Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598) Onderwerp: Lamellaire hoornvliestransplantaties Samenvatting: Descemet Membrane Endothelial Keratoplasty (DMEK) is een nieuwe en in opzet zeer verfijnde lamellaire techniek van hoornvliestransplantatie. Over DMEK is onvoldoende bewijsmateriaal aanwezig om te kunnen concluderen dat de techniek effectief en veilig is toe te passen in plaats van conventionele technieken. DMEK voldoet daarom niet aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk. Soort uitspraak: SpZ = standpunt Zvw Datum: 20 december 2010 Uitgebracht aan: zorgaanbieder Zorgvorm: Geneeskundige zorg Onderstaand de volledige tekst. Standpunt Descemet Membrane Endothelial Keratoplasty (DMEK) Volgnummer Afdeling Auteur 2010139231 ZA mr. B. Blekkenhorst Doorkiesnummer Tel. (020) 797 85 55
21
Embed
Standpunt Descemet Membrane Endothelial Keratoplasty (DMEK) · Descemet Stripping Endothelial Keratoplasty (DSEK), is een nieuwere lamellaire techniek, de DMEK, ontwikkeld. Dit standpunt
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
Onderwerp: Lamellaire hoornvliestransplantaties
Samenvatting:
Descemet Membrane Endothelial Keratoplasty (DMEK) is een nieuwe en in opzet zeer verfijnde lamellaire techniek van hoornvliestransplantatie. Over DMEK is onvoldoende bewijsmateriaal aanwezig om te kunnen concluderen dat de techniek effectief en veilig is toe te passen in plaats van conventionele technieken. DMEK voldoet daarom niet aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk.
Achtergrondrapportage beoordeling stand van de wetenschap en
Praktijk Descemet Endothelial Keratoplasty DMEK
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
Samenvatting Geen stand van de wetenschap en praktijk
Descemet Membrane Endothelial Keratoplasty (DMEK) is een nieuwe en in opzet zeer verfijnde lamellaire techniek van hoornvliestransplantatie. Over DMEK is onvoldoende bewijsmateriaal aanwezig om te kunnen concluderen dat de techniek effectief en veilig is toe te passen in plaats van de conventionele technieken. DMEK voldoet niet aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk.
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
1
1. Inleiding
Descemet
Membrane
Endothelial
Keratoplasty
(DMEK)
Aanleiding
standpunt
Vraagstelling
standpunt
Leeswijzer
DMEK is een nieuwe techniek van hoornvliestrans-plantatie. Een hoornvliestransplantatie is de enig mogelijke behandeling voor het ondoorzichtig worden van het Descemet-membraan. Het terrein van de lamellaire transplantaties is volop in ontwikkeling. Naast de hoornvliestransplantatie in de vorm van een penetrerende keratoplastiek (PK) en een Descemet Stripping Endothelial Keratoplasty (DSEK), is een nieuwere lamellaire techniek, de DMEK, ontwikkeld. Dit standpunt beantwoordt de vraag of DMEK voldoet aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het systeem van de Zorgverzekeringswet. In hoofdstuk 3 wordt het standpunt uiteengezet. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 het standpunt vastgesteld.
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
2
2. Beoordeling standpunt Zvw
2.a. Wet- en regelgeving Te verzekeren risico’s/ prestaties
Artikel 10, onder a van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat de behoefte aan geneeskundige zorg verzekerd moet worden in een zorgverzekering.
Artikel 11, derde lid van de Zorgverzekeringswet bepaalt
dat bij algemene maatregel van bestuur de inhoud en omvang van de te verzekeren prestaties nader kunnen worden geregeld. Deze algemene maatregel van bestuur is het Besluit zorgverzekering.
Geneeskundige zorg
Artikel 2.4, eerste lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat geneeskundige zorg mede omvat de zorg zoals o.a. medisch-specialisten die plegen te bieden.
Stand weten-schap en praktijk
Artikel 2.1, tweede lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat de inhoud en omvang van de zorgvormen of diensten mede wordt bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten.
2.b. Stand van de wetenschap en praktijk Evidence based Medicine Rapport CVZ
Om vast te stellen of zorg voldoet aan het criterium stand van de wetenschap en praktijk volgt het CVZ de principes van evidence based medicine (EBM) zoals vastgelegd in het rapport ‘Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk’ (CVZ 2007, publicatienummer 254). Bepalend voor deze keuze is dat EBM de beide elementen die in het criterium zijn opgenomen, wetenschap én praktijk, die samen één geïntegreerde wettelijke maatstaf vormen, combineert. Naast internationale literatuur wordt er dus ook rekening gehouden met de gepubliceerde expertopinie. De EBM-methode richt zich op ‘het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal’. Evidence based wil niet zeggen dat er voor alle geneeskundige interventies sprake moet zijn van harde bewijzen of harde eindpunten, maar wel dat de beschikbare evidence systematisch is geselecteerd en op gestructureerde wijze is gewogen en gebruikt.
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
3
Levels of evidence
Stappen in de beoordeling
Kern van de methode is dat aan de medisch-weten-schappelijke informatie die is geselecteerd een niveau van bewijskracht wordt toegekend (het toekennen van "levels of evidence"), waardoor een hiërarchie in evidence ontstaat. Kardinaal uitgangspunt bij EBM is verder dat sterke evidence in principe zwakkere evidence verdringt. Het CVZ volgt bij zijn beoordeling de stappen die de EBM-methode kent. Belangrijke stappen zijn het gestructureerd zoeken naar, en het beoordelen en classificeren van medisch-wetenschappelijke literatuur. Hierbij geldt als uitgangspunt dat er voor een positief standpunt over de effectiviteit van een interventie medisch-wetenschappelijke gegevens met een zo hoog mogelijke bewijskracht voorhanden moeten zijn. Van dit vereiste kan beargumenteerd worden afgeweken.
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
4
3. Standpunt
Uit het literatuuronderzoek zoals verwoord in de Achtergrondrapportage (zie bijlage) kwam naar voren dat geen van de onderzochte artikelen voldoet aan de methodologische vereisten. Geen van de studies presenteerde een vergelijking met meer conventionele technieken. Uit de gerapporteerde series blijkt een hoog percentage complicaties die tot heringrepen leiden.
Over DMEK is onvoldoende bewijsmateriaal om te
concluderen dat DMEK effectief en veilig is toe te passen in plaats van de conventionele technieken. DMEK voldoet niet aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk en kan daarom niet worden aangemerkt als een te verzekeren prestatie krachtens de Zorgverzekeringswet en aanverwante regelgeving.
Uitspraken www.cvz.nl – 2010025307 (2010145598)
5
4. Vaststelling standpunt Dit standpunt is vastgesteld op 20 december 2010
Rapport Achtergrondrapportage beoordeling standvan de wetenschap en praktijkDescemet Membrane EndothelialKeratoplasty DMEK
RCT’s (level A) is bij dit type ingreep niet haalbaar. Het
minimumvereiste is dus evidence van level B.
Er zijn geen beletselen bekend voor prospectief
gerandomiseerd vergelijkend onderzoek.
4
2. Zoekstrategie & selectie van geschikte studies
Literatuursearch
zoektermen
Wij zochten in PubMed via Medline met het volgende
zoekalgorithme: DMEK OR Descemet AND "membrane
endothelial keratoplasty".
Dit leverde 10 relevante publikaties op. Een overzicht
(tabel 1) en bespreking daarvan volgt hierna.
Bovendien zochten wij op de gebruikelijke websites naar
standpunten of beoordelingen van buitenlandse
pakketbeoordelaars zoals Cochrane, HTA, en de grote
Amerikaanse Verzekeraars. Dat leverde geen resultaten
op.
Er zijn geen richtlijnen met relevante informatie over
DSEK of DMEK te vinden.
Selectiecriteria Alle gevonden artikelen zijn betrokken in deze
achtergrondstudie.
5
3. Resultaten
3.a. Resultaten literatuursearch
De resultaten van de literatuursearch en de korte inhouden kenmerken van de publikaties zijn in deonderstaande tabel 1 schematisch samengebracht. Inpar. 3b volgt de bespreking van de inhoud, voor zoverdie betekenis heeft voor de vraagstelling van dit rapport.
Tabel 1 geselecteerde studies, indeling vlgs. PICO(patients, intervention, comparison, outcome). Bij alleis de interventie DMEK. Geen vergelijkingen tussenbehandelingen, dus alle series zijn level C.
geen Gem BSCVA bij de pat. Zonderandere visusprobl:Preop. gem 20/50,1 maand postop. Gem. 20/30ECD verlies 10-50% op 3 mnd en 12-52% op 6 mnd.38/60 heringreep: rebubbling6/60 hertransplantatie nodig
Beter visusverbetering op kortetermijn, ongeveer evenveel ECDverlies als DSEK maaraanmerkelijk meer problemen enloslaten van de graft (veelheringrepen, doorgaans“rebubbling”)
FU op 1 en 3 mnd.Na DMEK significant afnemendecornea-dikte en voorwaartseverplaatsing van de cornea-achterzijde.Geen significant veranderingen inanterieure keratometrische waarden.
Vergelijking van de uitkomstenvan keratometrische grootheden(geen klinische uitkomsten)tussen geopereerde Fuchs-ogenen niet-geopereerde normaleogen. Geen vergelijking tussengroepen Fuchs-patiënten, dusgeen “level B ”
Geen Follow up 6 mnd bij 40/50 pat:BCVA 57% >20/25, 95% > 20/40
ECD (n=35) afname van gem. 2618to 1876 postoperatief
Hertransplantatie nodig: 10/50
In 20% van de gevallen misluktede transplantatie, waarna alsnogeen DSEK werd uitgevoerd.
McCauley20097
Case report vaneen aange-paste techniek(DMAEK)
1 geen 1 week postoperatief ongecorr.Afstand visus 20/251 mnd Postoperatief ECD verlies118/3993
Technische beschrijving van eenvariant waarbij hetmembraantransplantaat“automatisch” geprepareerdwordt met behoud van eenstroma-ring, waardoor hettransplantaat beter hanteerbaarzou zijn, leidend tot een lagerpercentage mislukkingen
Studeny20098
Serie metaangepastetechniek(DMEK-S)
20 ogen, 18 pat. geen BCVA (inclusief degehertransplanteerde)10/20 ogen: 1,09/20 ogen: > 0,51/20 ogen: geen follow up.ECD verlies gem. 44%2/20 hertransplantatie wegensprimair tr. falen.12/20 rebubbling nodig wegenspartiële loslating.
Technische beschrijving en serievan een variant waarbij hetmembraantransplantaathandmatig geprepareerd wordtmet behoud van een stroma-ring, waardoor het transplantaatbeter hanteerbaar zou zijn,leidend tot een lager percentagemislukkingen
- - Over de DMEK zeggen deauteurs dat er qua visus betereresultaten te behalen zijn, maardat zowel transplantaat-bereiding als implantatietechnisch hoge eisen stelt
Droutsas201010
Uitkomsten vaneen serie
100 ogen (de eerste100 DMEK-operatiesvan de auteurs)
geen Follow-up 6 maandenBCVA uitkomsten :38%> 20/25, 91% >20/40ECD: gemiddeld van 2620preoperatief tot 1730 postoperatief
Vermoedelijk pat. uit de eerdereseries van Van Ham en Dapena.
Enige onduidelijkheid over deprecieze cijfers.
Dapena201011
Brief aan deredactieMelding vanloslatingspercentages
120 pat,Serie eerste 120 uitéén centrum
geen Afnemende loslatingspercentagesover de tijd: daling van 20% bij deeerste 40 tot 5% bij de laatste 40(In de brief gespecificeerd naartotaal en partiëel.)
Het artikel wijst op demogelijkheid van leercurve inrelatie tot het aantalmislukkingen.
7
3.b. Bespreking van de vorenstaande literatuur
Geen van de artikelen voldoet aan de methodologische
vereisten: er zijn geen vergelijkende studies.
Het percentage partiële en volledige loslatingen en de
daarmee samenhangende noodzaak tot heringrepen
blijft de aandacht vragen. Het relatieve aantal benodigde
hertransplantaties in de peer reviewed publikaties
varieert van 20% (ref7) via 15% (ref 11) tot 10 % bij de
DMEK-S serie (ref 9).
Een leercurve die tot beter resultaten leidt, ligt voor de
hand (ref 12).
In de literatuur vallen bovendien twee andere aspecten
op die van belang zijn voor de beoordeling van de
vraag, in hoeverre DMEK technisch en wetenschappelijk
voldoende ontwikkeld is.
In de eerste plaats is er een variant in ontwikkeling die
in theorie dezelfde voordelen heeft, namelijk de DMEK-S:
daarbij gaat het weliswaar ook om de transplantatie van
een geïsoleerde endotheellaag, maar dan met behoud
van een ring van hoornvliesstroma, die het hanteren van
het transplantaat zou vergemakkelijken en daardoor de
operatie vaker zou doen slagen (ref 9, ref 8).
In de tweede plaats heeft Ham (ref 6) bij twee patiënten
met Fuchs’ dystrofie geconstateerd dat na een
technische mislukking (loslaten van het transplantaat)
binnen enkele maanden de hoornvliezen toch weer
helder werden. Er zijn nog geen verklaringen hiervoor
gepubliceerd. In elk geval doet de vraag zich nu voor
waarop bij Fuchs’ dystrofie-patiënten het therapeutisch
effect van DMEK berust. Ook op dit punt leven er dus
nog vragen over de eventuele plaats van DMEK bij de
behandeling van hoornvliesendotheel-ziekten.
3.c. Effectiviteit
Er is onvoldoende bewijsmateriaal (evidence) om een
conclusie te trekken over de effectiviteit van DMEK.
Vergelijkende studies ontbreken. Uit de gepresenteerde
series zijn de volgende gegevens wel van belang.
Op de voorgrond staat dat uit de literatuur blijkt dat een
taat-loslating alsnog een meer conventionele DSEK moet
ondergaan. Dit is vaak beperkt tot “rebubbling” (op-
nieuw inblazen van lucht in de voorste oogkamer), maar
ook vaak is een nieuwe keratoplastiek-ingreep nodig.
8
4. Inhoudelijke consultatie
Het rapport is voorgelegd aan de voorzitter van de
cornea-werkgroep van het Nederlands Oogheelkundig
Gezelschap (NOG). Deze heeft het ter inhoudelijke
bespreking op een cornea-werkgroepvergadering
geagendeerd, en namens het werkgroepbestuur aan het
CVZ het resultaat van die bespreking gerapporteerd.
Hetzelfde concept is tevens voorgelegd aan enkele
deskundigen die door een vooraanstaand specialist op
dit terrein waren voorgesteld. Er werden geen omissies
of fouten in het concept gerapporteerd. Op voorstel van
één van de referenten is de zinsnede dat PK vaak
mislukt, geschrapt.
Enkele leden van de corneawerkgroep waren van mening
dat het verschil tussen DSEK en DMEK maar relatief is.
Daarom is in inleidende tekst nog iets toegevoegd over
de aard en het belang van het onderscheid tussen beide
technieken.
9
5. Standpunt stand van wetenschap & praktijk
DMEK voldoet niet aan het criterium van de stand van de
wetenschap en praktijk.
Over DMEK is onvoldoende bewijsmateriaal om te
concluderen dat de behandeling effectief en veilig is toe
te passen in plaats van de conventionele technieken.
Geen van de studies presenteerde een vergelijking met
meer conventionele technieken. Uit de gerapporteerde
series blijkt dat het aantal benodigde heringrepen hoog
is.
Het is dus niet vast te stellen of DMEK gelijkwaardig of
beter is dan DSEK.
10
6. Literatuurlijst
1 CVZ, DS(A)EK te verzekeren prestatie, uitspraak 28014360 (29001601) 2008.
2 Ham L, van Luijk C, Dapena I, et al. Endothelial cell density after descemetmembrane endothelial keratoplasty: 1- to 2-year follow-up. Am J Ophthalmol2009; 148(4): 521-7.
3 Price MO, Giebel AW, Fairchild KM, et al. Descemet's membrane endothelialkeratoplasty: prospective multicenter study of visual and refractive outcomesand endothelial survival. Ophthalmology 2009; 116(12): 2361-8.
4 Kwon RO, Price MO, Price FW, Jr., et al. Pentacam Characterization of Corneaswith Fuchs Dystrophy Treated with Descemet Membrane EndothelialKeratoplasty. J Refract Surg 2010; aheadofprint, Feb. 25.
5 Balachandran C, Ham L, Verschoor CA, et al. Spontaneous corneal clearancedespite graft detachment in descemet membrane endothelial keratoplasty. AmJ Ophthalmol 2009; 148(2): 227-34.
6 Ham L, Dapena I, van Luijk C, et al. Descemet membrane endothelialkeratoplasty (DMEK) for Fuchs endothelial dystrophy: review of the first 50consecutive cases. Eye (Lond) 2009; 23(10): 1990-8.
8 Studeny P, Farkas A, Vokrojova M, et al. Descemet's membrane endothelialkeratoplasty with a stromal rim (DMEK-S). Br J Ophthalmol 2009; aheadofprint,Oct 22.
9 Price MO and Price FWJ. Endothelial keratoplasty - a review. Clin ExperimentOphthalmol 2010; 38(2): 128-40.
10 Droutsas K, Ham L, Dapena I, et al. Visus nach Descemet-MembranEndothelkeratoplastik (DMEK): Ergebnisse der ersten 100 Eingriffe beiFuchs'scher Endotheldystrophie. Klin Monbl Augenheilkd 2010;227:467-77.
11 Dapena I, Moutsouris K, Ham L, et al. Graft detachment rate. Ophthalmology2010;117:847-847e1