Top Banner
Pagina 1 van 24 LCI-richtlijn SARS Severe Acute Respiratory Syndrome 1. Historie Op 5 juli 2003 meldde de WHO dat er een eind was gekomen aan een epidemie met een niet eerder gediagnosticeerd respiratoir virus, die begon in november 2002 in het zuiden van China en zich uiteindelijk wereldwijd verspreidde in februari 2003. In Nederland is SARS nooit vastgesteld. In eerste instantie werden de eerste gevallen als een epidemie van atypische pneumonie gezien. Op 12 maart 2003 sloeg de WHO wereldwijd alarm in verband met meerdere gevallen van atypische pneumonie met een onbekende verwekker die in korte tijd gemeld waren uit verschillende landen. Dit nieuwe ziektebeeld noemde men: Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) en de verwekker bleek een niet eerder gediagnosticeerd humaan coronavirus te zijn: SARS-CoV. Er is op dit moment (2015) geen reden om aan te nemen dat het virus in de humane populatie aanwezig is. SARS kan echter opnieuw de kop opsteken als het virus wederom van dier op mens overgaat, of wanneer er (opnieuw) medewerkers van een laboratorium besmet raken (Osterhaus, 2008). 2. Ziekte 2.1 Verwekker De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen, waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS- coronavirus is een RNA-virus. Er zijn al veel langer vier andere humane coronavirussen bekend: 229E, OC43, NL63 en HKUI1. Deze virussen veroorzaken neusverkoudheid net zoals rhinovirussen. Het SARS-CoV onderscheidt zich van deze coronavirussen omdat het bij de mens een lagere luchtweginfectie kan veroorzaken. Een eventuele rol van andere verwekkers is nog niet vastgesteld. Opvallend vaak is er een co-infectie met metapneumovirus, maar de betekenis hiervan is onbekend. 2.2 Pathogenese De pathogenese van SARS is een complex proces, waarbij virus van de initiële plaats van replicatie in de luchtwegen naar diverse organen verspreid, en in combinatie met meerdere andere factoren tot ernstige beschadiging van organen, waaronder vooral de longen, leidt (Gu, 2007). Die factoren zijn deregulatie van cytokinen en chemokinen, gebreken in de aangeboren immuunrespons (onvoldoende interferon respons), directe infectie van immuuncellen, down- regulatie van het ‘lung protective angiotensin converting enzyme 2’, auto-immuun reactie, en genetische factoren van de patiënt. De sleutelfactoren in de pathogenese zijn een abnormale immuunrespons en directe beschadiging van immuuncellen door infectie. 2.3 Incubatieperiode 2 tot 10 dagen (meestal 5 dagen). 2.4 Ziekteverschijnselen De eerste ziekteverschijnselen zijn niet-specifiek en bestaan uit: koorts (>38°C); spierpijn; hoofdpijn.
24

LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Jan 25, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 1 van 24

LCI-richtlijn SARS Severe Acute Respiratory Syndrome 1. Historie Op 5 juli 2003 meldde de WHO dat er een eind was gekomen aan een epidemie met een niet eerder gediagnosticeerd respiratoir virus, die begon in november 2002 in het zuiden van China en zich uiteindelijk wereldwijd verspreidde in februari 2003. In Nederland is SARS nooit vastgesteld. In eerste instantie werden de eerste gevallen als een epidemie van atypische pneumonie gezien. Op 12 maart 2003 sloeg de WHO wereldwijd alarm in verband met meerdere gevallen van atypische pneumonie met een onbekende verwekker die in korte tijd gemeld waren uit verschillende landen. Dit nieuwe ziektebeeld noemde men: Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) en de verwekker bleek een niet eerder gediagnosticeerd humaan coronavirus te zijn: SARS-CoV. Er is op dit moment (2015) geen reden om aan te nemen dat het virus in de humane populatie aanwezig is. SARS kan echter opnieuw de kop opsteken als het virus wederom van dier op mens overgaat, of wanneer er (opnieuw) medewerkers van een laboratorium besmet raken (Osterhaus, 2008). 2. Ziekte 2.1 Verwekker De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen, waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus is een RNA-virus. Er zijn al veel langer vier andere humane coronavirussen bekend: 229E, OC43, NL63 en HKUI1. Deze virussen veroorzaken neusverkoudheid net zoals rhinovirussen. Het SARS-CoV onderscheidt zich van deze coronavirussen omdat het bij de mens een lagere luchtweginfectie kan veroorzaken. Een eventuele rol van andere verwekkers is nog niet vastgesteld. Opvallend vaak is er een co-infectie met metapneumovirus, maar de betekenis hiervan is onbekend. 2.2 Pathogenese De pathogenese van SARS is een complex proces, waarbij virus van de initiële plaats van replicatie in de luchtwegen naar diverse organen verspreid, en in combinatie met meerdere andere factoren tot ernstige beschadiging van organen, waaronder vooral de longen, leidt (Gu, 2007). Die factoren zijn deregulatie van cytokinen en chemokinen, gebreken in de aangeboren immuunrespons (onvoldoende interferon respons), directe infectie van immuuncellen, down-regulatie van het ‘lung protective angiotensin converting enzyme 2’, auto-immuun reactie, en genetische factoren van de patiënt. De sleutelfactoren in de pathogenese zijn een abnormale immuunrespons en directe beschadiging van immuuncellen door infectie. 2.3 Incubatieperiode 2 tot 10 dagen (meestal 5 dagen). 2.4 Ziekteverschijnselen De eerste ziekteverschijnselen zijn niet-specifiek en bestaan uit:

• koorts (>38°C); • spierpijn; • hoofdpijn.

Page 2: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 2 van 24

Binnen 2-7 dagen ontwikkelen de patiënten droge hoest en dyspneu. Er kan ook sprake zijn van diarree. Bovenste luchtwegklachten als keelpijn en neusverkoudheid ontbreken. Tussen dag 7 en 10 verslechtert bij sommige patiënten het ziektebeeld:

• De koorts stijgt; • De zuurstofsaturatie daalt; • Bij 70-90% van de gevallen is sprake van lymfopenie; • In de meeste gevallen met een laboratoriumbevestigde infectie met het

SARS-CoV waren tevens (dubbelzijdige) infiltraten te zien op de thoraxfoto;

• In sommige gevallen treden acute ademhalingsproblemen op (acute respiratory distress syndrome – ARDS) die beademing noodzakelijk maken.

Dodelijke afloop is meestal het gevolg van respiratoire insufficiëntie. Wat betreft de case fatality rates zijn verschillende getallen vermeld uit verschillende landen. Het is sterk afhankelijk van de leeftijd en varieert van 0 tot >50% (bij patiënten ouder dan 60 jaar). De verschillen in sterfte tussen de landen kunnen grotendeels verklaard worden door de leeftijdsverdeling van de SARS-patiënten. De WHO schat de kans op overlijden op 11-15% (WHO-consensusdocument). Over het algemeen wordt gesproken van een case-fatality rate van 10% (Osterhaus, 2008). De casusdefinities die in Nederland gehanteerd worden zijn in lijn met de definities van de WHO voor een verdacht, waarschijnlijk en bevestigd geval van SARS. Verdacht geval van SARS (‘suspect case’) Temperatuur > 38°C (twee keer gemeten ’s ochtends en ’s avonds, zonder antipyretica) en een of meer respiratoire verschijnselen (bijvoorbeeld hoesten, kortademigheid, hypoxie) en voldoet aan één of beide epidemiologische criteria, te weten: • nauw contact met verdachte of waarschijnlijke SARS-patiënt binnen 10 dagen

voorafgaand aan de respiratoire verschijnselen of • recent verblijf (<10 dagen voor de eerste ziektedag) in een gebied waar

recent lokale transmissie van SARS is opgetreden (zie: http://www.who.int/csr/sars/areas/en).

* De epidemiologische criteria kunnen worden aangepast op basis van de epidemische situatie. Waarschijnlijk geval van SARS (‘probable case’) Verdacht geval van SARS en minimaal 1 van de volgende verschijnselen: a. infiltratieve afwijkingen op de thoraxfoto (pneumonie) b. ernstige acute ademhalingsproblemen (acute respiratory distress syndrome, ARDS) c. positieve PCR, serologie of kweek voor het SARS-CoV d. pneumonie bij obductie zonder andere oorzaak Bevestigd geval van SARS (‘confirmed case’) Waarschijnlijk geval van SARS en

Page 3: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 3 van 24

positieve PCR, serologie of kweek voor het SARS-CoV bevestigd door EMC en/of RIVM. Exclusiecriterium Patiënten bij wie een alternatieve diagnose het ziektebeeld volledig kan verklaren, moeten worden uitgesloten. 2.5 Verhoogde kans op ernstig beloop Hogere leeftijd en chronische hepatitis B-infectie indien behandeld met lamivudine vormen mogelijke predisponerende factoren voor een ernstig klinisch beloop van SARS (Peiris, 2003). 2.6 Natuurlijke immuniteit Ondanks dat er meer inzicht is gekomen uit diermodellen en over de interactie van het menselijk immuunsysteem en coronavirussen, zodat er zelfs een prototype vaccine is ontwikkeld, is op dit terrein nu weinig ontwikkeling. 3. Diagnostiek 3.1 Microbiologische diagnostiek De GGD is verantwoordelijk voor het inzetten van diagnostiek naar SARS en andere luchtwegpathogenen. Bij het afnemen van de materialen werkt de GGD samen met de huisarts. Microbiologische diagnostiek naar SARS wordt vooralsnog in Nederland verricht door het SARS-referentielaboratorium: Erasmus Medisch Centrum, Viroscience, unit Klinische virologie Nb1052 Wytemaweg 80 3015 CN Rotterdam Binnen kantooruren telefonisch bereikbaar via: 010-7033431 en buiten kantooruren via: 010-7039222 (vragen naar de dienstdoende viroloog). De uitslagen van het Erasmus Medisch Centrum worden geconfirmeerd door het RIVM. Indien er sprake is van grootschalige verspreiding van SARS in Nederland dan wordt het werk onderling verdeeld tussen het Erasmus Medisch Centrum en het RIVM. Het RIVM is telefonisch bereikbaar via: 030-2742889 (vragen naar de dienstdoende viroloog). Diagnostiek vindt plaats door middel van RT-PCR en sequencing, virusisolatie en het aantonen van antistoffen door middel van immuunfluorescentie (IF) of ELISA. Ook bestaat de mogelijkheid van elektronenmicroscopie (EM) op patiëntmateriaal (sputum of keeluitstrijk). De RT-PCR en de viruskweek worden pas vanaf de 4e ziektedag positief. De uitslag van de PCR kan binnen 6 uur na ontvangst bekend zijn. De viruskweek duurt 3-4 dagen. Serologie is meestal negatief op sera afgenomen in een vroeg stadium en wordt pas op zijn vroegst vanaf dag 4 positief. Serologisch onderzoek kan bijdragen aan het definitief stellen of uitsluiten van de diagnose; er moet één monster aan het begin van de ziekte afgenomen worden en één monster 21 dagen na het ontstaan van de ziekte. Samenvatting SARS-diagnostiek

1. Real Time-PCR op nasofarynxwat, keelwat, neusspoelsel, sputum en feces. Positieve testen worden gevonden vanaf 4 dagen na begin symptomen.

2. Serologie (IF) op acuut en convalescent serum. Positieve testen worden gevonden vanaf 4 dagen na begin symptomen. Echter definitief uitsluiten van infectie met SARS-CoV kan pas 21 dagen na begin symptomen.

3. Virale kweek op nasofarynxwat, keelwat, neusspoelsel en sputum.

Page 4: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 4 van 24

Verzend SARS-verdacht patiëntmateriaal (o.a. nasofarynxwat in virusverzendmedium, keelwat, sputum, serummonster en feces) steeds in overleg met de afdeling Klinische virologie van het Erasmus MC te Rotterdam. Diagnostiek naar andere verwekkers van luchtweginfecties Met het RIVM of Erasmus MC dienen afspraken te worden gemaakt over diagnostiek naar andere verwekkers dan SARS. Diagnostiek waarbij BSL-3-niveau vereist is (detectie en kweek op andere virale verwekkers), wordt − afhankelijk van de uitgebreidheid van de SARS-problematiek in Nederland − ingezet door de afdeling Viroscience, unit Klinische virologie van het Erasmus Medisch Centrum en het RIVM. 3.2 Diagnostiek bij verdenking van SARS De eerste positieve testen worden gevonden vanaf 4 dagen na begin symptomen. Negatieve uitslagen van monsters afgenomen in deze fase van de ziekte kunnen geen consequenties hebben voor de ingezette maatregelen. Tijdstip Materiaal Diagnostiek Locatie 1-3 dagen na ontstaan van de symptomen

Nasofarynxwat SARS, andere virussen EMC Keelwat SARS EMC Serum SARS EMC Sputum SARS EMC

Andere virussen EMC Bacteriën Ziekenhuislaboratorium

BAL en neusspoelsel

SARS EMC Bacteriën Ziekenhuislaboratorium

1 week - 10 da-gen na ontstaan van de sympto-men

Nasopharynxwat SARS EMC Keelwat SARS EMC Sputum SARS EMC Neusspoelsel SARS EMC Feces SARS EMC Serum SARS EMC

Na 21 dagen na ontstaan van de symptomen

Serum SARS EMC

Indien SARS aangetoond wordt, dan wordt het monster ter confirmatie naar het RIVM gestuurd. Indien er sprake is van grootschalige verspreiding van SARS in Nederland, dan worden alle materialen naar het RIVM gestuurd. Aldaar worden de materialen (zo nodig gesplitst en) naar het Erasmus Medisch Centrum (EMC) gestuurd. 4. Besmetting 4.1 Reservoir De bron van het SARS-coronavirus is tot op heden nog niet onomstotelijk vastgesteld. Er zijn zeer sterke aanwijzingen dat hoefijzervleermuizen het reservoir zijn (Ge, 2013). Inmiddels is een groot aantal SARS-gerelateerde coronavirussen gedetecteerd in verschillende vleermuissoorten over de hele wereld (Pfefferle, 2009; Drexler, 2010). Een coronavirus dat bijna identiek is aan het SARS-coronavirus is geïsoleerd uit civetkatten in de Chinese plaats Guangdong (WHO, 2003). Civetkatten functioneren mogelijk als intermediair reservoir. Verschillende andere coronavirussen komen ook bij dieren voor. 4.2 Besmettingsweg Besmetting is aangetoond bij mensen die in nauw contact hebben gestaan met personen die klinische verschijnselen vertonen. Transmissie vindt vermoedelijk plaats van mens op mens via druppels (tijdens praten, hoesten, niezen) of door direct contact met lichaamsvloeistoffen van een besmettelijke patiënt. Het is

Page 5: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 5 van 24

mogelijk dat de neus en ogen als porte d’entrée fungeren zoals bij andere respiratoir overdraagbare virussen. Wanneer besmettelijke personen niet op de juiste manier geïsoleerd zijn, dient ook rekening gehouden te worden met het eventuele risico op transmissie via luchtverversingssystemen (Jefferson, 2007; Riley, 2003; Yu, 2004). De rol van de fecale transmissie is aangetoond tijdens een uitbraak in appartementencomplex Amoy Gardens in Hong Kong waar 321 personen SARS ontwikkelden. Door gebrekkige riolering en een niet werkende afzuiginstallatie zijn viruspartikelen uit de ontlasting van een SARS-patiënt in de badkamers van medebewoners terechtgekomen (feces aerosol). Het SARS-coronavirus kan in feces (en urine) 1 à 2 dagen overleven bij kamertemperatuur. In feces van patiënten met diarree (hogere pH) kan het tot 4 dagen of langer overleven. Op plastic oppervlakken overleeft het virus tenminste 48 uur. Indirecte transmissie via oppervlakken die met lichaamsvloeistoffen zijn verontreinigd, is theoretisch mogelijk, maar speelt een ondergeschikte rol. Een feco-orale transmissieweg speelt in de verspreiding van SARS geen rol en is slechts van theoretisch belang. Coronavirussen zijn thermolabiel. In dierlijke excretia kunnen ze dagen tot weken overleven. 4.3 Besmettelijke periode Er is geen bewijs voor besmettelijkheid voordat er symptomen zijn. Voor maatregelen ter bestrijding gaat men ervan uit dat patiënten besmettelijk zijn vanaf het moment dat ze symptomen ontwikkelen. De respiratoire besmettelijkheid duurt tot 10 dagen na het verdwijnen van de koorts, onder voorwaarde dat de respiratoire symptomen verdwenen zijn. 4.4 Besmettelijkheid Het risico op besmetting is afhankelijk van de fysieke afstand tot de bron en de tijdsduur van het contact. Ook de ernst van de klinische manifestaties van de patiënt is van invloed op de besmettingskans. De grootste kans op verspreiding van het virus ontstaat bij ernstig zieke, opgenomen patiënten. Het coronavirus is in hoge concentraties aangetoond in sputum van patiënten. Lage concentraties zijn gevonden in het bloed tijdens de acute fase van de ziekte. Uitscheiding (106 virusdeeltjes/gram) via de ontlasting is aangetoond en kan duren tot 3 weken na de eerste ziektedag. Patiënten kunnen lange tijd virusuitscheider zijn; de handenhygiëne en toilethygiëne moeten worden benadrukt gedurende 3 weken. 5. Desinfectie Conform de Richtlijn Standaardmethoden reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg Oppervlakken: standaardmethode 2.1; gebruik bij grote oppervlakken >500 ppm vrij chloor uit hypochloriet i.p.v. 250 ppm; vanwege de resistentie van coronavirussen tegen hypochloriet. Voor maatregelen ten aanzien van ambulances na vervoer van verdachte of waarschijnlijke SARS-patiënten zie: LCHV-richtlijn ‘Hygiënerichtlijnen voor de ambulancediensten’, hoofdstuk 4 (de aanbevolen maatregelen zijn dezelfde als bij het vervoer van een patiënt met verdenking op MRSA). Deze richtlijn is te downloaden via de website van de LCHV en via de website van de WIP. 6. Verspreiding 6.1 Verhoogde kans op infectie Afgaande op de gemelde ziektegevallen is er sprake van een verhoogd risico voor:

• medewerkers in de gezondheidszorg;

Page 6: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 6 van 24

• gezinsleden, partners en andere nauwe contacten van besmettelijke patiënten.

6.2 Verspreiding in de wereld Op 31 juli 2003 bedroeg het totaal cumulatieve aantal waarschijnlijke SARS-gevallen wereldwijd 8096, van wie 774 overleden. In totaal hebben 27 landen waarschijnlijke gevallen gerapporteerd aan de WHO. De landen die het meest werden getroffen waren China, Canada, Singapore en Vietnam (Booth, 2003; Donnelly, 2003). Sinds de grootschalige epidemie in China hebben zich vier situaties voorgedaan waarbij SARS werd vastgesteld. In drie van deze situaties betrof het een lab besmetting. De vierde SARS-casus betrof een secundaire transmissie buiten het laboratorium (WHO, 2004). Er hebben zich geen natuurlijke gevallen van SARS meer voorgedaan. De WHO houdt een overzicht bij van gebieden waar recente transmissie van SARS plaats heeft gevonden en van de gebieden waar maatregelen voor reizigers geadviseerd worden (http://www.who.int/csr/sars/areas/en). 6.3 Voorkomen in Nederland Er zijn tot op heden (september 2015) geen gevallen vastgesteld in Nederland. 7. Behandeling Tijdens de uitbraak is een aantal medicijnen geprobeerd met mogelijk therapeutisch effect, maar van geen van deze combinaties is met zekerheid te zeggen of deze bijdragen aan versnelde klaring van het virus of klinische verbetering:

• ribavirine met of zonder corticosteroïden; • interferon met (Loutfy, 2003) of zonder corticosteroïden; • ribavirine met proteaseremmers (waaronder lopinavir/ritonavir) (Chu,

2004). Van andere therapeutische opties zoals convalescent serum, hyperimmuun serum, ACE-remmers, siRNA of monoklonale antilichamen is nog onbekend of het in vivo in de mens werkzaam is. De ondersteunende antibiotische therapie dient in eerste instantie ook gericht te zijn op micro-organismen die gewoonlijk geassocieerd worden met een atypische pneumonie die buiten het ziekenhuis is opgelopen. 8. Primaire preventie 8.1 Immunisatie Ondanks dat er meer inzicht is gekomen uit diermodellen en over de interactie van het menselijk immuunsysteem en coronavirussen, zodat er zelfs een prototype vaccin is ontwikkeld, is op dit terrein nu weinig ontwikkeling. 8.2 Algemene preventieve maatregelen Zie paragraaf 9.3 Preventie van SARS berust op het vermijden van contact met een van SARS-verdachte zieke persoon en diens lichaamsvloeistoffen. De feco-orale transmissieroute speelt in de verspreiding van SARS geen rol en is slechts van theoretisch belang. De WHO heeft geen beperkingen ingesteld met betrekking tot import van producten en dieren uit gebieden met SARS-transmissie. Als er besmette gebieden zijn, dan zal Sanquin uit veiligheidsoverwegingen bloeddonoren uitsluiten die de laatste 28 dagen voor donatie in deze gebieden zijn geweest.

Page 7: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 7 van 24

[Arbo]

• Medewerkers in de gezondheidszorg die in besmette gebieden in ziekenhuizen hebben gewerkt, mogen tot 10 dagen na hun terugkomst niet werken in de patiëntenzorg in Nederland. Uit ervaringen met SARS in gebieden met lokale transmissie is namelijk gebleken dat vooral vanuit de ziekenhuisomgeving verspreiding van SARS plaatsvindt met aanzienlijke risico’s voor medewerkers. Zij vallen wel onder toezicht van de GGD en moeten tweemaal daags de temperatuur meten (niet via oksel) en telefonisch contact opnemen met hun contactpersoon bij het ontstaan van klachten passend bij SARS.

• Medewerkers in de gezondheidszorg die beschermd blootgesteld zijn aan een verdacht of waarschijnlijk geval van SARS mogen hun werkzaamheden voortzetten, maar dienen deze per direct te stoppen bij het ontwikkelen van klachten passend bij SARS.

• Medewerkers in de gezondheidszorg die na verlof terugkeren (en dus niet in een ziekenhuis hebben gewerkt) en korter dan 10 dagen geleden in een gebied zijn geweest waar transmissie plaatsvond, worden beschouwd als een contact van een waarschijnlijk geval van SARS en als zodanig behandeld. Zij mogen hun werkzaamheden voortzetten, maar dienen deze per direct te stoppen bij het ontwikkelen van klachten passend bij SARS.

Strikte isolatie in het ziekenhuis Opname van patiënten die waarschijnlijk SARS hebben, vindt plaats in strikte isolatie (zie WIP-richtlijn Isolatierichtlijnen). Indien er een tekort aan isolatieplaatsen ontstaat, kan cohortverpleging van virologisch bewezen SARS-patiënten worden toegepast. De isolatie duurt tot 10 dagen na het verdwijnen van de koorts en de respiratoire symptomen. 9. Maatregelen naar aanleiding van een geval In de praktijk wordt gewerkt met de volgende drie categorieën patiënten: een verdacht geval van SARS, een waarschijnlijk geval van SARS en een bevestigd geval van SARS (zie paragraaf 2.3). De maatregelen die getroffen worden, zijn afhankelijk van de categorie waarin de patiënt valt (zie bijlage I ‘Maatregelen bij (verdenking) SARS’ en bijlage II ‘Maatregelen contacten van patiënten’). Een zorgvuldige registratie hierbij is essentieel (zie bijlage III ‘Registratie patiëntgegevens SARS). 9.1 Bronopsporing Indien er bij de GGD een verdacht, waarschijnlijk of bevestigd geval van SARS gemeld wordt, dient er brononderzoek ingesteld te worden. Brononderzoek is van groot belang om op tijd maatregelen te kunnen treffen en verdere verspreiding van SARS te kunnen voorkomen. De GGD probeert zoveel mogelijk details van de (mogelijke) bron(en) te achterhalen. Belangrijk daarbij zijn de persoonsgegevens en verblijfs- en ontmoetingsplaatsen van op SARS verdachte personen waarmee betrokkene nauw in contact stond. Bronopsporing gaat terug tot 10 dagen voor de eerste ziektedag. 9.2 Contactonderzoek Het hoofddoel van de melding is om mogelijk andere besmette personen op te sporen, bijvoorbeeld medereizigers, en verdere verspreiding te voorkomen. Verstrek contacten patiënteninformatie over SARS (zie bijlage IV: Informatie voor patiënten en contacten van patiënten) en start het toezicht tot 10 dagen na het laatste contact met een SARS-patiënt. Definitie hoogrisicocontact Personen die zonder beschermende maatregelen nauw contact hebben gehad met een SARS-patiënt vanaf het begin van de symptomen (koorts!).

Page 8: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 8 van 24

Nauw contact betekent: zorgen voor, samenleven met of direct contact hebben met lichaamsstoffen (sputum, nasaal secreet, urine, feces, bloed etc.) van een patiënt met SARS. Binnen 2m afstand van de patiënt is er kans op besmetting door spreken met, aanhoesten of aanniezen door de patiënt. Ook personen die zich in dezelfde kamer hebben bevonden bij een symptomatische patiënt worden genoteerd als een contact (bijvoorbeeld alle aanwezigen in een wachtruimte waar de patiënt verbleef). Definitie laagrisicocontact Personen die met beschermende maatregelen nauw contact hebben gehad met een SARS-patiënt vanaf het begin van de symptomen (koorts!). 9.3 Maatregelen ten aanzien van patiënt en contacten Zie ook bijlage IV: Informatie voor patiënten en contacten van patiënten. Hoe te handelen bij verdachte of waarschijnlijke gevallen van SARS? Een verdachte of waarschijnlijke patiënt moet geïsoleerd worden; ofwel in strikte isolatie in het ziekenhuis ofwel in thuisisolatie. De indicatie voor thuisisolatie wordt in overleg met de GGD en betrokken behandelaars gesteld. Deze indicatie is afhankelijk van de conditie van de patiënt en de sociale omstandigheden. De criteria voor het insturen naar het ziekenhuis zijn de mate van ‘ziek zijn’, de woonsituatie en de sociale omstandigheden van de patiënt. Bij verwijzing dient de waarschijnlijkheidsdiagnose SARS en de reisgeschiedenis van de patiënt aan de specialist kenbaar gemaakt te worden. Vervoer van de patiënt naar het ziekenhuis dient per ambulance plaats te vinden. De ambulancedienst dient op de hoogte gesteld te worden van de verdenking op SARS. Wanneer opname in een – bij voorkeur academisch - ziekenhuis noodzakelijk is, dient de GGD onmiddellijk de deskundige infectiepreventie en de arts-microbioloog van het betreffende ziekenhuis te waarschuwen. Totdat de oorzaak bekend is moet, in aanvulling op de standaardhygiënemaatregelen, strikte isolatie conform de WIP-richtlijn worden toegepast. Deze maatregelen zijn ook van kracht indien patiënten zonder tussenkomst van de huisarts zich melden op de spoedeisende hulp. Indien de patiënt al opgenomen is in een (perifeer) ziekenhuis of ziekenhuis dat geen mogelijkheden heeft om verdachte gevallen van SARS op te nemen, wordt bepaald of het wenselijk is de patiënt over te brengen naar een academisch ziekenhuis. Bij het verplegen van de patiënt moeten de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt worden (FFP2-masker, schort, handschoenen en spatbril). Tevens is het belangrijk dat er een lijst wordt aangelegd van alle onbeschermde en beschermde contacten. Beperk het aantal bezoekers tot een minimum en instrueer deze contacten over de beschermende maatregelen en de toepassing. Bij een bevestiging van de diagnose wordt er gestart met het actief of passief monitoren van de contacten dat tot en met 10 dagen na het laatste contact met de patiënt duurt. Maatregelen bij een verdacht of waarschijnlijk geval van SARS in de thuissituatie De indicatie voor thuisisolatie wordt in overleg met de GGD en de betrokken behandelaren gesteld en is afhankelijk van:

• Ernst van het ziektebeeld; • Mogelijkheid van patiënt om zichzelf thuis goed te verzorgen en de

bijbehorende huishoudelijke taken te verrichten;

Page 9: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 9 van 24

• Of er geen huisgenoten zijn met een verhoogd risicoprofiel voor SARS (bijvoorbeeld verminderde afweer, ouderen, prematuren, mensen met co-morbiditeit).

Wanneer de situatie thuisisolatie toe laat, moeten patiënten zolang zij ziek zijn afzien van (nieuwe) contacten binnenshuis. De patiënt verblijft thuis in een aparte kamer. De patiënt krijgt een goede hoesthygiëne aangeleerd: hij dient in een papieren zakdoekje te hoesten. Bij het verlaten van de kamer draagt de patiënt een chirurgisch mond-neusmasker. Zie voor meer informatie over thuisisolatie ook het Generiek Draaiboek. De isolatie duurt tot en met 10 dagen na het verdwijnen van de koorts en de respiratoire symptomen. Maatregelen ten aanzien van contacten De GGD gaat verspreiding van de ziekte tegen door:

• ervoor te zorgen dat de contacten met de patiënt tot een minimum beperkt blijven;

• ervoor te zorgen dat er voldoende beschermingsmaatregelen genomen worden;

• de hoog- en laagrisicocontacten op te sporen (zie ook paragraaf 9.2). Hoogrisicocontacten Personen die onbeschermd contact hebben gehad met een bevestigde SARS-patiënt, vanaf het moment dat deze patiënt symptomatisch was, worden onder actief medisch toezicht gesteld. Deze personen dienen tweemaal daags de lichaamstemperatuur te meten. Deze personen dienen daarnaast dagelijks contact te onderhouden met de betrokken GGD. Daarnaast geldt voor hen een verbod om gedurende de monitoringsperiode het land te verlaten. Hierdoor kan snel worden ingegrepen als zij symptomen ontwikkelen die kunnen wijzen op SARS. Door snel te handelen kan verdere verspreiding voorkomen worden. De maatregel wordt ingesteld voor 10 dagen na het laatste contact met de symptomatische verdachte, waarschijnlijke of bevestigde SARS-patiënt, maar wordt eerder opgeheven indien bij de betreffende persoon, of bij de patiënt waarmee de persoon contact heeft gehad, SARS kan worden uitgesloten. Bij het ontstaan van klinische verschijnselen wordt direct overgegaan tot strikte isolatie. Laagrisicocontacen Passief medisch toezicht wordt ingesteld voor personen die beschermd contact hebben gehad met een bevestigde SARS-patiënt vanaf het moment dat deze patiënt symptomatisch was. Deze personen dienen tweemaal daags de lichaamstemperatuur te meten. Indien een lichaamstemperatuur van > 38°C wordt gemeten, dient men contact op te nemen de betrokken GGD of de deskundige infectiepreventie ten behoeve van verdere evaluatie. De maatregel wordt ingesteld voor 10 dagen na het laatste contact met de symptomatische verdachte, waarschijnlijke of bevestigde SARS-patiënt. Als er binnen 10 dagen na het laatste patiëntcontact geen temperatuurverhoging optreedt en als zich geen andere symptomen ontwikkelen die op SARS kunnen wijzen, kan SARS worden uitgesloten en kan het medisch toezicht worden beëindigd. Als bij een patiënt met wie de persoon contact heeft gehad SARS kan worden uitgesloten, kan het medisch toezicht eerder worden beëindigd. Met behulp van het schema in bijlage II kan afhankelijk van de aard van het contact worden bepaalde welke maatregelen van toepassing zijn op contacten van mogelijke SARS-patiënten. 9.4 Profylaxe Niet van toepassing. 9.5 Wering van werk, school of kindercentrum Wering van patiënten (verdacht of waarschijnlijk SARS) is van toepassing gedurende de periode dat deze patiënten in isolatie zijn. De isolatie duurt tot 10

Page 10: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 10 van 24

dagen na het verdwijnen van de koorts, onder voorwaarde dat de respiratoire symptomen verminderd of verdwenen zijn. Extra handhygiëne na toiletbezoek (handen wassen en drogen met papieren handdoekjes/keukenrol en daarna handen desinfecteren met handalcohol) dient uit voorzorg 4 weken na het opheffen van de isolatie te worden gecontinueerd. Ook het reinigen van het toilet na elk gebruik door de patiënt zelf dient 4 weken te worden gecontinueerd. [Arbo] Met toepassing van deze hygiënemaatregelen is deelname aan het arbeidsproces na isolatie mogelijk. 10. Overige activiteiten 10.1 Meldingsplicht SARS is een meldingsplichtige ziekte groep A. Dat wil zeggen dat alle personen die voldoen aan de casusdefinities van een verdacht, waarschijnlijk geval of bevestigd geval van SARS, telefonisch gemeld moeten worden aan de arts-infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD meldt conform de Wet publieke gezondheid en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten. Tevens melding in OSIRIS (https://osiris.rivm.nl). Zie voor de casusdefinities paragraaf 2.3. Tevens moeten overledenen die aan onderstaande drie criteria voldoen zo snel mogelijk gemeld worden bij de GGD, deze gelden ook als ‘waarschijnlijk SARS-geval’: Overleden aan een onverklaarde acute respiratoire aandoening en ten minste één van de twee onderstaande voorwaarden:

• een (anamnestisch) nauw contact met een verdacht of waarschijnlijk SARS-geval (<10 dagen voor de aanvang van de symptomen);

• recent verblijf (<10 dagen voor de eerste ziektedag) in een gebied waar recent lokale transmissie van SARS op is getreden;

en ten minste één van de volgende:

• aanwijzingen voor longontsteking of RDS op de longfoto; • een positieve specifieke laboratoriumtest voor SARS-coronavirus; • bij sectie bevindingen die consistent zijn met een RDS zonder dat een

andere oorzaak kan worden vastgesteld. 10.2 Inschakelen van andere instanties Overleg bij verdenking op SARS altijd met de LCI (binnen en buiten kantooruren telefonisch bereikbaar via: 030-2747000). 10.3 Andere richtlijnen

• WIP-richtlijn Algemene voorzorgsmaatregelen • WIP-richtlijn Reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare

gezondheidszorg; standaardmethoden • WIP-richtlijn Strikte isolatie • LCHV-richtlijn Hygiënerichtlijnen voor de ambulancediensten • Landelijk Protocol Ambulancezorg, ‘2.6 Infectiepreventie’

Internationaal:

• CDC. In the absence of SARS-CoV transmission worldwide: guidance for surveillance, clinical and laboratory isolation, and reporting. December 2003.

Page 11: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 11 van 24

• CDC. Public Health Guidance for Community-Level Preparedness and Response to Severe Acute Respiratory Syndrome. December 2003. Supplement B SARS surveillance, http://www.cdc.gov/sars/guidance/B-surveillance/index.html

10.4 Landelijk beschikbaar voorlichtings- en informatiemateriaal Voor voorbeeldbrieven aan SARS-patiënten en contacten van SARS-patiënten zie bijlage IV van deze richtlijn. 10.5 Literatuur

• Booth CM, Matukas LM, Tomlinson GA, et al. Clinical features and short-term outcomes of 144 patients with SARS in the greater Toronto area. JAMA 2003; 289:1-9.

• Chu CM, Cheng VCC, Hung IFN, Wong MML, Chan KH, Chan KS, Kao RYT, Poon LLM. Role of lopinavir/ritonavir in the treatment of SARS: initial virological and clinical findings. Thorax. 2004. 59: 252-256

• Donnelly CA, Ghani AC, Leung GM, et al. Epidemiological determinants of spread of causal agent of severe acute respiratory syndrome in Hong Kong. The Lancet. 2003. Vol. 361 (9371). 1761-1766.

• Drexler JF, Gloza-Rausch F, Glende J, Corman VM, Muth D, Goettsche M, Seebens A, Niedrig M, Pfefferle S, Yordanov S, Zhelyazkov L, Hermanns U, Vallo P, Lukashev A, Müller MA, Deng H, Herrler G, Drosten C. Genomic characterization of severe acute respiratory syndrome-related coronavirus in European bats and classification of coronaviruses based on partial RNA-dependent RNA polymerase gene sequences. J Virol. 2010 Nov;84(21):11336-49.

• Ge X-Y, Li J-L, Yang X-L, Chmura AA, Zhu G, Epstein JH, Mazet JK, Hu B, et al. Isolation and characterization of a bat SARS-like coronavirus that uses the ACE2 receptor. Nature. 2013; 503: 535-538

• Gelinck LBS, Steenbergen van JE, Dissel van JT. Severe acute respiratory syndrome (SARS): epidemiologie, diagnostiek en preventie. Ned Tijdschr Geneeskd 2003, 147(30): 1449-1454.

• Gu J, Korteweg C. Pathology and pathogenesis of severe acute respiratory syndrome. American Journal of Pathology. 2007; 170(4): 1134-1147

• Jefferson T FR, Del Mar C, Dooley L. Interventions for the interruption or reduction of the spread of respiratory viruses. Cochrane Datbase of Systematic Reviews 2007(4).

• Loutfy MR, Wallington T, Rutledge T, Mederski B, Rose K, Kwolek S, McRitchie D, Ali A, et al. Hospital Preparedness and SARS. Emerging Infectious Diseases. 2004; 10(5): 771-776

• Osterhaus ADME, Haagmans BL. Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) vaccines. In: Plotkin SA, Orenstein WA, Offit P, editors. Vaccines. Fifth edition ed: Saunders Elsevier, 2008:1301-1306.

• Peiris JSM, Chu CM, Cheng VCC, et al. Clinical progression and viral load in a community outbreak of coronavirus-associated SARS pneumonia: a prospective study. Lancet 2003; 361:1767-1772. http://image.thelancet.com/extras/03art4432web.pdf (accessed May 22, 2003).

• Pfefferle S, Oppong S, Drexler JF, Gloza-Rausch F, Ipsen A, Seebens A, Müller MA, Annan A, Vallo P, Adu-Sarkodie Y, Kruppa TF, Drosten C.Distant relatives of severe acute respiratory syndrome coronavirus and close relatives of human coronavirus 229E in bats, Ghana. Emerg Infect Dis. 2009 Sep;15(9):1377-84.

• Riley S, Fraser C, Donnelly CA, Ghani AC, Abu-Raddad LJ, Hedley AJ, et al. Transmission dynamics of the etiological agent of SARS in Hong Kong: impact of public health interventions. Science 2003;300(5627):1961-6.

• Timen A, Vliet van JA, Rijckevorsel van GGC. SARS en public health in Nederland. Infectieziekten Bulletin 2003; 8:271-275.

Page 12: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 12 van 24

• WHO. Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS). 27 november 2003 http://www.WHO.int/gb/EB_WHA/PDF/EB113/eeb11333.pdf (26 maart 2004).

• WHO. WHO guidelines for the global surveillance of severe acute respiratory syndrome (SARS). 2004. http://www.who.int/csr/resources/publications/WHO_CDS_CSR_ARO_2004_1.pdf?ua=1

• WHO. Consensus document on the epidemiology of severe acute respiratory syndrome (SARS) Department of communicable disease surveillance and response, May 2003. http://www.who.int/csr/sars/en/WHOconsensus.pdf?ua=1

• Yu IT, Li Y, Wong TW, Tam W, Chan AT, Lee JH, et al. Evidence of airborne transmission of the severe acute respiratory syndrome virus. N Engl J Med 2004;350(17):1731-9.

Bijlagen: Bijlage I: Maatregelen vanaf het eerste moment Bijlage II: Maatregelen contacten van SARS-patiënten Bijlage III: Registratie patiëntgegevens SARS Bijlage IV: Informatie voor patiënten en contacten van patiënten

Page 13: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 13 van 24

Bijlage I: Maatregelen bij (verdenking) SARS Ia: Verdenking bij patiënt in de huisartsenpraktijk

Verdenking SARS-patiënt bij huisarts

De huisarts neemt persoonlijke beschermingsmaatregelen (FFP2 masker, schort, handschoenen). De patiënt wordt afgezonderd.

De huisarts neemt contact op met de dienstdoende arts infectieziektebestrijding van de GGD en/of een infectioloog in het ziekenhuis en bespreekt de

verdenking. GGD en huisarts bespreken vervolgens de verdenking en bepalen of patiënt voldoet aan

casusdefinitie

Verdenking gegrond?

Verdacht of waarschijnlijk geval van SARS

De GGD bespreekt met huisarts de procedures voor contactinventarisatie binnen de praktijk (zie 6.2 en

bijlage 6 van generiek draaiboek), monstername en isolatie van patiënt (zie 6.8 en bijlage 9 van generiek

draaiboek)

De huisarts registreert alle personen die binnen de praktijk (personeel en patiënten) beschermd of onbeschermd in contact zijn geweest met de verdachte patiënt (zie bijlage 6 van generiek

draaiboek) en verzoekt personen bereikbaar te zijn voor GGD

De GGD inventariseert alle contacten. De GGD benadert de contacten telefonisch en verifieert of zij voldoen aan de contactdefinitie

De GGD assisteert de huisarts eventueel bij de monsterafname. De GGD zorgt voor de juiste

(verpakkings)materialen. In overleg met EMC en RIVM/IDS zorgt de GGD voor de verzending van de

monsters

In afwachting uitslag wordt de patiënt geïsoleerd. De GGD bepaalt in overleg met huisarts of patiënt thuis

kan blijven of opgenomen dient te worden in ziekenhuis (afhankelijk van toestand en woonsituatie patiënt, GGD coördineert eventueel vervoer). GGD

wijst een ‘contactpersoon’ toe aan de patiënt en bespreekt de maatregelen met huisarts en patiënt.

Patiënt blijft in isolatie tot één van de volgende twee situaties zich voordoet:- negatieve diagnose (waarbij in acht moet worden genomen dat eerste positieve testen pas 4 dagen na begin symptomen worden gevonden)- 10 dagen na klinisch herstel bij positieve diagnose

Geen verdenking SARS. Geen extra maatregelen noodzakelijk

JA

b99

De GGD informeert CIb/LCI

Zie bijlage II: Maatregelen contacten van SARS-patiënten

Contacten Patiënt

Page 14: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 14 van 24

Ib: Verdenking bij een patiënt in de thuissituatie

Verdenking SARS-patiënt in thuissituatie

Indien huisarts op visite is bij patiënt dient de huisarts persoonlijke beschermingsmaatregelen te treffen. Indien de verdenking ontstaat via een telefonisch consult wordt

de volgende stap uitgevoerd

De huisarts neemt contact op met de dienstdoende arts infectieziektebestrijding van de GGD en/of een infectioloog in het ziekenhuis en bespreekt de

verdenking. GGD en huisarts bespreken vervolgens de verdenking en bepalen of patiënt voldoet aan

casusdefinitie. Indien verdenking SARS-patiënt ontstaat na telefonisch consult besluit de huisarts in overleg met

GGD en/of een infectioloog in het ziekenhuis of huisbezoek plaats gaat vinden of dat patiënt naar

ziekenhuis wordt gestuurd.

Verdenking gegrond?

Verdacht of waarschijnlijk geval van SARS

De GGD inventariseert alle contacten. De GGD benadert de contacten telefonisch en verifieert of zij voldoen aan de contactdefinitie

De GGD assisteert de huisarts eventueel bij de monsterafname. De GGD zorgt voor de juiste

(verpakkings)materialen. In overleg met EMC en RIVM/IDS zorgt de GGD voor de verzending van de

monsters

In afwachting uitslag wordt de patiënt geïsoleerd. De GGD bepaalt in overleg met huisarts of patiënt thuis

kan blijven of opgenomen dient te worden in ziekenhuis (afhankelijk van toestand en woonsituatie patiënt, GGD coördineert eventueel vervoer). GGD

wijst een ‘casemanager’ toe aan de patiënt en bespreekt de maatregelen met huisarts en patiënt.

Patiënt blijft in isolatie tot één van de volgende twee situaties zich voordoet:- negatieve diagnose (waarbij in acht moet worden genomen dat eerste positieve testen pas 4 dagen na begin symptomen worden gevonden)- 10 dagen na klinisch herstel bij positieve diagnose

Geen verdenking SARS. Geen extra maatregelen noodzakelijk

JA

b99

De GGD informeert CIb/LCI

Zie bijlage II: Maatregelen contacten van SARS-patiënten

Contacten Patiënt

De GGD bespreekt met huisarts de procedures voor monstername en isolatie van patiënt (zie 6.8 en

bijlage 9 van generiek draaiboek)

Page 15: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 15 van 24

Ic: Verdenking bij patiënt opgenomen in het ziekenhuis

Verdenking op SARS bij in ziekenhuis opgenomen patiënt

De patiënt wordt in strikte isolatie geplaatst

De behandelaar bespreekt de situatie met een Deskundige Infectieziektepreventie. De behandelaar

neemt vervolgens contact op met de dienstdoende arts infectieziektebestrijding van de GGD en bespreekt de verdenking. GGD en behandelaar bepalen of patiënt

voldoet aan casusdefinitie

Verdenking gegrond?

Verdacht of waarschijnlijk geval van SARS

De GGD bespreekt met de behandelaar de procedures voor monstername en isolatie van

patiënt (zie 6.8 en bijlage 9 van generiek draaiboek). De GGD bespreekt met de bedrijfsarts van het

ziekenhuis de procedures voor contactinventarisatie binnen het ziekenhuis (zie 6.2 en bijlage 6 van

generiek draaiboek)

De bedrijfsarts/deskundige infectiepreventie registreert alle personen (personeel, patiënten en

bezoekers) die binnen het ziekenhuis beschermd of onbeschermd in contact zijn geweest met de

verdachte patiënt (zie 6.2 en bijlage 6 van generiek draaiboek) en verzorgt de eventuele monitoring van het ziekenhuispersoneel indien wordt voldaan aan

de contactdefinitie. De contactlijst wat betreft patiënten en bezoekers wordt doorgegeven aan de

GGD.

De GGD inventariseert contacten binnen en buiten het ziekenhuis (m.u.v. ziekenhuispersoneel). De

GGD benadert de contacten telefonisch en verifieert of zij voldoen aan de contactdefinitie

Patiënt blijft in isolatie tot één van de volgende twee situaties zich voordoet:- negatieve diagnose (waarbij in acht moet worden genomen dat eerste positieve testen pas 4 dagen na begin symptomen worden gevonden)- 10 dagen na klinisch herstel bij positieve diagnose

Geen verdenking SARS. Geen extra maatregelen noodzakelijk

JA

b99

De GGD informeert CIb/LCI

Zie bijlage II: Maatregelen contacten van SARS-patiënten

Contacten Patiënt

Page 16: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 16 van 24

Bijlage II: Keuze maatregelen contacten van patienten SARS Met behulp van onderstaand schema kan afhankelijk van de aard van het contact worden bepaald welke maatregelen van toepassing zijn op contacten van mogelijke SARS-patiënten.

Persoon in contact geweest met bevestigde

SARS-patiënt?

Geen aanvullende maatregelen nodig

JAonbeschermd

JAbeschermd

NEE

Contact wordt beschouwd als eenlaagrisicocontact

Passief medisch toezicht wordt ingesteld (tot en met 10 dagen na

laatste contact met patiënt)

Verdachte patiënt wordt zo lang als nodig geïsoleerd (thuis of in het ziekenhuis)

Ontwikkelt persoon

klachten?

Ontwikkelt persoon

klachten?

NEE NEE

JA

Maatregelen worden opgeheven

Contact wordt beschouwd als eenhoogrisicocontact

Actief medisch toezicht wordt ingesteld (tot en met 10 dagen na

laatste contact met patiënt)

JA

Zie bijlage I: Maatregelen vanaf het eerste moment

Page 17: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 17 van 24

Bijlage III: Inventarisatieformulier SARS als hulpmiddel voor de GGD Volgnummer: ………………… Osirisnummer: ………………… Ingevuld dd.…/…/… Door: ……………………………… GGD: ……………………… Tel: ……………… E-mail: ……………… Algemeen 1. Naam: ……………………………… Voorletters: ……………………… M/V Geb. datum:……/……/…… Nationaliteit: ……………………… Beroep: …………………………………… Straat: ……………………………………… Nummer: ……………………… Postcode: ………………………………… Woonplaats: ……………………… BSN:………………………………………… Land: ……………………………………… Huisarts: ………………………………… Tel.: ……………………… Specialist:………………………………… Tel.: ……………………… Ziekenhuis: ……………………………… 2. Informatie verstrekt door: O Patiënt zelf O Huisgenoot O Familielid O Anders, namelijk……………………………………… Naam: …………………………………... Tel: ………………………………………………… 3. Verblijfplaats patiënt op dit moment: ………………………………………………… Sinds:…/…/… …………………………………………………… Medische geschiedenis 4. Is er sprake van onderliggend lijden? O Ja O Nee O Onbekend Beschrijving: ………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… 5. Heeft patiënt gedurende de laatste maanden immunosuppressiva gebruikt? O Ja O Nee O Onbekend 6. Andere medicatie? O Ja O Nee O Onbekend a. ……………………………… Dosering……………………………… b. ……………………………… Dosering……………………………… c. ……………………………… Dosering……………………………… d. ……………………………… Dosering……………………………… Huidig beeld 7. Datum eerste symptomen (koorts, hoesten, etc.): ……/……/……… Koortsverloop (zo nauwkeurig mogelijk) 8. Koorts? (> 38°C) O Ja O Nee O Onbekend Indien ja, datum begin koorts: …/…/…… 9. Wat is de hoogst gemeten temperatuur? ……°C, op datum: …/…/………

Page 18: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 18 van 24

10. Heeft patiënt antipyretica gebruikt gedurende de laatste 10 dagen? Zo ja, welke dosering? O Ja O Nee O Onbekend Respiratoire symptomen: 11. Heeft de patiënt klachten die wijzen op een infectie van de lagere luchtwegen, zoals droge hoest, kortademigheid, moeite met ademen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 12. Is er een thoraxfoto of CAT-scan gemaakt? Zo ja, heeft dat aanwijzingen opgeleverd voor Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS) of pneumonie? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Overige symptomen 13. Heeft de patiënt last van diarree? Zo ja, sinds wanneer? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Epidemiologische risicofactoren Werk 14. Is de patiënt werkzaam in de zorg?* * Elke persoon met nauwe contacten met patiënten, ruimtes waar patiënten verblijven of materialen waar patiënten gebruik van maken (bedlinnen, etc.). O Ja, als (functie) ………………………………………………………………………… in de volgende instelling (naam instelling):………………………………… O Nee Contact 15. Is de patiënt in de 10 dagen voorafgaand aan het ontstaan van symptomen in contact geweest met een verdacht, waarschijnlijk of bevestigd geval van SARS? O Ja (verdacht geval) O Ja (waarschijnlijk geval) O Ja (bevestigd geval) O Nee O Onbekend Indien ja, geef aan de gegevens van het contact en de aard van het contact: Gegevens contact: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Aard van het contact: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Reisgeschiedenis 16. Heeft de patiënt in de 10 dagen voorafgaand aan het ontstaan van symptomen verbleven in een gebied waar SARS voorkomt?* O Ja O Nee O Onbekend * Voor een actuele lijst met gebieden waar SARS voorkomt, zie http://www.who.int/csr/sars/areas/en/ Bestemming:…………………………………… Aankomst: ……/……/……… Vertrek: ……/……/……… Vluchtnummer ……………………

Page 19: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 19 van 24

Bestemming:…………………………………… Aankomst: ……/……/……… Vertrek: ……/……/……… Vluchtnummer …………………… Bestemming:…………………………………… Aankomst: ……/……/……… Vertrek: ……/……/……… Vluchtnummer …………………… Was de patiënt gedurende reis of binnen 24 uur na aankomst symptomatisch? O Ja O Nee O Onbekend Diagnostiek 17. Is SARS vastgesteld door laboratoriumdiagnostiek? O Ja O Nee O Diagnostiek is ingezet, uitslag nog niet bekend O Onbekend Indien ‘Ja’ of ‘ingezet’, welk lab en welke methode:……………………………………………… 18. Heeft diagnostiek een ander respiratoir pathogeen opgeleverd? O Ja O Nee O Onbekend Toelichting:…………………………………………………………………………………………… Ruimte voor aanvullende opmerkingen: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Verstuurd per fax of ingescand per mail aan CIb/LCI (fax 030 274 4455, of [email protected]) datum: ……/……/…………

Page 20: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 20 van 24

Bijlage IV: Informatie voor patienten en contacten van patienten IVa: Informatie voor verdachte of waarschijnlijke SARS-patiënten in ziekenhuis Geachte heer, mevrouw, U bent kortgeleden in contact geweest met een patiënt bij wie de ernstige ziekte SARS is vastgesteld. Het is mogelijk dat u daardoor ook besmet bent geraakt met het SARS-virus. Op dit moment heeft u namelijk klachten die hierop kunnen wijzen. Daarom wordt u getest op het SARS-virus. In afwachting van de testuitslag is het nodig om voorzorgsmaatregelen te treffen om verdere verspreiding van het SARS-virus te voorkomen. Na overleg met de GGD is besloten dat u in het ziekenhuis in strikte isolatie wordt opgenomen. In deze brief leggen wij uit wat de ziekte SARS is en wat dat voor u betekent. Wat is SARS? • SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een levensbedreigende vorm

van longontsteking • De eerste ziekteverschijnselen bestaan uit: koorts (>38°C), spierpijn en

hoofdpijn. Ook droge hoest en kortademigheid komen voor. • Mensen die contact hebben gehad met een SARS-patiënt kunnen tot 10 dagen

na het contact nog ziek worden. Gemiddeld is dat binnen 5 dagen. Voor meer informatie over SARS kunt u kijken op www.rivm.nl/Onderwerpen/S/SARS Hoe groot is de kans dat u het SARS-virus overdraagt aan anderen? Omdat u mogelijk het SARS-virus bij u draagt is er een risico dat u dit aan andere mensen overdraagt. Het SARS-virus kan zich via de lucht verspreiden door hoesten, niezen en direct lichamelijk contact. Omdat SARS een zeer ernstige besmettelijke ziekte is, moet u voorzorgsmaatregelen nemen. Wat vragen we van u? Zolang u klachten heeft en het nog niet duidelijk is of u SARS of aan een andere aandoening hebt, wordt u in strikte isolatie opgenomen in het ziekenhuis. Deze isolatie wordt op vrijwillige basis ingesteld. Dat geldt ook voor het onderzoek. Omdat SARS een ernstige en bedreigende ziekte is, kan de rechter in bepaalde gevallen verplichte ziekenhuisopname opleggen. Heeft u nog vragen? Bel dan met de GGD via XXX-XXXXXX, en buiten kantoortijden via XXXXXX. Om verdere verspreiding van het SARS-virus te beperken en te voorkomen dat andere mensen in uw omgeving ziek worden, is het van groot belang dat u meewerkt aan de bovengenoemde maatregelen totdat de testuitslag bekend is. Wij vertrouwen op uw medewerking.

Page 21: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 21 van 24

IVb: Informatie voor verdachte of waarschijnlijke SARS-patiënten in thuissituatie Geachte heer, mevrouw, U bent kortgeleden in contact geweest met een patiënt bij wie de ernstige ziekte SARS is vastgesteld. Het is mogelijk dat u daardoor ook besmet bent geraakt met het SARS-virus. Op dit moment heeft u namelijk klachten die hierop kunnen wijzen. Daarom wordt u getest op het SARS-virus. In afwachting van de testuitslag is het nodig om voorzorgsmaatregelen te treffen om verdere verspreiding van het SARS-virus te voorkomen. Na overleg met de GGD is besloten dat u in het ziekenhuis in strikte isolatie wordt opgenomen. In deze brief leggen wij uit wat de ziekte SARS is en wat dat voor u betekent en welke voorzorgsmaatregelen u moet nemen. Wat is SARS? • SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een levensbedreigende vorm

van longontsteking • De eerste ziekteverschijnselen bestaan uit: koorts (>38°C), spierpijn en

hoofdpijn. Ook droge hoest en kortademigheid komen voor. • Mensen die contact hebben gehad met een SARS-patiënt kunnen tot 10 dagen

na het contact nog ziek worden. Gemiddeld is dat binnen 5 dagen. Voor meer informatie over SARS kunt u kijken op www.rivm.nl/Onderwerpen/S/SARS Hoe groot is de kans dat u het SARS-virus overdraagt aan anderen? Omdat u mogelijk het SARS-virus bij u draagt is er een risico dat u dit aan andere mensen overdraagt. Het SARS-virus kan zich via de lucht verspreiden door hoesten, niezen en direct lichamelijk contact. Omdat SARS een zeer ernstige besmettelijke ziekte is, moet u voorzorgsmaatregelen nemen. Wat vragen we van u? Zolang u klachten heeft en het nog niet duidelijk is of u SARS of aan een andere aandoening hebt, moet u thuis in isolatie blijven. Hiermee voorkomt u dat het SARS-virus zich verder verspreidt. Isolatie wordt op vrijwillige basis ingesteld en onderzoek wordt op vrijwillige basis uitgevoerd. Omdat SARS een ernstige en bedreigende ziekte is, kan de rechter echter in bepaalde gevallen verplichte isolatie opleggen. Om de kans op verspreiding van SARS zo klein mogelijk te maken moet u de volgende maatregelen nemen:

a. Thuisisolatie U bent verplicht om thuis te blijven zolang u besmettelijk bent. Wel kunt u naar uw tuin of balkon maar niet buiten het terrein van uw eigen woning.

b. Contact met anderen beperken Probeer het contact met huisgenoten tot het minimum te beperken:

- Slaap en ‘ziek uit’ in een eigen (slaap)kamer; - Beperk aanwezigheid van andere mensen in dezelfde ruimte ; - Als u toch in dezelfde ruimte bent, draag een mondmasker en houdt

ruim 2 meter afstand. Ook degene die in de kamer komt moet een mondmasker dragen;

- Slaap in aparte bedden, in aparte kamers; - Niet knuffelen of kussen en geen seksueel contact met anderen; - Gebruik eigen eet- en drinkgerei en eigen tandenborstel; - Gebruik als dat mogelijk is aparte badkamers en toiletten.

Page 22: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 22 van 24

c. Goede hygiëne en bescherming toe te passen - Het is van belang dat u goede hand- en hoesthygiëne toepast. Dit

houdt in dat u uw mond en neus bedekt bij hoesten en niezen, dat u hoest en niest in een papier zakdoekje en dat u vervolgens uw handen wast. Gebruik bij handenwassen water en zeep en daarna handenalcohol. De GGD zal u extra uitleg geven over hand- en hoesthygiëne.

- Als mensen toch met u in nauw contact komen moeten zij gebruik te maken van speciale mondmaskers. Deze worden door de GGD beschikbaar gesteld. Anderen moeten direct contact met uw lichaamsvloeistoffen (zoals speeksel, hoestdruppels, urine en ontlasting) vermijden.

- Ventileer ruimten die met elkaar gedeeld worden regelmatig door het het raam open te zetten.

- Maak badkamer en andere gedeelde ruimtes dagelijks huishoudelijk schoon. Gebruik hierbij wegwerphandschoenen.

Heeft u nog vragen? Bel dan met de GGD via XXX-XXXXXX, en buiten kantoortijden via XXXXXX. Om verdere verspreiding van het SARS-virus te beperken en te voorkomen dat andere mensen in uw omgeving ziek worden, is het van groot belang dat u meewerkt aan de bovengenoemde maatregelen totdat de testuitslag bekend is. Wij vertrouwen op uw medewerking.

Page 23: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 23 van 24

IVc: Informatie voor onbeschermde contacten van een bevestigde SARS-patiënt Geachte heer, mevrouw, U hebt kortgeleden onbeschermd contact gehad met een patiënt bij wie de ernstige ziekte SARS is vastgesteld. Het is mogelijk dat u besmet bent geraakt met het SARS-virus. Wat is SARS? • SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een levensbedreigende vorm

van longontsteking • De eerste ziekteverschijnselen bestaan uit: koorts (>38°C), spierpijn en

hoofdpijn. Ook droge hoest en kortademigheid komen voor. • Mensen die contact hebben gehad met een SARS-patiënt kunnen tot 10 dagen

na het contact nog ziek worden. Gemiddeld is dat binnen 5 dagen. Voor meer informatie over SARS kunt u kijken op www.rivm.nl/Onderwerpen/S/SARS Wat vragen we van u? Om op tijd te kunnen ontdekken of u besmet bent, vragen we u om uw gezondheid in de gaten te houden. Dat doet u tot 10 dagen na het laatste contact met de persoon waarbij SARS is vastgesteld. U moet dus uw gezondheid controleren tot XX-XX-XXXX. Wat betekenen de maatregelen voor u? U moet maatregelen nemen, omdat …

• U samen heeft gewoond met een SARS-patiënt • U de SARS-patiënt thuis heeft verzorgd • U (mogelijk) onbeschermd* contact heeft gehad met

een SARS-patiënt Wat moet u doen? • Twee keer per dag, ’s morgens en ’s avonds, uw

temperatuur opmeten • Doe dat rectaal of in het oor met uw eigen

thermometer die niet door andere gebruikt wordt • Schrijf de temperatuur op de lijst die u krijgt • De thermometer moet u na gebruik ontsmetten met

70% alcohol. Was daarna uw handen • U informeert iedere dag de GGD over:

o Uw gemeten temperatuur o Eventueel opkomende klachten: koorts,

spierpijn, hoofdpijn, hoesten, kortademigheid of keelpijn

* Dit is contact waarbij u geen persoonlijke beschermingsmaatregelen heeft gebruikt zoals de richtlijnen dat voorschrijven De GGD neemt dagelijks contact met u op om uw gezondheid te bespreken en te beoordelen. Mocht u contact op willen nemen met de GGD dan kan dat via XXX-XXXXXX, en buiten kantoortijden via XXXXXX. Wij vertrouwen op uw medewerking.

Page 24: LCI-richtlijn SARS · 2017-05-23 · De verwekker van SARS is het humaan coronavirus (SARS-CoV) dat valt binnen de groep 2b coronavirussen , waartoe ook MERS-CoV behoort. Het SARS-coronavirus

Pagina 24 van 24

IVd: Informatie voor beschermde contacten van bevestigde SARS-patiënt Geachte heer/mevrouw, U bent kortgeleden in contact geweest met een patiënt bij wie de ernstige ziekte SARS is vastgesteld. Hoewel u bij dat contact beschermende maatregelen heeft gebruikt wordt u toch gevraagd om uw gezondheid in de gaten te houden. Dit is uit voorzorg omdat u mogelijk onopgemerkt besmet bent geraakt. Wat is SARS? • SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een levensbedreigende vorm

van longontsteking • De eerste ziekteverschijnselen bestaan uit: koorts (>38°C), spierpijn en

hoofdpijn. Ook droge hoest en kortademigheid komen voor. • Mensen die contact hebben gehad met een SARS-patiënt kunnen tot 10 dagen

na het contact nog ziek worden. Gemiddeld is dat binnen 5 dagen. Voor meer informatie over SARS kunt u kijken op www.rivm.nl/Onderwerpen/S/SARS Wat vragen we van u? Om op tijd te kunnen ontdekken of u besmet bent, vragen we u om uw gezondheid in de gaten te houden. Dat doet u tot 10 dagen na het laatste contact met de persoon waarbij SARS is vastgesteld. U moet dus uw gezondheid controleren tot XX-XX-XXXX. Wat betekenen de maatregelen voor u? U moet maatregelen nemen, omdat …

U beschermd* contact heeft gehad met een SARS-patiënt

Wat moet u doen? • Twee keer per dag, ’s morgens en ’s avonds, uw temperatuur opmeten

• Doe dat rectaal of in het oor met uw eigen thermometer die niet door een ander gebruikt wordt

• Schrijf de temperatuur op de lijst die u krijgt • Ontsmet de thermometer na gebruik met 70% alcohol.

Was daarna uw handen • U informeert de GGD als u:

o Koorts krijgt: koorts is een temperatuur boven de 38 graden, Meet daarbij altijd twee keer op één dag de temperatuur met steeds 12 uur ertussen., de temperatuur is gemeten.

o de volgende klachten heeft: spierpijn, hoofdpijn, hoesten, kortademigheid of keelpijn

• U hoort dan wat er verder gaat gebeuren * Dit is contact waarbij u persoonlijke beschermingsmaatregelen heeft gebruikt zoals de WIP richtlijnen dat voorschrijven Neemt contact op met de GGD als u twee keer achtereen meer dan 38 graden koorts meet (met 12 uur ertussen). Heeft u nog vragen? Bel dan met de GGD via XXX-XXXXXX, en buiten kantoortijden via XXXXXX. Wij vertrouwen op uw medewerking.