SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00 Pagina 1 van 19 1 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken Doelstelling 1: Het schema ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren’ verduidelijken en kaderen binnen de component sociale wetenschappen en binnen het studierichtingsprofiel LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Leerboek De jongere 1. koppelt interne en externe factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden aan concreet gedrag; • Het gaat over waarneembaar gedrag of het concrete handelen of geleerd gedrag, niet over reflexen • Interne factoren die de mens (en zijn gedrag kunnen) beïnvloeden: • biologische factoren • leerprocessen • cognitieve processen • psychodynamische factoren • Externe factoren die de mens (en zijn gedrag kunnen) beïnvloeden: • sociaal-culturele factoren 1. Wat is gedrag? 1.1. gedrag, een definiëring gedrag is interpersoonlijk (brainstorm rond schema; lln zelf laten maken) 1.2. beïnvloedende factoren 1.2.1. interne factoren (geillustreerd) A. biologische factoren B. leerprocessen C. cognitieve processen D. Psychosociale factoren 1.2.2. externe factoren A. sociale omgeving B. culturele omgeving (omvat religieus) 2. brengt aan de hand van voorbeelden de onderlinge samenhang en interactie tussen de verschillende factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden in kaart; • Systeemdenken: factoren en de mens zijn in samenhang en interactie, dynamisch en onlosmakelijk 1.3. systeemdenken of contextueeldenken volgens Nachy 2. toepassing op concreet gedrag - eerst factoren koppelen aan gedrag - deze factoren worden gezien als een systeem. 3. kadert het schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ binnen de component SW en binnen het studierichtingsprofiel. • In samenhang en interactie: dynamisch en onlosmakelijk • Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ in relatie tot de verschillende componenten binnen de studierichting • Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende 3. koppeling SW: schema kaderen in de richting STW
19
Embed
1 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenkenhome.scarlet.be/~dg546762/SW leerplan2leerboek.pdf · SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00 Pagina
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 1 van 19
1 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken
Doelstelling 1: Het schema ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren’ verduidelijken en kaderen binnen de component sociale wetenschappen en binnen het studierichtingsprofiel
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Leerboek
De jongere
1. koppelt interne en externe factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden aan concreet gedrag;
• Het gaat over waarneembaar gedrag of het concrete handelen of geleerd gedrag, niet over reflexen
• Interne factoren die de mens (en zijn gedrag kunnen) beïnvloeden: • biologische factoren • leerprocessen • cognitieve processen • psychodynamische factoren
• Externe factoren die de mens (en zijn gedrag kunnen) beïnvloeden: • sociaal-culturele factoren
1. Wat is gedrag? 1.1. gedrag, een definiëring gedrag is interpersoonlijk (brainstorm rond schema; lln zelf laten maken) 1.2. beïnvloedende factoren
1.2.1. interne factoren (geillustreerd) A. biologische factoren B. leerprocessen C. cognitieve processen D. Psychosociale factoren
1.2.2. externe factoren A. sociale omgeving B. culturele omgeving (omvat religieus)
2. brengt aan de hand van voorbeelden de
onderlinge samenhang en interactie tussen de verschillende factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden in kaart;
• Systeemdenken: factoren en de mens zijn in samenhang en interactie, dynamisch en onlosmakelijk
1.3. systeemdenken of contextueeldenken volgens Nachy
2. toepassing op concreet gedrag - eerst factoren koppelen aan gedrag - deze factoren worden gezien als een
systeem. 3. kadert het schema ‘mens - gedrag en
beïnvloedende factoren’ binnen de component SW en binnen het studierichtingsprofiel.
• In samenhang en interactie: dynamisch en onlosmakelijk
• Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ in relatie tot de verschillende componenten binnen de studierichting
• Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende
3. koppeling SW: schema kaderen in de richting STW
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 2 van 19
factoren’ in relatie tot studierichtingsprofiel
Doelstelling 2: Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
De jongere
4. duidt met voorbeelden het belang van ontwikkelingspsychologie aan voor het dagelijks leven;
• Verschil tussen mensenkennis en psychologie • Psychologie is de wetenschappelijke studie
van het gedrag en van de mentale processen van individuen
• Ontwikkelen is veranderen, is het invoegen van de nieuwe mogelijkheden die men heeft verworven (door steeds grotere beheersing en differentiatie) in de eisen en verwachtingen die vanuit je omgeving gesteld worden
1. Wat is psychologie? 1.1. psychologie ontleedt
1.1.1. definiering 1.1.2. doelen van psychologie 1.1.3. domeinen van psychologie 1.1.4. ontwikkelingspsychologie
1.2. verschil met mensenkennis 1.2.1. psychologie is een wetenschap 1.2.2. wat is mensenkennis?
2. Wat is ontwikkelen? 2.1. definiëring (zie leerinhoud) 2.2. ontleding
2.2.1. Hoe verwerven we mogelijkheden? A. biologisch B. cognitief (schema gebruiken bij uitleg)
2.2.2. Waarom verwerven we mogelijkheden? A. Eisen van de omgeving B. Verwachtingen van de omgeving (link sociale culturele factoren in schema)
5. brengt de verschillende
ontwikkelingsgebieden en hun onderlinge samenhang in kaart;
• Ontwikkelingsgebieden en onderlinge samenhang:
• Ontwikkelen is veranderen op cognitief,
3. de verschillende ontwikkelingsgebieden (inhoud van de ontwikkelingspsychologie) 3.1. de lichamelijke ontwikkeling
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 3 van 19
sociaal-emotioneel, lichamelijk gebied. 3.2. de psychische ontwikkeling 3.2.1. cognitieve ontwikkeling (incl. taal) 3.2.2. dynamisch-affectieve ontwikkeling 3.2.3. de wilsontwikkeling
3.3. de sociale ontwikkeling (schema maken waarin de samenhang aangetoont wordt)
6. geeft met voorbeelden aan wanneer een nieuwe fase in ontwikkeling intreedt;
• Ontwikkelingsfasen of perioden: kindertijd, jeugdperiode en volwassenheid.
4. ontwikkelingsfasen 4.1. kindertijd
4.1.1. groeisprongen van de baby (rollen-kruipen-stappen-lopen)
4.2. jeugdperiode 4.2.1. overgang: wanneer word ik jongere (puberteit begint: welke lichamelijke psychische en sociale processen starten) (link: the human body) 4.2.2. overgang leerling - student ( welke zijn de verwachtingen van de omgeving; hoe verwacht men dat ik me gedraag)
4.3. Volwassenheid actieve en passieve volwassenen (arbeid als invloed op gedrag) (schema wordt toegepast op alle pijlers)
7. vergelijkt verschillende benaderingen m.b.t. het afbakenen en benoemen van verschillende fasen en gebieden;
• Het afbakenen en benoemen van fasen en gebieden is contextbepaald en tijdsgebonden.
5. benaderingen in de ontwikkelingspsychologie 5.1. Freud (fasen tot 12 jaar)
5.1.1. tijdsdenken en biografie 5.1.2. theorie en doelen
5.2. Erikson (alle leeftijdsfasen voortgebouwd op Freud)
5.2.1. tijdsdenken en biografie 5.2.2. theorie en doelen
5.3. Rogers (humanistische psychologie) 5.3.1. tijdsdenken en biografie
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 4 van 19
5.3.2. theorie en doelen 5.4. Bandura (social learning - cognitieve
theorie) 5.4.1. tijdsdenken en biografie 5.4.2. theorie en doelen
(veel testen en voorbeelden voorzien)
8. geeft voorbeelden van de unieke ontwikkeling van elke mens en de beïnvloedende factoren die daarin een rol spelen;
Unieke ontwikkeling • Ontwikkelingsfasen worden door heel wat
factoren beïnvloed waardoor deze ontwikkelingsfasen bij iedere unieke persoon op een eigen manier gekleurd worden
• Beïnvloedende factoren: temperament, persoonlijke eigenschappen, cultuur en milieu, opvoedings- en leefklimaat, sfeer in gezin of gezinsvervangende situatie, toevallige factoren als verlies van ouder, door het leven gaan met een beperking,…
6. iedereen is uniek - ieder is verscheiden (films als ‘Nell’ / ‘Good Will Hunting’ /…) 6.1. de wilde van Avyron (taalontwikkeling) 6.2. Genie (Monkey bird don’t sing) 6.3. Roemeense weeshuizen
(beïnvloedende factoren bevragen)
9. onderzoekt de rijkdom van verscheidenheid in ontwikkeling bij mensen;
Verscheidenheid • uniciteit van elke mens, unieke ontwikkeling. • verscheidenheid tussen mensen
10. herkent en benoemt, vanuit observaties de lichamelijke ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
• Lichamelijke ontwikkeling observatieopdrachten
11. herkent en benoemt vanuit observaties de cognitieve ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
• Cognitieve ontwikkeling observatieopdrachten
12. herkent en benoemt vanuit observaties de sociaal–emotionele ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
13. onderzoekt hoe thema ‘s in verschillende leeftijdsfasen geconcretiseerd worden.
Thema • veiligheid, geborgenheid/loslaten, verlies • maken van keuzes • communicatie • spel • samenleven • beleven
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 5 van 19
• identiteit • engagement • zingeving • ….
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 6 van 19
Doelstelling 3: Schetsen van de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen en van de wederzijdse beïnvloeding waarbinnen het pedagogisch handelen plaatsvindt
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
De jongere 14. brengt verschillende elementen die een rol
spelen in het pedagogisch handelen in kaart en gebruikt daarbij de correcte begrippen: pedagogisch handelen, opvoedingsklimaat/milieu, opvoedingsstijl, opvoedingsmiddelen, rol, pedagogische methode, opvoedingsproject;
• Pedagogisch handelen tussen 0 en 18 jaar
• Elementen: visie, opvoeder (leeftijd, rol, opvoedingsstijl, keuze voor opvoedingsmiddelen)
1. Omschrijving van de begrippen (definiëring) 1.1. wat is pedagogisch handelen?
1.1.1. wat is agogiek veranderkunde 1.1.2. wat is pedagogiek? veranderen van
kinderen opvoeden/opvoedkunde 1.1.3. wat is pedagogisch handelen?
1.2. begrippen binnen het pedagogisch handelen 1.2.1. opvoedingsklimaat 1.2.2. opvoedingsstijl 1.2.3. opvoedingsmiddelen 1.2.4. rol 1.2.5. pedagogische methode 1.2.6. opvoedingsproject
1.3. situering van de begrippen in het STW-schema
15. brengt de elementen die de visie op het
pedagogisch handelen kunnen bepalen in kaart;
• Bepalende elementen: levensbeschouwing en mensbeeld, eigen ervaringen, eigen ontwikkeling, relatie opvoeder-kind/jongere, situatie, rol, milieu, …
2. visie op pedagogisch handelen 2.1. observatieopdracht van pedagogische
handelingen (opdrachten voorzien + dvd materiaal)
2.2. de elementen van het pedagogisch handelen?
2.2.1. de levensbeschouwing en het mensbeeld
2.2.2. de ervaring 2.2.3. de eigen ontwikkeling 2.2.4. de opvoedingsrelatie (opvoeder-kind) 2.2.5. de situatie (hier en nu?) 2.2.6. de rol 2.2.7. het milieu…
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 7 van 19
16. onderzoekt de relatie tussen een bepaalde (mens)visie en een pedagogische methode;
17. observeert het pedagogisch handelen in
bepaalde situaties en verbindt deze observaties met achterliggende methode(s) en visies;
2.3. de elementen hangen samen. Ze vormen een geheel, een kijk op opvoeden, een visie op zijn beurt vormt dit het handelingskader.
3. de relatie tussen pedagogische methodes en
visies 3.1. methodes
3.1.1. montesori (teksten met uitleg en concreet materiaal)
3.1.2. steiner 3.1.3. Freignet 3.1.4. (de school met de bijbel, de ark)
3.2. welke visie steekt achter deze methodes opdracht: onderzoek de verschillende elementen van het pedagogisch handelen binnen de verschillende methodes.
3.3. Opdracht: observeer het pedagogisch handelen in bepaalde situaties. (lkr handleiding)
18. onderzoekt het opvoedingsproject van de
eigen school; 19. toetst de gevolgen van het
opvoedingsproject van de school voor het pedagogisch handelen aan de eigen schoolervaringen;
• Verschillende scholen en hun opvoedingsproject
• Gevolgen voor het pedagogisch handelen
4. ons opvoedingsproject 4.1. opdracht: analyseer (volgens een
afgesproken werkmodel) het opvoedingsproject van de school. Welke visie steekt er in. Vanuit welke elementen vind je daarvoor een verklaring? (lkr handleiding)
4.2. opdracht: praktijktoets: klopt de visie met de praktijk van de school, klas, gedrag van leerlingen, gedrag van leerkrachten? (lkr handleiding)
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 8 van 19
20. onderzoekt welke sociaal culturele factoren een invloed kunnen hebben op het pedagogisch handelen en op het kind/de jongere;
• Verschillende functies van en relaties binnen een gezin of binnen gezinsvervangende situaties
• Veranderlijkheid van gezinssituatie voor kinderen
• Verschillende tijdsbesteding: georganiseerd en vrij, verschillende opdrachten/ keuzes, …
• Gevolgen voor het pedagogisch handelen
• Gevolgen voor het gedrag van kinderen/jongeren
5. Sociaal-culturele factoren beïnvloeden het pedagogisch handelen 5.1. functies van het gezin
5.1.1. economische functie 5.1.2. zorgfunctie
5.1.2.1. fysisch 5.1.2.2. psychisch
5.1.3. biologische functie 5.1.4. socialisatiefunctie (telkens bekijken we de gevolgen wanneer het gezin niet voldoet aan de functie: de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind (tov de opvoeder))
5.2.2. mijn relaties hoe maken we een geneogram? (marleen heylen) Wat zijn de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van mijzelf.
(+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind)
5.3. relaties binnen een gezinsvervangend tehuis 5.3.1. opvoeder/begeleider tov kind
vb: BJZ; MPI; (OOC, lkr handleiding) 5.3.2. pleeggezin (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind)
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 9 van 19
5.4. ‘nieuwe’ gezinsvormen 5.4.1. ontstaan Welke socio-culturele factoren zorgen ervoor dat andere gezinsvormen naast het traditioneel gezin ontstaan. (lkr handleiding= monogamie-polygamie-historische gezinsvormen,…) 5.4.2. éénoudergezin 5.4.3. nieuw samengesteld gezin 5.4.4. homo-gezin 5.4.5. lesbo-gezin (video Sam en Lisa) (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind)
6.3. met opvoedingsmiddelen (zie schema gedrag, nog te bewerken)
6.4. in een opvoedingsmilieu 6.4.1. gezin 6.4.2. onderwijs (zie ook doel 18;19;20) 6.4.3. vrije tijd
7. onderzoek het dynamisch pedagogisch handelen
7.1. in het onderwijsmilieu binnen de context van de klas vergelijken tussen lln-lln interactie; lkr-llninteractie; peerteaching; conformisme; modeling/shaping; gevaarsituatie + terugkoppeling hoofdstuk 6 7.2. in de sportclub sporter-trainer; onderlinge competitie, tacktiek, fysieke + terugkoppeling hoofdstuk 6 7.3. in de jeugdbeweging leden-leiding; visie; waarden? + terugkoppeling hoofdstuk 6 (het bekijken van andere opvoedingsmilieus kan steeds gekoppeld worden met het pedagogisch handelen binnen het gezin.)
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 11 van 19
22. onderzoekt het verschil in handelen tussen verschillende opvoeders in eenzelfde situatie;
• Kind wordt opgevoed door vele opvoeders…
• Vanuit verschillende visies
• Rollen
• Situaties
• ….
8. vergelijkend onderzoek van verschillend pedagogisch handelen (lkr handleiding) 8.1. verschillende lkr 8.2. lkr directeur 8.3. lkr lkr (lkr handleiding) rollenspel video vragenlijst IO maken
23. geeft aan de hand van eigen ervaringen aan
dat elke opvoedingsrelatie een unieke relatie is;
• Elke opvoedingsrelatie is een unieke relatie: beide partijen met hun ontwikkeling, sociaal cultureel milieu, biologische mogelijkheden, ervaring, cognitie, ….
• Gedrag als uitingsvorm van emotionele reactie kan zich beperken tot een gezichtsuitdrukking of zich uitbreiden tot bijna alle delen van ons lichaam
• Aangeboren en aangeleerde reacties
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 14 van 19
29 onderzoekt hoe motivatie, cognitie en emotie beïnvloed worden door sociale en culturele factoren;
• Gedrag is een co-creatie van persoon en omgeving. (schema: ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren)
30 onderzoekt de samenhang tussen motivatie – cognitie – emotie en gedrag binnen een bepaalde situatie;
31 beoordeelt reflectiemodellen op de samenhang tussen motivatie, cognitie, emotie en gedrag;
32 gebruikt reflectiemodellen;
• Reflectiemodel
• Reflectiemodel geeft samenhang tussen motivatie, cognitie, emotie en gedrag weer
33 onderzoekt de betekenis van reflectie voor het empathisch communiceren en omgaan met mensen;
34 geeft eigen groei (cognitief, emotioneel, competentie) weer aan de hand van eigen reflecties.
• Samenhang tussen motivatie, cognitie, emoties binnen een bepaalde situatie bepaalt communicatie met anderen, het in handen nemen van het eigen leerproces, het functioneren binnen een groep, het omgaan met conflicten,….
Doelstelling 5: In kaart brengen hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
De jongere 35 geeft voorbeelden van de band tussen mens -
en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving;
36 situeert de Universele verklaring van de rechten van de mens binnen verschillende visies op mens en samenleving;
• Verband tussen mens- en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving
• Universele verklaring van de rechten van de mens
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 15 van 19
37 geeft voorbeelden van de wisselwerking tussen de verschillende deelsystemen in de samenleving;
• Verschillende deelsystemen binnen een samenleving:
• De samenleving:
− als een democratisch systeem
− als een economisch systeem
− als een sociaal-maatschappelijk systeem
− als een rechtssysteem
• Wisselwerking tussen verschillende deelsystemen in de samenleving.
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 16 van 19
• Verschillende deelsystemen van de samenleving
•
De samenleving als een democratisch systeem: Participatie aan het systeem van politieke vertegenwoordiging Participatie binnen belangengroepen Vakbonden, werkgeversorganisaties, ziekenfondsen, jeugdbewegingen, milieuorganisaties,…. Rechten en plichten Gebruik van bronnen
De samenleving als een economisch systeem: Participatie d.m.v. huisvesting/arbeid/belastingen/verzekeringen/ Consumentengedrag,.. Rechten en plichten Gebruik van bronnen
De samenleving als een sociaal-maatschappelijk systeem: Sociale zekerheid/gezondheidszorg/ Cultuur/milieu/onderwijs/welzijn/media,… Rechten en plichten Gebruik van bronnen
38 brengt in kaart hoe men als individu deel uitmaakt van de verschillende deelsystemen van de samenleving;
De samenleving als een rechtssysteem: Rechtspraak en rechterlijke organisaties: Rechtbanken, rechtswinkels, reglementering,… Rechten en plichten Gebruik van bronnen
39 onderzoekt hoe individuen op verschillende wijze kunnen participeren aan de samenleving;
• Gradaties waarin individuen participeren aan samenleving: van weinig naar veel, wisselend naargelang beïnvloedende factoren, naargelang persoonlijkheid
•
40 onderzoekt hoe thema’s of ontwikkelingen binnen de samenleving en de verschillende deelsystemen nieuwe benaderingswijzen met zich meebrengen.
• Beïnvloedende factoren voor het onderzoek van sociaal-wetenschappelijke thema’s.
• Evoluties in het denken omtrent thema’s vanuit ontwikkelingen in de samenleving.
• Thema:
•
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 17 van 19
− Genetica
− Waarden en normen
− Vergrijzing
− Globalisering
− Sport
− Religie
− Armoede
− Genderdenken
− Kunst en cultuur
− …
gelijk.)
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 18 van 19
Doelstelling 6: Verkennen van eigen mogelijkheden als leerling na de studierichting Sociale en technische wetenschappen
LEERPLANDOELSTELLNGEN LEERINHOUDEN
De jongere
• Sectoren die met het studiegebied Personenzorg verbonden zijn:
− sociaal-agogische of welzijnssector
− paramedische of gezondheidssector
− onderwijs of educatieve sector
41 brengt beroepen en opleidingsmogelijkheden na de studierichting Sociale en technische wetenschappen in kaart;
• Verschillende beroepsgroepen:
− opleidingsmogelijkheden en voorwaarden, taakomschrijvingen, werkomstandigheden, loopbaanmogelijkheden, bijscholingsmogelijkheden
42 motiveert zijn eigen studiekeuze vanuit eigen ontwikkeling in competentie.
• Voorwaarden, mogelijkheden en beperkingen wat betreft de verdere studies en het latere werk
• Reflecteren i.v.m. eigen mogelijkheden en beperkingen
SW leerplan2leerboek.doc Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00