Top Banner
Moving Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking Forward
44

Moving Forward

Mar 06, 2016

Download

Documents

Cordaid's publication on Migration, Migrants and Development where PASALI is featured.
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Moving Forward

Nonoy Ty, een van de geïnterviewden uit de publicatie is optimistisch. ‘De kracht van onze projecten zit in de migranten. Migranten hebben status in hun land van herkomst. Hun familie kijkt tegen ze op, want ze sturen geld terug. Lokale overheden hebben ook een positief beeld van migranten, als mensen die bijdragen aan de groei van de economie. Dat positieve beeld kunnen we uitbuiten!’

Dat optimisme over de kracht van migranten, deelt Ty met meer geïnterviewden in deze publicatie. Dat betekent niet dat er geen obstakels zijn die overwonnen moeten worden: Leren omgaan met bureaucratie, samenwerken met lokale organisaties en overheden, geld bijeen krijgen in Nederland, de eigen achterban en organisaties in Nederland motiveren. Hoe organisaties van migranten deze obstakels en uitdagingen overwinnen, leest u in deze publicatie die niet voor niets de titel ‘Moving forward’ heeft meegekregen.

Met deze publicatie willen SMS en Stichting Oikos u een nieuwe kijk geven op migranten, hun visies en hun rol in ontwikkelingssamenwerking. Migranten in Nederland denken (en zetten) vaak een stap verder dan menigeen denkt. Dat ziet u terug in deze inspirerende publicatie. Naast praktische tips van migranten die een project opgezet hebben in hun herkomstland, vindt u inspirerende verhalen en nieuwe visies van migranten zelf over hun rol in ontwikkelingssamenwerking.

Moving Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Forward

20090384-1_OPMAAK.indd 48-49 04-12-2009 09:54:56

Page 2: Moving Forward

3Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Moving Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Forward

Page 3: Moving Forward

4

Inhoudsopgave

Voorwoord door Rene Grotenhuis pagina 5

Deel 1 Practitioners – Migranten en hun visies op ontwikkelingssamenwerking pagina 7

Ineke Bakker, Oikos pagina 8

Zeki Shehu, SMS pagina 10

Veyis Gungor, SMHO pagina 12

Radj Bhondoe, SEVA pagina 14

Lourdes Villamil, POHL pagina 16

Sam Pormes, TitanE pagina 18

Guled Yusuf, NedSom pagina 20

Deel 2 Practices – Ontwikkelingsprojecten van migranten in de praktijk pagina 23

Francien Nussy, Stichting Jajasan pagina 24

Kon Kelei, CMSF pagina 26

Jessie Liga, Damayan pagina 28

Carmen Soares, Curação em Ação pagina 30

Nonoy Ty, Pasali pagina 32

Mohammed Egal, Hirda pagina 34

Deel 3 Contact pagina 37

Technische ondersteuning pagina 38

Financiële ondersteuning pagina 39

Contactadressen organisaties pagina 42

Nawoord door Minister Koenders pagina 44

Page 4: Moving Forward

5Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Tegelijkertijd leven we in een wereld waarin

vrouwen en mannen voortdurend in beweging

zijn. Soms uit eigen keuzen, soms omdat

ouders keuzen hebben gemaakt. Soms uit

nieuwsgierigheid en ambitie, op zoek naar

nieuwe ontplooiingsmogelijkheden, soms

gedwongen door oorlog en armoede. En waar

de vraag of je een vrouw of een man bent

ertoe invloed heeft op je positie en op de ver-

andering die met migratie verbonden is. Die

beweeglijkheid van mensen zal alleen maar

toenemen, dankzij het gemak van reizen en

communiceren. Het laat zien dat de traditio-

nele scheidslijnen in de wereld steeds minder

relevant zijn. Noord en zuid lopen door elkaar,

net als oost en west, christelijk en islamitisch.

Bij al die beweeglijkheid blijft de binding aan

het land en de streek waar je vandaan komt.

Verbindingen met het land waar je naar toe

migreert, gaan niet ten koste van de band

met het land van oorsprong.

Migranten hebben die band altijd vorm

gegeven. Dit boekje laat zien dat ze in toe-

nemende mate al hun individuele contacten

en verbanden bundelen, dat ze bij willen

dragen aan ontwikkeling van hun land of

regio van oorsprong. Dat ze de persoonlijke

band met en steun aan familie en vrienden

willen uitbreiden en willen bijdragen aan

structurele ontwikkeling.

Migranten zijn ervaringsdeskundigen. De

levenssappen van hun geboortegrond zijn

deel van hun leven, ze weten hoe het daar

ruikt en smaakt. Daarmee zijn ze krach-

tige bruggenbouwers tussen daar en hier.

Tegelijkertijd zijn er de valkuilen omdat het

leven daar en hier niet heeft stil gestaan.

Beelden vanuit het verleden zijn niet meer

accuraat omdat ook de landen van herkomst

zijn veranderd. Migranten hebben hun eigen

ontwikkeling doorgemaakt door de overgang

naar Nederland. Steeds meer migranten zijn

zich die valkuilen bewust. Het maakt hen nog

beter als bruggenbouwer omdat spanningen

die inherent zijn aan ontwikkelingssamenwer-

king deel zijn van hun eigen ontwikkeling.

Cordaid heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd

in de samenwerking met migrantenorganisa-

ties. Daarbij proberen we steeds de balans te

bewaren tussen het aanbieden van de kennis

en ervaring en netwerken die wij in de loop

der tijden hebben opgebouwd en respect voor

Migranten in actie: Global communities in de praktijk

‘Waar kom je vandaan?’ is een veel gestelde en relevante vraag. Dat geldt voor Nederland: het maakt uit of je van boven of van onder de rivieren komt, van de stad of het platteland, of je langs de kust woont of op de Veluwe. ‘Waar kom je vandaan?’ is ook een veel gestelde vraag ten opzichte van migranten. Het maakt uit of je uit Somalië komt of uit Marokko, uit Sri Lanka of Colombia. ‘Waar kom je vandaan?’ is een relevante vraag omdat het gaat over de vraag waar je wortels liggen, uit welke grond je je eerste levenssappen hebt gehaald. Je meest elementaire zintuigen zoals je geur en je smaak zijn er geworteld. En er zijn weinig mensen die geen emotionele band hebben met het land of de streek waar ze vandaan komen.

Voorwoord

René GrotenhuisDirecteur Cordaid

Page 5: Moving Forward

6

de autonomie van migrantenorganisaties.

Ze moeten vooral geen kopieën van Cordaid

worden, dan is alle vernieuwing op voorhand

verdwenen. Wel willen we wederzijds leren

aan en van elkaar.

Voor de komende jaren investeren we in de

ontwikkeling van ‘communities of change’,

netwerken van mensen en organisaties die

zich in willen zetten voor de verandering die

nodig is om deze wereld eerlijker, rechtvaar-

diger te maken. Migrantenorganisaties die

zich inzetten voor ontwikkeling zijn eigenlijk

het best te omschrijven als global communi-

ties. Ik ben er daarom van overtuigd dat de

verbindingen tussen Cordaid en de migran-

tenorganisaties alleen maar intensiever en

vruchtbaarder zullen worden.

De vraag ‘waar kom je vandaan?’ krijgt dan

een vervolg in de vraag ‘waar gaan we samen

naar toe?’. En ook die vraag is heel erg relevant

in een wereld die steeds diverser en gemengder

wordt.

Page 6: Moving Forward

7Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Deel 1

PractitionersMigranten en hun visies op ontwikkelingssamenwerking

Page 7: Moving Forward

8

Een voorbeeld daarvan is de Migrantenweek,

die in de jaren tachtig van de vorige eeuw

in rooms-katholieke kring werd gestart.

‘De bedoeling ervan was om parochies te

inspireren contacten te leggen met ‘gast-

arbeiders’, zoals arbeidsmigranten toen

genoemd werden. Al snel werd de Migranten-

week ook populair in protestantse kerken.

Halverwege de jaren negentig werd besloten

de Migrantenweek onder de hoede van de

Raad van Kerken in Nederland te brengen.

En die besteedde het werk rond de Migran-

tenweek uit aan Oikos. In het kader van de

Migrantenweek ontstonden overal in het land

contacten tussen Nederlanders en migranten,

tussen christenen van verschillende conti-

nenten, tussen christenen en moslims, tussen

mensen met en mensen zonder religie.’

Inmiddels is landelijke aansturing al lang

niet meer nodig. Op heel veel plaatsen weten

‘oude’ en ‘nieuwe’ Nederlanders elkaar toch

wel te vinden.

Wederkerigheid en gelijkwaardigheidBakker: ‘Wat ik belangrijk vind in het werk

met migranten, is gelijkwaardigheid en

wederkerigheid. In wat voor beroerde situatie

mensen ook kunnen zitten – bijvoorbeeld als

uitgeprocedeerde asielzoeker – mensen zijn

altijd meer dan hun probleem. Nederlanders

en Nederlandse organisaties kunnen veel le-

ren van migranten, maar ook het omgekeerde

is het geval’. Sinds 2003 werkt Oikos samen

met de Stichting Mondiale Samenleving

(SMS). Samen organiseren zij de Ideeënwed-

strijd Migranten en Ontwikkelingssamenwer-

king. Die wedstrijd is bedoeld om migranten

die met een idee rondlopen om ‘iets te doen in

hun land van herkomst’ te steunen, zodat zo’n

idee uiteindelijk kan uitgroeien tot een duur-

zaam project. ‘We richten ons echt op de pas

beginnende organisaties, zelfs op mensen die

nog een organisatie moeten gaan oprichten,’,

aldus Ineke Bakker. De Ideeënwedstrijd wordt

dit jaar voor de 6e keer gehouden. Eerdere

winnaars zijn ambassadeurs van het project.

Een van de organisaties is er zelfs in geslaagd

om subsidie van de Europese Unie te krijgen.

SamenwerkingBakker is optimistisch over de mogelijkheden

tot samenwerking tussen organisaties van

migranten en autochtone organisaties. ’Vijf

jaar geleden werden de meeste debatten nog

Oikos bondgenoot van migrantenorganisaties

‘Het is misschien verrassend dat Oikos een plaats heeft in een boekje over migranten-organisaties, aangezien Oikos geen zelforganisatie van migranten is’, vertelt Ineke Bakker, directeur van Stichting Oikos. Oikos is wel een organisatie die al vele jaren met migranten en migrantenorganisaties samenwerkt. Ineke Bakker

Page 8: Moving Forward

9Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

in het Engels gevoerd, nu komen de lastig-

ste onderwerpen ter sprake en dat gebeurt

gewoon in het Nederlands. Veel migranten

hebben zich in een sneltreinvaart een plek

verworven in de Nederlandse samenleving.

Maar velen houden ook hun betrokkenheid bij

hun land van herkomst. Die dubbele loyaliteit

is een geweldige bron van inspiratie en ken-

nis. Wat ik wel zie, is dat er soms een nieuwe

segregatie dreigt: enerzijds een heel netwerk

van migrantenorganisaties en anderzijds de

samenwerkingsverbanden van autochtone

organisaties. Ik vind het belangrijk dat de ver-

schillende organisaties en netwerken elkaar

kennen en versterken. Dat gaat wel vooruit,

maar we zijn er nog niet. Ik kan mij voorstel-

len dat veel migrantenorganisaties het gevoel

hebben dat hun stem – als puntje bij paaltje

komt – toch minder telt dan die van autoch-

tone organisaties. Juist in zo’n situatie is het

goed dat migrantenorganisaties bondgeno-

ten hebben onder Nederlandse organisaties.

Oikos wil zo’n bondgenoot zijn.’

Draagvlak voor internationale samenwerkingBakker wijst erop dat migranten een

belangrijke bron van informatie kunnen zijn

over ontwikkelingslanden en Nederlanders

kunnen informeren over hun landen van

herkomst. ‘Natuurlijk is die informatie na

verloop van tijd soms verouderd. Samen-

levingen veranderen en migranten die ver-

trokken zijn, maken die veranderingen niet

altijd mee. Denk ook maar aan de Neder-

landse emigranten in de Verenigde Staten of

in Brazilië. Sommigen van hen lijken wel in de

jaren vijftig te leven. Als ze naar Nederland

terugkomen, herkennen ze Nederland vaak

nog nauwelijks. Anderzijds zijn de commu-

nicatie- en reismogelijkheden nu veel groter

dan in het verleden. Dat maakt het gemak-

kelijker dat migranten een steentje bijdragen

aan het versterken van het draagvlak voor

internationale samenwerking.’ Zeker migran-

ten die zich een bestaan verworven hebben

in Nederland, blijken vaak bereid te zijn zich

in te zetten voor hun land van herkomst.

Die inzet is soms alleen beperkt tot hulp aan

familieleden, maar in toenemende mate zijn

migranten bezig ontwikkelingsprojecten

op te zetten, waar een hele gemeenschap

van kan profiteren. Het is een interessante

paradox: hoe beter migranten in Nederland

geïntegreerd zijn, des te professioneler steu-

nen zij hun land van herkomst.’

Bakker: ‘En het mooie is dat migrantenor-

ganisaties in Nederland zo vaak bondgeno-

ten zijn van organisaties als Oikos die zich

inzetten voor draagvlak voor internationale

samenwerking. Die samenwerking biedt echt

meerwaarde.

In het kort…organisatie

Oikos

opgericht

Oikos is in 1994 ontstaan uit een fusie van

OSACI en Ikvos.

missie

Oikos maakt zich sterk voor armoedebestrij-

ding en duurzame ontwikkeling. Dit doet

Oikos door veranderingen in ons rijke

werelddeel te bevorderen. De oorzaak van

armoede in ontwikkelingslanden ligt voor een

groot deel in de rijke ‘ontwikkelde’ landen;

oneerlijke handelsverhoudingen en zware

schuldverplichtingen remmen de ontwikkeling

van veel landen. Oikos is een oecumenische

ontwikkelingsorganisatie, die haar werk doet

vanuit een christelijke inspiratie.

Page 9: Moving Forward

10

Niet voor niets benoemt SMS integratie en

participatie in de Nederlandse samenleving,

migratie en ontwikkeling én ondersteuning

en begeleiding van de nieuwe Nederlanders

bij hun initiatieven als haar drie pijlers.‘Het

gaat om actief burgerschap in de mondiale

samenleving.’

De Stichting Mondiale Samenleving (SMS)

werd in 2002 opgericht door een Albanese,

een Ethiopische en een Afghaanse (netwerk)

organisatie. De Stichting richt zich op

migranten en vluchtelingen ofwel nieuwe

Nederlanders uit meer dan vijftig verschil-

lende landen.

SMS is geen netwerkorganisatie en geen

directe belangenbehartiger, benadrukt

Shehu. ‘Wij werken voor en door nieuwe

Nederlanders. We zijn geworteld in de ge-

meenschappen van de nieuwe Nederlanders

in Nederland. Wij beginnen niets als we geen

draagvlak hebben in hun organisaties. We

zijn goed in het vinden en mobiliseren van die

achterban.’

BureaucratieSMS ondersteunt organisaties met trainingen

en cursussen. ‘Dat doen we op verschillende

niveaus. We leren de organisaties over de

inhoudelijke aspecten van ontwikkelingssa-

menwerking in Nederland. Thema’s als: ‘wat

verstaat men in Nederland onder ontwik-

kelingssamenwerking en hoe ziet de sociale

kaart hiervan uit, draagvlak, partnerschappen

en de MDG’s worden dan behandeld. Daar-

naast geven we trainingen over de technische

kant: hoe richt je een organisatie op? Hoe

schrijf je een projectvoorstel of een werkplan?

Hoe definieer je je doelgroep? Daarnaast ko-

men onderwerpen als Project Cycle Manage-

ment, netwerken, fondsenwerving, financiële

en inhoudelijke rapportage, monitoren en

evaluatie aan bod. Dat zijn dingen waar veel

nieuwe Nederlanders niet altijd handig in

zijn. Dat is jammer, want inhoudelijk zijn

hun ideeën en initiatieven meestal juist heel

goed. Maar het op papier uitwerken van deze

ideeën en initiatieven lukt hen niet altijd.

De “grote bureaucratie” rond projecten en

organisaties zien veel nieuwe Nederlanders

als tijd- en geldverspilling. Zij menen dat tijd

en geld beter voor de Zuidelijke doelgroepen

gebruikt kunnen worden, in plaats van voor

bureaucratische beslommeringen. Omdat zij

SMS helpt migrant bij het vinden van de balans tussen Nederland en land van herkomst

´Integratie en participatie van de nieuwe Nederlanders in de Nederlandse samenleving is onlosmakelijk verbonden met aandacht van deze nieuwe Nederlanders voor migratie en ontwikkeling´, stelt Zeki Shehu van SMS. ´Het voelt soms of het illegaal is om als nieuwe Nederlander bezig te zijn met je land van herkomst. Wij willen de boodschap overbrengen dat het vanzelfsprekend is dat je je wilt inzetten voor je land van her-komst.´ Zeki Shehu

Page 10: Moving Forward

11Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

de regels hieromtrent niet kunnen verande-

ren, doen zij hun best om daaraan te voldoen.

Hierin zien wij in de afgelopen tien jaar een

vooruitgang; wij zijn ook bureaucratischer

aan het worden.’

LaagdrempeligBegeleidings- en faciliteringstrajecten van

SMS voor de nieuwe Nederlanders en hun

organisaties zijn laagdrempelig. ‘In de meeste

gevallen worden de voorlichtingen, trainingen

en cursussen gegeven door mensen uit de

doelgroep zelf. De drempel is daarmee laag,

maar dit wil niet zeggen dat er geen andere

drempels zijn. Deelnemers moeten wel open

zijn en een constructieve houding hebben.

Verder speelt de kennis van de Nederlandse

taal een belangrijke rol. Bij alle activiteiten

die SMS in Nederland organiseert, is Neder-

lands de voertaal. Je moet dus Nederlands

kunnen spreken en verstaan. Dat hoeft niet

op een hoog niveau, maar je moet wel de

basale kennis van de taal hebben.’

Nieuwe NederlandersSMS spreekt in beleidstukken liever over

‘nieuwe Nederlanders’ dan over vluchtelingen

en migranten. ‘Kan je iemand dat meer dan

twintig jaar in Nederland woont, nog steeds

een vluchteling of een migrant noemen?

Mensen die al jaren in Nederland wonen,

worden soms nog asielzoekers genoemd. De

term ‘nieuwe Nederlanders’ doet recht aan

het Nederlanderschap van vluchtelingen en

migranten en bevordert hun sociaal-econo-

mische participatie en integratie. Overigens

zijn er veel nieuwe Nederlanders die zich

nog altijd vluchteling blijven noemen. Dat

is een term waaraan zij hun eigen identiteit

ontlenen’.

Die identiteit als vluchteling en migrant, en

de betrokkenheid van nieuwe Nederlanders

bij hun landen van herkomst, moet niet onder

het tapijt geschoven worden, vindt Shehu.

‘Als je het gevoel hebt dat je niet bezig mag

zijn met je land van herkomst, staat dat

integratie en participatie in de Nederlandse

samenleving in de weg. Het is veel beter om

te ervaren dat die betrokkenheid er mag zijn

en om daar op een goede manier vorm aan te

geven. Bijvoorbeeld door, in samenwerking

met organisaties in Nederland, een ontwik-

kelingsproject op te zetten in het land van

herkomst.’

Bruggen bouwenSMS wil bruggen bouwen tussen initiatieven

van nieuwe Nederlanders en Nederlandse

ontwikkelingsorganisaties. ‘Eigenlijk horen

organisaties van nieuwe Nederlanders

gewoon bij het Nederlandse maatschappelijk

middenveld. Maar in de praktijk wordt dat

niet zo ervaren. Het blijkt toch nodig te zijn

om bruggen te bouwen tussen deze twee

werelden, namelijk organisaties van nieuwe

Nederlanders en die van ontwikkelings-

samenwerking.’ SMS doet dat onder andere

samen met Oikos bij de organisatie van

diverse activiteiten zoals de Ideeënwedstrijd.

‘Bij de Ideeënwedstrijd gaat het dan vooral

om het goede idee, de nadruk ligt minder op

het bureaucratisch gehalte. Als je die ideeën

van nieuwe Nederlanders op hun inhoud

beoordeelt, dan zie je dat het geweldige

initiatieven zijn!’

In het kort…organisatie

Stichting Mondiale Samenleving

opgericht

In 2002 door drie vluchtelingenorganisaties

missie

Een bijdrage te leveren aan actief burgerschap

van de Nieuwe Nederlanders in de mondiale

samenleving.

SMS streeft naar het bevorderen van integra-

tie en participatie van nieuwe Nederlanders

in de Nederlandse/Europese samenleving;

wil hen helpen in de wederopbouw, armoede-

bestrijding en duurzame ontwikkeling van

hun landen van herkomst; capaciteitopbouw,

ondersteuning en begeleiding van hun

organisaties; een brug leggen en bevorderen

van samenwerking tussen de initiatieven van

de nieuwe Nederlanders, het maatschappe-

lijk middenveld en overheden in Nederland,

Europa en mondiaal en visa versa.

Page 11: Moving Forward

12

SMHO opgericht in 2005. Het netwerk

bestaat uit 26 kleinere organisaties, voorna-

melijk van Turkse migranten, maar ook van

organisaties van mensen uit Rusland, van

Oeigoeren en mensen uit de Palestijnse ge-

bieden. Wat de deelnemers bindt, is de moti-

vatie om vanuit de tolerante Islam te werken

aan integratie en emancipatie van moslims in

Nederland én om bij te dragen aan armoede-

bestrijding. ‘De Islam leert ons dat je moet

geven aan mensen die het nodig hebben’,

legt Veyis Gungör, adviseur van SMHO, uit.

Het begon allemaal in 1997. In Amsterdam

Noord organiseerden Turkse vrouwen een

bazaar in het buurthuis. NCDO verdubbelde

de opbrengst van 12.000 gulden. Van het geld

werd een tractor gekocht voor een boeren-

coöperatie in Oost-Turkije.

Duurzaam‘Wij doen veel aan bewustwording en het

delen van kennis over internationale ontwik-

keling en internationale samenwerking’,

vertelt Gungör. ‘Voor onze achterban zijn dit

relatief nieuwe thema’s. Wij willen moslims

in Nederland bewust maken dat we met

de zakaat duurzame ontwikkeling kunnen

ondersteunen.’

SMHO ondersteunt ontwikkelingsprojecten

van kleinere organisaties of van particulieren.

Zo willen veel Turkse migranten iets doen voor

hun herkomstdorp. ‘Het criterium is altijd of

het project duurzaam is. De doelgroep van

het project moeten de kwetsbaarste mensen

zijn, daarbij maken we geen onderscheid

naar afkomst of religie. Armoedebestrijding

moet altijd de doelstelling zijn, en we geven

prioriteit aan onderwijsprojecten waarbij

kinderen worden gestimuleerd om onderwijs

te volgen.’ SMHO ondersteunt projecten op

voorwaarde dat de initiatiefnemers de helft

van het benodigde bedrag in Nederland

inzamelen. Zo wil SMHO een brug slaan tus-

sen mensen in Nederland en de mensen die

van het project profiteren.

SMHO zet zakaat in voor duurzame ontwikkeling

Ramadan, de vastenmaand voor moslims, is een tijd van bezinning, maar ook een periode om te geven aan mensen die minder hebben. Van moslims wordt verwacht dat zij 2,5 % van hun inkomen weggeven. Het netwerk van de Samenwerkende Moslims Hulp Organisaties (SMHO) stimuleert moslims in Nederland om die verplichte gift – zakaat – duurzaam in te zetten voor armoedebestrijding in Nederland en in Afrikaanse landen. Veyis Gungör

Page 12: Moving Forward

13Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

IftarTijdens de ramadan zijn er elke avond iftar-

bijeenkomsten, waar mensen samenkomen

om na zonsondergang samen te eten. Tijdens

de iftarbijeenkomsten vertellen vertegen-

woordigers van de SMHO over ontwikke-

lingsprojecten. De aanwezigen krijgen de

mogelijkheid om bij te dragen aan een ont-

wikkelingsproject in Afrika of in Afghanistan.

Gungör legt uit hoe de contacten tussen Ne-

derland en de projectlanden ontstaan. ‘Er zijn

veel Turkse ondernemers actief in Afrikaanse

landen. Zij zien met eigen ogen de behoeften

van lokale gemeenschappen. Terug in

Nederland gaan ze fondsen werven bij andere

ondernemers en bij moskeeën. In Afghanistan

werken we samen met een Turkse partner-

organisatie die daar onderwijsprojecten

uitvoert.’

In 2009 doneert SMHO schapen aan mensen

in Niger, in het kader van het offerfeest. De

organisatie hoopt genoeg geld in te zamelen

zodat 14.000 families 800 schapen of geiten

kunnen kopen.

SchapenvleesDe SMHO draagt ook bij aan armoede-

bestrijding in Nederland. Gedurende vier

dagen rond het offerfeest, wordt er schapen-

vlees ingezameld bij 22 Islamitische slagerijen

in Nederland. Dat vlees wordt verwerkt tot

worsten en gedoneerd aan Van Harte Resto’s

en voedselbanken. Veyis Gungör: ‘Inmiddels

wonen er al bijna een halve eeuw moslims

in Nederland, maar we hadden nog nooit

bedacht dat we het schapenvlees ook met

minderbedeelde niet-moslims konden delen.

Toen dit idee vier jaar geleden werd geïntro-

duceerd, leverde het ook wel discussie op.

Mag je het offervlees aan niet-moslims

geven? Veel mensen moesten een omslag

in hun denken maken. We besloten dat het

gaat om het delen van voedsel met minder-

bedeelden. Dit gebaar wordt ook heel erg

gewaardeerd. ‘Waar waren jullie al die tijd?’,

krijgen we te horen. Nederlandse niet-mos-

lims zijn verrast als ze ontdekken dat wij ook

een bijdrage leveren aan armoedebestrijding.’

In het kort…organisatie

Samenwerkende Moslim Hulp Organisaties

missie

Vanuit de tolerante moslimgemeenschap in

Nederland een bijdrage leveren aan effectieve

en efficiënte hulpverlening in zorg, onderwijs,

milieu, democratisering en mensenrechten.

SMHO werkt aan emancipatie en integratie

van moslims in Nederland enerzijds en aan

hulp in zorg, onderwijs, milieu, democrati-

sering, mensenrechten, emancipatie,

opbouwende remigratie anderzijds.

Page 13: Moving Forward

14

SEVA is een samenwerkingsverband van

Hindoestaanse organisaties die actief zijn

op het terrein van de ontwikkelingssamen-

werking. SEVA werkt vanuit hindoewaarden.

‘Daarbij gaat het om samenwerken, dialoog,

vreedzaam samenleven, respect voor mens en

natuur en dienstbaarheid. Dat zijn overstij-

gende waarden. In de praktijk betekent dat

dat we ons niet alleen maar richten op

mensen van een bepaalde religieuze of

etnische achtergrond. Het grootste deel

van de projecten die we ondersteunen,

komt ten goede aan niet-hindoes.’

RemittancesSEVA ondersteunt projecten van migranten in

landen van herkomst met drie verschillende

fondsen. Een van die fondsen is het Fund

Remittances for Development.

Remittances, het geld dat migranten over-

maken naar hun land van herkomst, is

bedoeld voor het welzijn van hun familie, dat

niet persé gelijk staat aan duurzame armoe-

debestrijding. Dat moeten we goed voor ogen

houden, vindt Bhondoe. ‘Het is niet de bedoe-

ling dat die hele geldstroom nu wordt ingezet

voor armoedebestrijding. Maar we moeten

er wel naar streven om een deel daarvan aan

te spreken voor duurzame ontwikkeling in

de landen van herkomst. Migranten willen

hun geld graag besteden in de gemeenschap

waar ze zelf vandaan komen. Wij stimuleren

hen om het geld te gebruiken voor sociale

programma’s in die gemeenschappen.’

Migranten kunnen zelf een projectvoorstel

indienen bij SEVA. Als het project aan een

aantal voorwaarden voldoet, kan SEVA het

geld dat de migranten zelf hebben opgehaald,

verdubbelen. Samen met een lokale organi-

satie besteedt SEVA het geld in het land van

herkomst.’

Met ondersteuning van SEVA zijn inmiddels

scholen en klinieken gebouwd, microkre-

dieten verstrekt en projecten opgezet in

verschillenden landen. Een voorbeeld van

een duurzaam project voor een hele gemeen-

schap, is een parelhoenderfokkerij in Ghana.

Een aantal gezinnen in een gemeenschap

krijgen parelhoenders waarvan de kuikens

weer door andere gezinnen kunnen worden

gekocht. De verkoop van het vlees van de

parelhoenders zorgt voor een inkomen voor

de hele gemeenschap.

Erkenning nodig voor bijdrage van migranten aan armoede- bestrijding

Per jaar maken Nederlandse migranten meer dan 365 miljoen euro over naar hun families in hun landen van herkomst. Seva Network Foundation stimuleert migranten om het geld dat doorgaans voor remittances gebruikt wordt, aan te spreken voor duurzame armoedebestrijding. De bijdrage van migranten kan een geweldige boost geven aan het realiseren van de millenniumdoelen, stelt Radj Bhondoe van de SEVA Network Foundation.Radj Bhondoe

Page 14: Moving Forward

15Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

ErkenningIn 2006 publiceerde de Wereldbank een

rapport over de bijdrage van remittances aan

de ontwikkeling van landen in het Zuiden.

De onderzoekers concludeerden dat die

bijdrage aan armoedebestrijding groter is dan

alle initiatieven op het gebied van ontwikke-

lingssamenwerking van westerse landen bij

elkaar. ‘Dat was een eerste erkenning van een

officiële instantie van de belangrijke rol die

migranten spelen bij de ontwikkeling van hun

landen van herkomst. Zo´n grote bijdrage

leveren migranten, zelfs als ze nog niet eens

georganiseerd zijn. Ze hebben geen profes-

sionele structuur en krijgen geen geld van de

overheid. Als er binnen migrantengeledingen

een professionele structuur wordt opgezet en

capaciteit wordt versterkt, dan kan hulp-

verlening door middel van remittances nog

veel effectiever en efficiënter zijn. Door die

remittances krijgt het land van herkomst een

aanzienlijke en gestadige stroom van inkom-

sten binnen. Migranten blijven, ook als ze zelf

in moeilijke omstandigheden verkeren, geld

naar hun familie sturen.’

Migranten betrekkenErkenning van de bijdrage van migranten

is belangrijk, vindt Bhondoe. Die erkenning

zou ook zichtbaar moeten worden door het

betrekken van migranten bij het formuleren

van ontwikkelingsbeleid. ‘Migranten waren

niet betrokken bij de formulering van de

millenniumdoelen en zijn ook niet betrokken

bij de uitvoering daarvan. Terwijl migranten

een heel belangrijk instrument vormen voor

de realisatie van die doelen. Dat wordt, naar

mijn mening, door gevestigde organisaties

voor ontwikkelingssamenwerking en door de

overheid, niet genoeg ingezien.’

Migrantenorganisaties moeten zelf ook iets

doen, vindt Bhondoe. ‘Je moet als organisatie

ook een positieve grondhouding hebben, mee

willen denken. Je moet er niet vanuit gaan dat

de overheid je wel weet te vinden.’ Samen met

vier andere migrantenorganisaties is SEVA

bezig met een voorstel voor MFS2, om als

migrantencoalitie een rol te kunnen spelen

bij het formuleren van beleid op het hoogste

niveau.

In het kort…organisatie

SEVA network foundation

opgericht

2002

missie

De missie van Seva Network Foundation is

het bestrijden van armoede en het bevorderen

van de sociaal-economische emancipatie van

bevolkingsgroepen in India, in de landen van

de Hindoestaanse diaspora en in de landen

van herkomst van migranten in Nederland.

Deze missie wordt uitgevoerd vanuit de

waarden ontleend aan de Hindoe-cultuur

en vanuit de ervaringen met pluriforme

leefgemeenschappen en een goed functione-

rend ‘civil society’.

Seva Network Foundation bouwt mee aan

een wereld zonder armoede, waarbij mensen

vanuit diverse culturen en met diverse levens-

beschouwingen vreedzaam en duurzaam

samenleven en samenwerken.

Page 15: Moving Forward

16

‘In 2005 kwamen we, met een aantal vrouwen,

op het idee om een Latijns-Amerikaanse

groep voor vrouwen op te richten. We waren

allemaal actief in verschillende Latijns-

Amerikaanse organisaties en kwamen elkaar

regelmatig tegen. Cordaid, die ons onder-

steunde, adviseerde ons een Platform op te

richten waarin we de krachten van de ver-

schillende Latijns-Amerikaanse organisaties

zouden kunnen bundelen. Vooral kleine orga-

nisaties hebben hulp nodig om hun doelen te

bereiken. En door onze krachten te bundelen,

kunnen we naar buiten toe duidelijker maken

waar we voor staan.’

POLH richt zich op Latijns-Amerikaanse

organisaties die in Nederland werkzaam zijn.

Daarnaast werkt POHL samen met kerken

in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag die

maatschappelijk werk doen onder Latijns-

Amerikaanse mensen.

De kerk is voor veel illegale migranten de

ontmoetingsplek. ‘De kerk biedt ze een

vertrouwensplek. Daar vragen we niet naar

hun papieren maar naar de hulp die ze nodig

hebben. Ze weten dat wat ze vertellen,

binnenskamers blijft.’

VrouwenHet bestuur van POLH bestaat uit zes

vrouwen. Dat is min of meer toevallig zo

gekomen, vertelt Villamil. ‘Wij zijn allemaal

in een algemene ledenvergadering gekozen.

Het is wel zo dat het grootste deel van de

Latijns-Amerikaanse migrantengemeenschap

bestaat uit vrouwen. In de jaren ’70 waren

er veel politieke vluchtelingen. De afgelo-

pen tien jaar hebben we te maken met een

groot aantal illegale migranten uit Latijns-

Amerikaanse landen. Dit zijn ook weer veel

vrouwen die hier komen werken en het geld

terugsturen naar hun families.’

Verliefd‘Je mag tegenwoordig als migrant niet meer

verliefd worden’, merkt Villamil op. ‘Het wordt

je ontzettend moeilijk gemaakt om samen

te leven in Nederland. Ik woonde acht jaar in

Nederland voordat ik de taal goed beheerste.

Nu moet je als migrant in je land van her-

komst al examen doen in de Nederlandse taal.

Hoe is dat, vanuit het niets, mogelijk?’

‘Wij willen duidelijk maken dat migranten

geen criminelen zijn, dat wij als mensen

behandeld willen worden. We ondersteunen

POLH bundelt krachten van Latijns-Amerikaanse migrantenorganisaties

‘Wat zijn je rechten en plichten als burger van Nederland? Hoe voed je je kinderen op tussen twee culturen? Wat heb je nodig om naar de tandarts te gaan?’ Een migrant in Nederland heeft te maken met een groot aantal en heel diverse vragen. Het Platform van Latijns-Amerikaanse Organisaties in Nederland wil Latijns-Amerikaanse migranten ondersteunen bij de integratie en participatie in de Nederlandse samen-leving. Lourdes Villamil is een van de oprichters van het Platform, waarbij nu zestien organisaties zijn aangesloten. Lourdes Villamil

Page 16: Moving Forward

17Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

migranten door ze voorlichting te geven

over rechten en plichten die je in dit land

hebt. Daarnaast voeren we een lobby voor

acceptabel beleid ten opzichte van migranten.’

Organisaties die deel maken van POLH

organiseren voorlichtingsbijeenkomsten en

cursussen. ‘Zij geven voorlichting over het

leven in Nederland, maar zij zorgen ook voor

gezellige bijeenkomsten waar mensen elkaar

kunnen ontmoeten. Het is ook belangrijk

om af en toe een feestje te vieren, om de een-

zaamheid te bestrijden en om het isolement

te voorkomen.’

OntwikkelingsprojectenEen aantal aangesloten organisaties voeren al

op kleine schaal projecten uit. ‘Zij organiseren

een feest of een collecte in de kerk waarmee

ze hun herkomstland ondersteunen. Wij

willen in de toekomst contacten leggen met

lokale organisaties in de landen, om met hen

samen te werken voor duurzame ontwikke-

ling.’

Villamil streeft ernaar dat dat er meer worden.

POLH zal daarbij ondersteuning gaan geven.

‘Het opzetten van ontwikkelingsprojecten

in de landen van herkomst een belangrijk

tweede doel, we hopen daar in 2010 mee te

beginnen. Dit is bovendien een eis van

Cordaid. We willen ons gaan richten op

projecten op het gebied van gezondheidszorg,

educatie en ontwikkelingssamenwerking.‘

StemVillamil is van mening dat het steeds belang-

rijker wordt dat verschillende migranten-

organisaties samenkomen en samen een

stem geven aan de migranten in Nederland.

‘We moeten niet als latino‘s in een hoek gaan

staan. We zijn steeds meer bezig met samen-

werking met organisaties voor migranten uit

Afrika en Azië. We moeten richting de politiek

en richting de Nederlandse maatschappij een

gezicht geven aan de vele migranten die hier

zijn.

In het kort…organisatie

Plataforma de Organizac Latinoamericanas

en Holanda

opgericht

In 2005 door acht vrouwen uit verschillende

Latijns-Amerikaanse landen

missie

Het ondersteunen, coördineren en bundelen

van krachten van bestaande organisaties/

organisaties in oprichting die werken aan het

optimaliseren van sociale en economische

participatie van Latijns-Amerikaanse migran-

ten in Nederland.

POLH strijdt voor een multiculturele samen-

leving waarin personen van verschillende

religies, etnische en culturele oorsprong

gelijke ontwikkelingskansen hebben. POLH

streeft naar een inclusieve samenleving waar

burgers participeren met volledige inacht-

neming van hun rechten en plichten

Page 17: Moving Forward

18

‘De afgelopen tien jaar hebben we ons vooral

gericht op het conflict dat zich afspeelde op

de Molukken. Wij hebben een belangrijk

signaal kunnen geven door gezamenlijk –

moslims en christenen – hulp te bieden aan

alle geloofsgroepen op de Molukken. We

hebben bewust geen partij gekozen en we

hebben ook donoren erop gewezen dat het

belangrijk is dat projecten die zij ondersteu-

nen, zich richten op alle geloofsgroepen. Je

kunt in die explosieve situatie niet een groep

van hulp uitsluiten.’

Pormes vertelt dat het voor TitanE niet

gemakkelijk was om geen partij te kiezen.

‘Binnen onze eigen gemeenschap maak je

daar niet altijd vrienden mee. Daarom hebben

we tussen 1999 en 2004 veel publieksdebatten

binnen onze eigen gemeenschap georgani-

seerd. We nodigden vertegenwoordigers van

NGO´s en vanuit de politiek uit, met verschil-

lende religieuze achtergronden. Het signaal

dat we daarmee hebben gegeven is aangeko-

men in Nederland en in de Molukken. We zijn

er trots op dat de hulp aan de Molukken echt

bij iedereen terecht is gekomen.’

BelangenbehartigerPormes beschouwt TitanE als een belangen-

behartiger van de ontwikkeling op de Moluk-

ken. ‘Er zijn 840 dorpen op de Molukken.

In Nederland worden 80 daarvan vertegen-

woordigd door Molukkers die oorspronkelijk

uit die dorpen komen. De Molukse gemeen-

schap in Nederland is sterk gericht op het

ondersteunen van het ‘eigen’ dorp. Daaraan

willen we tegemoet komen, want daarvoor is

draagvlak. Tegelijkertijd willen we opkomen

voor de belangen van die andere 760 dorpen.

Wij wijzen erop dat de mate van armoede en

onderontwikkeling de maatstaf moet zijn. We

investeren veel in voorlichting en bewustwor-

ding in onze eigen gemeenschap. We maken

mensen bewust van de effecten van het inves-

teren in je eigen dorp en het negeren van het

buurtdorp. Er zit immers maar een paar meter

tussen de dorpen! Als je alleen in je eigen dorp

investeert, creëer je ongelijkheid en onbalans,

een voedingsbodem voor sociale tegenstel-

lingen.’ Ontwikkelingssamenwerking is niet

eenvoudig, vindt Pormes. ‘Dat geldt des te

meer voor migrantengroepen. Die moeten

met meer factoren rekening houden. We

moeten opletten dat we samenwerken met

Hulp van christelijke en islamitische Molukkers komt bij iedereen terecht‘Het is belangrijk dat islamitische en christelijke Molukkers hier in Nederland samenwerken voor een vreedzame samenleving op de Molukken. Door hier samen te werken, geven we een voorbeeld aan de mensen daar.’ Sam Pormes van TitanE legt uit hoe de doelstellingen van de organisatie - een rechtvaardige samenleving op de Molukken bevorderen én een rol spelen bij de bevordering van een multiculturele en multireligieuze samenleving in Nederland – hand in hand gaan. TitanE is een van de oudste migranten zelforganisaties in Nederland. De voorloper van deze organisatie van Molukkers in Nederland, werd in 1969 opgericht.Sam Pormes

Page 18: Moving Forward

19Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

multi-etnische en multi-religieuze organisa-

ties met een regionale benadering. We wijzen

donoren daar ook op.’

OnderwijsTitanE heeft uitgebreide ervaring met het

onderwijsprojecten. Pormes: ‘Onderwijs is

van levensbelang voor duurzame ontwikke-

ling. Jongeren die studeren zijn traditioneel

een soort sociale verzekering voor hun

ouders. Zij kunnen later in het onderhoud

van hun families voorzien. Dat is ook de

positie van veel Molukkers in Nederland – zij

ondersteunen hun families op de Molukken.’

Met die traditie als uitgangspunt, stimuleert

TitanE de Molukse gemeenschap in Neder-

land om ‘hun’ dorpen op de Molukken te

ondersteunen met een studiefonds.

Uit zo’n fonds kunnen studenten collegegeld

en huisvesting in de stad betalen.

Pormes: ‘We zijn kritisch op wat we wel en

niet doen op het gebied van onderwijs. We

vinden dat de overheid verantwoordelijk is

voor het basisonderwijs. Die verantwoor-

delijkheid willen we niet overnemen. We

steunen wel onderwijsvoorzieningen, vooral

als het gaat om buitenschoolse voorzienin-

gen. We ondersteunen ook de renovatie van

schoolgebouwen, bijvoorbeeld de vervanging

van asbest. Daarnaast voorzien we afgelegen

gemeenschappen van leermiddelen. Verder

ondersteunen we particuliere initiatieven. Zo

helpen we particulieren die een project willen

opstarten, met aanvraagformulieren.’

LobbyTitanE wil het de lokale overheid niet te

gemakkelijk maken als het gaat om het

organiseren van onderwijs. De organisatie

voert wel een lobby bij de Molukse over-

heid voor toegang tot goed onderwijs voor

iedereen. ‘We lobbyen bij de gouverneur en

vice-gouverneur en bij de provinciale over-

heid. Daarin werken we samen met lokale

NGO’s. We versterken lokale organisaties, met

name vrouwen, om hun standpunten over

te brengen. We stimuleren vertegenwoordi-

gers uit het maatschappelijk middenveld om

ook actief te participeren. Op dit moment is

maar liefst tien procent van de statenleden

afkomstig uit het maatschappelijk midden-

veld. Dat is nog nooit zo veel geweest. Dat

biedt aanknopingspunten voor de lobby voor

ontwikkeling!’

In het kort…organisatie

TitanE

opgericht

In 1998. TitanE komt voortuit de samen-

voeging van Stichting Rela (1969) en Baileo

Maluku (1993).

missie

Het bevorderen van een rechtvaardige

samenleving in Indonesië op de Molukken,

waarin mensen worden bevrijd uit de

armoedefuik; een samenleving waar de

verschillende culturen en religies van elkaar

kunnen leren en respecteren.

TitanE wil een multiculturele en multi-

religieuze samenleving in Nederland,

waarin geen onderscheid gemaakt wordt in

ras, etniciteit, geloof en sekse.

Page 19: Moving Forward

20

Nedsom werd in 1999 opgericht als een

platform voor autochtone Nederlanders

en Somalische immigranten. Nedsom wil

contact tussen de Nederlandse Somaliërs

tot stand brengen, de Somalische cultuur

promoten en ontwikkelingsprojecten in

Somalië ondersteunen.

Diaspora Partnerschap ProgrammaAls gevolg van de burgeroorlog zijn veel

hoogopgeleide Somaliërs gevlucht. Nedsom

wil die ‘brain drain’ compenseren door hoog-

opgeleide migranten uit te zenden naar hun

land van herkomst.

In het driejarige Diaspora Partnerschap

Programma van Nedsom, kregen bijna of

net afgestudeerde Somalische jongeren en

jonge professionals van Somalische afkomst,

de kans om terug te gaan naar Somalië en

mee te werken aan de opbouw van hun land.

De professionals zijn Somalische migranten

die Somalië goed kennen en goed zijn in

hun werk in Nederland. Zij kunnen met hun

kennis bijdragen aan capaciteitsopbouw van

organisaties en semi-overheidsinstellingen in

Somalië. Bijna- en netafgestudeerden werden

als trainee uitgezonden om ervaring op te

doen en te onderzoeken welke behoeften er in

Somalië zijn.

‘Er zijn veel hoogopgeleide jonge Somaliërs in

Nederland. Sommigen zijn hier op zo’n jonge

leeftijd gekomen dat ze de Somalische taal

niet meer spreken, zij voelen zich meer Ne-

derlanders dan Somaliërs. We geloven dat het

goed is om ze een besef over hun afkomst mee

te geven. Daarnaast willen zij hun capaciteiten

benutten en solidair zijn met ons land van

herkomst. Jongeren die hier als kind gekomen

zijn, kunnen zich niet meer herinneren hoe

het is in Somalië. Wij geven hen de kans om

naar Somalië te gaan en om met eigen ogen

te zien hoe het er is en welke noden er zijn.’

Pijn en tekortkomingNedsom voerde het Diaspora Partnerschap

Programma uit in samenwerking met CARE

Nederland. Het streven was om 23 jongeren

de kans te geven om mee te werken aan de

versterking van het maatschappelijk mid-

denveld in Somalië. Het programma bleek in

een enorme behoefte te voorzien. Uiteindelijk

werden er 30 migranten uitgezonden: 14 jon-

geren en 16 professionals – technici, verpleeg-

kundigen, een IT engineer en professoren.

‘Migranten hebben een gevoel van pijn en tekortkoming tegenover hun moederland’

‘Wij, als jonge Somaliërs, weten wat er speelt in Somalië. We kennen de situatie en we weten welke noden er zijn. Tegelijk weten we hoe het is om immigrant te zijn in Nederland, om op eigen kracht te integreren in de Nederlandse samenleving.’ Guled Yusuf van Nedsom is enthousiast over de brug die Somalische immigranten kunnen slaan tussen Nederland en Somalië. Nedsom verenigt Somalische migranten in Neder-land en verbindt hen met autochtone Nederlanders.Guled Yusuf

Page 20: Moving Forward

21Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Yusuf: ‘Niet alleen de vraag vanuit Somalië

was groot, maar ook vanuit de Somalische

jongeren in Nederland. Veel migranten voelen

pijn en tekortkoming ten opzichte van hun

moederland. Ze willen heel graag iets doen

voor hun land, maar ze krijgen de kans niet

en ze weten niet hoe. Dit programma gaf hen

de kans om op een effectieve en efficiënte

manier iets terug te doen voor Somalië.’

In overleg met het Ministerie van Buitenlandse

Zaken onderzoekt Nedsom hoe er een gevolg

gegeven kan worden aan het succesvolle

Diaspora Partnerschap Programma.

Talk2meOok op andere manieren laten de Somaliërs

vanuit de diaspora zich zien en horen in hun

herkomstland. Via een radiostation voorziet

Nedsom mensen in Somalië van evenwichtige

informatie over hun regio. Ook hierbij wordt

de brug geslagen met Nederland. Via het ra-

diostation proberen Somaliërs in de diaspora

een beeld te geven van hun leven in Nederland.

Daarnaast willen zij het heersende beeld van

Somaliërs bijstellen dat het leven als migrant

in Nederland altijd rooskleurig zou zijn.

In Nederland streeft Nedsom naar duurzaam

contact tussen Somalische migranten en

autochtone Nederlanders, om de integratie

van vluchtelingenjongeren te bevorderen.

Door middel van het project Talk2me ont-

moeten autochtone jongeren en vluchtelin-

genjongeren elkaar. Deze ontmoeting vindt

plaats in de vorm van de talkshow Talk2me.

Nedsom’s motto is ‘op het moment dat je met

iemand gaat communiceren, is er het

begin van integratie’. De talkshow is te zien

op de website van Nedsom en wordt uitge-

zonden bij de regionale omroep Den Haag TV.

In het kort…organisatie

NedSom

opgericht

In 1999 uit initiatieven van Somalische

jongeren met een hogere en middelbare

opleiding die in Nederland woonachtig zijn.

missie

NedSom zet zich met hart en ziel voor de

armoedebestrijding, gelijke kansen tussen

mannen en vrouwen, maar streeft ook naar

een wereld waarin geen grenzen worden ge-

steld aan de ontplooiingsmogelijkheden van

mensen. Nedsom wil bijdrage leveren

aan de economische onafhankelijkheid

van Somaliërs waarin burgers zelfstandig

actief deelnemen aan de ontwikkeling en

wederopbouw van het land.

Page 21: Moving Forward

23Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Deel 2

PracticesOntwikkelingsprojecten van migranten in de praktijk

Page 22: Moving Forward

24

De door Molukse migranten opgerichte

stichting Jajasan Pemadjuan dan Penguatan

Hubungan is al sinds 1983 gericht op de

ondersteuning van Molukkers in Nederland

en op de Molukken. Francien Nussy vertelt

dat Jajasan zich steeds meer op kinderen is

gaan richten. ‘Omdat we zelf zo vaak op de

Molukken komen, zien we met eigen ogen

waar de nood het hoogst is. We zagen dat

heel veel kinderen niet naar school kunnen

omdat hun ouders geen schooluniformen

en schoolgeld kunnen betalen. Of kinderen

zitten met een lege maag in de klas omdat

er geen geld is voor een ontbijt. Toen we in

2007 de Ideeënwedstrijd wonnen, was dat de

aanzet om ons plan om daar iets aan te doen,

te gaan uitvoeren.’

Stichting Jajasan won de Ideeënwedstrijd

met een plan dat uit twee delen bestond.

De stichting wilde 250 basisschoolleerlingen

een pakket met een schooluniform geven en

daarnaast microkredieten ter beschikking

stellen voor moeders. Met een microkrediet

kunnen moeders een kleine onderneming

starten. Als tegenprestatie moeten de

moeders voor een ontbijt zorgen voor drie

of vier kinderen.

Samenwerking‘We werken nauw samen met een zusterorga-

nisatie op de Molukken. Zij kennen de situatie

het best. Zij gaan naar de dorpen en de kam-

pongs om na te gaan waar de hulp het hardst

nodig is. Wij zijn vanuit Nederland ook naar

de Molukken gegaan om daar te spreken met

het dorpshoofd en de hoofdonderwijzer.

Zij gaven aan wie de kansarme kinderen

zijn. Zo zorgen we, in nauwe samenwerking

met de mensen ter plaatse, dat de hulp daar

terecht komt waar dat het hardst nodig is.’

Het uitreiken van de schooluniformen en

microkredieten is onderdeel van een groter

plan voor onderwijs van Jajasan. De stichting

wil een internaat bouwen voor kinderen uit

zowel de islamitische als uit de christelijke

gemeenschap. Francien Nussy: ‘Wij kunnen,

als christelijke organisatie, niet alleen de

christenen helpen. Dat zou het vuurtje weer

aanstoken. Het heikele punt was waar het

internaat gebouwd zou worden. De moslims

willen het op hun gebied maar de christenen

willen het ook op hun grond. Het is heel moei-

lijk om dan de knoop door te hakken, omdat

de vrede op de Molukken nog zo heel broos

was. Uiteindelijk hebben we ervoor

Kansen door onderwijs voor kinderen op de Molukken

Tussen 1999 en 2004 belandden de Molukse eilanden in een spiraal van geweld en verwoesting als gevolg van tegenstellingen tussen moslims en christenen. Het Molukse volk krabbelt weer op en staat nu voor grote uitdagingen. Huizen en scholen zijn verwoest en mensen moeten weer vreedzaam gaan samenleven. Kinderen in het bijzonder zijn slachtoffer geworden van het humanitaire conflict. Veel ouders kunnen geen schoolgeld, schoolboeken en schoolkleding voor hun kinderen betalen. Zo missen veel kinderen de kans op onderwijs. Francien Nussy

Page 23: Moving Forward

25Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

gekozen om het internaat op christelijk

gebied te bouwen. We hebben daar nu grond

voor gekocht en we hebben de juiste papieren.’

Het project heeft alleen kans van slagen als je

goede contacten onderhoudt met de lokale

overheid en andere belanghebbenden, is de

ervaring van Francien Nussy. ‘We zijn met ons

plan naar de gouverneur geweest, naar de

burgemeester van Ambon, naar het synodale

bestuur van de lokale kerk en naar leiders

binnen de islamitische gemeenschap. We

voelden dat we ons moesten bewijzen, dat

we eerst maar eens moesten laten zien dat

we het serieus meenden en dat we echt iets

concreets zouden kunnen bijdragen. Omdat

we een geldprijs kregen met de

ideeënwedstrijd, konden we de school-

uniformen uitdelen waarmee we een

concreet begin hebben gemaakt en waarmee

we aantoonden dat we serieus zijn.’

VertrouwenNiet alles liep zoals Jajasan het van tevoren

gehoopt had. Zo konden microkredieten maar

aan een paar vrouwen uitgereikt worden,

omdat de stichting niet genoeg betrouwbare

tussenpersonen kon vinden. ‘Je vertrouwt

mensen daar het geld toe. Daarbij moet je je

realiseren dat die mensen ook niks hebben.

De verleiding is dan groot om iets van het

geld voor jezelf te gebruiken.’

‘Wij in Nederland doen alles pro deo, maar

voor de mensen met wie we op de Molukken

samenwerken is dat minder vanzelfsprekend.

De tijd die ze steken in vrijwilligerswerk voor

Jajasan, kunnen ze niet gebruiken voor een

tweede baan om te voorzien in het levenson-

derhoud van hun gezin. We moeten ons goed

bewust zijn van de situatie waarin de mensen

zitten met wie wij samenwerken!’

Wijze lessen…

Zorg dat u goede contacten heeft met de lokale overheid en met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden.

Wees u bewust van de situatie van de mensen met wie u in het land zelf samenwerkt, dat zij ook niks hebben.

Houd in uw begroting rekening met hoge bijkomende kosten. Transport, vervoer, reizen, het gaat allemaal moeilijker en het is kostbaarder dan in Nederland.

Page 24: Moving Forward

26

‘Ik schreef mijn eigen levensverhaal. Daaruit

blijkt hoe belangrijk onderwijs voor mij is

geweest. Met mijn verhaal ben ik op ver-

schillende grote ontwikkelingsorganisaties

afgestapt om hen te bewegen om zich in te

zetten voor voortgezet onderwijs in Zuid

Sudan. Keer op keer werd ik teleurgesteld: de

grote organisaties zijn alleen geïnteresseerd

in projecten voor basisonderwijs of voor be-

roepsonderwijs. Ik kreeg het advies om er een

particulier initiatief van te maken en mijn

eigen stichting op te richten.’ In 2005 richtte

Kelei CMSF (Cuey Machar Secondary School

Foundation) op.

Kelei blijft contact zoeken met grote donoren

om fondsen te werven voor zijn project.

Daarnaast organiseert CMSF zelf fond-

senwervingsacties; van meedoen met de

Dam-tot-Dam-loop tot broodjes verkopen op

de campus. ‘Voortgezet onderwijs moet een

onderdeel van het beleid van grote organi-

saties worden. Europa geeft Afrika al bijna

60 jaar voedselhulp. Laten we nu ook kennis

geven, en niet alleen op basisniveau. Europa

is tenslotte ook niet sterk geworden dankzij

voedselhulp, maar dankzij kennis.’

Voortgezet onderwijsKelei is ervan overtuigd dat Zuid Sudan nu

juist meer scholen voor voortgezet onderwijs

nodig heeft. ‘De meeste kinderen in Zuid Sudan

zijn nog wel in staat om basisonderwijs te

volgen. Dat kan vaak in hun eigen dorp. Maar

voor voortgezet onderwijs moeten ze veel

verder weg, naar een stad. Ouders laten hun

kinderen – en vooral hun dochters – dan niet

gaan.’ Kon Kelei benadrukt hoe belangrijk

voortgezet onderwijs is voor de toekomst van

zijn land. ‘We moeten ons land opbouwen. Er

moet weer een goed functionerend overheids-

apparaat komen. De mensen die ons land

zullen leiden, moeten goed opgeleide mensen

zijn.’

Meisjes krijgen niet de kans om verder te

leren omdat zij een hoge bruidschat zullen

opbrengen. Dan is het echter wel van groot

belang dat hun ouders een oogje op hen

houden en dat is onmogelijk als zij buiten de

invloedsfeer van hun familie, in de stad naar

school gaan. Om die reden bouwt CMSF een

school in het dorp. ‘Zo hebben ouders geen

reden meer om te zeggen dat hun dochters

niet naar school kunnen gaan.´

Ex-kindsoldaat bouwt middelbare school in geboortedorp

Kon Kelei (26) werd als jongetje van vier jaar oud samen met andere kinderen door de SPLA meegenomen uit zijn geboortedorp in Zuid Sudan. Vanaf zijn zevende jaar diende hij als kindsoldaat. Op zijn veertiende wist Kon te ontsnappen toen het kamp door het regeringsleger werd aangevallen. In Khartoem probeerde hij de basisschool af te maken en naar de middelbare school te gaan. Toen hij zeventien was, vluchtte Kon naar Nederland. Nu studeert hij rechten in Nijmegen. Zijn ervaringen hebben hem vastbesloten gemaakt om een school voor voortgezet onderwijs te bouwen in zijn geboortedorp, Cuey Machar. Kon Kelei

Page 25: Moving Forward

27Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

BouwCMSF werd gesteund met donaties van

Warchild en NCDO. In 2007 won CMSF 5000

euro bij de Ideeënwedstrijd. Met de donaties

en het prijzengeld kon CMSF in 2008 een start

maken met de bouw van de school. Inmiddels

verrijzen in Cuey Machar de eerste muren van

de school.

Kelei: ‘Ik ben eerst zelf teruggegaan naar mijn

geboortedorp. Daar heb ik gesproken met

dorpsoudsten. Ik heb hen gezegd dat ik hen

eigenlijk niet goed ken; ik was vier toen ik

wegging. Dus ik weet niet wat zij zelf nodig

hebben. Ik heb ze mijn plan laten zien en

gevraagd of zij dit een goed idee vinden, of

dat zij andere dingen harder nodig hebben.

Als ze een waterput of een kliniek beter kun-

nen gebruiken, ga ik me daarvoor inzetten.

Maar zij gaven aan dat ze toegang hebben tot

basisonderwijs en dat een kliniek bereikbaar

is. Dit is wat zij ook nodig hebben.’

Het schoolgebouw bestaat uit acht leslokalen,

een administratieblok met een bibliotheek en

een kantine. De ruimten in de school kunnen

ook door de vrouwen van het dorp als ont-

moetingsplek worden gebruikt. Daarnaast

wil CMSF zorgen voor psychosociale hulp voor

voormalige kindsoldaten in de school.

Kelei nam een plaatselijke aannemer aan en

zette twee van zijn broers in als toezichthou-

ders. ‘Ik heb ze verteld dat ik in Nederland in

grote problemen kom als zij misbruik maken

van hun positie en als ze geld verduisteren. Ik

heb een beroep gedaan op onze familieband.

Dat betekent veel in Sudan.’

Wijze lessen…

Laat uw eigen ervaring, uw eigen geschiedenis, het vertrekpunt zijn van uw initiatief. Uw eigen ervaring geeft u een drive waarmee u mensen voor uw project weet te win-nen.

Ga niet de baas spelen in uw land van herkomst. Laat zien dat u hart heeft voor het land waar u vandaan komt, maar dat u ook wilt luisteren naar wat de mensen zelf willen.

Houd vast aan uw ideaal. Grote organisaties waar u fondsen werft, kunnen u vragen om uw project aan te passen. Wees daarin flexibel, maar houd wel vast aan de kern van uw plan.

Page 26: Moving Forward

28

Jessie Ligan is een van de oprichters van

DAMAYAN, een organisatie van Filippijnse

migranten in Nederland. In 2005 won

DAMAYAN de Ideeënwedstrijd met ‘Maria

goes to town’, een plan om een lokale markt

te starten in Cabubuhan. Op deze markt kun-

nen vrouwen uit de omgeving hun groenten

en fruit verkopen. Ligan: ‘Vrouwen zijn van

groot belang in de Filippijnse maatschappij.

Zij tonen vaak een groter verantwoordelijk-

heidsgevoel voor het welzijn van hun gezin

dan de mannen. Daarom wilden we dit

project speciaal op vrouwen richten’.

FondsenwervingDAMAYAN had 17.000 euro nodig om het plan

voor de lokale markt te kunnen uitvoeren.

Het prijzengeld van de Ideeënwedstrijd hielp

hen op weg. Andere financiers volgden snel.

Ligan: ‘Het kostte ons niet veel moeite om de

fondsen te werven. Het gaat erom dat je een

goed projectvoorstel hebt en dat je dat voor-

stel voorlegt aan de organisaties waarvan de

portfolio overeenkomt met de doelstelling

van je organisatie. Bovendien sloot ons plan

– bestrijding van armoede met de focus op

vrouwen – goed aan bij de millenniumdoelen.’

MillenniumdoelenIn 2000 hebben regeringsleiders van

189 landen afgesproken om vóór 2015 de

belangrijkste wereldproblemen aan te

pakken. Er zijn acht concrete doelstel-

lingen vastgelegd: de millenniumdoelen.

Deze doelstellingen zijn (in het kort):

> Armoede halveren

> Iedereen naar school

> Mannen en vrouwen gelijkwaardig

> Minder kindersterfte

> Verbeteren van de gezondheid van

moeders

> Bestrijden van hiv/aids, malaria en

andere dodelijke ziektes

> Meer mensen in een duurzaam

leefmilieu

> Mondiaal samenwerkingsverband voor

ontwikkeling

Bron: www.millenniumdoelen.nl

Verantwoordelijkheid nemenTussen het indienen van het projectvoorstel

totdat het marktgebouw in Cabubuhan er

stond, zaten zeventien maanden. Maanden

waarin er onderhandeld moest worden met

Lokale markt geeft vrouwen in Cabubuhan inkomsten én zelfvertrouwen‘Ik ben er al lang niet meer geweest, maar mijn hart blijft in mijn geboortedorp. Ik wil mijn dorpsgenoten laten zien dat ik om ze geef, dat ik vooruitgang wil bereiken voor de hele gemeenschap.’ Jessie Ligan komt uit de Filippijnen, uit het dorpje Cabubuhan. ‘Eens in de vier of vijf jaar kom ik er. Als we boodschappen wilden doen, moesten we veertig kilometer reizen naar de dichtstbijzijnde markt. Dat betekent dat boeren die hun producten willen verkopen, ook veertig kilometer moesten reizen. Dat is een groot probleem, ook omdat reizen geld kost. Mijn dorpsgenoten zeiden regelmatig dat ze graag zouden willen dat er een lokale markt zou zijn.’ Jessie Ligan

Page 27: Moving Forward

29Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

de lokale overheid en waarin DAMAYAN

samenwerking opbouwde met een lokale

ngo. ‘Wij vinden het belangrijk dat de lokale

overheid betrokken is en verantwoordelijk-

heid neemt. Het gaat immers om een project

voor de eigen gemeenschap. Wij vinden dat

de lokale overheid dan ook moet bijdragen, en

een stuk grond voor het gebouw ter beschik-

king moet stellen. Het kostte moeite om de

overheid daarvan te overtuigen. Het is ons

gelukt door vol te houden. Steeds weer ons

verhaal met overtuigingskracht vertellen. We

geloven er zelf heilig in, en die overtuiging

hebben we uiteindelijk kunnen overbrengen.

We kregen 1000 vierkante meter om het

gebouw op te zetten.’

Hoewel haar dorpsgenoten zelf aangaven

een lokale markt nodig te hebben, kostte het

Jessie Ligan ook moeite om hen te overtuigen

van haar plannen. ‘Mensen geloven bijna niet

meer in positieve verandering. Ook daarom

is het belangrijk dat de lokale overheid uitein-

delijk achter ons stond en ook geloofde in de

kracht van ons plan. Zo konden we

gezamenlijk de mensen in het dorp over-

tuigen.’ DAMAYAN organiseerde de vrouwen

uit de dorpen Cabubuhan, Kauswagan en

Tulang in een lokale ngo. ‘Het is heel belang-

rijk dat de vrouwen zich eigenaar voelen van

het project en van de markt. Zo blijven ze

betrokken en voelen ze zich verantwoordelijk.

Door hen te trainen in ondernemerschap,

groeit ook hun zelfvertrouwen.’

VoorbeeldDe markt in Cabubuhan is nu elke dag open.

De markt is een voorbeeld voor de omgeving.

‘Vanuit andere dorpen komt ook de vraag naar

een lokale markt. In negen tot twaalf andere

dorpen is er ruimte om een vergelijkbare

markt neer te zetten. Andere ngo’s tonen inte-

resse en komen naar Cabubuhan om te kijken

hoe de vrouwen het daar doen. De markt in

Cabubuhan is het ‘moederproject’. Het geeft

de vrouwen een groot gevoel van trots, dat

wat zij hebben gepresteerd een voorbeeld

voor andere dorpen is.’

Wijze lessen…

Zorg dat er een betrouw-bare lokale organisatie is in het land van herkomst, die ter plaatse dingen kan regelen.

Goede samenwerking met de lokale overheid versnelt en vergemakke-lijkt de uitvoering van uw project.

Bezoek het project regel-matig zelf om te zien hoe het gaat. Vooral bij de start van het project is het belangrijk om de lokale situatie goed voor ogen te hebben.

Voor het werven van fondsen van grote organi-saties is het belangrijk dat u goed op de hoogte bent van de interessegebieden van de organisaties. Dien uw projectvoorstel bij de juiste organisatie in.

Page 28: Moving Forward

30

‘Uiteindelijk zijn er zes containers met spullen

naar Kaap Verdië gegaan. Ook matrassen en

meubilair uit een bejaardenhuis dat werd ver-

bouwd, is zo in Kaap Verdië terecht gekomen.’

Toen Soares in Kaap Verdië was om de spullen

uit Nederland uit te delen, werd ze aangespro-

ken door een jonge moeder. Zij gaf aan dat ze

graag samen met andere tienermoeders een

naaiatelier zouden willen beginnen, maar dat

ze geld nodig hadden om een start te kunnen

maken.

Hart in ActieTerug in Nederland kwam Soares met haar

plan voor het naaiatelier voor tienermoeders

terecht bij Bons Negocios, een overkoepe-

lende stichting voor kleinere organisaties

van Kaap Verdische migranten in Nederland.

Op aanraden van Bons Negocios richtte

Soares Coração em Ação (Portugees voor

‘Hart in Actie’) op.‘Bons Negocios adviseerde

mij ook om te gaan samenwerken met een

partnerorganisatie in Kaap Verdië. Samen

met een lokale partner kan je een duurzaam

project beginnen, waarbij de lokale mensen

kunnen aangeven wat ze nodig hebben. Ik, als

migrant in Nederland, kan dan in Nederland

de fondsen werven voor wat zij nodig hebben’.

Het samenwerken met partnerorganisatie’s

is niet moeilijk, vindt Soares. ‘Ik ken iedereen

daar. Het dorp waar ik vandaan kom, bestaat

uit 650 mensen. Iedereen kent iedereen. Het

is dan niet moeilijk om mensen bij elkaar te

krijgen en te motiveren.’ Met haar idee om

een naaiatelier te starten op Sao Nicolau won

Coração em Ação de tweede prijs in de Ideeën-

wedstrijd. Met de geldprijs van 7.500 euro kon

Soares het plan gaan uitvoeren.

NaaiatelierDe lokale partner Odju da Agua en de tiener-

moeders zorgden zelf voor een locatie voor

het naaiatelier. Een oude huisartsenpost

werd opgeknapt en met spullen uit Nederland

konden de tienermoeders zelf kleding gaan

maken en verkopen. In hetzelfde gebouwtje

is ook een kringloopwinkel en een crèche in-

gericht. Het project is nog kleinschalig, maar

Soares heeft goede hoop dat de opbrengst van

het naaiatelier zal groeien.

‘Het is lastig dat ik niet zo vaak naar Kaap

Verdië kan om met eigen ogen te zien hoe het

gaat. Daar is gewoon te weinig geld voor.

Ik zou er wel graag vaker heen willen gaan om

Coração em Ação helpt tienermoeders in Kaap Verdië

Het project van Carmen Soares in haar geboortedorp op Santa Nicolau in Kaap Verdië, begon in 2005 met de verbouwing van de G. K. van Hogendorpschool (GKH) in Rotterdam. Deze multiculturele school voor vmbo verving het oude schoolmeubilair. Carmen zag hoe alle oude spullen op straat werden gezet en vroeg of zij de tafels en stoelen kon weggeven aan scholen in Kaap Verdië. Leerlingen van de GKH laadden een container vol spullen en Carmen Soares ging naar Kaap Verdië om daar de spullen uit te delen.Carmen Soares

Page 29: Moving Forward

31Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

ze te bemoedigen om door te gaan en vast

te houden aan wat goed gaat. Uiteindelijk

moeten ze het zelf doen. Ik zit op afstand en ik

hoop dat ze het volhouden.’

Soares kan ook niet altijd aanwezig zijn bij

het uitdelen van de spullen. ‘Het uitdelen van

de spullen gebeurt niet altijd eerlijk. Mensen

hebben zo weinig, dat de verleiding groot is

als er een container vol spullen uit Nederland

aankomt.’

ObstakelGebrek aan geld noemt Carmen Soares als het

grootste obstakel. ‘Het kost niet veel moeite

om aan spullen te komen, maar het vinden

van donateurs is moeilijk.’ Soares probeert

geld in te zamelen onder Kaap Verdianen in

Nederland. ‘De Kaap Verdische gemeenschap

is groot, maar er zijn heel veel kleine Kaap

Verdische organisaties. Daardoor is het

moeilijk om de gemeenschap als geheel

te bereiken en te vragen om een bijdrage.

Het zou veel beter zijn als we onze krachten

zouden bundelen. Nu zijn er zoveel kleine

organisaties die elk iets anders doen. Maar ik

hou vol! Maar alle spullen die ik krijg, en elk

beetje geld, helpt.’

BakkerijCarmen Soares heeft inmiddels ook ideeën

voor een nieuw project in Kaap Verdië. ‘Samen

met een andere organisatie, Makica, willen

we mensen helpen om een lokale bakkerij

op te zetten. In de regio waar we dat willen

doen, is de dichtstbijzijnde bakkerij twee

kilometer verderop. Met een microkrediet van

bijvoorbeeld 5000 euro kunnen de mensen

zelf een bakkerij beginnen en daar geld mee

verdienen.’

Wijze lessen…

Wees u ervan bewust dat het uitvoeren van een project moeilijker is dan u van tevoren denkt. Het is een langdurig proces dat veel energie kost.

Het is belangrijk dat de mensen in het land van herkomst aangeven wat zij nodig hebben, wat hun prioriteiten zijn. Neem dat als uitgangs-punt, niet wat u zelf voor ogen heeft om voor hen te organiseren.

Hou vol! Geef niet op om mensen om geld te vragen voor uw project. Alle beetjes helpen.

Page 30: Moving Forward

32

Pasali werd in 1994 opgericht met als doel de

ondersteuning van Filippijnse migranten in

Nederland en hun familie in de Filippijnen.

Nonoy Ty: ‘De eerste jaren zijn we nooit echt

bezig geweest met het werven van fondsen

bij grote organisaties. Alle leden dragen

financieel bij. Daarnaast organiseert Pasali

evenementen om fondsen te werven. Vanuit

het potje dat we zo aanleggen, investeren we

in ondernemingen van de leden in Nederland

en in de Filippijnen’. Pasali investeert ook

in de studie van familieleden van de Pasali-

leden. Familieleden die een opleiding hebben

gevolgd, kunnen vervolgens worden ingezet

om projecten en ondernemingen die Pasali

heeft opgezet, te runnen. Met dit project

‘From Brain Drain to Brain Gain’, won Pasali in

2003 de tweede prijs in de Ideeënwedstrijd.

From Brain Drain…‘Door middel van een klein leningenprogramma

ondersteunen we boeren en vissers. De meeste

van onze leden komen van het platteland.

Daarom weten we hoe hard investeringen

daar nodig zijn.’

Het eerste leningenprogramma dat Pasali

uitvoerde, was geen succes. ‘Dit programma

werd beheerd door een Filippijnse NGO. We

hadden er zelf veel minder controle op. We

hebben hierdoor geld verloren, maar het was

een leerzame ervaring. We weten nu dat we

ons geld nooit zomaar aan een NGO zullen

toevertrouwen. We zetten mensen in die we

kunnen vertrouwen. Een lokale NGO zou dan

wel kunnen helpen bij het geven van training

aan onze partners. En we moeten altijd alert

blijven, ook als onze eigen familieleden de

leiding over de projecten hebben.’

Het tweede leningenprogramma werd een

succes. ‘Dit is een project voor boeren, voor

zowel moslims als christenen. Dat is in de

Filippijnen bijzonder. De leden van Pasali in

Nederland zijn zowel moslims als christenen,

en hier levert dat geen enkel probleem op. Die

goede relatie die we hier onderling hebben,

willen we overbrengen naar de Filippijnen.’

…to Brain GainVanuit Nederland ondersteunt Pasali het

werk in de Filippijnen niet alleen met geld

maar ook met kennis. ‘Veel van onze leden

zijn ingenieurs. Onze kracht is kennis op het

gebied van technologie. Door ons werk hier in

Nederland, en door contacten met Nederlandse

Migranten zetten in Nederland opgedane kennis in op de Filippijnen

De meeste leden van de Filippijnse migrantenorganisatie Pasali gaan weer naar huis. Vanuit Nederland bereiden zij hun terugkeer voor. ‘Als je je terugkeer niet voorbereidt, wordt het heel moeilijk om daar een bestaan op te bouwen’, vertelt Nonoy Ty van Pasali. ‘Samen investeren we in ons land. Wij gaan terug om ons land op te bouwen en we stimuleren hoogopgeleide jongeren om in de Filippijnen te blijven.’Nonoy Ty

Page 31: Moving Forward

33Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

ondernemingen, neemt onze kennis verder

toe. Die kennis kunnen we vervolgens inzet-

ten in de Filippijnen.’ Zo bezocht Pasali ETC/

Compas in Leusden om daar de vraag voor te

leggen waarom de rijstoogsten in China en

Thailand zoveel beter zijn dan in de Filip-

pijnen. ‘Met de daar opgedane kennis zijn en

met onze eigen technische kennis en ervaring

we aan het werk gegaan in de Filippijnen.

Het leningenprogramma is uitgebreid tot

een ruraal ontwikkelingsprogramma gericht

op het verbeteren van de voedselzekerheid.

Hiervoor kregen we steun van Cordaid. In het

gebied waar we werken is de opbrengst van

de rijstoogst verhoogd met ten minste dertig

procent!’

De projecten van Pasali lopen goed en zijn

deels zelfs zelfvoorzienend. Nonoy Ty: ‘Er

blijven uitdagingen. We willen onze projecten

graag uitbreiden naar andere gebieden. Maar

dan hebben we meer fondsen nodig. We staan

nu voor de uitdaging om fondsen te werven

bij grote organisaties. Dat betekent dat we

de taal van die organisaties moeten leren

spreken.’

Kracht van migrantenAndere migrantenorganisaties in Neder-

land tonen belangstelling voor de projecten

van Pasali. Organisaties van migranten uit

Ghana en Liberia willen Pasali’s projecten

ook gaan toepassen in hun eigen land. ‘In

Nederland is een interessante gemeenschap

van migranten uit verschillende landen die

kennis uitwisselen. We zijn ervan overtuigd

dat dit soort projecten ook in andere landen

kunnen werken. De kracht van onze projecten

zit in de migranten. Migranten hebben status

in hun land van herkomst. Hun familie kijkt

tegen ze op, want ze sturen geld terug. Als

zij dan met concrete ideeën voor verbetering

komen, zijn familieleden geneigd om dat van

hen aan te nemen. Lokale overheden hebben

ook vertrouwen in de goede bedoelingen van

migranten. Wij worden niet verdacht van

politieke partijdigheid. Overheden hebben

een positief beeld van migranten, als mensen

die bijdragen aan de groei van de economie.

Dat positieve beeld kunnen we uitbuiten.

Dat geeft hoop voor de toekomst van onze

landen!’

Wijze lessen…

De belangrijkste succes-factoren: een goed plan, de bereidheid om u ervoor in te zetten, geloof in het succes ervan.

Gebruik de bronnen en de kennis die u in Nederland verzamelt, in uw land van herkomst.

Investeer in de mensen met wie u ter plaatse samenwerkt.

Blijf betrokken. Ga met eigen ogen zien wat er gebeurt, ook als een project goed loopt.

Zorg dat u goede samen-werking opbouwt met de lokale overheid.

Page 32: Moving Forward

34

Mohammed Egal, bestuursvoorzitter van

Hirda: ‘Onder Somalische intellectuelen in de

diaspora was grote behoefte om iets te doen,

vooral met het oog op de toekomst voor de

jongste generatie. Daarom was onze focus

in eerste instantie op onderwijs.’

In 1999 werd een school gebouwd met

financiële bijdragen van de Somalische

gemeenschap in Nederland.

MentaliteitsveranderingEen belangrijk onderdeel van het werk van

Hirda is bewustwording. ‘Mensen moeten

leren het zelf te doen, niet af te wachten

totdat er van buiten hulp komt. De mensen

waren gewend dat basis- en voortgezet

onderwijs gratis was. Er is een mentaliteits-

verandering nodig, zodat mensen beseffen

dat ze moeten participeren. Zo helpen we

mensen bij het oprichten van oudercommis-

sies die verantwoordelijkheid krijgen voor het

reilen en zeilen van de school. Het principe

van de oudercommissie kennen wij vanuit

Nederland. We hebben ervaren dat betrokken-

heid essentieel is voor het succes en voor de

duurzaamheid van een project.’

De positie van vrouwen en meisjes krijgt

bij Hirda bijzondere aandacht. Vrouwen in

Somalië zijn de kostwinners en dragen de

verantwoordelijkheid voor het gezin. Tegelijk

krijgen meisjes en vrouwen minder kansen

om zich te ontwikkelen. Egal: ‘We geven

microkredieten aan de ouders onder voor-

waarde dat ze hun dochters naar school

sturen. Dat is een van de dingen die wij doen

om te zorgen voor evenwichtige participatie

van jongens en meisjes in het onderwijs’.

SamenwerkingNa het eerste succes van de bouw van een

school, wilde Hirda meer doen. De stichting

moest donoren vinden voor de financiering

van haar projecten. Egal: ‘We lobbyen bij do-

noren om ze te overtuigen. We hebben Novib

uitgenodigd voor een fact finding mission in

Somalië, zodat deze organisatie kon zien wat

wij daar hebben gedaan en wat we van plan

zijn. Nu worden we gesteund door Novib,

Hivos en Unicef. Het is van groot belang om

een relatie op te bouwen met donoren, om

transparant te zijn en ze te voorzien van alle

informatie.’

Hirda werkt samen met lokale organisaties in

Somalië. ‘We voorzien deze organisaties niet

Hirda verbreekt de stilte rond vrouwenbesnijdenis

De Somalische stichting Hirda werd in 1998 opgericht door Somaliërs die tussen 1992 en 1996 naar Nederland kwamen, op de vlucht voor de gewelddadige strijd tussen krijgsheren. Binnen de Somalische gemeenschap in Nederland ontstond al snel de behoefte om deel te nemen aan humanitaire hulp en bij te dragen aan de opbouw van Somalië. Van infrastructuur en overheidsinstellingen in Somalië staat niets meer overeind. Er is geen functionerende overheid, geen gezondheidszorg en onderwijs, geen wetten en regels. In die onzekere situatie probeert Hirda bij te dragen aan wederopbouw.Mohammed Egal

Page 33: Moving Forward

35Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

alleen maar van fondsen. We adviseren en we

doen het samen. Vanuit Nederland brengen

we veldbezoeken om te zien hoe de projecten

lopen. En we werken met lokale medewer-

kers.’ Een comité in Somalië beslist over het

aannemen van nieuwe medewerkers. Daar-

naast werkt Hirda met vrijwilligers vanuit de

gemeenschappen in Somalië.

Stilte verbrekenEen gevoeliger kwestie is het in Oost Afrika

wijdverbreide gebruik van vrouwenbesnij-

denis. Egal: ‘Tachtig procent van de Somali-

sche vrouwen in Nederland kennen de pijn

van genitale verminking. Dit afschuwelijke

gebruik heeft verstrekkende gevolgen in de

levens van deze vrouwen. Het is nooit terug

te draaien. Iedereen kent het probleem, maar

niemand praat erover. Wij besloten de stilte

te verbreken‘.

Bewustwording is het sleutelbegrip bij

de bestrijding van vrouwenbesnijdenis.

Egal: ‘Veel mensen denken dat dit gebruik

onderdeel is van hun religie, dat het moet

vanuit hun geloof. Door middel van theater

en door het organiseren van bijeenkomsten

en conferenties vertellen we mensen dat dit

niet zo is, dat vrouwenbesnijdenis voortkomt

uit de traditie. We werken hierin samen met

gezaghebbende mensen uit de gemeenschap,

zodat de boodschap geloofwaardig is.’

Naast het bespreekbaar maken van het

probleem, biedt Hirda praktische oplossingen

aan vrouwenbesnijdsters die hiermee de kost

verdienen. ‘Wij bieden deze vrouwen alterna-

tieven. Met ondersteuning van Hivos, kunnen

we deze vrouwen training aanbieden zodat ze

als vroedvrouwen kunnen werken.’

Het probleem is echter wijdverbreid en de

projecten van Hirda zijn een druppel op de

gloeiende plaat. ‘Het probleem is te groot en

we staan tegenover enorme uitdagingen. Er is

geen overheid met wie we kunnen samen-

werken. We werken bovendien in afgelegen

gebieden onder vluchtelingen en ontheem-

den. Er is geen enkele infrastructuur.’ Toch

heeft Egal goede hoop. ‘We zijn toegewijd en

we houden vol. Bovendien kennen wij, en de

mensen met wie we samenwerken, Somalië

en de Somalische cultuur. Dat maakt het

verschil.’

Wijze lessen…

Zorg voor een organisatie die goed in elkaar zit. Dit is van groot belang als je fondsen wilt werven.

Realiseer je dat het opzet-ten van een project tijd, geld en veel moeite zal kosten. Of je succes zult hebben, hangt af van je toewijding. Daar staat of valt alles mee.

Creëer eenheid onder je achterban in Nederland. Zet platformen op waar migranten ideeen kunnen uitwisselen.

Page 34: Moving Forward

37Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Deel 3

Contact

Page 35: Moving Forward

38

Subsidie- en ondersteuningsloketten bij het maken van projectvoorstellen en subsidieaanvragen

Deze lijst van subsidie- en ondersteuningsloketten is niet uitputtend. Kijkt u voor subsidies ook eens op internet, bijvoorbeeld op www.goededoelen.nl, www.fondsen.org of www.steun.nl. Naast reguliere fondsen zijn er ook bedrijven die hun steentje willen bijdragen aan ontwikkelingsprojecten. Soms doen ze dit in de vorm van geld, maar ook in de vorm van goederen. Grote ondernemingen hebben hier vaak een apart fonds voor opgericht. Hierover is op internet vaak wel het een en ander te vinden. Daarnaast kunt u ook uw gemeente raadplegen voor technische of financiële steun. Steeds meer gemeenten proberen burgers tegemoet te komen met eigen initiatieven. Ook zijn steeds meer gemeenten betrokken bij de Millenniumdoelen- campagne. Ten slotte wijzen wij u op de Helpdesk van SMS, waar u terecht kunt met al uw vragen, van het opstarten van een project tot capaciteits-bevordering van migranten hier.

Technische ondersteuning bij het maken van projectvoorstellen en subsidieaanvragen

SMS HelpdeskVia de SMS Helpdesk kunnen organisaties van nieuwe Nederlanders

ondersteuning en begeleiding krijgen met vragen over project-

schrijven, fondsenwerving, organisatieopbouw, netwerken en het

organiseren van activiteiten. Maatschappelijke organisaties en

overheden op landelijk en lokaal niveau kunnen via de helpdesk in

contact komen met organisaties van nieuwe Nederlanders, kennis

nemen van activiteiten en zich laten adviseren. Deze helpdesk

beschikt over een databank met gegevens van organisaties die op

de een of andere manier actief zijn op het gebied van migratie en

ontwikkelingssamenwerking, integratie, cultuur, natuur en milieu,

gezondheidszorg, Europese aangelegenheden en vrijwilligerswerk.

De SMS Helpdesk is iedere werkdag telefonisch bereikbaar

(030) 2148063 of per e-mail: [email protected].

Voor meer informatie: www.sms-vluchtelingen.nl

Linkis lokettenLinkis is een samenwerkingsverband vanCordaid, ICCO, Novib, Hivos,

Plan Nederland, de NCDO en COS Nederland. Iedere financierende

organisatie die deelneemt aan Linkis hanteert eigen criteria bij het

beoordelen van aanvragen voor subsdie. Sommige organisaties zijn

niet in alle landen actief en andere financieren weer bepaalde activitei-

ten wel of juist niet. Projecten die door één van de Linkisorgansisaties

worden gefinancierd, komen niet in aan- merking voor subsidies van

één van de andere aangesloten organisaties. De COSsen kunnen u

helpen een keuze te maken uit één van de organisaties en geven u

advies en begeleiding bij het formuleren van projectvoorstellen.

/ www.linkis.nl

U kunt uw project in de projectengids plaatsen, indien u niet wordt

gefinancierd door een van de organisaties in Linkis. U kunt dan een

username en wachtwoord aanvragen bij [email protected]. Met de

username en het wachtwoord dat u van Linkis ontvangt kunt u uw

eigen project(en) toevoegen aan de projectengids.

COS, Centrum voor internationale samenwerkingHet COS is een regionaal kennis-en expertisecentrum op het gebied

van ontwikkelingsvraagstukken en internationale samenwerking.

Zij geeft voorlichting en informatie aan burgers, particuliere

initiatieven, steden- en vriendschapsbanden, maatschappelijke

organisaties, scholen, instellingen, ambtenaren en bedrijven.

Via de website: www.cosnederland.nl kunt u kijken welke COS er

bij u in de buurt zit.

Page 36: Moving Forward

39Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Financiële ondersteuning bij het maken van projectvoorstellen en subsidieaanvragen

Stichting IntEntVeel migranten willen vanuit Nederland een bijdrage leveren aan de

ontwikkeling van hun land van herkomst door over de grens heen

te ondernemen. IntEnt ondersteunt deze ondernemers door middel

van voorlichting, training, advisering en bemiddeling. Ook verstrekt

IntEnt in sommige gevallen aanvullende garanties. Det geldt niet voor

al hun programmalanden. / www.ondernemenoverdegrens.nl.

CordaidCordaid is een ontwikkelingsorganisatie met een katholieke tradittie.

Cordaid ondersteunt mensen in ontwikkelingslanden en hun orga-

nisaties ongeacht hun leeftijd, sekse, geaardheid, afkomst, geloof of

politieke overtuiging. Met het Particulier Initiatief Fonds financiert

Cordaid kleinschalige projectinitiatieven in ontwikkelingslanden en

biedt zo nodig gevraagde expertise. Cordaid steunt met Projecten

Nederland Internationaal migrantengroepen in hun activiteiten.

Deze groepen moeten bereid zijn om door middel van training en

begeleiding te werken aan de eigen capaciteitsversterking. Verder

wordt er van hen verwacht dat zij hun ervaringen en deskundigheid

met andere lidorganisaties uitwisselen. / www.cordaid.nl.

ICCO, Interkerkelijke Organsiatie voor OntwikkelingssamenwerkingICCO financiert in ontwikkelingslanden, projecten die mensen helpen

een bestaan op te bouwen. Speerpunten van ICCO zijn o.a. duurzaam

land-en bosgebruik, plattelandsontwikkeling, watermanagement,

inkomensverwerving, kredietverstrekking, bevordering van handel en

economie, aidspreventie en de positie van vrouwen. Door middel van

het Deelgenotenfonds steunt ICCO ontwikkelingsinitiatieven van

particulieren. Het initiatief moet aansluiten bij het beleid en landen-

keuze van ICCO. / www.icco.nl.

Hivos, Humanistisch Intituut voor OntwikkelingssamenwerkingDe belangrijkste activiteit van Hivos bestaat uit het verschaffen van

financiële en politieke ondersteuning aan lokale particuliere organsa-

ties. Beleidsthema’s van Hivos zijn duurzame economische ontwikke-

ling, mensenrechten, hiv/aids, kunst &cultuur, de positie van vrouwen

en de rol van ICT bij ontwikkeling. Hivos heeft in totaal vier verschil-

lende fondsen voor samenwerking met Nederlandse organisaties en

individuen. Het Hivos Diversiteitsfonds is (primair) bedoeld voor initi-

atieven van migranten en vluchtelingenorganisaties in Nederland. In

eerste instantie komen voor det fonds alleen projecten in aanmerking

die aansluiten bij de beleidsthema’s van Hivos. Het Hivos Particulier

Initiatief Fonds is specifiek bedoeld om ondersteuning te bieden aan

kleinschalige particuliere initiatieven of activiteiten in Nederland ten

behoeve van projecten in ontwikkelingslanden die draagvlak creëeren

voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland. / www.hivos.nl.

Page 37: Moving Forward

40

Oxfam Novib Het doel van Oxfam Novib is het verlenen van steun aan partner-

organsiaties in ontwikkelingslanden. Novib besteedt extra aandacht

aan de positie van vrouwen, het milieu en mensenrechten. Aanvragen

die worden ingediend moeten de armsten helpen, passen binnen

bestaande sociaal-culturele structuren en gericht zijn op onafhanke-

lijkheid van de doelgroep. / www.oxfamnovib.nl.

Plan NederlandPlan is een wereldwijde, humanitaire, kindgerichte ontwikkelings-

organisatie en stelt zich ten doel de levenssituatie van kansarme

kinderen, hun families en hun levensgemeenschappen te verbeteren.

Belangrijke thema’s voor Plan zijn gezondheidszorg, onderwijs, leef-

omgeving, inkomensverbetering en wereldwijde communicatie. Plan

Nederland ondersteunt projecten die kindgericht zijn en inhoudelijk

aansluiten bij de thema’s van Plan. / www.plannederland.nl

NCDO, Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame OntwikkelingDe diverse financieringsprogramma’s die de NCDO uitvoert, hebben

als gemeenschappelijk doel de betrokkenheid van de Nederlandse

bevolking bij ontwikkelingssamenwerking te vergroten, meningsvor-

ming te stimuleren en mensen te betrekken bij nieuwe ontwikkelingen

en initiatieven. NCDO heeft vier verschillende subsidieregelingen

waar uw project mogelijk voor in aanmerking komt. Kijk op de web-

site welke regeling het beste aansluit op uw voorstel. / www.ncdo.nl

Stichting Wilde GanzenWilde Ganzen steunt vanuit oecumenische inspiratie personen en

instellingen in ontwikkelingslanden . Wilde Ganzen geeft voorname-

lijk éénmalige schenkingen aan concrete, kleinschalige projecten die

materieel van aard zijn (zoals bijvoorbeeld de renovatie van een school

of bouw van een waterput) in ontwikkelingslanden.

/ www.wildeganzen.nl

Stichting DoenDOEN is een fonds dat zich inzet voor een leefbare wereld. Dit doet ze

o.a. door het ondersteunen van initiatieven op gebied van Ontwikke-

lingssamenwerking en mensenrechten. DOEN ondersteunt geen pro-

jecten met een uitgesproken politiek of religieus karakter, projecten in

de gezondhgeidszorg en bouwactiviteiten. Voor overige criteria kunt u

kijken op de website van DOEN. / www.doen.nl

Subsidie- en ondersteuningsloketten bij het maken van projectvoorstellen en subsidieaanvragen(vervolg)

Page 38: Moving Forward

41Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Mama CashMama Cash is een internationaal, onafhankelijk financieringsfonds

voor vrouwen overal ter wereld. Mama Cash verleent nationaal en

internationaal subsidies voor innovatieve projecten van vrouwen,

reisbeurzen en voor algemene ondersteuning van vrouwengroepen.

/ www.mamacash.nl

Rabobank FoundationDit gezamenlijke fonds van de coöperatieve Rabobanken richt zich op

de positieverbetering van kansarme groepen in de samenleving. De

foundation steunt alleen projecten waarbij de lokale bevolking actief

betrokken is bij het project en geeft geen ondersteuning aan projecten

in de gezondheidszorg en het onderwijs. Kijk voor overige criteria op

de website. / www.rabobankfoundation.nl

Page 39: Moving Forward

42

Stichting Oikos

Postbus 19170

3501 DD Utrecht

Telefoon (030) 236 15 00

[email protected]

www.stichtingoikos.nl

Stichting Mondiale Samenleving (SMS)

Hollantlaan 6

3526 AM Utrecht

Telefoon (030) 214 80 63

[email protected]

www.sms-vluchtelingen.nl

NedSom

1ste van Kunstraat 292

2521 AV Den Haag

Telefoon (070) 388 15 71

www.nedsom.com

SEVA Network Foundation

Calandstraat 1

2521 AD Den Haag

Telefoon (070) 330 07 77

[email protected]

www.sevanetwork.nl

TitanE

Postbus 3195

3602 GD Utrecht

Telefoon (030) 294 51 12

www.titane.org

Platform van Latijns-Amerikaanse

Organisaties in Nederland (POHL)

Kaar 70

3192 WB Rotterdam

Telefoon 06–50 887 30

[email protected]

www.plataformalatina.nl

Samenwerkende Moslims

Hulp Organisaties (SMHO)

Sextantweg 6c

1040 HB Amsterdam

Telefoon (020) 684 57 12

[email protected]

www.smho.org

OrganisatiesDeel 1

Page 40: Moving Forward

43Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Damayan Pilipino sa Nederland

Postbus 256

3500 AG Utrecht

[email protected]

www.damayan.nl

Hirda, Somalie

Wibautstraat 150

1091 GR Amsterdam

Telefoon (020) 71 63 831

[email protected]

www.hirda.org

Stichting Jajasan, Molukken

Hollantlaan 6

3526 AM Utrecht

Telefoon 06–533 612 70

[email protected]

www.jajasan.nl

Coração em Ação – Kaap Verdië

[email protected]

CMSF Zuid Sudan

Thomas van Aquinostraat 6

6525 GD Nijmegen

[email protected]

www.cmsf.nl

Pasali, Filippijnen

Blauwgras 26

3068 BE Rotterdam

Telefoon (010) 286 75 04

[email protected]

www.pasalifoundation.org

OrganisatiesDeel 2

Page 41: Moving Forward

44

Nawoord

“Een zaak van iedereen’’, zo noemde ik de beleidsbrief waarin ik mijn beleid op het terrein van ontwikkelingssamenwerking in oktober 2007 uiteenzette. In onze tijd van snelle veranderingen, waarin nog steeds 2,5 miljard mensen moeten rondkomen van minder dan twee dollar per dag, is armoedebestrijding natúúrlijk een zaak van iedereen. Gezien de huidige financieel-economische crisis en de met elkaar samenhan-gende crises op het gebied van klimaat, landbouw, voedsel en energie is de situatie in veel ontwikkelingslanden schrijnend.

Drs. A.G. KoendersMinister voor Ontwikkelings-samenwerking

We hebben de energie en initiatieven van

iedereen in onze samenleving nodig. Investe-

ren in het halen van de Millenniumdoelen is

dan ook uiterst belangrijk. In onze multi-

culturele Nederlandse samenleving betekent

dit dat óók migranten hierin een belangrijke

rol hebben. Het is goed te zien dat veel

migranten die rol in toenemende mate op

zich nemen en zich hierin steeds professioneler

opstellen.

Dat bleek bijvoorbeeld tijdens de beleids-

dialoog die ik gehouden heb met alle orga-

nisaties die actief zijn op het gebied van

ontwikkelingssamenwerking. Op de beleids-

conferentie op 24 en 25 juni 2008 in Ede lieten

vertegenwoordigers van migrantenorganisa-

ties duidelijk en zelfbewust hun stem horen.

Ze pleitten voor meer invloed op het beleid

en deden daar ook voorstellen voor. Dit heb ik

laten terugkomen in de in juli 2008 verschenen

Beleidsnotitie Internationale Migratie en

Ontwikkeling van de staatssecretaris van Jus-

titie en mijzelf. Hierin zetten we onder andere

in op het versterken van de betrokkenheid van

migrantenorganisaties bij ontwikkelings-

samenwerking. Migranten worden door

zowel landen van bestemming als landen

van herkomst in toenemende mate als een

potentiële bron van ontwikkeling beschouwd.

Ik heb daar vele voorbeelden van gezien. Dit

blijkt uit het feit dat landen diasporaminis-

teries hebben opgericht. Dit maakt duidelijk

dat landen van herkomst hun diaspora graag

willen betrekken bij de ontwikkeling van hun

land. Deze ministeries zijn dan ook gebrand

op het maken van goed beleid. Zij hebben hier

niet altijd de juiste capaciteit voor. Daarom

lever ik een bijdrage aan de capaciteitsop-

bouw van Afrikaanse diasporaministeries.

De inzet van migranten beperkt zich al lang

niet meer tot het simpelweg overmaken van

geld naar familieleden. Het belang daarvan,

niet alleen voor hun families maar ook voor

de economieën van hun landen van herkomst,

mag niet onderschat worden. Migranten

gebruiken ook vaak hun in Nederland ver-

worven deskundigheid om bij te dragen aan

de ontwikkeling van hun land van herkomst.

Daarnaast hebben migranten kennis van

lokale omstandigheden, zoals taal en cultuur,

en zijn zij onderdeel van waardevolle netwer-

ken. Deze capaciteiten zetten ze bijvoorbeeld

Page 42: Moving Forward

45Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

in door tijdelijk terug te keren naar hun land

van herkomst of door ontwikkelingsprojecten

op te zetten. In dit boek is te lezen hoe die

projecten steeds professioneler worden en

hoe initiatieven van enkelingen kunnen

uitgroeien tot (semi-)professionele ontwik-

kelingsorganisaties. Dit is een positieve

ontwikkeling.

Positieve ontwikkelingen dus, maar zoals

ik ook in de Beleidsnotitie Internationale

Migratie en Ontwikkeling aangeef, valt er nog

een slag te maken: meer samenwerking en

een sterkere professionalisering kunnen bij-

dragen aan een grotere impact van het werk

van migrantenorganisaties op het terrein van

ontwikkelingssamenwerking. Bovendien is

het van belang dat men de mogelijkheden

onderzoekt tot het vormen van nieuwe part-

nerschappen en coalities. Ik zie bijvoorbeeld

kansen voor ondernemers uit migrantenkrin-

gen. Zij verkeren in een unieke positie om

handelsrelaties tussen Nederland en hun land

van herkomst te bevorderen. Ik zie ook moge-

lijkheden voor het groeiend aantal weten-

schappers met een migrantenachtergrond.

Er is immers behoefte aan gedegen kennis en

analyse van de ontwikkelingen op het terrein

van migratie en ontwikkeling.

Met genoegen neem ik de ontwikkeling dat

migrantenorganisaties een steeds duidelij-

kere rol krijgen in ontwikkelingssamenwer-

king waar. Er wordt hard gewerkt om een

volwaardige partner te worden. Ook ik span

mij in door op maat gesneden trainings- en

coachingsprogramma’s aan te bieden aan Ne-

derlandse migrantenorganisaties. Ik ben dan

ook blij met de initiatieven die SMS, Oikos

en Cordaid ontplooien en wens hen en alle

andere organisaties die op dit terrein actief

zijn, veel succes.

Bert Koenders,

minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Page 43: Moving Forward

46

Colofon

tekst

Van der Weijden Teksten

redactie

Carlijn Savelkouls, Nina de Roo (Oikos)

en Malu Padilla (SMS)

vormgeving

In Ontwerp (Nicky Lumatalale)

druk

© 2009 Stichting Oikos en

Stichting Mondiale Samenleving

Niets uit deze publicatie mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

zonder schriftelijke toestemming van

Oikos en SMS.

meer informatie

Stichting Oikos

Postbus 19170

3501 DD Utrecht

Telefoon (030) 236 15 00

[email protected]

www.stichtingoikos.nl

Stichting Mondiale Samenleving (SMS)

Hollantlaan 6

3526 AM Utrecht

Telefoon (030) 214 80 63

[email protected]

www.sms-vluchtelingen.n

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt

door Cordaid. Deze publicatie is te bestellen

bij Stichting Oikos.

Page 44: Moving Forward

Nonoy Ty, een van de geïnterviewden uit de publicatie is optimistisch. ‘De kracht van onze projecten zit in de migranten. Migranten hebben status in hun land van herkomst. Hun familie kijkt tegen ze op, want ze sturen geld terug. Lokale overheden hebben ook een positief beeld van migranten, als mensen die bijdragen aan de groei van de economie. Dat positieve beeld kunnen we uitbuiten!’

Dat optimisme over de kracht van migranten, deelt Ty met meer geïnterviewden in deze publicatie. Dat betekent niet dat er geen obstakels zijn die overwonnen moeten worden: Leren omgaan met bureaucratie, samenwerken met lokale organisaties en overheden, geld bijeen krijgen in Nederland, de eigen achterban en organisaties in Nederland motiveren. Hoe organisaties van migranten deze obstakels en uitdagingen overwinnen, leest u in deze publicatie die niet voor niets de titel ‘Moving forward’ heeft meegekregen.

Met deze publicatie willen SMS en Stichting Oikos u een nieuwe kijk geven op migranten, hun visies en hun rol in ontwikkelingssamenwerking. Migranten in Nederland denken (en zetten) vaak een stap verder dan menigeen denkt. Dat ziet u terug in deze inspirerende publicatie. Naast praktische tips van migranten die een project opgezet hebben in hun herkomstland, vindt u inspirerende verhalen en nieuwe visies van migranten zelf over hun rol in ontwikkelingssamenwerking.

Moving Een nieuwe kijk op de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking

Forward

20090384-1_OPMAAK.indd 48-49 04-12-2009 09:54:56

Moving Forward is een uitgave in het kader van het Kenniscentrum Migratie & Ontwikkeling.