Top Banner
32

VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Jul 25, 2021

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,
Page 2: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

V R I E N D E N UIT D E N V R E E M D E I.

OMAR KHAYYAM'S RUBAIYAT.

Page 3: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

O. pleng een ledig glas. (Zie slotvers.)

O M A R K H A Y Y A M ' S

RUBAIYAT Naar het Engelsch van Fitz- Gerald, met illustra­ties door Jessie M. King en bandteekening van

C. L . van Balen

door

CHR. VAN BALEN ] \

AMSTERDAM - S C H E L T E N S & GILTAY. — 1910.

Page 4: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

I N L E I D I N G .

OMAR K H A Y Y A M ' S RUBAIYAT.

Naar Perzië voeren deze verzen, naar het land van Omar Khayyam. Niet in den tegenwoordigen tijd, maar in de 1 2e eeuw, toen wetenschap nog poëzie was en poëzie wetenschap, toen de sterre-kundige Omar Khayyam zijn Rubaiyat (het meervoud van ruba'i, ongeveer gelijkstaande met ons ,.kwatrijn") schreef, en zijn leven leefde in een droom van sterren, rozen, mooie vrouwen en wijn. Hooren ze niet alle bij elkaar .3

Voor Omar Khayyam was het leven een

[5]

Page 5: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

feest; hij wist, dat er een oogenbhk zou komen, dat het feest in de taveerne, die leven heet, een einde nemen zou; dat de laatste beker zou zijn geledigd, dat de sterren zouden verbleeken aan den opalen hemel, en een nieuwe zon zou opgaan . . . . voor andere gasten. We hebben maar één dag, laten we hem gebruiken zoo goed en zoo lang we kunnen.

Omar gebruikte hem goed, en lang genoeg ook: volgens sommigen werd hij honderd en negen jaar. En zijn heele leven lag vrijwel besloten tusschen twee kwatrijnen van zijn heerlijk verzen­boek, dat wij als de „Rubaiyat" kennen:

Bij 't hanekraaien kwam het volk geloopen En schreeuwde vóór de herberg : , ,Hé, doe open!

Ge weet hoe kort we hier slechts mogen blijven. En, zijn w' eens weg, op geen terugkeer hopen."

[6]

!jttt.-^.i>arkf>ti'rièii*i*i'gi

En wendt g'eens zelf uw voet met lichten pas Tusschen de gasten, uitgespreid op 't gras;

Bereikt ge op uw blijden tocht de plaats. Waar ik eens lag, o, pleng een ledig glas!

Omar had reeds eeuwen lang zijn wijn en sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond, een, die zijn verzen begreep, en zijn liefde deelde: Fitz-Gerald, den Engelschman. Hij vertaalde zijn werken. Of liever, uit de 801 kwatrijnen, die op Omar's naam staan, maakte hij een bloemlezing, sommige verzen in hun geheel nemend, en regels van andere combineerend, zelden lettedijk vertalend, maar steeds den geest van het oorspronkelijke behoudend. Maar dat was in de eerste helft der 19e eeuw, toen

[7]

Page 6: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Engeland zijn wederopleving van het puritanisme doormaakte. Fitz-Gerald's vertaling, even schoon, misschien nog schooner dan het origineel, werd vergeten, en voor één penny verkocht op boeken­stalletjes. Toen werd er een exemplaar ontdekt door Dante Gabriel Rossetti, die de Rubaiyat begreep en onder de aandacht van het publiek bracht. Op het oogenblik is Omar Khayyam onder de Engelsch-sprekenden haast nog meer bekend en geliefd dan hun eigen Shakespeare.

Er gaat een eigenaardige charme uit van die kwatrijnen. De vreugde van den dichter over de schoonheid van alles om zich heen is zoo op­recht, en de weemoed over het vergankelijke van dat alles zoo zonder bitterheid, dat het geheel één golf wordt van opperste schoonheid en schoonheids-adoratie.

Omar's philosophie is niet diep en onbegrij-

[8]

pelijk: zij spreekt direkt tot het hart en leert, hóe met een kleinigheid tevreden te zijn, en die kleinigheid op te voeren tot zóó iets schoons en onvergankelijks, dat het het hoogste levensgeluk wordt.

De meeste edities van Fitz-Gerald's Rubaiyat-vertaling bevatten 75 kwatrijnen. Op voorbeeld van den schrijver ten opzichte van zijn Perzisch origineel ben ik echter zoo vrij geweest, nu en dan de meer populaire lezing te vervangen door eene andere, en soms een kwatrijn uit te laten, en door een of meer uit een vroegere lezing te vervangen, zoodat op die wijze mijne verzame­ling 76 kwatrijnen bevat.

Het spreekt vanzelf, dat de vertaling niet overal letterlijk is, al heb ik dan ook mijn best gedaan, het oorspronkelijk zoo na mogelijk te volgen. Waar ik sommige kwatrijnen wijzigde

m

Page 7: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

of vereenvoudigde, was dat aan de hand van de andere, minder bekende Engelsche Rubaiyat-vertaling van E. H . Whinfield.

Ik hoop den lezers, door mijn vertaling van de kwatrijnen, een beeld te kunnen geven — zij het dan ook een gebrekkig beeld — van wat Omar Khayyam en Fitz-Gerald wrochten.

CHR. V A N BALEN Jr.

[10]

DE RUBAIYAT.

Ontwaakt! De morgen drijft in wilde jacht

De sterren langs den koepel van den nacht.

En ziet: de jager van het oosten ') trof

Des sultan's toren met zijn stralenpracht.

En voor het valsche morgenspook verdween.

Riep in de kroeg ) een luide stem, naar 't scheen :

,,Wat knikkebolt d'aanbidder voor de deur.

De tempel is gereed: Komt er niet een ?"

[11]

Page 8: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Bij 't hanekraaien kwam het volk geloopen,

En schreeuwde vóór de herberg: „Hé, doe open!

Ge weet hoe kort we hier slechts mogen blijven.

En, zijn we eens weg, op geen terugkeer hopen."

Nu wekt het Nieuwe Jaar weer d* ouden lust.

En peinzend zoekt de ziel haar stille rust,

Waar Mozes hoog zijn witte handen strekt *)

En Jezus zacht het vuur der zonde bluscht.

[12]

Ja, wel ging Iram ') met zijn rozen henen,

En Jamshyd's heil'ge beker is verdwenen,

Ma2u: steeds nog geeft de druif haar purpren wijnen.

En ligt mijn tuin door 't zonlicht hel beschenen.

En David's mond zwijgt stil, maar met een rein

Hel Péhlevi! ') en wijn! wijn! purpren wijn!

Roept luid de nachtegaal het roosje toe,

Haar bleek gelaat te verv' in rooder schijn.

[13]

Page 9: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Kom! vul den beker! smijt het winterkleed

Van spijt in 't vuur, dat Lent' ontvlammen deed :

De vogel Tijd strekt nauw zijn vleug'len uit.

Of statig wiekt hij heen, eer men het weet.

Of wij in Babyion of Naishpur zijn.

En of de beker groot is dan wel klein:

Des levens blaad'ren vallen één voor één.

En drup bij drup verleekt des levens wijn.

[14]

En duizend rozen heeft de dag gegeven,

Maar waar is gistren's rozenpracht gebleven

Deez' eerste zomermaand, die rozen bracht.

Heeft ook Jamshyd en Kaikobdd ) verdreven.

Komaan! wat deert het ons ? wat geven wij

Er om, waar Kaikobdd of Jamshyd zij ?

Laat Zal en Rustum ') razen naar 't hun lust.

Of Hatim Tai u nooden: blijf bij mij!

[15]

Page 10: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Lig met mij neer, ginds, op het grastapijt.

Dat de woestijn van 't vruchtbaar zaadland scheidt,

Waar geen den naam van slaaf of sultan kent:

Beklaag den Sultan in zijn heerlijkheid!

Een boek met verzen in de koele wei,

Een kruik met wijn, een goudgeel brood, en gij

A l zingend naast me in de wildernis.

En zalig wordt mij zelfs de woestenij.

[16]

Terwijl de een steeds van 't verleden zingt.

En d'ander reeds de paradijsvreugd drinkt.

Neem gij wat is, en hoop niet op wat komt.

En let niet op de trom, die ginder klinkt

Zie naar de roos, die in haar kleurenpracht

Daar ginder bloeit: ze geeft haar schoon, en lacht;

En scheurt de herfst haar blaadrenkrans uiteen.

Ze strooit hem stervend rond, zonder één klacht.

[17] 2

Page 11: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Der wereld hoop, die ons in 't harte schijnt.

Vervliegt, of . . . wordt verwezenlijkt in 't eind;

Maar dkn zelfs blinkt zij slechts een enkel uur.

Als sneeuw op het woestijnzand, en . . . verdwijnt.

Zoowel degeen, die 't Gulden Graan ") bemint.

Als hij, die 't roekloos uitstrooit in den wind.

Verkeert eenmaal in stof, dat niemand ooit.

Graaft hij het op, van een'ge waarde vindt.

[18]

Kom, denk eens aan: in deze herberg klein.

Wier een'ge deuren dag en nacht slechts zijn,

Hoe de eene sultan na den ander kwam.

En weer verdween met al zijn schoonen schijn.

Men zegt, dat thans menig verscheurend beest

Toeft op het veld, waar Jamshyd heeft gefeest;

Bahram, de groote jager zelfs, sliep in.

En op zijn graf stampt de ezel ") onbevreesd.

[19]

Page 12: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Ik denk soms wel, dat nooit één roos zoo rood

Wel bloeit, als waar een Caesar werd gedood;

Dat elke hyacinth, hier in den tuin.

Slechts bloeit, waar een lief hoofd haar voedsel bood.

En 't heerlijke, zachtgroene, teed're kruid.

Dat, waar ge ligt, rondom de beek omsluit,

O ! druk het niet te zwaar, want wie toch weet.

Aan wat ééns schoone mond 't misschien ontspruit.

[20]

Page 13: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

En zochten één voor één de eeuw'ge rust.

Kom, Liefste, vul den beker, die den Tijd

Van toekomst-vrees en van berouw bevrijdt!

Wat, morgen! Wat? Wel, morgen ben 'k misschien

Saam met de reeds gestorven Eeuwigheid.

Ziet, die wij minden; die tot onzen lust

De Tijd als meest geliefden had gekust.

Dronken hun glas een ronde of twee vóór ons.

En zochten één voor één de eeuw'ge rust.

[21]

Page 14: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

En wij, die hier thans vrooHjk zijn, en die

Nu juichen in hun vroeg're kamer: zie.

Wij zeiven dalen eenmaal in het graf.

Om zelf weer plaats te maken — en voor wie ?

O! maak een goed gebruik toch van den tijd.

Voordat ge weer tot stof geworden zijt:

Van stof tot stof, begraven onder *t stof.

Zonder één vreugde, en — voor d' eeuwigheid!

[22]

Zoowel voor hem, wien 't Heden zorgen baart.

Als voor dengeen, die naar een ,,Morgen" staart.

Roept een Muezzin van den toren uit:

,,Dwazen, uw loon wordt hier noch ginds be-

[waard!"

Wel, al de wijzen, al de aardsche grooten.

Die zoo geleerd eens praatten, zijn verstooten

Als liegende profeten, en, hun woorden

Ten spot, heeft stof hun ijd'len mond gesloten.

[23]

Page 15: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Kom met Khayyam: vlucht v\fie u wijsheid biedt;

Eén ding staat vast, dat 't leven henenvliedt;

Eén ding staat vast, en leugens is de rest:

De bloem, die stierf, herwint haar bloesems niet.

Ook ik zocht wijsheid in mijn jeugd, en hing

Den wijze aan de lippen: menig ding

Heb ik gehoord, maar door dezelfde deur

Ben 'k steeds gekeerd, waardoor 'k naar binnen

[ging.

[24]

Met hem '') zaaide ik het zaad der wijsheid neer.

En vol verwachting hoopte ik op meer;

Maar dit was heel de oogst, dien ik mij won:

,,lk kwam als Water, en als Wind keer 'k weer!"

Ter wereld kwam ik, zonder mij te vragen

,,Vanwaar.^", en zonder om 't ,,Waarom.5" te

[klagen.

En als de wind zal 'k van de wereld scheiden.

Zonder mij met een leeg ,,Waarheen.^" te plagen.

[25]

Page 16: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Wat ijlde, zonder vragen, toch hierheen?

Wat is *t, dat zonder vragen weer verdween?

Kom, nog een beker! opdat ik vergeet.

Te denken aan wat zoo verward mij scheen.

Door zeven heemlen '') zag 'k mij opwaarts zweven,

En op Saturnus' troon heb 'k mij verheven.

En 'k loste op mijn weg veel raadslen op.

Maar nimmer dat van 's menschen dood en leven.

[26]

Daar was een deur, waar 'k vruchtloos toegang

[zocht;

Een sluier ook, dien ik niet lichten mocht.

En vaag klonk een verhaal van Dubbel Zijn^').

En dat was al, wat 'k leerde op mijnen tocht.

Toen riep ik stout den Hemel zeiven aan.

Vragend: ,,Wat Licht geeft 't Noodlot hun, die gaan

Als kind'ren struik'lend in de duisternis?"

En 't antwoord was:,,Niets dan een blind verstaan!"

[27]

Page 17: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Toen zegd' ik aan mijn beker mijn begeeren,

Om het geheim van 's Levens Bron te leeren,

En lip aan lip zuchtte hi j : „Drink maar verder!

Want, gaat ge eens heen, nooit zult ge wederkeeren."

Ik denk zoo, dat de beker ^''), die daareven

A l staam'lend antwoordde, eens heeft moeten leven

En vroolijk zijn: de koude lip ^''), die 'k kuste,

Wat kussen heeft die eens — ook zelf gegeven !

[28]

Want 'k weet, hoe 'k eens, bij 't scheiden van den dag,

Een pottenbakker klei boetseeren zag.

En zie, zij riep met half verstikten mond:

,,Wat zacht toch. Broeder! als 'k u bidden mag."

Kom, vul het glas! Ik weet niet, waarvoor 't goed is.

Te denken aan hoe broos wat de Tijd doet is:

Dood ,.Gisteren" en ongeboren ,,Morgen",

Wat komm'ren we ons daarom, als 't Heden zoet is }

[29]

Page 18: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Eén oogenblik, dat niet aan 't Niets behoort;

Eén oogenblik, dat 't Leven ons bekoort:

De Starren dalen, en de Karavaan

Trekt naar de schemering van 't Niets : maakt voort!

Hoe lang, hoe lang toch klagen w ij, en zuchten

W om d' onbekende toekomst — die we duchten !

Neen, beter is 't genieten van de druiven.

Dan 't angst-verlang naar geen — óf bitt're —

[vruchten.

[30]

Vrienden, hoe lang kan 't reeds geleden zijn.

Dat *k vierde in mijn huis een trouw-festijn;

D ' onvruchtbre Rede bande van mijn bed.

En nam tot Vrouw de Dochter van den Wijn.^

A wist ik ook van , ,Zijn" en van ,,Niet Zi jn",

A l discuteerde ik ook subtiel en fijn:

Nooit heb ik me in één studie zoo verdiept

Met hart en ziel, als in die van — den Wijn I

[31]

Page 19: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

En onlangs, bij de Kroeg, door d' avondschijn.

Zag ik een engel komen, die op zijn

Gebogen schouderen een vaatje droeg.

Mij noodend, eens te proeven, en . . . 't w as Wijn !

De Wijn, die, uit zichzelf subtiel-geleerd.

Weerlegt, wat de geleerdste man beweert;

De Groote Alchimist, die, met gemak.

Des levens laag metaal in goud verkeert;

[32]

Page 20: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

De Wijn, die als een vorst zijn scepter draagt;

Die al wat onze vroolijkheid belaagt

En alle zorgen, zeetiend in de ziel.

Met zijn betooverd zwaard ons hart uit jaagt.

Kom mee, en laat den Wijzen 't hoogste woord

Over den mensch, en wat daarbij behoort:

Lig met me neer, ginds in de zonn'ge wei.

En denk niet aan wat zich om u niet stoort.

[33] 3

Page 21: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Want hoe z'ook diskuteeren in hun waan:

Een poppenkast is 't menscheHjk bestaan,

Die helder door de zon beschenen wordt,

En waar we als schimmen heen en weder gaan.

Ge kust een schoonen mond, drinkt gulden wijn, .

En 't eind is niets: 't is klles brooze schijn!

Kom, denk dan, dat ge zijt wat ge u denkt;

Nu zijt ge niets: nooit kunt ge minder zijn.

[34]

Page 22: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

En waar de roos bloeit, en het beekje vliet,

Drink daar den wijn, dien de oude Khayyam biedt.

En als de Engel met zijn zwaarder drank

Komt, en u heet te drinken, deins dan niet.

Een schaakbord is het A l van dag en nacht,

Waar 't lot ons mensch' als stukken heeft gebracht:

Het schuift ons heen en weer, en neemt, en slaat.

Tot, na het spel, ons d' eeuw'ge rust weer wacht.

[35]

Page 23: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

De bal 'O vraagt niet naar wat de speler deed,

Maar vliegt door 't veld, naar hem de speler smeet.

En Hi j , die op dit veld u heeft gebracht,

Hij weet er alles van. Hij weet. Hij weet!

De Vinger schrijft, en schrijft maar voort, en dan

Verdwijnt hij, en geen vrees noch wijsheid kan

Hem nopen tot het wisschen van één woord:

Geen traan zelfs vlekt een enkel woord ervan.

[36]

*t Gewelf, dat ons de hemel is, en wij

Aanzien, zoolang ons leven gaat voorbij:

O, smeek het niet om hulp, want het rolt voort

Gelijklijk machteloos als ik en gij.

De eerste klei wordt 's laatsten mans gewaad,

En de eerste dag zaait 's laatsten oogstdags zaad.

Ja, en der schepping eerste morgen schreef.

Wat 's avonds d' oordeelsdag eens lezen gaat.

[37]

Page 24: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Toen God het licht der zon in 't aanzijn riep.

En alle sterren en planeten schiep,

Toen, zeg ik U , was 't mij reeds voorbeschikt,

Hoe in dit aardsch bestaan mijn leven Hep;

Toen stond er reeds geschreven, dat de Wijn

In 't leven mij tot troost en vreugd zou zijn.

Laat dan den vrome schelden: ééns misschien

Smaak ik de Hemelvreugd, hij Hellepijn.

[38]

Dit weet ik wèl : Hetzij 't mij is beschoren.

Den hemel of de hel toe te behooren:

Eén uur van 't leven, in de kroeg gevonden,

Is beter, dan in 's tempels hal verloren.

Gij, die den mensch langs 's levens weg kondt

[drijven.

Langs strikken, waar hij toch niet uit kon blijven:

Wilt gij met voorbeschikking ons beladen.

Om onzen val aan zonde toe te schrijven

• [39]

Page 25: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Gij, die aan lage klei eens gaaft het leven,

En ook de slang naar Eden hebt gedreven :

O, schenk den mensch vergiffenis . . . en vraag die

Voor al het kwaad, dat gij hem hebt gegeven.

[40]

K U Z A NAMA=^)

of het Boek der Pot ten .

Luistert nog eens. Toen Ramazan verdween.

En 's avonds nog de beetre maan niet scheen.

Stond ik in *s pottenbakkers winkel stil,

Met al dat aarden volkje om mij heen.

En onder al dat kleigoed — is 't niet zot ? —

Was spreken 's eenen, stom-zijn 's andren lot.

En plotseling riep er ongeduldig een:

„Wie is de pottenbakker, wie de pot .5"

[41]

Page 26: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Toen zei een ander: ,, 't Kan toch niet bestaan.

Dat al dat werk maar vruchtloos werd gedaan.

En Hij , die door zijn Kunst mij 't leven gaf.

Mij weer tot lage klei ineen kan slaan?"

Een ander zei: „Geen dwaze jongen slaat

In stukken 't glas, waarbij zijn dorst vond baat;

Zal Hij , die liefdevol den Beker schiep,

Hem later weer vernietigen in haat?"

[42]

Eerst zwegen allen, doch naar bittren trant

Sprak toen een Beker, scheef aan d'eenen kant:

,,Men spot met mij om mijnen scheeven bouw!

Maar beefde dan des Pottenbakkers hand?"

Eén zei er: ,,Menigeen praat van een fel

En nijdig Tapper: kleuren uit de Hel

Liggen hem op 't gelaat. Wat dom geklets!

Hij is een Goede Kerel, en 't is alles wel!'

[43]

Page 27: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Toen zei een ander — een heel droge klant:

„Mijn klei is van het droog-zijn zoo verzand.

Kom, vul me met het oude druivensap.

En vast herstel ik weer langzamerhand."

Terwijl zij aldus saam te spreken trachtten.

Zag één de maan, waarop ze allen wachtten.

En allen riepen: ,.Broeders, 't feest begint weer;

De vast' is uit, en uit is 't met ons smachten."

[44]

O. vul het welkend Leven mij met Wijn,

En wasch mijn lichaam, als het dood zal zijn,

En wikkel *t in een kleed van wingerdloof;

Begraaf mij in mijn tuin bij maneschijn, '')

Dat zelfs mijn asch, wanneer ik ben verscheiden,

Zoo'n lust van zoete geuren zal verspreiden.

Dat elk geloovige, die zijne schreden

Richt langs mijn graf, een wijl bij mij zal beiden.

[45]

Page 28: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

De afgoden, die 'k eerde in mijn leven.

Hebben me in 's menschen oog veel kwaad

[bedreven,

Mijn eer verdronken in een troeblen beker,

Mijn goeden naam aan laster prijs gegeven.

Ja, waarlijk, vaak genoeg zwoer ik te voren

Berouw — maar heb ik 't wel in ernst gezworen .1

Want lente kwam, en bracht weer nieuwe rozen.

En zoo ging mijn berouw ook weer verloren.

[46]

Wel, hoeveel kwaad de gulden wijn ook doet.

En hoe 'k mijn lust naar wijn ook heb geboet:

Vaak vraag 'k mij af, wat wel de herbergier

Koopt, half zoo kostbaar als zijn eigen goed.

Helaas, dat Lent' ons met de Roos verlaat.

En dat de jeugd zoo korten tijd bestaat:

De nachtegaal, die in de boomen zong.

Wie weet, vanwaar hij kwam, waarheen hij gaat ?

[47]

Page 29: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

O, Lief, dat het ons beiden waar' gegeven.

De heerschappij te voeren over 't Leven:

Zouden wij 't niet vernietigen, en samen

Naar een veel grootscher, blijder Wereld streven ?

O, liefste, die mijn lust niet kunt ontvliên.

Des hemels maan komt nieuwen lust ons bièn;

Hoe vaak zal zij ook later, als zij rijst.

Mij zoeken in deez' tuin — en mij niet zien?

[48]

En wendt g'eens zelf Uw voet met lichten pas

Tusschen de gasten, uitgespreid in 't gras;

Bereikt gij op Uw blijden tocht de plaats.

Waar ik eens lag, o, pleng een ledig glas.

E I N D E .

[49] 4

Page 30: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

A A N T E E K E N I N G E N .

1) De jager van het oosten = de zon. 2) De kroeg = de tempel, waarin het leven en de

levensvreugd vereerd worden. 8) Het Nieuwe Jaar, dat begon met onze Lente

volgens den kalender van Jamshyd, door Omar Khayyam verbeterd. Het Nieuwe Jaar begon met feesten en overpeinzingen.

) Exodus IV, 6: „En de Heere zei verder tot hem: «Steek nu uwe hand in uwen boezem. En hij stak zijne hand in zijnen boezem; daarna trok hij ze uit, en zie, zijn hand was melaatsch, wit als sneeuw.

De legende wil, dat, na deze gebeurtenis, Mozes, evenals Jezus, genezen kon door handoplegging.

'•>) Iram, een mythische stad, ergens in het zand van Arabië verzonken.

") Jamshyd = „de stralende", een der koningen uit de legendarische Peeshdadian-dynastie, die een beker had

[51]

Page 31: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

met zeven ringen, waaruit hij de toekomst kon voorspellen. ') Péhlevi = de naam van het oude Perzische

Sanskriet; bij overdracht: spraak of geluid. Kaikobad, een Perzische koning, behoorende tot

de mythologische Kayani-dynastie. 9) Zal en Rustum: twee bekende helden uit de

Perzische mythologie; Hatim Tai: een Perzische Lu-cullus: de spreekwoordelijke gastheer en smulpaap.

10) De trom, die ginder klinkt: de trom, waarmee de kwakzalver op het marktplein tracht, klanten tot zich te lokken; dus, overdrachtelijk: let niet op het gepraat van hen, die mooie beloften doen.

11) Het Gulden Graan = de wijn. 12) Jamshyd (zie voren) stond bekend als een gul

gastheer. 13) De ezel: = Bahram, de Nimrod der Perzen,

jaagde het liefst op wilde ezels. 11) Muezzin: De man, die van den moskee-toren

de geloovigen oproept voor het gebed. 15) Hem = de wijze. Zie het vorige couplet. 1") Zeven heem'len: Volgens het wereld-systeem van

Ptolemaeus wentelden zich rond de onbewegelijke aarde negen concentrische bollen, waarvan de zeven eerste genoemd werden naar 1 de maan, 2 Mercurius, 3 Venus, 4 de Zon, 5 Mars, 6 Jupiter, en 7 Saturnus. Van daar ook Saturnus' troon.

[52]

1') Dubbel zijn: Omar drukt hier zijn twijfel uit aan de pantheïstische meening van de geleerden van zijn tijd, dat er slechts één eeuwig wezen is, waaruit alle andere phenomena eeuwig emaneeren, en waar­heen ze ook weer terugkeeren.

18) De beker: zie vorig couplet: «Toen zegd' ik aan mijn beker mijn begeeren" etc.

19) De koude lip = de rand van den beker. 20) De Karavaan: de karavaan van 't menschelijk

bestaan, die slechts één nacht op de rustplaats van het leven toefde, om dan weer in het niet te verdwijnen.

21) De bal = De vergelijking van den mensch met den bal in het reeds bij de Perzen bekende polo, is, zooal vreemd, toch origineel.

22) De Vinger = De vinger, die het boek des levens schrijft.

23) Küza-Nama = Pottenboek. De vergelijking van God met een pottenbakker is in het Perzisch vrij populair.

2*) Ramazan = de heilige vastenmaand. Hierop slaat ook in het achtste vers de vreugde over de nieuwe maan, die het einde van de vasten aankondigt, zoodat de bekers nu weer kunnen worden gevuld.

25) Dit vers is het laatste van de zoogenaamde Küza-Nama.

26) Onder het weinige, wat we met zekerheid van

[53]

Page 32: VRIENDEN UIT DEN VREEMDE I. - OMAR KHAYYÁM€¦ · sterren en vrouwen verlaten, en de deuren van zijn herberg hadden zich voor eeuwig achter hem gesloten, toen hij een vriend vond,

Omar Khayyam weten, is de anecdote, dat hij, toen hij zich in 1112 te Balkh bevond, de voorspelling uitte: „Mijn graf zal zijn op een plaats, waar de boomen tweemaal 's jaars hun bloemen over den grond zullen strooien". Volgens zijn vriend en vereerder Nizamï «Arüzi uit Samarkand, die in 1135 zijn graf te Nïshapur bezocht — Omar was in 1123 gestorven — was deze voorspelling inderdaad uitgekomen.

[54]