WelkomWelkom
Voorganger Ds. Sijtsma van OeverenVoorganger Ds. Sijtsma van OeverenOrganist: Dhr. vd. BijOrganist: Dhr. vd. Bij
Thema: De deur wordt gesloten!Thema: De deur wordt gesloten!
Zingen voor de dienst:Zingen voor de dienst:Elb 187 vers 1 en 3Elb 187 vers 1 en 3
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede‘t Scheepke onder Jezus’ hoede
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
WelkomWelkom
MededelingenMededelingen
Voorganger: Ds. Sijtsma van Voorganger: Ds. Sijtsma van OeverenOeveren
Organist: Dhr. v.d. BijOrganist: Dhr. v.d. BijThema: De deur wordt gesloten!Thema: De deur wordt gesloten!
Zingen: Ps. 75: 1,2 en 4Zingen: Ps. 75: 1,2 en 4
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 75 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Stil gebedStil gebed
Votum en groetVotum en groet
Als gloria zingen we Opw 277Als gloria zingen we Opw 277Machtig God , sterke RotsMachtig God , sterke Rots
Machtig God, sterke Rots (EL 351) t. & m. G. Bonov, F. Hernandez
Machtig God, sterke Rots (EL 351) t. & m. G. Bonov, F. Hernandez
Machtig God, sterke Rots (EL 351) t. & m. G. Bonov, F. Hernandez
VerootmoedigingsgebedVerootmoedigingsgebed
Zingen: Gez. 449: 1 en 2Zingen: Gez. 449: 1 en 2
God enkel licht (LvdK 449) t. C.F.D. Schubart; v. A.C. den Besten; m. anoniem 1803
God enkel licht (LvdK 449) t. C.F.D. Schubart; v. A.C. den Besten; m. anoniem 1803
Genade verkondigingGenade verkondiging
Zingen: Gez. 449: 3 en 4Zingen: Gez. 449: 3 en 4
God enkel licht (LvdK 449) t. C.F.D. Schubart; v. A.C. den Besten; m. anoniem 1803
God enkel licht (LvdK 449) t. C.F.D. Schubart; v. A.C. den Besten; m. anoniem 1803
WetslezingWetslezing
Zingen: Gez. 449:5Zingen: Gez. 449:5
God enkel licht (LvdK 449) t. C.F.D. Schubart; v. A.C. den Besten; m. anoniem 1803
Gebed om verlichting met de Gebed om verlichting met de Heilige GeestHeilige Geest
Kinderlied: Kinderlied: Ken je dit verhaal?Ken je dit verhaal?
Wij gaan, tot staks!Wij gaan, tot staks!
Schriftlezing:Schriftlezing:Gen. 6:5-22Gen. 6:5-22
Gen. 7:1, 13-17, 22-24 (hsv)Gen. 7:1, 13-17, 22-24 (hsv)
5 En de HEERE zag dat de slechtheid 5 En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, van de mens op de aarde groot was, en en datdat al de gedachtespinsels van zijn al de gedachtespinsels van zijn
hart elke dag alleen maar slecht waren.hart elke dag alleen maar slecht waren.
6 Toen kreeg de HEERE er berouw over 6 Toen kreeg de HEERE er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt dat Hij de mens op de aarde gemaakt
had, en het bedroefde Hem in Zijn had, en het bedroefde Hem in Zijn hart.hart.
7 En de HEERE zei: Ik zal de mens, die 7 En de HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de tot de kruipende dieren en tot de
vogels in de lucht toe, want Ik heb er vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb.berouw over dat Ik hen gemaakt heb.
8 Maar Noach vond genade in de ogen 8 Maar Noach vond genade in de ogen van de HEERE.van de HEERE.
Opdracht tot de bouw van de arkOpdracht tot de bouw van de ark
9 Dit zijn de afstammelingen van 9 Dit zijn de afstammelingen van Noach. Noach was een rechtvaardig, Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht man onder zijn tijdgenoten. oprecht man onder zijn tijdgenoten.
Noach wandelde met God.Noach wandelde met God.
10 En Noach verwekte drie zonen: 10 En Noach verwekte drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.Sem, Cham en Jafeth.
11 Maar de aarde was verdorven voor 11 Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol Gods aangezicht en de aarde was vol
met geweld.met geweld.
12 Toen zag God de aarde, en zie, zij was 12 Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven; want alle vlees had een
verdorven levenswandel op de aarde.verdorven levenswandel op de aarde.
13 Daarom zei God tegen Noach: Het einde 13 Daarom zei God tegen Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen, want de aarde is door hen gekomen, want de aarde is door hen
vervuld met geweld; en zie, Ik ga hen met vervuld met geweld; en zie, Ik ga hen met de aarde te gronde richten.de aarde te gronde richten.
14 Maak voor uzelf een ark van 14 Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken goferhout. In vakken ingedeeldingedeeld moet u moet u deze ark maken en hem van binnen en deze ark maken en hem van binnen en
van buiten met pek bestrijken.van buiten met pek bestrijken.
15 Zo moet u hem maken: driehonderd 15 Zo moet u hem maken: driehonderd el moet de lengte van de ark zijn, vijftig el moet de lengte van de ark zijn, vijftig el zijn breedte en dertig el zijn hoogte.el zijn breedte en dertig el zijn hoogte.
16 U moet een lichtopening in de ark 16 U moet een lichtopening in de ark maken, en maken, en de arkde ark afwerken tot op een afwerken tot op een el van boven; en de deur van de ark el van boven; en de deur van de ark
moet u aan de zijkant plaatsen. moet u aan de zijkant plaatsen. U moet er een onderste, een tweede U moet er een onderste, een tweede en een derde en een derde verdiepingverdieping in maken. in maken.
17 En Ik, zie, Ik ga een watervloed 17 En Ik, zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om alle vlees over de aarde brengen om alle vlees
waarin een levensgeest is, waarin een levensgeest is, van onder de hemel van onder de hemel te gronde te richten; te gronde te richten;
alles wat op de aarde is, alles wat op de aarde is, zal de geest geven.zal de geest geven.
18 Maar met u zal Ik Mijn verbond 18 Maar met u zal Ik Mijn verbond maken; en u moet in de ark gaan, u, maken; en u moet in de ark gaan, u, uw zonen, uw vrouw en de vrouwen uw zonen, uw vrouw en de vrouwen
van uw zonen met u.van uw zonen met u.
19 En u moet van al wat leeft, van alle 19 En u moet van al wat leeft, van alle vlees, twee van elk in de ark laten vlees, twee van elk in de ark laten komen om komen om zeze met u in leven te met u in leven te houden: een mannetje en een houden: een mannetje en een
vrouwtje moeten het zijn.vrouwtje moeten het zijn.
20 Van de vogels naar hun soort, van 20 Van de vogels naar hun soort, van het vee naar zijn soort, het vee naar zijn soort, enen van de van de
kruipende dieren van de aardbodem kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort, zullen er twee naar u naar hun soort, zullen er twee naar u toe komen, om toe komen, om zeze in leven te houden. in leven te houden.
21 En u, neem voor uzelf van al het 21 En u, neem voor uzelf van al het voedsel dat gegeten wordt, en voedsel dat gegeten wordt, en
verzamel dat bij u, zodat het voor u en verzamel dat bij u, zodat het voor u en voor hen tot voedsel zal zijn.voor hen tot voedsel zal zijn.
22 En Noach deed het; overeenkomstig 22 En Noach deed het; overeenkomstig alles wat God hem geboden had, zo alles wat God hem geboden had, zo
deed hij.deed hij.
De zondvloedDe zondvloed
1 Daarna zei de HEERE tegen Noach: 1 Daarna zei de HEERE tegen Noach: Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ik heb gezien dat u te midden van uw Ik heb gezien dat u te midden van uw
tijdgenoten voor Mijn aangezicht tijdgenoten voor Mijn aangezicht rechtvaardig bent.rechtvaardig bent.
13 Op diezelfde dag gingen Noach en 13 Op diezelfde dag gingen Noach en Sem, Cham en Jafeth, de zonen van Sem, Cham en Jafeth, de zonen van Noach, en Noach, en ookook Noachs vrouw en de Noachs vrouw en de
drie vrouwen van zijn zonen met hen drie vrouwen van zijn zonen met hen in de ark,in de ark,
14 zij, en al de 14 zij, en al de wildewilde dieren naar hun dieren naar hun soort, al het vee naar zijn soort, alle soort, al het vee naar zijn soort, alle kruipende dieren, die over de aarde kruipende dieren, die over de aarde
kruipen, naar hun soort, en alle vogels kruipen, naar hun soort, en alle vogels naar hun soort, al wat gevleugeld is.naar hun soort, al wat gevleugeld is.
15 En van alle vlees waar een 15 En van alle vlees waar een levensgeest in was, kwamen ze naar levensgeest in was, kwamen ze naar
Noach in de ark, twee Noach in de ark, twee aanaan twee. twee.
16 En die kwamen, 16 En die kwamen, kwamen kwamen alsals mannelijk en vrouwelijk, mannelijk en vrouwelijk,
van alle vlees, zoals God hem geboden van alle vlees, zoals God hem geboden had. had.
En de HEERE sloot En de HEERE sloot de deurde deur achter hem achter hem toe.toe.
17 En de vloed was veertig dagen op 17 En de vloed was veertig dagen op de aarde, en het water nam toe en hief de aarde, en het water nam toe en hief de ark omhoog, zodat hij van de aarde de ark omhoog, zodat hij van de aarde
oprees.oprees.
22 Alles met levensadem in zijn 22 Alles met levensadem in zijn neusgaten van alles wat op het neusgaten van alles wat op het
droge droge leefdeleefde, stierf., stierf.
23 Zo verdelgde Hij alles wat bestond, 23 Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, van mens wat op de aardbodem was, van mens
tot dier, tot kruipende dieren en vogels tot dier, tot kruipende dieren en vogels in de lucht; verdelgd werden zij van de in de lucht; verdelgd werden zij van de aarde. Alleen Noach bleef over, en wat aarde. Alleen Noach bleef over, en wat
met hem in de ark was.met hem in de ark was.
24 En het water had honderdvijftig 24 En het water had honderdvijftig dagen dagen langlang de overhand op de aarde. de overhand op de aarde.
Zingen Gez. 337: 1,3,4 en 7Zingen Gez. 337: 1,3,4 en 7
Het water van de grote vloed (LvdK-337)
t. W. Barnard; m. Wittenberg 1533
Het water van de grote vloed (LvdK-337)
t. W. Barnard; m. Wittenberg 1533
Het water van de grote vloed (LvdK-337)
t. W. Barnard; m. Wittenberg 1533
Het water van de grote vloed (LvdK-337)
t. W. Barnard; m. Wittenberg 1533
VerkondigingVerkondiging
Thema: De deur wordt gesloten!Thema: De deur wordt gesloten!
Tekst: Gen 7:16bTekst: Gen 7:16bEn de HEERE sloot En de HEERE sloot de deurde deur achter hem achter hem
toe.toe.
Zingen: Ps. 69: 1 en 4Zingen: Ps. 69: 1 en 4
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Dank gebed en voorbedeDank gebed en voorbede
Collecte:Collecte:
1. Evangelisatie1. Evangelisatie2. Kerk2. Kerk
Slotlied Elb. 409: 1,2 en 3Slotlied Elb. 409: 1,2 en 3
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
Ik zie een poort wijd open staan (EL 409) t. J. Bromet; v. J. de Heer; m. S.M. Vail
ZegenZegen
Zingen: Gez. 456: 3Zingen: Gez. 456: 3
Zegen ons, Algoede (LvdK 456) t. J. Gossner; v. J.E. van der Waals; m. Chr. Gregor
Gezegende zondagGezegende zondag