Top Banner
1 Ankergemeente Nieuwegein Toerustingdocument Een dienende gemeente Versie 1.0, 23 mrt’12 Team Eredienst & Onderwijs
53

Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

Mar 25, 2022

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

1

Ankergemeente Nieuwegein

Toerustingdocument

Een dienende gemeente

Versie 1.0, 23 mrt’12

Team Eredienst & Onderwijs

Page 2: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

2

Inhoudsopgave

Algemeen/Inleiding……………………………………………………………………………………… Blz. 3

H.1. – Visie op diaconaat en diaconale zorg…………………................................

Par.1.1. – Andersom denken…………………………………………..……………………………

Blz. 7

Blz. 9

H.2. – Omgevingsanalyse….............................................................................

Par.2.1. - Niveaus van hulpverlening……………………..………….……………………

Blz. 16

Blz. 18

H.3. – Doel, opbouw en organisatie………………….………………………………….……..

Par.3.1. – Werkingsgebied in vijf factoren…………………………………………………..

Blz. 22

Blz. 24

H.4. – Diaconale doelstellingen en strategie………………………………………………. Blz. 29

Par. 4.1. – Diaconaat en eredienst………………………………………….…………………… Blz. 29

Par. 4.2. – Diaconaat binnen de Ankergemeente……………………………………….. Blz. 31

Par. 4.3. – Diaconaat in de plaatselijke samenleving……..………………….………. Blz. 33

Par. 4.4. – Diaconaat in de wereld…..…………………………………………………………..

Par. 4.5. – Diaconaat rond de schepping (milieu, rentmeesterschap)…….….

Blz. 38

Blz. 39

Par. 4.6. – Overige (eigen) projecten en activiteiten....................................

Par.4.7 - Schematisch overzicht (potentiële) diaconale initiatieven………….

Blz. 40

Blz. 41

Bijlagen:

1. Overzicht van Gaven, naar soort

2. Profiel van een kringleider

3. Opzet van een werkplan diaconale activiteiten

4. Formulier noodhulp in crisissituaties

5. Het 5-stappenplan van het BRAVO-principe

6. Micha-manifest

Page 3: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

3

Algemeen/Inleiding We hebben een onderwijsbeleid (toerustingdocument ‘Een lerende gemeente’, tevens onderwijsleerplan en levensloopregeling – OLP+). Alle teamactiviteiten die gericht zijn op de catechese geven we richting met het OLP+; van eredienst tot aan de het kringen- en jongerenwerk. Versnipperde inzet van capaciteit met betrekking tot de jongeren is hiermee onder één paraplu gebracht. Echter, op ander terreinen is nog steeds sprake van versnippering. Denk aan de diverse aandachtsvelden van de Aanvullende zorg, het Apostolaat, Gavenbank versus HiP, en ook aan de taken van de “opgeheven” diaconie. We missen in het kader van het geestelijk leiderschap nog een parapludocument diaconale zorg. Wanneer deze ook is ingevuld, zijn nagenoeg al onze activiteiten en ons doen en laten op gestructureerde wijze voorzien van kaders. We missen daarna alleen nog muzikaal- en aanbiddingbeleid (is er eigenlijk al wel, maar nog niet in de volle breedte). En het meer ondersteunende communicatie- en financiële beleid (maar dat loopt via de jaarplannen en kan bij alle onderwerpen voor hun deel worden meegenomen). Het pastoraat zit in beide beleidsdocumenten verweven en heeft betrekking op het

daadwerkelijk afleggen van geestelijk inhoudelijke bezoeken en gesprekken. Dit

gebeurt – veelal door de predikant – in het kader van de Aanvullende zorg en door

een ieder in de Basiskringen.

In dit toerustingdocument ‘Een dienende gemeente’ (ook wel Zorgbeleidsplan

genoemd) gaan we in op de diaconale zorg in de volle breedte, zowel binnen als

buiten de gemeente. We beginnen op zondag (bij God) en we eindigen in de wereld.

We behandelden achtereenvolgens:

Diaconale zorg en de eredienst Diaconale zorg binnen de Ankergemeente Diaconale zorg in de samenleving Diaconale zorg in de wereld Diaconale zorg voor de schepping.

De beschrijving van de diaconale zorg is niet op alle plaatsen even nieuw. Vooral met betrekking tot de Basiszorg en Aanvullende zorg, zoals deze binnen onze Ankergemeente loopt of in gang is gezet, is gebruik gemaakt van parapluteksten die in de afgelopen jaar/jaren al waren opgenomen in de diverse “kick-off” documenten.

Page 4: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

4

Waarom beleid? Het werken volgens vastgesteld beleid geeft richting aan het werk en voorkomt een zwabberende koers. Het voorkomt eilandjes-denken, het helpt om prioriteiten te stellen met oog op samenhang der dingen. We worden:

ons bewust van wat we moeten doen vanuit onze opdracht; ons bewust van wat we doen; ons bewust van we willen of zouden moeten willen; geleerd om gemotiveerd keuzes te maken (of te leren maken).

Vertaald naar diaconale zorg is dit zorgbeleidsplan (eigenlijk is het woord

zorgbeleidsplan niet goed gekozen, omdat het in feite geen plan is; dat is immers

voorbehouden aan de jaarplannen van de bestuurlijke teams) een document waarin

beschreven wordt, hoe doelgericht gewerkt kan worden aan de opbouw van een

diaconale gemeente.

Diaconaat mag je overlaten aan de Geest, maar niet aan toeval.

Het document is geen doel op zich. Het is een hulpmiddel om over het doel en de

praktijk van het diaconale werk in gesprek te komen en er over na te denken.

Het is ook een middel om niet te verdwalen in de grote hoeveelheid diaconale taken

en kansen, maar om bewust keuzes te maken. En vervolgens te DOEN.

Het toerustingdocument ‘Een dienende gemeente’ is niet statisch maar juist

dynamisch. Het geeft voor een aantal jaren aan hoe we tegen diaconale zorg in de

breedte aankijken. Het legt voor enkele jaren vast welke kant we opgaan. Uit het

document komen jaarlijkse werkplannen voort. Deze vinden hun beslag in het

jaarplan Basiszorg (v.w.b. het gedeelte “Omzien naar elkaar”), het jaarplan

Aanvullende zorg en het jaarplan Apostolaat. De jaarplannen geven aan hoe de

keuzes en de prioriteiten uit het toerustingdocument praktisch handen en voeten

krijgen in de vorm van menskracht, tijd, geld, samenwerking met anderen, etc.

Een jaarplan of werkplan geeft aan welke diaconale activiteiten we in het komende

jaar vanuit de teams Basiszorg, Aanvullende zorg en Apostolaat, samen met de

gemeente (en eventueel andere kerkelijke gemeenten), willen aanpakken: wie, wat,

wanneer en hoe? Het jaarplan wordt afgeleid van het meerjaren beleidsplan.

Het Diaconaat start bij de eredienst en meer in bijzonder het Avondmaal en de van

God gekregen gaven, verzameld in de Gavenbank, de dienst van het Gebed en de

collecte. Hier worden we gevoed, gezuiverd en voorzien van onze gaven.

Page 5: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

5

Leeswijzer

We starten met een visie op het diaconaat en diaconale zorg en voeren – om de nut en noodzaak te onderkennen – een omgevingsanalyse

uit (en onderkennen drie niveaus van hulpverlening)

Vervolgens gaan we in op het doel, opbouw en organisatie van de diaconale zorg van de Ankergemeente (we onderkennen vijf werkingsgebieden: Diaconaat en eredienst, binnen de Ankergemeente, in de plaatselijke samenleving, in de wereld en in relatie tot de schepping)

We eindigen met de (potentiële) diaconale doelstellingen en strategie voor de uitvoering (opnieuw opgedeeld naar de vijf werkingsgebieden).

Gehanteerde referten 1. Brochure “Een diakonale gemeente”, ds. W. Smouter, 1989 2. Boek “Ruim baan voor gerechtigheid”, Tim Keller, 2010 3. Boek Wim Rietkerk: “Die ver is, is nabij”, hoofdstuk Succes hebben of vrucht

dragen 4. Artikel ‘God bouwt de nieuwe aarde op de bouwstenen van onze daden’,

stichting L’Abri 5. Micha-manifest 6. Werkdocument “Basiszorg via Kringen”, Ankergemeente, 2009 en kick-off

formulier 7. Werkdocument Aanvullende zorg, Ankergemeente, 2011 en kick-off formulier 8. Jaarplan Apostolaat, 2012 en kick-off formulier

Samenvatting Dit toerustingdocument ‘Een dienende gemeente’ is het tweede van drie toerustingstukken die voor de Ankergemeente zijn geschreven. Het richt zich op zorg en diaconaat. De andere twee toerustingstukken richten zich op de geloofsgroei en onderwijs (het zgn. Onderwijsleerplan: ‘Een lerende gemeente’). En op het aanbidden en gemeente-zijn (‘Een gemeente in aanbidding’). Een levenlang leren om navolger van Jezus te worden, vraagt om investeren in onszelf en anderen. Door de veranderingen in de maatschappij, ook met betrekking tot de gemeenteleden binnen de kerk, is het minder vanzelfsprekend dat we bepaalde kennis en vaardigheden aangereikt hebben gekregen of de tijd hebben gegeven om deze te laten inslijten. Bovendien is de wereld ‘ingewikkelder’ geworden en zullen we steeds meer tijd moeten investeren om alle prikkels te scheiden en ons geloof te verantwoorden. In rekenschap van onze ‘rationele’ omgeving. Het diaconaal dienen is een veelomvattend terrein. We moeten zorgen dat we door het diaconale bos Gods bomen blijven zien. Het totaal omvat het geheel van de drie B’s van diaconaat (boven, binnen, buiten) zoals onderkend door de Classis CGK1. 1 Wij hebben dit in paragraaf 3.1. en de rest van dit Zorgbeleidsplan doorvertaald naar vijf werkingsgebieden,

waarbij de derde B (“buiten”) nog een keer nader is opgedeeld.

Page 6: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

6

Tegelijkertijd hebben wij als kleine regiogemeente onze beperkingen, waardoor we prioriteiten zullen moeten stellen. Dit document geeft kaders aan & een totaaloverzicht van wat er – in potentie – op Gods erf allemaal te doen is. Keuzes maken over wat we wel & niet kunnen en/of willen aanpakken, doen we in de KR & vooral binnen de diaconale zorgteams. Dit document is vanuit team Eredienst & Onderwijs als toerustingstuk gericht op het bieden van inzicht & overzicht. Het document hoopt gemeenteleden aan te zetten tot een bewuste investering in het leren van de aspecten rond het elkaar dienen in de breedte. En uiteindelijk het DOEN, waarbij eigen – zelf aangeleerde – belemmeringen worden herkend, erkend & (kunnen) worden weggenomen. Zowel bij de hulpbehoevenden als bij de hulpverleners. Het plan nodigt via de lijst van refertes ook uit tot verder lezen en verkennen. Als begin voor nog verdere vervolgstudie. Doelgroepen Het is een lijvig document geworden, met een voor het grootste deel permanent karakter. Maar hoeft niet altijd integraal gelezen te worden. Dit is afhankelijk van de intentie van de lezer. Bovendien mag het dienen als naslagwerk om zaken nog eens op na te slaan. We onderkennen doelgroepen van lezers:

Het gemeentelid dat geïnteresseerd is in het diaconaal dienen en het (leren) navolger zijn van Jezus in deze wereld.

o Deze groep raden we aan te lezen: Hoofdstuk 1 t/m 3.

Het gemeentelid dat in het kader van de Basiszorg midden in zijn kring of (als teamlid/coach tussen) de kringen staat en geïnteresseerd is in het daadwerkelijk (leren) omzien naar elkaar.

o Deze groep raden we aan te lezen: Hoofdstuk 1 t/m 3 en 4.2; o Hier komen in paragraaf 1.1 ook de moeiten en aanvechtingen aan de

orde die wij mensen kunnen ondervinden bij het ontvangen/vragen van hulp en het aanbieden/geven van diezelfde hulp;

o Jezus leert ons hierbij andersom te denken.

Het gemeentelid dat geroepen is om actief te zijn in de Basiszorg, de Aanvullende zorg of het Apostolaat.

o Deze groep (eigenlijk drie) raden we aan te lezen Hoofdstuk 1 t/m 3, aangevuld met 4.1, 4.2 & Bijlage 1 en 2 (voor Basiszorg), aangevuld met 4.1, 4.3 & Bijlage 1 en 4 (voor Aanvullende zorg) en aangevuld met 4.1, 4.3 t/m 4.6 & Bijlage 3 (voor Apostolaat)

En tenslotte, de Kerkenraad, die met dit document – als oudsten – richting geven aan het diaconaat en diaconaal dienen binnen en buiten onze Ankergemeente.

o Globale kennis van de inhoud is voor ieder kerkenraadslid van belang. Zij kunnen hierop bevraagd worden. Maar intensieve kennis is nodig bij de teams Basiszorg, Aanvullende zorg, Apostolaat en Eredienst & Onderwijs. Daarnaast is par. 4.7 van belang voor de teamleider binnen de KR.

Page 7: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

7

H.1. Visie op Diaconaat en diaconale zorg

De principiële reden om aandacht te geven aan het diaconaat in de gemeente is, dat

het diaconaat (= dienen) tot het wezen van de gemeente behoort. De Bijbel spreekt

over gelovigen niet als losse schapen, her en der in de wereld gezet, maar als kudde.

Die bij te naderen gevaar één ding heel goed moeten weten: ze moeten bij elkaar

en bij de herder blijven. Natuurlijk is de band met de herder daarbij het allerbelang-

rijkste, maar het betekent ook dat de schapen bij elkaar moeten blijven en elkaar

nodig hebben.

In dit dienend samenleven en “omzien naar elkaar” worden de effecten van ons

geloof zichtbaar (vgl. de omgang met ‘Me–problems uit het OLP+). Hieruit blijkt het

belang en kunnen we het verschil maken ten opzichte van de ons omringende

wereld, die steeds meer moeite heeft om samen met en voor elkaar te leven.

De bron van het diaconaat is Jezus Christus zelf. Met die uitdrukking wil gezegd zijn,

dat Hij het begin is en dat nog elke dag al het werkelijk diaconaat bij Hem vandaan

komt. Aan het Avondmaal heeft Jezus de discipelen voorgehouden: Ik ben in uw

midden als dienaar” (Lukas 22: 27) of in de S.V.: “Ik ben in het midden van u als een

die dient”.

We moeten overigens oppassen, dat we van het woord ‘diaconaat’ niet een

gewichtige, verheven term maken om daarmee eer en aanzien te zoeken. Het

diaconaal karakter van de gemeente is niet meer en niet minder dan dat de

gemeenteleden klaar staan om elkaar en anderen te helpen (dienen = diaconaat). En

in het Nieuwe Testament is dit dienen steevast een zaak van de hele gemeente. En

zoals we later zullen zien een “soort recht” om te dienen, waarin niemand zich

‘overbodig’ zou moeten voelen.

Liefde in werkkleding

Diaconaat is dienstbetoon aan de naaste in nood door de naaste, dus elk lid heeft

hierin een taak. Wij willen een gemeente zijn die zich bekommert om mensen, hen

bijstaat, voor hen opkomt en een plaats waar men zich geborgen en gekend weet.

Elke gemeente heeft diaconaal kapitaal: mensen met gaven en talenten, financiën,

gezinnen die als gastgezin kunnen functioneren etc.

Dit door God gegeven kapitaal, bovenal Zijn liefde, mag verzilverd worden in onze

inzet voor de naaste en de samenleving. Dit maken we zichtbaar in de Gavenbank.

Mensen in nood zijn belangrijk voor God. Ook deze moeten we in kaart brengen.

Page 8: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

8

In het lichaam van Christus behoort niemand gebrek te hebben aan voedsel,

onderdak, kleding, werk of financiële middelen voor de noodzakelijke uitgaven.

Stel, dat een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, en

iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, zonder

hen echter van het nodige voor het lichaam te voorzien, wat baat dit? (Jac. 2:15-16).

Gods kinderen moeten voor elkaar zorgen en in elkaars noden voorzien. Verdraagt

elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen. (Gal. 6:2).

Diaconaat is zeer nauw verweven met pastoraat. Het een kan niet of nauwelijks

zonder het ander. Hulp is niet eenzijdig. Ook de gever heeft weer hulp nodig. In de

eredienst krijgen we onderricht over onze gaven. En leren we deze (biddend)

herkennen en erkennen.

Voordat we op een doelmatige wijze aan de slag kunnen, moeten we gezuiverde

mensen zijn. Dit gebeurt bij het Avondmaal. We mogen onze eigen ellende en sores

afleggen aan de voeten van Jezus. Deze worden met hem gespijkerd aan het Kruis.

En daardoor krijgen we door de bomen heen weer zicht op onze eigen gaven. We

worden niet afgeleid door eigen zorgen en zorgjes (d.w.z. de ‘Me-problems uit het

OLP+) en kunnen ons met onze gaven richten op de naaste. Ook het delen start aan

het Avondmaal. Met het delen van brood, wijn, het heil van Christus en de gaven die

we hebben gekregen (van God) om te geven (aan anderen om ons heen). Ook

financieel. Zo verbinden we Eredienst, het Avondmaal en de (Diaconale) collecte aan

de dagelijkse praktijk van de zorg.

Vanuit de Bijbel mogen we hierbij denken aan: de Gave(n) van verkondigen van

wijsheid, het overdragen van kennis, geloof, genezen, wonderen, profeteren, het

onderscheiden van wat wel en niet van de Geest afkomstig is, klanktaal of om uit te

leggen wat daar de betekenis van is (1. Cor. 12) en de Gaven van bijstand verlenen,

onderwijzen, troosten, geven, leidinggeven en barmhartigheid (Rom 12: 8). In

bijlage 1 is een overzicht van gaven gegeven, onderverdeeld naar soort: materieel,

bestuurlijk en geestelijk.

Dit is een taak van ons allen. De diakenen maken bewust, rusten toe en vervullen

een voortrekkersrol.

En Hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers,

herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo

wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door het geloof

en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de

Page 9: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

9

volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. (1.Ef 11-

14).

Om een goed beeld te kunnen verkrijgen van zaken als (verborgen) armoede in de

gemeente en om ons heen, is het van belang de geografische aspecten hiervan te

kennen (sociale kaart). Eveneens is binding met de gemeentelijke instanties en

zorginstellingen belangrijk. D.w.z. het opbouwen en onderhouden van netwerken.

Dit start binnen de gemeente. Om een goed beeld te verkrijgen van elkaar moeten

we (leren) om te zien naar elkaar. Dit doen we in onze basiskringen. Om met elkaar

het leven te leren (geloofsgroei). Maar (en eigenlijk gebeurt dit gelijktijdig) ook om

onze eigen gaven te leren zien en naar elkaar toe te passen. Ook hiervoor is de eigen

gemeente een prima “proef- en speeltuin” om te leren (zie ook het OLP+) en dit later

ook toe te passen naar buiten. Onze gaven verzamelen we en brengen we in kaart in

de Gavenbank, opgedeeld naar materiële gaven, bestuurlijke gaven en geestelijke

gaven. Immers het gaat bij diaconaat om hulpverlening in de volle breedte. Dit is

ruimer dan alleen de financiële/materiële ondersteuning. De gavenbank naar buiten

toe heet HiP (Hulp in de Praktijk). Maar dit is nog lang niet alles. Het omvat ook de

personen/talenten opgenomen in de Supportgroep Sociaal Spectrum van het team

Aanvullende zorg. Gericht op de volle breedte van de plaatselijke samenleving

(armoede, WMO, asielzoekers, dak-/thuislozen, verslaafden, ex-gedetineerden, ICF -

International Christian Fellowship, voedselbank).

Noden en plaatsen binnen de gemeente,waar aanvullende zorg nodig is, worden zichtbaar in de kringen en vervolgens in de Aanvullende zorg. Buiten de Ankergemeente kost dit meer moeite en is er – evenals m.b.t. de Kunst

van het overreden uit het OLP+ – opnieuw een omgevingsanalyse nodig (zie

Hoofdstuk 2). Zowel van noden als van mogelijkheden/instellingen. Hier liggen taken

voor team Aanvullende zorg en team Apostolaat.

Maar ook binnen de gemeente zijn er moeiten en onvolkomenheden waardoor de

signaalfunctie van wat er speelt niet tot volle wasdom komt. We kunnen hier vooral

denken aan de niet-kringleden. We hebben de taak naar elkaar toe, om elkaar

continu scherp te houden op het onderkennen van signalen waar zorg nodig is. We

kunnen daarvoor geen vangnetten genoeg hebben.

Onze gaven naar buiten maken we zichtbaar via HiP (Hulp in de Praktijk). Maar

feitelijk is dat niets anders dan onze eigen Gavenbank, waaruit we de gaven nu ook

kunnen aanwenden buiten de eigen Ankergemeente.

Page 10: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

10

Par.1.1 Andersom denken In het praktische deel van het diaconale veld kunnen we te maken krijgen met

aanvechtingen, waarvoor we in de Bijbel al worden gewaarschuwd. Jezus leert ons in

deze zaken niet ontmoedigd te raken, boven onszelf uit te stijgen en andersom te

denken. Een aantal aanvechtingen zetten we op een rijtje. We beschouwen als

eerste de aspecten met betrekking tot degenen die de hulp behoeven. Daarna volgen

de aspecten met betrekking tot degenen die de hulp verlenen.

Aanvechtingen met betrekking tot de hulpbehoevenden

Eigen schuld 1? We lopen aan tegen de aanvechting dat veel armen geen eerlijke,

moreel hoogstaande mensen zijn. Bedenk dan dat wij dat ook niet waren toen

Christus zichzelf voor ons op het spel zette. Christus had ons lief, was goed voor ons

en bereid om ons te verlossen hoewel wij zeer akelige, kwaadwillende mensen waren

en niets goeds verdienden….. En soms nog, we zijn niet beter.

Of we lopen tegen de aanvechting aan dat veel armen hun toestand aan zichzelf te

danken hebben. Hier stelt Jezus tegenover: Sommige mensen is nu eenmaal niet

gegeven om te beschikken over ‘een natuurlijk vermogen om zaken ten voordele te

bestieren’. M.a.w. sommige mensen nemen goedbedoelde, maar zeer foute

beslissingen over geld en bezittingen. Het ontbreken van dit vermogen moeten we

zien als bijna zoiets als aangeboren blindheid. Dit vermogen is een geschenk dat de

ene mens wel en de andere niet van God ontvangt. En is verder ook afhankelijk van

de opvoeding en het milieu waarin iemand leeft. Bovendien heeft een arme gewoon

recht op ondersteuning.

Eigen schuld 2? En in het kader van de bankencrisis, met zijn inhalige, vadsige of

onverantwoordelijke manier van leven? Ook dat ontslaat het ons niet van elke plicht

om steun te verlenen, tenzij ze in dat kwaad volharden. Ook Christus heeft ons in

dezelfde toestand aangetroffen. Ons geestelijk bankroet kwam van onze eigen

zonde, en toch kwam Hij ons geven wat we nodig hadden. En ook in het kwaad van

het volharden vinden we geen uitweg. Want hoe zit het met het gezin van zon arme?

Soms zullen we een gezin moeten helpen, ook al handelen de ouders

onverantwoordelijk, omwille van de kinderen. Soms ook zullen we dieper moeten

graven en onderkennen dat het probleem dieper ligt en dat er meer dan alleen

financiële steun noodzakelijk is (bijv. steun en begeleiding in het omgaan met geld).

Geven is makkelijker dan nemen, leidend tot schaamte om hulp te ontvangen?

Ondanks dat het eerste waar is, is de tegenhanger redelijk kortzichtig, wanneer men

bedenkt dat zelfs het feit dat we vanochtend mochten opstaan en kunnen ademen

Page 11: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

11

ons al van God is gegeven. Hoezo willen we niet ontvangen en afhankelijk zijn?

Andersom bekeken is het tegelijkertijd ook verstandig om zo mogelijk iemand aan

wie hulp geboden wordt, ook zelf hulp te laten bieden. Of in ieder geval sterk het

gevoel te geven, dat hij of zij erbij hoort. Dit vergemakkelijkt het aanvaarden van

hulp enorm en het strookt helemaal met de manier, waarop we in de gemeente met

elkaar om horen te gaan.

Het niet kwetsbaar durven aangeven van onze noden naar elkaar (of het lijdelijk en

zuchtend vol zelfbeklag afwachten tot iemand ze opvalt….) belemmert een ander in

het slagvaardig aanbieden van zijn gaven, inclusief de mogelijkheid om hiervoor

bijvoorbeeld in de kringen te bidden. Hier ligt ook een opdracht voor

hulpbehoevende gemeente-/kringleden naar de andere gemeenteleden toe.

Aanvechtingen met betrekking tot de hulpverleners

Ik kan niet, durf niet, ben niet goed genoeg? Zit iemand wel op mij te wachten, dring

ik mijzelf niet teveel op? Zulke vragen kunnen ons dwars zitten en dan ook

belemmeren om iets te gaan doen.

Echter, zoals we later zullen zien, niet één onderdeel van het lichaam van Jezus

bestaat voor niets. Gekoppeld aan het feit dat ook de hulpbehoevende moeite heeft

om te vrágen, zal het vaak zijn dat we op elkaar zitten te wachten, terwijl beider

behoeften (om te ontvangen en te geven) groot zijn, en de duivel garen spint bij

onze passiviteit en nederigheid.

En wat kan ik dan? Waar liggen mijn gaven? Ook hier liggen onverwachte kansen en

draait Jezus zaken om. Zoals we verderop in het document zullen zien (maar ook in

het Aanbiddingbeleid) is het elkaar geven van echte aandacht en tijd de grootste

behoefte van de mensheid in ons tijdgewricht. Het mooie is tegelijkertijd dat ieder

mens deze kwaliteit in zich heeft, zonder dat hij hiervoor iets hoeft te leren. We

hoeven “alleen maar” mens te zijn. Naar Zijn beeld. Zoals het voor de mier

voldoende is op “gewoon” mier te zijn.

En als er dan nog schroom of angst is. We mogen altijd een beroep doen op Hem en

Hem aanspreken op Zijn belofte ons nabij te staan, wanneer wij moeiten van

schroom hebben of ons onzeker voelen.

"Hef daarom uw slappe handen op en strek uw knikkende knieën." (Hebr.12:12) Waar ligt de grens? Wie is mijn naaste? Tot hoever moet ik gaan? Met het voorbeeld van de Samaritaan die een Jood hielp, onderstreepte Jezus dat ieder mens in nood, ongeacht wie het is – ongeacht ras, klasse, politieke richting en geloof – je naaste is.

Page 12: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

12

Niet iedereen is je broeder of zuster in het geloof, maar iedereen is wel je naaste, en je moet je naaste liefhebben. En dan weer andersom: wie is de naaste geweest voor die man in nood (vanuit zijn perspectief)? Eigen verdienste? Het bovenstaande geldt ook andersom,als we neigen ons op onze

kennis en gaven te willen voorstaan. Wij mogen ‘slechts’ doorgeven wat ons zelf aan

kennis en in gaven door God gegeven is. Een soort afbetaling op iets wat we ook

maar hebben gekregen. Kortom, al je rijkdom is uiteindelijk een geschenk van God.

Omgekeerd is een gebrek aan ruimhartigheid ten diepste een weigering om te

erkennen, dat je bezittingen niet echt van jou zijn, maar van God gegeven.

Morele verplichting of druk, druk, druk? Maar ook je kennis, gaven latent laten

liggen, zonder er iets mee te doen, is een zonde.

Als je het in verhouding zet, ben je gemiddeld, inclusief de erediensten en kringen, misschien één of een halfuur per dag bezig met Bijbellezen en bidden en – als het goed is – de rest van de dag met het praktiseren van het geloof. Pas in de dagelijkse doordeweekse praktijk komen – als het goed is – de “effecten” van ons geloof uit het toerustingdocument ‘Een lerende gemeente’ (OLP+) en uit dit toerustingdocument ‘Een dienende gemeente’. M.a.w. wat merkt God van ons als zijn Lichaam, armen en benen op aarde? En wat zou Hij van ons mogen verwachten? Alleen geld (als eenvoudige aflaat) of echte offers? Er is meer rijkdom dan alleen

financiële rijkdom. En er is meer armoede dan alleen gebrek aan geld. In onze

samenleving is meer geld dan tijd beschikbaar. Meer materiële en financiële

middelen dan aandacht. Daartegenover in schril contrast staat, zeker in onze

westerse maatschappij, de eenzaamheid. Als mensen gebrek aan contacten hebben,

gebrek aan aandacht, dan is dat voluit een diaconale zaak. Het gaat hier misschien

wel om de armoede van onze tijd. En dus om de diaconie van (d.w.z. dienstbaarheid

met betrekking tot) deze tijd of aandacht.

Wanneer bied ik hulp, preventief of…? Een andere aanvechting of bezwaar om goed

te doen, kan liggen in de gevoelde urgentie: ‘Ze zitten wel krap, maar toch nog niet

in hoge nood (d.w.z. nog niet helemaal aan de grond)’ en ‘Alle arme mensen in mijn

wijk hebben een mooie tv in huis. Ze komen niet om van de honger’. De Bijbel zet

hier tegenover het gebod om je naaste lief te hebben als jezelf. Wij wachten zelf ook

niet tot we in hoge nood zitten voordat we iets aan onze toestand doen, dus waarom

wel wachten met hulp aan de naaste tot hij letterlijk verhongert? Als volgers van

Jezus behoren wij een zodanig geest van liefde te hebben dat wij mede worden

beproefd door zijn beproeving (en niet pas als we een ander in moeilijkheden zien

Page 13: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

13

verkeren). Christus stond letterlijk in onze schoenen en onderging onze

beproevingen. Wie, gelijk aan de wereld, anderen pas helpen wil wanneer ze aan de

grond zitten, laat zien dat de liefde van Christus hen nog niet heeft veranderd in het

meevoelend soort mensen dat het evangelie van hen zou moeten maken.

Wel of niet georganiseerd? Moet je alles organiseren of moet je afwachten wat er

spontaan gebeurt? Wel, vóór alles moet vaststaan dat er geen enkele schade

toegebracht mag worden aan zóveel werk, dat in stilte gebeurt. Van onschatbare

waarde en voor diegenen zo vanzelfsprekend, dat het niet in grote letters in de krant

of het kerkblad staat. Velen zouden juist daar problemen mee hebben. Het zou dan

ook meer dan dwaas zijn om te proberen al deze activiteiten in officiële regelingen

onder te brengen. Wel is ook hier alertheid op z’n plaats. Als de dingen alleen

spontaan gebeuren, kunnen er gaten vallen. En wel twee soorten gaten: Mensen die

in de gemeente tòch geen helper hebben en mensen die werkloos langs de kant

staan. Het zal duidelijk zijn, dat er veel wijsheid, inzicht en fijngevoeligheid van de

diakenen nodig is om deze taak te vervullen.

Eén en ander geldt voor ieder gemeentelid, niet alleen voor de ambtsdragers. Als alle

leden van de kerk kans zien (of geboden wordt) om, wanneer ze de gelegenheid

hebben (krijgen), te doen wat goed is voor allen (Gal. 6: 10), dan is dáár de kerk

present in de wereld, en niet pas wanneer er ambtsdragers in een bestuur zitten.

Wel mogen diakenen het tot hun taak rekenen om de gemeente hierin toe te rusten,

kansen te scheppen en te laten zien. De wereld met zijn noden ligt om ons heen. Dat

vraagt wel om een voortdurende alertheid en reflectie, te zien als een continue

omgevingsanalyse. Niet om ons er op voor te laten staan, maar zo kan er dan ook

voor gebeden worden.

Onderlinge concurrentie of samenwerking? Na de komst van de Wet Maatschap-

pelijke Ondersteuning (WMO) is de verantwoordelijkheid voor die zorg van de

landelijke instellingen opnieuw ondergebracht bij de locale overheden. Een goed

moment om nu weer een beweging naar de kerken toe te maken (zoals dit ook in

het verleden het geval was). Waak echter voor een valse concurrentie tussen de

diaconale en particuliere initiatieven, waarvan we ook schadelijke voorbeelden uit

het verleden kennen. Het is een misvatting te denken dat christenen hun zorg voor

de samenleving alleen kunnen uiten via eigen diaconale instituten. Omgekeerd juist,

liggen er in het samenwerken ongedachte kansen om bruggen te bouwen naar de

wereld en om de onvoorwaardelijke christelijke manier van samenleven herkenbaar

en zichtbaar voor het voetlicht te brengen.

Niemand is onnodig of kan gemist worden. Uitgaande van de gemeente als lichaam

kunnen er volgens Paulus (1 Kor. 12: 12-32) twee storingen optreden:

Page 14: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

14

1. “indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het

lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam?”(vs. 15-19).

2. “en het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig”(vs. 20-25).

Beide moeten worden voorkomen. Maar benaderen we dit vanuit het “recht” om te

mogen dienen, dan wordt minder vanzelfsprekend om alleen te kijken ‘of we iemand

nodig hebben’. We zullen ons ervoor moeten inspannen, dat niemand zich ‘onnodig’

voelt. Ook dat is andersom denken. Meer gericht op de inschakeling van gemeente-

leden dan op het klaren van de klus (bij gebleken noodzaak), duidelijk maken dat er

voor een ieder wat te doen is. In die zin is alle diaconale werk in de strikte zin van

het woord een stuk genade. Wij mogen meewerken en de anderen mogen dat ook.

Om tot ons aller doel of bestemming te komen. Opdat niemand het gevoel heeft: ik

ben niet nodig! In Christus’ gemeente mag niemand ongetroost zijn. Maar niemand

mag ook ‘overbodig’ zijn. Van dit andersom denken biedt de Here Jezus zelf een

uitnemend voorbeeld in de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard (Mat. 20: 1-

6). Niet omdat er slecht was gepland, maar omdat de heer zag “dat er nog anderen

werkloos op de markt stonden”.

Hoe houden we dit alles vol

Enerzijds omdat we ons gesteund mogen weten, en hier ligt opnieuw een verschil

met de wereld om ons heen. In Efeze 4: 17-32 beschrijft Paulus onze (nieuwe)

levenswandel, onder het trefwoord ‘Gij geheel anders’. Deze beschrijving loopt uit

op de vermaning: “Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander

vergevend zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft”.

Vriendelijkheid en barmhartigheid vinden we buiten de kerk ook en zelfs vergeving

heeft voor velen een positieve klank. Het verschil zien we voor ons als we de

woorden vriendelijk, barmhartig en vergevend zien in verband met elkaar en met

Christus.

Vriendelijkheid is het gemakkelijkst wanneer je vriendelijkheid terug krijgt. Het wordt

al moeilijker als de liefde voor je gevoel van één kant moet komen. En niet alleen

maar tijdelijk. Of als de ander minstens voor een deel zelf schuld heeft.

Dan blijkt het derde woord uit het rijtje nodig te zijn: elkander vergevend. Niet in het

algemeen, maar juist in verband met de onderlinge hulp is deze vergeving zo vaak

nodig. Echte vriendelijkheid kost iets, echte barmhartigheid kan niet zonder dat dure

woord vergeving. En daarom niet zonder Jezus Christus.

Page 15: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

15

Anderzijds door te beseffen dat we het niet alleen doen en niet voor niks, hoe klein

het ook lijkt wat we bijdragen – net als de gelijkenis van de talenten en de jongen

met de vissen en broden – zal Hij onze inspanning uitvergroten. Als een voorproefje

voor straks. Ons werk zal niet verloren gaan, maar meewerken aan een nieuwe

schepping. Een toekomstverwachting die motiveert om nu al mee te bouwen aan

Gods koninkrijk.

Als christen moet je consequent zijn in je handelen. Maar je moet wel in evenwicht

zijn. Want er schuilt ook het gevaar van wetticisme. Bijv. Milieubewust leven kan dan

een juk op je schouders worden. Je moet niet denken dat je de wereld kunt redden

door jouw gedrag. Ik moet dit doen, anders…. Als je stilstaat bij Gods plan met de

wereld en hoe we daarin tekortschieten, dan zul je van daaruit vanzelf anders willen

gaan leven.

Samenvatting

In ons dienen van elkaar – in onze manier van samenleven en het “omzien naar

elkaar en de wereld” – worden de effecten van ons geloof ‘tastbaar’ zichtbaar. En

zeker niet alleen in geestelijke zin. Het behoort tot het wezen van ons gemeente- en

Christen-zijn.

Het komt ons echter niet aanwaaien. We zullen een open oog moeten hebben voor

de gaven die we hebben gekregen & kunnen inzetten. En voor de noden om ons

heen, de ene zichtbaarder dan de ander.

Bovendien kunnen we worden geconfronteerd met moeiten en aanvechtingen. Zowel

in het nemen als het geven. De duivel spint garen bij onze – zelf opgelegde –

passiviteit en nederigheid.

Omdat eerbetoon aan de naaste in nood een taak is van elk lid van de gemeente (dit

is zelfs te zien als een “recht” om daadwerkelijk mens te kunnen zijn), is het voor

eenieder ook zaak zich bewust te zijn van de te herkennen en te erkennen moeiten

en aanvechtingen. Bij onszelf maar zeker ook, ter ondersteuning van de slappe

handen en de knikkende knieën, bij elkaar. En met – toegezegde – steun van Hem.

Page 16: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

16

H.2. Omgevingsanalyse

Bezinning op het diaconaat in de gemeente is van groot belang. Hiervoor zijn een

aantal redenen te noemen:

- Juist in onze individualistische tijd hebben mensen zo bijzonder hard mensen

nodig. Het ligt in de aard van onze tijd, dat mensen steeds meer op zichzelf

teruggeworpen worden. Er worden nog wel degelijk normen gehanteerd, al

lijkt het er soms niet op. Maar het gemeenschappelijke van deze normen

begint steeds meer te ontbreken. Van ieder wordt verwacht dat hij zijn eigen

patroon van normen ontwerpt en in de praktijk brengt. Het streven naar

individualisering van de inkomens is er ook op gericht om mensen steeds

meer onafhankelijk van elkaar te maken. Maar de mens is niet als individu

geschapen, maar als deel van een gemeenschap. In familieverband allereerst,

maar daarna ook in andere samenlevingsverbanden. En daarom werkt het ook

niet, deze individualisering. Het loopt op eenzaamheid uit.

- Een andere praktische reden om over diaconaat in gemeenschap te spreken

is, dat de overheid steeds meer afstand neemt van het idee van de ‘verzor-

gingstaat’. Denk aan de principiële keuze om de hulpverlening te

professionaliseren en aan de recentere krimpende budgetten in het kader van

de WMO. Het zorgbeleid in Nederland is er op gericht mensen zo snel mogelijk

weer, dan wel zo lang mogelijk, zelfstandig te laten wonen. Thuis kunnen

mensen geen beroep doen op de secundaire zorgfunctie van instellingen in de

veronderstelling is, dat in de eigen woonomgeving deze secundaire

zorgfunctie wordt gedragen door familie, vrienden en buren. Maar dat gaat

niet vanzelf. Daarom zoeken zorgaanbieders naar manieren om de buurt in te

schakelen bij de thuiszorg.

- Het nieuwe zorgbeleid stelt ook de kerk voor nieuwe vragen. In de

zorginstellingen kunnen patiënten en bewoners een beroep doen op de

aanwezige geestelijke verzorgers. In de extramurale zorg zijn de geestelijke

verzorgers afwezig. Kan de kerkelijke gemeente ter plaatse dit compenseren?

Kunnen pastoraat en diaconaat samen met zorgaanbieders en buurtbewoners

een bijdrage leveren aan het sociale en mentale welbevinden van

zorgbehoevende thuiswoners?

- Mensen vallen uit de boot, belanden op straat etc. door allerlei oorzaken. De

zorg kan niet zonder vrijwilligers. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat de

uitwisseling van levensverhalen het welzijn van mensen bevordert en de

toenadering tussen de thuiswonende patiënt en de vrijwilliger stimuleert.

Page 17: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

17

- Zorgaanbieders zoeken een bedding voor de extramurale zorg in de

woonomgeving van cliënten met het oog op hun welzijn. Kerkelijke werkers

kunnen een brug slaan tussen buurt en kerk bij de gezamenlijke inspanning

voor de kwaliteit van leven van thuiswonende zorgbehoevenden.

Door de toenemende extramurale zorg moet de kerk opnieuw nadenken over haar

bijdrage aan de zorg voor thuiswonende zorgbehoevenden.

Het maakt daarbij in feite weinig uit of zorg aan gemeenteleden of niet-gemeente-

leden wordt gedaan. Wel is het interne deel veel gemakkelijker te organiseren.

Het interne omzien naar elkaar en de onderlinge hulpverlening gaat het

gemakkelijkst bij elkaar in de buurt. Zoals bedoeld in Handelingen 2: “46 Elke dag

kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij

elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol

vreugde. 47 Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De

Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden

worden. Dit heeft aan de basis gelegen van onze basiszorg en -kringen.

Micha

Ook Micha en het Micha-manifest geeft een aantal interessante eye-openers. We

starten bij de Bijbel. Vervolgens gaan we, met een aantal aanhalingen daaruit, in op

het bewustwordingsproces dat met het Micha-manifest in gang is gezet. Gericht op

verootmoediging vanwege de zaken in de wereld die gegaan zijn zoals ze zijn gegaan

en op een hernieuwd besef van waar onze (en God’s) prioriteiten in en met deze

wereld horen te liggen2.

Micha 6, vs 8: Mens, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht

te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

En ontleend aan het Micha-manifest:

Constatering Belijdenis Hernieuwd besef

Nog altijd gaapt er in onze

wereld een kloof tussen arm en

rijk. Nog altijd kennen rijke

landen een levensstijl die

mensen en aarde uitbuit. Nog

Wij zijn nalatig geweest in liefde en trouw voor juist die medemensen, die onze inzet het hardst nodig hebben; armen veraf en dichtbij, eenzamen, achtergestelden ,…

Wij willen actief opkomen voor hen die in deze wereld onrechtvaardig behandeld worden Wij willen oefenen in een levenshouding van

2 Eenmaal per jaar besteden wij als Ankergemeente in de dienst specifieke aandacht aan Micha op de zgn.

Micha-zondag.

Page 18: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

18

altijd zijn meer dan 800 miljoen

mensen ondervoed, raken elke

dag bijna 14.000 mensen

besmet met hiv/aids, sterven

elke dag circa 18.000 kinderen

aan ondervoeding.

Wij hebben sociale gerechtigheid en de strijd tegen armoede uit het hart van het persoonlijk en het kerkelijk onderwijs en leven gehaald Wij hebben ons eigen welzijn en onze eigen welvaart boven alles gesteld en daarmee op kosten van anderen en van Gods schepping geleefd Wij hebben door deze houding en dit handelen een vertekend beeld gegeven van de Heer van de kerk en zo de groei van zijn Koninkrijk tegengewerkt.

verwondering over, en respect en zorg voor de schepping Wij willen niet langer gebruik-maken van goederen die ten koste van het welzijn van anderen zijn geproduceerd. Wij willen van harte en gul de ons geschonken rijkdom delen met hen die in armoede leven, ook als wij daardoor zelf misschien soberder moeten leven Wij willen ook in onze eigen omgeving verbindingen zoeken met mensen die buiten ons huidige sociale netwerk vallen, om zo dreigende sociale tegenstellingen te doorbreken.

De volledige tekst van het Micha-manifest is bijgevoegd als bijlage 6.

Par.2.1 Niveaus van hulpverlening: Steun, ontwikkeling en

maatschappijhervorming

Goede hulp bestaat niet alleen uit steun. Zie opnieuw het schaarse goed “tijd”.

Uiteindelijk zullen we zien dat kwetsbare mensen op meer dan één niveau hulp nodig

hebben. Te zien als niveaus, die we benoemen als steun, ontwikkeling en

maatschappijhervorming:

1. Steun is de hulp die in de onmiddellijke fysieke, materiële en economische behoeften voorziet. De barmhartige Samaritaan bood steun door fysieke bescherming, medische noodhulp en logementsgeld te geven (Lucas 10: 30-35). Gangbare vormen van steunverlening zijn: tijdelijk onderdak voor daklozen en vluchtelingen, het verstrekken van voedsel en kleding aan mensen in nood en gratis of goedkope medische behandeling en counseling. Steun betekent ook zorg voor pleegkinderen, ouderen en lichamelijk gehandicapten, thuis of in instellingen. Een meer assertieve vorm van steun is juridisch, waarbij mensen in nood actief worden geholpen met rechtsbijstand, behuizing en andere soorten van hulp, zoals bescherming tegen diverse vormen van huiselijk geweld en misbruik.

2. Het volgende niveau is ontwikkeling. Dit betekent dat een persoon, een gezin of een hele gemeenschap het nodige ontvangt om onafhankelijk te worden

Page 19: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

19

van steun, om een toestand van economische onafhankelijkheid te bereiken. In het Oude Testament bepaalde God dat een slaaf die vrijkwam omdat zijn schuld was afbetaald, van zijn gewezen meester voldoende graan, werktuigen en middelen mee moest krijgen om een nieuwe, onafhankelijke economische positie op te bouwen (Deuteronomium 15: 13-14). M.a.w. het verschaffen van ‘kansen’ om voor zichzelf te zorgen. In collectieve zin kan gedacht worden aan dagopvang, coöperaties, gezond-heidscentra, volwasseneneducatie, sociale woningbouw, studiebegeleiding, arbeidstraining, stages voor jongeren en studiebeursprogramma’s, alsook een zeer energieke evangelisatie en kerkstichting. Maar ook de inzet van ons ‘geestelijk kapitaal’, d.w.z. de geestelijke en morele invloed van de kerken in de wijk of de christenen op het werk.

3. Maatschappijhervorming, als derde niveau, gaat verder dan het lenigen van onmiddellijke nood en verminderen van afhankelijkheid; het is een streven naar verandering van de omstandigheden en sociale structuren die deze afhankelijkheid vergroten of veroorzaken. Door redenerend op de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan: de maanden verstrijken, en telkens wanneer de Samaritaan zijn reisje tussen Jeruzalem en Hericho onderneemt, ziet hij weer iemand in elkaar geslagen en beroofd op de weg liggen. Uiteindelijk zegt de Samaritaan: ‘Hoe maken we een einde aan het geweld?’. Bijv. Job zei dat hij niet alleen de naakten kleding gaf, maar dat hij ‘de kaken brak van de boosdoener en de prooi ontrukte aan zijn tanden’(Job 29: 17). Daniel riep een heidense overheid ter verantwoording om haar gebrek aan ontferming over de armen (Daniel 4: 24). Dit zijn voorbeelden van´corrigerende´rechtvaardigheid. Overal om ons heen zien we (een toenemende) behoefte aan dit soort rechtvaardigheid. Kerken kunnen in die zin dienen als een genezende gemeenschap (blz. 147).

Een stap verder kunnen we ook denken aan wereldverbetering in het kader van het milieu en de zorg voor de schepping.

4. Ook de “Zorg voor de aarde” zou een belangrijk deel van ons leven moeten zijn. D.w.z. de zorg voor de schepping in het kader van het Bijbelse begrip rentmeesterschap (omgaan met geld, mens en natuur). Denk aan milieuzorg, energie- en autogebruik, koop van duurzame producten kopen, fairtrade etc.

Gezien de veelheid van zaken en aspecten zullen er, ook m.b.t. de voorbeelden uit de omgevingsanalyse, praktische beleidsvragen opduiken. Iedere kerk of groep christenen, die in dit werk vooruitgang wil boeken, zal tijd moeten uittrekken om op elk van de volgende vragen tot consensus te komen:

Hoe ver moet onze hulp gaan? Wie moeten we helpen?

Page 20: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

20

Onder welke voorwaarden wordt hulp voortgezet of niet?

Op welke manier helpen we? Vanuit welke plaats bieden we hulp?

Als de vragenlijst wordt toegepast, probeer twijfelgevallen dan altijd in de richting van ruimhartigheid te laten uitvallen en laat het beleid altijd flexibel blijven en open staan voor gevallen die niet binnen de categorieën passen.

Schematisch weergave van gaven en inzet

Gaven Diaconale vorm Niveau van hulpverlening

Materieel, w.o. dienen

Bestuurlijk

Geestelijk

Eredienst, incl.

gebedspastoraat

Binnen de gemeente, basis en

aanvullend

In de samenleving (via HiP)

In de wereld

Rond de schepping

Steun

Ontwikkeling

Maatschappijhervorming

Wereldverbetering

Samenvatting

De omgevingsanalyse wijst ons op de schraalheid van ons tijdsgewricht. Het

individualisme, de terugtredende overheid in het algemeen en de krimpende

budgetten in de zorg maken dat mensen “buiten of uit de boot vallen”. Met een

toenemend beroep op zelfhulp en mantelzorg.

Kerkelijke werkers, wij allen – “besmet” met het Christelijke DNA – zijn naar onze

aard uitermate geschikt en toegerust om de brug te slaan tussen hulpbehoevenden

en hulpverleners. En breder, tussen kerk en de zorgbehoevenden in de buurt. En

tussen rijk en arm.

Het Micha-manifest, zoals aangehaald in dit hoofdstuk, heeft dit prima op een rijtje

gezet. We worden uitgedaagd om directe steun te leveren. Maar ook om te doen aan

ontwikkeling (zodat de hulpbehoevende geholpen wordt om later – daar waar

mogelijk – weer zelfredzaam te worden). En zelfs om te streven naar

maatschappijhervorming (denk aan politieke invloed of actief zijn) en tenslotte

wereldverbetering. Dat laatste in het kader van het milieu en de zorg voor de

schepping.

Page 21: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

21

In hoofdstuk 3 vertalen we de volle breedte van het diaconale speelveld naar de

teams uit het besturingsmodel nieuwe stijl (BNS) en vijf werkingsgebieden.

Page 22: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

22

H.3. Doel, opbouw en organisatie

In de Bijbel is geen vastomlijnde of strakke taak-/ functieomschrijving te vinden voor

de diaconie. Er wordt echter wel een diaconale taak voor de gehele gemeente

gegeven: “de liefde van Christus zichtbaar maken”. In het bevestigingsformulier voor

ouderlingen en diakenen kunnen we lezen dat deze:

“de heiligen toe moeten rusten tot dienstbetoon”

en de diakenen in het bijzonder:

“gemeente opwekken tot barmhartigheid aan de naasten”.

De ideeën en de uitvoering daarvan moeten primair bij de gemeente liggen, de taak

van de diaconie is opwekken, dat is:

initiëren, stimuleren en coördineren.

Duidelijk blijkt uit de Bijbel, dat het diaconaat een wezenskenmerk van de gemeente

is. Het onderlinge dienstbetoon kan in de gemeente niet worden gemist. In de

diaconale toerusting mag de diaconie aan de gemeente laten zien, hoe zeer de

diaconale roeping behoort tot het Bijbels getuigenis. Zij mag de gemeente stimuleren

tot Bijbelse bezinning met betrekking tot deze diaconale roeping. In haar

communicatie met de gemeente, dient de diaconie regelmatig aandacht aan deze

belangrijke Bijbelse bezinning te besteden. Hier ligt immers de basis: in ons

diaconaal bezig zijn moeten wij ons altijd weer richten naar wat Gods Woord ons te

zeggen heeft.

D.w.z. het betrekken van de gemeente bij de diaconale doelen. Dit wordt getracht

door bij de keuze van diaconale doelen het volgende in acht te nemen:

Het diaconale doel is bij voorkeur een duidelijk, overzichtelijk en afgebakend

project. Een diaconaal doel kan daardoor niet een charitatieve organisatie zijn,

maar wel een project dat via deze organisatie wordt ondersteunt.

Er moet informatievoorziening over het diaconale doel kunnen plaatsvinden,

zowel voor (A) het aansporen van de gemeente tot het geven van hun gaven

als (B) voor de verantwoording (wat is er met het geld gebeurt, het resultaat).

Bij voorkeur wordt gekozen voor doelen die door leden van de Ankergemeente

zijn voorgedragen, teneinde de betrokkenheid en verbondenheid met het doel

zo groot mogelijk te houden (maar wel passend binnen de beleidskaders uit

dit document)

Page 23: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

23

En een duidelijke communicatie daarover.

De taak van de diakenen

Christus maakt ook van de dienst der DIAKENEN gebruik om Zijn gemeente te

bouwen.

Van het begin af heeft in de gemeente naast de bediening van het Woord en de

sacramenten het werk van de christelijke barmhartigheid een plaats gehad. Wij lezen

hiervan onder meer in Handelingen 6, waar gesproken wordt over de dagelijkse

verzorging van de weduwen.

De diakenen hebben samen met de dienaren des Woords en de ouderlingen zorg te

dragen voor de gemeente, terwijl hun in het bijzonder de dienst van de

barmhartigheid is toevertrouwd.

Zij mogen de liefde van Christus zichtbaar maken door in noden en moeilijkheden

van onderscheiden aard met raad en daad steun te verlenen. Zij zullen zoeken naar

passende wegen en middelen om de bedoelde taak op de rechte wijze te vervullen.

Verder zullen zij zorgen voor de juiste besteding van de gaven die door hen worden

ingezameld.

Zij zullen de gemeente opwekken, barmhartigheid te bewijzen aan de naasten. Zij

mogen hun arbeid verrichten in blijmoedigheid en met een bewogen hart, bereid om

de troost van het Evangelie mee te delen aan hen die in nood verkeren. In de

gebrokenheid van de menselijke verhoudingen staan zij in dienst van Christus, Die de

arme zal redden die om hulp roept, de ellendige en wie geen helper heeft.

Hoe werkt het in de praktijk met de teams uit het BNS

Met ons besturingsmodel nieuwe stijl (BNS) zijn de verantwoordelijkheden van de

diaconie geherstructureerd en overgedragen aan de diverse teams. Het diakenschap

blijft echter bestaan. En moet ook qua toerusting blijvend worden onderhouden. Zo

zijn er nog steeds diaconiebrede contacten met bijvoorbeeld het Diaconaal overleg

Nieuwegein en de Classicale Diaconale Vergadering. Zaken die aangeven dat we

blijven investeren in het diaconale gedachtegoed over de teams heen. En als input

voor de KR, teams en de gemeente.

Op basis van het bovenstaande en de eerder hoofdstukken houden team Basiszorg,

team Aanvullende zorg (binnen de Ankergemeente) en team Apostolaat (buiten de

Ankergemeente) zicht op de sociale kaart van de eigen Ankergemeente en van

burgerlijke gemeente om ons heen in Nieuwegein. Gericht op wie of welke mensen

of groepen binnen en buiten de gemeente steun nodig hebben, of kunnen hebben.

Page 24: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

24

Hoe aan ondersteuning vorm gegeven kan worden, hoe dat binnen het WMO plaatje

kan passen, welke financiële consequenties dat voor de eigen kerkelijke gemeente

heeft etc. Team Aanvullende zorg, maar vooral team Apostolaat, houdt contact met

maatschappelijke organisaties en de gemeentelijke sociale dienst voor bijvoorbeeld

hulp aan bijstandsmoeders/ asielzoekers. Hierin is ook samenwerking met andere

kerken belangrijk. Een belangrijke taak voor de teams is derhalve het opbouwen en

onderhouden van netwerken. Deze taak is voorwaardenscheppend voor de praktisch

dienende taken, waarbij we ons beperkt weten in ons kunnen (en willen), gezien de

geringe omvang van onze gemeente. Samenwerking met andere kerken staat bij het

onderhouden van sociale netwerken naar bijv. gemeentelijke instanties en

hulpverleningsinstanties dan ook voorop.

De rol van de diaconie-gerelateerde teams is in ieder geval niet om de taken van de

gemeenteleden over te nemen en zelf te gaan voorzien in de noden en hulpvragen.

Dit is vooral het werk van de gemeenteleden en de gavengerichte deskundigen uit de

“support groep sociaal spectrum” van team Aanvullende zorg (als richtingwijzer en

brugfunctie naar de professionele hulporganisaties). Integendeel, de teams helpen

de gemeenteleden uit hun geledingen juist hun diaconale roeping ten uitvoer te

brengen. En dit met als uitgangspunt: iedereen heeft er “recht op” om te mogen

dienen, d.w.z. we moeten proberen om ieder gemeentelid te helpen een taak te

vinden die bij zijn of haar gaven past, want iedereen kan op een praktische manier

omzien naar de ander. Verder liggen alle organisatorische aspecten bij de uitvoering

van het toerustingdocument op hun bordje. Maar bovenal bedenken zij telkens

nieuwe manieren om de diaconale gezindheid in de gemeente levend te houden.

Immers, het doel is niet: zoveel mogelijk activiteiten. Het doel is: een gemeente die

zo haar licht wil laten schijnen voor de mensen dat zij haar goede werken zien en

haar Vader, die in de hemelen is, verheerlijken (Mat. 5:16). Waarbij een ieder tot zijn

of haar recht komt. Dit is tegelijkertijd het als individueel mens tot je bestemming

komen, in de zin van Micha 6: 8.

Par.3.1 Werkingsgebied in vijf factoren

Het diaconaal bezig zijn uit zich volgens de diaconie in een vijftal factoren.

1. Diaconaat en eredienst

Het is nodig attent te zijn op de diaconale aspecten van de eredienst zoals de

voorbede, het avondmaal en de noodzakelijke diaconale collecte. Ook zullen in de

woordverkondiging en het gebed vaak diaconale aspecten naar voren komen of

worden gebracht. Denk aan de aandacht voor de gaven van de Geest. De eredienst

is een belangrijk aandachtsveld. De diaconale en maatschappelijke roeping van de

Page 25: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

25

kerk is onlosmakelijk verbonden met de eredienst, die het hart is van het gemeente-

zijn. De diaconale en maatschappelijke roeping staat niet los van de verkondiging

van het woord en de beleving van het geloof in de eredienst, maar vormt daarvan

een wezenlijk aspect. Het geestelijk karakter van het diaconaat en het werk van de

diakenen komt juist in de eredienst naar voren.

2. Diaconaat binnen de Ankergemeente

Omzien naar elkaar en als leden van de gemeente elkaar van dienst zijn en helpen

bij zorgen en problemen hoort bij de gemeente. De diaconale en maatschappelijke

roeping is namelijk onlosmakelijk verbonden met het gemeentelijk leven van de

gemeente van Christus. De gemeente mag en moet deze roeping gestalte geven. Het

helpen van gemeenteleden in sociale en maatschappelijke problemen is daarom van

betekenis. De gemeente heeft ook leiding nodig bij de uitoefening van deze roeping.

Zij mag daartoe ook worden bemoedigd en vermaand. Dat is in elk geval ook een

verantwoordelijkheid van de diaconie.

3. Diaconaat in de plaatselijke samenleving

De gemeente heeft via haar leden en diakenen oog voor (groepen) mensen in de

knel. Zij wil hen barmhartigheid bewijzen en vanuit Gods gerechtigheid voor hen

opkomen en met hen optrekken. Daartoe is het nodig contacten te onderhouden met

de mensen in nood, maar ook met ambtenaren voor welzijn, maatschappelijk

werkers, politie en anderen die deze mensen van nabij kennen. Enige kennis van de

sociale kaart van de gemeente kan daarbij helpen. Ook kennis van de gemeentelijke

regelgeving rondom b.v. de uitvoering van de Algemene Bijstandswet is nuttig.

Evenzeer is het nodig te weten welke mogelijkheden de gemeente biedt voor

subsidies en kwijtschelding.

4. Diaconaat in de wereld

Het helpen van kerken wereldwijd om aan de diaconale roeping gehoor te geven en

het helpen bij rampen is ook een taak en roeping van de gemeente hier. In het kader

van wereldwijd diaconaat gaat het om het opbouwen van wederkerige relaties in

gelijkwaardigheid met kerken in andere landen. Hierbij gaat het o.a. om elkaar te

bemoedigen in het geloof en het samen delen van inzichten en diaconale praktijken.

Maar vandaar uit natuurlijk ook in het samen delen van onze materiële goederen en

gaven.

5. Diaconaat en de schepping (milieu, rentmeesterschap)

Page 26: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

26

De zorg voor de schepping in het kader van het Bijbelse begrip rentmeesterschap (omgaan met geld, mens en natuur) is een wezenlijk aspect van de gemeente en dus ons diaconaat. Denk aan: milieuzorg, energie- en autogebruik, koop van duurzame producten, fairtrade etc. Ook de aandacht voor het milieu begint in de Bijbel en wel bij Genesis, in de hof van

Eden, met de opdracht om de aarde te bebouwen en te bewaren. En bijvoorbeeld in

1Kor.15: “Uw arbeid is niet vergeefs’, direct in verband met de opdracht van Genesis

3: “Houd vol, arbeid”.

Schematisch Eredienst & Diaconie (Diaconaat in de eredienst)

Heilig Avondmaal

Gavenzondag, Micha-zondag en Hulpverleningszondag

Collecte

En diaconale aspecten tijdens de woordverkondiging en het gebed. Maar ook:

ophaaldienst, kerkomroep, ringleiding

Basiszorg Aanvullende zorg Apostolaat

Diaconaat binnen de

gemeente

Gavenbank

Diaconaat en de

schepping

Diaconaat binnen de

gemeente

Diaconaat in de

samenleving

Diaconaat in de

wereld

Intern

Basis, eenvoudig

Intern

Aanvullend, complex

Extern, nabij

Eenvoudig en

Complex

Extern, veraf

Er zijn twee belangwekkende overlappen qua middelen, daarnaast is geld sowieso schaars. Het betreft:

Hoofdzakelijk de materiële gaven. Deze zijn zowel nodig voor de Basiszorg als de HiP.

Page 27: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

27

Expertise op het gebied van het sociale spectrum. Deze is zowel voor Aanvullende zorg als Apostolaat, voor het deel dat zich richt op de plaatselijke samenleving, nodig.

Daarnaast hebben we te maken met de schaarse factor tijd, in het algemeen. Hier concurreren alle vormen van diaconaat.

Hoe de diaconiegerelateerde teams van de Ankergemeente hier expliciet inhoud aan

willen geven, staat beschreven in de hierna volgende hoofdstukken.

Bezinning en toerusting

Doelstelling: bezinning tijdens de vergaderingen moet ertoe leiden dat diakenen

meer betrokkenen en opgeladen worden, zodat ze met meer energie de vergadering

verlaten dan waarmee ze zijn gekomen. Toerusting moet tot gevolg hebben dat

diakenen meer geïnformeerd en betrokken raken.

Aan het begin van de KR en teamvergaderingen is tijd ingeruimd voor bezinning. De

wens is om ons als KR meer dan eenmaal per jaar (thans: op de heidag) tijdens de

KR vergaderingen te bezinnen op inhoudelijke onderwerpen, w.o. het diaconaat. De

diaconie zal een structuur opzetten om op deze plaats in de vergadering met elkaar

van gedachten te wisselen over een concreet actueel onderwerp (bijvoorbeeld uit

Diakonia of de Kerk in Actie Nieuwsbrief, maar vooral uit het boekje Nieuw

diaconaat), c.q. over iets waar één van de diakenen persoonlijk mee te maken heeft

gehad.

Om bij te blijven in het vakgebied zullen diakenen en eventueel andere gemeente-

leden waar nodig cursussen, themadagen etc. volgen en voorlichtingsavonden

bijwonen, waaronder de toerustingavonden voor diakenen en de sociale

conferenties. Ook het lezen van diaconale literatuur draagt hieraan bij. Geregeld

ontvangt de diaconie folders met een actueel cursusaanbod. Daarnaast zullen

diakenen in specifieke gevallen op zoek gaan naar een gepaste cursus, c.q. geschikte

literatuur.

Dit toerustingdocument is daarbij slechts een startpunt. Gekoppeld aan de

herintroductie van de gavenbank binnen onze Ankergemeente.

Beide bieden een stuk bewustwording en (her)focus op het dienen (diaconaat), als

één van de belangrijkste pijlers en zichtbare effecten van ons Christen-zijn.

Samenvatting

We gaan in op het doel, opbouw en organisatie van het diaconaat binnen de

Ankergemeente. En de taak van de diakenen. Daar waar we in hoofdstuk 2 de volle

Page 28: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

28

breedte van het diaconale speelveld hebben laten zien, vertalen we deze in dit

hoofdstuk naar de teams uit het besturingsmodel nieuwe stijl (BNS) en vijf

geformuleerde werkingsgebieden:

1. Diaconaat en eredienst

2. Diaconaat binnen de Ankergemeente

3. Diaconaat in de plaatselijke samenleving

4. Diaconaat in de wereld

5. Diaconaat en de schepping (milieu, rentmeesterschap).

Page 29: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

29

H.4. Diaconale doelstellingen en strategie

In dit diaconaal beleidsplan wordt na de inleiding, achtereenvolgens ingegaan op:

Diaconaat en de eredienst

Diaconaat binnen de Ankergemeente: Basis en aanvullend

Diaconaat in de samenleving

Diaconaat in de wereld

Diaconaat rond de schepping

Een groot aantal hieronder genoemde activiteiten zijn reeds bestaand. En

opgenomen in de diverse Jaarplannen Basiszorg, Aanvullende zorg en Apostolaat.

Een aantal andere activiteiten zijn nog niet belegd. Een eenduidig overzicht van

keuzes, prioriteiten en samenhang ontbreekt.

In dit hoofdstuk zijn alle (potentiële) aandachtsgebieden in kaart gebracht. Dit is de

kaderstellende rol van team Eredienst & Onderwijs. De keuze of een activiteit (mede

gezien de relatief kleine (streek-)gemeente die we zijn) wel of niet opgepakt wordt of

opgepakt kan worden is aan de genoemde teams en de kerkenraad.

Par.4.1 Diaconaat en de eredienst

4.1.1. Heilig Avondmaal

Om het verlossend lijden van Jezus Christus te gedenken viert de Ankergemeente iedere

maand het HA. Afwisselend in de morgendienst en in de avonddienst. We mogen onze eigen

ellende en sores bij hem brengen, waardoor we – door Hem gezuiverd – door de bomen onze

eigen gaven weer zien. Gericht op de ander.

Jezus bevrijdt ons door onze zonden radicaal aan te pakken: ze gaan met Hem mee aan het

kruis. Zijn bloed zuivert ons lichaam en leven. Zie het als een Bloeddonor. Hij geeft zijn leven

en daarmee de belofte van rust (Mat.11:28).

De vieringen staan open voor ieder die de betekenis van het avondmaal in het openbaar heeft

beleden. Voor mensen die geen wijn verdragen schenken wij druivensap.

Doelstelling: Het karakter van het HA binnen de Ankergemeente ligt in: welkom zijn, gekend

zijn, gevoed en gezuiverd worden. De wijze van viering moet zodanig zijn dat de gemeente-

leden het gevoel van gemeenschap beleven (persoonlijk contact): aan tafel (’s morgens) / in

de kring (’s avonds). In elk geval allemaal “even arm”. Maar ook allemaal even rijk dankzij

Jezus.

Page 30: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

30

4.1.2. Gavenbank, gavenzondag

Onze (van God gegeven) gaven verzamelen en brengen we in kaart in de Gavenbank,

opgedeeld naar materiële gaven, bestuurlijke gaven en geestelijke gaven. Doelstelling is een

soort overzicht/spreadsheet om de bekwaamheden per lid van de Ankergemeente te kunnen

coördineren. En of deze alle binnen of ook buiten de Ankergemeente (mogen) worden

ingezet. Hier zit een bruggetje naar HiP. Het opzetten van een dergelijke databank betekent

ook het nadenken over het onderhouden hiervan. Door de KR is aan team Basiszorg gevraagd

een overzicht te maken van wie voor een bepaalde taak in de Ankergemeente gevraagd zou

kunnen worden, en hoe dit in te richten. Hoe team Basiszorg aan deze opdracht invulling wil

geven is verwoord in de notitie Opzet gavenbank zoals op 4 april 2011 besproken en

aangenomen in de KR. Verder kan worden gedacht aan een jaarlijkse gavenzondag. Op deze

wijze worden de gaven meer zichtbaar voor het voetlicht gebracht.

De inhoud van de Gavenbank kan in drie verschillende categorieën worden gebruikt:

Materiële gaven – van belang voor Team Basiszorg en Apostolaat

Bestuurlijke gaven – van belang voor Kerkenraad en verschillende Teams bij

zoeken van ambtsdragers, teamleiders en teamleden

Geestelijke gaven – van belang voor Team Aanvullende zorg en Apostolaat.

Tegelijkertijd moeten we voorkomen – zoals in het verleden het geval was – dat we het geheel

“doodslaan” door een air van geheimzinnigheid. Kortom, geen geheimhouding maar wel de

gavenbank opnemen “achter de code” op de nieuwe website.

Verder willen we de zaak ‘niet te zeer vergeestelijken’: d.w.z. maak er geen wetenschap van,

maar wees gericht op het DOEN. Een verdere uitwerking van de soorten gaven is opgenomen

in bijlage 1.

4.1.3. Kerk in de buurt

Er is een tijd geweest waarin er ideeën waren voor het organiseren van laagdrempelige

kerkdiensten voor de buurtbewoners van het kerkgebouw om zo als kerk zichtbaar te worden

in de eigen wijk (bijv. een middagdienst).

Inmiddels denken we dit beter te kunnen in de vorm van een open huis in de kerk met

marktkraampjes en eten en drinken, met (eventueel) een stichtelijk woord. Eventueel kan

hiervoor de combinatie worden gezocht met de initiatieven van de Rankgemeente en andere

kerken (GKV en Hervormde Gemeente Vreeswijk) op dit gebied. Zie ook paragraaf 4.2.3.

Ouderenbijeenkomst.

4.1.4. Micha-zondag

Eenmaal per jaar besteden wij als Ankergemeente in de dienst specifieke aandacht aan Micha

op de zgn. Micha-zondag. Gericht op God’s vraag aan ons om recht te doen, trouw te

betrachten en nederig Zijn weg te gaan (zie ook bijlage 6, Micha manifest).

Page 31: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

31

4.1.5. Hulpverleningszondag

Op de eerste zondag van februari besteden we in de dienst specifieke aandacht aan het

werelddiaconaat. Het betreft een landelijke CGK-actie, inclusief collecte.

4.1.6. Collecte

Voor het begin van het nieuwe kalenderjaar bepaalt de diaconie de collectedoelen voor het

komende jaar. Daarbij streeft de diaconie naar een stabiliteit over een wat langere periode,

zodat de doeleinden min of meer “geadopteerd” zijn. Om de opbrengst zo hoog mogelijk te

doen zijn, draagt de diaconie zorg voor goede publiciteit hieromtrent, zowel via de Samen, het

weekbulletin en de website als tijdens de eredienst.

Bovendien zullen ook in de woordverkondiging en het gebed vaak diaconale aspecten naar

voren komen of worden gebracht. Denk aan de aandacht voor de gaven van de Geest. Maar

ook de kerk zonder drempels (voor gehandicapten), ophaaldienst, kerkomroep en ringleiding

zijn diaconale aspecten van de eredienst.

Par.4.2 Diaconaat binnen de Ankergemeente

4.2.1. Basiszorg in (huis)kringen

In 2009 is de Visie Basiszorg via kringen ontwikkeld. De basiszorg is daarmee verschoven

van de ouderlingen, de diakenen en de wijkcontactpersonen naar de leden van de

basiskringen, waarbij het Team Basiszorg een monitorfunctie vervult.

De basiskringen kenmerken zich door eenheid (gemeenschap), warmte (vertrouwen) en

omzien naar elkaar. Zoals bedoeld in Handelingen 2: “46 Elke dag kwamen ze trouw en

eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun

maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 47 Ze loofden God en stonden in de

gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered

wilden worden.

De in de visie geformuleerde kernwaarden voor de basiszorg zijn:

Geestelijke groei, met als doel navolgers van Christus te worden (door kennis en

zelfreflectie)

Omzien naar elkaar (van individualisme naar meeleven en eventuele onderlinge

coaching, zo nodig in combinatie met specialistische aanvullende zorg)

Onderlinge hulpverlening (binnen de kring, naar niet kringleden en op termijn zelfs

naar buiten de gemeente)

Communicatie van en naar de kerkenraad (over het wel en wee van de gemeenteleden,

maar ook als input bij de totstandkoming van het jaarthema en eventuele actieve

bijdrages in de kerkdiensten).

Doelstelling: Het streven is dat zoveel mogelijk gemeenteleden zich bij de (wijkgerichte)

basiskringen aansluiten. Het houden van zicht op de gemeente(leden) en de na te streven

geloofsgroei uit het OLP+.

Page 32: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

32

Het zijn van kringleider vraagt om specifieke kwaliteiten en gaven. Zonder dit al te zeer te

willen vergeestelijken is in bijlage 2 het Profiel van een kringleider in kaart gebracht.

4.2.2. Aanvullende zorg

Het streven is er op gericht de basiszorg, d.w.z. het Omzien naar elkaar, via de kringen,

gemeentebreed te laten verlopen. Complementair op deze basiszorg is de aanvullende zorg.

Deze aanvullende zorg is gewenst vanwege de complexiteit of intensiteit waar gemeenteleden

mee worden geconfronteerd en die het nodig maken dat (tijdelijk) extra zorg wordt verleend.

Als basis voor ons werk als team mag gelden hetgeen in 1 Korintiërs 12 staat: “God heeft ons

lichaam (gemeente) zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger

behandeld worden, zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar

met dezelfde zorg omringen”.

Doel van de aanvullende zorg is om passende hulp, aandacht of zorg te verlenen. De

(aanvullende) zorgvraag kan heel verschillend zijn. Dat betekent dat hulpverlening kan

plaatsvinden vanuit het team, maar net zo goed of soms zelfs wel bij voorkeur, met

doorverwijzing naar professionele hulpverlening. Ook andere gemeenteleden met specifieke

gaven kunnen worden ingezet. De hulpverlening kan een tijdelijk karakter hebben, maar kan

evengoed langdurig zijn.

Van groot belang is dat de zorg/aandacht vanuit de basiskringen daarbij niet buitenspel wordt

gezet maar betrokken blijft. Zo mogelijk zal de opvang later plaatsvinden vanuit de

basiskringen/gemeente.

Aanvullende zorg kan zowel pastoraal als diaconaal zijn en bijvoorbeeld gewenst bij:

Randkerkelijkheid

Huwelijksproblematiek

Opvoeding

Ernstige gezondheidsproblemen en/of psychisch ziekte

Geloofsproblematiek

Verslaving

Handicap

Financiële of maatschappelijke problemen

Onder te brengen in een team van deskundigen onder team aanvullende zorg, de zgn.

Supportgroep Sociaal Spectrum. Met daarnaast de vertrouwenpersonen voor de gevallen

waarin sprake is van misbruik.

4.2.3. Ouderenbijeenkomst

Onder de naam “Oldtimers” komen de ouderen van onze gemeente één maal per maand bij

elkaar in kerkelijk centrum “De Rank”. Eenmaal per jaar wordt er een ouderenreis

georganiseerd.

Page 33: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

33

Ook wordt elk jaar een Kerstdiner, Paasbrunch en als afsluiting een hightea gehouden.

Deze initiatieven zouden ook uitgebreid kunnen worden tot ouderen van buiten de gemeente,

gericht op de eenzaamheid. Eventueel te koppelen aan de Rankgemeente. En/of te koppelen

aan een DK+ initiatief voor onze jongeren, waarbij ook bezoeken aan de ouderen worden

gebracht. Bejaardentehuizen liggen om de hoek. In die zin slaan we meerdere vliegen in één

klap: Een laagdrempelig DK+ initiatief binnen Nederland, een sociaal diaconaal programma

voor onze jongeren en een verbreding van onze ouderenzorg.

4.2.4. Autodienst

De diaconie verzorgt vervoer naar de kerkdiensten voor wie dat nodig heeft. Het rooster van

wie autodienst heeft, staat vermeld in het kerkblad “Samen”.

Doelstelling: voldoende vrijwillige chauffeurs hebben.

Par.4.3 Diaconaat in de plaatselijke samenleving

Naast het diaconaat binnen de Ankergemeente kennen we het diaconaat naar de plaatselijke

samenleving. Deze wordt, gezien het gestelde in de omgevingsanalyse, steeds belangrijker,

maar staat binnen de Ankergemeente nog in de kinderschoenen. En zal gezien onze

mogelijkheden als kleine gemeente altijd in samenwerking moeten gaan met andere kerkelijke

gemeenten.

In de paragraaf 4.1.4. Kerk in de buurt en paragraaf 4.2.3. Ouderenbijeenkomst zijn al een

paar laagdrempelige mogelijkheden aangestipt.

Het binnenlands diaconaat betreft het omzien naar onze naaste. Dit kunnen hulpbehoevenden

zijn, maar ook de groep ouderen in zijn algemeenheid.

Onderstaand wordt per categorie aangegeven op welke wijze de Ankergemeente hier

(potentieel) invulling geeft of evt. zou kunnen geven.

4.3.1. Armoede

Doelstelling: de (verborgen) armoede opsporen en deze mensen ondersteunen, zowel binnen

de eigen Ankergemeente als (i.s.m. met andere kerkgemeentes) binnen de gemeente

Nieuwegein. Ook binnen onze Ankergemeente en de stad/streek komt armoede voor, veelal

verborgen voor de omgeving. Voor het oplossen van de soms moeilijke kwesties ontbreekt het

gemeenteleden veelal aan afdoende deskundigheid. De Supportgroep Sociaal Spectrum van

team Aanvullende zorg neemt (eventueel d.t.v. de basiskringen) het voortouw.

Uitgangspunt bij het verlenen van ondersteuning is dat de hulpaanvrager in zijn of haar

waarde wordt gelaten. Diakenen treden dan ook zoveel mogelijk gezamenlijk op met de

hulpaanvrager op basis van gelijkwaardigheid. Daarbij wordt gestreefd naar een oplossing

waarbij de wettelijke en plaatselijke regelingen zoveel mogelijk worden benut. Pas als die

mogelijkheden zijn uitgeput, verstrekt de Ankergemeente uit eigen middelen financiële hulp,

Page 34: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

34

binnen de kaders die de KR/CvB in relatie tot de jaarplannen die de teams hiervoor hebben

gesteld.

Hulp kan ook bestaan uit het budgettair begeleiden van een hulpaanvrager. Naast hulp op

verzoek van een hulpaanvrager verleent de diaconie ook uit eigen beweging ondersteuning.

Te denken valt aan het geven van kerstpakketten aan mensen waarvan in redelijkheid mag

worden verwacht dat ze het financieel moeilijk hebben (zie 4.3.1.1). Soms fungeert dit als

binnenkomer om de financiële situatie te bespreken. De doelgroep is niet eenduidig te

bepalen, want komen alleen financieel minder draagkrachtigen hiervoor in aanmerking of ook

mensen boven een bepaalde leeftijd, eenzamen, zieken etc.? Team Aanvullende zorg gaat

hiervoor heldere criteria ontwikkelen. (--->Actiepunt).

Om achter verborgen armoede te kunnen komen hebben de diakenen informatie uit de

gemeente nodig. Als Ankergemeente moeten wij de sociale kaart van onze gemeente kennen.

Vooral de gemeenteleden die bij mensen thuis komen (predikanten, ouderlingen,

contactpersonen etc.) zullen oog en oor moeten hebben voor de situatie ter plekke. Team

Aanvullende zorg is verantwoordelijk voor de informatievoorziening hierover. Ook m.b.t. de

gemeente Nieuwegein is nodig dat i.o.m. andere kerkgemeenten een sociale kaart beschikbaar

komt. Dit loopt via (de contacten en netwerk van) team Apostolaat.

Diaconale vakanties. Voor veel mensen uit deze categorie zou een week vakantie al een hele

verlichting kunnen bieden. Bijv. diaconale vakanties, maar dit fenomeen is binnen de

Ankergemeente nog niet bestaand en potentieel evt. te koppelen aan binnenlandse DK+

initiatieven voor jongeren. In principe betalen de vakantiegangers zelf de kosten, maar als dit

bezwaarlijk is, neemt de diaconie (een deel van) de kosten voor haar rekening. Het besluit

hiertoe wordt genomen in de KR/CvB in relatie tot de jaarplannen van de teams. Team

Apostolaat zoekt in overleg met team Jongerenwerk uit of dergelijk initiatieven DK+ achtig

mogelijk zijn. (--->actiepunt).

4.3.1.1. Interkerkelijke kerstpakkettenactie Nieuwegein

Dit is een jaarlijkse gezamenlijke actie van de Tabor Parochie, De Rank, De Dorpskerk en De

Bron en Het Anker, waarbij kerstpakketten gemaakt worden voor mensen die weinig geld te

spenderen hebben in deze kerkelijke gemeenten. De coördinatie hiervan is in handen van De

Bron.

4.3.2. Wmo en mantelzorgers

Doelstelling: de situatie / behoefte aan support van gemeenteleden/gezinnen opsporen en hen

te (doen) begeleiden.

Het huidige politieke beleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten

wonen. De Wmo is een uitvloeisel hiervan. Zijn mensen niet meer geheel in staat zich te

redden, dan kunnen ze hulpmiddelen ontvangen, een beroep doen op thuiszorg etc. De rol die

het diaconaat hierin heeft, ligt voornamelijk in het signaleren van de behoefte en het - waar

nodig - begeleiden tijdens de procedures die moeten worden doorlopen.

Page 35: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

35

Veel van deze mensen worden ondersteund door mantelzorgers. Mantelzorgers zijn hulp-

verleners die, vaak zonder het zelf te beseffen, ook hulpbehoevenden zijn, want door de

invoering van de Wmo dreigen zij overbelast te raken. De functie van het diaconaat is hier

tweeërlei: daar waar het mantelzorgers te veel dreigt te worden:

operationeel: hulp organiseren;

beleidsmatig: de politiek en diverse instanties informeren. Dit zou o.a. het beste via de

Landelijke vergaderingen en Classis kunnen worden gespeeld. Denk in dit kader bijv.

ook aan Het Meldpunt (voor misbruik in kerkelijke relaties).

Team Aanvullende zorg zal in het kader van het omzien naar elkaar nagaan wat hiervoor de

mogelijkheden zijn. Ook hier zijn diaconale vakanties of bijvoorbeeld tijdelijke kinderopvang

(voor de mantelzorgers) een middel om verlichting in de situatie te brengen. (→ Actiepunt).

4.3.2.1. HiP

HiP staat voor Hulp in de Praktijk en is interkerkelijk georiënteerd. HiP ondersteunt met dit

werk bestaande kerken en organisaties. HiP wil christenen aansporen samen te werken, omdat

alle christenen behoren tot het “lichaam van Christus”, ook al maken ze deel uit van verschil-

lende kerken, groepen of organisaties.

HiP richt zich op hulp aan buitenkerkelijke mensen zonder sociaal netwerk. Onze kerk is

betrokken bij HiP in Nieuwegein. Tijdens de ontmoetingsavond HiP Utrecht/Nieuwegein in

mei 2011 is gesproken over HiP in Nieuwegein, dat nog in de kinderschoenen staat. Het idee

is toen ontstaan om eens een duidelijke 'kick off' met HiP Nieuwegein te maken door

een bijeenkomst van de deelnemende kerken en iemand van de Stichting HiP erbij.

HiP heeft raakvlakken met de gavenbank van het Team Basiszorg. Het is van belang om

duidelijke afspraken te maken over de doelstellingen en afbakening van HiP en de gavenbank.

Het kan gaan om klussen als het opknappen van een huis of een sociaal project. Via de HiP

werken gemeenteleden van de Ankergemeente, al dan niet samen met leden van andere

(wijk)kerken, mee aan deze projecten, ongeacht bij wie de hulpvrager als eerste heeft

aangeklopt. Dit is een interkerkelijk initiatief, waar gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt

gedragen. Via de Gavenbank van de basiszorg maken de gemeenteleden hun gaven bekend.

De Ankergemeente zal daarnaast verzoeken van individuele gemeenteleden om hulp op dit

terrein in behandeling nemen. Vooralsnog honoreert de Ankergemeente geen verzoeken van

andere organisaties en personen voor het uitvoeren van dergelijke activiteiten ten behoeve van

mensen buiten de Ankergemeente. Zij zullen worden doorverwezen naar de HiP en/of

professionele instanties.

Gemeenteleden die moeite hebben bij het invullen van (belasting)formulieren, het doen van

boodschappen etc., maar die in hun directe omgeving niemand hebben om hen te helpen,

kunnen een beroep doen op zorg binnen de Ankergemeente. In eerste instantie binnen de

basiskring in de eigen omgeving. Vervolgens bij team Basiszorg, d.w.z. hulp uit andere

basiskringen. En tenslotte bij team Aanvullende zorg voor deskundige specialistische hulp

(en/of doorverwijzing) door de Supportgroep Sociaal Spectrum.

Page 36: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

36

4.3.2.2. DK+ (binnenland)

De DK+ commissie zit op dit moment in een impasse. De reis voor 2011 is niet doorgegaan,

er was een tekort aan het aantal deelnemers. De commissie gaat nu zoeken naar mogelijk-

heden om samen te werken met andere gemeenschappen en structuren (zoals bv het werk op

het zendingsveld van de kerk van Bunschoten) . De commissie verwacht bij verdere

zelfstandigheid geen reis voor 2013.

Toekomst DK+ bespreken met Team Jongerenwerk. Hierbij kan gedacht worden aan

laagdrempelige binnenlandse DK+ initiatieven met het karakter van sociale dienstverlening

door de jongeren (evt. HiP). Zie Jaarplan Apostolaat.

4.3.3. Asielzoekers

Asielzoekers ('de vreemdeling in onze poort') krijgen nog geen noodzakelijke ondersteuning;

dit zal afhankelijk zijn van de behoeften en mogelijkheden. Onder andere kan dit bestaan uit

begeleiding tot men zelfstandig in de maatschappij zal kunnen functioneren.

In principe is de Ankergemeente te klein voor het organiseren van kerkasiel. Alleen bij strikte

noodzaak (= noodopvang, voor een beperkte periode) zullen we hiertoe evt. overgaan, en wel

pas na toestemming van team Aanvullende zorg, Apostolaat en de KR/CvB in relatie tot de

jaarplannen van de teams. Bij kerkasiel in andere kerken zouden we hen wel kunnen onder-

steunen door het bieden van menskracht, door PR etc.

4.3.4. Dak- en thuislozen

Hulp aan dak- en thuislozen vereist een dermate professionaliteit dat dit moet worden over-

gelaten aan instanties die hiermee zijn belast. Desgevraagd zullen diakenen, waar nodig na

overleg met Aanvullende zorg / Apostolaat (HiP: materieel en geestelijk), dak- en thuislozen

wel verwijzen naar deze instanties. Ook hiervoor geldt dat we alleen bij strikte noodzaak

zullen overgaan tot noodopvang (en dan nog slechts voor een beperkte periode).

Doelstelling: beleid formuleren voor de noodopvang van dak- en thuislozen door team

Aanvullende zorg en dit borgen via de Gavenbank. In de uiterste vorm kennen we –

weliswaar hiervan iets afwijkend – nl. de gezinnen die optreden als gastouder. (---> actielijst)

Een voorbeeld Formulier noodhulp in crisissituaties en vragenformulier voor een

intakegesprek voor sociale hulp is opgenomen in bijlage 4.

4.3.5. Verslaafden

Het gaat hier om diverse vormen van verslaving: drank-, drugs-, gokverslaving etc. Voor de

groep verslaafden geldt hetzelfde als bij dak- en thuislozen en asielzoekers is vermeld.

Hiervoor zijn er (nog) geen initiatieven binnen de Ankergemeente. (→ actielijst)

Page 37: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

37

4.3.6. Ex-gedetineerden

Doelstelling: haalbaarheid onderzoeken voor het fungeren als “Kerk met Stip”. (→ actielijst)

Het betreft hier het “er zijn” voor ex-gedetineerden, zaken die vallen buiten de professionele

bemoeienis door de reclassering. Ook dit kan het beste in overleg met andere diaconieën

Nieuwegein-breed worden aangepakt.

4.3.7. ICF

ICF (International Christian Fellowship) Utrecht is een CGK Utrecht initiatief voor

personen waarvan Nederlands niet hun moedertaal is. De ICF Utrecht bevindt zich nu in de

fase van formalisering (voor bediening erediensten, doop e.d.) en zoekt partnergemeenten in

bereik missionair werk in de regio, morele en geestelijke steun, meedenken in groei en

potentie binnen de eigen gemeente en uiteraard financiële steun/draagvlak.

Te bepalen in 2012 (zie Jaarplan Apostolaat):

1. Gaan we een partnerschap aan met Utrecht-West? Zo ja, per wanneer?

2. Gaan we een bedrag per maand bijdragen aan de salariskosten van de evangelist? Zo ja, per

wanneer?

Voor het jaar 2012 is besloten tot een eenmalige collecte.

4.3.8. Voedselbank

De Voedselbank Nieuwegein stelt wekelijks voedsel(pakketten) beschikbaar voor mensen die

onder een bepaald bestaansminimum leven. Ze zijn bedoeld als noodhulp voor mensen die

voor kortere of langere tijd financieel niet rond kunnen komen. Ze zijn niet bedoeld als

extraatje voor mensen die het niet breed hebben.

Op het niveau van de Ankergemeente is er op dit moment (nog) geen relatie, anders dan

de Kerstpakkettenactie in december. Begin 2012 zal een oproep voor vrijwilligers die willen

meehelpen in Samen worden gepubliceerd.

4.3.9. Kerkomroep.nl

Gemeenteleden van de Ankergemeente die niet in staat zijn om de kerkdiensten bij te wonen,

maar ook belangstellenden van buiten de eigen gemeente, kunnen de diensten van de kerk van

hun voorkeur beluisteren via Kerkomroep.nl. Dit geldt ook voor rouw- en trouwdiensten.

Daarnaast worden kerkdiensten op mp3 “bewaard”op onze website. Vaak in combinatie met

een Keek op de preek voor verdere verdieping en toerusting.

4.3.10. Pastoraat in het ziekenhuis

Organiseren van kerkdiensten (gezamenlijk met andere kerkgemeenschappen). Actie?

4.3.11 Evangelisatiecommissie

Status onbekend. Zie Jaarplan Apostolaat.

Page 38: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

38

Par.4.4 Diaconaat in de wereld

4.4.1. Commissie Zending en Werelddiaconaat

Het werelddiaconaat betreft het verlenen van hulp aan de zwakken in de samenleving

wereldwijd. In samenwerking met andere CGK en NGK gemeenten steunen we vele diaconale

projecten wereld wijd (Botswana, Zuid-Afrika, Indonesië, Brazilië, Haïti, Roemenië,

Honduras, Egypte enz. enz.). Vaak in het spoor van zendingswerk. En betrokken via – vooral

– collecten. Bij Botswana in het bijzonder via de Cie voor zending en werelddiaconaat.

De NGK/CGK “Het Anker” ziet het als haar taak missionair diaconale gemeente te zijn om

het evangelie van Gods koninkrijk in woord en daad naar buiten te verkondigen. De

kerkenraad heeft met het oog op deze taak een commissie benoemd, die haar werkzaamheden

in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad uitvoert.

Voor de uitvoering van haar taak houdt de commissie met het volgende rekening:

Gesteund worden de projecten voor zending en werelddiaconaat van het CGK-

kerkverband via deputaten Zending en deputaten Diaconaat.

Gesteund worden specifieke doelen voor zending en werelddiaconaat binnen de NGK.

Er wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling tussen projecten voor zending en

voor werelddiaconaat.

De keuze van de projecten behoeft goedkeuring van de kerkenraad.

Nqutu

De Nederlands Gereformeerde Kerken hebben hun zendingsterrein in Zuid-Afrika. Daar

wordt gewerkt onder de Zoeloes in de provincie Natal, zowel in het district Richmond als in

het district Nqutu. Verschillende Nederlands Gereformeerde Kerken hebben een zendeling

naar deze gebieden uitgezonden, waarbij zij worden ondersteund vanuit andere Nederlands

Gereformeerde Kerken. Op meer dan dertig plaatsen wordt in genoemde gebieden het

Evangelie gebracht. Onder Gods zegen is een aantal christelijke gemeenten ontstaan. In die

gemeenten krijgen scholing en kadervorming veel aandacht. Naast de prediking van het

Evangelie wordt op de zendingsterreinen veel aan gezondheidszorg gedaan, mede door steun

vanuit de kerken in Nederland. In Zuid-Afrika werken als zendeling de predikanten Tj.

Baron, M.J. de Haan, J.J.F. Krüger, J.G. Vel Tromp en S.J. Veenstra.

4.4.2. Roemenië commissie

De Roemenië commissie is al enige tijd niet operationeel. Het laatste jaar is er eigenlijk alleen

geld overgemaakt naar een speciale rekening voor de Kerstpakkettenactie in Roemenië.

4.4.3. DK+ (buitenland)

De DK+ commissie zit in een impasse. De reis voor 2011 is niet doorgegaan, omdat er een

tekort aan het aantal deelnemers was. De commissie gaat nu zoeken naar mogelijkheden om

samen te werken met andere gemeenschappen en structuren (zoals bv het werk op het

zendingsveld van de kerk van Bunschoten) . De commissie verwacht bij verdere

zelfstandigheid geen reis voor 2013.

Page 39: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

39

Toekomst DK+ bespreken met Team Jongerenwerk. Zie ook paragraaf 4.3.2.2. DK+

(binnenland). Reeds opgenomen in Jaarplan Apostolaat.

4.4.4. Dorcas voedselactie

Jaarlijks wordt begin november in veel plaatsen in Nederland de voedselactie van Dorcas

gehouden.

De actie – waaraan ook wij onze medewerking verlenen – wordt o.a. ook in een aantal

supermarkten in IJsselstein en Nieuwegein gehouden, en de voedselpakketten die daarmee

opgehaald worden, zullen uitgedeeld gaan worden onder de allerarmsten in Oost -Europa. De

uitvoering hiervan ligt grotendeels bij Dorcas.

4.4.5. Adoptiekinderen van Red een kind

Het doel van deze Stichting is kinderen in arme landen te helpen, zowel in levensonderhoud

als door het geven van een Christelijke opvoeding in kindertehuizen.

Onze kerk heeft adoptiekinderen in Oeganda en India. De kindernevendienst besteedt hier

aandacht aan en collecteert voor dit doel. Daarnaast vinden collectes in onze samenkomsten

plaats voor Red een Kind.

4.4.6. Recycle je bijbel

Onze kerk heeft meegedaan aan de actie recycle je bijbel. Dit was een actie voor 2011, de

actie komt waarschijnlijk in 2012 niet terug.

4.4.7. Kaartenactie Open Doors (Women for Women)

Soortgelijk aan 4.4.6 is binnen één van de basiskringen het idee opgevat om de banden met

Open Doors aan te halen, hiervoor initiatieven te starten binnen de Ankergemeente en

hiervoor reclame te maken.

In november 2011 is voor de eerste maal een kaartenactie voor de bemoediging van vervolgde

christenvrouwen gestart. Binnen de kerkgemeenschap Hervormd Vreeswijk zijn initiatieven

gestart voor een Nieuwegein brede gebedskring op dit vlak.

Par.4.5 Diaconaat rond de schepping (milieu, rentmeesterschap)

Veel kerkelijke gemeenten willen duurzaam bezig zijn. Welke keuzes maken we in het

kerkelijk 'bedrijf' hoe we omgaan met geld, mens en natuur?

4.5.1. Maak uw eigen kerk duurzaam

Aan de hand van een Quick Scan kunt u meten hoe duurzaam onze geloofsgemeenschap nu al

is. De duurzaamheidspecial ‘Op het leven’ biedt verder de mogelijkheid om in de plaatselijke

Page 40: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

40

kerk met duurzaamheid aan de slag te gaan. Dat kan volgens het vijfstappenplan van het

BRAVO-principe. Zie bijlage 5.

4.5.2. Diaconale mogelijkheden rond duurzaamheid

1. Stimuleer milieuzorg in en om kerkgebouw

2. Dring het energie- en autogebruik terug van gemeenteleden

3. Stimuleer dat gemeenteleden duurzame producten kopen.

4. Organiseer een kerkdienst, gemeenteavond of cursus over het thema ‘zorg voor de

schepping’

5. Beleg diaconale gelden groen.

6. Ga aan de slag met FairClimate.

7. Maak van de kerk een Fairtrade Kerk.

8. Ga in de gemeente het gesprek aan over de verbanden tussen de (krediet)crisis en

duurzaamheid. Gebruik de handleiding.

9. Energiebesparing en toepassing van duurzame energie in kerkgebouwen.

10. Biedt agrariërs ondersteuning rond de milieuproblematiek.

Nb. Lees meer’s bij de diverse onderwerpen die te vinden zijn op internet. (→ Actielijst)

Par.4.6 Overige (eigen) projecten en activiteiten

4.6.1. Contact met Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt

De Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Nieuwegein is al 2 jaar bezig om als gemeente meer

een missionaire houding aan te nemen, en heeft hiervoor al vele acties georganiseerd. Ze

vragen zich af wat andere gemeentes en kerken in Nieuwegein doen m.b.t. dit onderwerp.

Mogelijk zouden we elkaar kunnen helpen en ondersteunen, zodat we niet allen hetzelfde wiel

gaan uitvinden. Zie Jaarplan Apostolaat.

Over HiP is inmiddels al contact met de GKV. Het Team Apostolaat zal verder met de GKV

inventariseren wat we voor elkaar kunnen betekenen.

4.6.2. Overleg Diaconieën Gemeente Nieuwegein

Tussen de diaconieën van een aantal kerken in Nieuwegein vindt periodiek overleg plaats (2

keer per jaar). Voorbeelden van de Nieuwegein brede activiteiten zijn: De kerstpakkettenactie,

de kledingactie voor gevangenen, Stichting urgente Noden Nieuwegein (SUNN), het Stilte

Centrum Nieuwegein (i.o.), opvang ex-gedetineerden door deze als ‘maatje’ helpen de weg

weer te vinden in de maatschappij. En de kerkdiensten voor en het bezoeken van nog

vastzittende gedetineerden.

In de stad Utrecht is een initiatief Diaconaal Platform (DPU), als contactpunt met de

gemeentelijke sociale zorg. Deze kan voor Nieuwegein als voorbeeld dienen, zodat vraag en

aanbod voor de verzorging van de noden van de stad beter op elkaar kunnen worden

afgestemd.

Page 41: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

41

4.6.3. Bijzonder collecten bij ad hoc rampen

Als er zich een grote ramp in de wereld voordoet volgt vaak een oproep vanuit de NGK/CGK

om voor dit doel te collecteren. Dergelijke verzoeken zullen door het Team Apostolaat in

behandeling worden genomen.

4.7 Schematisch overzicht (potentiële) diaconale initiatieven

Hieronder hebben we alle (potentiële) initiatieven eens op een rijtje gezet, onderverdeeld naar

de aandachtsvelden en teams. We komen tot interessante nieuwe inzichten, ook qua belegging

van de activiteiten bij de teams. In rood is aangegeven op welke zaken we als Ankergemeente

(nog) niet actief zijn. Ook zien we dat we op bepaalde aspecten misschien wel oververtegen-

woordigd zijn of weinig samenhang vertonen.

Eredienst & Diaconie

Diaconaat en eredienst:

Heilig Avondmaal

Gavenzondag

Kerk in de buurt (p.m.)

Gebedspastoraat

Micha- en Hulpverleningszondag

Collecte

Basiszorg Aanvullende zorg Apostolaat

Diaconaat binnen de

gemeente

Gavenbank

Diaconaat en de

schepping

Diaconaat binnen de

gemeente

Diaconaat in de

samenleving

Diaconaat in de

wereld

Basiskringen

Kringoverschrijdende

basiszorg & milieu

Gavenbank

Randkerkelijkheid

Huwelijksproblematiek

Opvoeding

Ernstige

gezondheidsproblemen

en/of psychisch ziekte

Ouderenbijeenkomst

(extern)

Samenleving in de

breedte: Armoede,

Kerstpakketten,

Page 42: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

42

Ouderenbijeenkomst

(intern)

Autodienst

Geloofsproblematiek

Verslaving

Handicap

Financiële of

maatschappelijke

problemen (vgl. met

samenleving)

WMO, HiP, DK+

(binneland),

Asielzoekers, Dak-

/thuislozen,

Verslaafden, Ex-

gedetineerden, ICF,

Voedselbank,

Kerkomroep,

Pastoraat in het

ziekenhuis,

Evangelisatie

Werelddiaconaat,

Roemenie cie, DK+

(buitenland), Dorcas,

Red een kind,

Recycle je Bijbel,

Open doors,

evangelisatie

Algemeen, Contact

GVK, Overleg andere

diaconieën, Ad hoc

rampen.

Samenvatting

We gaan in op de (potentiële) aandachtsgebieden en initiatieven. We kijken naar

binnen en naar buiten. We beschouwen zaken die we al wel en (nog) niet doen.

Bedoeld om inzicht en overzicht te scheppen over het gehele veld. Waar we onze

huidige prioriteiten hebben liggen. En om met elkaar in gesprek te komen of we daar

gelukkig mee zijn.

Maar bovenal scheppen we als team Eredienst & Onderwijs samenhang. Het

daadwerkelijk prioriteren en DOEN behoort tot de verantwoordelijkheid van de

zorgteams Basiszorg, Aanvullende zorg en Apostolaat. Zij doen dit met hun jaarlijkse

(jaar)plannen en de daarin opgenomen prioriteiten. Als uitleg en verantwoording

naar de gemeente en naar Kerkenraad als totaal.

Page 43: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

43

Bijlagen:

1. Overzicht van Gaven, naar soort

2. Profiel van een kringleider

3. Opzet van een werkplan diaconale activiteiten

4. Formulier noodhulp in crisissituaties

5. Het 5-stappenplan van het BRAVO-principe

6. Micha-manifest

Page 44: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

44

Bijlage 1. Gaven naar soort

Gaven

Materiële gaven Bestuurlijke gaven Geestelijke gaven

Artistiek

Barmhartigheid Barmhartigheid

Dienen Dienen Dienen

Evangelisatie Evangelisatie

Gastvrijheid Gastvrijheid

Gebed Gebed

Geloof

Genezing

Geven Geven Geven

Handvaardigheid

Helpen Helpen

Herderschap

Kennis Kennis

Leiding geven Leiding geven

Onderrichten Onderrichten

Muziek

Onderscheiden van Geesten

Organiseren

Profetie

Vrijwillige armoede

Wijsheid Wijsheid

Zending

Zielzorg

Page 45: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

45

Bijlage 2. Profiel van een kringleider De Kringleider, wat moet ik mij daarbij voorstellen?? Een kringleider is de sturende en stimulerende factor van een kring. Dat houdt in:

Mensen bij elkaar brengen en samen met de leden vorm geven aan het functioneren van de kring

Coördineren van de bijeenkomsten en opstellen rooster van bijeenkomsten en inleiders

Streven naar betrokkenheid van iedereen, ook van mensen die niet naar de kringbijeenkomsten komen

Zorgen voor diepgang Er op letten dat alle kringleden tot hun recht komen Regelmatig contact houden met de ouderling en diaken

De gehele kring is verantwoordelijk voor het samenleven als kring; de kringleider bewaakt dat de kringleden hun verantwoordelijkheid ook nemen en probeert daarbij de gaven die in de kring zijn te benutten. Kringleiders zijn in de regel lid van de eigen gemeente, maar kunnen ook van buiten de eigen gemeente komen of zelfs buiten-kerkelijk of zoekende zijn. Wat voor persoon moet ik daarvoor zijn?? De rol van kringleider kun je alleen of samen met iemand anders invullen. Kenmerken van een kringleider zijn:

Je wilt je geloof in de Heer delen en anderen stimuleren hetzelfde te doen Je kunt goed luisteren en geeft de ruimte aan kringleden

Je bent er niet bang voor de leiding in de groep te nemen als dat nodig is Je houdt ervan om met mensen om te gaan Je bent in staat anderen in te schakelen Je voelt je persoonlijk betrokken bij kringleden en wilt regelmatig voor hen

bidden. En wat mag ik verwachten??

Een mooie, belangrijke rol binnen de gemeente waar je geleidelijk in kunt groeien

Circa twee keer per jaar een avond waarop je wordt toegerust en waar je je ervaringen kunt delen met andere kringleiders.

Ook hierbinnen kan en mag er worden gegroeid, waarbij vanaf kringlid via aspirant-kringleider en kringleider gegroeid kan worden naar kerkenraadswerk. Wij groeien echter ook hier vanuit de huidige situatie, waarbij wordt gestreefd naar een duidelijke ‘fit’ tussen de door de kringen uit hun midden te kiezen kringleiders en het hierboven beschreven profiel.

Page 46: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

46

Bijlage 3. Opzet werkplan diaconale activiteiten Uit: Informatie en Werkboekje t.b.v. PCI-besturen in het bisdom Haarlem, uitgave

van het DPC, Kruisweg 69, 2011 LB Haarlem.

A De eerste stap: wat doen we al

Het is handig als een paar mensen uit de PCI en de Raad van Advies het bestaande

diaconale werk dat vanuit de parochie gedaan wordt, eens op een rijtje te zetten.

Daarnaast kunnen we proberen witte vlekken in onze diaconale activiteiten te

ontdekken.

Dat kunnen we doen door b.v. in groepjes van twee personen gesprekken te voeren

met mensen die beroepshalve of als vrijwilliger veel te maken hebben met mensen in

knelsituaties.

Te denken valt aan pastores, maatschappelijk werk(st)ers, onderwijzers, plaatselijke

actiegroepen, huisartsen, wijkagenten, enz.

B Het vervolg: het doen van keuzen

Bekeken zal moeten worden welke activiteiten we willen ondernemen.

We kunnen daarbij een aantal vragen stellen, zoals:

is de activiteit diaconaal; wordt de activiteit al door anderen verricht (waarbij we ons misschien beter

kunnen aansluiten); is er een juiste verdeling tussen activiteiten in de eigen plaats en activiteiten

verder weg; is er een juiste verdeling tussen activiteiten gericht op hulp aan en zorg voor

mensen, en activiteiten die structurele problemen aanpakken (oorzaakgericht); is er in de parochie (of samen met anderen) een draagvlak te vinden voor de activiteit.

C Het opstellen van het werkplan

Nu kan het eigenlijke opstellen van het werkplan beginnen.

Om een goed overzicht te krijgen van alle soorten activiteiten, worden deze op een

bepaalde manier ingedeeld.

Bij elke activiteit stellen we een aantal vragen:

a) wat houdt de activiteit in (omschrijving);

Page 47: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

47

b) op welk gebied worden de activiteiten gericht of wordt de activiteit gericht op het werven van financiën;

c) ten behoeve van wie, of wat met het oog op welk probleem wordt de activiteit gedaan;

d) met wie samen kunnen we de activiteit ondernemen (andere kerken, e) buurtparochies, bestaande werkgroepen, enzovoort); f) hoe wordt de parochie erbij betrokken (publiciteit, werving van

medewerk(st)ers) ; g) welke middelen zijn er nodig (hoeveel mensen, hoeveel tijd, welke ruimte,

geld, h) begeleiding, materiaal, enzovoort).

Werkplanschema 1. 2. 3. 4. 5.

Naam van de Activiteit:

Gericht op:

Eigen gemeente

Woonplaats

Regio, provincie

Nederland

Europa

Werving geld

Gericht op zorg of

structureel

Waarom is voor de

activiteit gekozen

Wie voert de activiteit

(intern) uit

Met wie wordt

samengewerkt (intern en

extern)

Hoe de gemeente erbij te

betrekken

Middelen:

- Tijd

- Menskracht

- Materialen

- Ruimte

- Publiciteit

- Geld

Page 48: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

48

Bijlage 4. Formulier noodhulp in crisissituaties

ANKERGEMEENTE NIEUWEGEIN 14-09-11

Eén van de commissies/activiteiten binnen de Kerkenraad van de Ankergemeente Nieuwegein vormt

het team Aanvullende Zorg (AZ), waarvan noodhulp in crisissituaties een onderdeel is. Omdat deze

noodhulp zich o.a. zal blijken voor te doen op het terrein van evangelisatie, zal er in de toekomst ook

een raakvlak worden ontdekt met het Team Apostolaat.

Deze notitie pretendeert zeker niet compleet te zijn, maar beoogt wel de evt. deelnemers aan dit team

een soort handleiding te geven hoe te handelen in bepaalde situaties en omstandigheden.

Wat is het doel en de omvang van de noodhulp binnen crisissituaties?

het verlenen van noodhulp (zowel geestelijk, financieel als materieel) en het

begeleiden van hulpvragers – in de ruimste zin van het woord – in hun gang naar

professionele hulp (denk daarbij aan hulpverlening in de geestelijke gezondheidszorg, maar

ook aan hulpzoekenden als vluchtelingen, asielzoekers, ex-gevangenen en daklozen etc.). –

We spreken dan over begrippen als bijv. onderdak bieden, zorgen dat er 'brood op de plank is', evt.

zorgen voor financiële middelen en hulpvrager kennis en ervaring te laten opdoen (kortom de

hulpvrager 'ontzorgen'). Daarnaast dient de hulpvrager te worden begeleidt en dient de begeleider een

brugfunctie te vormen naar professionele hulp, zoals bijv. noodzakelijke contacten leggen, overdragen

van kennis, klankbordrol vervullen, nazorg leveren en een eventueel vervolg daarop.

STAPPEN Welke stappen zijn er o.a. te nemen, waarbij er van dient te worden uitgegaan dat snelle actie altijd

geboden is?

1. Een gemeentelid komt in contact met iemand die hulp zoekt. Het mooiste is dan natuurlijk dat

de 'crisissituatie' in eerste instantie zelf door het gemeentelid wordt opgelost (en de oplossing

nadien wordt gemeld bij opvangteam AZ), maar er kan ook direct voor hulp contact worden

gezocht met het crisis- en opvangteam AZ van de kerk (contactpersoon …... tel. nr.......)

2. Zodra de hulpvraag er ligt, dient er met betrokkene een 'intake-gesprek' (een kort gesprek)

plaats te vinden waar aard en omvang van de hulpvraag ook voor de toekomst schriftelijk

worden vastgelegd. Uit deze intake komt al snel naar voren waarom hulp

(geestelijk/financieel/materieel) wordt gevraagd en kan – na consultatie – binnen het

opvangteam AZ worden ingeschat welke personen hierbij eventueel kunnen worden betrokken

(gavengericht). Het betrokken gemeentelid die de hulpvrager bijstaat kan altijd – en graag –

bij deze case betrokken blijven, maar er dient wel altijd contact te worden gezocht en

onderhouden met opvangteam AZ.

Schematisch: (AZ is opvangteam Aanvullende Zorg)

Crisissituatie Acties Acties Crisissituatie bij hulpvrager

wat te doen?

1e instantie probeert gemeentelid

zelf oplossing te zoeken en meldt

dit aan AZ ('ter lering'')

Dus AZ wordt altijd ingeschakeld

en zij handelt na overleg met

gemeentelid naar bevindt van

zaken.

Page 49: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

49

Crisissituatie Acties Acties Interview (intake) met hulpvrager

schriftelijk vastleggen zodat dit de

basis kan vormen voor verder

handelen. Pas op bij geldelijke steun! Natuurlijk is een

attentie aardig en dient – waar noodzakelijk -

financieel in de hulpvraag te kunnen worden voorzien maar leg dit vooral goed vast; wat is een

gift en wat is een voorschot. En waarom wordt

die geldelijke steun verleend.

(Financiële middelen evt. zelf

voorschieten of bij financiële personen

AZ aankloppen)

++++

Maar sla tegelijkertijd ook een brug

naar de professionele hulpverlening

door contacten te zoeken.

Welke hulpvraag wordt er precies

gesteld en wat zijn de eerste

levensbehoeften?

Uiteraard in 1e instantie – waar mogelijk – dient

direct hulp te worden verleend, daarna je richten

op gemeentelijke instanties of organisaties (professionele hulp)

– financieel (evt. geld)

– materieel (evt. onderdak/eten)

– welke kennis is nodig? Vraag:

zijn er bijv. binnen onze kerkelijke gemeente

personen die bij de professionele hulpverlening

ingangen hebben. We hebben bijv. een

gemeenteraadslid in ons midden, kunnen we daar iets mee?

Wat kunnen we als AZ hiermee en

hoe worden de werkzaamheden

verdeeld?

Hoe betrekken we de professionele hulp bij het

probleem ? Denk daarbij aan huisarts, familie

betrokkene, maar ook andere hulpverleners waar mee hij/ zij al contact had of heeft gehad. Noteer

altijd telefoonnummers of adressen van

betrokkenen. We moeten niet schromen om gemeentes en

instanties 'voor het blok te zetten' met onze vragen.

Probeer hulpvrager zoveel mogelijk te

ontzien, maar betrek hem/haar – indien

noodzakelijk – wel bij oplossingen!

We hebben het veelal over volwassen personen! Dus betrek hen zoveel mogelijk bij de

activiteiten, want initiatief en verantwoorde-

lijkheid blijven altijd bij henzelf liggen.

Een stabiele uitgangssituatie voor de

hulpvrager is belangrijk, dus probeer

naast hem/haar te gaan staan, een arm

om iemand heen te slaan of 'het

complete traject' verder met hem/haar

te gaan.

Denk aan:

– welke instanties kunnen we nodig?

– huisarts, kan hij helpen? – case-manager (indien van toepassing)

– familie van hulpvrager, wat kunnen zij doen? – welke urgentieverklaringen, indicatiestelling of

stappen zijn er nodig om snel een oplossing te

kunnen bieden?

Kortom: verwijs en help op weg naar

de professionele hulpverlening!

Blijf voortdurend vragen stellen bij

hulpverlenende instanties, ook al laten

ze blijken je irritant te vinden, je doet

het niet voor jezelf.

Bel (afhankelijk van de urgentie) als het kan een

paar keer per dag met instanties om tot afspraken

te komen en leg de afspraken ook goed vast (namen/telefoonnummers); want de urgentie

moet instanties heel goed duidelijk worden.

Het zal een tijdsinvestering betekenen

die achteraf zoveel voldoening geeft,

dat dit ruimschoots de moeite waard

blijkt te zijn.

Let op jezelf en investeer in tijd niet

meer dan voor jezelf mogelijk is en

bescherm je tegen teveel stress.

Als daar tijd voor is zal het goed zijn en positief tov hulpvrager werken,als het mogelijk is bij

intake-gesprekken bij arts, gemeente of

hulpverlenende instantie (professionele hulpverlening) aanwezig te zijn. Vraag wel

vooraf of dat mogelijk is!

Draag – indien noodzakelijk – bij

instanties zorg voor een formeel

overdrachtsdocument naar de

professionele hulpverlening.

Denk er altijd aan alle telefoon-

gesprekken goed vast te leggen en

namen en adressen van personen en

telefoonnummers volledig te noteren.

Probeer als het kan als hulpverlener een

eigen klankbord binnen de kerk te

zoeken voor (dagelijkse) feedback en

overleg, zodat je het gevoel hebt er niet

alleen voor te staan.

Ga vooral niet wakker liggen van de

problemen. Bedenk er is er Eén die

zorgt en we kunnen onze zorgen

dagelijks bij Hem brengen. Hij zal ons

helpen en dragen, elke dag opnieuw.

Aan het eind van bovenstaand stappenplan moet dit resulteren in een overdracht van de hulpzoeker aan

de professionele hulpverlening.

NAZORG Maak een verslag van de hele case, zodat hier in geval van nood niet alleen op kan worden teruggevallen, maar

dit ook evt. als handleiding kan dienen bij een andere (soortgelijke) situatie zodat niet iedere keer opnieuw 'het

wiel moet worden uitgevonden'.

Blijf proberen met de hulpzoeker regelmatig contact te onderhouden, zodat hij/zij het gevoel heeft er niet alleen

voor te staan. Treedt evt. op als contactpersoon als de hulpvrager dit vraagt, ook met het oog op het

vervolgtraject (kruispunt- en mijlpaalmomenten), maar leg de verantwoordelijkheid (weer) bij hulpvrager.

Maak afspraken voor het vervolg met hulpvrager en professionele hulpverlening.

Page 50: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

50

TOT SLOT nogmaals:

noteer altijd namen en telefoonnummers van contactpersonen van de professionele hulpverlenende

instanties als gemeente, case-manager en maatschappelijk werk en alle andere personen waarmee u

contact heeft gehad m.b.t. deze case.

noteer altijd gemaakte afspraken, namen en telefoonnummers in bijv. een dagelijks of

meerdaags/wekelijks situatierapport.

als er financiële voorschotten zijn gegeven creëer dan terugbetalingsregeling wanneer de tijd daarvoor

rijp is.

maar bespreek vooral de uitkomst van de case – na afsluiting – nog eens binnen het opvangteam AZ en

maak een evaluatie van de geleerde lessen.

leg deze binnen het team AZ goed vast.

Page 51: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

51

VRAGENFORMULIER INTAKE-GESPREK Datum:

Naam en voorletters Afkorting: Huidige adres

Woonplaats/postcode Evt. telefoonnr.

Geboortedatum

Geboorteplaats

Arbeidsverleden

Reden intake

– wat is het probleem

– hoe kunnen we evt. helpen

– welke urgentieverklaringen

– welke indicatiestellingen

– welke stappen om snel

oplossing te kunnen bieden

– wie kan evt. helpen

Met welke instanties al

contacten

Naam gemeentelid die case

aanbracht met tel.nummer

Wie is/was huisarts

Evt. familie hulpvrager

Welke instantie is al

ingeschakeld en waarom?

Heeft men officiële papieren

(evt kopie maken)

Page 52: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

52

Bijlage 5. Het 5-stappenplan van het BRAVO-principe

Het 5-stappenplan van het BRAVO-principe 1. Bezinning

2. Richting

3. Actie

4. Vieren

5. Opnieuw beginnen

1. Bezinning B – Neem om te beginnen tijd voor bezinning. Wat is duurzaamheid? En hoe verhoudt het zich tot onze traditie. Vanuit ons christelijk geloof kunnen we het streven naar duurzaamheid verbinden met het Bijbelse verlangen naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Dat kan in het kerkelijk jaar goed in de scheppingsperiode, maar het kan ook goed in de Veertigdagentijd die voor de deur staat. Het is een mooie voorbereiding op Pasen als het feest van het Leven. In het eerste deel van de special ‘Op het leven’ vindt u een aantal spirituele doordenkingen van duurzaamheid (blz. 1 t/m 39). Kies een stuk om samen te lezen en met elkaar te bespreken, bijvoorbeeld ‘Tikkie fundamenteler’ (pagina 4 tot en met 7, op pagina 7 onderaan staan ook gespreksvragen bij dit stukje). 2. Richting R – Geef vervolgens nuchter en concreet richting aan de bezinning. Kies bijvoorbeeld voor één onderwerp en stel daarbij een actieplan op, bijvoorbeeld: “we gaan alle gloeilampen door spaarlampen vervangen”. Dat klinkt heel simpel, maar probeer het maar eens uit en let op wat je tegen komt in de contacten met kerkenraad, predikant en koster en/of beheerder. Het tweede deel van de special ‘Op het leven’ bevat praktische suggesties. De suggestie van de spaarlampen is te vinden onder het kopje ‘Verlichting’ (pagina 52). Kies steeds één suggestie om mee aan de slag te gaan. 3. Actie A – Voer uw actieplan uit. Vervang bijvoorbeeld alle gloeilampen door spaarlampen. 4. Vieren V – Vier vervolgens uitbundig het feest van het Leven. In de Paasviering zou daarbij aandacht gegeven kunnen worden aan het bezig zijn met of realiseren van deze eerste stap. 5. Opnieuw beginnen O – Zet het proces daarna voort met opnieuw bezinning, vervolgens kan onder R (2.) gekozen worden voor een moeilijker stap.

Page 53: Toerustingsdocument een dienende gemeente - Nieuwegein

53

Bijlage 6. Micha-manifest