmakelijk verbonden met

de prestaties die men kan voorleggen. Je zou dan v ermoeden dat ethische

fondsen het hier moeten afleggen tegen ‘klassieke’ fondsen. Geert deed de

test: hij onderzocht de prestaties van de ethische fondsen van de voorbije

twee decennia in het Verenigd Koninkrijk. Gee rt: “In België is ethisch beleg-

gen een trend van de laatste jaren, terwijl het eerste ethische beleggingsfonds

in het Verenigd Koninkrijk al in 1984 werd opgericht. En aan gezien ik over

voldoende historische gegevens moest beschikken voor een analyse, was

mijn focus op het V.K. een logische keuze.”

“De resultaten zijn verrassend: op het eerste gezicht lijkt het gemiddelde

jaarlijkse rendement van alle ethische aandelen samen met 19% nauwelijks

onder te doen voor het rendement dat de

‘gewone markt’ haalt, 22%. En wanneer we

rekening houden met het ‘kleine onderne-

mingen’-effect - ethische fondsen kiezen

vaak voor kleine ondernemingen -, dan is

het rendement zelfs hoger. Als we dan ook

nog eens risicofactoren incalculeren, kun-

nen we zelfs besluiten dat ethische fondsen

over de hele lijn beter presteren.”

Conclusie? “Voor de belegger is er geen

reden om niet ethisch te investeren.”

“Dat verklaart ook de hoge vlucht die

ethische fondsen, zowel in België als in het

V.K., de laatste tijd nemen. België telt

inmiddels 90.000 ethische beleggers en

spaarders, tegenover 23.000 in 1995. 2 4

miljard frank is op dit o genblik ethisch

belegd. Hiermee blijft België nog ver achter

op de Angelsaksische wereld, waar ethisch

beleggen ook fiscaal gestimuleerd wordt.

Maar er beweegt wat in de politieke en economische wereld. Het kan geen

toeval zijn dat net mijn thesis de Ippa-prijs won, met een jury van experten

uit politiek en onderwijs. Ik zie het als een erkenning voor twee jaar hard

werken, maar

mijn bekroning is

ook een signaal:

dat ethisch beleg-

gen binnen de

financiële wereld

een waardevol en

levensvatbaar

alternatief is.”

Een wissel op detoekomstInmiddels werkt

Geert als invest-

ment analyst bij

Capricorn Ventu-

re Partners in het

Leuvense. Een

ethische keuze?

Geert: “Wij ver-

strekken venture

capital of risico-

kapitaal aan jonge

ondernemingen.

Een opstartende

onderneming

heeft het vaak

niet gemakkelijk

om aan voldoen-

de gelden te gera-

ken. Als die

onderneming met

onze financiële

inbreng van de

grond komt, is

dat uiteraard goed

voor de tewerk-

stelling.”

“Ook op mijn

werk merk ik dat vanuit ondernemersstandpunt ethiek een kernbegrip is

geworden binnen het beleid. Alleen al aan de interesse voor mijn thesis merk

je het: ‘duurzaam ondernemen’ is niet langer louter een modewoord.”

Handelsingenieur

Geert SchoukensWouter Verbeylen

Op 10 maart

werd de nieuwe

vleugel van de

bibliotheek van

de Faculteit

Rechten geo -

pend. Architec -

ten professor

Paul Van Aer -

schot en Hans

Verplancke -

beiden verbon -

den aan ASRO -

ontwierpen de

vleugel-op-

poten, die

150.000 bezoe -

kers per jaar zal

moeten torsen.

14 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

Page 15: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

N I E U W S

Alweer een jaar geleden over-

leed Margriet Lenaerts, de

gezinshelpster die twintig jaar

lang door het leven ging als

‘Tant Griet’ van de Sociale

Dienst. Onverwacht blijkt

haar leven nu een vervolg te

krijgen, en - nog onverwach-

ter - in India. We vertellen het

verhaal van ‘Margaret’s Hos-

pital’ in de bewoordingen van

haar broer Jan.

Margriets betrekking aan de

universiteit werd haar indertijd “door de Voorzienigheid

in de schoot geworpen”. Begin jaren ‘60 ontmoette ze,

tijdens een bedevaart naar O.L.V. van Fatima, kanunnik

Frateur in het vliegtuig boven Frankrijk. Die was volop

bezig de Sociale Dienst uit de startblokken te krijgen, en

zag in Margriet een ideale medewerkster te velde. In 1965

werd zij gezinshelpster van het personeel van onze uni-

versiteit. ‘ Tant Griet’ bezocht, steeds vergezeld van een

grote boodschappentas vol verrassingen, tal van g ezin-

Margaret’s HospitalWouter Verbeylen

nen in tijden van nood, en nam de moederrol over

zolang het nodig bleek. “Met haar beroepsfierheid werd

zij een door iedereen geliefde vriend des huizes”, schrijft

broer Jan.

Na haar pensioen in ‘85 trok Margriet zich terug in

Zichen-Bolder, waar ze op 15 maart 1999 overleed. Haar

grafsteen kreeg van de familie de woorden mee ‘Dank

voor dit leven van stille toewijding en dienstbaarheid’.

Een hospitaal voor een huisNa Margriets begrafenis zocht haar familie naar een soort

‘vervolg’ op haar leven, en net op dat ogenblik lazen ze in

Kerk en Leven een artikel over de strijd tegen lepra in

India. Daarop werd besloten om de nalatenschap van

Margriet - waaronder het ouderlijk huis - aan de Dami-

aanaktie te schenken. We zijn nu een jaar verder, en in

India is men onlangs begonnen met de bouw van een

heus Margaret’s Hospital. Rond de jaarwisseling hoopt

men de werken te beëindigen.

Margaret’s Hospital wordt een verpleegeenheid in

New Delhi, waar de leprapatiënten voorlopig te velde

worden verzorgd. Het project kadert helemaal in de geest

van ontwikkelingssamenwerking: lokale verantwoorde-

lijken coördineren de bouw en een Indisch geneesheer

zal de leiding op zich nemen. Als de werken eenmaal vol-

tooid zijn, zal de behoefte aan giften voor geneesmidde-

len, voeding en werkingskosten echter blijven bestaan.

Inmiddels liet Margriets familie alvast op haar grafsteen

schrijven: ‘Haar naam en geest leven voort in Margaret’s

Hospital in New Delhi, India’.

Giften voor Margaret’s Hospital kunnen worden gestort

op rek. 000-0000075-75 t.n.v. de v.z.w. Damiaanaktie,

Leopold II-laan 263, 1081 Brussel onder vermelding van

‘Margaret’s Hospital - India’

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 1 5

Page 16: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

J U B I L E U M V I E R I N G

Brochure Congressen

2000-2001De K.U.Leuven grijpt haar verjaardag aan om één van haarbelangrijkste opdrachten te belichten, met name kennisover-dracht van hoog internationaal niveau. Dat doet zij als bezieleren organisator van meer dan honderd congressen die tussenfebruari 2000 en het einde van het jubileumjaar zullen plaats-vinden. Een chronologisch overzicht in brochureformaat is ver-krijgbaar bij [email protected]

kalender congressen

22-26 mei, prof. M. Goossens (Fac. Wet. - Dept. Wisk. - Afd.

Plasma-astrofysica), Workshop on Waves in Dusty, Solar and

Space Plasmas. I.s.m. RUG en University of Natal. Info:

http://allserv.rug.ac.be/~verheest/fsaw.html; prof.

M.Goossens, t(016)32 70 15

23 mei, prof. Gr. Van Sant (Fac. Geneesk. - Afd. Voeding), Obe-

sity: What do we learn f rom stable isotopes (labelled water, car-

bon and nitrogen)? Symposium on obesity: Antwerpen, 24-2 7

mei. Info: t(016)34 42 69

24-27 mei, dr. M. Flour (Fac. Geneesk. - Afd. Dermatologie),

10de jaarlijks symposium van de European Tissue Repair Society.

Info: t(016)33 78 68

24-28 mei, prof. T. Van Houdt (Fac. Lett. - Werkgroep Neola-

tijn), Internationaal colloquium: ‘Self-presentation and social

identification. The rhetoric and pragmatics of letter writing in

early modern times’. Info: t(016)32 49 05

25 mei, prof. C. Fijn aut (Fac. Rechtsgeleerdh. - Inst. voor Straf-

recht), Internationaal Congres: ‘The public prosecutor’s office in

the European Union: cur rent problems and future perspectives’.

Info: M. Bringmans, t(016)32 52 11

25-27 mei, dr. B. P attyn (Overlegcentrum Chris t. Ethiek), Poli-

teia Conferentie: ‘Modern Media & Social Dial ogue: Searching for

Common Ground within the Sound and the Fury’. Conferentie

van het European Ethics Network. Info: http://www.kuleu-

ven.ac.be/oce/politeia.html; B. Pattyn, t(016)32 37 88

25-26 mei, prof. O. Leroy (KULAK- Research Group Physical

Acoustics and Acousto-topics), Congres in Brugge over ‘Advan-

ces in Acousto-Optics 2000’. Info: Filip Windels, t(056)24 62

07

26 mei, prof. P. Agostinis (Fac. Geneesk. - Afd. Bioc hemie),

Meeting: ‘A new life for mitochondria’ in opdracht van de ‘Belgian

Society for Biochemistry and M olecular Biology’. Info: prof. P.

Agostinis, t(016)34 57 15

26-27 mei, prof. F. Van De

Werf (Fac. Geneesk. - Afd .

Cardiologie), Internationaal

congres: ‘Acute coronary syn-

dromes and coronary inter-

ventions’. Info: A. Meuris,

t(016)34 34 72; R. Struy-

ven, t(016)34 40 45

De monding van de wijsheid en

andere voorstellen

Fonske en zijn opvolger, weet u nog? Een tijdje geleden

verscheen in Campuskrant een oproep van de coördina-

toren van het Jubileumjaar voor een gepast verjaardags-

cadeau van de universiteit aan de S tad Leuven. Tien erg

uiteenlopende voorstellen hebben ons bereikt, en ons

enthousiasme is grenzelozer dan ooit. Misschien hebt u

nog een briljant idee in uw lade liggen? Laat het geen

wortel schieten, bezorg het voor eind mei aan het secre-

tariaat van de Algemeen Beheerder, Krakenstraat 3, 3000

Leuven.

kalender jubileumviering

4/5-3/7 Tentoonstelling over ‘Het slot’ van Franz Kafka, Centrale Bibli-otheek, Ladeuzeplein.

13/5 K.U.Leuven Opendeur met o.m. Informatiemarkt voor aspi -rant-studenten door Studieadvies. Aansluitend concer tLeuvens Alumni Orkest o.l.v. Peter De Vos, Pieter De Somer-aula, 19.30u

1/7 Personeelsfeest K.U.Leuven (zie ook op pagina 11)

Info: Isabel Penne, coördinatie Jubileumviering, t(016)32 41

44.

Op 13 mei opent de K.U.Leuven haar deuren. Want

onze universiteit viert feest, ze bestaat precies 575 jaar. In

alle departementen en diensten en in het Universitair

Ziekenhuis kunnen studenten, alumni, personeel en

stad- en streekgenoten die dag een verhelderende kijk

krijgen op het reilen en zeilen aan onze universiteit. Ook

de alumniverenigingen laten zich tijdens K.U.L euven

Opendeur niet onbetuigd en organiseren een aantal aan-

trekkelijke activiteiten. In de Universiteitshal, het hart

van de K.U.L euven kunnen studenten en oud-studenten

de hele dag terecht bij informatiestands van Alumni

Lovanienses en Studie-advies.

De feestelijke dag wordt ‘s avonds afgesloten met het

Jubileumconcert van het Leuvens Alumni Orkest. Dit

orkest, opgericht in 1996, be staat hoofdzakelijk uit oud-

studenten van de K.U.Leuven. Op het programma van

het Jubileumconcert staan de Orkestsuite nr. 1 in C van

J.S. Bach, in het kader van het Bachjaar, en verder Old

Wine in New Bottles van G. Jacob, de Peer Gynt Suite nr. 1

en 2 van E. Grieg en tot slot de Tsjechische suite in D van

A. Dvorak. Het concert wordt voorafgegaan door een

receptie voor Alumni-leden in de P ieter De Somer-aula

(17-19u). De Voorzitter van Alumni L ovanienses, Karel

Vinck, leidt het concert in en Wim De Vilder presen-

teert.

Jubileumconcert Leuvens Alumni Orkest, 13 mei,

19.30u, Pieter De Somer-aula, Deberiotstraat 24, 3000

Leuven. Een organisatie van Alumni Lovanienses, m.m.v.

K.U.Leuven Opendeur, Universiteit Derde Leeftijd, Stad

Leuven en 3-link (R adio 3). Kaarten: 500/400 fr. (100 fr.

korting voor Alumni, personeelsleden K.U.Leuven, studen-

ten, leden Universiteit Derde Leeftijd en 3-link en bij aan-

koop van grote aantallen). Info en reservatie: Alumni

Lovanienses v.z.w., t(016)32 40 01,

[email protected]; www.kuleu-

ven.ac.be/lao; [email protected], t/f(016)22 43 28

Voor meer informatie over K.U.Leuven Opendeur:

t(016)32 37 83 of www.kuleuven.ac.be/575

Opendeur op 13 mei -

Jubileumconcert

16 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0

De Jubileumviering 575 jaar K.U.Leuven wordt georganiseerd in samenwerking met:

Page 17: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

1 1 . 5 .2 0 0 0 C

A D V A L V A S

-

beperkt aantal goed uitgebouwde modules. Dat is de

weg die wij gevolgd hebben met de uitbouw van onze

website over ruimtelijke structuren in Zuid-Afrika, met

zes modules rond politiek, economie, interne stedelijke

structuren, verstedelijking van het platteland, toeganke-

lijkheid van faciliteiten en toerisme. En dat geldt ook

voor onze virtuele terreinexploraties met modules rond

landelijke nederzettingen, economische reconversie van

oude industriële gebieden en verstedelijking: we streven

naar een goed product dat terdege onderlegd en uitge-

bouwd is. Als we onze collega’s een goed en bruikbaar

draaiboek kunnen aanbieden, werken we terzelfdertijd

aan een verdere uitbouw van andere thema’s en andere

plaatsen.”

“Het blijft een voortdurende zoektocht naar ander en

beter onderwijs, waarin we ons gelukkig ondersteund

weten door de universiteit. Het werk dat de Dienst Uni-

versitair Onderwijs en het Impulscentrum voor Onder-

wijsvernieuwing leveren, is bijvoorbeeld enorm stimule-

rend, op praktisch én moreel vlak. Nu alleen nog de stu-

dent meekrijgen - een andere manier van doceren legt

immers ook een stukje verantwoordelijkheid bij de stu-

denten zelf. Misschien moet hen door de universitaire

overheid duidelijk worden gemaakt dat passiviteit geen

recht is en d at wij begeleide zelfstudie als onderwijscon-

cept aanmoedigen. De veiligheid van anoniem zitten

noteren in een reusachtige aula brokkelt meer en meer af,

en hoe sneller de studenten beseffen dat actieve mede-

werking en betrokkenheid ook van hen moet komen, hoe

beter: het kan hun studie alleen maar ten goede komen.”

vervolg van pagina 4

Bouwen voor kost en inwoon Bouworde v.z.w. organiseert tijdens de vakantieperiodes

bouwkampen voor jongeren vanaf 17 jaar - 18 voor wie

naar het buitenland wil. Dat is een prachtige kans om als

vrijwilliger de handen uit de mouwen te steken en hulp

te verlenen aan kansar me medemensen. De aard van de

werkzaamheden varieert van kamp t ot kamp: schilderen,

behangen, metselen, puin ruimen, behangen, opruimen

enzovoort. Naast het werk is er natuurlijk ook veel ruim-

te voor contact met de mensen in de buurt. Je betaalt

1000 fr. inschrijvingsgeld voor een kamp in Vlaanderen,

1.250 fr. voor een kamp in het buitenland, en de reiskos-

ten. Kost en inwoon zijn gratis.

Info: Tiensesteenweg 145, 3010 Leuven, t(016)25 91 4 4,

f(016)25 91 60, [email protected], www.bouw-

orde-vzw.be.

Vijf jaar VeloOp vrijdag 12 mei wordt vanaf 16u in Alma 2 de vijfde

verjaardag van Velo gevierd. Professor Masschelein vat 5

jaar Velo samen, en burgemeester Tobback onthult het

logo. Om 17u is er een receptie. Vanaf 15u kan je de werk-

plaatsen al bezoeken.

Korte berichten

Vacatures VIBHet Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB)heeft drie vacante betrekkingen (m/v) in het CME K.U.Leuven:Een secretaresse (voltijds) ter ondersteuning van de wetenschappelijke directeur en zijn onderzoeksgroep.Een secretaresse (deeltijds) ter ondersteuning van een onder-zoeksleider en zijn onderzoeksgroep.Een administratief medewerker (voltijds) ter ondersteuning vande coördinator financieel, administratief en personeelsbeheer.Info: VIB, Lieve Van Kerckhoven, Rijvisschestraat 120, 9052

Zwijnaarde, f(09)224 66 10, e-mail: lieve.vankerckho-

[email protected] of www.vib.be

Colloquium: Buddhism - Schools and SectsHet Boeddhisme heeft geen centrale normerende instan-

tie. Dat heeft geleid tot een verregaande versnippering en

tot de ontwikkeling van veel gevarieerde filosofische en

devotionele stromingen. Ook vandaag nog neemt het

aantal groeperingen dat zich op een boeddhistische

grondslag beroept - de zogenaamde New R eligions - sterk

toe. De Aum Shinrikyo in Japan en de Falun Gong in Chi-

na zijn daar wellicht de bekendste voorbeelden van.

Op 26 en 27 m ei wordt rond deze thematiek een interna-

tionaal colloquium georganiseerd in het Monseigneur

Sencie-Instituut.

Info: Ineke Van Put, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven,

t(016)32 49 51, f(016)32 49 32, [email protected]

ven.ac.be, http://www.akira.arts.kuleuven.ac.be/bbs/

geloof - KULAK

3-7/7 Uitblazen in Antoing (nabij Doornik): met KULAK-studenten trekkenwe er enkele dagen op uit ..., na de examens, info t(056)2461 43

28/8-1/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 114-8/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 1111-15/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 11

geloof

10/5 18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk, Groot Begijnhof,aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16

17/5 18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk, Groot Begijnhof,aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16

19/5 20.30u, Kerkplein in Begijnhof 16, Groot Begijnhof24/5 18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk , Groot Begijnhof,

aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16

Elke dinsdag Zenmeditatie in Begijnhof 16 (19.45u)Elke woensdag en zaterdag (18.15u) en zondag (11u) eucha-ristieviering in de Begijnhofkerk

Een uitgebreide kalender vindt u op www.kuleuven.ac.be/up/

A G E N D A

vorming

15/5 14.30u Lezing, ‘Technology Foresight’ lecture of the ResMetallica 2000 Chair - Second Lecture Series. The futu-re of thermomechanical processing of steel, prof. C.M.Sellars, Dpt of Engineering Materials - IMMPETUS (Insti-tute for Microstructural and Mechanical Process Engi-neering) - the University of Sheffield (UK), AuditoriumArenbergkasteel.

film

29/5 2E

tentoon

nu toth

nu toanco

nu tonu tonu to

prth

theater

11/5 20V

C U L T

2.30u, Ridley Scott, Thelma and Louise , STUCterras, E. Vanvenstraat 2d, t(016)20 81 33

stelling

t 20/5, Gedrukte liturgie, liturgica uit de KADOC-biblio -eek, KADOC, Vlamingenstraat 39, t(016)32 35 00t 31/5, Alfred-Napoleon Delaunois (1475-1941), Verrassendders, schilderijen, etsen en tekeningen uit de stedelijkellecties, Faculty Club, t(016)32 95 00

t 2/9, Lizzie Pieters, UZ Gasthuisberg, Herestraat 49t 3/9, Katelijne Hanssen, UZ Gasthuisberg, Herestraat 49t 5/9 , Kafka in de stripwereld. Een adaptatie van Olivier De-ez, org. Culturele Studies, Exporuimte Centrale Biblio-eek, Ladeuzeplein

.30u, Eindfeest, De Onderneming, Alles wat het geval is,lamingenstraat 83, t(016)20 81 33

U U R

concert

11/5 23u, Eindfeest, wawadadakwa, STUCzaal, E. Van Even-straat 2D, t(016)20 81 33

11/5 00.30u, Eindfeest-Party, met DJ Morel & DJ Daoed, STUC-zaal, E. Van Evenstraat 2D, t(016)20 81 33

12/5 19u, Beiaardbespeling door Luc Rombouts, universiteitsbeiaard,Mgr. Ladeuzeplein, t(016)32 41 40

13/5 19.30u, slot van opendeurdag: Leuvens Alumni Orkest o.l.v. PeterDevos; Bach, Grieg, Dvorak; Pieter De Somer-aula, t(016)3240 01

20/5 20u, Psalmodieën, Aus der Tiefe, Vocaal Ensemble MusaHorti o.l.v. Peter Dejans, Abdij van ‘t Park, Abdijlaan,Heverlee, t(015)41 84 79.

20/5 20u, Dubbelkorige motetten, van Peter Philips, en de 7‘Lamentations for Henry Noel’ (uit 1597) van JohnDowland, Vocaal Ensemble OrSeCante o.l.v. ArnoutMalfliet, Sint-Kwintenkerk, t(016)40 14 98.

23/5 13-14u, Arpa Multisonor, Jaak Vandevelde en Arielle Vali-bouse, Traditionele muziek uit Latijns-Amerika, UZ Gast -huisberg, Herestraat 49.

26/5 20u, Les Baudouins, Morts & Kolinsky, STUCbar, E. VanEvenstraat 2D, t(016)20 81 33

Beiaardbezoeken: Geïnteresseerden kunnen met de beiaardierde toren beklimmen en de bespeling in de beiaardka-mer en/of vanop de toren bijwonen. Afspraak om18.30u aan de balie van de bibliotheek (vooraf reser-veren, t(016)32 46 60).

A M P U S K R A N T 1 7

Page 18: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

A D V A L V A S Een volledig overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS:

http://www.kuleuven.ac.be/gedoc. Indien u geen toegang hee ft tot CWIS kunt u contact opnemen met Karine Aert, Dienst

Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 L euven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98, [email protected].

Doctoraten6 maart: Jan Vande Ginste, Landbouwkundi-

ge en Toegepaste Biologische Wetenschap-

pen, Assessment of Apparent and True Ileal

Digestible Amino Acid Requirements of

Growing-Finishing Pigs and Effects of Feed

Processing on Protein Quality, promotor

professor R. De S chrijver.

8 maart: Franciska Blockeel, Letteren, A ima-

gen de Portugal nas narrativas juvenis (1974-

1994): identidade e alteridade, promotor

professor R. Ghesquière.

15 maart: Alexandre Repkine, Economische

en Toegepaste Economische Wetenschap-

pen, Industriële herstructurering in landen

van Centraal- en Oost-Europa: Een beter

inzicht in bedrijfsprocessen gedurende de

transitie naar een markteconomie door het

combineren van gegevens op sector-,

bedrijfs- en productniveau, promotor pro-

fessor J. Konings.

16 maart: Pieter Vanden Berghe, Geneeskun-

de, Optical Monitoring of Myenteric Neu-

ronal Activity. A Confocal Fluorescent Ca2+-

Indicator Study, promotor professor J. Tack.

16 maart: Tom Van de Putte, Geneeskunde,

Identification of Genes Essential for Ealy

Mouse Development by Gene Trapping in

Embryonic Stem Cells, promotor professor

D. Huylebroeck.

17 maart: Mark Ingels, Toegepaste Weten-

schappen, CMOS Interface schakelingen

voor optische communicatie, promotor pro-

fessor M. Steyaert.

17 maart: James McGrory, Kerkelijk Recht,

Philosophical Theories, Methodological

Approaches and Hermeneutics of Under-

standing: A Study of Canonical Meaning and

its Interpretation, promotor professor R.

Torfs.

17 maart: Bert Sels, Landbouwkundige en

Toegepaste Biologische Wetenschappen,

Organic Chemistry with Hydrogen Peroxide

and Layered Double Hydroxides Exchanged

with Tungstate and Molybdate Anions, pro-

motor professor P. Jacobs.

21 maart: Martien Wampers, Psychologie en

Pedagogische Wetenschappen, Het gebruik

van grove en fijne beeldinformatie bij scè-

ne-perceptie in functie van spatio-tempo-

rele factoren, promotor professor G. Van

Outryve d’Ydewalle.

23 maart: Peter Ha, Hoger Instituut voor

Wijsbegeerte, The Concept of the Self in

Heidegger’s Fundamental Ontology. An

Investigation on the Concept of the Solip-

sistic Self of Dasein in ‘ Being and Time’,

promotor professor M. Moors.

29 maart: Tom Boiy, Letteren, Laatachae-

menidisch en hellenistisch Babylon. Portret

van een Mesopotamische stad in een cult u-

reel spanningsveld, promotor professor K.

Van Lerberghe.

29 maart: Wim Bouwen, Wetenschappen,

Productie, stabiliteit en depositie van

homo- en hetero-atomaire metallische

clusters, promotor professor P. Lievens en

professor R. Si lverans.

29 maart: Ruth Stoffelen, Landbouwkundi-

ge en Toegepaste Biologische Wetenschap-

pen, Early Screening of Eumusa and Au-

stralimusa Bananas Against Root-Lesion

and Root-Knot Nematodes, promotor pro-

fessor D. De Waele en professor R. Swen-

nen.

29 maart: Luc Van Doorslaer, Letteren,

Cyriel Buysse in deutscher Uebersetzung.

Eine Fallstudie zur Funktion von Ueberset-

zungen der ‘kleinen’ flämischen in der

‘grossen’ deutschen Literatur (1900-1920),

promotor professor J. Lambe rt.

31 maart: Steven Cappelle, Wetenschappen,

Ontwikkeling van pyridine-o-chinodime-

thaan-systemen uit thiënopyridine-pre-

cursoren en toepassing in Diels-Alderreac-

ties. Uitbouw van adducten tot analoga van

farmacologisch actieve verbindingen, pro-

motor professor G. Hoornaert en professor

F. Compernolle.

31 maart: Stef Grondelaers, Letteren, De

distributie van niet-anaforisch ‘er’ buiten

de eerste zinsplaats. Sociolexicologische,

functionele en psycholinguïstische aspec-

ten van er’s functie als presentatief signaal,

promotor professor D. Geeraerts.

bant, promotoren professor G. De Roeck en

professor S. Di P asquale (Univ. Degli Studi

di Firenze).

28 april: Suzanne De Cort, Landbouwkun-

dige en Toegepaste Biologische Weten-

schappen, Diesel Fuel Biodegradation in

Recently and Historically Contaminated

Soil, promotor professor H. Verachtert.

28 april: An Descheemaeker, Wetenschap-

pen, Locali zation of Virtually Nilpotent

Groups: Algebraic Results, Computational

Tools and Topological Implications, promo-

tor professor P. Igodt.

28 april: Oda Steenhoudt, Landbouwkundi-

ge en Toegepaste Biologische Wetenschap-

pen, Nitrate Metabolism in Azospirillum

Brasilense: A Molecular Approach for the

Identification of the Assimilatory and Dis-

similatory Pathways, promotor professor J.

Vanderleyden.

28 april: Nele Vleugels, Farmaceutische

Wetenschappen, Structure-Function Rela-

tionships in Plasminogen Activator Inhibi-

tor-1, promotor professor P.J. Declerck.

2 mei: Medhat Aly, Geneeskunde, Instruc-

tional Multi-Media Programs for Self-

Directed Learning in Graduate and Post-

Graduate Training in Orthodontics, pro-

motor professor G. Willems.

2 mei: Rev. Anthony Edward Bawyn, Kerke-

lijk Recht, Discovering the Administrative

Power Belonging to the Diocesan Bishop:

The Use and Implications of Power and

Governing in Book II and Book I of the

1983 Code of Canon Law, promotor profes-

sor R.G.W. Huysmans.

4 mei: Nancy Cauwenberghs, Landbouw-

kundige en Toegepaste Biologische Weten-

schappen, Study of the Interaction of Blood

Platelet Receptor Glycoprotein Ib With

Von Willebrand Factor, promotoren pro-

fessor H. Deckmyn en professor J. Vander-

leyden.

4 mei: Bart Vandenabeele, Rechtsgeleerd-

heid, De bloesem van het leven. Esthetiek

en ethiek in Arthur Schopenhauers filoso-

fie, promotor professor H. Par ret.

5 april: Sara Vanlingen, Landbouwkundige

en Toegepaste Biologische Wetenschappen,

Characterization of the Type 1, 2 and 3 Ino-

sitol 1,4,5-Trisphosphate Receptor Iso-

forms. A Biochemical and Molecular Ana-

lysis, promotor professor J.B. Parys.

7 april: Bart Van Den Cruyce, Economische

en Toegepaste Economische Wetenschap-

pen, Statistische discriminatie van alloch-

tonen op jobmarkten met rigide lonen, pro-

motor professor E. S chokkaert.

7 april: Catherine Van Nieuwenhove, Land-

bouwkundige en Toegepaste Biologische

Wetenschappen, Survival, Colonization

and Plant Effects of Azorhizobium Caulino-

dans on Rice (Oryza Sativa L.), promotor

professor K. V lassak.

12 april: Paulo Augusto Lourenço Dias

Nunes, Economische en Toegepaste Econo-

mische Wetenschappen, Contingent Valu-

ation of the Benefits of Natural Areas and

its Warglow Component, promotor profes-

sor E. S chokkaert.

12 april: Boglo Kossi Tossah, Landbouwkun-

dige en Toegepaste Biologische Weten-

schappen, Influence of Soil Properties and

Organic Inputs on Phosphorus Cycling in

Herbaceous Legume-Based Cropping Sys-

tems in the West African Derived Savanna,

promotor professor R. Merckx.

19 april: Christos Dedeloudis, Toegepaste

Wetenschappen, De rol van de oppervlak-

tekrachten tussen een sferisch deeltje en

een elektrode in elektrolytische codeposi-

tie, promotoren professor J.P. Celis en pro-

fessor J. Fransaer.

19 april: Jan Grootjans, Geneeskunde,

Cytoplasmic Interactions of the Syndecans,

promotor professor G. David.

25 april: Steven Demuynck, Wetenschap-

pen, Hyperfijninteractiestudie van het

magnetisme in Ag/Cr-multilagen van

UX3-legeringen, promotor professor M.

Rots.

25 april: Pierre Smars, Toegepaste Weten-

schappen, Studie van de stabiliteit van

bogen en gewelven. Toepassing van de

limiet analyse op gotische gewelven in Bra-

5 mei: Ruben Declercq, Wetenschappen,

Structure Determination of a Hexitol

Nucleic Acid (HNA) Duplex by X-Ray Dif-

fraction, promotor professor L. Van Meer-

velt.

5 mei: Edwin De Wit, Toegepaste Weten-

schappen, Tribochemisch onderzoek op

TiN-deklagen. De relatie tussen het tribo-

systeem, de debrisstructuur en het tribolo-

gisch gedrag, promotoren professor J.P.

Celis en professor L. F royen.

8 mei: Guy Beaucarne, Toegepaste Weten-

schappen, Crystalline Si Solar Cells in Thin

Layers Deposited on Foreign Substrates

Using High Temperature CVD, promoto-

ren professor J. Nijs en p rofessor R. Me r-

tens.

8 mei: Stephane Heymans, Geneeskunde,

The Plasminogen and the Matrix Metallo-

proteinase Systems Mediate Cardiac Rup-

ture, Healing and Function After Acute

Myocardial Infarction, promotor professor

P. Carmeliet.

9 mei: Luc Geurts, Toegepaste Weten-

schappen, Coderen van temporele infor-

matie in geluidsversterkingsstrategieën

voor cochleaire implantaten, promotoren

professor M. Moonen en professor J. Wou-

ters.

9 mei: Veerle Janssens, Geneeskunde, Pro-

motor Analysis and Characterization of

Novel Splice Variants of the Human Phos-

photyrosyl Phosphatase Activator Gene,

promotor professor J. Goris.

10 mei: Ben Craps, Wetenschappen, D-Bra-

nes and Boundary States in Closed String

Theories, promotor professor W. Troost.

10 mei: Koen Engelborghs, Toegepaste

Wetenschappen, Numerieke bifurcatieana-

lyse van differentiaalvergelijkingen met

vertraging, promotor professor D. Roose.

Benoemd of onder-

scheiden

Het N.F.W.O. heeft zijn vijfjaarlijkse prijzen

toegekend voor Humane, Exacte, Toegepas-

te, Toegepaste en Fundamenteel Biomedi-

sche Wetenschappen.

Professor Erik De C lercq, geaggregeerde

Hoger Onderwijs en gewoon hoogleraar aan

de Faculteit Geneeskunde ontving de Prijs

Joseph Maisin (fundamenteel biomedische

wetenschappen). Professor Paul Van Houtte,

burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch

ingenieur en gewoon hoogleraar aan de

Faculteit Toegepaste Wetenschappen, werd

de Prijs Dr. A. De Lee uw-Damry-Bourlant

(toegepaste wetenschappen) toegekend. Pro-

fessor Arnold De Loof, geaggregeerde Hoger

Onderwijs en gewoon hoogleraar aan d e

Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste

Biologische Wetenschappen, ontving de

Prijs Dr. A. De Leeuw-Damry-Bourlant

(exacte wetenschappen). De Prijs Ernest John

Solvay (humane wetenschappen) werd toe-

gekend aan professor Marc Waelkens, doctor

Letteren en Wijsbegeerte (Geschiedenis) en

gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren.

Op 26 januari werd in het Boudewijnge-

bouw in Brussel het Lingua kwaliteitslabel

uitgereikt door het Vlaams Linguabureau

aan het project WebSiteStories.Coördinator

en initiatiefnemer van dit project is doctor

Lut Baten. Webmaster is Jille Floridor. Beide

zijn verbonden aan de Faculteit Letteren.

P

HL

h

E

te

m

d

v

B

is

h

u

in

G

p

6

D

li

n

re

g

v

v

c

je

je

s

li

G

M

g

H

o

Kwaliteit is een generiek en complex begrip en staat syno-

niem voor een reeks concepten, meetinstrumenten, tech-

nieken, normen en verbeteringsstrategieën. Om deze

complexiteit inzichtelijk te maken wordt een cartografie

aangeboden van enkele veel voorkomende modellen en

technieken om een verhoogde kwaliteit te realiseren. Het

kwaliteitsbeleid in Canad a, Frankrijk, het Verenigd

Koninkrijk en de Verenigde Staten worden gesitueerd en

vervolgens wordt deze analyse getoetst aan de Vlaams-

Belgische context en vormt ze de grondslag voor enkele

suggesties aan politieke en ambtelijke verantwoordelijken.

R. Breeur en A. Burms, Ik/Zelf, Essays over Identiteit en

Zelfbewustzijn, ISBN 90-429-0820-3, L euven, Peeters

(Tertium Datur), 2000, X+145 p .

E. Cardoen, Niet meer jong. Nog niet oud. Leven na vijfti g,

ISBN 90-5826-054-2, Leuven, Davidsfonds, 2000, 1 41 p.,

695 fr.

De huidige 45- tot 70-jarigen vormen de eerste generatie

die zo massaal in goede fysieke en psychische conditie ver-

keert en deze complexe levensfase op een boeiende wijze

doormaakt. De a uteur verkent de rijke kansen en de nieu-

we uitdagingen van deze periode maar heeft ook aandacht

voor de begrenzingen ervan. Ze neemt ons mee op een

zoektocht naar ons echte zelf, waarbij ze vragen naar zin-

geving en spirit ualiteit niet uit de weg gaat.

J. Cumps, M. In gels, U. Vanermen en L. Vekemans, Van

Stonehenge tot Chunnel. Vragen en antwoorden rond Engel-

se taal en cult uur, ISBN 90-5350-906-2, L euven, Garant,

1999, 335 p., 745 f r.

Taal is meer dan de optelsom van woordenschat en gram-

matica en is nauw verbonden met de geschiedenis, cult uur

en beleving van de mensen die de taal spreken. In het geval

van het Engels, met een rijk verleden en zeer gevarieerd

heden, dekt de vlag wel een heel diverse lading. Dit boek

biedt een waaier aan wetenswaardigheden.

aard vergt het gebruik van contracten ook een andere

interactie tussen de principaal (bijv. het MVG) en de agent

(bijv. een VOI).

Deze studie vergelijkt de recente praktijk van het contract-

management binnen de centrale overheid in Finland,

Groot-Brittannië, Nederland en Nieuw-Zeeland en binnen

de Vlaamse Gemeenschap. Tot slot volgt een aantal con-

crete suggesties voor het Vlaamse beleid ten aanzien van

verzelfstandiging en beheersovereenkomsten.

G. Bouckaert, T. Auwers, Prestaties meten in de overheid,

ISBN 90-5751-281-5, Brugge, Die Keure, 1999, 205 p., 1 .150

fr.

De druk op overheidsinstellingen om prestatiegegevens

over het eigen functioneren inzichtelijk te maken voor een

waaier van beleidsinstanties neemt toe. Dit handboek

combineert theorie en praktijk en maakt de lezer via talrij -

ke oefeningen vertrouwd met de centrale concepten en

modellen uit de prestatiemetingsliteratuur. Voorbeelden

en schema’s uit de internationale praktijk tonen daarbij de

toepassingsmogelijkheden en de valkuilen.

G. Bouckaert en C. Pollitt, Public Management Reform. A

Comparative Analysis, ISBN 0-19-829596-0, Oxf ord Uni-

versity Press, 2000, 305 p.

Dit boek is een bijdrage tot het snel groeiend onderzoeks-

domein inzake overheidsmanagement en geeft een over-

zicht van de verschillende hervormingen inzake over-

heidsmanagement in verscheidene landen, gedurende de

laatste twee decennia. De hervormingstrajecten die in tien

landen werden doorlopen, worden beschreven en met

elkaar vergeleken. Bovendien bevat dit boek een eerste

aanzet tot analyse van de managementhervormingen die

zijn doorgevoerd in de schoot van de Europese Commis-

sie.

G. Bouckaert, S. Vandeweyer, Kwaliteit in de overheid,

ISBN 90-5751-287-4, Brugge, Die Keure, 1999, 327 p.,

2.250 fr.

ublicaties

umane Wetenschappen. Abicht, L. B aeck, R. B auer, L. B eheydt, Y. vanden Berg-

e, B. Bouckaert, U. Claeys, J. Devreeze, D. Heremans, H.-

. Mertens, K. de Meulemeester, H. van de P erre, E. Ponet-

, R. Renson, P. de Roover, M. Ruys, R. S enelle, M. Stor-

e, G. Vanheeswijck en F. Vanhemelryck, Hoe Vlaams zijn

e Vlamingen? Over identiteit, ISBN 90-5826-049-6, L eu-

en, Davidsfonds, 2000, 139 p.

estaat er zoiets als een Vlaamse identiteit? En als dat zo

, hoe komt die identiteit tot uitdrukking? Hee ft het über-

aupt zin om die Vlaamse identiteit te benadrukken? Van-

it hun eigen invalshoek brengen de auteurs verrassende

zichten en soms gewaagde stellingen.

. Ausloos, De competentie van families. Tijd, chaos,

roces, ISBN 90-5350-917-8, Leuven, Garant, 1999, 153 p.,

90 fr.

it boek is een krachtig, doorleefd getuigenis van de dage-

jkse praktijk van de familietherapie en van de s ysteembe-

adering in het domein van de psychiatrie en de bijzonde-

zorg voor kinderen en jeugdigen. De therapeut die wei-

ert therapie te zien als een bezigheid die enkel steunt op

oorgeschreven protocollen en vastgelegde concepten

indt in dit boek denkpistes die hem helpen om voor zijn

liënten én voor zichzelf te zorgen. De auteur leert ons hoe

kan blijven openstaan voor onvoorspelbaarheid en hoe

chaos als een vriend en leidraad kunt benutten om

amen met het systeem, creatief met de complexe werke-

jkheid om te gaan.

. Bouckaert en J. De Corte, Contractmanagement en

anagement van Contracten, ISBN 90-5751-278-5, Brug-

e, Die Keure, 1999, 2 11 p.

et sturen op contracten van overheidsorganisaties of

rganisatieonderdelen krijgt ruimere verspreiding. Uiter-

vervolg op pagina 19

18 C A M P U S K R A N T 11.05.2000

Page 19: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

J. De Vuyst, En dat was maar het begin!. Sociale voo rzieningen voor het

hoger onderwijs vlak voor de millenniumwende, Leuven, Acco, 90-334-

4495-X, Leuven, Acco, 1999, 159 p., 695 fr.

Na de Tweede Wereldoorlog werden aan de Vlaamse universiteiten socia-

le voorzieningen opgebouwd. Met de zogenaamde ‘Wet van ‘60’ kreeg de

sociale sector een maatschappelijk kader. De studenten ijverden voor een

uitbouw van de voorzieningen voor democratisering en voor een verbe-

tering van de randvoorwaarden voor studie. Deze trend kwam in een

stroomversnelling rond ‘68. Daar scandeerde men: ‘En dit w as maar het

begin!’. Wat is er geworden van dit begin? We zitten op een nieuw kan-

telmoment. In dit essay formuleert Jan De Vuyst de visie van een groe p

mensen die erover nadachten en nadenken.

Adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen tot juni

1999, (alle Bulletins verwerkt); nieuwe modellen van de jaarrekening

(inclusief de soc iale balans); de recente aanpassingen in het BTW-stelsel:

de nieuwe BTW-aangifte. Belangrijke extra vernieuwingen zijn de volle-

dige aanpassing aan de euro, de aan passing en aanvullingen van de oefe-

ningen en de toevoeging van bijhorende cases.

L. Dequeker, Joden en christenen. Vijanden of partne rs?, ISBN 90-5826-

055-0, Leuven, Davidsfonds, 2000, 77 p., 395 fr.

Christenen en joden gedroegen zich eeuwenlang als erfvijanden. Vandaag

worden de relaties niet meer beheerst door polemiek, en is er ruimte voor

dialoog. Dit joods-christelijke overleg staat op een belangrijk keerpunt.

Zowel christenen als joden zijn immers uitverkozen om als partners mee

te werken aan een betere en meer humane samenleving voor de 21ste

eeuw.

P. De Grauwe en CEPR and University of L euven, Controls on capital

flows and the Tobin tax, Leuven, Centrum voor Economische Studiën,

February 2000.

E. De Lembre, Handboek Boekhouden. Deel 1: Inleiding tot het boekhouden

en de boekhoudtechniek, ISBN 90-301-6856-0, Deurne, Wolters Plantyn,

1999, 508 p.; Handboek Boekhouden. Deel 2: Het B elgisch boekhoudrecht,

ISBN 90-301-6859-5, D eurne, Wolters Plantyn, 1999, 309 p.; Handboek

Boekhouden. Deel 3: Grondige studie van de jaarrekening, ISBN 90-301-

6860-9, Deurne, Wolters Plantyn, 1999, 596 p .

Handboek Boekhouden bestaat vanaf deze herziene editie 1999 uit drie

boekdelen die elk een bepaald aspect van de individuele jaarrekening en

de boekhoudkundige realisatie ervan behandelen. In deze vernieuwde

versie werd een aantal noodzakelijke herzieningen aangebracht en wordt

rekening gehouden met alle veranderingen aan de vennootschapswetge-

ving tot juni 1999, alle v eranderingen in het Belgisch Boekhoudrecht en

vervolg van pagina 18

A D V A L V A S

http://www.kuleuven.ac.be/

Vacatures AAPVacante mandaten van assisterend en bijz onder academisch personeel voor

het academiejaar 2000-2001, 1ste lijst.

De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat de onder-

staande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solli-

citeren voor één van deze functies, dient u hiervoor C3-

formulieren te gebruiken.

Deze kan u aanvragen op de Dienst Academisch Perso-

neel, Krakenstraat 3, te 3000 L euven, t(016)32 40 88 of op

het administratief secretariaat van de facult eit.

Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten

voor 25 mei 2000 teruggestuurd worden naar de rector,

per adres: Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3

3000 Leuven.

Als u zich voor meer dan één man daat kandidaat stelt,

dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures waar-

voor u solliciteert in volgorde van voorkeur klasseert. Deze

lijst wordt enkel aan de decaan van de facult eit bezorgd.

Alleen kandidaten die zich tijdens hun universitaire stu-

dies hebben onderscheiden, komen in aanmerking.

Als U solliciteert voor de functie van doctor-assistent,

dient u een gedetailleerd curriculum met geactualiseerde

publicatielijst en een omstandige omschrijving van het

voorgestelde onderzoeksproject bij te voegen.

Studenten die dit academiejaar hun universitaire studies

beëindigen, kunnen solliciteren voor onderstaande man-

daten.

Faculteit Economische en Toegepaste Economische Weten-

schappen

Kenmerk: 00200101 - 50006167Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingBedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelin-gen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombuds-functies.

Kenmerk: 00200101 - 50007087Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingProductiebeleid; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50008947Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingBedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelin-gen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombuds-functies.

Kenmerk: 00200101 - 50009290Project: FWO nr. G.0135.95nFunctie: 100% wetenschappelijk medewerker, Departement ToegepasteEconomische Wetenschappen, vanaf heden tot 31 december 2000

Diploma: licentiaat toegepaste economische wetenschappen, handelsin-genieur, handelsingenieur in de beleidsinformatica, GAS beleidsinforma-ticaOpdracht: tewerkstelling op het FWO-project ‘Ontwerp van methodenvoor ontwikkeling, validatie en implementatie van kennisgebaseerdeinformatiesystemen’.

Kenmerk: 00200101 - 50009683Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingFinanciewezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50009991Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingKwantitatieve Methoden; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen indeze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50013918Project: FWO nr. G.0261.00Functie: TWEE voltijds wetenschappelijk medewerkers, Departement Toe-gepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden tot 31 december2003Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: verrichten van wetenschappelijk onderzoek i.v.m. het project‘Een beslissingsmodel voor aankoopbeheer gebaseerd op total cost ofownership informatie’.

Kenmerk: 00200101 - 50015163Functie: 50% plaatsvervangend assistent, Departement Toegepaste Eco-nomische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 tot 30 september2001Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingProductiebeleid; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50004109Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, licentiaat psychologie,sociologie, antropologie, MBA, interesse voor onderzoek in intercultureelmanagementOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingPersoneel en Organisatie; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen indeze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50004152Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingFinanciewezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50004310Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingBedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelin-gen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombuds-functies.

Kenmerk: 00200101 - 50004482Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingFinanciewezen; hulp bij begeleiding van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Kenmerk: 00200101 - 50005285Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingAccountancy en Fiscaliteit; hulp bij begeleiden van eindverhandelingenin deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfunc-ties.

Kenmerk: 00200101 - 50004882Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap-pen/toegepaste economische wetenschappen, MBAOpdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richtingProductiebeheer; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in dezerichting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.

Faculteit Sociale wetenschappen

Kenmerk: 00200101 - 50007362Functie: 100% doctor-assistent, Monitoraat Sociale Wetenschappen, van-af 1 augustus 2000 tot 31 juli 2002Diploma: doctor in de sociale wetenschappenOpdracht: 1) studiebegeleiding: vakinhoudelijke en studiemethodischebegeleiding van studenten 1ste kandidatuur; leertrajectbegeleiding vanstudenten; psycho-sociale begeleiding: eerste opvang. 2) onderwijsver-nieuwing: voorstellen formuleren en initiatieven ontwikkelen en implemen-teren inzake onderwijsvernieuwing in de faculteit; onderzoek verrichtenover studenten van de faculteit en over het verstrekken van onderwijs inde faculteit.Aan deze functie zal op termijn ook eventueel de academische lera-renopleiding sociale wetenschappen gekoppeld worden.

Kenmerk: 00200101 - 50003906Functie: 100% assistent, Departement Communicatiewetenschappen, van-af 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat communicatiewetenschappen, diploma aanvullendestudiemedia- en informatiekundeOpdracht: assistentie bij practica, post-academisch onderwijs en perma-nente vorming; ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek m.b.t.communicatietechnologie/sociale aspecten.

Faculteit Psychologie & pedagogische wetenschappen

Kenmerk: 00200101 - 50004563Functie: 100% assistent, Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie,vanaf 16 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: licentiaat psychologie richting arbeids- en organisatiepsycholo-gieOpdracht: onderzoek en onderwijsassistentie in de organisatiepsycholo-gie in het bijzonder in de groepsdynamica; het onderzoek zal handelenover multi-partijen-samenwerking in sociale innovatieprojecten; assistentiebetreft organisatie en begeleiding van practica-sessies Groepsdynamica Ien II.

Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische

Wetenschappen

Kenmerk: 00200101 - 50015304Project: FLOF nr. M.N.Functie: 100% bursaal, Departement Landbeheer, vanaf 1 augustus2000 voor twee jaar (hernieuwbaar)Diploma: bio-ingenieur in land-en bosbeheerOpdracht: de bursaal zal assistentie verlenen binnen het practica pakketvan de afstudeerrichting Land- en Bosbeheer en dit volgens de jaarlijksopgestelde verdeelsleutel / het jaarlijks opgestelde rotatieschema; uitwer-ken van een doctoraatsvoorstel dat de onderzoeksdomeinen aardobser-vatie en bosbouw overbrugt.

11.5.2000 C A M P U S K R A N T 19

Page 20: 11 mei 2000 nr 7 * elfde jaargang · ondersteuning van Open Software, en ze heeft de dis-cussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheids-aspecten van gesloten besturingssystemen

S T U D E N T E N

wijn, vader Eyskens, het FBI, Union Minière, Mobutu, de

voltallige Raad van Beheer van de Société Generale, de

CIA, Moïse Tsjombé, acht legergeneraals, veertien wes-

terse staatshoofden, Léon Degrelle en Michel Nihoul.

Op de schouders van Geert Versnick en zijn onafhan-

kelijke en onkreukbare collega’s rust nu de loden taak uit

te zoeken wie van deze verdachten inderdaad bij de

moord betrokken was. Liever zij dan wij, m aar gelukkig

kent ons land talloze Afrika-specialisten en experts die

de commissie met raad en daad zullen bijstaan. Als wij

de commissie trouwens nog een tip mogen geven: nodig

vooral ook de bekende publicist Marc Sleen uit. De man

heeft immers talloze, vlot leesbare en zeer gedegen werk-

stukken over het Afrikaanse continent gepubliceerd.

Welke zichzelf respecterende Afrika-bibliotheek is

immers compleet zonder legendarische Nero-albums als

De Krabbekokers, Beo De Verschrikkelijke en De Kille Man

Djaro, die zich allemaal in het Zwarte Continent afspe-

len?

Enfin, wij willen hier niemand beïnvloeden, en wat

ook de conclusie van de commissie luidt, wij zullen als

zéér geïnteresseerde historici zeker voor de buis zitten als

het finale verdict valt.

Na afloop van de laatste zitting en een laatste delibe-

ratie zal de commissievoorzitter namelijk het spreekge-

stoelte beklimmen. Na eerst even tegen de microfoon te

tikken zal hij dan een bruine enveloppe tevoorschijn

halen en spreken: “Mijne Dames, Heren, Genodigden,

namens de onderzoekscommissie-Versnick heb ik de eer

u mee te delen dat de moord op Lumumba een opdracht

was van ...”(korte stilte, waarna dus de daders zullen vol-

gen).

Of zou Geert de presentatie van de namen maar

wijselijk aan Lynn overlaten?

Het is tenslotte toch hààr vak.

Namens De Denktank, Prof. B. Deschuytter

(Hoofd Vakgroep Afrikaanse geschiedenis) en G.

Op de Beeck (secretaris-k lerk)

vrij genadeloze mix van één vierde whisky, drie vierde

chocomelk en één ijsblokje.

Voor alle duidelijkheid dus: Patrice Lumumba was de

eerste Kongolese premier, die bij de onafhankelijkheid

van zijn land een opgemerkte tafelrede hield. Daarin

wees hij de koning en de talloze buitenlandse genodig-

den er langs zijn neus weg op dat de arbeidsomstandig-

heden waarin de Kongolezen onder Belgisch bestuur

moesten werken nu niet altijd even optimaal waren

geweest. Krijg dat vlak voor een banket op uw bord!

Over wat na dat legendarische onafhankelijkheids-

banket met Lumumba gebeurde heeft auteur Ludo De

Witte onlangs een boek gepleegd, dat nu door de onder-

zoekscommissie op zijn wetenschappelijke waarde

getoetst zal worden. In zijn werk beschuldigt De Witte -

kort geschetst - zowat alle aanwezigen op het banket van

medeplichtigheid bij het moordcomplot: koning Boude-

In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen (van

technische, socio-economische, politieke, ethische en

filosofische aard) voor aan een denktank van Bijzonder

Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel

niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar

De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, Leuven

“Heeft De Denktank een wetenschappelijk verantwoord

antwoord op de vraag wie Patrice Lumumba vermoord

heeft?”, zo vraagt onze trouwe lezer Jean-Claude Mouko-

ko zich af.

Zonder bluffen: wij weten veel. Zéér veel. Maar bij de

vraag wie nu Lumumba vermoord heeft moeten ook wij

van De Denktank voorlopig nog passen.

Daarom ook dat wij als wetenschappers zo ingeno-

men zijn met de nieuwe parlementaire onderzoekscom-

missie onder leiding van Geert Versnick, voorheen voor-

al bekend als de echtgenoot van VTM-presentatrice Lynn

Wesenbeeck.

Een nieuwe commissie, daar staan wij altijd achter.

Meer nog: na Dutroux, Rwanda, de dioxine en tweemaal

de Bende van Nijvel kunnen er wat ons betreft niet

genoeg parlementaire onderzoekscommissies opgericht

worden!

Wij hebben dan ook een heel verlanglijstje met mys-

terieuze, onopgehelderde zaken waaraan men volgens

ons ook nog gerust een commissie kan wijd en: de moord

op Julien Lahaut! Ludo Dierckxsens op doping betrapt,

terwijl er niets in zijn urine zat! Het dynamiteren van de

oude Ijzertoren! Het gestolen paneel van het Lam Gods!

Maar goed, dat is allemaal stof voor later, het ging

hier dus over Lumumba. Jongere lezers zullen zich

mogelijk afvragen wie die Lumumba eigenlijk is. Of erger

nog: ze verwarren de man misschien wel met de naar

hem genoemde cocktail, als wij ons niet vergissen een

De Denktank

ca. Ook binnen Germaanse Talen, waar ik

een aantal vakken volg, merk ik soms die

zoektocht naar één sluitende verklaring voor

een literair werk. Dat hoéft dus niet voor

mij. Een gedicht mag, en

moet misschien wel, vra-

gen oproepen die voor

een deel onbeantwoord

blijven.”

Gedichten in bewegingAls je deelneemt aan wedstrijden, wil

dat zeggen dat je als dichter naar bui-

ten wil treden, dat je van dat spreek-

woordelijke zolderkamertje weg wil.

Maarten: “Natuurlijk ben ik wel op

zoek naar erkenning bij het publiek,

maar bij de eigenlijke prijsuitreiking

is de meeste lol er toch al a f. Veel

belangrijker zijn de contacten die ik

daar leg met andere jonge dichters.

Sommigen zie ik heel geregeld, en dat

werkt motiverend. Niet dat we dan

zonder ophouden over poëzie praten,

maar we volgen elkaar wel, en zo

beïnvloeden we elkaar toch tot op

zekere hoogte. En ik kan altijd

terecht bij mijn vriendin, Kristin

Rogge, die zelf ook poëzie schrijft.”

Maartens interesse eindigt niet

bij poëzie. Hij kijkt gr aag over de

grenzen van theater, dans en film

heen, waar woord, beeld en beweging elkaar ontmoeten.

Onlangs nog bokste hij met een aantal andere dichters

op Het Groot Beschrijf in Brussel het project Stuw/Luw

in elkaar. “Dat is ook zo’n grensgeval. We hadden een

aantal gedichten uitgewerkt in installaties, performances

en video’s, om zo het beweeglijke element te benadruk-

Voor het geld hoef je het niet te doen, poëzie schrijven. Het

is een boutade dat poëzie slechts gelezen wordt door ger-

manisten, recensenten en dichters zelf. Maar Maarten De

Pourcq spaarde op twee jaar tijd een aardige 80.000

frank bijeen, dank zij twee eerste prijzen poëzie op de lite-

raire wedstrijd die de studentenkring Germania samen

met Dietsche Warande & Belfort en De Post jaarlijks orga-

niseert.

“Zoals vele jongeren schreef ik vroeger wel eens een ver-

haaltje, tot ik ontdekte dat het korter en anders kon, met

gedichten dus. Op mijn vijftiende waren er de eerste

luchtige brouwseltjes, maar al heel snel werd het een pak

serieuzer. Wat ik nu schrijf, zijn korte, uitgepuurde

gedichten.”

geen beweging. wat je ziet staat nu

niet stil. voel. je raakt het kwijt aan

onderweg. buiten beeft het van

de beelden uit je ogen. knispert

het verlangen naar een zicht rondomrond

zonder hechtpunt, een waas van huid

over een blik die tolt en zich schaaft

aan haar haast. bloedt niet maar daalt

als stof op de open aders van de taal.

“Ik studeer Klassieke Talen, Latijn en Grieks, en dan

word je vaak geconfronteerd met vaste interpretaties,

met veel aandacht voor kleine dingetjes in de grammati-

ken. Een gedicht heeft toch al gauw iets statisch, en dat

wilden we doorbreken. Het grote publiek komt daar niet

op af, maar het gevoel dat je op de barricades staat, maakt

veel goed. En met een vriend leg ik de laatste hand aan

een verfilming van

De Bacchanten van

Euripides. Met zijn

tweeën hebben we

spel, opnames en

montage gedaan.”

“De scheidslijn

tussen poëzie en

theater, tussen poë-

zie en proza, is uit-

eindelijk erg vaag.

Het is bijvoorbeeld

niet omdat Peter

Verhelst gestopt is

met dichten, dat hij

het poëtische vaar-

wel heeft gezegd.

Dat zit genesteld in

zijn theater, in zijn

romans. En dat is

uiteindelijk wat ik

in de toekomst ook

wil doen: op allerlei

manieren met taal

bezig zijn. Dat mag

op een bescheiden

niveau, zolang het

maar creatief is.”

De winnende gedichten van Maarten De Pourcq kan je

lezen in het juni-nummer van Dietsche Warande & Bel-

fort.

Maarten De Pourcq wint poëziewedstrijd (bis)

De open aders van de taalWouter Verbeylen

20 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0